NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. I9e Jaargang Vrijdag 6 September 1901. No. 5579 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd ia (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Ejjk, per 3 maandenL65 Afzonderlijke nummers0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden037% de omstreken en franoo per post0.46 ADVERTENTIEN Van 15 regels 60 Cta.; iedere regel meer 10 Ots. Bulten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Ad verten tien van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Oent per regel Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 188. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenti en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangèr§ Q. L. DAÜBE Co. JOHN F. JONESj Succ., Parijs 31w* Faubourg Montmsxfre. Haarlem's Dagblad van 6 Sept. beiat o.a.: Een „Times"-correspondent over Kitchener's proclamatie, Bliude- man-spel in Znid-Afrika, De Boet gezant bij Keizer Wilhelm, Een proclamatie., De Czaar in Frankrijk, Kamerlid en Schoolhoofd, Onder scheidingen. Politiek Overzicht. De datum waarop Kitchener': proclamatie in werking zal treden (15 Sept.) begdnt tie naderen. Dit feit houdt de oorlogscorrespotndein- ten nog altijd1 bezig. Een bericht gever van de Times" seint aan zijn blad, dat er scherpe schei ding "tusschien de twee partijen der Boeren teweeggebracht is. Een aantal zal uit verbittering over de proclamatie zich nu alsnog biij de t'e velde staande burgers aan sluiten, maar vele Boeren, die zich aan de Eragefeohein hebben overge geven, zullen nu ook meer openlijk toonen dat zij. goede Engelsche om d'erdamen willen worden. Uit deze redemeering valt op te maken d'at de Boeren er meer bij zullen' winnen dlan verliezen, want of eenige reeds afvalligen nu geheel de zijde van den vijand kiezen, kan hun, die blijven strijden slechts voordeelig zijn. Zij weten dan waar aan zich te houden. Kitchener heeft een en ander ge seind1 over de bewegingen der En gelsche colonnes G ene raai F rench rapporteert, d'at de vijand naar het Noordoosten de Transkei binnen trok. Kolonel Monroe bewaakt de passen, de ko lonels Scobell en Doran vervolgen den vijand'. De laatste bevindt zich ten westen van Cradock en beweegt zich in westelijke richting naar het Zuiden. Commandant Theron be vindt zich in de nabijheid van Oudltsboom en beweegt zich naar het westen, gevolgd door kol. Ka- vanagh. Commandant Scheepers kwam den 2en dezer in botsing met kolonel Montagu, doch vermeed een treffen en keerde terug naar het Noordien. Generaal Wyndham ver joeg Smit uit Fraserburg Zuid waarts, de overige troepen zijn in d'e bergkloven verstrooid. Ongeveer zestig Boeren' trokken den 29 en Aug. bij Beithulii© d'e Oranjerivier over van het Noorden naai' het Zuidlen en voegden zich bij een klein commando ten Zuiden van Ladybrand, d'och overal elders zijn d'e beide oevers der rivier vrij van vijandien." Laffan's agentschap meldt uit Kaapstad ,,De invallers bedreigen nu den Zuuuhraakpas. die Swellandam be- heerscht. ofschoon die plaats goed verdedigd wordt. Het is niet zeer waarschijnlijk dat d:e Boeren een 1 poging zullen doen om d'e stad bin nen te trekken." Swell end'am ligt ongeveer half weg Oudtshoom en Kaapstad, op niet meer dan' 150 K.M. van laatst genoemde plaats. Een. Reutertele- gram bevestigt dat Boeren en op standelingen het district Swellen- dam binnengevallen zijn, en d'e magistraat van het district Robert son seinde dJat Scheepers en Van der Merwe Dinsdag op eenige mij len van Montagu getrokken zijn, in de richting van d'e Langebergen. (Dat steipt dus overeen met Kit chener'! telegram.) De Boeren waren goed bereden en voerden losse paarden mede, maar hadden weinig ammunitie. Kolonel Alexander's colonne zet hen ach terna. Uit alles blijkt dat de Boeren overal en nergens zijn. Men krijgt zoo d'en indruk, d!a/t er in Zuid-Afri- ka een blindemanspel in 't groot gespeeld wordt, waarbij de Boeren d'e ziende partij vormen, die den armen blindeman ('t Engelsche le ger), zooveel mogelijk plaagt, en hindert, zonder evenwel zich ziel- ven in gevaar tie brengen. Buitenlandsch Nieuws. Een proclamatie. Uit Kaapstad ontving de ,,'N. R. Ct den tekst van een proclamatie door de regeering der Z. A. R. in overleg met de Vrijstaatsch© machthebbenden opgesteld'; PROCLAMATIE. Donderdag 8 Augustus, Dankdag. Vrijdag 9 Augustus, Verootmoediging. Dankdag, 8 Augustus. 1. Voor groote en kleine overwinnin gen over den vyand behaald, niet al leen in het begin van den Oorlog, maar zelfs gedurende de latere tyd. 2. Voor de wondervolle bewaring en heerlyke uitredding uit de band van onzen vyand met zijn geweldige over macht. 3. Voor God's vaderlyke voorziening in ons dagelykscbe behoefte aan voed sel, kleeding, en ammunitie. 4. Voor de mislukkingen van den vyand over ons Land in de pogingen om het van vee en graan geheel en al te berooven, en ons zoodoende Van honger te doen omkomen. 5. Voor den heerlyken geest van vol harding en moed vooral ook aan onze vrouwen en kinderen geschonken die zich zelfs niet door gevangen s ip en ellende daaraan verbonden, laten ont moedigen: in een woord voor de in standhouding van ons als een Vo)k gedurende een geweldigen «-trvd van bykans twee volle jaren, waaruit dui- delyk blijkt dat GOD geen lust aan ons ondergang heeft, maar ons terugkeer tot Hem en naai* ons leven verlangt. Verootmoediging. 9 Augustus. 1. Wy willen belydenis voor den Heer doen, dat hoewel Hy ons sedert ons volksbestaan keer op keer verlost heeft toen wy in benauwdheid waien en tot Hem riepen, wy Hem nogthans verlaten en andere goden gediend hei - ben, en den Heere dan vragen r.in ons Volk te verlossen, en wy willen ook onze zonden niet alleen belylen zoo dat het by een mond belydenis blyft, die een gruwel is in het oog van GOD, maar den Heere vragen om ons onze zonden recht te leeren kennen en c-ns gewillig te maken die te laten, zonder rang en klassen van ons VoU, en zon den van allerlei aard als daar zyn, zonden niet betrekking tot ontheiliging van den Sabbath des Heeren, dronken schap, ongeloof, vormgodsdienst. on trouwheid aan elkander, wapeuafleg- ging, begeerlykheid, diefstal, kwaad spreken met den mond, enz. enz. Doch meer zonden zouden wy niet de namen durven noemen, want onze zonden zijn legionen. Laten wij als Regeering en Volk op den dag van verootmoedi ging en gebed den Heer ernstiglyk vra gen en bidden om ons in staat te stel len om voortaan in. onze Regeering en Wetgeving altyd en uitsluitend de eer en verheerlyking van onzen God te bedoelen. SCHALK W. BURGER, Wd. President der Z. A. R. M. T. STEYN, President der Oranje-Vrijstaat. CHRISTIAAN DE WET, Commandant Generaal der O. V. S. LOUIS BOTHA, Commandant Generaal der Z. A. R, J. A. SMUTS, Staats Procureur der Z. A. R. en As sistent Commandant Generaal der Z. A. R. Dit stuk is een nieuw bewijs voor den moed en het onwrikbaar vertrou wen der Transvaalsche en Vrijstaat- sche autoriteiten. Algemeen© berioïiten. DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA. Een „Central Niews"-telegram uit Durban maakt dJe opmerking, dat die Boeren langs die Portugeesche grens stoutmoediger zijn geworden in dien. laatst en tijd) en ongestoord met oonvooien heen en ween* trek ken. Een Engelsche patrouille on der kapiteiin Jardlyne beeft verle den week een klein convooi aange vallen en slaagdle er in dit te ne men met een groot aantal paarden en muilen,. Elf Boeren werden ge vangen gemaakt. De Engelsche verliezenlijst over de maand' Aug. sommen' honderd zeven' en' tachtig (187) plaatsen op waar de Engelschen verliezen heb ben geleden. Havas verneemt uit Willowmore: Hier loopt het gerucht diat com mandant, Miijhumg, die met het gros der invallers bij die oostelijke grens niet ver van Elliot, gekampeerd moet zijn. last gegeven heeft alle gewapende kolonisten, die na 15 September in zijn handen vallen, dood te schieten. Laffan's correspondent te Kaap stad seinde Woensdag diat kolonel Scobell. kolonel Doran en kolonel Kavanagh, Botha naar het district Mortimer gedreven hadden. Bijna alle paarden van Botha's commando waren geheel uitgeput, een vierde gedeelte van d8 Boeren hadden geen paarden meer. Ongelukkiger wijze" maakte Botha 30 paarden buit. De wetgevendle vergadering van Natal is bij proclamatie, van 30 Aug. ged'agteekend, ontbonden. August Prister, vermeld in het rapport uit Johannesburg, over d'e zoogenaamde samenzwering om de kerk aldaar in de lucht te laten vliegen welk rapport Maandag in de zitting der vergoediings- comimissie voorgelezen is heeft nog eens ernstig geprotesteerd te gen de infame beschuldiging" te gen hem geuit, zonder dat hij ooit gehoor heeft kunnen' krijgen. Men beweert dat hij de drie bommen gemaakt heeft die de ontploffing moesten teweegbrengen. Puister zal door bemiddeling van de Oosten- rijkschHongaarsche regeering een eisch tot schadelooss telling indie nen. Twee vreemdelingen en een rebel, gevangen genomen te Camdeboo. wer den te Graaff Reinet veroordeeld en c Colenso Woensdagmorgen doodge schoten. CHINA. Laffan's agentschap heeft berich ten ontvangen die het gerucht van moord' en vervolging der inland- sche christenen ten zuidwesten van Tientsin schijnen te. bevestigen. De te Sjanghai, verschijnende „Ostaaiat. Lioyd" meldt het volgen de Majoor Bauer, vroeger aan het hoofdkwartier van graaf Walde r- see verbanden, wilde door Main- tsjoerije en Siberië naar Duitsch- land t.erugkeeren. Maar de Russen, die blijkbaar niet gesteld wanen op zoo'n kijk-inden-pot, weigerden hem den doortocht. Bauer is toen naar Wladiwostok vertrokken om verder dbor Siberië naar Europa te reizen. De Engelsche kolonie! Powell on dervond een dergelijke behande ling. maar hij stoorde zich niet aan het verbod van de Russen en reis de kalm verder. Toen moeten' de Russische overheidspersonen hem nog eens de Les gelezen hebben het bericht uit Engelsche bron. d'at hij als spion aangehouden zon zijn, is echten onjuist. Powell is tot dusver ndefc teruggekeerd', on men is er nu nieuwsgierig naar, of ten slotte alan den, Engelschen offi cier vergund! zal worden, wat den Duitsch en officier geweigerd is. De hevelhebber der Duitsche herfst- oefeninvsvloot deelt uit Sassritz me de, dat de kleine kruiser ..Wacht." na aanvaring met. het pantserschip .,Sach- sen". ter hoogte van Arkona gezonken is. Er zijn seen menschenlevens te be treuren. De Boetgezant bij Kei zer Wilhelm. De boete is volbracht I De Duitsche Keizei* ontving Woensdagmiddag te 12 uur'in het Neue Palais te Berlijn in tegen woordigheid van de koninklijke prinsen, van den minister van bui- tenlandsohe zaken, de ministers en generaals, benevens de hooge hof beambten, den Chiraeescheu prins Tsjoen. Deze las een op gele zijde geschreven brief van den keizer van China voor. Na de audiëntie ging prins Tsjoen langs de inmiddels opgerukte eere compagnie, en werd hij door een eskadron teruggeleid naar de Oran jerie, waar d'e Keizer hem in den namiddag een bezoek bracht. De ..Reichsanzeiger" meldt over 't bezoek nog het volgende De Keizer ontving bij de audiën tie van prins Tsjoen van dezen een schrijven, waarin de Keizer van China plechtig zijn innig leedwe zen betuigt over d'e vermoording van den gezant Ketteler. Prins Tsjoen hield eeni toespraak waarin hij zei de Na d'e oproerige bewegingen in China in het vorige jaar besefte het keizerlijke hof de verplichting, door een bijzonder gezantschap de-n Duitschen Keizer het oprecht leed wezen over de gebeurtenissen, in zonderheid over het voorval waar aan de gezant Ketteter -ten1 offer is gevallen, uiit te dlmkloen. Om alle twijfel aan de oprechtheid van het leed'wezen weg te nemen, bestem de de Keizer van; China zijn naas ten bloedverwant voor deze zen ding. Hij, kam verzekeren d'at de Keizer vani China volkomen vreemd' is geweest aan de onlusten echter heeft deze overeenkomstig een oud gebruik de schuld d'aarvan op zijn eigen persoon genomen. De gezant heeft daarom in orpdiracht. den Duitschen Keizer de innigste gevoelens van den: Keizer van Chi na uit te dlrukkeu, en eveneens voor do Keizerin en de keizerlijke fam:- lie den wenscb uit te spreken dal des Keizer's Huis moge bloeien.. De Keizer van Cbiina hoopt dat d'e ge beurtenissen van het vorig jaar slechts een. voorbijgaande troebe- ling geweest zijn, en dat d'e volken van Duitsch land ern Cjiina elkaar steedfe beter zullen leeren kennen. De Keizer antwoordde, gaarne te willen gelooven, dab de Keizer van China persoonlijk vreeand is ge weest aan de misdaad van de ver moording van Ketteler en de ver dere gewelddadendes te zwaar der schuld treft zijne raadslieden en zijne regeering. Als de Keizer van China d'e regeering in 't ver volg streng in den geest d;er voor schriften van het volkenrecht en de gebruiken van beschaafde natiën voert, zal ook de hoop des Keizers van China vervuld word<era, dat tUs- schen Duitschland en China weder evenals vroeger bestendig vreed zame en vriendschappelijke betrek kingen heerscheni. welke aan beide; volken en de geheele menschebjke beschaving tot zegen strekken. Met den' oprechten emstigen wensch dat dit zoo zijn. moge. heet de Kef-' zer Zijne Keizerlijke Hoogheid wel kom. Het door prins Tsjoen overge brachte eigenhandig schrijven d'e© Keizers van China luidt, d'at hij hei tem zeerste btireurt, d!at Ketteler zulk een verschrikkelijk uiteinde gevonden heeft, te meer daar hem heit gevoel van verantwoordelijk heid pijnlijk drukt, niet in staat geweest te zijn bijtij dis beschermen de maatregelen te nemen. Uit eer» gevoel van zware verantwoordelijk heid heeft hij bevolen, een gedenk- teeken op te richten op dJe plaaté van den moord, als een' teekem dat misdaden niet ongestraft mogen - blijven. Prims Tsjoen moet voor Zijne Majesteit verzekeren, hoezeer gevoelens van berouw een schaduw hebben geworpen over die stem ming der laatste jaren, hoezeer ge voelens van' berouw d'e ete/miming des Keizers nog bezielen. De Duit sche Keizer heeft uit verre gewes ten zijn, troepen gezonden om, dien Bokseropstand' te dempen, en vre de te maken. Zijne Majesteit koes tert de hoop dat de verontwaardi ging des Duiitschen keizers weden plaats moge hebben gemaakt voor een vriendschappelijke gezindheid, en dat voortaan die betrekkingen tussohen beide Rijken nog veelzijr diger, inniger en zegenrijker mo gen wordeai dam tob dusver. Fraaie woorden I De BerlijmscWe correspondent van de ,,N. R.. Ct." seint nog aam zijn blad' verschilleen d'e bijzonder- heden over de ontvangst van Prins Tsjoen. Vóór dleze bij dleai Keizer was geweest, naan niemand notitie van hem doch. nauwelijks had die prins Duibschliandl's heerschar ver laten of de behandeling werd' go heel anders. In die voorvertrekken- presenteer den de wachthebbende soldaten hefl geweer, en al de hovelingen bogem zich diep voor een bloedeigen broer van den Keizer van China 1 De re gimentsmuziek weerklonk, toen da prins het paleis verliet, en een' heel eskadron roode huzaren van' de keizerlijke garde vloog naar het rij tuig toe om als eerewacht te die nen bij den terugrit van den prins naar de Oranjerie. In dem loop van den na/middag bracht de Keizer een bezoek aan den jongen prins en maakte eens tochtje met hem over de meren van de Havel. Heden zou de prins aan de Keizerin voorgesteld' worden ecal bij do keizerlijke familie blijven lunchen. Tsjoen zelf had1 de be- Feuilleton. Het geluk van Rothenburg, Naar het Duitsch van PAUL HEIJSE. 0) Vian geld ben ik genoegzaam.' voor zien, een koffer zal ik onderweg koopen maar waarom ziet u mij zoo vreemd aan, mevrouw Waarde vriend, zeide zij heel bedaard, weet u wel dat, als ik niet wijzer was, u op het punt staat een groote dwaasheid te be gaan:, ja een misdaad' aan u zelf en aan uw ei een levensgeluk? Om 's Hemels wil, mevrouw U scheen mij inderdaad te goed voor een klein burgerlijk le ventje aan de zijde van ©en dom gansje, zooals ik mij uwe vrouw voorstelde, daarom heb ik u het lioofd: wat op hol gebracht. Ik ver beeldde mij, een soort van roeping te vervullen door een kunstenaars leven te redden voor het inslapen of zooals men het noemen wil. Ik werd echter gruwelijk beschaamd. Mijne vrouw zeide hij. Spreek niet van haar, viel zij haastig in. Weet u wel dlat u die vrouw in het geheel niet waard zijt? Naar die wijze waarop u over haar sprak, verwachtte ik een goed, braaf, onbeduidend schepsel en in plaats daarvan het geheele be roemde Rothenburg bezit niets zóó merkwaardig als die kleine vrouw! En die hebt u in d'en steek willen laten Neem mij niet kwalijk, maar u bent het niet waard en jk ben niieb ijdel genoeg om er eeaae ver- schoomende omstandigheid voor te vinden dat het mijn persoon was, die er 'aanleiding toe gegeven zou hebben Haar stem klonk hard en scherp; hij kon hooren dat zij uit een diep gewond gemoed kwam'. Hij trachtte zich te herstellen en zeide. terwijl hij hare hand greep en zacht in de zijne drukte Ik dank u, mevrouw, voor al de goede en al d'e harde woorden die u tot mij gesproken hebt. Ik wil niet minder oprecht zijn dan u geweest is. Ja. u hebt er mij toe gebracht, waarlijk niet op de ge- wotne wijze, maar door mij het uit zicht te openen op het h oogore in het leven en de kunst dat ik zoo vroeg heb prijsgegeven can in be scheiden middelmatigheid mijn ge luk te zoeken. Ik heb het daar ook gevonden en ben dan ook niet zoo blind' en ondankbaar om er met geringschatting op neer te zien. Maar moet de roensch niet naar het hoogere streven Vooral als hij zich aan de kunst heeft gewijd, moet hij zich dan met een Rothen- burgsch geluk u zelf noemde het zoo tevreden stellen in plaats van het onbekende" te zoeken Naar het hoogere streven viel zij hem in de rede. Het onbe kende Dank d'en Hemel dat u die mooie woorden tot dusver niet ern stig hebt opgevat, want het zijn dwaallichten die naar modclerpoe len en afgronden lokken. \VÜ i'k u eens eene veickiedeiris vertellen Er was eens een mooi jong meisje, de dochter van een boer, op wie een braaf jong merasch. gouverneur bij den landheer, verliefd was hij geleek wel iets op u, alleen droeg hij haar en baard minder schilderachtig. Hij wilde met dat meisje trouwen en daar hij een ajardi'g vermogen bezat, was hij een zeer goede partijMaar het tratsche ding streefde naar het hoogere en had' toen needs, hoewel het nog geen Fransch kende, neiging tot ,,la recherche de Fincomnu." En toen kwam er een generaal op het landgoed en vond ook het meisje opvallend schoon en maakte haar heb hof en vroeg haar ten slotte ten huwelijk. Daar was nu het hoogere waarvan zij gedroomd had en ook het onbekende, want de groote we reld in St. Petersburg zou zich voor haar openen. En zij liet haar getrouwen aanbidder in den steek en werd' de vrouw an den generaal eitoen zij dat hoogere van nabij zag, was het laag en gemeen en toen zij het onbekende leerde ken nen was het flauwe alledaagsch- heid. Wellicht zou haar hart niet het, ware geluk hebben gevonden aam de zij die van een eenvoudig schoolmeester, maar zóó armzalig zou zij zich niet hebben gevoeld en ook anderen niet zoo ongelukkig ge- maakt heb ben.De vrouw. die dwaze vindt nergens meer rust en jaagt door de wereld het onbekende na of als zij weder lust gevoelt zich zelf te misleiden, het hoogere. WUt u wel gelooven dat zij tot nu tóe niets zoo hoog heeft gevonden als de stille, verstandige, warme blik van uwe kleine vrouw, de rust in uwe ouderwetsche woonkamer en die gelukkige hand voor kinderen en bloemen, die aan beide zulke heerlijke kleuren toovert? En nu heb ik u niets meer te zeggen. Als u nu nog gelooft niet zalig te kun nen worden zonder in plaats van de oude gteenen van den Witten toren, de oude steenen, van den Engelsburg na te bootsen en, hoe wel de stof voor een Rafael be zwaarlijk bij u te vinden, is, u toch aan het groote en verhevene te wa gen, stijg dan met, mij in. De weg is vrij en misschien lang genoeg om mijne zelfverloochening weder te doen eindigen. Als u echter ver standig wilt zijn, stel dan uwe kunstreis uit totdat de kinderen oud genoeg zijn om een vierendeel- jaars aan de hoede van vreemden te kunnen worden overgelaten. En neem dan uwe Ghristien onder den arm en ga met haar de Alpen over en ik sta er u voor in dat al is zij dan cxjk m>a*r een, Rothen- burgsch kind, u op de Monte Pin- cdo gerust met haar vcor don dag kunt komen,, altijd in de veronder stelling diat u zelf haar niet te ge ring schat en haar aan uw leven en streven laat deelnemen,, want wij vrouwen worden wat de man nen zelf van ons makera, als de kern ten minste goed is. Is dit niet het geval dan worden wij wat wij zelf uit ons maken, dikwijle noch goed', noch gelukkig. En hier mede bastaAdieu en mijne groe ten aan mevrouw GhristienEn als uw werk over Rothenburg het licht ziet, zend het mij dan naar Rome, aan het adres van het Russi sche Gezantschap. Ik toeken in voor drie exemplaren. Ik wil propagan da maken voor het Duitsche Pom. péji. Zij reikte hern de hand die hij met diep gevoel aan zijne lippen drukte. Daarop trok zij de voile over haar gezicht en snelde naar den trein dié gereed stond' tot ver trek. Toon zij in de coupé zat, wenkte zij hem nogmaals toe. De klefrro machine floot en lang zaam gleed' d'e zwarte slang verder over het blanke spoor. De vreemde had zich in den donkersten hoek neergedrukt en staroogde ge ruimen tijd als een standbeeld) vcor zich uil

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 1