DE ZATERDAGAVOND GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD". Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Haarlemmer Halletjes. No. 54. Zaterdag 14 September. OOI. Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. „AMSTELHOEK". De Zijlweg langs, over den spoor baan, rechts aan 't weggetje achter de seinwachterswoning, staat een huis, bescheiden verborgen, dat alleen de aandacht trekt door het woord Am- stelhoek" in groote, witte letters op een rood zij-front. Hoevelen zullen er zijn voorbijge gaan, zonder op den naam te letten: hoevelen ook, vagelijk geini. •ig:ei/l door den naam, zullen er even op heb ben gekeken en over gedacht, om dan weer onmiddellijk in den stroom van andere dingen, die de aanktr ht vra gen, den naam te vergeten. Hoevelen ook zullen èn door den heel gewonen naam ,,Amstelhoek," èn door het wei nig aanzienlijke voorkomen van het gebouw, gedacht hebben aan een bier brouwerij, een zeepfabriek of iets der gelijks, en ook al weer spoedig heb ben vergeten dat er een ,,Amstelhoek" bestaat. Toch is het stukje leven, dat daar in intimiteit en timide verborgenheid, in bescheidenheid en gansch preten tieloos wordt geleefd, het audio "/oek en de kennismaking dubbel waard. Daar in de stille, rustige omgeving wordt karakteristiek, belangrijk, gansch bij zonder werk gemaakt. Daar woiden flinke principes gehuldigd en in ste vige werkelijkheid omgezet. Maarwat is Amstelhoek? In het huis „Amstelhoek" zijn twee fabrieken vereenigd, n.l. de metaal- warenfabriek „Amstelhoek" Jan E'sen- loeffel en de meubelfabriek „Amstel hoek", W. Penaat. We hadden belet gevraagd en heb ben op een mooien Septembermorgen, toen de zon breede stralen goudgeel licht naar binnen plekte, aan „Am stelhoek" een bezoek gebracht en met de heeren Eiseiiloeffel en Penaat breed voerig over hun werk, en hun werk wijze en werk-principes gepraat. Wat zij het krachtigst op den voor grond wilden doen treden het. hoofd principe, dat daar in hun werkplaat sen een stille werkkamer domineert dat willen we in ons artikel óok op den voorgrond stellen en daar begin- i nen we onze bespreking in dc. „Het is onze bedoeling in den een- i voudigsten zin van het woord prac- I tische, smaakvolle gebruiksvoorwer- j pen- te maken," werd ons gezegd. „Arts and crafts dus?" „Ja, indien u het zoo wilt noemen, J doch legt u vooral niet. den nadruk 1 op kunst. Arts and crafts kan men door kunstnijverheid vertalen, niet- j waar, en wij hebben hier volstrekt I geen pretenties van kunst." „Dus u heeft in de eerste plaats het I oog op het nut en daaraan wilt u dan tevens een smaakvollen vorm verbin den?" „Ja juist. Wij redeneeren zoo: bij een stoel moet men niet in de aller eerste plaats zeggen, wat een mooie stoel is dat. en zouden we er ook op kunnen zitten, doch een stoel moet vooral practisch en gemakkelijk zijn en dan bovendien pleizierig 01111 te zien. En dit beginsel huldigen wij niet alleen bij onze meubelfabri- cage. doch ook bij de metalen ge- bruiksvoorwerpen." Onder het gesprek zoo eens rond kijkende in de werkkamer, hadden we reeds gelegenheid om te zien hoe in de practijk de theorieën werden uit gevoerd. Een werktafel, bestaande uit een stevig, rechthoekig op elkaar staand onderwerk van stijlen en regels, waar boven een stevig blad. zonder orna mentiek, een tafel waar men gemak- kelijk aan kan gaan zitten en die er toch smaakvol uitziet. Stoelen heel gemakkelijk om op te zitten, kloek van maaksel, met sobere en toch tee- kenende lijnen, zonder onnoodigen op schik, een kachel van doffe, zware me talen platen, met een dik hek. zon der ornamentiek, sober dof-zwart en alleen gebroken door een weinig blank ijzer en een koperen handvat, toch niet saai. maar eenvoudig en vol goeden smaak. De heer Eisenloeffel legde ons uit hoe en wat er gedaan wordt in de me- taalwaren-fabricage en liet ons een en ander zien. Van koper en ij^er worden alle mo gelijke gebruiksvoorwerpen vervaar digd, als eet- en thee-serviezen, alle soorten van lamnon zoowel voor petroleum als gas- en elec- trische verlichting, haarden, kachels, ketels, bouilloirs en duizenderlei an dere gebruiks- en weelde-artikelen. maar toch in hoofdzaak en vooral, ge- bruiks-artikelen. Ailes wordt gedomineerd door de gedachte: zoo practisch mogelijk, geen overbodige en onnoodige versiersel tjes. glad-makerijtjes en poetserijtjes. En daardoor is het werk ook zoo kern eerlij!:, ja, haast, zou men zeg gen zoo naïef van eerlijkheid gewor den. In metalen voorwerpen b.v. -iet men den hamerslag van het werk. en ziet men het werkelijke wezen van de I stof. waaruit de dingen gemaakt zijn. De vlakke plaat metaal wordt zoolang met den hamer bewerkt, totdat het voorwerp de gewenschte vorm. die eerst ontworpen is. heeft verkregen en j er dus niets weggepoetst of geschuurd wordt. Wat onnoodig en overbodig is. wordt weggelaten, stevig en practisch voor het dagelijksch gebruik het meest doelmatig worden de dingen vervaar digd en in sobere, rechte lijnen, kloek en sprekend, er een smaakvolle vorm aan gegeven. We zagen het bij de kachel in de werkkamer, we zagen het bij een haard in een der vertrekken, een lage, rechthoekige haard, met dik ke, zware plaat, afgedekt, en ter weers- j zijden en van boven voorztsn van ten koperen vlechtwerk. De haard is dof zwart, en ook hier en daar weer afge- i broken door blank ijzerwerk en om geven door een dik. laag hekje. Dit hekje typeert heel goed het streven j der makers, om vooral het oog op het nut gericht te houden. Men kan daar i met koud weer met zoo groot genoe-i gen de voeten op zetten en tevens doet j het hekje heel pleizierig 0111 den haard. We bewonderden lampen, ook de verwezenlijking van hetzelfde utili- teits-principe. Een petroleumlamp b.v.. bestaande uit eenvoudige ijzeren hangers en een koperen peer in ijzeren beugel gehouden. De meeste lampen hebben van boven een-groote koperen plaat als reflector tot vergrooting der lichtsterkte. E11 alle andere gebruiksvoorwerpen vertoonen in hun bewerking hetzelfde denkbeeld, spoelkommen, soepterrines, dekschalen, vorken en lepels, inktko kers, enz. Een bijzondere liefde van den heer Eisenloeffel is hetgeen hij doet in zil ver. en de dingen, daarvan gemaakt, vertoont hij met zeer veel voorliefde. Wij zagqn zilverwerk uit deze fabriek afkomstig, dat. door de firma Hoeker en Zoon, te Amsterdam ter Parijsche tentoonstelling geeposeerd. den gouden medaille mocht verwerven. Een bijzondere merkwaardigheid van Een publiek gevaar Vraag van een die rust en vrede mint: „Zou het niet gewenscht zijn, bij onze Volksfeesten de huzaren te verplichten, hunne wapenen thuis te laten?" deze fabriek is het emailieeren van zil verwerk. waarvan dit de eenige fabriek in Europa is. en waarvoor speciaal ie mand naar Rusland is gezonden. Het metaal wordt ingegroefd en de glas- verf aan groote hitte blootgesteld, waardoor ze smelt, naar het aloude en beroemde voorbeeld van Champlevé Heel kunstig emailleer-werk werd ons getoond, en tevens fraai en kunstig ciseleer-werk bij zilveren voorwerpen. Daar w? hier nu niet weelde-artikelen te doen hebben, ten minste met artike len. die den luxe-kant meer raken, is er hier ook meer kunst aangebracht, deze artikelen worden ook veel geniï- leerd. Over de bewerking der metaal-arti kelen zouden we nog kolommen vol kunnen schrijven, we zouden de mooie klokjes kunnen noemen, met geëmail leerde en gedreven wijzerplaten de geëmailleerde in frisse he kleuren in eiken- en mahoniehout, gezet, en we zouden nog een reeks artikelen kun nen noemen, waarhij we dan telkens weer in herhaling vallend. zouden gaan aamtoonen dat bij alles eenvoud van constructie, de constructie tot de geringst mogelijke complicaties te ruggebracht. het heerschende principe is, wat geenszins aan het aangenaam aanzicht der dingen schade heeft ge daan. Met wordt echter tijd, dat we nu ook nog een en ander gaan zeggen van de meubelfabriek, Daar is de heer W. Penaat de man van, en van zijn afdeeling heeft hij ons ingelicht, zooals de heer Eisenloeffel van zijn metalen voorwerpen. „Ik begin, zei da heer Penaat ook beslist op den voorgrond te stellen, dat de meubelen aan de eischen der ge makkelijkheid moeten voldoen, dat alles in hoofdzaak in de soberheid van rechte lijnen en rechtlijnige construc ties is opgetrokken. Wij doen zeker niet mee aan de Belgische ziekte van ge bogen lijnen." Wij vroegen den hèer Penaat naar ee; n stijl, waarin zijn meubelen zijn opgebouwd, en hij wees er ons toen met nadruk op, dat in „Amstel hoek" geen mogen, op welk gebied ook. worden gecopieerd uit musea, doch zelfstandig streeft men er naar, de theorieën zoo zuiver mogelijk in praktijk te brengen. En dat dit inderdaad liet geval is, bleek uit de meubelen, die er te zien kregen. De stoelen en tafels zijn. zooals men Een Zaterdagavondpraatje. Barnum en Bailey! Barnum en Bailey, und kein Ende. Barnum en Bailey, the topic of the day. Je kan niemand meer op straat tegen komen of hij heeft het over het circus dorp in de Watergraafsmeer te Am sterdam. Woensdagavond bij de eer ste voorstelling, moeten er al verschei dene stadgenooten onder de duizenden toeschouwers zijn geweest, en dit is crescendo gegaan. Morgenavond zal half Haarlem wel verhuisd zijn naai de veen- en kléi-meer. tusschen Die- merbrug en Amsterdam 't Wordt bepaald lasti?. die dichte nabijheid van de Amerikanen, want men begint het als een soort van ge brek in je opvoeding te beschouwen als je daar niet geweest bent. Hier in de stad maakt de wereldfir ma weinig reclame, alleen maar hier en daar voor de sigarenwinkels wat kleine biljetten. Of moeten wij daar onder misschien rekenen het bericht dat indertijd tweemaal door onze cou ranten de ronde heeft gedaan, dat het circus ook in den omtrek van Haarlem zou worden opgeslagen. Eens heette I het dat Barnum en Bailey hun tenten in elkdar zouden gooien aan de Span jaardslaan onder Heemstede; een an dermaal werd hun weer het plan toe geschreven datzelfde te zullen doen op het terrein het Klooster aan de Kleverlaan. Beide geruchten blijken valsch alarm te zijn geweest. Barnum en Bailey komen niet te Haarlem, maal laten Haarlem bij zich komen. Ook een standpunt; maar een dat je eerst kunt innemen, als je een zekere hoogte in de wereld hebt bereikt. Toch, hetzij met alle respect voor de energie van deze majestueuse cir cus-directeuren gezegd, toch valt het mij tegen, dat zij zich zoo weinig aan Haarlem laten gelegen liggen. Heeft men dan zoo'n slechten dunk van ons. of hadden de vertegenwoordigers vanlaat ik ditmaal den naam nu maar eens niet noemen, bij wijze van variatieof hadden hun vertegen woordigers verwacht dat wij harder in de handen zouden klappen van he- melsche verrukking, bij het zien van den krans, dien men indertijd, op Ko ninginnedag. vol piëteit? heeft gehan gen aan het hek, waarbinnen Louwtje troont? Ik geloof het niet. want alle bladen hebben het hier ter stede als om strijd vermeld, en de dagblad-redacteuren in de groote steden, ja zelfs in de heel noordelijke en heel zuidelijke provin ciën, namen het bericht met groote haast over. Waarschijnlijk zal het hun, evenmin als ons Haarlemmers, heel duidelijk zijn geweest, welk verband er eigenlijk bestond tusschen deze drie zaken: Ko ninginnedag Lourens Coster Bar num en Bailey. En ik vermoed aan de reclame-koningen evenmin. Wel- j licht zochten de ook hierheen gezon- 1 den trawanten verband tussghen het j nationale feest dat wij vierden, en het j beeld waaromheen onze kinderen zon gen, wellicht dachten ze ons hart te stelen met onzen eere-burger een beetje te flatteeren. J Hetgeen hun, zullen wij maar zeg j gen. zonder het minste geheel en al I gelukt is. Minder gemakkelijk gaat het hier I ter stede soms om een brief op de post te doen. Gelukkig trof het dit keer niet Wouter .anders had ik weer blad zijden moeten volschrijven met zijn zwartgallige wereldbeschouwingen. Ditmaal werd Hupstra door het nood lot uitgekozen. U weet dat Hupstra niets minder is dan kwaadaardig. Zoo gebeurde het dan ook deze week dat. hij na het eten, heel hupsch. met 'n sigaartje in het hoofd, even een brief naar de post zou gaan brengen. Hij liep in gedachten door de Groote Houtstraat, voorhij het Verwulft. en I 't was zoo druk en prettig op straat. dat hij vergat de Ged. Oude Gracht op te gaan, 0111 zijn epistel daar in de I brievenbus te deponeeren. Met tevre- i denheid liep hij zoo om zich heen te kijken, naar de verlichte winkels, naar j het vroolijke gedoe rondom zich. toen hij bij de Anegang bemerkte dat. hij J zich nog niet van zijn taak had gekwe ten. Natuurlijk had hij bij de Zijlstraat I naar het Hoofdpostkantoor kunnen afslaan, maar een menöch is zóó nu:. 1 of hij vindt de rechte üin te preferee- ren. boven die met een bochtje of een j hoek Hij wandelde dus genocö«.-iijfe door. de Barteljorisstraat in maar 1 vond geen bus de Kruisstraat door, nog steeds geen gedenkzuiltje van de Kon. Ned. Posterijen; den Kruisweg op zuster Anna zag nog niets ko men. O ja toch. gelukkig, aan het station. Zoo'n loopje zou je apders op zijn leeftijd, na een goed diner, kun nen opbreken. Net heeft hij zijn hand met- den brie' tot voor de sleuf gebracht, toen hij schrikt door een schreeuw, als een waarschuwingskreet, of een hulpge roep: ..Hé. ho, mijnheer, doet dat niet. als je brief je lief is!" Je begrijpt, dat Hupstra zijn hand terugtrok als werd hij door een adder gestoken. „Wat is er?" vroeg hij verschrikt aan den pakjesdrager die. achter hem stond. „Die bus is niet te vertrouwen, mijn heer!" was het antwoord. „Ten eerste is hij zoo caduc dat je niet zeker bent. dat je geheimen er wèl bewaard in blijven, en ten tweede gaan de brie ven in het gunstigste geval eerst toch weer heel pacifiek terug naar het I hoofdpostkantoor, terwijl vlakbij de ijzeren banen liggen, waarlangs zij naar hunne bestemming worden ge- voerd. En toen hij Hupstra zeer verbaasd zag staan, ontdaan door dit zonder- i nu& verhaal, met dramatisch slot. sloeg hij meteen de hand aan de pet. 1 en zei kort maar krachtig: „Een dub- I beitje alsjeblieft mijnheer, dat is mijn vast tarief voor inlichtingen!" Hupstra betaalde in de goedheid j zijns harten, al had hij liever over buslichtingen gesproken en zette zijn enquête naar een brievenbus voort. Hij wachtte daartoe eerst geduldig tot een nukkige trein met rangeeren gedaan had, en stak toen het spoor over, naar den anderen kant. Maar ook het onderzoek naar een brieven- j bus op het Kennemerplein leverde niets op, en toen hij ten slotte zijn loop ge- 1 stuit zag door het gladde water, aan de achterzijde van het Bolwerk, waar in het maantje zilver spiegelde, wisch- te hij met een zucht zijn verhit gelaat af. en keerde paffend met den brief 1 naar huis terug. Het dienstmeisje heeft toen zijn taak overgenomen. Zooals gezegd,gelukkig dat dit mijn goedronden vriend Hup stra trof. Een ander wie dan ook had het niet zoo koelbloedig verdra gen; en ik zou er den postdirecteur wel op willen attent maken, dat zijn bus sen maar heel schraaltjes door de stad verspreid zijn. Zuinigheid is goed, maar zóó zullen de heeren in den Haag het toch niet bedoeld hebben. Indertijd stond er een brievenbus tegen het Brongebouw en er werd een druk gebruik van gemaakt, want het was er een uitstekende plaats voor. Maar nauwelijks werd het hulppost- kantoor op het Houtplein geopend, of de brievenbus werd weggenomen en naar het hulppostkantoor verplaatst. Dat was de bedoeling niet! Een andere bus. die op den hoek van den Kampersingel en het Zuider Buiten Spaarne stond, werd verplaatst naar do overzijde van 't Spaarne. toen door enkele stadgenooten, die daar woon den. om een bus werd gevraagd. Alles goed en wel. maar was dat nu een re den. om een bus, die nota bene bij de kruising van vier wegén, en bij twee bruggen staat, weg te nemen? Maar zoo iets begrijpen wij niet met ons burgermansverstandje, en aller minst uw eenvoudige, oneeletterde vriend FIDET.ÏO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5