Na Mc Kiuley's dood.
Het Gzarenbezoek aan Frankrijk
Prins Hendrik
bergkam, van ,.:aar zij de Boeren
konden overzien. De beweging van
dezen was echter om die Engelsehen
in een val te lokken. Gough werd
plotseling in zijn front en op zijn
rechterflank aangevallen door den
vijand, die in groot aantal en on
der bedekking was. Na een scherp
gevecht werden de Engelschen
overweldigd mot verlies van hun
kanonnen, twee officieren en 14
man gesneuveld. 5 officieire-n en 25
man gewond en 5 officieren en 150
man gevangen.
De Boeren stonden onder Botha-
Ik zend versterkingen aan Lyttel-
ton. Ben officier is 's nachts ont
snapt naar de Jagersdrift en zegt,
dat do Boeren, meer dan 1000 man
sterk zijn.
Dit telegram, dat ons die tij
ding van een in waarheid ver
pletterende nederlaag der Engel
schen brengt, was zeker allerminst
ie verwachten. De verliezen, die
Botha hier de Engelschen heeft toe
gebracht als een tweede antwoord,
nu zonder woorden, op Kitchener's
sommatie van 7 Aug., zullen zon
der twijfel in Engeland nog die
peren indruk maken dan de botte
weigering der Boeren om aan het
or. ..aardige document het oor te
leenen.
't Brutale verwijt der Boeren in ge
zegde proclamatie naar 't hoofd ge
slingerd. dat hef. gemis aan artille
rie o. a. een d'er redenen was, die
hun voortzetten van den oorlog tot
een misdadig werk maakte, hebben
zij zich blijkbaar aangetrokken. Zij
zijn bij de Jagersdrift (niet voor de
eerste maal, zooals men weet) niet
alleen hun geweren- en munitie-
voorraad gaan aanvullen, maar zij
zijn er ook begonnen ie voorzien
in hun door Chamberlain met zijn
beminnelijke belangstelling zoo
zeer gelaakte gemis aan geschut.
Nog oen klap-
Een ongeluk komt zelden alleen.
Bij de groote nederlaag der Engel
schen in Transvaal, komt nog een
echec in de Kaapkolonie.
French rapporteert, dat Smuts
een eskadron lanciers heeft be
stormd bij Elandsrivierpoort, ten
weeten van Tarkastad, om dioor
een cordon van colonnes fee breken,
die bezig waren hem in fee sluiten-
Drie Engelsche officieren sneuvel
den en twintig manschappenéén
officier en dertig man werden ge
wond. Do Bceren waren gekleed
in khaki en leden zware verliezen.
Dat laatste komt er natuurlijk
slechts bij als een pleister op de
wond. Duidelijk is echter dat de
Engelschen ook hier slaag hebben
gekregen.
De politie beeft van een fotograaf
die èen uur voor dien moordaan
slag op df> tentoonstelling te Buf
falo voor de kinematograaf opne
mingen deed van don president en
zijn omgeving, zijn platen opge-
eisoht om te zien of er onder de
gezichten van de menigte ook be
kende anarchisten voorkomen, en
iooaoend'e misschien medeplichti
gen van Czolgosz te ontdekken.
Te Hartford City, in Indiana,
heeft een sterke troep Italiaanschè
Werklieden een vreugdebetooging
f'ehouden wegens den moord op Mc
iiiiley. Toen zij ook het leven van-
de burgerij bedreigden, dreef de
sheriff hen met gewapende man
schappen de stad uit. Op allerlei
plaatsen in d'e Vereenigde Staten
zijn mensohen die hun voldoening
hadden uitgesproken over den aan
slag, of blijk gaven van anarchis
tische gezindheid, door die burge
rij afgerost of gevangen gezet.
De „Times" verneemt, dat 3000
pd. st. van de 4000 pd. st. geeisch-
le borgstelling voor Emma Gold
man, de bekende anarchiste, reeds
bijeengebracht, zijn.
MAG KINLEY's BEGRAFENIS.
Donderdag had te Canton de bij
zetting van Mc Kiuley's stoffelijk
overschot plaats. Voor het vertrek
van den begrafenisstoet werd er een
korte lijkdienst gehouden in Mac
Kinley's huis in tegenwoordigheid
der verwanten van den overleden
President. De weduwe luisterde
aan de halfgeopende deur van de
van mijn cliënten beluisterde, dan
zou ik den president van het ge
rechtshof verlof vragen om een on
derzoek te doen instellen naar zijn
geestestoestand. Het is hoog tijd
dat ik naar huis ga om mij in mijn
acten te gaan verdiepen dat zal
mij weer mij z<elf doen worden.
Nog één blik wierp hij op de
gesloten vensterluiken, daarna ver
wijderde hij zich met vasten tred
om zich stadwaarts to begeven.
Wat- ook zijn bedoeling zijn
moge. ik zal een oogje in het zeil
houden, sprak hij in zich zelf
hoe listig "ij het ook aan moogt
leggen, mijnheer Wilson, ik zal op
mijn hoede zijn.
VIERDE HOOFDSTUK.
Toen John Langenbruch en dok
ter Lamprecht de helder verlichte
op de wijze van eon Engelsch dra
wing-room ingerichte woonkamer
binnentraden, was de geheele fami
lie bijeen. Bij een in het midden
der kamer staand.© groote tafel,
waarop in een boven een spiritus-
toestel hangendie bouilloir het wa
ter kookte, was Johanna bezig thee
te zetten
naastbij zijnde kamer. De stoet zette
zich te 1.20 in feeweging naar de
Episcopale Metftodïstenkerkwaar--
toe Mac Kinley behoorde. Een eere-
wacht schreed aan beide zijden van
den lijkwagende generaals rechts,
de admiralen links. De wagen werd
getrokken door zwarte paarden met
groote zwarte pluimen, het lichaam
bedekt door zwarte rouwkleeden.
Bij elk paard liep een soldaat. In
den stoet bevonden zich o. a. pre
sident Roosevelt, de ministers en
talrijke hooggeplaatste personen,
detachementen veteranen van het
groote leger der republiek, de na
tionale garde van Ohio, talrijke de
legation van maatschappelijke or
ganisaties en vereenigingen uit
de handelswereld.
Mevrouw Mac Kinley was te lij
dend om naar de kerk te gaan.
DE FRANSCHE BLADEN
bevatten natuurlijk talrijke hulde-ar-
tikels. Opmerkelijk is het Journal,
met een ituinnv ivclf pagina's,
een massa portretten en afbeeldingen,
een hoofdartikel van den oud-minister
Hanotaux en een gedicht van Heredia,
een hulde <^an de Czarina die zooveel
van heibloem houdt:
Et. par toute la France en ce mois de
l'année,
Vous verriez la bruyère en fleur,
depuis le mur
Des Alpes, jusqu' a-iix bords oü les
lames d'azur
Frangent d'un fil d'argent la Méditer-
ranée;
Vous verriez sur la lande, ou la dune,
ou l'écueil
De l'Allantique dont elle fleurit les
roches,
Jusqu' au dernier versant des frontiè
res trop proches,
Partout, s'épanouir la fleur de Bon
Accueil
Verscheidene Fransche gemeenten
hebben telegrammen gewisseld met
Russische.
DE FRANSCHEN ALS GASTHEEREN.
Was de zee voor Czaar en Czarina
wel, voor Loubet niet te hoog, Woens
dag, om van het eene schip op een
andere te gaan de bejaard? Presi
dent, veelal blootshoofds.zal niet enkel
in de dansende boot die hem over
bracht het moeielijk hebben gehad
ook in andere maatregelen toonen de
Franschen zich weder de beminne
lijke gastheeren ,die zich schikken
naar de gasten. Zoo zijn er 101 sa
luutschoten gelost, hoewel het Fran
sche reglement slechts het maximum
van 21 kent gelukkig was er een
„uitzondering", waarvan nu kon ge
bruik gemaakt. Zoo heeft de burge
meester van Duinkerken brood en zout
geboden, naar Russisch gebruik.
BIJZONDERHEDEN OVER DE
VLOOTREVUE.
De onstuimigheid van de zee heeft
niet alleen een tros en een valbrug en
nog bet een en ander kapot geslagen,
maar zij heeft, hoe indrukwekkend
het schouwspel als geheel geweest
moge zijn, aan maritieme oogen niet
alles kunnen laten. Onder anderen
hebben de onderzeesche manoeuvres,
waarvan de marine zich veel voor
stelde, niet plaats gehad.
Het publiek te Duinkerken werd door
een drievoudig cordon van troepen
van de haven afgehouden; gelukkig
had het de pieren en de kust om te
kijken.
De vrouwen van de vischmarkt heb
ben hun visch mogen aanbieden, naar
eeuwenoud gebruik. Het was er, ech
ter, niet een van zilver, maar van ver
guld papier op witsatijnen kussen.
Bijna èen uür had de Standart noo-
dig gehad om, eenmaal door de sluis,
te landen. Daarna moest de Czaar de
bemanning nog de revue doen passee-
ren. Hij dankte met één enkel, kort
woord en de manschappen antwoord
den volgens reglement, de woorden
scandeerend: „Wij zijn vergenoegd
dat wij Uwe Majesteit dienen."
Parijs vlagde Woensdag en illumi
neerde. Den 21en zal de Beurs er ge
sloten zijn.
DE DUINKERKER TOASTEN.
Naar een part. tel. van het Hbl.
meldt wordt in sommige kringen aan
de toespelingen op de samenwerking
en verbroedering der Fransche en
Russische vloten in het „Verre Oos
ten" bij de toasten te Duinkerken, de
beteekenis gehecht, dat door het be-
zoek van den Czaar de Fransch-Russi-
Aan een kleinere tafel zaten ver
trouwelijk naast elkaar twee jonge
meisjes, nog kinderen, die met
groote opmerkzaamheid, blad voor
blad. een geïllustreerd prachtwerk,
dat hun den vorigen dag op Kerst
mis was geschonken, beschouwden.
De over het boek gebogen hoofd
jes, hadden precies den zelfden
vorm, waren met hetzelfde blauw
zwarte, krullende haar bedekt die
rustien op wel is waar nog niet ge
vulde, maar schoon gevormde
schouders. Ook haar gelaatstrekken,
waren begrensd door dezelfde regel
matige en eigenaardig afgeronde
lijnen, zij hadden dezelfde bleeke,
doch volstrekt niet ziekelijke ge
laatskleur dezelfde donkere wenk
brauwen en de lange zijdeachtige
wimpers. In één woord, zij geleken
volkomen op elkaar, een spel der
natuur, dat zelden voorkomt.
En toch was er nog een derde
persoon in de kamer, waarin men
de boven aangeduide trekken terug
vond. al sprongen die dan ook niet
zoo onmiddellijk in het oog. De
man. die naast een met kussens en
dekens voorzien rustbed, den arm
om een daarop liggende vrouw ge
strengeld op een leunstoel gezeten
sche alliantie, die zich tot dusver uit
sluitend tot Europa bepaalde,op zekere
bepaalde punten zal worden uitgebreid
tot de koloniale politiek.
NAAR DE MANOEUVRES.
Donderdagochtend om tien minuten
voor achten verliet de Czaar met Lou
bet het paleis te Compiègne. Hetzelf
de ceremonieel en dezelfde veiligheids
maatregelen werden genomen als den
vorigen dag. De Czarina zat in een
ander rijtuig. Langs den geheelen weg
tot aan het station van Reims uitte
het volk weer zijn geestdrift. Het weer
was opgeklaard.
Alle autoriteiten kwamen achtereen
volgens aan de halte van Tresnois
waar de keizerlijke trein zou stilhou
den, aan. Kurassiers vormden het ge
leide van den trein, die om tien minu
ten voor tienen aankwam. De Czarina
was in rouwgewaad, De Czaar droeg
de uniform van de garde-cavallerie.
De Russische souvereinen en de Pre
sident gingen de eerczaal door, waar
zij begroet werden door den prefect en
den gemeenteraad. De Czarina ging
met mevrouw Naritsjin in het. eene.
de Czaar met President Loubet in het
andere rijtuig zitten. De stoet zette
zich in beweging in de richting van
Bourgogne.
Vóór het déjeuner steeg de Keizer t«
paard en bezocht het manoeuvreterrein
Overal werd Z. M. ontvangen met de
kreten: Leve de Czaar! Leve Rusland!
Na van het eene regiment naai' iet
andere gereden te zijn voegde de Keizer
zich te 11 uur weer bij den stoet.
HET DEJEUNER.
Aan het i-'u'-u' r bracht President
Loubet een toost uit. waarin hij dronk
op den Czaar en de Czarin en ton slotte
op den roem van het Russische leger,
dat met het Fransche vereenigd is,
gelijk de Keizer te Chalons had ge
zegd, door een diep gevoel van wapen
broederschap.
Na den toast van Loubet speelde de
muziek het Russische volkslied. De
Czaar zeide in antwoord op Loubet's
dronk o.m.: Ik drink op het dappere
Fransche leger, op zijn roem en zijn
voorspoed^ en ik stel er prijs op het te
mogen beschouwen als den machtig
ste» steun van de beginselen van bil
lijkheid. waarop de algemeene orde,
de vrede en het welzijn der volkeren
berusten.
De muziek speelde daarop de Mar
seillaise en dan het Russische volks
lied. De stoet vertrekt vervolgens per
rijtuig naar
REIMS.
Te 5 uur kwamen het Russische kei
zerpaar en Loubet voor liet stadhuis
aldaar aan, dat versierd was met ti o-
peeën en de Russische e:> Fransche
vlaggen. Op het plein voor het stad
huis, waarop de toegang voor het ou-
bliek verboden was, stonden troepen
in carré opgesteld en brachten die mili
taire eerbewijzen. De burgemeester
ontving de Souvereinen en Pre
sident, welke zich vervolgens naar d'e
feestzaal in het stadhuis en naar de
kathedraal begaven. De burgemeester
hield een toespraak tot H.H. M.M. Hij
vroeg vervolgens verlof om den Czaar
eai zijne gemalin een kostbaar stuk uit
de bibliotheek te toonen: een evangelie
in de Slavische taal. De burgemees
ter bracht ook onder de oogen der Sou
vereinen een manuscript van het jaar
1049, dat betrekking heeft op het hu
welijk van Hendrik I met Anna van
Rusland. De Czaar beschouwde de stuk
ken met levendige belangstelling.
Te 5.15 verlieten H.H. M.M. en Lou
bet het stadhuis, vergezeld van den
burgemeester, den cern^-iipraad. se
natoren, afgevaardigden, enz., en be
gaven zich naar da kathedraal. Langs
den geheelen weg is een aanzienlijke
en geestdriftige menigte saamge-
stroomd, die onafgebroken toejuichin
gen deed liooren. De Czaar ••■roette her
haaldelijk. Kardinaal Langénieux
stond in het. portaal der kathedraal in
groot staatsiegewaad met de kanun
nik-. en geestelijkheid aan ziin zij
den. De kardinaal heette v' 1M.
pesident Loubet welkom en geleidde
hen in het schip der kerk en vervolgens
in de absida, waar zich merkwaardige
tapijtwerken bevinden. De kardinaal
toonde de relieken van het echte Kruis
en een Heilige doorn, die H.H. M.M.
in handen namen en bekeken. Te 5.45
verlieten de llooge gasten de
kathedraal weder en begaven zich
naar het station onder het gejuich der
menigte.
Te zes uur vertrok de trein die te 7
uur het station te Compicgne binnen
kwam. De souvereinen en Loubet be
gaven zich onmiddellijk naar het kas
teel. De bevolking werd met moeite in
bedwang gehouden en juichte de hooge
bezoekers met steeds aangroeiende
geestdrift toe.
was rad denzelfden vorm van hoofd,
dezelfde regelmatige trekken en
het. zwarte haar, dat voor een dieel
reeds met grijs was vermengd. Zijn
baard, die het door rimpels en vo
ren gegroefde gelaat als een krans
omgaf, was reeds bijna geheel
grijs. Zijn oogen. die dof stonden,
verhelderden zich toen hij snel op
staande, de binnentred enden tege
moet tnad en Lamprecht de hand
gevend, op hartelijken toon uitriep:
't Is z. vriendelijk van u, dok
ter om niettegenstaande de feestda
gen toch nog eens even te komen.
Wie zegt u, dat ik als dokter
kom antwoordde Lamprecht dien
handdruk beantwoordend en tevens
de tweelingen toeknikkend. Mag
ik mij niet meer hier als vriend
vertoornen en een kopje thee komien
drinken waarvan de eur mij zoo
verlokkend tegemoet komt?
Hij trad op Johanna toe en gaf
haar de hand, terwijl John on
hoorbaar op de teenen naar het le
ger van zijn moeder toeliep en zich
teeder over haar heen buigend naar
haar toestand vroeg.
Ik voel mij weer veel beter,
antwoordde de zieke met zachte
stem .terwijl zii zich een beetje,
op het Congres voor Zondagsrust
De Regeering erkende het in hare
Troonrede duidelijk en onomwonden:
„De bestaande Zondagswet eischt her
ziening"; H. M. de Koningin aan
vaardde het beschermvrouwschap van
het le Nat. Congres voor Zondagsrust,
dat thans in Den Haag gehouden
wordt, en Prins Hendrik 1-1 ;-.der-
dagmiddag door zijn tegenwoordigheid
op het Congres waarvan hij het
eere-voorzitterschap aanvaardde, even
als de ministers getoond dat de zaak
ook zijn volle sympathie heeft.
Dit alles te zamen genomen mogen
wij constateeren dat de zaak der Zon
dagsrust een flinke stap vooruit heeft
gedaan.
De foyer van het Gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen was Donder
dag overvol.
Opgemerkt werden de Kamerleden
Krap. Van By landt. Mackay Schim-
melpenninck van der Oye, De Savor-j
nin Lohman, de Commissaris der Ko
ningin in de provincie Zuid-Holland
mr, J. G. Patijn, prof. Fabius en an
dere personen van beteekenis.
Omstreeks negen uur verkondigde
een luid gejubel buiten de komst van
den Prins, die weldra hierop de zaal
binnenschreed, in marine-uniform,
gevolgd door de ministers van buiten-
landsche zaken, justitie en waterstaat,
den adjudant van den Prins en den
vertegenwoordiger van H. M. de Ko
ningin-Moeder.
Bij het binnentreden van den Prins
rezen allen van hunne zitplaatsen op
en hief een gemengd koor het Wilhel
mus aan.
Hierna hield de voorzitter \ai± het
Congres, prof. dr. S. D. van Veen,
hoogleeraar te Utrecht, de openings
rede, waaraan wij het volgende pnt-
leenen:
Den 16en October 1881 gaf nu wijlen
de hoogleeraar dr. C. P. Hofstede de
Groot den eersten stoot tot de oprich
ting onzer Vereeniging. Bijna twin
tig jaar bestaat zij nu, en met voldoe
ning mag zij zien op den arbeid, door
haar verricht.
Steeds stond de Vereeniging helder
voor oogen haar doel: „de volksover
tuiging te versterken aangaande het
hoog belang van Zondagsrust voor
ieder in het bijzonder, voor het huis
gezin en voor de maatschappij", en
te bewerken, dat de Zondag voor zoo-
velen mogelijk een rustdag kan zijn.
Als wij nu, na een twintig jarigen
arbeid, terugzien, dan moeten wij er
kennen, dat onze vereeniging haar doel
niet heeft gemist, al is het ook op verre
na nog niet geheel bereikt. Want er
is veel verbeterd. De volksovertuiging
aangaande het hoog belang van Zon
dagsrust is gewekt en wordt dagelijks
sterker, en spreekt dat steeds luider
uit. De Zondag is geworden en wordt
voor velen een rustdag. De Regeering
ia voorgegaan met op het gebied der
posterijen den Zondagsarbeid zooveel
mogelijk te beperken. In de meeste
fabrieken wordt niet meer gewerkt en
het aantal winkels, die des Zondags
sluiten, neemt toe. De pers begint ons
hoe langer hoe meer te steunen. De
verschillende politieke partijen schrij
ven nagenoeg alle Zondagsrust in hun
program. Tal van vereenigingen
helpen ons in het ijveren voor het
doel dat wij najagen. En ook in de
Tweede Kamer werd meermalen een
pleidooi gevoerd voor meer Zondags
rust., terwijl wij met dankbaarheid er
kennen, dat meer dan één minister in
den loop der jaren zich een warm
voorstander van Zondagsrust heeft
betoond.
Wie uwer echter meent, dat de taak
onzer vereeniging thans afgedaan is,
en dat wij verder deze zaak kunnen
overlaten, vergist zich deerlijk.
Wij mogen dus den strfjd, dien wij
nu twintig jaren voerden, niet opge
ven.
En dit mogen wij te minder doen, nu
het terrein van den strijd eenigszins
veranderd is. Tot nog toe streden wij
voor de verdrukten en beroofden, zon
der dat zij zeiven zich voor onzen
strijd warm maakten. Wij zochten
hun een rustdag te geven, waarom zij
zeiven niet vroegen en misschien ook
niet vragen durfden. Maar ook hierin
is verandering gekomen sinds wij be
gonnen zijn de volksovertuiging te be
werken- Thans verheffen de Zondags-
slaven zeiven hun stem en vereenigen
zij zich om in hun eigen belang en
dat hunner kinderen Zondagsrust te
vragen.
Wij zijn verzekerd, dat het vraag
stuk van Zondagsrust zijn oplossing
nadert. En om daaraan mede te wer-
hooger oprichtte, waarbij haar zoon
haar de behulpzame hand bood,
nu ik ze allen hier weer om mij
zie is het mij alsof ik niet ziek
meer ben. Haar grijze, onnatuurlij
ke groote oogen dwaalden met on
beschrijfelijke teederheid van de
een naar de ander der aanwezigen
in het vertrek en bleven eindelijk
op haar echtgenoot rusten.
Lamprecht trad op het ziekbed
toe en op een stoel daarnevens
plaats 'nemend, nam hij haar smal
le, witte, bijna doorzichtige hand
in die zürue eai sprak
Mevrouw, de uwen zijn veel
te bezorgd voor u en dat werkt niet
gunstig op uw toestand. Dat is ook
een van die redenen waarom ik u
naar het buitenland zend. Johanna,
die met u mee gaat, zal hoop ik
verstandig zijn. Met een klein hart-
gebrek, zooals u er een hebt, kan
men honderd jaar worden.
Mevrouw Langenbruch zag hem
dankbaar aan. Zijn uitspraak en
noc meer de uitdrukking van toe
genegenheid die op zijn gelaat te
lezen was, deden haar zichtbaar
goed. Het bleeke gelaat klaarde op
en Lamprecht werd getroffen dooi
de groote gelijkenis tusschen haar
ken en daartoe spoediger te komen,
hebben wij het wenschelijk geacht dit
Congres samen te roepen. Werkte onze
vereeniging tot heden in stilte, wij
achten nu den tijd gekomen ons meer
ei? dsn voorgrond te plaatsen, open
lijk en met kracht de zaak van Zon
dagsrust aan de orde te stellen en hier.
waar de zetel der Hooge Regeering is
gevestigd, door mannen wier naam
gezag heeft en wier woord £en kracht
is, de noodzakelijkheid te doen betoo-
gen van maatregelen, die leiden tot
bereiking van bet doel onzer vereeni
ging.
Wij staan op een zeer breeden grond
slag. Wij vragen, bij het zoeken naar
de oplossing van dit stuk der sociale
quaestie niet naar godsdienstige be
lijdenis, noch naar politieke richting,
noch naar maatschappelijke positie.
Gelijk -et al deze twintig jaren in onze
vereeniging en in het hoofdbestuur
daarvan geweest is, zoo is 't ook op
dit congres.
Het woord werd gevoerd door de hee-
ren: Prof. mr. J. Baron d'Auhv de
Bourouill, G. de Wijs oud-maioor van
het Indische leger en wethouder van
's-Gravenhage, ds. A. W Wijk.
Zwolle en dr. Schaepman. Op diens
rede komen wij nader terug.
Stadsnieuws
Haarlem, 29 Bepfc. 1901.
Arrondissements- Recht
bank te Haarlem.
Zitting van Donderdag 19 Sept. 1901.
Op 28 Mei 1.1., tijdens de kermis te
Purmerend, kreeg zekere J. J. Oude-
jans, te de Beemster woonachtig, in
het café van Droog ruzie met eenige
anderen. De dochter van den café
houder vreezende, dat daaruit geweld
dadigheden zouden voortspruiten, liep
ijlings naar de politie en weldra ver
schenen nu twee rijksveldwachters, die
Oudejans vermaanden te vertrekken.
Daar hij niet onmiddellijk en goed
schiks daaraan gevolg gaf, grepen de
dienaren van den Heiligen Herman
dad O. aan om hem nu met geweld
te verwij deren. Doch dit ging niet zoo
gemakkelijk, doordat ten eerste bekl.
zich tegen de verw::derin- verzette en
ten tweede doordat zijne kameraden
J. Kopjes en J- P. Boots, te hulp scho
ten en de rijksveldwachters bemoei
lijkten. Deswege hadden alle drie
zich heden te verantwoorden. I-Iet O.
M. vorderde terzake van wederspan
nigheid tegen elk hunner 14 dagen
gevangenisstraf.
De verdediger Mr. Kraakman, van
Zaandam, bestreed op juridische gron
den, dat de rijksveldwachters in de
rechtmatige uitoefening hunner bedie
ning waren.
Pleiter ontkende het recht van een
rijks-ambtenaar om iemand, die huis
vredebreuk, welke hier evenwel niet
eens ten laste is gelegd, pleegt, op
straat te^rengen. Deze moeten zij
voor den officier of hulp-officier van
justitie brengen, doch dit was geens
zins bet plan der rijksveldwachters.
Alleen wanneer de openbare orde door
bekl. verstoord was, hadden de veld
wachters het recht gehad hem aan te
grijpen. Nu niet. Pleiter vroeg dan
ook ontslag van rechtsvervolging oor
de drie beklaagden.
D. Brandenburg, te Zaandam, was
tegen het vonnis van den kantonrech
ter aldaar, waarbij hij wegens het
mededoen aan samenscholingen hij
de laatste werkstaking veroordeeld
werd tot 6 dagen hechtenis, in appèl
gekomen en zoodoende diende de zaak
heden voor de Haarlem sche rechtbank.
Het O. M. eischte bevestiging van het
vonnis.
De verdediger Mr. Philipse van Am
sterdam, pleitte ontslag van rechts
vervolging, op grond dat bekl. alleen
stond te praten, niet éénmaal is ge
sommeerd, zich niet aan samenscho
ling heeft schuldig gemaakt, en geens
zins gehandeld heeft in strijd met de
proclamatie. Daarbij had volgens plei
ter de burgemeester de gemeentewet
overtreden en was de proclamatie on
geldig, omdat ze niet alleen voor de
inwoners van Zaandam maar in 't al
gemeen was opgesteld.
Uitspraak over 8 dagen.
Uitspraken.
1- A. van Bruggen, hsv. v. H. C. v.
Biel, bierhuishoudster te Haarlem ap
pel kantongerecht Haarlem, drank
wetovertreding, f 60 boete of 20 da
gen hechtenis.
2. A. M. Zegwaard, naaister te Zand-
voort, diefstal, f 15 boete of 10 dagen
hechtenis.
3. A. J. Guldemond, bloemist te
Heemstede, 8 dagen gevangenisstraf,
met vrijspraak van het meerdere.
4. R. Smit, scheepsjager, te Haar
lemmermeer, opzettelijke vernieling,
5. P. Hoede, los werkman, te West-
zaan, wederspannigheid, 10 dagen ge
vangenisstrafi
en haar dochter Johanna, die juist
nader was getreden om hem en
haar moeder een kop thee aan te
bieden.
Merkwaardig, dacht hij, in de
thee roerend, de oudste dochter
is het evenbeeld van haar moeder,
de tweelingen gelijken op hun va
der en John heeft geen enkelen
trek met hen gemeen. Men zou
kunnen gelooven, dat hij niet tot
de familie behoorde.
Wat zegt u? vroeg hij, want
hij bemerkte, uit zijn gepeins ont
wakend, dat Langenbruch een
vraag tot hem had gericht, waar
van hij den zin niet had verstaan.
Ik vraag u, herhaalde hij,
of u werkelijk van meening bent,
dat mijn vrouw direct na Nieuw
jaar in staat zal zijn om op reis te
gaan.
Zeker, u kunt gerust alle voor
bereidende maatregelen nemen,
antwoordde de dokter zonder aarze
len. maar voegde er beperkend aan
toe, tenzij mevrouw Langen
bruch zelf de reis nog zou willen
uitstellen.
Waarom zou zij dat doen
vroeg Langenbruch verwonderd
ziin vrouw antwoordde
6. M. Bak, kooienmaker, te Krom
menie, wederspanningheid, 5 dagen ge
vangenisstraf.
7. M. de Widfc hittenverhuurder, te
Zandvoort, mishandeling, 3 boete of
3 dagen hechtenis.
8. A. I. Derks en J. van Klees, zon
der beroep, te Haarlem,, diefstal, 2 p.
met oord. des onderscheids, 3 weken
gevangenisstraf.
9. G. de Braber, zonder beroep, te
Haarlem, oplichting, bij verstek 6 we
ken gevangenisstraf.
10. J. A. Mentjox, opperman te Haar
lem opz. vernieling f 5 boete of 5 da
gen hechtenis met vrijspraak van het
meerdere.
11 C. Schrama. tapper te Hillegom,
mishandeling 10 boete of 5 dagen
hechtenis, met vrijspraak van het
meerdere.
A. Terol en A. Koper, arbeiders
te Zandvoort, wederspannigheid bij
verstek ieder 3 dagen gev.-straf.
13. J. Koelemeij, arbeider te Beem
ster, wederspannigheid en opruiing 5
dagen gevangenisstraf.
14. TV. van Koperer, loopjongen te
«v0, diefstal, 6 weken gev.-straf.
15. K. de Dood, arbeider te Oostzaan.
strooperij door middel van een vaar
tuig f 3 boete of 3 dagen gev.-straf.
Protestmeeting
We leve" ?n den tijd der verteede
ring des harten heeft niemand minder
dan Pierson gezegd, en zoo dan
is zeer zeker gisterenavond dit woord
van pas geweest.
We leven in den tijd der verteede-
ring des harten, in den tijd, dat een
groote verteedering als een blijde, vio
lette nevel hangt over de gansche we
reld en dat immers groot en machtig
wordt het gevoel van mededingen voor
al wat lijdt en gedrukt is in zware
bekommernisse, immens groot liet
medegevoel, wanneer het recht wordt
vertrapt, en het onrecht met brutaal
geweld ten troon verheven.
De tijd der verteedering des harten
maar ook... van den gloeienden toorn,
die het harte zet in vuur en vlam.
De wolf uit het sprooki" die het lam
de gansche rivier langs verjoeg, on
der leugenachtige beweringen en ver
slond, leeft nog.
En steeds brutaler, driester, onbe
schaamder en schurkachtiger komt de
gemeene wolfsnatuur in het licht van
de openbare meaning.
En zoo zijn de harten verteederd
niet alleen van inededoogen, maar ook
in gloeiende vlammen laait de veront-
waardigin nr> en we achten ons, hoe
stam end de klanken ook mogen zijn
in vergelijking van het schreeuwende
onrecht, dat over de wereld schrijnt in
gillende snerpklanken, tot protestee
ren, tot spontaan getuigen, verplicht.
Maar er gaat van zulk een protest een
warmte van vloed uit, een groote tril
ling van één- en samenvoelen met de
stamverwanten, d>n strijden hun vrij-
heid^Mjd >n hot verre Transvaal.
Haarlem, het illustre voorbeeld van
andere steden volgend, heeft ook zijn
protest-vergaderiïic gehouden.
Gisteren avond om acht uur in de
groote zaal van „De Vereeniging"
stroomde het toe, al maar toe in dich
te drommen.
In den mooien herfstavond, lang
voor het uur van opening waren ze
opgegaan, de duizenden bij duizenden,
naar de plaats, waar het. protest tegen
Kitchener's beulen-proclamatie zou
klinken in woord en zantr
De groote zaal was stampvol, en
ook de galerij.
De zaal was feestelijk versierd. Voor
het podium een smaakvolle groenver-
siering, evenals op het podium, waar
de bestuurstafel stond tusschen gr oen
versieringen. rondom de busten van
onze Koningin en Paul Kruger.
De Koninklijke liedertafel ..Zangen
Vriendschap" betrad het. eerst liet po
dium. Krachtig, forsch en tig klonk
het i'st het aloude Wilhelmus door
de zaa], staande aangehoord door al
len. En toen... en toen het Transvaal-
sche volkslied. Het volkslied, waaron
der de helden ten stride trekken tegen
hun overweldigers, die het volkenrecht
met voeten treden
Het volkslied, waaronder zij strij
den en overwinnen waaronder ze ook
te lijden cn ontberen weten, dat /.e
stervend nog hun kinderen met den
ganschen ernst van hun volksaard toe
roepen: „Dat vrije volk ziin wij."...
„Zang en Vr; dschap" zong het
volkslied zooals deze Koninklijke lie
dertafel dat vermr -' en een trilling
voer door de zaal als een electrische
schok.
Staande hoorde men dit eerbiedwaar
dige lied uuu, en diep tot het harte
spraken de zang en de woorden en
op de tonen der mooie melodie van
Ik zou natuurlijk het aller
liefst thuis blijven bij mijn man
en kinderen, maar als u een verblijf
in 't Zuiden voor mij noodig acht...
Ik houdt dat voor zeer noodig
viel Lamprecht haar in de rede.'
Dan zou ik niet weten waar
om ik de reis zou moeten uitstellen
Nu, ik dacht het zoo, omdat
den 31 en December de senatorsver-
kiezing plaats heeft, antwoordde
Lamprecht met een sluw lachje
Mevrouw Langenbruch liet een
zacht „Hal" hoore.n terwijl haar
man met voorgewende onverschil
ligheid sprakWat heeft die
verkiezing nu met de reis van mijn
vrouw te maken?
Doe niet alsof u dat niet be
grijpt. mijnheer Langenbruch, ant
woordde de dokter met een glim
lach, u weet evengoed als ik op
wien de keuze zal vallen.
Dat is nog zoo heel zeker niet,
de wijnhandelaar Braunlich heeft
een sterken aanhang, merkte John,
zich in het gesprek mengend, op.
(Wordt vervolgd.)