Tweede Blad, GEMEENTERAAD. "S?hS?xnCENK WILLINK bestrijdt Het geheim vau den Senator. behoorende bij „Haarlem's Dagblad" van Yrydag 27 September 1901. No5597 Vergadering van den Raad meente op Woensdag SS Septemne 1901 des namiddags ten hall Voorzitter de Burgemeester. de^fnttrSM^fn BillVe0heeer HUGENHOLTZ voelt genoodzaakt om de fïïï'uS weken geleden B0h°,uden'n^i^n en der politie, te moeten voortzetten e stelt do motie van orde: De raad ge hoord de discussies omt™ K J£> rata»ras: spreekt het oordeel uit dot de burg» meester afs hoofd der poiiüe z^n teak verkeerd heelt opgevat en gaat over t0tDf ^MIXTeS weënseht dat de raad beslisse of deze motie thans een nunt van beraadslaging zal uitmaken. P De heer HUGENHOLTZ meert dat art 15 van liet reglement yan orde m deze zeer duidelijk spreekt en de mo tie in behandeling dient te worden ge- "°DeCheer VAN STYRUM gelooft dat we hier te doen hebben met art. 16 en dat de vergadering dient te beslissen, ongezien hget ondeïwerp vreemd is aan dp orde van den dag. De heer HUGENHOLTZ betwist dat art 16 hier geldig is. Er is hier geen sprake van een voorstel doch van een De" VOORZ.8'stelt voor deze motie uit te stellen tot een volgende verga- Cl,?\'nn genomen met 5 stemmen tegen, die van de heeren Modoo, Groot, Hof- land. Hugenholtz en De Braai. Mededeeiingen. en Ingekomen Stuk ga. dat is gesteld in Handle®! a® B. én W. om advies lo De rekening en verantwoor ding aan de Stads-Bank van Lee rling dienst 1900/01. qiohw 2o. een schrijven van H. Slobber om de straat en die' rooilijn aan te geven voor den bouw van tw-e woonhuizen op een der P^ceeien van een projectstraat aan den Zij 1- W|o. een adres van, «Je ^™ee'i.e- werkliedeJivereemging „die G°eue Verwachting" om het uurloon vcm d;e werklieden bij de gemeente-, ei- ni!m6de'bSSSSSV hel Barba- Vereeniging van Industrieelen Kooplieden hetreffen«Je bouwkun- de en aanverwante vakken, omJh de bestekken bepalingen op te ne men dat werkstakingen ïni som Sfw gevallen ter beooraeehng van B en W. t'p beschouwen zijn als overmacht (force majeure). Go een adres van mej. S. van Kluiiven om haar met ingang van o k eervol ontslag te verieenen als leerares aan de Meis- ^T.&Vadres van'de weduwe D. B-raakenburg om pensioen, 'h rlat is ingekomen", lo de onlwerp-begroo ting dier ge- meente «Jienst 1902, welk stuk naar T afdeelingen zal worden geaon- d°2o. een schrijven van d'e Vereenn ging tot Verhooging van s Lanus Weerbaarheid „Voor en Koning" houdende dankbetm ging voor het verleende suhsidm 3o. een schrijven van H. H. Ma£ thijssen dankbetuigenite voor het hem verleende pensioen. 4o. een schrijven van den h«r J- Sabelis mededoelendie dai hij zij nt benoeming tot üd van verschil lende commissiën aanneemt 5o een voorstel van den heen. J. Groot, inzake brandverzekering van gemeentegebouwen 6o een. voorstel van dien.MewM- de Braai om B. en W- uit te gen voorstellen te doen tot var fin- van de huurprijzen-' van in huur uitgegeven gronden- 7o. een schrijven van den heer R W P. deVries Jr: waarbij ïnheh tineen gegeven worden omtrent t onder »jn toezicht gemaakt» teeke- kc-ningen en strekkende tot ondem van zijne sollicitaUevoorj leeraar aan de Burger Avondschool. 8o. eon schrijven vanj die® heer G. J. H. Kerkhof, van dleaedfdie strekking. c. dat met ingang van 1 October e. k- op zijn verzoek eervol ontslag is verleend! als klerk ter gemeente secretarie aan J. F. Cramer. d. dat door den Commissaris dier Koningin in N.-H. tot buitenge woon gemeen te-veldwach ter is be noemd C. van de Veldt, agent van politie 3de klasse. e. lo. een schrijven va® Ged. St. der provincie N.-H. ten geleide van het door hen goedgekeurde raads besluit van 21 Aug. jl. No- 11, in zake de ruiling van eene schilderij 2o. een schrijven van dezelfden ter geleidfe van het door hen goedL gekeurde le supplet. kohier dienst 1901. De heer E. L. Brouwer verzoekt eer vol ontslag uit zijne betrekking van leeraar aan de Burgeravondschool. Mej. A. Ch. P. v. d. Voort, onderwij zeres le klasse aan de kostelooze school letter B. verzoekt met 1 Decem ber eervol ontslag als zoodanig. Wordt verleend. PUNT 2. De heer L. Modoo, van oor deel, dat er geen enkele reden is om de regeling van het aantal, den rang en de bezoldiging der bedien den werkzaam op het kantoor van den gemeente-ontvanger over le la ten aan dezen ambtenaar en te ont trekken aan den raad, stelt aan den Raad voor B. en W. uit te noodi- gen zoo spoedig mogelijk een rege ling te dezen opzichte te ontwerpen. B. en W. hebben bereids aan deze uifcnoodiging voldaan en een veror dening ontworpen, waarin o. a. be paald wordt: Het personeel c.n het kantoor van den ontvanger bestaat uit de vol gende gemeente-ambtenaren: één commies; één adjunct-com- nues; en verde-r zooveel klerken als op voorstel van den ontvanger door den Raad zal worden bepaald. De jaarlijksche bezoldiging be draagt voor: den commies f 1300 tot 1700; den adjunct-commies f 850 tot f 1250; de klerken 350— f 800. Dit minimum wordt bij de kler ken verhoogd met f 75, nadat zij gedurende twee jaren in dienself den rang hebben gediend en zoo vervolgens, telkens na verloop van twee jaren met f 75, totdat hot ma ximum, aan den rang verbonden, bereikt i? met dien verstande, dat indien de aanstelling in den loop van een dienstjaar is ingegaan, de twee jaren worden gerekend te zijn aangevangen op 1 Januari van hot daarop volgende jaar. Hetzelfde verhoogingsstelsel geldt voor de andere ambtenaren:, met dien verstande, dat daarbij drie' ja ren in plaats van twee jaren en /100 in plaats van f 75 treedt. De heer L. Modoo stelt eenige amen dementen voor op dit voorstel. De amendementen luiden: A. Art. 4. De ontvanger benoemt, schorst, bevordert en ontslaat de amb tenaren te zijnen kantore in overleg met, en onder goedkeuring van B. en W Hij regelt de werkzaamheden van zijn personeel en blijft voor zijn per soneel aansprakelijk. In art. 3 te schrappen: „De ontvan ger is echter, mits blijvende binnen het door den Raad toegestaan bedrag, bevoegd indien naar zijn oordeel liet belang van den dienst zulks vordert, onder goedkeuring van B. en W. van dezen regel af te wijken". Art. 7 te lezen: De ontvanger heeft het recht in overleg met B. en W. van zijn personeel een borgstelling te vor deren. Art. 8 te schrappen. Door de heeren Hofland, Hugenholtz, Modoo en Groot is een amendement ingediend op art. 4, om de verhoogin gen van het vorig ax*tikel niet te ver- feenen, wanneer B. en W., den ont vanger gehoord, ernstige grieven heb ben over de wijze, waarop het ambt is waargenomen. De heer Laane verschijnt ter verga dering. De heer MODOO meent dat de groote vrijheid aan den ontvanger gelaten, volgens de ingediende verordening door B. en W. den toestand niet veel doet veranderen en daarom heeft hij zijn amendementen ingediend. liij erkent wel de groote verantwoordelijk heid van den gemeente-ontvanger, doch wil de touwtjes laten bij B. en W. en den raad. De heer KRUSEMAN meent dat de verantwoordelijkheid van den ontvan ger ongerept moet blijven en dat die door het amendement van den heer Modoo wel eenigszins afbreuk wordt gedaan. Spreker wijst op meeningsverschil- ^.r^f/e^rtn^fvoÓr- geDe'heer MODOO wit niet de waarde der bezwaren door den wethouder van 'mancl1"1:?S Sat dé doch acht het niet wenscheiijk da^d eene gemeente-ambtenaar volkomen is overgeleverd aan den anderen ge meente-ambtenaar. het De heer STOLP hoopt niet dat het amendement van den heerMociootal worden aangenomen. Gn in de verhouding van den gemeente ontvanger tot zijn ondergc^hikien. dan verzwakt dit de verantwoord b'DW, heer at het bezwaar van den wetJ°J?frdoor financiën ondervangen wordt door art. 7 der verordening, hlijkens w el artikel de ambtenaren een waar nor g S°De Hee^MODOO bestrijdt de bewe ring van den lieer Sinln. dat de amb- tenaren zich steeds Ü"oe»!5ak"IS „p den raad. 1I.J wijst voor s op het salaris van den heer MaUhiiscn Jarenlang, in vergelijking met anderi gemeente-ambtenaren veel te 1 - reden is de onbekendheid van den ra. d met die salarieering Modoo Het amend van (Icn beer Moaoo wordt verworpen met 6 stemmen voor. die van de heeren Schram Modoo. Hugenholtz, Holland, Groot en De I!',\rt la, zooals bet door B. en VV. is voorgesteld, is aangenomen met b stemmen tegen, die ven de heeren Schram, Holland. Groot, de Braai. Hu genholtz en Modoo. Art. 5b aangenomen. Het amend, op art. 3 der verorden ng van den heer Modoo wordt vertedlgd op dezelfde gronden als het vorige deDe ^1eerSKRUSE"lAN 1vvil°aan bet amend.-Modoo tusscheu de w'oorden vordert en van voegen de woorden, onder goedkeuring van B. en vv. De heer MODOO trekt nu zijn amen. dement in, waarna art. 3 zonder sten j mine wordt aangenomen. Tiet amendement op art. 4 van den heer Hugenholtz c. s. wordt door den, heer Holland verdedigd. Het is dik wiils genoeg gebleken dat giootej afhankelijkheid yan den ambtenaar tot den onmiddellijken chef een on0e- '"Sflie^traSE^^rirgeen1 Ve?eeEVAnN LINDEN TOL zun bet heter vinden dat er stond: de ontvan ger B. en W. gehoord. De heer HUGENHOLTZ begrijpt met waarom de wethouder van financiën zulk een weifelachtige houding aan neemt. Wat kan er voor bezwaar Be staan tegen de lezing van bet artikel zooals Hugenholtz c. s. hebben voor- «resteld De macht moet blijven berus ten bij B. en W. Mogelijk zou nog een kleine wijziging kunnen worden voor gesteld, doch liet een ol het ander «lient te worden aangenomen na de vorige WDeSheer STOLP meent «iat dit volko men juist is. Dit moet logisch volgen op de wijziging van art. 3. De lieer SNELTJES zegt, dat do lieer Hugenholtz reeds zoo dikwijls op den voorgrond heeft gesteld: ik on partijgenooten. dat heeft luer Rei&n pas De VOORZITTER merkt op, dat dit buiten de orde is. De heer BIJVOET komt het voor, dat het best zou zijn art. 4 aldns te lezen, de verhoogingen van het vong artikel worden mits na goedkeuring door B. en W. enz., waartegen die voorstellers ook geen bezwaar hebben. De VOORZ. stc-lt voor de beraadsla- giDfheer TJEENK WILLINK vindt dit oogenblik niet gelukkig gekozen om de debatten te sluiten. De lieer HOFLAND neemt namens de voorstellers de wijziging van den heer Bijvoet over en licht de bedoeUpgnog eens toe. Voor den man, die door zijn chef voor salaris-verhooging gepas seerd wordt, moet beroep bestaan op B en W.. die de grieven bebben te on- dirzoekem Om meer rechtszekerheid te hebl,en voor de ambtenaren onto den gemeente-ontvanger wil men wij- ZiTief amendement Hugenholtz c. s. wordt nu ingetrokken aangezien de voorsteïcn de door den heer Bijvoet ontworpen wijziging hebben overgeno- men. De beer VAN DE KAMP wil liet voor stel van de voorstellers overnemen aangezien bij de redactie daarvan e fer vindt dan die van den heer Bijvoet n«a wiiziging van. den heel Bijvoet wordt aangenomen met 16 tegen 13 stemmen, die van de heeren Spoor Welsenaar, Snelt]es. Stolp. 1 Liol. de Braab Sabelis. v. S^rum N.euuen- huOijzen Kruseman, Kruseman, Am uier v d Kanijj, en v. Lennep. Art. 5 en 6 aangenomen zoudei stemming- Het amend, op art. 7 van den heer Modoo wordt door den voorsteller ver dedigd. De heer STOLP gaat niet mee met den hoer Modoo. De heer SCHRAM vindt de bepaling in art. 7 als door B. en W. voorgesteld te vaag. De heer KRUSEMAN bestrijdt de meening. De heer HUGENHOLTZ noemt liet allerzonderlingst, dat, waar anders een groot volgzaamheid van den raad voor het college van B. en W. blijki, de raad van dat college overal uit schijnt te willen houden, en vindt het meer dlemokratisch wanneer men B. en W. wil laten controleeren. De heer WILLINK zal voor het amen dement Modoo steramen. Het amendement wordt verworpen met 10 stemmen voor, die van de hee ren Groot, Modoo, Hofland, Hugen holtz, Schram, v. dL Kamp, van Thiel. Willink, de Braai en Lomeijer. Art. 7 wordt nu aangenomen. De heer MODOO verdedigt, bij ie bespreking van art. 8 zijn voorstel van dit te schrappen. Hij wenscht ook deze ambtenaars plaatsen op de lijst, ge hecht aan de pensioen-verordening. De heer KRUSEMAN acht dit niet gewenscht. De heer MODOO wenscht om de uni formiteit de leden op de pensioenlijst te plaatsen als door hem bedoeld. De heer KRUSEMAN blijft er bij dat men beter doet het voorstel B. en W. te handhaven. Hij gelooft dat de heer Modoo zijn eigen bedoeling beter bevordert door opneming van art. 8. De gemeente-ontvanger stelt bovendien deze ambtenaren aan. B. en W. d'.e van de gemeente-lichtfabrieken, waar over de heer Modoo het gehad heeft. De heer GROOT zal voor het artikel stemmen en ziet geen enkel bezwaar om het op te nenien. Het artikel wordt aangenomen met 3 stemmen tegen, die van de heeren Modoo. Hofland en Hugenholtz. Art. 9 wordt aangenomen en vervol gens de geheele verordening. PUNT 3. B. enW. stellen voor een veror dening, re.velenide de aanstelling van ambtenaren voor de gemeente- lichtfabrieken, waarin o. a. bepaald wordt Het personeel der gemeentelicht fabrieken bestaat uit a. een directeur, een onder-direc teur en een boekhouder. b. een scheikundige, een gasmees- ter, een opzichter voor de gemeen te en een machinist electricien. c. zooveel klerken, werklieden enz. als door B. en W. met het oo^ op den dienst wordt noodig geacht. De jaarwedde van den directeur wordt bij zijne in dienst tredlin, vastgesteld. De overige ambtenaren genieten de volgende jaarwedden lo. de onder-directeur van f 2000 tot ƒ2500, benevens genot van vrije woning, vuur en licht. 2o. di© boekhouder, van f 2000 "tot 2500. 3o. de scheikundige van f 1200 tot f 1500. '4o. d'e gasmeester van f 1200 tot f 1500, benevens genot van vrije woning, vuur en licht. 50'. de opzichter voor de gemeen te van 1500 tot f 1800. 6o. de machinïstaeLectrLcAem van f 1200 tot 1500, benevens genot van vrije woning, vuur en licht. Bij de aanstelling wordt als regel het minimum der bezoldiging toe gekend. Dit minimum wordt bij onder directeur en boekhouder telkens na verloop van 2 jaren met 100. verhoogd1 tot dat het maximum is bereikt: waarbij deeten van het ka lenderjaar niet worden medegere- kend. Hetzelfde verhoogingsstelsel geldt voor scheikundige, gasmees ter, opzichter voor de gemeente en machinist-electricien, met dien ver stande dat hun salaris telkens na 3 jaren met f 100 wordt verhoogd. In het. algemeen wenscht geen der leden het woord' over deze veror dening. a. zonder stemming aangenomen. Bij b. vraagt de hr. HUGENHOLTZ wat de werkkring zal zijn van den gem.-opzichter. Heeft hij regel recht technische werkzaamheden, dan kan hij door B. en W. worden aangesteld, doch heeft hij een an deren werkkring, dan behoort hij onder a em door den raad aange steld te worden- De heer NIEUWENHUIJZEN— KRUSEMAN omschrijft den werk kring. De functionaris is in hoofd zaak tusschen persoon tusschen fabriek, gemeente en publiek. Hij is in ieder gerval technisch ambte naar, die volgens den gedachten- gang van B. en W. thuis behoort in rubriek b. De heer HUGENHOLTZ wijst er nog 'eens op d'at zoodra do ambbe- naar toezicht heeft to houdlen op werklieden hij volgens het demo- kratisch deel van den raad behoort bij art. a. en maakt Hiervan een voorstel. Deze wijziging maakt een puntj van beraadslaging uit. De heer TJEENK WILLINK be grijpt het omhaal van den heer Hugenholtz niet, de gasmeester had er dan ook bij gehoord. De heer BIJVOET markt op dat indien de opzichter voor do ge meente naar rubriek a moot over gebracht worden, die functie in b dient te vervallen. In dezen geest wijzigt do heer HUGENHOLTZ zijn amend, en zegt, in antwoord op den' heer Tjeenk Willink, dat d'e gasmeester een zuiver technischen werkkring heeft en de opzichter van de ge meente- niet. De heer NIEUWENHUIJZEN— KRUSEMAN wil nog eens duidelijk maken dat de opzichter van de ge meente geroepen zal worden dan wanneer er eens iets mankeert aan de leiding b. v. en dus wel dogo- lijk een technisch man, niet bij voorkeur iemand diie het opzicht heeft over de werklui. Het amendementHugenholtz wordt verworpen met (5 stemm'en voor. die van de heeren Hugenholtz, Modoo, Hofland, Groot, Roog en de Braai. Art-, i en 2 der verordening wor den aangenomen. Bij art. 3 spreekt de heer HOF LAND er ziin verwondering over uit dat d'e lagere ambtenaren hier in niet genoemd worden. De heer N. KRUSEMAN verklaart dat volstrekt geen minachting voor de belangen der arbeiders heeft voorgeze ten, wier benoeming en salarieering nog nader zal worden geregeld. De salarissen worden nu goedge keurd zooals ze zijn voorgesteld, waarna art. 3, 4 en 5 worden aange nomen. Bij art. 6 merkt de lieer VAN DE KAMP op, dat hij zijn stem zal ver heffen tegen dit artikel. Waar b.v. een brugwachter verboden wordt een paar halve zolen te lappen, mag men deze! functionarissen niet toestaan een an der ambt waar te nemen. De heer N. KRUSEMAN verdedigt het art. Een dusdanig ambtenaar zou b.v. kunnen worden redacteur van een j vaktijdschrift, waarlegen geen bezwaar zou kunnen zijn. De heer v. d. KAMP blijft bij zijn meening dat een goed bezoldigd amb tenaar van de gemeente zijn gansche werkkracht alleen in dienst der ge meente moet stellen. De heer ROOG is het hiermede vol komen eens. De heer N. KRUSEMAN verdedigt het artikel en zegt dat het zelfs aan de fabriek ten goede komt, wanneer een functionaris redacteur van een vaktijdschrift is. De heer HUGENHOLTZ voelt wel eenige sympathie voor het voorstel Van de Kamp, vooral waar die de brugwachters noemt. Men moet luie ren en arbeiders niet met verschil len de maat meten. Spr. wil hij dit artikel invoegen het woord: bezoldigd vóór ambt." De heer GROOT verklaart het eens te zijn met het voorstel-Van de Kamp. Het, lijkt Spr. toe dat b.v. voor een redacteurschap van een vaktijdschrift veel te veel tijd zou worden ingeno men. De heer SPOOR vraagt of de heer d. Kamp het geheclo artikel wil schrappen of het wil amendeeren. De heer ROOG stelt een amende ment voor. dat niet wordt onder steund. Het amendement-Hugenholtz onbe zoldigd te plaatsen vóór ambt, wordt nu in bespreking gebracht. De heer STOLP is het eens met den lieer N. Kruseman en zal dus voor art. 6 stemmen en wil aan B. en W. de bevoegdheid laten. De heer VAN DE KAMP, voor de derde maal het woord verkrijgend, verklaart dat liet. zijn bedoeling niet was art. 6 te schrappen, doch 't laatste gedeelte te laten vervallen en aldus over te houden: geen der ambtenaren mag zonder toestemming van B. en W. een ander ambt bekleeden of eenige werk zaamheid verrichten. De heer HUGENHOLTZ trekt zijn amendement in. Het amend.-Van de Kamp wordt ver worpen met 10 stemmen voor, die van de heeren Groot. Roog, Welsenaar. Hugenholtz. de Braai. Modoo, Hof land, Winkler, Schram en v. <1. Kamp. De verordening wordt nu geheel aan genomen. R en W*stellen den Raad voor hen te machtigen den heer F. C. Brakel af te staan een strook grond, gelegen aan de Raamvest in ruil voor een strook grond, gelegen aan do verbindings straat. tusschen de Raamvest en de Gedempte Raamgracht onder voor waarde, dat de kosten op de overeen komst vallende, komen voor rekening van den heer F. C. Brakel. Wordt aangehouden. PUNT 5. Naar aanleiding van een inder tijd genomen raadsbesluit waarbij aan B. en W. werd opgedragen een plan te ontwerpen lot inrichting van de Statenzaal tot raadszaal en daarbij te voegen oen begrootiiig van kosten, hebben B. en W- thans aan die uitnoodiging- voldaan en bieden een plan tot ver bouwing van de staten zaal aan waarvan de kosten wor den geraamd op f 17.000, terwijl voor verdere inrichting en meubi leering daarenboven een bedrag van 4039 zal noodig zijn, zoodat de totale kosten 21.0 3 9.— zullen bedragen. B. en W. spreken daarbij echter d'e verwachting uit. dat betrekkelijk spoedig weer de behoefte zou ont staan aan verplaatsing, daar het bo- vengeraamde bedrag onvoldoende zal blijken om een raadzaal tè ver krijgen. welke aan de eischen door eene gemeente a!s Haarlem te stel len. beantwoordt. Zij geven den raad dan ook in overweging thans nog niet tot eenige verplaatsing over te gaan. doch dit onderwerp voorioopig onbeslist te laten. De heer TJEENK WILLINK zegt. dat het moeilijk is het iedereen naar den zin te maken, doch dat z. i. B. en W. het nu niemand naar den zin hebben gemaakt. Zooals door B. en W. nu als resul taat uitgebracht kan onmogelijk de op lossing zijn. Spr. gelooft, dat niemand met deze oplossing van de zaak te la ten zooals ze is vrede kan hebben. De heer DE BRAAL heeft tegen de nieuw aan te brengen ventilatie des tijds gestemd omdat hij het noodzake lijk achtte een betere zaal te krijgen. Spr. zal niet met het voorstel van B. en W. meegaan 0111 de liooge kosten. Den heer STOLP heeft ook het prae advies van B. en W. te leur gesteld. Hij schetst het onaangename van den toe stand in de tegenwoordige zaal. Spie- kor deelt liet bezwaar ten opzichte der Statenzaal, zooals B. en W. heboen uitgesproken, niet en wijst op de groote voordeden. De zaal is veel rui mer. wc krijgen een tribune, een lees kamer, een raadkamer enz. En dat al les voor 21000 gulden. In een afzienharen tijd) hebben we genoeg aan de nieuwe zaal. De lieer De Braai heeft maar 30 plaatsen geteld, doch waarschijnlijk vergeten de plaatsen voor B. on W., zooals spreker ook bij de eerste telling deed. Spreker hoopt van harte dat het voorstel zal worden aangenomen, om de Statenzaal voor raadzaal in te rich ten. De lieer DE BRAAL vraagt of het met zou kunnen dat de perstafel verplaatst werd, waardoor voor de journalisten meer ruimte en plaatsen zouden zijn. Spreker blijft bij zijn. idéé, dat hij een uitgave van f 21000 te groot vindt. De heer ROOG begrijpt, niet. hoe men beangst, kan zijn, dat de Statenzaal tc kiein is. waar toch 80 leden zijn. Snr. zou 't. echter onverantwoord vinden om aan die zaal zulk een groote som ten koste te leggen, vindlt het dan ook onverantwoordelijk van de commissie van bijstand om daartoe te advisaorja. en noemt hot een kunststuk van B. en W. om de zaak van de baan te schui ven. Spr. zal voor het voorstel van B. en W. stemmen, doch ontkent, dat d^, verbe tering van die zaal f 17000 kan kosten. De lieer HOFLAND noemt Uev met't oog op de gemeente-financién onver antwoordelijk voor een groo-e uitgaaf, ook zelfs van f 15000 te votasrwi voor een hetere raadzaal. De heer DE BREUK verdid'gt het voorstel B. en W. Dit collcgo memt ook dat men voor het geld met knjgt wat gewenscht is en zegt, dat de zaal waarin Prov. Staten vergaderen veel grooter is dan de raadzaal zou zijn, en dat de temperatuur door de ventilatie veel beter is geworden. B. en W. meenen, dat 21000 met te voel zou zijn. wonneer men een ver betering kreeg, die aan alle eischen voldoet Doch voor de voorgestelde verbetering is het toch niet tc veel. De heer ROOG vraagt nog eens als 17000 alleen voor de verbetering een liescheiden som is, wat. men dan ei genlijk hieronder verstaat. oor een som van circa vijfduizend gulden iu reeds heel veel te doen zijn. De heer TJEENK WILLINK stelt voor het voorstel te renvoy eer en aan B. en W., om een goedkooper plan uit te werken. Feuilleton. Naar het Duitsch van F. ARNEPELDT. 13) 't Is jammer dat ik mijn hond niet meegenomen heb, voegde hij er bij, ik heb hem thuis gela ten omdat ik bang was, dat hij u met zijn dartele sprosxsa op deji weekenmodderigen .grond hin&r- lijk zou kunnen, zijn- Want die hond1 heeft, het liik eigenlijk gevonden. Hij verhaalde nu, hoe hij op een koud'en, Octobermor.gen met zijn hond het bosch was ingegaan om maar de strikken te zien, die hij daags te voren voor lijsters had ge zet op een plaats, waar deze vogels zich veel ophielden. Er waren dan ook vele van deze vogels in de strikken verward geraakt e® ter wijl hij bezig was zijn buit daar uit- te nemen, en er zij® weitasch I mee te vullen, was hij door een zonderling gehuil, dat zijn hond liet hooren, daarin gestoord' gewor den. Hij had toen den hond' geroe pen en het beest was met hangend ooren, den staart tusschen de bee- nen en met te berge gerezen haren naar hem toe gekropen,, doch was onmiddellijk weer omgekeerd. Hij was den hond gevolgd en nu had hij een schouwspel te zien gekre gen, d'at ook hem de hare® te ber ge deed rijzen. Zoodra hij va® den eersten schrik hersteld was, had hij de lijsters in den steek latend, zich zoo spoedig mogelijk naar de, stad begeven e® mededeel ing ge daan van zijn ontdekking. En wanneer kwam de politie? vroeg Wilson, die opmerkzaam toe geluisterd had, doch als iemand die door het medegedeelde slechts oppervlakkig wordt getroffen. Na verloop van korten tijd. Er was weinig vast te stellen. De on gelukkige was bijna naakt uitge schud en wat de moordenaar hem gelaten had. was reeds zoo goed als vergaan. Men heeft hem spoe dig daarop begraven, hij ligt op het naaste dorpskerkhof. Er ontstond een kleine pauze.' Wilson huidie zich nog dichter in zijn mantel en drukte den hoed nog meer in de oogen. hij scheen van koude te huiveren. Heeft men dan niets bij liet lijk gevonden, dat uitsluitsel om trent de indèiititeit zou kunne® ge ven vroeg Wilson. Niets, in 't geheel niets; de moordenaar heeft zijn maatregelen goed genomen. Men zal niet goed gezocht hebben. Toch wel. Het was waarlijk niet alles om het lijk op te nemen, maar de politie^-beambte® ontzagen zich niet. De officier va® justitie pakte zoo waar zeLf miee aan, ik zou liet niet hebben kunnen doen- Schadler huiverde. En is er ook later niets voor den dag gekomen Neen, en or zal ook wel niets ontdekt worden, hoeveel moeite zich heit gerecht ook geeft. Voor een paar dagen heeft de oproeping weer in de couranten gestaan. Dat kan men nog niet weten. Men moest een belooning op de ontdekking van dem moordenaar stellen. Wie zou het geld daarvoor ge-1 ven. sprak de boschwachter, de schouders ophalendAls er bloed ve rwanten waren Die zal de vermoorde zeker wel hebben 't zal dus zaak zijn om die eerst op le sporen. Ik kan de gedachte echter maar niet uit het hoofd zetten, dat men niet goed heeft gezocht. Maar mijnheer Wilson, ik u toch dat het gerecht een onder zoek heeft ingesteld! riep Schadler uit, alsof hi.i zich persoonlijk ge krenkt gevoelde. Zoeken en zoeken is twee, lachte de Amerikaan. Gerechtsambtenaren hebben scherpe oogen. En zien toch zoo licht over iets heen. spotte Wilson. Het is bekend, dat een misdadiger, hoe slim hij het ook overlegt, toch al tijd iets over het hoofd ziet, dat juist tot zijn ontdekking kan lei den en als me® zulk een voorwerp, zulk een bewijsstuk niet vindt, dan ligt het aan de ongeschiktheid van hen. die met het onderzoek belast zijn. Mr. Wilson, u spreekt alsof... Alsof ik vakman was, viel hier de Amerikaan den. hosch-l wachter, die hem onderzoekend aankeek, lachend in die rede. Ja mijn waarde, bij ons bemoeit men zich met alles, wat het openbaie leven betreft, men kan nooit weten waartoe het nog dienstig kan zijn. Hij nam een houding aan, alsof hij reedis op het punt stond, om tot president van de Vereenigde Sta ten benoemd te worden. E® met zelfbewustzijn sprak hij Wie weet, als ik eens ging zoeken Dat meent ge toch niet, mr. Wilson, sprak Schadler afwerend', die bang was, dat de Amerikaan ook aan deze gril mocht toegeven. Wilson vervolgde echter op onver schilligen toon Och, de zaak gaat mij immers ook niet aan. Juist! sprak Schüdfler, 't zou toch ook maar vergeefsche moeite zijn, vooral als u bedenkt welk een lange tijd er reeds over verloopen is sedert de ma® moot zijn vermoord. Het berouwde hem onmiddteüijk, dat hij die laatste woorden had ge sproken, want de belangstelling van den wonderlijken Amerikaan werd daardoor opnieuw gewekt. O. tiidriep hij uit, het is wel voorgekomen, dat de bewijs stukken van een diergelijken moord veel langer in den schoot dier aar die verborgen zijn geweest, en toch weder voor den dag zijn gekomen. Ik zou waarlijk wel lust hebben om eens een onderzoek in te steh Icn. Maar de vorst zit nog in den grond bracht de boschwachter in het midden. Die is er immers reeds lang uit, sprak Wilson het scheen wel dat de argumenten van Schadler, om Wilson van zijn voornemen af te brengen hem nog meer prik kelden om een onderzoek op do plaats d'es onheils i® te stellen. Nu goed, maar wij hebben geen werktuigen bij ons. Laten wij maar eerst eens ter plaatóc zijn, dan zal ik u toonen dat ik ook daarop ingericht ben. Hij wees op een lange® dikken stok met een grooten knop waarop hij steunde. Willen we oon wed denschap aangaan? riep hij plotse ling uit. den boschwachter op den schouder klonoend. In zijn waardigheid gekrenkt, sprak de boschwachter: Mijn heer u vergist u. Mot. dergelijke

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5