Tweede Blad,
GEMEENTERAAD.
"S?hS?xnCENK WILLINK bestrijdt
Het geheim vau den
Senator.
behoorende bij
„Haarlem's Dagblad"
van
Yrydag 27 September 1901.
No5597
Vergadering van den Raad
meente op Woensdag SS Septemne
1901 des namiddags ten hall
Voorzitter de Burgemeester.
de^fnttrSM^fn
BillVe0heeer HUGENHOLTZ voelt
genoodzaakt om de fïïï'uS
weken geleden B0h°,uden'n^i^n en
der politie, te moeten voortzetten e
stelt do motie van orde: De raad ge
hoord de discussies omt™ K J£>
rata»ras:
spreekt het oordeel uit dot de burg»
meester afs hoofd der poiiüe z^n teak
verkeerd heelt opgevat en gaat over
t0tDf ^MIXTeS weënseht dat de
raad beslisse of deze motie thans een
nunt van beraadslaging zal uitmaken.
P De heer HUGENHOLTZ meert dat
art 15 van liet reglement yan orde m
deze zeer duidelijk spreekt en de mo
tie in behandeling dient te worden ge-
"°DeCheer VAN STYRUM gelooft dat
we hier te doen hebben met art. 16 en
dat de vergadering dient te beslissen,
ongezien hget ondeïwerp vreemd is aan
dp orde van den dag.
De heer HUGENHOLTZ betwist dat
art 16 hier geldig is. Er is hier geen
sprake van een voorstel doch van een
De" VOORZ.8'stelt voor deze motie
uit te stellen tot een volgende verga-
Cl,?\'nn genomen met 5 stemmen tegen,
die van de heeren Modoo, Groot, Hof-
land. Hugenholtz en De Braai.
Mededeeiingen. en Ingekomen Stuk
ga. dat is gesteld in Handle®! a®
B. én W. om advies
lo De rekening en verantwoor
ding aan de Stads-Bank van Lee
rling dienst 1900/01. qiohw
2o. een schrijven van H. Slobber
om de straat en die' rooilijn aan te
geven voor den bouw van tw-e
woonhuizen op een der P^ceeien
van een projectstraat aan den Zij 1-
W|o. een adres van, «Je ^™ee'i.e-
werkliedeJivereemging „die G°eue
Verwachting" om het uurloon vcm
d;e werklieden bij de gemeente-, ei-
ni!m6de'bSSSSSV hel Barba-
Vereeniging van Industrieelen
Kooplieden hetreffen«Je bouwkun-
de en aanverwante vakken, omJh
de bestekken bepalingen op te ne
men dat werkstakingen ïni som
Sfw gevallen ter beooraeehng van
B en W. t'p beschouwen zijn als
overmacht (force majeure).
Go een adres van mej. S. van
Kluiiven om haar met ingang van
o k eervol ontslag te
verieenen als leerares aan de Meis-
^T.&Vadres van'de weduwe D.
B-raakenburg om pensioen,
'h rlat is ingekomen",
lo de onlwerp-begroo ting dier ge-
meente «Jienst 1902, welk stuk naar
T afdeelingen zal worden geaon-
d°2o. een schrijven van d'e Vereenn
ging tot Verhooging van s Lanus
Weerbaarheid „Voor
en Koning" houdende dankbetm
ging voor het verleende suhsidm
3o. een schrijven van H. H. Ma£
thijssen dankbetuigenite voor het
hem verleende pensioen.
4o. een schrijven van den h«r J-
Sabelis mededoelendie dai hij zij
nt benoeming tot üd van verschil
lende commissiën aanneemt
5o een voorstel van den heen.
J. Groot, inzake brandverzekering
van gemeentegebouwen
6o een. voorstel van dien.MewM-
de Braai om B. en W- uit te
gen voorstellen te doen tot var
fin- van de huurprijzen-' van in
huur uitgegeven gronden-
7o. een schrijven van den heer
R W P. deVries Jr: waarbij ïnheh
tineen gegeven worden omtrent t
onder »jn toezicht gemaakt» teeke-
kc-ningen en strekkende tot ondem
van zijne sollicitaUevoorj
leeraar aan de Burger Avondschool.
8o. eon schrijven vanj die® heer
G. J. H. Kerkhof, van dleaedfdie
strekking.
c. dat met ingang van 1 October
e. k- op zijn verzoek eervol ontslag
is verleend! als klerk ter gemeente
secretarie aan J. F. Cramer.
d. dat door den Commissaris dier
Koningin in N.-H. tot buitenge
woon gemeen te-veldwach ter is be
noemd C. van de Veldt, agent van
politie 3de klasse.
e. lo. een schrijven va® Ged. St.
der provincie N.-H. ten geleide van
het door hen goedgekeurde raads
besluit van 21 Aug. jl. No- 11, in
zake de ruiling van eene schilderij
2o. een schrijven van dezelfden
ter geleidfe van het door hen goedL
gekeurde le supplet. kohier dienst
1901.
De heer E. L. Brouwer verzoekt eer
vol ontslag uit zijne betrekking van
leeraar aan de Burgeravondschool.
Mej. A. Ch. P. v. d. Voort, onderwij
zeres le klasse aan de kostelooze
school letter B. verzoekt met 1 Decem
ber eervol ontslag als zoodanig.
Wordt verleend.
PUNT 2.
De heer L. Modoo, van oor
deel, dat er geen enkele reden is
om de regeling van het aantal, den
rang en de bezoldiging der bedien
den werkzaam op het kantoor van
den gemeente-ontvanger over le la
ten aan dezen ambtenaar en te ont
trekken aan den raad, stelt aan den
Raad voor B. en W. uit te noodi-
gen zoo spoedig mogelijk een rege
ling te dezen opzichte te ontwerpen.
B. en W. hebben bereids aan deze
uifcnoodiging voldaan en een veror
dening ontworpen, waarin o. a. be
paald wordt:
Het personeel c.n het kantoor van
den ontvanger bestaat uit de vol
gende gemeente-ambtenaren:
één commies; één adjunct-com-
nues; en verde-r zooveel klerken als
op voorstel van den ontvanger door
den Raad zal worden bepaald.
De jaarlijksche bezoldiging be
draagt voor: den commies f 1300
tot 1700; den adjunct-commies
f 850 tot f 1250; de klerken 350—
f 800.
Dit minimum wordt bij de kler
ken verhoogd met f 75, nadat zij
gedurende twee jaren in dienself
den rang hebben gediend en zoo
vervolgens, telkens na verloop van
twee jaren met f 75, totdat hot ma
ximum, aan den rang verbonden,
bereikt i? met dien verstande, dat
indien de aanstelling in den loop
van een dienstjaar is ingegaan, de
twee jaren worden gerekend te zijn
aangevangen op 1 Januari van hot
daarop volgende jaar.
Hetzelfde verhoogingsstelsel geldt
voor de andere ambtenaren:, met
dien verstande, dat daarbij drie' ja
ren in plaats van twee jaren en /100
in plaats van f 75 treedt.
De heer L. Modoo stelt eenige amen
dementen voor op dit voorstel. De
amendementen luiden:
A. Art. 4. De ontvanger benoemt,
schorst, bevordert en ontslaat de amb
tenaren te zijnen kantore in overleg
met, en onder goedkeuring van B. en W
Hij regelt de werkzaamheden van
zijn personeel en blijft voor zijn per
soneel aansprakelijk.
In art. 3 te schrappen: „De ontvan
ger is echter, mits blijvende binnen
het door den Raad toegestaan bedrag,
bevoegd indien naar zijn oordeel liet
belang van den dienst zulks vordert,
onder goedkeuring van B. en W.
van dezen regel af te wijken".
Art. 7 te lezen: De ontvanger heeft
het recht in overleg met B. en W. van
zijn personeel een borgstelling te vor
deren.
Art. 8 te schrappen.
Door de heeren Hofland, Hugenholtz,
Modoo en Groot is een amendement
ingediend op art. 4, om de verhoogin
gen van het vorig ax*tikel niet te ver-
feenen, wanneer B. en W., den ont
vanger gehoord, ernstige grieven heb
ben over de wijze, waarop het ambt
is waargenomen.
De heer Laane verschijnt ter verga
dering.
De heer MODOO meent dat de groote
vrijheid aan den ontvanger gelaten,
volgens de ingediende verordening
door B. en W. den toestand niet veel
doet veranderen en daarom heeft hij
zijn amendementen ingediend. liij
erkent wel de groote verantwoordelijk
heid van den gemeente-ontvanger, doch
wil de touwtjes laten bij B. en W. en
den raad.
De heer KRUSEMAN meent dat de
verantwoordelijkheid van den ontvan
ger ongerept moet blijven en dat die
door het amendement van den heer
Modoo wel eenigszins afbreuk wordt
gedaan.
Spreker wijst op meeningsverschil-
^.r^f/e^rtn^fvoÓr-
geDe'heer MODOO wit niet
de waarde der bezwaren door den
wethouder van 'mancl1"1:?S Sat dé
doch acht het niet wenscheiijk da^d
eene gemeente-ambtenaar volkomen
is overgeleverd aan den anderen ge
meente-ambtenaar. het
De heer STOLP hoopt niet dat het
amendement van den heerMociootal
worden aangenomen. Gn
in de verhouding van den gemeente
ontvanger tot zijn ondergc^hikien.
dan verzwakt dit de verantwoord
b'DW, heer at
het bezwaar van den wetJ°J?frdoor
financiën ondervangen wordt door
art. 7 der verordening, hlijkens w el
artikel de ambtenaren een waar nor g
S°De Hee^MODOO bestrijdt de bewe
ring van den lieer Sinln. dat de amb-
tenaren zich steeds Ü"oe»!5ak"IS
„p den raad. 1I.J wijst voor s op het
salaris van den heer MaUhiiscn
Jarenlang, in vergelijking met anderi
gemeente-ambtenaren veel te 1 -
reden is de onbekendheid van den ra. d
met die salarieering Modoo
Het amend van (Icn beer Moaoo
wordt verworpen met 6 stemmen voor.
die van de heeren Schram Modoo.
Hugenholtz, Holland, Groot en De
I!',\rt la, zooals bet door B. en VV.
is voorgesteld, is aangenomen met b
stemmen tegen, die ven de heeren
Schram, Holland. Groot, de Braai. Hu
genholtz en Modoo.
Art. 5b aangenomen.
Het amend, op art. 3 der verorden ng
van den heer Modoo wordt vertedlgd
op dezelfde gronden als het vorige
deDe ^1eerSKRUSE"lAN 1vvil°aan bet
amend.-Modoo tusscheu de w'oorden
vordert en van voegen de woorden,
onder goedkeuring van B. en vv.
De heer MODOO trekt nu zijn amen.
dement in, waarna art. 3 zonder sten j
mine wordt aangenomen.
Tiet amendement op art. 4 van den
heer Hugenholtz c. s. wordt door den,
heer Holland verdedigd. Het is dik
wiils genoeg gebleken dat giootej
afhankelijkheid yan den ambtenaar
tot den onmiddellijken chef een on0e-
'"Sflie^traSE^^rirgeen1
Ve?eeEVAnN LINDEN TOL zun bet
heter vinden dat er stond: de ontvan
ger B. en W. gehoord.
De heer HUGENHOLTZ begrijpt met
waarom de wethouder van financiën
zulk een weifelachtige houding aan
neemt. Wat kan er voor bezwaar Be
staan tegen de lezing van bet artikel
zooals Hugenholtz c. s. hebben voor-
«resteld De macht moet blijven berus
ten bij B. en W. Mogelijk zou nog een
kleine wijziging kunnen worden voor
gesteld, doch liet een ol het ander «lient
te worden aangenomen na de vorige
WDeSheer STOLP meent «iat dit volko
men juist is. Dit moet logisch volgen
op de wijziging van art. 3.
De lieer SNELTJES zegt, dat do lieer
Hugenholtz reeds zoo dikwijls op den
voorgrond heeft gesteld: ik on
partijgenooten. dat heeft luer Rei&n pas
De VOORZITTER merkt op, dat dit
buiten de orde is.
De heer BIJVOET komt het voor, dat
het best zou zijn art. 4 aldns te lezen,
de verhoogingen van het vong artikel
worden mits na goedkeuring door B.
en W. enz., waartegen die voorstellers
ook geen bezwaar hebben.
De VOORZ. stc-lt voor de beraadsla-
giDfheer TJEENK WILLINK vindt
dit oogenblik niet gelukkig gekozen om
de debatten te sluiten.
De lieer HOFLAND neemt namens de
voorstellers de wijziging van den heer
Bijvoet over en licht de bedoeUpgnog
eens toe. Voor den man, die door zijn
chef voor salaris-verhooging gepas
seerd wordt, moet beroep bestaan op
B en W.. die de grieven bebben te on-
dirzoekem Om meer rechtszekerheid
te hebl,en voor de ambtenaren onto
den gemeente-ontvanger wil men wij-
ZiTief amendement Hugenholtz c. s.
wordt nu ingetrokken aangezien de
voorsteïcn de door den heer Bijvoet
ontworpen wijziging hebben overgeno-
men.
De beer VAN DE KAMP wil liet voor
stel van de voorstellers overnemen
aangezien bij de redactie daarvan e
fer vindt dan die van den heer Bijvoet
n«a wiiziging van. den heel Bijvoet
wordt aangenomen met 16 tegen 13
stemmen, die van de heeren Spoor
Welsenaar, Snelt]es. Stolp. 1 Liol.
de Braab Sabelis. v. S^rum N.euuen-
huOijzen Kruseman, Kruseman, Am
uier v d Kanijj, en v. Lennep.
Art. 5 en 6 aangenomen zoudei
stemming-
Het amend, op art. 7 van den heer
Modoo wordt door den voorsteller ver
dedigd.
De heer STOLP gaat niet mee met
den hoer Modoo.
De heer SCHRAM vindt de bepaling
in art. 7 als door B. en W. voorgesteld
te vaag.
De heer KRUSEMAN bestrijdt de
meening.
De heer HUGENHOLTZ noemt liet
allerzonderlingst, dat, waar anders
een groot volgzaamheid van den raad
voor het college van B. en W. blijki,
de raad van dat college overal uit
schijnt te willen houden, en vindt het
meer dlemokratisch wanneer men B.
en W. wil laten controleeren.
De heer WILLINK zal voor het amen
dement Modoo steramen.
Het amendement wordt verworpen
met 10 stemmen voor, die van de hee
ren Groot, Modoo, Hofland, Hugen
holtz, Schram, v. dL Kamp, van Thiel.
Willink, de Braai en Lomeijer.
Art. 7 wordt nu aangenomen.
De heer MODOO verdedigt, bij ie
bespreking van art. 8 zijn voorstel van
dit te schrappen. Hij wenscht ook deze
ambtenaars plaatsen op de lijst, ge
hecht aan de pensioen-verordening.
De heer KRUSEMAN acht dit niet
gewenscht.
De heer MODOO wenscht om de uni
formiteit de leden op de pensioenlijst
te plaatsen als door hem bedoeld.
De heer KRUSEMAN blijft er bij
dat men beter doet het voorstel B. en
W. te handhaven. Hij gelooft dat de
heer Modoo zijn eigen bedoeling beter
bevordert door opneming van art. 8.
De gemeente-ontvanger stelt bovendien
deze ambtenaren aan. B. en W. d'.e
van de gemeente-lichtfabrieken, waar
over de heer Modoo het gehad heeft.
De heer GROOT zal voor het artikel
stemmen en ziet geen enkel bezwaar
om het op te nenien.
Het artikel wordt aangenomen met
3 stemmen tegen, die van de heeren
Modoo. Hofland en Hugenholtz.
Art. 9 wordt aangenomen en vervol
gens de geheele verordening.
PUNT 3.
B. enW. stellen voor een veror
dening, re.velenide de aanstelling
van ambtenaren voor de gemeente-
lichtfabrieken, waarin o. a. bepaald
wordt
Het personeel der gemeentelicht
fabrieken bestaat uit
a. een directeur, een onder-direc
teur en een boekhouder.
b. een scheikundige, een gasmees-
ter, een opzichter voor de gemeen
te en een machinist electricien.
c. zooveel klerken, werklieden
enz. als door B. en W. met het oo^
op den dienst wordt noodig geacht.
De jaarwedde van den directeur
wordt bij zijne in dienst tredlin,
vastgesteld.
De overige ambtenaren genieten
de volgende jaarwedden
lo. de onder-directeur van f 2000
tot ƒ2500, benevens genot van vrije
woning, vuur en licht.
2o. di© boekhouder, van f 2000 "tot
2500.
3o. de scheikundige van f 1200
tot f 1500.
'4o. d'e gasmeester van f 1200 tot
f 1500, benevens genot van vrije
woning, vuur en licht.
50'. de opzichter voor de gemeen
te van 1500 tot f 1800.
6o. de machinïstaeLectrLcAem van
f 1200 tot 1500, benevens genot
van vrije woning, vuur en licht.
Bij de aanstelling wordt als regel
het minimum der bezoldiging toe
gekend.
Dit minimum wordt bij onder
directeur en boekhouder telkens
na verloop van 2 jaren met 100.
verhoogd1 tot dat het maximum is
bereikt: waarbij deeten van het ka
lenderjaar niet worden medegere-
kend. Hetzelfde verhoogingsstelsel
geldt voor scheikundige, gasmees
ter, opzichter voor de gemeente en
machinist-electricien, met dien ver
stande dat hun salaris telkens na 3
jaren met f 100 wordt verhoogd.
In het. algemeen wenscht geen der
leden het woord' over deze veror
dening.
a. zonder stemming aangenomen.
Bij b. vraagt de hr. HUGENHOLTZ
wat de werkkring zal zijn van den
gem.-opzichter. Heeft hij regel
recht technische werkzaamheden,
dan kan hij door B. en W. worden
aangesteld, doch heeft hij een an
deren werkkring, dan behoort hij
onder a em door den raad aange
steld te worden-
De heer NIEUWENHUIJZEN—
KRUSEMAN omschrijft den werk
kring. De functionaris is in hoofd
zaak tusschen persoon tusschen
fabriek, gemeente en publiek. Hij
is in ieder gerval technisch ambte
naar, die volgens den gedachten-
gang van B. en W. thuis behoort
in rubriek b.
De heer HUGENHOLTZ wijst er
nog 'eens op d'at zoodra do ambbe-
naar toezicht heeft to houdlen op
werklieden hij volgens het demo-
kratisch deel van den raad behoort
bij art. a. en maakt Hiervan een
voorstel.
Deze wijziging maakt een puntj
van beraadslaging uit.
De heer TJEENK WILLINK be
grijpt het omhaal van den heer
Hugenholtz niet, de gasmeester had
er dan ook bij gehoord.
De heer BIJVOET markt op dat
indien de opzichter voor do ge
meente naar rubriek a moot over
gebracht worden, die functie in b
dient te vervallen.
In dezen geest wijzigt do heer
HUGENHOLTZ zijn amend, en
zegt, in antwoord op den' heer
Tjeenk Willink, dat d'e gasmeester
een zuiver technischen werkkring
heeft en de opzichter van de ge
meente- niet.
De heer NIEUWENHUIJZEN—
KRUSEMAN wil nog eens duidelijk
maken dat de opzichter van de ge
meente geroepen zal worden dan
wanneer er eens iets mankeert aan
de leiding b. v. en dus wel dogo-
lijk een technisch man, niet bij
voorkeur iemand diie het opzicht
heeft over de werklui.
Het amendementHugenholtz
wordt verworpen met (5 stemm'en
voor. die van de heeren Hugenholtz,
Modoo, Hofland, Groot, Roog en
de Braai.
Art-, i en 2 der verordening wor
den aangenomen.
Bij art. 3 spreekt de heer HOF
LAND er ziin verwondering over
uit dat d'e lagere ambtenaren hier
in niet genoemd worden.
De heer N. KRUSEMAN verklaart
dat volstrekt geen minachting voor de
belangen der arbeiders heeft voorgeze
ten, wier benoeming en salarieering
nog nader zal worden geregeld.
De salarissen worden nu goedge
keurd zooals ze zijn voorgesteld,
waarna art. 3, 4 en 5 worden aange
nomen.
Bij art. 6 merkt de lieer VAN DE
KAMP op, dat hij zijn stem zal ver
heffen tegen dit artikel. Waar b.v. een
brugwachter verboden wordt een paar
halve zolen te lappen, mag men deze!
functionarissen niet toestaan een an
der ambt waar te nemen.
De heer N. KRUSEMAN verdedigt
het art. Een dusdanig ambtenaar zou
b.v. kunnen worden redacteur van een j
vaktijdschrift, waarlegen geen bezwaar
zou kunnen zijn.
De heer v. d. KAMP blijft bij zijn
meening dat een goed bezoldigd amb
tenaar van de gemeente zijn gansche
werkkracht alleen in dienst der ge
meente moet stellen.
De heer ROOG is het hiermede vol
komen eens.
De heer N. KRUSEMAN verdedigt
het artikel en zegt dat het zelfs aan
de fabriek ten goede komt, wanneer
een functionaris redacteur van een
vaktijdschrift is.
De heer HUGENHOLTZ voelt wel
eenige sympathie voor het voorstel
Van de Kamp, vooral waar die de
brugwachters noemt. Men moet luie
ren en arbeiders niet met verschil len
de maat meten. Spr. wil hij dit artikel
invoegen het woord: bezoldigd vóór
ambt."
De heer GROOT verklaart het eens
te zijn met het voorstel-Van de Kamp.
Het, lijkt Spr. toe dat b.v. voor een
redacteurschap van een vaktijdschrift
veel te veel tijd zou worden ingeno
men.
De heer SPOOR vraagt of de heer
d. Kamp het geheclo artikel wil
schrappen of het wil amendeeren.
De heer ROOG stelt een amende
ment voor. dat niet wordt onder
steund.
Het amendement-Hugenholtz onbe
zoldigd te plaatsen vóór ambt, wordt
nu in bespreking gebracht.
De heer STOLP is het eens met den
lieer N. Kruseman en zal dus voor art.
6 stemmen en wil aan B. en W. de
bevoegdheid laten.
De heer VAN DE KAMP, voor de
derde maal het woord verkrijgend,
verklaart dat liet. zijn bedoeling niet
was art. 6 te schrappen, doch 't laatste
gedeelte te laten vervallen en aldus over
te houden: geen der ambtenaren mag
zonder toestemming van B. en W. een
ander ambt bekleeden of eenige werk
zaamheid verrichten.
De heer HUGENHOLTZ trekt zijn
amendement in.
Het amend.-Van de Kamp wordt ver
worpen met 10 stemmen voor, die van
de heeren Groot. Roog, Welsenaar.
Hugenholtz. de Braai. Modoo, Hof
land, Winkler, Schram en v. <1. Kamp.
De verordening wordt nu geheel aan
genomen.
R en W*stellen den Raad voor hen te
machtigen den heer F. C. Brakel af te
staan een strook grond, gelegen aan
de Raamvest in ruil voor een strook
grond, gelegen aan do verbindings
straat. tusschen de Raamvest en de
Gedempte Raamgracht onder voor
waarde, dat de kosten op de overeen
komst vallende, komen voor rekening
van den heer F. C. Brakel.
Wordt aangehouden.
PUNT 5.
Naar aanleiding van een inder
tijd genomen raadsbesluit waarbij
aan B. en W. werd opgedragen een
plan te ontwerpen lot inrichting
van de Statenzaal tot raadszaal en
daarbij te voegen oen begrootiiig
van kosten, hebben B. en W- thans
aan die uitnoodiging- voldaan en
bieden een plan tot ver
bouwing van de staten
zaal aan waarvan de kosten wor
den geraamd op f 17.000, terwijl
voor verdere inrichting en meubi
leering daarenboven een bedrag
van 4039 zal noodig zijn, zoodat
de totale kosten 21.0 3 9.—
zullen bedragen.
B. en W. spreken daarbij echter
d'e verwachting uit. dat betrekkelijk
spoedig weer de behoefte zou ont
staan aan verplaatsing, daar het bo-
vengeraamde bedrag onvoldoende
zal blijken om een raadzaal tè ver
krijgen. welke aan de eischen door
eene gemeente a!s Haarlem te stel
len. beantwoordt. Zij geven den
raad dan ook in overweging thans
nog niet tot eenige verplaatsing
over te gaan. doch dit onderwerp
voorioopig onbeslist te laten.
De heer TJEENK WILLINK zegt. dat
het moeilijk is het iedereen naar den
zin te maken, doch dat z. i. B. en W.
het nu niemand naar den zin hebben
gemaakt.
Zooals door B. en W. nu als resul
taat uitgebracht kan onmogelijk de op
lossing zijn. Spr. gelooft, dat niemand
met deze oplossing van de zaak te la
ten zooals ze is vrede kan hebben.
De heer DE BRAAL heeft tegen de
nieuw aan te brengen ventilatie des
tijds gestemd omdat hij het noodzake
lijk achtte een betere zaal te krijgen.
Spr. zal niet met het voorstel van B.
en W. meegaan 0111 de liooge kosten.
Den heer STOLP heeft ook het prae
advies van B. en W. te leur gesteld. Hij
schetst het onaangename van den toe
stand in de tegenwoordige zaal. Spie-
kor deelt liet bezwaar ten opzichte der
Statenzaal, zooals B. en W. heboen
uitgesproken, niet en wijst op de
groote voordeden. De zaal is veel rui
mer. wc krijgen een tribune, een lees
kamer, een raadkamer enz. En dat al
les voor 21000 gulden.
In een afzienharen tijd) hebben we
genoeg aan de nieuwe zaal.
De lieer De Braai heeft maar 30
plaatsen geteld, doch waarschijnlijk
vergeten de plaatsen voor B. on W.,
zooals spreker ook bij de eerste telling
deed. Spreker hoopt van harte dat het
voorstel zal worden aangenomen, om
de Statenzaal voor raadzaal in te rich
ten.
De lieer DE BRAAL vraagt of het met
zou kunnen dat de perstafel verplaatst
werd, waardoor voor de journalisten
meer ruimte en plaatsen zouden zijn.
Spreker blijft bij zijn. idéé, dat hij een
uitgave van f 21000 te groot vindt.
De heer ROOG begrijpt, niet. hoe men
beangst, kan zijn, dat de Statenzaal tc
kiein is. waar toch 80 leden zijn. Snr.
zou 't. echter onverantwoord vinden om
aan die zaal zulk een groote som ten
koste te leggen, vindlt het dan ook
onverantwoordelijk van de commissie
van bijstand om daartoe te advisaorja.
en noemt hot een kunststuk van B. en
W. om de zaak van de baan te schui
ven.
Spr. zal voor het voorstel van B. en W.
stemmen, doch ontkent, dat d^, verbe
tering van die zaal f 17000 kan kosten.
De lieer HOFLAND noemt Uev met't
oog op de gemeente-financién onver
antwoordelijk voor een groo-e uitgaaf,
ook zelfs van f 15000 te votasrwi voor
een hetere raadzaal.
De heer DE BREUK verdid'gt het
voorstel B. en W. Dit collcgo memt
ook dat men voor het geld met knjgt
wat gewenscht is en zegt, dat de zaal
waarin Prov. Staten vergaderen veel
grooter is dan de raadzaal zou zijn,
en dat de temperatuur door de
ventilatie veel beter is geworden.
B. en W. meenen, dat 21000 met te
voel zou zijn. wonneer men een ver
betering kreeg, die aan alle eischen
voldoet Doch voor de voorgestelde
verbetering is het toch niet tc veel.
De heer ROOG vraagt nog eens als
17000 alleen voor de verbetering een
liescheiden som is, wat. men dan ei
genlijk hieronder verstaat. oor
een som van circa vijfduizend gulden
iu reeds heel veel te doen zijn.
De heer TJEENK WILLINK stelt
voor het voorstel te renvoy eer en aan
B. en W., om een goedkooper plan uit
te werken.
Feuilleton.
Naar het Duitsch
van
F. ARNEPELDT.
13)
't Is jammer dat ik mijn hond
niet meegenomen heb, voegde hij
er bij, ik heb hem thuis gela
ten omdat ik bang was, dat hij u
met zijn dartele sprosxsa op deji
weekenmodderigen .grond hin&r-
lijk zou kunnen, zijn- Want die hond1
heeft, het liik eigenlijk gevonden.
Hij verhaalde nu, hoe hij op een
koud'en, Octobermor.gen met zijn
hond het bosch was ingegaan om
maar de strikken te zien, die hij
daags te voren voor lijsters had ge
zet op een plaats, waar deze vogels
zich veel ophielden. Er waren dan
ook vele van deze vogels in de
strikken verward geraakt e® ter
wijl hij bezig was zijn buit daar
uit- te nemen, en er zij® weitasch I
mee te vullen, was hij door een
zonderling gehuil, dat zijn hond
liet hooren, daarin gestoord' gewor
den. Hij had toen den hond' geroe
pen en het beest was met hangend
ooren, den staart tusschen de bee-
nen en met te berge gerezen haren
naar hem toe gekropen,, doch was
onmiddellijk weer omgekeerd. Hij
was den hond gevolgd en nu had
hij een schouwspel te zien gekre
gen, d'at ook hem de hare® te ber
ge deed rijzen. Zoodra hij va® den
eersten schrik hersteld was, had
hij de lijsters in den steek latend,
zich zoo spoedig mogelijk naar de,
stad begeven e® mededeel ing ge
daan van zijn ontdekking.
En wanneer kwam de politie?
vroeg Wilson, die opmerkzaam toe
geluisterd had, doch als iemand
die door het medegedeelde slechts
oppervlakkig wordt getroffen.
Na verloop van korten tijd. Er
was weinig vast te stellen. De on
gelukkige was bijna naakt uitge
schud en wat de moordenaar hem
gelaten had. was reeds zoo goed
als vergaan. Men heeft hem spoe
dig daarop begraven, hij ligt op
het naaste dorpskerkhof.
Er ontstond een kleine pauze.'
Wilson huidie zich nog dichter in
zijn mantel en drukte den hoed
nog meer in de oogen. hij scheen
van koude te huiveren.
Heeft men dan niets bij liet
lijk gevonden, dat uitsluitsel om
trent de indèiititeit zou kunne® ge
ven vroeg Wilson.
Niets, in 't geheel niets; de
moordenaar heeft zijn maatregelen
goed genomen.
Men zal niet goed gezocht
hebben.
Toch wel. Het was waarlijk
niet alles om het lijk op te nemen,
maar de politie^-beambte® ontzagen
zich niet. De officier va® justitie
pakte zoo waar zeLf miee aan, ik
zou liet niet hebben kunnen doen-
Schadler huiverde.
En is er ook later niets voor
den dag gekomen
Neen, en or zal ook wel niets
ontdekt worden, hoeveel moeite
zich heit gerecht ook geeft. Voor
een paar dagen heeft de oproeping
weer in de couranten gestaan.
Dat kan men nog niet weten.
Men moest een belooning op de
ontdekking van dem moordenaar
stellen.
Wie zou het geld daarvoor ge-1
ven. sprak de boschwachter, de
schouders ophalendAls er
bloed ve rwanten waren
Die zal de vermoorde zeker
wel hebben 't zal dus zaak zijn
om die eerst op le sporen. Ik kan
de gedachte echter maar niet uit
het hoofd zetten, dat men niet goed
heeft gezocht.
Maar mijnheer Wilson, ik
u toch dat het gerecht een onder
zoek heeft ingesteld! riep Schadler
uit, alsof hi.i zich persoonlijk ge
krenkt gevoelde.
Zoeken en zoeken is twee,
lachte de Amerikaan.
Gerechtsambtenaren hebben
scherpe oogen.
En zien toch zoo licht over
iets heen. spotte Wilson. Het is
bekend, dat een misdadiger, hoe
slim hij het ook overlegt, toch al
tijd iets over het hoofd ziet, dat
juist tot zijn ontdekking kan lei
den en als me® zulk een voorwerp,
zulk een bewijsstuk niet vindt, dan
ligt het aan de ongeschiktheid van
hen. die met het onderzoek belast
zijn.
Mr. Wilson, u spreekt alsof...
Alsof ik vakman was, viel
hier de Amerikaan den. hosch-l
wachter, die hem onderzoekend
aankeek, lachend in die rede. Ja
mijn waarde, bij ons bemoeit men
zich met alles, wat het openbaie
leven betreft, men kan nooit weten
waartoe het nog dienstig kan zijn.
Hij nam een houding aan, alsof
hij reedis op het punt stond, om tot
president van de Vereenigde Sta
ten benoemd te worden. E® met
zelfbewustzijn sprak hij Wie
weet, als ik eens ging zoeken
Dat meent ge toch niet, mr.
Wilson, sprak Schadler afwerend',
die bang was, dat de Amerikaan
ook aan deze gril mocht toegeven.
Wilson vervolgde echter op onver
schilligen toon
Och, de zaak gaat mij immers
ook niet aan.
Juist! sprak Schüdfler, 't
zou toch ook maar vergeefsche
moeite zijn, vooral als u bedenkt
welk een lange tijd er reeds over
verloopen is sedert de ma® moot
zijn vermoord.
Het berouwde hem onmiddteüijk,
dat hij die laatste woorden had ge
sproken, want de belangstelling
van den wonderlijken Amerikaan
werd daardoor opnieuw gewekt.
O. tiidriep hij uit, het is
wel voorgekomen, dat de bewijs
stukken van een diergelijken moord
veel langer in den schoot dier aar
die verborgen zijn geweest, en toch
weder voor den dag zijn gekomen.
Ik zou waarlijk wel lust hebben
om eens een onderzoek in te steh
Icn.
Maar de vorst zit nog in den
grond bracht de boschwachter in
het midden.
Die is er immers reeds lang
uit, sprak Wilson het scheen wel
dat de argumenten van Schadler,
om Wilson van zijn voornemen af
te brengen hem nog meer prik
kelden om een onderzoek op do
plaats d'es onheils i® te stellen.
Nu goed, maar wij hebben
geen werktuigen bij ons.
Laten wij maar eerst eens ter
plaatóc zijn, dan zal ik u toonen
dat ik ook daarop ingericht ben.
Hij wees op een lange® dikken
stok met een grooten knop waarop
hij steunde. Willen we oon wed
denschap aangaan? riep hij plotse
ling uit. den boschwachter op den
schouder klonoend.
In zijn waardigheid gekrenkt,
sprak de boschwachter: Mijn
heer u vergist u. Mot. dergelijke