De heer DE BREUK krijgt hierover
nog eens 't woord. Hij komt op tegen
de rnmine. zooals die door den heer
Koog is voorgelegd, en wijst er op. dat
niet al het gold aan de raadzaal ta
steed wordt, F- al is de barock-stijl
mogelijk iets duurder, dan kan dat
toch niet zoo hee! veel schelen.
De heer N. KRUSEMAN heeft met
schrik liet, voorstel-Willink gezien en
vindt, de verbouwing goedkoop. Laten
we bedenken, dat als onze voorouders
iets deden ten algemeene nutte, zij d:t
zoo oliede mogelijk deden.Wij moeten
zorgen, dat de raad vorstelijk wordt
gehuisvest. Spreker gaar er niet mee
inede om voor een koopie een raad
zaal te veranderen, die niet geschikt
is. Als oud-Haarlemmer, wien de repu
tatie van Haarlem ter harte gaat, w il
spreker afraden een goedkoope, leelijke
raadzaal in te richten.
De heer ROOG. voor de derde maal
het woord verkrijgend, verklaart, dat
voor vijfduizend gulden niet behoeft
te worden geprutst. Nu spreker toch
bet woord heeft verzoekt hij beleefd,
dat voortaan in dergeli'ke zaken meer
gespecificeerde toelichting wordt Ge
geven.
Do heer HUGENHOLTZ wil een
woord van ernstig protest doen hoo-
ren tegen het door den heer Nieuwen-
huijzen Kruseman gesprokene.
Het waardige van den raad schuilt
niet in een mooie raadzaal, maar in
den goeden eceonomischen toestand
der burgers in het algemeen, door den
raad bevorderd en daaraan ontbreekt
nog heel veel. waar groote gezinnen
moeten huizen in kleine, ellendige
krotten. En eene groote uitgave als
door den wethouder gewenscht, is ge
vaarlijk, dergelijke kixueuse uitgaven
moeten den kop worden in geknepen.
De heer STOLP meent, dat als wij
dit geld uitgeven we niet alleen krij
gen een betere raadzaal, doch ook an
dere dingen, die zeer noodig zijn. Spr.
hoopt, dat èn het voorstel van B. en
W. en dat van den heer Tjeenk Wil
link zullen worden verworpen.
Het voorstel Tjeenk Willink wordt
verworpen met 16 tegen 13 stemmen
voor, die van de heeren Groot. Roog,
Spoor. Leupen. Hugenholtz, Willink,
Modoo, De Lanoy, Sabelis, v. d. Berg,
Bijvoet, Schram en v. d. Kamp.
Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen met. 4 stemmen tegen, die
van de heeren Welsenaar, Stolp, Wil
link en v. Lennop.
PUNT 6.
De heer Dirk Hoensom timmerman
in dienst bij de gemeentewerken te
dezer stede, verklarende in de onmo
gelijkheid te zijn het schoolgeld te be
talen voor een zijner jongens, dien hij
het teekenonderwijs aan de Burger
avondschool wenscht te doen genieten,
verzoekt van betaling van dat school
geld te mogen worden vrijgesteld.
B. en W. stellen voor dit verzoek te
wijzen van de hand.
De heer HUGENHOLTZ heeft met
eenige verbazing gelezen het advies
van B. en W. Spreker is rreen jurist,
maar heeft zich toch wel verbaasd over
deze spitsvondigheid. Hij meende, dat
indoen inderdaad art. 175 B. en W.
zou beletten vrijstelling van schoolgeld
te verleenen, dan zou van het college
van den raad een verzoek moeten uit
gaan tot geheele herziening van de
wet op het L. O. moeten uitgaan.
De heer N. KRUSEMAN wijst er op,
dat we hier te doen hebben met het
middelbaar onderwijs, niet met het la
ger, en de verordening tot het heffen
van schoolgeld op het middelbaar on
derwijs ig belastingheffing, waarom
trent geen privilege gegeven wordt.
De heer HUGENHOLTZ erkent, over
middelbaar onderwijs te moeten heb
ben gesproken, doch met de wet op het
M. O. in de hand blijft spreker bij zijn
meening, dat vrijstelling van school-
geldheffing kan worden verleend.
De heer HUGENHOLTZ zegt nu, dat
indien de raad zegt, wij weigeren de
vrijstelling te verleenen, wij ons hier
bij moeten neerleggen, doch men niet
kan gronden op art. 175 der grondwet,
dat moet de heer Nieuwenhuijzen Kru
seman nog uitmaken.
De heer BIJVOET zegt ook, dat men
volgens de wetten hier geen privilege
kan geven.
De neer DE BRAAL hoopt, dat bij de
eerstvolgende bogrooting de man zoo
veel zal verdienen dat hij schoolgeld
kan betalen.
De heer DE BREUK zegt, dat de man
zoo weinig niet verdiend heeft, en best
schoolgeld kan betalen.
Do heer SPOOR meent, dat de eenige
weg is do belasting-verordening aid s
te wijzigen, dat voortaan onder zekcie
voorwaarden- bedoelde vrijstellingen
kunnen worden verleend.
Het voorstel van B. en W. wordt ah-
nu zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
PUNT 7.
Aan de orde komt de regeling der
jaarwedden van het onderwijzend per
soneel.
B. en W. stellen voor op het verzoek
schrift van de afd. Haarlem van den
Bond van Nedcrlandsche onderwijzers
betreffende eene nieuwe saiarisregeling
r,fwijzend te beschikken. A oor.s komen
grappen houden wij ons hier niet
°PW-ilson haalde zijn horloge en
een d'ikkc portefeuille uit zijn zak
ken te voorschijnuit de porte
feuille nam hij drie bankbiljetten
van honderd Mark, legde deze met
het horloge op de portefeuille a s
of hij de woorden van zijn gids mot
had gehoord en sprak
Zet gij tegen deze driehon
derd Mark van uw kant drie
Mark? 't Is één uur. Heb ik om
drie uur op de plaats d:e gij mij
zult aanwijzen, nog niets geyon-
«jteo dan zijn de driehonderd Mark
uw eigendom, in het tegenoverge
stelde geval betaalt gij mij de dne
Mark. en nu voorwaarts!
Schadler aarzelde.
Welke bedenkingen kunt gij
toch tegen mijn voorslag hebben.
Is het verboden om hier in het
bosch te graven?
De bos oh wachter moest dat ont
kennen.
Wat risqueert ge dan
Schadlcr -af ook op deze vraag
geen rechtstreeks antwoord.
Mijnheer Wilson, ik jaag u
maar geld uit dien zak als ik het
voorstel aanneem, sprak hij einde-
B. en W. met een nieuw voorstel om
de salarissen van het onderwijzend
personeel te wijzigen en vast te stellen.
In eene vorige vergadering is na
vele discussiën het eersie gedeelte van
dit voorstel om afwijkend te beschik
ken op het verzoek der afdecling
Haarlem aangenomen Thans wordt
het nieuwe voorstel van B. en W. be
handeld er» de door de heeren Groot
c. s. ingediende amendementen.
In hoofdzaak stellen B. en W. voor:
aan plaatsvervangende hoofden een
minimum van 1300 toe te kenen: oen
jaarwedde, die na 10 dienstjaren of op
40-jarigen leeftijd met f 100 en na we
der 10 jareu met f 100 verhoogd wordt.
Voor deze onderwijzers zullen de ver
hoogingen voor bijakten vervallen.
Voor onderwijzers le klasse wordt het
minimum- en maximum bedrag be
houden op f 800 en 1000. doch voor
gesteld! wordt de opklimming die na 5
jaar geschiedde, door eene na twee
jaar te vervangen, zoodat het maxi
mum der jaarwedden in plaats van na
15 jaar bereikt is na 8 jaar dienst. In
de derde plaats wordt voorgesteld eene
verhooging van f 100 niet uitsluitend
te bepalen tot het bezit van acte
Fransch, doch ook voor andere talen,
al worden ze niet onderwezen; even
wel komt slechts een acte in aanmer
king. Ook wordt voorgesteld eene ge
lijke verhooging van f 100 toe te ken
nen, zoo zij niet reeds genoten wordt
van het bezit van een acte vrec-mde
taal. voor de akte wiskunde, natuur
kunde, plant- en dierkunde. Ned. Taal
en Letterkunde, geschiedenis, aard
rijkskunde en landbouwkunde.
Het minimum voor onderwijzers(es)
tweede klasse blijft 500.
De amendementen behelzen in hoofd
zaak het volgende:
Uit de regeling betreffende de rang
orde en de jaarwedden van het onder
wijzend personeel aan de Openbare
Lagere Scholen te Haarlem, te laten
vervallen de le en laatste alinea van
letter B;
b. het aanvangsalaris onderwijzer
le klasse te brengen op 900.met zes
tweejaarlijksche verhoogingen van
50.—;
c. het aanvangssalaris onderwijzer
2e klasse te brengen op f 600.met
jaarlijksche verhoogingen van f 25.
met handhaving van sub f enz.
De VOORZITTER stelt voor, in de
eerste plaats de bena t nagingen te
openen over b. en 1ati aan te vangen
met het voorstel Groot c. s daarna
dat van B. en W. Vervolgens c, op de
zelfde wijze en dan ie behandelen, het
laten vervallen der alinea* zeals
door de heeren Groot c. s. is voorge
steld. Aldus besloten.
De algemeene beraadslagingen ever
b. worden nu geopooj.
De heer GROOI vangt aan te wijzen
op een brochure over do bezoldiging der
Haagsche klasse-onderwijzers en
meent, dat hij hetgeen hierin gezegd
wordt volkomen onderschrijven kan.
doch wensch alleen de aandacht
van den raad te vestigen op het door
den heer Goedhart gesprokene ter ar-
rondlissementsvergadering tot de on
derwijzers. aangaande hun roeping en
beroep. (Zie Haarl. Dagblad vau 25
Sept.). Hier toch wordt in ronde woor
den gezegd: waardeering vindt ge niet,
loon naar werken ontvangt ge niet. En
we zullen allen moeten erkennen, dat
door ons (Groot c. s.) iets wordt voor
gesteld wat nog maar een kleine stap
is naar den toestand, dat d'e onderwij
zers loon naar werken krijgen. S| re-
ker hoopt dat ter wille van 't standpunt
van de leden van den raad ten opzichte
van hen, die geroepen zijn de jeugd
op te voeden tot werkelijke menscuen,
de raad zal voldoen aan hetgeen bil
lijkerwijze kan worden verlangd en
met verpletterende meerderheid de
amendementen Groot c. s. zal aanne
men.
De heer HUGENHOLTZ zegt, dat de
bedoeling niet alleen is geweest het
tractement wat in de hoogte te bren
gen, waarvan de noodzakelijkheid niet
nader behoeft te worden betoogd, doch
ook den afstand tusschen ge* one on
derwijzers en plaatsvervangende hoof
den wat kleiner te maken. Door den
groöten afstand zal de verhouding tus
schen onderwijzers en plaatsverv.
hoofden een gevaar opleveren. En al
wil spreker niet gelooven, dat B. en
W. hebben willen uitgaan van den re
gel: verdeel en heersch, hiertoe
zou men komen door aan te nemen
de voorstellen van B. en W. En het is
zeer noodzakelijk dat er geen gesna a-
nen verhouding zal bestaan tusschen
onderwijzers en plaatsvervangende
hoofden.
De heer N. KRUSEMAN geeft eerst
eenige algemeene beschouwingen. De
heer Goedhart heeft niet gezegd: waar
deering vindt ge niet, loon naar wer
ken krijgt g niet, als van hem zelf ko
mend. doch sprekend een ontevreden
onderwijzer ingevoerd.
Spr. herinnert er nu aan dat de
bestaande verordening slechts vijf jaar
oud is, en er dus eigenlijk geen reden
zou zijn die te herzien, ware het niet,
dat er een ander wethouder optrad,
die gaarne de onderwijzers veel beter
zou salarieeren en tevens in de Twee-
lijk, maar de Amerikaan bemerkte
reeds aan den toon van zijn stem,
dat hij de zaak in overweging nam
en. antwoordde daarom lachend
Daarover behoeft ge u niet te
bekommeren. Het is een eerlijke
weddenschan zooals ze bij ons
dikwijls plaats hebben.
De kansen staan niet gelijk.
Hoeveel inkomen hebt ge in
hei jaar? luidde nu de vraag van
den Amerikaan, waarmede hij den
boschwachter overblufte. Toen
deze hem het antwoord schuldig
bleef herhaalde hij haar nogmaals
met nadrukhierop noemde de
man Wilson het bedrag van zijn
karig salaris, waarop de Ameri
kaan uitriepAll right, onze. i
inzet is in evenredigheid met ons
beider inkomen. Breng mij nu ein
delijk naar de plaats, waar de
moord heeft plaats gehad.
De plaats is cflaargmcfe, onder
de dermeboomen. sprak Schadler,
op een op kleinen afstand ran
hen staande groep hoornen wijzend,
die reeds bi*na geheel van sneeuw
ontdaan waren. Men was irntlus-
gchen steeds voorigewandc-ld en
Schadler was het nu met zichzelf
eens geworden om geen bedterikim
de Kamer ïn dezen geest een wet in
behandeling was.
B. on W. hebben toen gemeend' met
een voorstel te moeten komen dat in
de eerste plaats aanneembaar was.
niet een waarvan men vooruit wist
dat het toch verworpen zou worden.
De liceren Groot c.s., die den af
stand tusschen plaatsvervangende
hoofden en gewone klasse-onderwijzers
kleiner wilde maken, hebben de
plaatsvervangende hoofden een stap
Stel een onderwijzer eerste klasse,
die 1290 heeft met verschillende ak
ten, dan Verdient hij f 1400 en wordt
hij plaatsvervangend hoofd, dan krijgt
hij 1300, dit gaat toch niet.
Spreker zou den raad in overweging
willen geven, wanneer men wil mee
gaan met de voorstellen Groot c. s..
men toch in elk geval de zes twee-
jaariijksche verhoogingen zou moe
ten veranderen in vier. en het plaats
vervangend hoofd 100 meer moeten
geven.
Spr. zegt, dat het voorstel-Groot c.
s. er op neerkomt, dat alle onderwij
zers 100 meer zouden ontvangen, en
dat zou een vermeerdering van uit
gaven van f 15000 geven. Wanneer de
heeren Groot c.s. hun voorstel in de
zen geest zouden willen wijzigen, zou
het aannemelijker zijn.
De lieer SCIIRAM zegt dat niet ver
geten mag worden dat de gemeente
krachtens de nieuwe onderwijswet
toch f 10,000 subsidie krijgt.
De gemeente Haarlem heeft er steeds
prat op gegaan dat er goed onderwijs
wordt gegeven, doch men moet ook
goed bezoldigen. En de bewering van
den wethouder van onderwijs, dat de
gemeente de kosten niet kan dragen
is weinig in overeenstemming met zijn
luxoeuse wensclien voor een groote.
mooie raadzaal. Men moet ook het
economische belang van betere onder-
wijzers-salarieering niet uit het oog
verliezen, want nu moeten de onder-
wijzere zoo goedkoop mogelijk in de
kost kunnen zien te komen en zijn zij
zeer weinig koopkrachtig.
Men mag bij deze gewichtige kwes
tie niet vragen: hoe kan ik er het
goedkoopst af, doch hoe kan ik het
best de belangen der onderwijzers en
van het onderwijs verbeteren.
De heer HUGENHOLTZ zegt dat de
critiek door den heer N. Kruseman
öp de voorstellen-Groot c.s. niet steek
houdend is geweest
Het aanvangssalaris van den eer-
ste-klasse-onderwijzer volgens B. en
W. is 800, van de plaatsvervangende
hoofden f 1300 ,en dit is een groote
sprong.
De wethouder heeft een voorstel ge
daan dat. spreker eenigszins verheugt.
We hebbeu getracht in het stelsel
van den wethouder verbeteringen aan
te brengen, het stelsel zelf intact la
tend. Doch," indien de wethouder on
der goedkeuring van den raad zijn
medewerking wil verleenen om door
loopend de salarissen met 100 te ver
meerderen. dan wordt nog wel niet
alles gegeven wat gewenscht is, doch
toch reeds veel. Daarbij wordt het
aanvangssalaris vermeerderd en dit is
een noodzakelijkheid. Een stad als
Haarlem kan met zulk een minimum
niet voor den dag komen.
D© heer Hugenholtz, nu tevens
sprekend over lett. c., wordt tot de
orde geroepen, nadat hij zelf gezegd
had buiten de orde te wezen.
De VOORZITTER kan zich niet be
grijpen dat men met bravour buiten
de orde was.
De heer STOLP spreekt ten gunste
der voorstellen van B. en W.
De heer N. KRUSEMAN stelt er
prijs op te verklaren dat er een fout zat
in het voorstel-Groot c. s. Hij heeft ge
wezen. hoe de fout in de lijn der heeren
zou kunnen worden verbeterd, doch
zegt niet na verbetering dier fout met
de heeren mede te zullen gaan.
De heer GROOT blijft bij zijn bewe
ring dat blijkens het verslag de school
opziener in zijn redevoering wel dege
lijk bedoeld heeft als door hem te vo
ren uiteengezet
De heer GROOT zegt, dat hij en zijn
mede-voorstellers voorstellen in het ka
der van het bestaande stelsel hadden
gedaan omdat ze geen fiasco wensch-
ten te leiden. En Spreker begrijpt
niet waarom overgangsbepalingen niet
zouden kunnen worden gedaan.
Doch Spreker blijft in eik geval bij
het door liem en zijn medevoorstellers
gedane voorstel en maakt nog even
aanmerking op de door den heer
Hugenholtz gebruikte uitdrukking:
partijgenooten.
De heer v. d. BERG noemt een aan
vangssalaris van ƒ500 zee gering, doch
meent, diat de onderwijzers thans op een
ongunstig tijdstip zijn gekomen met
liet oog op de zeer belangrijke uitga
ven, die door de gemeente zullen moe
ten worden gedaan.
De heer MCI)OO zegt, in verband
met de kosten, dat de onderwijzers
in de ongelukkige positie zijn zoo groot,
in aantal te wezen. Hij wijst op de
salarissen van andere gemeente-amb
tenaren. Hoe wil men toch de onder
wijzers taxeeren? Men bezoldigt ze
met een aanvangssalaris van 500 als
er%p plantsoenwachter.
De heer BIJVOET wijst er op dat
gen meer tegen het voornemen van
den Amerikaan in te brengen. Een
vergrijp tegen zijn dienstplicht,
kon men hem door Wilson zijn
gang laten gaan. immers nriet ten
laste leggen en als de excentrieke
vreemdeling hem nog meer geld
op die wijze wildie latera verdie
nen, dan was hij zijn man.
Zonder nu bepaald te zeggen, dat
hij genoegen nam in de v-eddlen-
schap, verzette hij er zich ook niet
meer tegen, maar liep voor Wilson
aan recht op het kreupelhout toe.
De bevroren grond, die nu weer
opgedooid was. uit zichzelf reeds
glibberig, werd nog moeilijker be
gaanbaar tengevolge van d'e den-
nenaalden. die in de modder lagen.
Hier, sprak Schadler, staan
blijvend, terwijl hij een twijg, dlie
hem in het gelaat sloeg, terug boog.
Hier heeft hij onder een hoop
rijs gelegen.
Weet je dat positief zeker?
Waarvoor zou ik dian bosch
wachter zijn? Ik heb bij de jagers
gediend, sprak Schadler gekrenkt.
Als ik eenmaal op een plaats ge
weest. ben. dan vind; ik die steals
terug, 't zii bij dag of bij nacht.
Goed., goed. rieö Wilson, die
door den beer N. Kruseman een fout is
aangetoond in het voorstel-Groot c. s.
Deze voorstellers hebben van die hand
wijzing geen gebruik willen maken en
nu stellen de heeren Bijvoet, Laane
en Welsenaar het. volgend amendement
voor:
Het aanvangssalaris van een onder
wijzer eerste klasse to brengen op 900
met vier tweej aarlij ksche verhoogin
gen, dit voor zoover betreft punt c.
De heer SPOOR merkt op dat het
kostenverschil tusschen de voorstellen
R. en W. en Groot c. s. 15,000 ver
schilt. en vraagt of hiervan de gemeen
te iets krijgt van het rijk.
De heer N. KRUSEMAN antwoordt.
Het amendement-Groot c. s. wordt,
verworpen met 9 stemmen voor, die
van de heeren Groot, Roog. Welsenaar.
Hugenholtz, de Braai. Modoo, Hofland,
Schram en v. d. Kamp.
Het. voorstel-Bijvoet c. s. wordt aan
genomen met 10 stemmen tegen, die
van de heeren Sneltjes. Stolp, v. Thiel.
Sabelis, v. d. Berg, Loomeijer, de
Breuk, N. Kruseman, Kruseman en
van T.ennep.
liet voorstel B. en W. is hiermede
verworpen.
In behandeling komt lett. c., betref
fende het aanvangssalaris.
De heer NIEUWENHUIJZEN zal nu
als consequentie het stelsel in zijn
geheel to behouden.
De heer VAN STYRUM acht het- in
strijd niet de bedoeling van de wet dat
in een plaats als Haarlem zou kunnen
worden volstaan met een minimum
van f 500.
De heer N. KRUSEMAN wijst er op,
dat. er bijna nooit onderwijzers of on
derwijzeressen f 500 als aanvangssala
ris wordt gegeven. Het is waar. wat
de heer van Styrum zegt. doch dit
wordt-zeer veel verzacht door de om
standigheid dat bijna steeds meer
wordt gegeven als aanvangssalaris.
Ter wille der consequentie zal spre
ker stemmen voor een aanvangssala
ris van 600, dat door B. en Mc is over
genomen.
De VOORZITTER stelt nu voor de
resumptie aan te houden tot een vol
gende vergadering. Aangenomen.
Punt d. aangenomen zonder stem
ming.
Bij punt e vraagt de heer
STOLP of de f 50 voor ge
huwd onderwijzer met huisgezin ook
wordt uitgekeerd als de onderwijzer
weduwnaar is.
De heerN. KRUSEMAN zegt, dat het
volgens Min. Borgesius niet geldt voor
weduwnaars. Mocht de heer Stolp ech
ter een Verandering wenschen in den
geest als door hem bedoeld, dan is spr.
er niet tegen.
De heer STOLP stelt als amendement
voor in te voegen het woord weduw
naar met een of meer kinderen.
De heer SCHRAM wil niet de bijvoe
ging met een of meer kinderen, en acht
dit niet billijk.
De heer SPOOR geeft den heer Stolp
in overweging te bepalen een leeftijd
voor kinderen.
De heer STOLP deelt mede, dat zijne
bedoeling is geweest minderjarige
kinderen.
De heer HOFLAND verzet zich tegen
het amendement van den heer Stolp.
Salaris moet salaris zijn, dit moet men
volledig ontvangen en niet in den vorm
van splitsing in dit en in dat. Spre
ker zal zich verzetten tegen de uitbrei
ding van een stelsel waar bij tegen is.
Die heer GROOT zegt, dat het billijk
is, dat het voorstel wordt aaug «nomen
in den vorm door dien heer Stolp voor
gesteld.
B. en W. nemen het amendement
Stolp over.
De overige punten worden aangeno
men en de vaststelling aangehouden
tot na de resumptie.
De VOORZITTER stelt nu voor dia
werkzaamheden te staken en over te
gaan tot de benoemingeh.
Aldus wordt besloten.
PUNT 8.
Bij B. en W. is ingekomen ©en schrij
ven van het bestuur der Vereeniging
,,ket Witte Kruis" alhier, waarin de
wensch wordt te kennen gegeven tot
stichting, door die Vereeniging, van'
een 2e douchebadhuis in het zooge
naamde „Leidsche kwatier." Genoemd
bestuur dealt evenwel mede, dat de
stichting alleen dan mogelijk is. wan
neer door de gemeente wordt gegaran
deerd de rente (4%) en de aflossing
(2%) eener eventueel door ^noemde
Vereeniging te sluiten geldleening
groot ongeveer 17.000.Bovendien
zou moeten worden verleend een jaar
lij ksch subsidie van 1000.voorloo-
pig voor drie jaren, slechts uit te kee-
ren, voorzoover de ontvangsten in het
badhuis mochten blijken de exploita
tie-kosten niet te kunnen dekken.
Wordt de gevraagde steun door den
Raad verleend, dan kan de gemeente,
indien tot het invoeren van schoolba-
den wordt besloten, van genoemde in
richting op geschikte uren gebruik
doen maken, op de wijze, als in het
hiervoren vefrmeld schrijven nader
wordt uiteengezet.
Waar reeds bij de behandeling van
de gemeentebegrootine in den verga
dering van 8 November 1899. door ver-
schillende ledm de wenschelijkheid
reeds de voorbereidende maatrege
len voor ziin werk begon te ne
men. Hij snoerde door middel van
een gordel zijn mantel zoo stevig
om het lichaam, dat deze hem bij
zijn bewegingen niet kon hinderen,
nam zijn hoed af en trok de pele
rine van den mantel als een kap
over het hoofd. Daarna begon hij
aan zijn stok te schroeven en Schad
ler zag met verbazing, dat deze
niet alleen een degen bevatte, maar
ook door middel van een vernuftig
uitgevonden stelsel van schroeven
en scharnieren en het aanbrengen
van een klein instrument, d!at de
Amerikaan in den zak bij zich
droeg, in een graaf werktuig kon
worden veranderd.
Dit is geheel en al de uitrus
ting van een Galifomischen goud
zoeker, sprak Wilson, maar nu
opgelet!
Óp de knieën liggend, woelde hij
mei de handen in den moerassigen
bodem, zocht niet ongelijk een
hond die een spoor tracht tie vin
den, richtte zich daarna weer op,
stak de spade in den grond en groef
en zocht vol ijver.
Hoofdschuddend stond Schadler
naar den arbeid te zien van den
van de oprichting van gemeentewege
van een kinderdouchebad werd ge
sproken, en door het lid van den Raad,
den heer L. Modoo op 1 October 1900,
een voorstel werd ingediend houdende
uitnoodiging aan B. en W. tot het ont
werpen van plannen en het doen van
vooretellen, om tot het bouwen van een
gemeentelijk school- en volksbadhuis
over te gaan, daar me enen B. en W.
te mogen veronderstellen, dat hun
voorstel om op het verzoek der Ver
eeniging in te gaan. bij den Raad geen
bezwaar zal ontmoeten.
Wordt aangehouden.
PUNT 9.
Vier raadsleden, de heeren J. J. Snel
tjes, H. D. Tjeenk Willink, L. Modoo
en Johan Spoor, hebben in verband
met de door den Raad getroffen over
eenkomst met de H. IJ. S. M. betref
fende de overwegen een ontwerp-veror-
dening ingediend tot het heffen van
Bouwgeld. bedoeld bij art. 24Qj. dei-
Gemeentewet. in de gemeente Haarlem,
(d. wegens de Noordelijk en Weste
lijk van de spoorweglijnen Amster
damHaarlem en HaarlemLeiden in
deze gemeente gelegen gebouwde ei
gendommen en hunne aanhoorighe-
den).
Ter verduidelijking zij vermeld dat
tot dekking der plaatselijke uitga
ven de gemeentebesturen belasting
kunnen heffen wegens gebouwde eigen
dommen en hunne aanlioorigheden,
die gelegen zijn in bepaalde gedeelten
der gemeente naar de grondslagen,
volgens welke van de belastingschul
digen in billijke evenredigheid eene
bijdrage gevorderd wordt in de kosten
ten laste der gemeente komende, ten
behoeve van den aanbouw in de aldaar
bedoelde gedeelten. De laatstgenoemde
belasting mag alleen wegens de na in
voering der belasting gestichte Gebou
wen en hunne aanhoorigheden worden
geheven.
In de verordening komen o.a. de vol
gende bepalingen voor:
Art. 1. Er zal in de gemeente Haar
lem onder de benaming „bouwgeld"
eone belasting worden geheven wegens
de noordelijk en westelijk van de
Spoorweglijnen Amsterdam—Haarlem
en HaarlemLeaden in deze gemeente
gelegen gebouwde eigendommen en
hunne aanhoorigheden.
Art. 2. De belasting bedraagt 4 van
de belastbare opbrengst der perceelen.
zooals die voor de regeling der grond
belasting is vastgesteld.
Art.. 3. Belastingplichtig is hij, die
op 1 Januari van het belastingjaar,
blijkens kadastrale registers, krachtens
eenig zakelijk recht het genot heeft van
eonig na het in werkingtreden van dit
besluit gesticht gebouw en zijne aan
hoorigheden.
Art. 4. Het belastingjaar loopt van
1 Januari tot 31 December.
Art. Van gebouwen, diJe geduren
de het geheele belastingjaar ongebruikt
ot-onverhuurd zijn gebleven, wordt, de
belasting op verzoek van belangheb
benden gerestitueerd.
B. en W. geven er echter een
andere interpretatie van en meenen,
dat indien bedoeld wetsartikel van toe
passing zou kunnen zijn, moet vast
staan: a. dat er kosten ten laste der
gemeente komen, en b. dat tot het ma
ken dier kosten besloten is ten behoeve
van den aanbouw op de ten noorden
en ten westen van de spoorlijn gelegen
terreinen. Daar dit niet het geval is,
meenen B. en W. den Raad de be
krachtiging van 'de door den heer
Sneltjes c.. s. ingediende ontwerp-ver-
ordeningen op heffing en invordering
van bouwgeld te moeten ontraden.
Wordt aangehouden,
PUNT 10.
Tot leeraar in het hand- en vaktee-
kenen aan de Burgeravondschool
wordt benoemd de heer Kerkhoff met
17 stemmen.
Op den heer de Vries waren. 12 stem
men uitgebracht.
PUNT 11.
Tot onderwijzeressen aan de school
lett. B. worden benoemd de dames
Nix en van Duyn.
De heer GROOT wil aangaande de
tweede voordracht opmerken, dat hij
de derde op de voordracht geplaatste
dame twee uitnemende getuigschriften
zijn overgelegd, terwijl bij de eerste
twee op de voordracht genoemde da
mes van aanbeveling geen sprake is.
De heer N. KRUSEMAN zegt dat de
onderwijzeressen die in aanmerking
komen voor de voordracht een proefles
moeten geven en dat dit de maatstaf is
voor het hoofd en het schooltoezicht.
De proefles van mej. van Duyn is he
ter geweest dan die der andere da
mes: die was niet alleen goed, maar
eminent.
PUNT 12.
Tot lid en plaatsvervangend lid der
commissie van aanslag der belasting
op bedrijfs- en andere inkomsten wor
den benoemd resp. de heeren J. Sabe
lis en A. F. Kremer, aftredend,
PUNT 13.
Het verslag van den opzichter over
de gasverlichting over Juli 1901 wordt
voor kennisgeving aangenomen.
Amerikaan,, die hem geheel ondoel
matig en nutteloos toe scheien.
Kon ik u maar behulpzaam- zijn,
sprak hij na een poos, maai- ik
heb geen enkel werktuig bij mij...
Waarde vriend! viel hier Wil
son in. terwijl hij zich oprichtte en
zich het zweet met. zijn zakdoek van
het voorhoofd wischte, al hadt
ge ook een werktuig bij u, dan
zoudt ge mij toch niet mogen hel
pen. Wij hebben gewed', dial ik
zoeken en iets vinden zou, maar
gij niet.
Weder ging bij aan het werk,
dat naar alle waarschijnlijkheid
vruchteloos zou zijn, terwijl de
bosch wachter intusschen een lied
je fluitend, heein en weer liep.
Laat het u toch genoeg zijn,
sprak hij, na verloop van eemigen
tijd weer tot Wilson, toen hij zag,
dat deze vermoeid en hijgend op
hield met graven. U maakt u
voor niets moe, u zult toch niets
vinden.
Kijk eens op het horloge, ba
val Wilson hem. Tien minuten
over tweeën, herhaalde hij, nadiat
de boschwachter aan het bevel vol
daan had, ik kan dus nog 50 mi
nuten zoeken;. Gewed is gewed en
Bij de rondvraag merkt do heer
Groot op, dat bij nieuwgebouwde per
ceelen zooveel huizen nog ongenum
merd eijn.
De VOORZITTER zegt toe, hier no
ta van te zullen nemen.
De heer HUGENHOLTZ wijst er op,
dat op de terreinen der lichtfabrieken
aan volwassenen voor schilderwerk
niet wordt betaald 0.23 zooals in de
bestekken staat, doch f 0.20, en dat ook
de uitbetaling niet heeft plaats gehad
op de terreinen ten overstaan van
de directie doch in den herberg aan
de Kruisweg.
De heer N. KRUSEM/.N zal onder
zoeken of dit juist is en daarin als het
juist is verandering doen brengen.
De heer HUGENHOLTZ deelt iri°rie.
dat het. gemakkelijk is uit te maken
door bij den aannemer de weekbrief
jes op te vragen.
De arbeiders zijn doodsbenauwd er
over te spreken uit vrees voor ontslag.
De vergadering wordt gesloten.
Gemengd Nieuws.
Een practi8cli dichter.
Toen Franqois Coppée tot lid van
de Fransche Académie verkozen was,
ontmoette hij den dichter Théodore de
Banville, die hem van harte geluk-
wenschte.
„Uwe gelukwensching," zeide Cop
pé'e, „is drukkend voor mij. Ik heb
een pijnlijk gevoel dat gij geen lid van
de Academie zijt en ik wel. We moe
ten u ook verkiezen, of gij wilt of niet."
„Daar zal ik nooit eene poging toe
doen," antwoordde De Banville.
„En als wij u toch kiezenzon
der dat gij eene poging doet? Als u op
een mooien ochtend de titel van Aca-
démicien op een zilveren presenteer
blad gebracht werd?"
De Banville.-dacht even na en zeide
toen glimlachend:
,.Ik weet niet wat ik met den titel
zou beginnen, maar het presenteer
blad zou in elk geval behouden."
En De Banville. de gevoelvolle dich
ter (in 1823 geboren en in 1891 over
leden!, is ook zonder de Académie on
sterfelijk geworden.
De wilde en het failliet.
Een Maori-opperhoofd verloor eens
40 tengevolge van het faillissement
van een blanken toko-houder en schil
derde den toestand op de volgende
wijze:
De pakeha (blanke), die pakarapu
(failliet) wil gaan, begint zaken, koopt
hoopen goederen en betaalt er niet
voor. Dan brengt hij al het geld. dat
hij kan krijgen, bijeen, bijv. 2000
en bergt niet uitsluiting van 5 alles
weg, zoodat niemand het kan vinden.
Met de 5 gaat hij naar een rechter
en vertelt dezen, dat hij pakarapu wil
gaan. Do rechter roept dan al de
rechtsgeleerden bijeen, evenals al de
menschen, aan wie de pakeha geld
schuldig is, en zegt hun: Deze man is
pakarapu, maar hii wi 1 alles afstaan
wat hij heeft en hij heeft mij derhalve
verzocht zijn 5 onder u allen te ver-
dealen.
De rechter geeft daarop 4 aan de
advocaten en het overblijvende 1
aan de andere menschen. En daarop
gaat de pakeha naar huis.
De schoenen van Wallen-
stein.
Onlangs trad een jeugdig officier
der keizerlijke garde in Berlijn, ie
mand die zoowel aan het hof als in
andere voorname kringen zeer Gezien
was en zich in de bijzondere vriend
schap van keizer Wilhelm II mocht
verheugen in het huwelijk met de
dochter van een der rijkste bankiers
der hoofdstad. Veertig jaar -deden
was schoonpapa zoo arm als Job. en
zooal niet op één schoen en één slof,
dan toch op een paar afgetrapte en
scheefgeloopen schoenen, naar Ber
lijn gekomen, waar hij zich sedert op
werkte tot hofbankier.
Toch schaamde hij zich ziinev af
komst niet. Integendeel, had hij de
oude schoenen, waarmede hij zijn in
trede in de wereldstad, gedaan had,
onder een glazen stolp o- den schoor
steenmantel van zijn salon gezet.
Op den dag van het huwelijk kwa
men tal van hooge gasten het jonge
paar ten huize van den bankier geluk-
wenschen en de keizer, die den offi
cier een bewijs van zijn bijzondere
hoogachting wilde a-even meldde zich
eveneens tot het bezoek aan. Plotse
ling bemerkte Wilhelm II, die zelf een
uitgebreide verzameling oude schoe
nen van historische beteekenis bezit
en zich met voorliefde daarmede be
zighoudt, d© schoenen op den schoor
steen. Hij meende ze te herkennen en
merkte op:
Hé, dat is aardig! Ik zie daar de
schoenen van Wallenstein staan. Merk
waardige exemplaren!
Pardon, sire, onderbrak hem de
bankier, dat. zijn mijn schoenen, mijn
eerste schoenen, waarmede ik mijn
fortuin begon, veertig jaar geleden...
alles moet naar den regel gaan,
maar ge behoeft hier niet op schild
wacht te staan, voegde hij eir bij,
ik kan mij best voorstellen, dat
u de tijd lang valt. In uw geval zou
ik eens gaan zien of ik geen stuk
wild onder schot kon krijgen.
Maar haal mij precies om drie uur
af, want ik zou gaarne om half
vier aan 't station zijn.
De bosch wachter liet zich clat
geen tweemaal zeggen. Hij was ze
ker van ziin driehonderd Mark,
want de Amerikaan zou toch niets
vinden en dat hij hem zou bedrie
gen, om zich drie Mark van hem
toe te eigenen, daarnaar zag hij er
niet uit. En buitendien, als de Ame-
kaan hem een poets wou bakken,
dan kon hij diat toch ook wel d'oen
al bleef hij hier ook wachten.
(Wordt vervolgd.)