De heer DE BREUK krijgt hierover nog eens 't woord. Hij komt op tegen de rnmine. zooals die door den heer Koog is voorgelegd, en wijst er op. dat niet al het gold aan de raadzaal ta steed wordt, F- al is de barock-stijl mogelijk iets duurder, dan kan dat toch niet zoo hee! veel schelen. De heer N. KRUSEMAN heeft met schrik liet, voorstel-Willink gezien en vindt, de verbouwing goedkoop. Laten we bedenken, dat als onze voorouders iets deden ten algemeene nutte, zij d:t zoo oliede mogelijk deden.Wij moeten zorgen, dat de raad vorstelijk wordt gehuisvest. Spreker gaar er niet mee inede om voor een koopie een raad zaal te veranderen, die niet geschikt is. Als oud-Haarlemmer, wien de repu tatie van Haarlem ter harte gaat, w il spreker afraden een goedkoope, leelijke raadzaal in te richten. De heer ROOG. voor de derde maal het woord verkrijgend, verklaart, dat voor vijfduizend gulden niet behoeft te worden geprutst. Nu spreker toch bet woord heeft verzoekt hij beleefd, dat voortaan in dergeli'ke zaken meer gespecificeerde toelichting wordt Ge geven. Do heer HUGENHOLTZ wil een woord van ernstig protest doen hoo- ren tegen het door den heer Nieuwen- huijzen Kruseman gesprokene. Het waardige van den raad schuilt niet in een mooie raadzaal, maar in den goeden eceonomischen toestand der burgers in het algemeen, door den raad bevorderd en daaraan ontbreekt nog heel veel. waar groote gezinnen moeten huizen in kleine, ellendige krotten. En eene groote uitgave als door den wethouder gewenscht, is ge vaarlijk, dergelijke kixueuse uitgaven moeten den kop worden in geknepen. De heer STOLP meent, dat als wij dit geld uitgeven we niet alleen krij gen een betere raadzaal, doch ook an dere dingen, die zeer noodig zijn. Spr. hoopt, dat èn het voorstel van B. en W. en dat van den heer Tjeenk Wil link zullen worden verworpen. Het voorstel Tjeenk Willink wordt verworpen met 16 tegen 13 stemmen voor, die van de heeren Groot. Roog, Spoor. Leupen. Hugenholtz, Willink, Modoo, De Lanoy, Sabelis, v. d. Berg, Bijvoet, Schram en v. d. Kamp. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met. 4 stemmen tegen, die van de heeren Welsenaar, Stolp, Wil link en v. Lennop. PUNT 6. De heer Dirk Hoensom timmerman in dienst bij de gemeentewerken te dezer stede, verklarende in de onmo gelijkheid te zijn het schoolgeld te be talen voor een zijner jongens, dien hij het teekenonderwijs aan de Burger avondschool wenscht te doen genieten, verzoekt van betaling van dat school geld te mogen worden vrijgesteld. B. en W. stellen voor dit verzoek te wijzen van de hand. De heer HUGENHOLTZ heeft met eenige verbazing gelezen het advies van B. en W. Spreker is rreen jurist, maar heeft zich toch wel verbaasd over deze spitsvondigheid. Hij meende, dat indoen inderdaad art. 175 B. en W. zou beletten vrijstelling van schoolgeld te verleenen, dan zou van het college van den raad een verzoek moeten uit gaan tot geheele herziening van de wet op het L. O. moeten uitgaan. De heer N. KRUSEMAN wijst er op, dat we hier te doen hebben met het middelbaar onderwijs, niet met het la ger, en de verordening tot het heffen van schoolgeld op het middelbaar on derwijs ig belastingheffing, waarom trent geen privilege gegeven wordt. De heer HUGENHOLTZ erkent, over middelbaar onderwijs te moeten heb ben gesproken, doch met de wet op het M. O. in de hand blijft spreker bij zijn meening, dat vrijstelling van school- geldheffing kan worden verleend. De heer HUGENHOLTZ zegt nu, dat indien de raad zegt, wij weigeren de vrijstelling te verleenen, wij ons hier bij moeten neerleggen, doch men niet kan gronden op art. 175 der grondwet, dat moet de heer Nieuwenhuijzen Kru seman nog uitmaken. De heer BIJVOET zegt ook, dat men volgens de wetten hier geen privilege kan geven. De neer DE BRAAL hoopt, dat bij de eerstvolgende bogrooting de man zoo veel zal verdienen dat hij schoolgeld kan betalen. De heer DE BREUK zegt, dat de man zoo weinig niet verdiend heeft, en best schoolgeld kan betalen. Do heer SPOOR meent, dat de eenige weg is do belasting-verordening aid s te wijzigen, dat voortaan onder zekcie voorwaarden- bedoelde vrijstellingen kunnen worden verleend. Het voorstel van B. en W. wordt ah- nu zonder hoofdelijke stemming aan genomen. PUNT 7. Aan de orde komt de regeling der jaarwedden van het onderwijzend per soneel. B. en W. stellen voor op het verzoek schrift van de afd. Haarlem van den Bond van Nedcrlandsche onderwijzers betreffende eene nieuwe saiarisregeling r,fwijzend te beschikken. A oor.s komen grappen houden wij ons hier niet °PW-ilson haalde zijn horloge en een d'ikkc portefeuille uit zijn zak ken te voorschijnuit de porte feuille nam hij drie bankbiljetten van honderd Mark, legde deze met het horloge op de portefeuille a s of hij de woorden van zijn gids mot had gehoord en sprak Zet gij tegen deze driehon derd Mark van uw kant drie Mark? 't Is één uur. Heb ik om drie uur op de plaats d:e gij mij zult aanwijzen, nog niets geyon- «jteo dan zijn de driehonderd Mark uw eigendom, in het tegenoverge stelde geval betaalt gij mij de dne Mark. en nu voorwaarts! Schadler aarzelde. Welke bedenkingen kunt gij toch tegen mijn voorslag hebben. Is het verboden om hier in het bosch te graven? De bos oh wachter moest dat ont kennen. Wat risqueert ge dan Schadlcr -af ook op deze vraag geen rechtstreeks antwoord. Mijnheer Wilson, ik jaag u maar geld uit dien zak als ik het voorstel aanneem, sprak hij einde- B. en W. met een nieuw voorstel om de salarissen van het onderwijzend personeel te wijzigen en vast te stellen. In eene vorige vergadering is na vele discussiën het eersie gedeelte van dit voorstel om afwijkend te beschik ken op het verzoek der afdecling Haarlem aangenomen Thans wordt het nieuwe voorstel van B. en W. be handeld er» de door de heeren Groot c. s. ingediende amendementen. In hoofdzaak stellen B. en W. voor: aan plaatsvervangende hoofden een minimum van 1300 toe te kenen: oen jaarwedde, die na 10 dienstjaren of op 40-jarigen leeftijd met f 100 en na we der 10 jareu met f 100 verhoogd wordt. Voor deze onderwijzers zullen de ver hoogingen voor bijakten vervallen. Voor onderwijzers le klasse wordt het minimum- en maximum bedrag be houden op f 800 en 1000. doch voor gesteld! wordt de opklimming die na 5 jaar geschiedde, door eene na twee jaar te vervangen, zoodat het maxi mum der jaarwedden in plaats van na 15 jaar bereikt is na 8 jaar dienst. In de derde plaats wordt voorgesteld eene verhooging van f 100 niet uitsluitend te bepalen tot het bezit van acte Fransch, doch ook voor andere talen, al worden ze niet onderwezen; even wel komt slechts een acte in aanmer king. Ook wordt voorgesteld eene ge lijke verhooging van f 100 toe te ken nen, zoo zij niet reeds genoten wordt van het bezit van een acte vrec-mde taal. voor de akte wiskunde, natuur kunde, plant- en dierkunde. Ned. Taal en Letterkunde, geschiedenis, aard rijkskunde en landbouwkunde. Het minimum voor onderwijzers(es) tweede klasse blijft 500. De amendementen behelzen in hoofd zaak het volgende: Uit de regeling betreffende de rang orde en de jaarwedden van het onder wijzend personeel aan de Openbare Lagere Scholen te Haarlem, te laten vervallen de le en laatste alinea van letter B; b. het aanvangsalaris onderwijzer le klasse te brengen op 900.met zes tweejaarlijksche verhoogingen van 50.—; c. het aanvangssalaris onderwijzer 2e klasse te brengen op f 600.met jaarlijksche verhoogingen van f 25. met handhaving van sub f enz. De VOORZITTER stelt voor, in de eerste plaats de bena t nagingen te openen over b. en 1ati aan te vangen met het voorstel Groot c. s daarna dat van B. en W. Vervolgens c, op de zelfde wijze en dan ie behandelen, het laten vervallen der alinea* zeals door de heeren Groot c. s. is voorge steld. Aldus besloten. De algemeene beraadslagingen ever b. worden nu geopooj. De heer GROOI vangt aan te wijzen op een brochure over do bezoldiging der Haagsche klasse-onderwijzers en meent, dat hij hetgeen hierin gezegd wordt volkomen onderschrijven kan. doch wensch alleen de aandacht van den raad te vestigen op het door den heer Goedhart gesprokene ter ar- rondlissementsvergadering tot de on derwijzers. aangaande hun roeping en beroep. (Zie Haarl. Dagblad vau 25 Sept.). Hier toch wordt in ronde woor den gezegd: waardeering vindt ge niet, loon naar werken ontvangt ge niet. En we zullen allen moeten erkennen, dat door ons (Groot c. s.) iets wordt voor gesteld wat nog maar een kleine stap is naar den toestand, dat d'e onderwij zers loon naar werken krijgen. S| re- ker hoopt dat ter wille van 't standpunt van de leden van den raad ten opzichte van hen, die geroepen zijn de jeugd op te voeden tot werkelijke menscuen, de raad zal voldoen aan hetgeen bil lijkerwijze kan worden verlangd en met verpletterende meerderheid de amendementen Groot c. s. zal aanne men. De heer HUGENHOLTZ zegt, dat de bedoeling niet alleen is geweest het tractement wat in de hoogte te bren gen, waarvan de noodzakelijkheid niet nader behoeft te worden betoogd, doch ook den afstand tusschen ge* one on derwijzers en plaatsvervangende hoof den wat kleiner te maken. Door den groöten afstand zal de verhouding tus schen onderwijzers en plaatsverv. hoofden een gevaar opleveren. En al wil spreker niet gelooven, dat B. en W. hebben willen uitgaan van den re gel: verdeel en heersch, hiertoe zou men komen door aan te nemen de voorstellen van B. en W. En het is zeer noodzakelijk dat er geen gesna a- nen verhouding zal bestaan tusschen onderwijzers en plaatsvervangende hoofden. De heer N. KRUSEMAN geeft eerst eenige algemeene beschouwingen. De heer Goedhart heeft niet gezegd: waar deering vindt ge niet, loon naar wer ken krijgt g niet, als van hem zelf ko mend. doch sprekend een ontevreden onderwijzer ingevoerd. Spr. herinnert er nu aan dat de bestaande verordening slechts vijf jaar oud is, en er dus eigenlijk geen reden zou zijn die te herzien, ware het niet, dat er een ander wethouder optrad, die gaarne de onderwijzers veel beter zou salarieeren en tevens in de Twee- lijk, maar de Amerikaan bemerkte reeds aan den toon van zijn stem, dat hij de zaak in overweging nam en. antwoordde daarom lachend Daarover behoeft ge u niet te bekommeren. Het is een eerlijke weddenschan zooals ze bij ons dikwijls plaats hebben. De kansen staan niet gelijk. Hoeveel inkomen hebt ge in hei jaar? luidde nu de vraag van den Amerikaan, waarmede hij den boschwachter overblufte. Toen deze hem het antwoord schuldig bleef herhaalde hij haar nogmaals met nadrukhierop noemde de man Wilson het bedrag van zijn karig salaris, waarop de Ameri kaan uitriepAll right, onze. i inzet is in evenredigheid met ons beider inkomen. Breng mij nu ein delijk naar de plaats, waar de moord heeft plaats gehad. De plaats is cflaargmcfe, onder de dermeboomen. sprak Schadler, op een op kleinen afstand ran hen staande groep hoornen wijzend, die reeds bi*na geheel van sneeuw ontdaan waren. Men was irntlus- gchen steeds voorigewandc-ld en Schadler was het nu met zichzelf eens geworden om geen bedterikim de Kamer ïn dezen geest een wet in behandeling was. B. on W. hebben toen gemeend' met een voorstel te moeten komen dat in de eerste plaats aanneembaar was. niet een waarvan men vooruit wist dat het toch verworpen zou worden. De liceren Groot c.s., die den af stand tusschen plaatsvervangende hoofden en gewone klasse-onderwijzers kleiner wilde maken, hebben de plaatsvervangende hoofden een stap Stel een onderwijzer eerste klasse, die 1290 heeft met verschillende ak ten, dan Verdient hij f 1400 en wordt hij plaatsvervangend hoofd, dan krijgt hij 1300, dit gaat toch niet. Spreker zou den raad in overweging willen geven, wanneer men wil mee gaan met de voorstellen Groot c. s.. men toch in elk geval de zes twee- jaariijksche verhoogingen zou moe ten veranderen in vier. en het plaats vervangend hoofd 100 meer moeten geven. Spr. zegt, dat het voorstel-Groot c. s. er op neerkomt, dat alle onderwij zers 100 meer zouden ontvangen, en dat zou een vermeerdering van uit gaven van f 15000 geven. Wanneer de heeren Groot c.s. hun voorstel in de zen geest zouden willen wijzigen, zou het aannemelijker zijn. De lieer SCIIRAM zegt dat niet ver geten mag worden dat de gemeente krachtens de nieuwe onderwijswet toch f 10,000 subsidie krijgt. De gemeente Haarlem heeft er steeds prat op gegaan dat er goed onderwijs wordt gegeven, doch men moet ook goed bezoldigen. En de bewering van den wethouder van onderwijs, dat de gemeente de kosten niet kan dragen is weinig in overeenstemming met zijn luxoeuse wensclien voor een groote. mooie raadzaal. Men moet ook het economische belang van betere onder- wijzers-salarieering niet uit het oog verliezen, want nu moeten de onder- wijzere zoo goedkoop mogelijk in de kost kunnen zien te komen en zijn zij zeer weinig koopkrachtig. Men mag bij deze gewichtige kwes tie niet vragen: hoe kan ik er het goedkoopst af, doch hoe kan ik het best de belangen der onderwijzers en van het onderwijs verbeteren. De heer HUGENHOLTZ zegt dat de critiek door den heer N. Kruseman öp de voorstellen-Groot c.s. niet steek houdend is geweest Het aanvangssalaris van den eer- ste-klasse-onderwijzer volgens B. en W. is 800, van de plaatsvervangende hoofden f 1300 ,en dit is een groote sprong. De wethouder heeft een voorstel ge daan dat. spreker eenigszins verheugt. We hebbeu getracht in het stelsel van den wethouder verbeteringen aan te brengen, het stelsel zelf intact la tend. Doch," indien de wethouder on der goedkeuring van den raad zijn medewerking wil verleenen om door loopend de salarissen met 100 te ver meerderen. dan wordt nog wel niet alles gegeven wat gewenscht is, doch toch reeds veel. Daarbij wordt het aanvangssalaris vermeerderd en dit is een noodzakelijkheid. Een stad als Haarlem kan met zulk een minimum niet voor den dag komen. D© heer Hugenholtz, nu tevens sprekend over lett. c., wordt tot de orde geroepen, nadat hij zelf gezegd had buiten de orde te wezen. De VOORZITTER kan zich niet be grijpen dat men met bravour buiten de orde was. De heer STOLP spreekt ten gunste der voorstellen van B. en W. De heer N. KRUSEMAN stelt er prijs op te verklaren dat er een fout zat in het voorstel-Groot c. s. Hij heeft ge wezen. hoe de fout in de lijn der heeren zou kunnen worden verbeterd, doch zegt niet na verbetering dier fout met de heeren mede te zullen gaan. De heer GROOT blijft bij zijn bewe ring dat blijkens het verslag de school opziener in zijn redevoering wel dege lijk bedoeld heeft als door hem te vo ren uiteengezet De heer GROOT zegt, dat hij en zijn mede-voorstellers voorstellen in het ka der van het bestaande stelsel hadden gedaan omdat ze geen fiasco wensch- ten te leiden. En Spreker begrijpt niet waarom overgangsbepalingen niet zouden kunnen worden gedaan. Doch Spreker blijft in eik geval bij het door liem en zijn medevoorstellers gedane voorstel en maakt nog even aanmerking op de door den heer Hugenholtz gebruikte uitdrukking: partijgenooten. De heer v. d. BERG noemt een aan vangssalaris van ƒ500 zee gering, doch meent, diat de onderwijzers thans op een ongunstig tijdstip zijn gekomen met liet oog op de zeer belangrijke uitga ven, die door de gemeente zullen moe ten worden gedaan. De heer MCI)OO zegt, in verband met de kosten, dat de onderwijzers in de ongelukkige positie zijn zoo groot, in aantal te wezen. Hij wijst op de salarissen van andere gemeente-amb tenaren. Hoe wil men toch de onder wijzers taxeeren? Men bezoldigt ze met een aanvangssalaris van 500 als er%p plantsoenwachter. De heer BIJVOET wijst er op dat gen meer tegen het voornemen van den Amerikaan in te brengen. Een vergrijp tegen zijn dienstplicht, kon men hem door Wilson zijn gang laten gaan. immers nriet ten laste leggen en als de excentrieke vreemdeling hem nog meer geld op die wijze wildie latera verdie nen, dan was hij zijn man. Zonder nu bepaald te zeggen, dat hij genoegen nam in de v-eddlen- schap, verzette hij er zich ook niet meer tegen, maar liep voor Wilson aan recht op het kreupelhout toe. De bevroren grond, die nu weer opgedooid was. uit zichzelf reeds glibberig, werd nog moeilijker be gaanbaar tengevolge van d'e den- nenaalden. die in de modder lagen. Hier, sprak Schadler, staan blijvend, terwijl hij een twijg, dlie hem in het gelaat sloeg, terug boog. Hier heeft hij onder een hoop rijs gelegen. Weet je dat positief zeker? Waarvoor zou ik dian bosch wachter zijn? Ik heb bij de jagers gediend, sprak Schadler gekrenkt. Als ik eenmaal op een plaats ge weest. ben. dan vind; ik die steals terug, 't zii bij dag of bij nacht. Goed., goed. rieö Wilson, die door den beer N. Kruseman een fout is aangetoond in het voorstel-Groot c. s. Deze voorstellers hebben van die hand wijzing geen gebruik willen maken en nu stellen de heeren Bijvoet, Laane en Welsenaar het. volgend amendement voor: Het aanvangssalaris van een onder wijzer eerste klasse to brengen op 900 met vier tweej aarlij ksche verhoogin gen, dit voor zoover betreft punt c. De heer SPOOR merkt op dat het kostenverschil tusschen de voorstellen R. en W. en Groot c. s. 15,000 ver schilt. en vraagt of hiervan de gemeen te iets krijgt van het rijk. De heer N. KRUSEMAN antwoordt. Het amendement-Groot c. s. wordt, verworpen met 9 stemmen voor, die van de heeren Groot, Roog. Welsenaar. Hugenholtz, de Braai. Modoo, Hofland, Schram en v. d. Kamp. Het. voorstel-Bijvoet c. s. wordt aan genomen met 10 stemmen tegen, die van de heeren Sneltjes. Stolp, v. Thiel. Sabelis, v. d. Berg, Loomeijer, de Breuk, N. Kruseman, Kruseman en van T.ennep. liet voorstel B. en W. is hiermede verworpen. In behandeling komt lett. c., betref fende het aanvangssalaris. De heer NIEUWENHUIJZEN zal nu als consequentie het stelsel in zijn geheel to behouden. De heer VAN STYRUM acht het- in strijd niet de bedoeling van de wet dat in een plaats als Haarlem zou kunnen worden volstaan met een minimum van f 500. De heer N. KRUSEMAN wijst er op, dat. er bijna nooit onderwijzers of on derwijzeressen f 500 als aanvangssala ris wordt gegeven. Het is waar. wat de heer van Styrum zegt. doch dit wordt-zeer veel verzacht door de om standigheid dat bijna steeds meer wordt gegeven als aanvangssalaris. Ter wille der consequentie zal spre ker stemmen voor een aanvangssala ris van 600, dat door B. en Mc is over genomen. De VOORZITTER stelt nu voor de resumptie aan te houden tot een vol gende vergadering. Aangenomen. Punt d. aangenomen zonder stem ming. Bij punt e vraagt de heer STOLP of de f 50 voor ge huwd onderwijzer met huisgezin ook wordt uitgekeerd als de onderwijzer weduwnaar is. De heerN. KRUSEMAN zegt, dat het volgens Min. Borgesius niet geldt voor weduwnaars. Mocht de heer Stolp ech ter een Verandering wenschen in den geest als door hem bedoeld, dan is spr. er niet tegen. De heer STOLP stelt als amendement voor in te voegen het woord weduw naar met een of meer kinderen. De heer SCHRAM wil niet de bijvoe ging met een of meer kinderen, en acht dit niet billijk. De heer SPOOR geeft den heer Stolp in overweging te bepalen een leeftijd voor kinderen. De heer STOLP deelt mede, dat zijne bedoeling is geweest minderjarige kinderen. De heer HOFLAND verzet zich tegen het amendement van den heer Stolp. Salaris moet salaris zijn, dit moet men volledig ontvangen en niet in den vorm van splitsing in dit en in dat. Spre ker zal zich verzetten tegen de uitbrei ding van een stelsel waar bij tegen is. Die heer GROOT zegt, dat het billijk is, dat het voorstel wordt aaug «nomen in den vorm door dien heer Stolp voor gesteld. B. en W. nemen het amendement Stolp over. De overige punten worden aangeno men en de vaststelling aangehouden tot na de resumptie. De VOORZITTER stelt nu voor dia werkzaamheden te staken en over te gaan tot de benoemingeh. Aldus wordt besloten. PUNT 8. Bij B. en W. is ingekomen ©en schrij ven van het bestuur der Vereeniging ,,ket Witte Kruis" alhier, waarin de wensch wordt te kennen gegeven tot stichting, door die Vereeniging, van' een 2e douchebadhuis in het zooge naamde „Leidsche kwatier." Genoemd bestuur dealt evenwel mede, dat de stichting alleen dan mogelijk is. wan neer door de gemeente wordt gegaran deerd de rente (4%) en de aflossing (2%) eener eventueel door ^noemde Vereeniging te sluiten geldleening groot ongeveer 17.000.Bovendien zou moeten worden verleend een jaar lij ksch subsidie van 1000.voorloo- pig voor drie jaren, slechts uit te kee- ren, voorzoover de ontvangsten in het badhuis mochten blijken de exploita tie-kosten niet te kunnen dekken. Wordt de gevraagde steun door den Raad verleend, dan kan de gemeente, indien tot het invoeren van schoolba- den wordt besloten, van genoemde in richting op geschikte uren gebruik doen maken, op de wijze, als in het hiervoren vefrmeld schrijven nader wordt uiteengezet. Waar reeds bij de behandeling van de gemeentebegrootine in den verga dering van 8 November 1899. door ver- schillende ledm de wenschelijkheid reeds de voorbereidende maatrege len voor ziin werk begon te ne men. Hij snoerde door middel van een gordel zijn mantel zoo stevig om het lichaam, dat deze hem bij zijn bewegingen niet kon hinderen, nam zijn hoed af en trok de pele rine van den mantel als een kap over het hoofd. Daarna begon hij aan zijn stok te schroeven en Schad ler zag met verbazing, dat deze niet alleen een degen bevatte, maar ook door middel van een vernuftig uitgevonden stelsel van schroeven en scharnieren en het aanbrengen van een klein instrument, d!at de Amerikaan in den zak bij zich droeg, in een graaf werktuig kon worden veranderd. Dit is geheel en al de uitrus ting van een Galifomischen goud zoeker, sprak Wilson, maar nu opgelet! Óp de knieën liggend, woelde hij mei de handen in den moerassigen bodem, zocht niet ongelijk een hond die een spoor tracht tie vin den, richtte zich daarna weer op, stak de spade in den grond en groef en zocht vol ijver. Hoofdschuddend stond Schadler naar den arbeid te zien van den van de oprichting van gemeentewege van een kinderdouchebad werd ge sproken, en door het lid van den Raad, den heer L. Modoo op 1 October 1900, een voorstel werd ingediend houdende uitnoodiging aan B. en W. tot het ont werpen van plannen en het doen van vooretellen, om tot het bouwen van een gemeentelijk school- en volksbadhuis over te gaan, daar me enen B. en W. te mogen veronderstellen, dat hun voorstel om op het verzoek der Ver eeniging in te gaan. bij den Raad geen bezwaar zal ontmoeten. Wordt aangehouden. PUNT 9. Vier raadsleden, de heeren J. J. Snel tjes, H. D. Tjeenk Willink, L. Modoo en Johan Spoor, hebben in verband met de door den Raad getroffen over eenkomst met de H. IJ. S. M. betref fende de overwegen een ontwerp-veror- dening ingediend tot het heffen van Bouwgeld. bedoeld bij art. 24Qj. dei- Gemeentewet. in de gemeente Haarlem, (d. wegens de Noordelijk en Weste lijk van de spoorweglijnen Amster damHaarlem en HaarlemLeiden in deze gemeente gelegen gebouwde ei gendommen en hunne aanhoorighe- den). Ter verduidelijking zij vermeld dat tot dekking der plaatselijke uitga ven de gemeentebesturen belasting kunnen heffen wegens gebouwde eigen dommen en hunne aanlioorigheden, die gelegen zijn in bepaalde gedeelten der gemeente naar de grondslagen, volgens welke van de belastingschul digen in billijke evenredigheid eene bijdrage gevorderd wordt in de kosten ten laste der gemeente komende, ten behoeve van den aanbouw in de aldaar bedoelde gedeelten. De laatstgenoemde belasting mag alleen wegens de na in voering der belasting gestichte Gebou wen en hunne aanhoorigheden worden geheven. In de verordening komen o.a. de vol gende bepalingen voor: Art. 1. Er zal in de gemeente Haar lem onder de benaming „bouwgeld" eone belasting worden geheven wegens de noordelijk en westelijk van de Spoorweglijnen Amsterdam—Haarlem en HaarlemLeaden in deze gemeente gelegen gebouwde eigendommen en hunne aanhoorigheden. Art. 2. De belasting bedraagt 4 van de belastbare opbrengst der perceelen. zooals die voor de regeling der grond belasting is vastgesteld. Art.. 3. Belastingplichtig is hij, die op 1 Januari van het belastingjaar, blijkens kadastrale registers, krachtens eenig zakelijk recht het genot heeft van eonig na het in werkingtreden van dit besluit gesticht gebouw en zijne aan hoorigheden. Art. 4. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot 31 December. Art. Van gebouwen, diJe geduren de het geheele belastingjaar ongebruikt ot-onverhuurd zijn gebleven, wordt, de belasting op verzoek van belangheb benden gerestitueerd. B. en W. geven er echter een andere interpretatie van en meenen, dat indien bedoeld wetsartikel van toe passing zou kunnen zijn, moet vast staan: a. dat er kosten ten laste der gemeente komen, en b. dat tot het ma ken dier kosten besloten is ten behoeve van den aanbouw op de ten noorden en ten westen van de spoorlijn gelegen terreinen. Daar dit niet het geval is, meenen B. en W. den Raad de be krachtiging van 'de door den heer Sneltjes c.. s. ingediende ontwerp-ver- ordeningen op heffing en invordering van bouwgeld te moeten ontraden. Wordt aangehouden, PUNT 10. Tot leeraar in het hand- en vaktee- kenen aan de Burgeravondschool wordt benoemd de heer Kerkhoff met 17 stemmen. Op den heer de Vries waren. 12 stem men uitgebracht. PUNT 11. Tot onderwijzeressen aan de school lett. B. worden benoemd de dames Nix en van Duyn. De heer GROOT wil aangaande de tweede voordracht opmerken, dat hij de derde op de voordracht geplaatste dame twee uitnemende getuigschriften zijn overgelegd, terwijl bij de eerste twee op de voordracht genoemde da mes van aanbeveling geen sprake is. De heer N. KRUSEMAN zegt dat de onderwijzeressen die in aanmerking komen voor de voordracht een proefles moeten geven en dat dit de maatstaf is voor het hoofd en het schooltoezicht. De proefles van mej. van Duyn is he ter geweest dan die der andere da mes: die was niet alleen goed, maar eminent. PUNT 12. Tot lid en plaatsvervangend lid der commissie van aanslag der belasting op bedrijfs- en andere inkomsten wor den benoemd resp. de heeren J. Sabe lis en A. F. Kremer, aftredend, PUNT 13. Het verslag van den opzichter over de gasverlichting over Juli 1901 wordt voor kennisgeving aangenomen. Amerikaan,, die hem geheel ondoel matig en nutteloos toe scheien. Kon ik u maar behulpzaam- zijn, sprak hij na een poos, maai- ik heb geen enkel werktuig bij mij... Waarde vriend! viel hier Wil son in. terwijl hij zich oprichtte en zich het zweet met. zijn zakdoek van het voorhoofd wischte, al hadt ge ook een werktuig bij u, dan zoudt ge mij toch niet mogen hel pen. Wij hebben gewed', dial ik zoeken en iets vinden zou, maar gij niet. Weder ging bij aan het werk, dat naar alle waarschijnlijkheid vruchteloos zou zijn, terwijl de bosch wachter intusschen een lied je fluitend, heein en weer liep. Laat het u toch genoeg zijn, sprak hij, na verloop van eemigen tijd weer tot Wilson, toen hij zag, dat deze vermoeid en hijgend op hield met graven. U maakt u voor niets moe, u zult toch niets vinden. Kijk eens op het horloge, ba val Wilson hem. Tien minuten over tweeën, herhaalde hij, nadiat de boschwachter aan het bevel vol daan had, ik kan dus nog 50 mi nuten zoeken;. Gewed is gewed en Bij de rondvraag merkt do heer Groot op, dat bij nieuwgebouwde per ceelen zooveel huizen nog ongenum merd eijn. De VOORZITTER zegt toe, hier no ta van te zullen nemen. De heer HUGENHOLTZ wijst er op, dat op de terreinen der lichtfabrieken aan volwassenen voor schilderwerk niet wordt betaald 0.23 zooals in de bestekken staat, doch f 0.20, en dat ook de uitbetaling niet heeft plaats gehad op de terreinen ten overstaan van de directie doch in den herberg aan de Kruisweg. De heer N. KRUSEM/.N zal onder zoeken of dit juist is en daarin als het juist is verandering doen brengen. De heer HUGENHOLTZ deelt iri°rie. dat het. gemakkelijk is uit te maken door bij den aannemer de weekbrief jes op te vragen. De arbeiders zijn doodsbenauwd er over te spreken uit vrees voor ontslag. De vergadering wordt gesloten. Gemengd Nieuws. Een practi8cli dichter. Toen Franqois Coppée tot lid van de Fransche Académie verkozen was, ontmoette hij den dichter Théodore de Banville, die hem van harte geluk- wenschte. „Uwe gelukwensching," zeide Cop pé'e, „is drukkend voor mij. Ik heb een pijnlijk gevoel dat gij geen lid van de Academie zijt en ik wel. We moe ten u ook verkiezen, of gij wilt of niet." „Daar zal ik nooit eene poging toe doen," antwoordde De Banville. „En als wij u toch kiezenzon der dat gij eene poging doet? Als u op een mooien ochtend de titel van Aca- démicien op een zilveren presenteer blad gebracht werd?" De Banville.-dacht even na en zeide toen glimlachend: ,.Ik weet niet wat ik met den titel zou beginnen, maar het presenteer blad zou in elk geval behouden." En De Banville. de gevoelvolle dich ter (in 1823 geboren en in 1891 over leden!, is ook zonder de Académie on sterfelijk geworden. De wilde en het failliet. Een Maori-opperhoofd verloor eens 40 tengevolge van het faillissement van een blanken toko-houder en schil derde den toestand op de volgende wijze: De pakeha (blanke), die pakarapu (failliet) wil gaan, begint zaken, koopt hoopen goederen en betaalt er niet voor. Dan brengt hij al het geld. dat hij kan krijgen, bijeen, bijv. 2000 en bergt niet uitsluiting van 5 alles weg, zoodat niemand het kan vinden. Met de 5 gaat hij naar een rechter en vertelt dezen, dat hij pakarapu wil gaan. Do rechter roept dan al de rechtsgeleerden bijeen, evenals al de menschen, aan wie de pakeha geld schuldig is, en zegt hun: Deze man is pakarapu, maar hii wi 1 alles afstaan wat hij heeft en hij heeft mij derhalve verzocht zijn 5 onder u allen te ver- dealen. De rechter geeft daarop 4 aan de advocaten en het overblijvende 1 aan de andere menschen. En daarop gaat de pakeha naar huis. De schoenen van Wallen- stein. Onlangs trad een jeugdig officier der keizerlijke garde in Berlijn, ie mand die zoowel aan het hof als in andere voorname kringen zeer Gezien was en zich in de bijzondere vriend schap van keizer Wilhelm II mocht verheugen in het huwelijk met de dochter van een der rijkste bankiers der hoofdstad. Veertig jaar -deden was schoonpapa zoo arm als Job. en zooal niet op één schoen en één slof, dan toch op een paar afgetrapte en scheefgeloopen schoenen, naar Ber lijn gekomen, waar hij zich sedert op werkte tot hofbankier. Toch schaamde hij zich ziinev af komst niet. Integendeel, had hij de oude schoenen, waarmede hij zijn in trede in de wereldstad, gedaan had, onder een glazen stolp o- den schoor steenmantel van zijn salon gezet. Op den dag van het huwelijk kwa men tal van hooge gasten het jonge paar ten huize van den bankier geluk- wenschen en de keizer, die den offi cier een bewijs van zijn bijzondere hoogachting wilde a-even meldde zich eveneens tot het bezoek aan. Plotse ling bemerkte Wilhelm II, die zelf een uitgebreide verzameling oude schoe nen van historische beteekenis bezit en zich met voorliefde daarmede be zighoudt, d© schoenen op den schoor steen. Hij meende ze te herkennen en merkte op: Hé, dat is aardig! Ik zie daar de schoenen van Wallenstein staan. Merk waardige exemplaren! Pardon, sire, onderbrak hem de bankier, dat. zijn mijn schoenen, mijn eerste schoenen, waarmede ik mijn fortuin begon, veertig jaar geleden... alles moet naar den regel gaan, maar ge behoeft hier niet op schild wacht te staan, voegde hij eir bij, ik kan mij best voorstellen, dat u de tijd lang valt. In uw geval zou ik eens gaan zien of ik geen stuk wild onder schot kon krijgen. Maar haal mij precies om drie uur af, want ik zou gaarne om half vier aan 't station zijn. De bosch wachter liet zich clat geen tweemaal zeggen. Hij was ze ker van ziin driehonderd Mark, want de Amerikaan zou toch niets vinden en dat hij hem zou bedrie gen, om zich drie Mark van hem toe te eigenen, daarnaar zag hij er niet uit. En buitendien, als de Ame- kaan hem een poets wou bakken, dan kon hij diat toch ook wel d'oen al bleef hij hier ook wachten. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6