DE ZATERDAGAVOND GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD". Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Het Diaconiehuis. Haarlemmer Halletjes. No. 56. Zaterdag 28 September. 1901. Vleest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. Voorgevel Diaconiehuis. Bij de afbeeldigen. Het groote huis in de Jansstraat, met dien kloeken voorgevel, die brea- de deur en lange ramenrijen, kennen we allemaal. En men zal onmiddellijk begrepen hebben, met één oogopslag hebben gezien, dat de interieurs, die hier even eens worden afgebeeld, uit het huis zijn, dat dien voorgevel tot front heeft. baar achter die groote deur en ach ter die ramen-rijen. daar zijn de stor men des levens tot bedaren gekomen, en de wilde zeeën gestild. Emoties en hartstochten kent men er niet meer en daar brandt nog maar één vuur dat niet wordt uitgehluscht. Dat is het vuur, dat in elk menschenleven tot het laatste sprankje gloeien blijft, dat nog door het flauwste zuchtje wordt opgeblazen: de hang naar hei leven, de liefde tot het leven. ook in de stijve gebondenheid van een gere glementeerd diaconiehuis, na strijd en zorgen, zwoegen en werken.. De stommen gestild.. Ziet ge daar aan den wand in de eetzaal der mannen de zware hang klok? Zoo zwaar en zoo ernstig als die klok daar hangt, zoo zwaar tikken ook haar slagen, die gestadig aan tik-tak- tik-tak de uren melden die weer zijn vervlogen bij der uren tal. En op dien zwaren. gestadigen. re gulieren klokkeslag nooit uit te voe gen. niet meer bewogen door drift of jacht, gaai het diakenhuis-leven zijn gestagen gang. door strijd niet meer geëmotioneerd, door zorgen niet meer gekweld, afgebakend en uitgerekend bij tijden van huiswerk, uitgaan, eten en slapen. Om hen heen bruischt het wild le ven, klotsen de onstuimige golven, de woeste, wreede meedoogenlooze struggle for life en ze merken het niet. Om hen heen kookt, de branding van den socialen strijd en ze merken het niet. Het tikketak van de zware hangklok I roept stiller tijden voor hen terug, i tijden toen het alles zooveel anders was. zooveel kalmer, gelukkiger en bevredigender scheen. Toen alleen de 1 stormen in eigen leven woedden en ja veel vernietigden, veel schoone il- I lusies en hlijde verwachtingen tegen j den ruwen grond der realiteit te plet- I ter sloegen, maar toch niet als hevige j orkanen het algemeen leven bewo- gen... Die stormen in eigen leven, daar denken ze aan, en met een glimlach van droeve berusting volgen ze het getiktak tot in het. tegenwoordige glad effen leven, dat als een ongerimpeld beekje K Wat levens-tragedies en levens-co- medies zullen verborgen zijn achter die berustende gezichten, achter dat kalm voor zich heen leven. We hebben geen diaconiehuisr-man- netje gesproken, die zijn historie ver telde. maar als ze eens aan het ver- tellen zouden gaan. Maar wat zouden ze van hun tegen woordig leventje te vertellen hebben? Het is altijd hetzelfde, dezelfde sleurgang in den avondstond, totdat de zon zal zijn gedaald en het bloedrood niet meer zal staan boven de kimmen. Ze staan op. niet laat. niet vroeg, doen, als ze het kunnen, licht huis- werk. zoeken hun pijpje en drinken hun koffie, spelen hun spelletje of le zen hun krant en de vrouwen verstel len haar goed of doen een handwerkje. Op de vrije middagen en Zondagen gaan ze wandelen of naar hun fami lie,, of kennissen, waar naar we hopen een goed deel zonneschijn hen mog»; verwarmen voor de trage dagen die komen gaan. De eenzame hoed. die daar boven de kleerkast te zien is op de afbeelding van de slaapzaal, die eenzame ..hooge i zije'' dat is het symbool der uitgaans dagen van de mannen, het symbool hunner dagen dat ze niet zijn in „het huis", maar vrij. zich-zelf. gedekt door het deksel der deftigheid. Deftigheid Een deftigheid, die even zonderling aandoet als de hoed zelf. daar bij de bonte, boersche. groo te ruiten-gordijnen van katoen. onder er zijn van buitengewcmen omvang, benevens ontelbare stu diën en teekeningen. En hij stierf reeds op 37-jarigen leeftijd. Van Paulus Potter, die zijn stier op 22-jarigen leeftijd schilderde, bestaan ook ver over de honderd schilderijen, benevens tal van et sen en teekeningen. en hij stierf reeds in zijn 29e jaar. De vruchtbaarheid van sommige toondichters doet voor die van schil ders niet onder. Beethoven heeft bij de 140 genummerde en meer dan 60 ongenummerde werken na gelaten. Hoevele compositiën bezitr ten wij niet van Mozart. Schubert en Mendelssohn Bartholdy, of schoon zij tusschen hun 30 en 40e jaar stierven. Eetzaal der mannen. Een nuttige hond. ..Ik twijfel niet. of er zullen op de, hondententoonstelling wel mooie die- i ren geweest zijn." zei een buitenman, die aan een tusschenstation op den trein was gestapt: ..maar ik heb thuis 1 een hond. dien ik voor den beste niet zou willen ruilen." ..Van wat voor ras ft hij?" ..Dat weet ik niet. maar ik noem hem Koolie!" ..Collie bedoel je?" ..Neen. die soort ken ik wel. Ik zeg van Koolie. en hij is voor geen geld te koop. Hij is leeliik. maar ik weet niet, hoe we zonder hem zouden kun nen huishouden. U moet dat ik hem geleerd heb de spoor treinen te blaffen, als zii ons huis voorbijkomen. Dat is het eenige wat hij te doen heeft. Dan zet hij een bek op van belang. Uit kwaadheid daar over hebben iedere machinist en sto- ker op die lijn hem den dood gezwo- ren. O, hij is een hond van groote j waarde ..Ik zie niet in. waarin die waarde bestaat." Kunt ge dat niet inzien? Dat zoudt ge wel. als ge in mijn plaats waart, en al die brokken steenkool kreegt. die zij den hond naar zijn kop en haast vlak voor mijn achterdeur neersmiï- ten." Reinigen van glas. Vensterglazen en spiegels wor den bijzonder helder door geest van salmiak. Men doet daarvan een theelepel vol in een schotel water. Opgevangen uit den volksmond na de laatste Boeren-successen. ALLERLEI. Slaapzaal. Groote vruchtbaarheid van sommige kunstenaars. Het is bekend, dat er onder de schilderijen op naam van Rubens niet weinigen zijn, die door zijne leerlingen geschilderd wenden. Maar al wil men er die aftrekken, dan blijft het. aantal doeken van dezen schilder in de musea van Antwerpen en Brussel, het Louvre te Parijs, d'e Belvedère te Weenen, de Pinacotheek te Munchen, de Hermitage te Petersburg en in an dere openbare en bijzondere ver zamelingen nog verbazend groot, om niet te spreken van de menig te teekeningen. Als men d'e schilderijen van Rem brandt optelt, die hier te lande, te Parijs, Munchen, Dresden, Kassei, Brunswijk, Petersburg. ja, waar al niet bewaard worden, en daarbij in aanmerking neemt zijne hon- derden etsen, dan bewondert men 1 niet minder de werkkracht van i dezen meester. J Van Rafael kent men ongeveer I driehonderd schilderwerken, waar-1 nNNW«HW'BTTlll Een enthousiast pro-Boer„Allebei mijn beenen geef ik er voor, als we iederen dag zoo'n telegrammetje kregen." Een Zaterdag avm dp ran tje. Als je het niet beter wist doordat zoo nu en dan een doorgestoofd potje je komt verrassen, zou je waarempel denken nog midden in den zomer te zijn. Ik bezocht Zondag Zandvoort. en daar was dé illusie volkomen bij gebrek aan vallende bladeren. Alleen de plank was ingenomen, zoodat je door het mulle zand moest worste len naar de vochtige, harde kust strook. De badkoetsjes hadden zich la ten opbergen in onbekende erewesten waar geen winterkou hen kan deeren. Badstoelen waren er nog wel. maar ze schenen alle gereserveerd te zijn. ten minste een gewoon mensch kon op die manier niet tot zitten komen. Maai bij Driehuyzen naar was t nog altijd een gulle ontvangst, en kon men zich nog eens gelijk zoovele lange, zo- mer-dagen, laten bruinroosteren door een hartelijk, warm zonne schijntje. 't Is daarom op zijn minst venomen onvoorzichtig te noemen dat de E. N. E. T. nu al met een winterdienstrege- ling in de bladen durft verschijnen. De wagens waren Zondag nog goed bezet. Maar zij moet het zelf weten. Als z ij het weer boos wil maken, zal zij het ook op hare verantwoording hebben, als wij spoedig met roodge- snoten neuzen, koud en humeurig in hunne wagens verschijnen. Of is dat misschien haar bedoeling? Neen, dat kan niet wezen. Als tegenwicht wil ik liever hopen, da:, de plassende regens en gierende Oostenwinden nog langen tijd uitblij ven. Wat moet er anders terecht ko men van de arme wandelaars, die er toch ook blijven, niettegenstaande de beide trammaatschappijen! Hoe moeten wij het stellen als de door veelvuldige opbrekingen gansche- lijk gedesorganiseerde -tad in een modderpoel wordt herschapen. Want al ben ik geen straatdeskundige dat geschiedt, ik verzeker het u bij den aanstaanden baard van mijn jong ste neefje, zoodra het eerste flinke buitje valt. 't Moet gezegd, dat die luidjes met houweel en schop weten om te gaan. Zoo zie je een straat nog netjes en gladjes neerlien. en geen vijf minu ten later is er een smalle, maar diepe geul in geslagen, waarin pootige werk lieden staan te trekken aan een lan gen kabel. En de menschheid is ver plicht in duizend angsten voor moge lijke instortingen, over de vlug gesla gen bruggetjes te kuieren. Ik wou dat ik een stelletje van die menschelijke mollen tot mijn beschik king mocht hebben. Och. een enkel uurtje maar. Dan zou ik mij aan hun hoofd plaatsen en primo marcheeren naar de Groote Markt om daar het plaveisel op te breken, en secundo op het Houtplein hetzelfde gaan doen. Dit is nu geen pleidooi ter wille van Wouter zijn fiets-rijden. of mijn ek- steroogen. Wouter hobbelt met een kalmte die ik inderdaad in een vol bloedige natuur als de zijne bewonder, over berg en dal, zonder een kik te ge ven. en ik verdraag, ik maf zeggen met eenigen heldenmoed, de pijnlijke aanrakingen met puntige keien. Maar 't is voor de waardigheid van de stad dat ik het zou willen. Want de quaestie is deze. Wij krijgen elk oogenblik vorstelijke bezoeken. De vorige week was het de Kroonprins van Duitschland, en nog maar een paar dagen geleden de Koningin-We duwe van Italië. Gewoonlijk krijgen zij dan een aan bevelingskaartje aan mijn adres me de. Mijn hooge vrienden in Haag we ten, dat ik, als volbloed Haarlemmer, goed met mijn stad bekend ben, en sturen mij daarom telkens een offi cieus verzoek om de vorstelijke gasten wat ter wille te zijn. en rond te leiden. Maar dan schaam ik me soms d' od. De Kroonprins zei op de Markt mot seling tot mij, terwijl een glimlach over zijn gezicht vloog: ..Och, kijK er eis, wat een aardige steentjes, mijn heer Fidelio. Dat had ik nog weinig gezien, hoewel ik in en om Bonn, mijn academie-stad, nogal eens rondzwerf in kleine buurtjes van vergeten stadjes!" En nog geen week later verdacht er de Koningin-Weduw - Italië onze Groote Markt van, een voortzeit' ie zijn van de brokstukken-tentoonstel ling die gehouden wordt op de bin nenplaats van het Pand." Nu had ik- een verzoek Niet om een fatsoenlijk plaveisel te maken op Groote Markt of Houtplein, daar is onze stad niet rijk genoeg voor. Je moet altijd een beetje rekening hou den met den stand der geldmiddelen: maar laat deze beide stadsgedeelten en alle andere straten waar het zoo mid- deneeuwsch met de bestrating gesteld is, eens heel ruw en nonchalant op breken en weer dichtgooien door de kabelleggers. Ik ben er verzekerd van dat wij er altijd bij zullen win nen. Hoe het mogelijk is, begrijp ik nog niet. maar ik zag deze week op de Zijlvest een voerman zóó handig manoeuvreeren met- zijn paard, dat het dier vastgekneld raakte tusschen de nauwe wanden van een lichtfabrie- kenkloof. Niet dan met de grootste moeite kon het worden losgemaakt, om zijn tocht voort te zetten, in gezel schap van den steenkolenwagen dien het gehouden was voort te trekken. Een andere verrassing wachtte mij aan de oevrzijde van de brug. De villa ..Dora", die den geheelen zomer met geloken oogen heeft gestaan, vertoont weer eenige teekenen van leven. Niet dat de blinden zijn geopend, de roode trossen wingerd opgebonden en het hooge onkruid gemaaid is zoover zijn wij nog niet. Maar er waren een paar tuinlui bezig het lage struikge was aan de wegzijde weg te kappen. Wellicht dat wij ook het fraaie huis spoedig weer aangekleed zien. 't Is te wenschen, want inderdaad werd van den zomer een der mooiste punten van den weg er door bedorven, 't Dreigde er een tweede Kraton te worden, en begon tevens al te dienen tot speel plaats der kinderen, die zonder gewe tenswroeging over de hekken klommen als hun hart er hen toe dreef. Trou wens wat is ook ..leuker" dan zoo'n verlaten huis niet verwilderden tuin net zooiets uit een sprookje. i Bouwgeld in het Schoterl^vartier zal ook wel een sprookje blijven, of ik moest mij al heel sterk vergissen. B. en W. hebben er zich met vereende krachten, en zeer beslist tegen ver klaard, en zoo het schijnt, op goede gronden. Want de meeste rechtsge leerden die aan H a a r 1 e m's Dag blad een antwoord zonden op de vraag hoe zij erover dachten, schre ven dat h. i. de toepassing, welke het voorstel-Sneltjes c. s. beoogt te geven aan artikel 240j er gemeentewet, on geoorloofd is en strijdig met den let ter en bedoeling van dit wetsartikel, 't Zal mij benieuwen wat mr. Spoor, die toch óók ervaren rechtgeleerde is. daartegen^heeft in te brengen, 't Kan een hoogst interessant, juridiek steek spel worden. Ik houd lijet niet op hem hij permiteere mij! De belanghebbenden schijnen zich ook niet bijster druk te maken over het naderend gevaar. Ten minste je leest geen van verontwaardiging tril lende ingezonden stukken In de dag bladen. noch hoort van protestvergade ringen. En de Binnenlandsche Ex- ploitatie-Maaischappij, die er voor een groot deel bij zou betrokken zijn als dat vliegertje van mr. Spoor c. s. op ging .adresseert niet een aan den Baad. Ze wacht met een gerust glim lachje den uitslag af. Mr. Spoor c. s.! De heer Modoo heeft er in Het Volk al voor op z'n kop gehad, dat hij zoo'n ingrijpend voor stel dorst in te dienen, met eenige „li berale" heeren, en dat buiten zijne partijgenooten om. Ik geloof dat het partij-duiveltje in deze aan genoemd blad ook parten heeft gespeeld. Wat niet te verwonderen is daar het een partijblad is. onder redactie van par tijmannen. En het was of ik den heer Modoo op het verwijt aan zijn adres hoorde antwoorden, toen de heer Groot in den gemeenteraad de bekende verklaring aflegde, dat hij hier niet als partijman zat, maar ala gemeenteraadslid, die gehouden is te zorgen voor de belangen van zijn stad. Mèt den heer Hugenholtz kan Het Volk dat opstrijken. Ik denk dat de onderwijzers die ver- hooging kregen er geen oogenblik om getreurd hebben, dat dit gunstig re sultaat bereikt is langs een anderen weg dan zij verwachtten. En het pleit voor de democraten dat zij allen, zon der uitzondering, stemden voor het voorstel van de heeren Bijvoet. Laane en Welsenaar. zonder er bij te denken dat het voorstel „hunner partij" nu kwam te vervallen, 't Komt er ook niet op aan op welke wijze het goede in vervulling komt. A1 s het maar be reikt wordt. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5