De lynchwet in Texas. Den volgenden morgen kwam hij tot Diij om vergiffenis te vragen. Waar is het geld?'' vroeg ik dade lijk. ren reeds sedert jaren in mijn dienst, ofschoon zij niet veel deugden. Ik stuurde hen vooruit met de proviand en beval hun mij tegen den avond mei „Weg. Heer; alles weg. alles is ver- een goed maal op te wachten. Moede, (dronken en verbrast, en bovendien hongerig en dorstig kwam ik aan om (bleef ik nog zeven roebel schuldig aan tot mijn schrik te bespeuren, dat zij [bleef ik nog den herbergier." Het duizelde mij. „Makar. dat je alles hebt verdron ken. kan mij weinig schelen, ik had dit wel moeten verwachten; maar het Bpijt mij. dat je niet getoond hebt, dat je mij vertrouwt. Iemand, die geen vertrouwen in mij stelt, kan ik niet gebruiken, en over eenigen tijd ..moet je mijn dienst verlaten." mijn wijn en andere spiritualiën had den opgedronken en niets in gereed heid hadden gebracht: ook waren zij natuurlijk totaal ongeschikt om iets uit te voeren. Ik at een weinig van de meegeno men conserven, dronk een beetje over gebleven wijn en legde mij ter ruste. Deu volgenden morgen verklaarden hem terugverlangde, en zoo had hij gehoord, dat ik hem riep. en hij wus gekomen. Om hiertoe te geraken had hij den weg I al bedelende en stelende afgelegd, en ik wilde ook niet doorgronden wat voor handwerk hij had opgevat al dien lan gen tijd: maar toen hij daar vóór mij stond, sprongen mij de tranen in de oogen, hoe laag. hoe dierlijk hij was! Ik liet hem baden, gaf hem kleeren en schoenen en begon van voren af aan. Weder ging alles goed. Doch, ik moest, helaas, weder op reis. Toen ik terugkeerde, was Makar alle drie mij niet in deze woestenij te we] ten mijnent, doch in zulk een toe- Schilaeschje, ik zal gehoorza- i willen gezelschap houden en reden stand, dat ik hem niet wilde zien. Van tijd tot tijd moest ik echter op reis, en bij mijn terugkomst wilde ik liever niet weten wat er ten mijnent ge peurd was. Doch de dag van Makars rertrek naderde, en hij kwam dan ook 's morgens om afscheid te nemen. I Voor mijzelven had ik eenige aan tekeningen gemaakt over het nog door hem te ontvangen loon. Toen hij dus kwam, reikte ik hem de rest, een ze yentien roebels ongeveer, over. Met eene beleefde buiging, schoof hij het geld weer zachtjes naai- mij toe ïn verklaarde op radden toon: ..Ik wil niet, dat u mij alle dagen kis werkdagen aanrekent, tenminste de feestdagen niet. want toen deed ik hiets voor u, doch dronk. U bent zóó- ieel maal op reis geweest, en den eenen keer zóó lang, de andere maal zóó lang jreggebleven: die dagen moeten er ook if, want toen verzuimde ik ook mijn Het jacht van den Czaar ieu pB,iiSUC v.*,.- De reis van den Czaar van Rus- jestueuse adelaar met zwarte, uit- De vertrekken van den Czaar, zende kansen, toen het voorwerp van land over Denemarken naarDuitsch-; gespreide vleugels zijn vlucht te de Czarina, de Czarina-weduwe en naar mijn buiten terug om mij van De dagen gingen voorbij. Ik was het daaruit nieuwen voorraad te zenden. met mijzelven niet eens hoe te hande- Het spreekt vanzelf, dat ik hen uit mij n ien. peinsde en overlegde, wikte dul- dienst ontsloeg. Nu was ik moederziel alleen, te mid den der eenzaamheidIk kon nie: terug. want mijn plicht was daar. Ik was mijn eigen koetsier, kok. kortom alles, doch eiken dag drukte mij die gedwongen eenzaamheid meer. Zeke ren nacht, toen de wolven luider huil mijne beslommeringen vóór mij stond land en Frankrijk is volbracht aan nemen. Twee vergulde kabels loo den Czarewitsch bestaan ieder uit boord van het keizerlijk jacht pen langs het boord en eenige gou- 3 kamers: slaapkamer, salon en ,,Standart", dat een meesterwerk den arabesken sieren den omtrek badkamer. In he: midden van deze en om vergiffenis vroeg. Hij viel op de knieën. Was dat Makar? Droomde ik? Goed gekleed, keurig geschoren, fat soenlijk en frisch zag hij er uit. Ik moet bekennen, dat ik van de eene den. de jakhalzen bijna onophoudelijk verbazing in de andere viel. i moderne scheepsbouwkunst is. van de kleine lichtopeningen. appartementen bevindt zich de ge- De „Standart" draagt 3 stalen Het dek meet 420 bij 50 voet. De meenschappelijke eetkamer. Alle masten, die ii.000 vlerk, voeten beide machines, die ieder een vertrekken zijn prachtig gemeu- zeil kunnen dragen en 2 groote schroef drijven, hebben een ver- beid. Bovendien bevinden zich nog schoorsteen en. De romp van het mogen van 15.000 p.k. en geven het aan boord een gala-eetzaal, een schip is geschilderd in de keizer- vaartuig een gemiddelde snelheid werkkabinet en een kapel. 111 wei- blaften in de verte en hond en paar- „Sta op. Makar. je behoeft niet voor üjike kleuren: zwart- tot aan de wa- van 19 knoopen. De equipage be- ke laatste dag en nacht iampen den onrustig werden, dacht ik aan mij te knielen. Wat wil je?" Makar. En vreemd, ik was er zeker van. dat hij mij nooit ofte nimmer zoc alleen zou hebben gelaten, niettegen staande zijne fouten. Daar ik later nog meer van zulke tochten zou moeten" ondernemen, be sloot ik hem te laten opsporen. Thuisgekomen, na een naar weken, zond ik een schrijven aan de politie te plicht. Mijn juiste rekening is, dat ik xiflis, eene niet te ver van mij verwij. ilechts een paar roebel mag en kan derde stad, en ik verzocht eveneens Jannemen, en dat doe ik met groote j mijn broeder, die daar woonde, hem te iankbaarheid. Niets kon hem van besluit doen ver- uideren. laten zoeken. Na eenigen tijd kwam het antwoord. Makar was gevonden geweest, doch ..Ik weet zeer goed, Heer. dat ik na nu wist men niet meer waar hij zich jet voorgevallene niet meer in uw jieust kan wezen; doch indien het .ocht gebeuren, dat ik nog eens kan j ferugkeeren, deel dan mijn dag niet i bevond. ..Mag ik spreken. Heer?" „Ja." „Toen u weg was. Heer. heb ik weer gedronken, en ..Dat weet ik; spaar ir lijke verhalen." ..Het moet, Heer; ik dronk veertien dagen en nachten achtereen, moest op krediet, en toen ging ik naar huis en voelde mij onbeschrijfelijk ellendig." Ik vond dit geen wonder! ..Ik ging te bed liggen en kon niet meer opstaan, geen lid verroeren. Maar i in mijn hoofd bruischte en suisde het, altijd door. en dat suizen ging over in heerlijke muziek, zacht en Liefelijk. Het geleek kerkmuziek, met klokketo terlijn en daaronder geel. Van vo- staat uit 350 man onder bevel van branden, ren schijnt een dubbelkoppige, ma- 20 officieren. dig vindt iets voor mij te doen om mij die walge- genoegen te geven, zeg dan: ..Dank aan te wakkeren. Makar!" en ik ben tevreden. Voor mij is Makar eene schoone fi- ledige kist. die terzijde van guur geworden. Hem ziende, moet ik stond, en sprak: steeds denken aan de woorden van h-t smeulende hartstochten der menigte getuigen. Pat Egan riep op een steeds droevi ger toon. om een verontschuldiging. Plotseling sprong een man op een Eensklaps haalde een lange kerel, met Ik een rooden baard, die naast mij on der de toeschouwers stond, een ver del voor een volksgerjcht te bazend groote revolver uit zijn zak, Evangelie van Lukas: „Alzoo, zegge benoemen .en dit proces zonder uji- wel een voet lang. en. zonder compli menten op mijn schouder leunend, ••te"! bracht hij het wapen om de hoofden vervolgens der gezworenen heen. tot bij het hoofd an den kleinen Ier. Mr. Egan. mompelde de reus met ik ulieden, is daar blijdschap voor dc Engelen Gods over éénen zondaar, die zich bekeert. stel af te doen, zeide hij. Ja! ja! antwoordden eenige j men. eerst afzonderlijk. En dan juicht mijne ziel en ik hoop I talrijker. en vertrouw, dat God hem moge geven. ver Het volk had gesproken. Ik stel voor kapitein Sollas tot de revolver: mr. Egan'. Hij was van mij naar Tiflis gegaan nen vermengd, en de Engelen zongen. en had bij mijnen broeder, van wien hij had gehoord door mij, dienst ge zongen. Het was alsof zij mij wenkten en riepen tot hen te komen. En ik h. zooals ge met de anderen doet, doch ZOcht als koetsier of iets van dien aard. wilde wel opstaan, doch ik kon niet. ,at mij vrij werken; zoodra gij mij dus Daar die van mijn broeder toevallig Dit duurde een paai' dagen. Toen kreeg 'pont, dat gij vertrouwt, zult gij nog zïek was en men in mijne brieven veel lieer van mij gedaan krijgen." over Makar had gelezen, beval mijn Ik kon hem dit belooven, daar het broeder hem den stal te bewaken en Dij weinig zeker voorkwam hem we -1 Ier te zullen zien. „Dan, Heer," vervolgde hij met be- jende stem, „hoe ongepast het ook uit tiiin mond moge klinken, ik heb u fefgekregen. Er zullen wellicht dagen iomen, dat u denkt mü noodig te lebben, dan, al ben ik duizende wer-dgn volgenden morgen en wachtte' jten van u verwijderd, roep, en ik zu omen." 1 „Makar, je bent een trouwe jongen! leg, zou je niet naar de kerk gaan en en Pope vragen je voor de gansche ïmeente den eed af te nemen eer te zullen drinken?" „Onmogelijk, Heer!'" „Waarom onmogelijk?" „Omdat ik een meineed zou begaan. Ie tijd) om af te zweren is nog niet ekomen"en droomerig liet hij er p volgen: „neen. die tijd is nog niet pkomen .Vaarwel, Makar'. Vaarwel en dank, Heer! God zege- ik wel het gebruik van mijn ledematen terug, doch de muziiek klonk steeds sterker in mijne ooren, en toen zeide ik tot mijzelven, dat de tijd gekomen was den eed af te leggen in de kerk. Ik ging tot den Pope, vertelde hem alles en legde den eed af ten gehoore van de geheele gemeente. Thans ben ik een ander mensch. Vóór u staat een oude Makar met veel levenservaring, en toch is hij jong, jong! Wilt ge het nog eens met mij probeeren?" Trouwhartig blonken zijne blauwe Het werd herfst, winter; ik wachtte oogen mij tegen. Ik heb hem geloofd. de paarden goed te verzorgen en gaf hem den sleutel. Makar was echter den eersten nacht reeds weggeloopen. had de paarden zonder eten en drinken gelaten en den sleutel in het slot laten steken. Geluk kig bemerkte mijn broeder het reeds Makar: doch «deze kwam niet, terug. en wachtte. Voorbij ging de winter met zijne vreéselijke toestanden voor an niet de Afghasen. en weder werd het voor jaarIk begon naar hem te verlan- Goddank! I Diit is thans veertien en een half j jaar geleden. Makar heeft nooit meer gedronken. Door kracht, trouw en b, Ik reed, verhaalt de reiziger Townshend, in gezelschap van een planter uit het land, den heer Malan. president te benoemen, antwoordde de spreker. Maar de kleine man. in zijn ver zoek verdiept, hoorde het niet mr. Ik ondersteun het voorstel zeide Egan! herhaalde de reus een weinig een ander, aan den voet der kist. Degenen, die van meening zijn luider. Dezen keer ving Pat zijn naam op kapitein Sollas tot president van het en keerde zich driftig om. Hij stond volksgerecht te benoemen, moeten ja nu vlak tegenover den mond van de zeggen, vervolgde de spreker. Een aanzienlijk getal ja's antwoord- op ongeveer een mijl afstands het on- de He( gjng RHn Kprk Gefn langs gestichte kleine sta je organ j,cs]uj,ej00sjlej(j meer. Toch begon langs, toen het dofte geluid van een iede|. van degenen die ja gezegd had. pistoolschot ons bereikte. Bijna ter- den eyen rond kijkw) o[ hjj ge(n stond daarop zagen wij menschen revolverschot ontving in ruli voor zijn uit hun huizen komen en twee of drie stem Maar zjende dat er geen op-0 met karabijnen gewapende ruiters na- p0Sjtie was vatte de menigte moed en niets meer aan! loopen naar het punt, dat de alge revolver. Mr. Egan. komt u dit voldoende als verontschuldiging voor? vroeg de reus op sarcastischen toon. Waarop de heer Egan achteruit sprong. Zeker, mijnheer, zeker, riep hij, geheel en al voldoende!... Er ontbreekt En de wettige vertegenwoordiger van gen. Iets zeide mij, dat die man niet j leid heeft hij zich van gewonen arbei- doortrapt slecht, doch zwak, zeer zwak der opgewekt tot vrijen boer. Hij heeft was, en ik nam mij voor hem niet op i een stuk land van mij in lage pacht, te geven, en zoo onze wegen zich nog j bezit vee en paarden, en wat meer zegt, eens mochten kruisen, hem de behulp- I is gehuwd met eene brave vrouw, zame hand te reiken. Moet ik op reis, hij bewaakt mijn Ik had eenige boeren uit den omtrek huis en erf als zijn eigen, bevolen ,in alle herbergen naar hem Is er veel werk, hij biedt zich onge- te zoeken. Overal badder- zij weer vraagd aan. handlangers, en ik was bijna zeker hem weer te zullen zien. De Afghasen zijn spoedig te onder- met eenige vrienden het onmogelijkste g*enspo*ren heiden van de andere bewoners, en j werk. zonder z:~ mijn hoop werd verwezenlijkt. Op een I rast te gunnen. de ja's werden eenparig. Toen sprong QM.. meene belangstelling zich scheen te {|age6n( op de kist gestaan had. op het gouvernement Colorado verdween vereenigen. Door nieuwsgierigheid ge-1 deQ groad en werd op de tribune ver-zonder dralen, dreven, richtten wij onze ponys naai vangen door een man van hooge ge- hetzelfde punt. j stalte, gebronsd van huid en grijs van Het hof zette zicli aan het werk. Die boef van een Cheynne heeft baard Het was kapitein Sollas, die 1 Onder het volk was een soort advo- reeds verscheidene aanslagen hier be- menigmaal de functies van presidentcaat gevonden, zeer jong. niet een la- proefd, zeide de heer Malan tot mij. j gejjjke gevallen had waargenomen, maar er heeft uog geen moord plaats I in den eersten tijd van Denver, gehad; laten wij hopen dat de reeks Mijne heeren, sprak de kapitein, j schuldig.de. niet gaat beginnen.. kensche jas en een hoogen hoed. Men gaf hem als verdediger aan den be- ik ben door het volk aangewezen om De eerste getuige werd opgeroepen Het stadje, plotseling als een padde- j in deze zaak uitspraak te doen. Vindt en zwoer op den bijbel, dat hij de stoel aan den oever der rivier verre. gij goed> dat ik door een jury wordtwaarheid zou zeggen, de geheele waar- ■Éfj fÊÊ" 1 bijgestaan? Zij, die van dit gevoelen h©id. niets dan de waarheid, zijn-, zullen wel ja willen zeggen. zen, bestond uit veertig of vijftig hou ten huisjes, de meeste nog onvoltooid. Hier en daar verhief zich een schuur, hoop metselwerk, een stapel timmer- j kreet van ja uit het volk op Ik at, zeide hij, aan ae table Deze keer steeg er een algemeene d hóte bij den ouden Irons. Er was geen plaats meer open. Deze man is In dien tijd gebeurde het, dat ik erk had in de steppen. Voornamelijk oest ik opmetingen doen ën gronden Dtginnen, waardoor ik gedwongen zonnigen morgen in Mei stond Makar jas somtijds dagen en nachten achter- weder vóór mij. n in een tent onder den vrijen hemei or te brengen. Staat het. koren op het veld'en is er i bout 0p het gras, waar een maand; Tegen? niemand.. hernam de gekomen; hij wilde eten, en, daar hij regen in aantocht, hij verricht's nachts j vroeger vrjj de buffels graasden; wa- j president. op den onverschilligen toon geen plaats vond. begon hij te brom- met eenige vrienden het onmogelijkste gensp0ren gaven de teekening der Van een afslager, terwijl hij zich boog jin®"- Een der dienstboden heeft hem scheiden van de andere bewoners, tn werk, zonder zich daarvoor over dag j voornaamste straten aan. Midden tus- om één zijner huurlieden te gezeSd zijn heurt af te wachten, en, mijl hnnn te gunnen. jscheii het werk stond een locomotief j antwoorden. Deze onverschillig-toen hij haar ruw antwoordde, heeft Heb ik een wensch. dien hij bij te blazen, de eerste die ooit de vlak-beid moest, opzettelijk zijn. want, zij hem een kop koffie, dien zij bin- machte is te volbrengen, hij doet het. ten van Colorado had bereikt: dat j jk merkte het wel op. noch hij. noch nenbracht. in het gezicht geworpen. as^dat Makar? Dat ellendige^ ui! Ziet bijzat mijne laarzen herstel j was de fee, die plotseling het nieuwe j zt-jn vrienden hielden maar een oogen- Daarop is hij boos geworden; twee of H| u., i. station uit het niet had doen ont- blik hun oogen van het volk af. om j drie kostgangers ziin opgestaan en staan: zij was daar blijven stilstaan zjcb te verzekeren dat er geen schijn 1 hebben hem de deur uitgeworpen, omdat er verder geen rails meer la gen. geteerde, havelooze wezen, met diepe noodig hebben, hij weet ze Zaterdag stil uit mijne kamer te halen, om ze Het waren moeilijke dagen. Thuis: j sporen van armoede, ellende en los en mensch, dien ik kon vertrouwen: handigheid op het gelaat? Over het de steppen: alleen met een paar mid- J verarmde lichaam hing een gescheurd Imatige bedienden en 'snachts met zomerjasje, een dito pantalon slinger- it gehuil der wolven en geblaf der de om zijne beenen. kousen en schoe nen bezat hij niet. Hij was over de zevenhonderd wer- [khalzen, en dan die vreeselijke on pdigheid, ver, ver vóór mij uitgoi- md Ik nam mijn koetsier, keukenmeid en iksjongen mede. De twee eersten wa- van verzet was. Bijna terstond daar- Hier vroeg de rechter, gezeten op op sprong hij op deu grond en brachtzijn wagen, met het hoofd over zijn Geheel de mannelijke bevolking j anes in gereedheid om gerechtshof te j hand gebogen, op nadenkenden toon: Hebben zij hem geslagen of mis- drong gelijk een bijenzwerm naar het houden. Een ledige wagen werd zijn kruispunt van de groote straat. Rond-1 fauteuil; twee rijen vaatjes, met een handeld? om bleven koeien en paarden aan plank er op in een rechten hoek met j Volstrekt niet, Zij hebben hem zichzelf overgelaten; bijlen en gereed- den wagen geplaatst, waren de zetels eenvoudig bij de schouders de gelag schappen lagen waar de timmerlui ze van de jury. De vierde zijde van den kamer uitgeduwd. Ik geloof wel dat Zondag na kerktijd te herstellen. Ik zou bladen kunnen vullen met zij ne kleine liefdediensten. En wanneer ik hem wil beloonen, wijst hij het be leefd. doch beslist vau de hand. Aan u. Heer, heb ik meer dan mijn sten geloopen om lot m" te komen, leven te dankendus al zou ik u elke mi Rondtrekkende Afghasen hadden nuut daarvan wijden, het zou nog niet van andere boeren vernomen, dat ik genoeg wezen. Indien ge volstrekt noo- hadden neergeworpen. De winkels wa- rechthoek bleef open; in het midden hij een weinig gedronken had, zon- duidde een vaatje de plaats aan van den veroordeelde. Binnen vijf mi nu- j mannen, met de revolver, in de ten had kapitein Sollas zijn twaalf i vuist, een kring rondom een gevan- gezworenen gekozen en deed hen opten gevalle, ik heb hem niet weer ge- gene, die daar stond blootsho'ófds, de een bijbel, dien één hunner in zijn zien. armen op den rug gebonden, terwijl hij1 zak had. den eed afleggen. Dadelijk Heeft de heer Irons zich op eeni- flauw poogde te glimlachen met witte begon de zitting; zes plaatsten zich ge wijze met de wegjaging bemoeid, lippen, doodsbleek en niet roode vlek- aan den eenen en zes aan den ande- Op geenerlei wijze. Hij was er ken op de wangen. Dicht bij hem ren kant en de president ving niet het niet. maar in zijn kamer, geloof ik. hield een andere bewaker, de oogen proces aan. op zijn oogen gevestigd, een geladen Brengt revolver op de hoogte van zijn hart, zeide hij. gereed om te vuren bij het minste tee- ken van verzet. ren geopend, maar ledig. In het niid den der menigte vormden een twaalf tal ij der dronken te zijn. Wat heeft hij toen gedaan? Hij is heengegaan, denk ik, in al- Waart gij bij het schieten tegen- den veroordeelde hier, woordig? i Neen. ik ben dadelijk naar het De bewakers duwden hun gevan- eten weer naar mijn werk gegaan. M. Tallboys (de verdediger), gene naar het tonnetje. Op dit oogen- Al deze voorzorgen waren blijkbaar j blik verrees een kleine Ier, genaamd i wenscht u eenige vragen tot dezen niet het oog op zijn onderstelde mede- Pat Egan ©n die in zekere hoedanig- j getuige te richten? plichtigen genomen. Men vreesde datheid met de rechtbank in betrekkine I scheen te staan, naast den beschul digde. zij zouden beproeven hem te bevrijden. Nu, er was in de stad nog geen lokaal. Het Kapitool te Washington [De zetel van de regeering dier men van zijn gewelf, gelijkt op van het middelgebouw werd in 1792 reenigdie Staten, welker dezerI een groote. marmeren klok. be- door Washington zelf gelegd. Aan gen overleden president Mac kroond door het beeld der Vrijheid beide zijden van het middelge- nley in den vice-president Roose-j in brons. Een prachtig park om- bouw strekt zich een vleugel van lt een opvolger heeft, gevonden, geeft, den heuvel, waarop zich het, wit marmer uit, 47 M. lang en 79 Kapitool verheft. M. diep. Op een weidevlakte voor Door hooee, ijzeren hekdeurenhet gebouw verheft zich een reu- het Kapitool te Washington, tarvan wij hierbij een afbeelding ven. Het KaDitool is het hoogste komt men binnen en gaat tussc-hen zenstandbeeld van Washington, op )-üv.' in Washinelcn zijn 100 b1oem'bedd-:r., terrassen en fontei-welks voetstuk de woorden staan iter hooge koepel is van iederj nen de hoogte cp, waar zich .Te eerste der. roriosr. «ie eerste nt der hoofdstad te zien. De koe-; breeden grondslag de zetel van de in den vrede, de eerste in de har- in zijn schoone, evenredige vertegenwoordigers der groote Re- ten zijner landgenooten." netingen en met de soepele vor- publiek bevindt- De eerste steen De verdediger boog zich tot zijn cliënt; vervolgens verklaarde hij, dat Kapitein Sollas, zeide hij op j hij geen vraag te doen had. dat in een voorloopige gevangenis had I een klagenden toon, dit is niet volgens Terstond trok de getuige, een jong kunnen veranderd worden, of een de regels... Deze man is mijn gevan- timmerman, zich terug om zich onder storm van tien minuten had kunnen 1 gene. en ik kan een procesvoering als het volk te mengen. Een andere werd wederstaan. Daarentegen trotseerde deze niet toestaan. opgeroepen. een persoonlijke wacht als deze alle De rechter scheen niet de minste at- Waart u bij den heer Irons na pogingen; maar zij kon niet lang du- tentie voor den kleinen Ier over te het middagmaal, vroeg hem de rech- ren: ieder heeft zijn zaken; niemand hebben.. Ik ben officier van het graaf. I ter. schap, vervolgde de eerste, en verant verliest gaarne zijn tijd, om met het pistool in de vuist, het oogenblik af te wachten om dood te schieten of doodgeschoten te worden; niemand had lust om meer dan een uur aan de bewaking van een moordenaar tp Te- woordelijk. Ik kan waarlijk dezen man j Vertel aan de jury wat er ge niet zonder eenige verontschuldigingbeurd is. - De heer Irons en ik, wij laadden j een kar met hout af, die ik hem ge- Hij stond aan het eene prijs geven, dat weet gij wel. vervolg- de hij op smeekenden toon. De toehoorders lachten luidruchtig. bracht had. ven: Want het gold een moord: het maar noch de rechter, noch de jury. einde en ik aan het andere, en wij na- nog warme lijk van het slachtoffer noch de bewakers verwaardigden zich men de planken er een voor een af. lag, met een kogel in het hart, in Iwt het verzoek aan te hooren of de te- Eensklaps heb ik den beschuldigde naburig huis; nu en dan kon men net genwoordigheid van den kleinen Ier j achter mijnheer Irons zien loopen en p te merken. Zij zetten hun werk hem hooren zeggen „Ik heb u een dochters hooren, en deze kiaagtonen j voort, da; voor het oogc:;bi:k i brachten er niet weinig toe bij, de' in het bepalen van de volgorde der Was hij aiieenf ,<l i ordje te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 7