érï
Van alle tijden.
Voor alle tijden.
SCHAAKSPEL.
rijsraadsel.
De eiectrische executiestoel voor den
moordenaar van Pres. Sftac Kinley.
özolgosz, de bedrijver van den ge-,
lukten moordaanslag op president Mc|
Kinley van de Vereenigde Staten, is
te Buffalo ter dood veroordeeld, ter
wijl het doodvonnis voltrokken zal
worden door elecirocutie. Deze wijze
van executie bestaat reeds sedert 10
jaar in de Vereenigde Staten en ge
schiedt in een electrischen stoel, als
op de plaat is afgebeeld.
Deze stoel is een zware, stevigge-l
bouwde zetel van eikenhout met rug-
en armleuningen en voorzien van een
kap voor het hoofd van den delinquent
Dikke lederen riemen aan de rugleu
ning, de beide zijden en de onderste
deelen van den gaffelvormigen voor
poot van dezen stoel dienen, om den
veroordeelde geheel vast te binden. De
kap is van binnen voorzien van een
metalen reep, die vast op het hoofd
sluit. Ook is in de uitholling voor het
rechterbeen een metalen reep zoodanig
gelegd, dat deze in onmiddellijke aan
raking met liet vastgebonden been van
den misdadiger komt. De beide meta
len repen staan in verbinding met de
geleiddraden van den electrischen
stroom. Zoodra deze nu gesloten wordtj
gaat de stroom van het hoofd tot de:
voeten door het lichaam en doodt hem
oogenblikkelijk. De sluiting van den
stroom geschiedt door het neerdruk
ken van een contact-knop achter den
stoei.
Eene onceremoiiieele eerste
ontmoeting.
Toen Carmen Sylva, Koningin van
Rumanië, pas tien jaar was, liep zij
eens snel eene trap af. struikelde en
werd door een heer. die juist de trap
opkwam, in zijne armen opgevangen.
De vreemde heer was niemand an
ders dan Prins Karei von Hohenzob
lern, haar latere gemaal.
die Uwe Majesteit iets anders ant-1
woorden dan ja, uit hun dienst ont-
slagen worden.
Hendrik IV werd door dit antwoord
zeer getroffen. Hij overlegde de zaak,
wat ten gevolge had, dat kort daarna
d'Aubigné en Decou beiden in hun
ambt werden hersteld.
Een jabroer.
D'Aubigné, de grootvader van Mad.
de Main tenon, werd, toen hij kamer
heer was bij Hendrik IV, wegens een
al te vrijmoedig antwoord uit zijn be
trekking ontslagen. Decou, de hofnar,
die door bemiddeling van d'Aubigné
was aangesteld, diende in zijne ont
steltenis onmiddellijk ook zijn ont
slag in.
Eenigen tijd daarna ontmoette De
cou den koning op een wandelrit, en
de Koning vroeg hem, waar hij van
daan kwam.
Ja, antwoordde-Decou.
Waar ga je heen? vroeg de Ko
ning.
Ja! was weer het antwoord.
In wiens dienst ben je nu? ging
Koning Hendrik voort.
Ja! antwoordde de hofnar.
Heb je misschien een gelofte ge
daan alleen met ja te antwoorden?
Ja! zeide Decou weder doodkalm.
Kerel, denk je soms, dat ik jou
nar ben? riep de Koning verstoord uit.
Ja, sprak Decou.
Nu is 't genoeg, riep de Koning.
Ik gelast je mij onmiddellijk een ver
klaring van je zonderlinge gedrag te
geven.
Ja!
Wel komaan! Waarom antwoord
je telkens met „ja!"
Dat zal ik Uwe Majesteit zeggen.
De heer d'Aubigné en ik hebben on
dervonden, dat de weinige getrouwen,
Ons lichaam en onze
gezondheid.
Honger. Dit is de gewaarwording
waardoor onze maag te kennen
geeft dat het lichaam behoefte heeft
aan voedsel. Door het opnemen van
vloeibare of van vaste spijzen wordt
deze gewaarwording onderdrukt.
Zeer zelden bestaat het gevoel van
volkomen honger, gelijk schipbreu-1
kelingen dat kunnen gevoelen of
belegerden of bewoners van een
streek waar misgewas en hongers
nood heerscht. Alleen bij schip
breukelingen is honger in den hoog-
sten graad aanwezig, omdat de an-
deren nog wel gelegenheid hebben
vloeistoffen tot zich te nemen,
j Bij het hongeren verbruikt het
I lichaam zijn eigen bestanddeelen,
j de ontlasting is nihil. Na 20 uren
is het hongergevoel op zijn hevigst,
dan verdwijnt het ook zonder op-
neming van voedsel, terwijl dorst
tot den dood blijft martelen. Er
j treedt dan een gevoel van moeheid,
1 zwakte en machteloosheid in, alle
meer vetrijke deelen zijn uiterlijk
I waarneembaar sterk vermagerd,
het lichaamsgewicht vermindert
j eerst snel, later langzamer, nabij
j den dood weer zéér snel. Tempera
tuur en geestvermogens blijven
normaal, doch in het verzwakte li
chaam kunnen ziekten, waarvan
de kiemen reeds aanwezig zijn,
snel tot ontwikkeling komen. De
dood volgt in een volkomen mach
teloosheid. Het schijnt dat een vol
wassene 12 dagen zonder voedsel
zou kunnen leven, bij gelijktijdige
volkomen rust zelfs 20 dagen. Het
gebruik van water verlengt het le
ven soms tot 40 en zelfs 70 dagen.
Kinderen en grijsaards verdragen
hongerkuren slechts zeer kort.
Bij dieren duurt het langer en de
lichaamsvermindering is stlerker.
Een varken, dat 160 dagen in een
hok. dat door een bergstorting was
bedolven, had doorgebracht, had
vóór zijn dood 120 van zijn 160
pond verbruikt. Roofvogels hou
den honger 2 a 3 weken uit, zang
vogels ternauwernood 24 uren. Wa
tersalamanders en kikvorschen kan
men jaren lang zonder voedsel la
ten. slangen i jaar, kikvorschen
3 maanden.
Na een gedwongen of vrijwillige
hongerkuur moet de voeding met
kleine hoeveelheden worden her
vat, totdat de spijsverteringssappen
weer in voldoende hoeveelheid
worden afgescheiden.
Onvolkomen honger ontstaat bij
te geringe of niet goede voeding.
Zoo is voeding alleen met vet en
koolhydraten (vleesch) onmogelijk.
Men zou dan per dag 4 pd. vleesch
moeten eten en dat kunnen on
ze spijsverteringswerktuigen niet
verdragen. Ook koolhydraten alleen
zijn niet voldoende, men zou dan
per dag 20 pond aardappelen moe
ten kunnen verteren. Ook behoo-
ren bij de voeding zouten, wijl de
mensch in 24 uren ongeveer 32
gram zouten afscheidt. Er zijn die
ren die volkomen zoutvrij voedsel
hardnekkig weigeren en liever van
honger sterven dan het te gebrui
ken. Dwingt men ze er toe. dan
gaat het dier na eenige weken te
gronde onder hevig beven en groo
tje spierzwakte.
De Mezuroth bij de Israëlieten.
Aan den rechtervleugel van de deur
posten der woningen van Israëlieten,
zoo van de huisdeuren als van kamer
deuren, bevinden zich kleine houten
kokertjes of blikken busjes. Een be
schreven of bedrukt stukje perkament,
opgerold of gevouwen, is in die koker
tjes of busjes verborgen en er zoodanig
in geplaatst, dat één enkel woord, op
de achterzijde van het perkamentje
voorkomende, door een kleine opening
in 't midden ongeveer zichtbaar is,
meestal met een glaasje bedekt, 't Is
het woord Sadaï, een der namen van
het Opperwezen.
Mezuroth heeten die perkament]'es,
kokertjes, busjes in 't Hebreeuwsch,
een benaming, die met het Nederland-
sche deurpost veel overeenkomst beeft.
De groot wetgever en volksleider der
oudheid, Mozes, maakte de plaatsing
er van aan de woningen van zijn volk
verplicht. Ook van zijne beproefde
hand is de tekst, die op de binnenzijde
van het perkamentje gevonden wordt
en volgens Deuteronomium VI. 59,
en Deuteronomium XI, 1320, aldus
luidt:
..Zoo zult gij den Heer uwen God
liefhebben met uw gansche hart en
met uw gansche ziel en met al uw
vermogen. En deze woorden, die ik u
heden gebiede, zullen in uw hart zijn.
En gij zult ze uwen kinderen inscher
pen en daarvan spreken, als gij in uw
huis zit, en als gij op den weg gaat,
en als gij nederligt, en als gij opstaat.
Ook zult gij ze tot een teeken binden
op uwe hand, en zij zullen u tot voor-
hoofdbindselen zijn tusschen uwe
oogen. En gij zult ze op de posten van
uw huis en aan uwe poorten schrijven".
„En het zal geschieden, zoo gij naar
stig zult hooren naar mijne geboden,
die ik u heden gebiede om den Heer
uwen God lief te1 hebben, en hem te
dienen met uw gansche hart en met
uw gansche ziel; zoo zal ik den regen
uws lands geven te zijner tijd, vroegen
rege nen spaden regen, opdat ge uw
koren en uwen most en uwe olie inza
melt. En ik zal kruid geven op uw
veld voor uwe beesten, en gij zult eten
en verzadigd worden. Wacht u zeiven
Qe Palistgm arkt te Mapeis.
De bevolking van Napels is wereld-1 menu van de onderste lagen der bevo)-| waggons reusachtige ladingen van de
vermaard om haar weinige lichamelij- ki Op bijzondere feestdagen mag! begeerde waar aan om onder grooten
ke behoeften. Maccaroni, polenta, I echter de'lievelingSSpijs, de anguilotto toeloop op de openbare pleinen en
vruchten en frutti di mare (het (paling), niet ontbreken, Uit de groote straten verkocht te worden,
kleingoed van de vischvangst, als' palingkweekerijen te Commacchio ko-
krabben, schaaldieren enz.) vormen 't men dan te Napels in groote ijzeren
dat uw hart niet verleid worde, dat ge
afwijkt, en andere goden dient en u
voor die buigt: dat de toorn des Hee-
ren tegen u ontsteke en hij den hemel
toesluite, dat er geen regen zij. en het
aardrijk zijn gewas niet geve, en ge
haastelijk omkomt van het froede land.
dat de Heer u geeft. Legt dan deze
mijne woorden in uw hart en in uwe
ziel, en bindt ze tot een teeken op uwe
hand, dat ze tot voorhoofdbindselen
zijn tusschen uwe oogen; en leert die
uwen kinderen, sprekende daarvan, als
gij in uw huis zit. en als gij op den weg
gaat. en-als gij nederligt. en als gij
opstaat; en schrijft ze op de posten
van uw huis, en aan uwe poorten."
Zoo dikwijls een waar Israëliet zijne
woning binnenkomt of verlaat, raakt
hij de Mezuroth en meer bijzonder de
plaats Sadaï met den vingetop aan en
kust vromelijk den vinger.
Aphorismen.
Alles wat onze geest bevrijdt, zonder
ons de heerschappij over ons zeiven te
geven, is verderfelijk.
De liefdelooze alleen onderscheidt de
gebreken; om ze dus te zien, moet men
ook liefdeloos worden, doch niet meer.
dan hiertoe noodig is.
Er zijn in het menschelijk hart twee
motoren; de een voor het genoegen, de
ander voor de smart, die zich beurte
lings ledigen en vullen.
Hartstocht handelt noch naar goede
voornemens, noch naar de beste raad
gevingen. Die daagt ten strijde uit,
om te overwinnen of overwonnen te
worden. Hartstocht is dikwijls slechts
een zwijmelroes, die verdwijnt, wan
neer men zijn gemoed voor iemand
anders uitstort. Bewaart men hem'
daarentegen in zichzelf, dan koestert
men hem en blaast hem aan, totdat
de vlam er van naar buiten slaat. Elke
zwijmel loopt uit, moet uitloopen op
een pijnlijken val.
B. v. Suttner, Hanna.
Er zijn sommige vrouwen, die zijn
vlinders, en andere, die zijn zwalu
wen. Maar zelfs de zwaluw zoekt haar
oud, bekend nest. Er zijn ook camel
lia's en orchideeën onder de vrouwen,
bedwelmend schoon, die aan elke
broeikas wennen. Ik ben klimop,
niets dan een klein, donker, onooglijk
klimop aan een overoud muurwerk!
Ik ben niet bedwelmend, kleurrijk of
prachtig; ik kan niet zwevend rond
fladderen. Ik kan alleen met stevige-
armen voor onnoemelijken tijd vast
houden.
Jensen. Uit twee werelden.
Het zou voor ons allen veel berter
zijn als wij persoonlijke ondervinding
konden opdoen omtrent het harde lot
dat zoovele onzer medemensclien treft;
eigen ondervinding alleen geeft de
sympathie.
Liefde dit woord moet gij heilig
houden en niet gebruiken, dan wan
neer ge 's tevens stijging het zuiverst
en ernstigst gevoelt.
Het inachtnemen van de volgende
vijf regelen moet de grondslag der ge-
heele opvoeding zijn:
De kinderen in goede luim houden.
Hen aan orde gewennen.
Ongeoorloofde dingen beslist afwij
zen.
Daarentegen zooveel mogelijk toe
staan, en geen pleizier hebben in ver
bieden.
Hen altijd bezig houden,
De vrouwen schatten de mannen te
hoog en zichzelf te laag; en dat zij tot
nobeler dingen moesten in staat zijn
dan de verovering van een arm men-
schenhart, want een vrouw moet zich
steeds herinneren, dat zij geen groote
verplichting heeft jegens den vader,
die haar liefde bewijst, en dat zij geen
reden heeft tot blijdschap, omdat zij
vrouw is, of om het als een voorrecht
te beschouwen, dat zij de eerste, op
perste dienares van een man is
Mrs. Marv Astell, Aan de vrouwen.
Een man moet een uitsluitenden harts
tocht hebben voor zijn kunst en al de
standvastigheid en zelfopoffering, die
verbonden zijn met zulk een tempera
ment; een onoverwinnelijke en alles
verdurende wil, altijd voortwerkende
tot het eenige doel. dat hij kent. Zoo
iemand moet nooit denken, dat er een
ander maatschappelijk ambt i? even
goed, even eervol tot uitoefening van
zijne hoedanigheden, eerzucht, indus
trie; en al die onpolitieke en haastige
deugden, die ik op de vleugels van
sommigen zie glinsteren en die mij in
de bladzijden van Don Quichotte te-
genblinken.
homas Love 11 Bekkers, Denth's
Jest word.
Hoe wijs en goed is het toch van den
Schepper, dat wij menschenkinderen
moeten sterven. Het oneindige leed
der liefde, maar ook den goddelijken
lust der liefde is een menschenhart
in staat slechts eens te dragen; slechts
korten tijd zou de liefde lichten en de
kunst bloeien, dan echter voor eeuwig
verstijven, wanneer het menschelijk le
ven niet vergankelijk was. Maar in
altijd nieuwe, jonge harten bloeit al
tijd nieuwe liefde, in steeds andere
PUZZLE.
Waar is de tijger.
vormen, lijdende de nieuwe liefde
smart, en slechts daarom bloeit eeu
wig frisch de kunst, jubelt eeuwig
nieuw het licht, stroomt en borrelt
eeuwig nieuw de dichtkunst.
H. BLuon, Frische Naturen.
Daarom heeft God het zoo geschikt,
dat het menschenhart slechts een ze
kere mate van geluk verdraagt, en de
vreugde als smart gevoelt, wanneer
deze te groot wordt, opdat wij niet hier
beneden reeds zaligheid zullen beleven
die een hoogere trap van ontwikkeling
is voorbehouden.
W. v. Hillern, Am Rreuz.
Uit den Moppentrommel,
VRUCHTEN DER STUDIE.
„Wel drommels!" zeide de leeraar
bij zichzelf, „daar heeft een van mijn
leerlingen, wien ik les heb gegeven in
de oefening van het geheugen, vergeten
mij te betalen, en het ergste' is, dat ik
mij zijn naam niet kan herinneren."
VERTOONING.
„Je begrijpt toch wel, neefje, dat ik
die chèque van mij voor f 1000 maar
bij je huwelijkscadeau's heb gedaan
voor de vertooning?"
„Zeker, oom, zeker! Toen ik haar
vanmorgen aan de Bank vertoonde, heb
ik haar dan ook dadelij k zonder iets
te zeggen betaald gekregen.
BEDENKELIJK.
„Hoe gaat het uw man vandaag,
juffrouw?"
..Nu, buurman, dokter zegt, dat, als
hij den avond haalt, hij nog wel hoop
heeft, maar haalt hij dien niet, dan I
vreest hij. dat hij hem zal moeten op-1
geven!"
PRACTISCH OPGEVAT.
De dochter: „Hij zegt, dat hij den
grond, waarop ik loop, aanbidt"
De vader: „Ei, doet hij dat? Dan ral
hij mij misschien wel helpen om de
hypotheek, die er op staat, te betalen."
OOK EEN WINDWIJZER.
Jan, hoe is de wind?
Ik zal eens ruiken, mijnheer.
Ruiken?
Ja, mijnheer. Rechts op de gracht
is een parfumeriewinkel en links een
kaaspakhuis. Alg het lekker ruikt,
dan hebben wij Noordenwind, maar
is het kaaslucht dan Zuidenwind. En
als ik niets ruik, is het Oosten- of Wes
tenwind!
GEEN DIENSTBODEN MEER.
Het nieuwste snufje op het gebied
der vrouwenbewegerij is tegenwoordig,
dat men den naam van dienstbode wil
afschaffen.
Heerschbode zal het nu zeker moe
ten worden!
AANNEMEN.
Is het waar, mijnheer, vraagt een
nufje op de meisjesschool aan een der
onderwijzers, dat uw vader een boer
is?
Zeker, luidt het antwoord, en
daarom koos ik tot vak het ganzen hoe
den.
LIEVER NIET.
De onderwijzeres heeft het over de
kevers, een mode-artikel tegenwoordig
op school.
Van het zoogenaamd „vliegend hert"
deelt zij o. a. mede, dat het wijfje
sterft na hare eieren gelegd te heb
ben.
Kleine Marie (den yinger opstekend):
Maar dan zou ik toch maar liever
geen eieren leggen, juffrouw!
GASTVRIJ.
Kom morgen bij mij soupeeren,
zei een onbeschaafd parvenu, die
gaarne met zijn onthaal van gasten
pronkte.
Het spijt mij, was het antwoord,
maar ik heb al met een vriend afspraak
gemaakt om morgenavond met hem
naar Hamlet te gaan.
Dat komt er niet op aan, hernam
de ander, breng allebei maar mee.
STAD EN LAND.
Juffrouw Van der Stadt (sentimen
teel): O ,dat buiten zijn, dat land
leven! En dan den landman te zien
terugkeeren van zijn werk naar zijn
nederig stulpje, met zijn trouwen her
dershond naast zich en zijn ploeg op
den schouder, al-ler-aar-digst!
ONDER VRIENDINNEN.
Hij vond mij zoo aardig en zoo
interessant, zeide hij.
Nu dan weet je tenminste waar
je je aan te houden hebt. Een man,
die je nu a] met leugens aankomt
wat zou dat voor een huwelijk wor
den!
EEN LASTIG GEVAL.
Ach, mijn vriend, ik bemin en ik
wordt bemind.
Ben je dan niet volkomen geluk
kig?
Wel neen, 't is hetzelfde meisje
niet.
ONGEWENSCHTE INSTEMMING.
„Ik moet gek geweest zijn, toen ik
met je trouwde!"
„Dat denk ik ook. beste man," ant
woordde zijne vrouw op zoetsappigen
toon. „Het zou in die twee jaren an
ders nooit zóó erg geworden kunnen
zijn, wel?"
ZEDIG VERZOEK.
Een wandelaar verzocht aan een
heer, die hem in een rijtuig achterop
kwam, of deze hem het pleizier wilde
doen een jas, die hem lastig viel, in
zijn rijtuig te bergen.
„Gaarne," sprak de ander, „maar
hoe zult gij uw jas terug krijgen, als
wij niet denzelfden weg uit moeten?"
„Met u wverlof, mijnheer," was het
antwoord, „zal ik er in blijven."
PROBLEEM No. 21.
Zwart.
Wit speelt en geeft in twee
zetten mat.
Oplossingen worden vóór 14 Oct.
ingewacht aan het adres van den
redacteur dezer rubriek, Jhr. A. E.
VAN FOREEST, Atjehstraat 134 te
's-Gravenhage.
Oplossing van Probleem No. 19.
1 Ddl, Rc42 Pa4 T
R anders, 2 Dgl
Pc speelt, 2 Dd5
Pf speelt, 2 Dd6
Goede oplossingen ontvangen van
A. v. V. te Vliek bij Meersen, J. v. V.
en W. v. B. Jr. te Haarlem.
rö'
De oplossing van ons vorig Prijs
raadsel is
SAPPEMEER,
De onderdeelen waren pas, peer en
mes.
Het aantal goede inzendingen was
nog grooter dan den vorigen keer. Dit
maal bedroeg het 247. Bij loting werd
als winner aangewezen de jonge
heer
K. v. d. FEYST.
Raamvest 45 alhier.
De prijs ligt Maandag a.s. tusschen
2 en 3 uur te zijner beschikking aan
ons Bureau Kampersingel 70.
Ons nieuwe Prijsraadsel luidt als
volgd:
Mijn geheel bestaat uit 12 letters n
is de naam van een plaats in Noord-
Brabant.
Een 1. 5, 9, 5, 12 wordt gebruikt om
mee te vegen.
Een 3, 11, 4 is een visch.
3, 10, 7, 12 is het edelste van de melk.
Met een 8, 2, 6 schrijft men.
Oplossingen worden ingewacht tot
en met Woensdag a.s.
Als prijs loven wij uit een
KOP EN SCHOTEL.