EEN HALVE WEEK Tweede Blad, Het gelieim van den Senator. Brieven uit Berlijn. behoorende bij i,Hasrl@ras Dagblad" van Maandag 14 October 1901. Mo, 5611 Haarlemsche Handels- vereeniging. Goedgek. bij Kon. Besluit van 12 Nov. No. 22, 1899. De Haarlemsche Handelsvereen. telt thans ruim 650 leden, dat is veel, doch niet genoeg. Elke winkelier, elke han delaar, zijn belang begrijpende, moet zich aansluiten. De contributie be draagt slechts ƒ2.50, terwijl de voor dellen groot zijn. Rechtskundige adviseurs zijn de liee- ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en H. Ph. de Kanter, Spaarne 94, welke gratis advies in handelszaken geven aan de leden en voor hen gratis optre den in faillissementen. Voor incasso's, door bemiddeling der advocaten gedaan, wordt o be rekend. Bankiers der vereeniging zip* de heeren Laane van Bemmel, Kruis- Alle brieven of aanvragen (ook opga ven voor het lidmaatschap) moeten ge richt worden aa nhet bureau der ver eeniging, 22 Lange Begijnestraat. Het is ons gelukt eene overeenkomst te sluiten, waardoor het mogeli]k is II.H. leden nauwkeurige informaties te verschaffen omtrent alle firma s in Nederland. De kosten dezer informaties bedra gen 60 cents per adres, plus 5 eents voor porto, en moeten vooruit betaald worden aan het bureau. Informatien naar binnen de stad wonende perso nen gratis. Ruim 650 informatiën en rechtskun dige adviezen werden in het afgeloo- pen jaar verstrekt. In Augustus en September zijn 49 vorderiugen tot een bedrag van 2520.26 betaald, 12 vorderingen worden af betaald; 16 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens artikel 7 djent het Geheim der Maandlijsten ongeschonden be waard te blijven. H.H. Leden worden er op attent ge maakt, dat pretentiën, buiten de stad in te vorderen, niet worden behan deld, tenzij ->orto-vergoeding (10 ets.) is bijgevoegd. Het Bureau der vereeniging is geves tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge opend iederen werkdag van 's morgens 9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur. Dagelijks is een der bestuursleden aanwezig en bereid tot het geven van alle gewenschte inlichtingen en wel Maandag en Vrijdag van 1112 uur v.m., de overige dagen van 34 n.m. Men wordt geraden niet te leveren aan D. Teeuwen, Brouwersvaart 80k, voordat men heeft geïnformeerd aan hef Bureau. Officieele Berichten. NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER van Haarlem roept bij dezo op den milicien-verlof ganger Franciscus Moerkerk uit de ge meente Haarlem, van de lichting 1896, behoorende tot het korps genietroe pen, om zich op 4 November aan staande, des namiddags vóór vier ure, te bevinden te Utrecht bij zijn korps, voorzien van al de voorwerpen van klceding en uitrusting, door hem bij zijn vertrek met groot verlof medege nomen, ten einde overeenkomstig art- 144 der militiewet, voor den tijd van zes weken in werkelijken dienst te worden gesteld. Haarlem, 11 October 1901. De Burgemeester voornoemd, BOREEL. Wereldgeschiedenis, Twee redevoeringen over den Zuid-Afrikaanschen oorlog. De heer Blanc- ménil in de Figaro" over 't Fransch-Turksch conflict. Lord Roberts heeft, men weet 't reeds, te Liverpool een belangrijke re devoering uitgesproken, waarin hij zoovele woorden verklaart, dat er op 't oogenblik geen enkele reden is om ongerust te zijn over den toestand en dat in elk geval, alle maatregelen door de regeering zijn genomen „om den oorlog tot een spoedig en bevre digend einde te brengen", dfe gewone phrase. ..Lord Kitchener, waarin het land €U de regeering steeds het volste ver- trouwen heeft gehad, heeft niet één man, één paard of één proviandtrans port gevraagd, dat hem niet oogen- blikkeiijk werd tocgesttaan." Het optimisme van Lord Roberts valt te begrijpen. Als er één man is, die niet pessimist mag zijn, is het wel Kitchener's voorganger, die een jaar ;eleden den oorlog reeds voor „inder daad geëindigd" verklaarde. Maar de jongste telegrammen van Kitchener schijnen er niet op te wij zen, dat de meening van den ouden generaal zal bewaarheid worden. Er is nog eene andere redevoering uitgesproken over het zelfde onderwerp, en wel door den heer Herbert Glad stone. De inhoud hiervan is natuur lijk geheel verschillend van de vorige. Men kan hem samenvatten in de vol gende zinsneden: „De natie is niet te vreden over het verloop van den oor- log. Zij ziet angstig de steeds stij gende uitgaven en den achteruitgang van den Engelschen handel aan, en zal zonder twijfel aan de regeering ver wijten, de haar geboden gelegenheid, om een duurzamen en edelmoedigen vrede te sluiten, niet aangegrepen te hebben." 't Wil ons voorkomen dat deze laat ste rede veel meer blijk geeft van een helder inzicht in den staat van zaken dan die van Roberts. Het Fransch-Turksch conflict is nog maar steeds hangende. De Porte heeft door hare dubbelzinnige houding haar positie niet verbeterd en de Sul tan is weer geheel hersteld van den schrik, hem door de ferme taal en hou ding van den Franschen gezant be zorgd. Hij heeft er zich aan gewend den heer Constans niet meer te zien en in zijne plaats den hooggeschatten Munir-bey te Konstantinopel te heb ben, die hem natuurlijk slechts tot koppiger verzet aanspoort. De heer J. Blancménil zegt dan ook in de „Figaro" dat Abdul-Hamid niet alleen de nota's van den heer Bapst, den Franschen zaakgelastigde, ge bruikt om zijne sigaretten aan te ste ken, maar dat hij van zijn eigen irade's (besluiten) papillotten maakt voor zij ne vrouwen» Inderdaad het eene besluit is in lijn rechte tegenspraak met het andere. Bij eene iradé van 27 Aug. erkende de Sultan plechtig het goed recht van de kade-compagnie, en eenigen tijd later werden er weer allerlei hinderpalen in den weg gelegdi. De schrijver gaat dan als volgt voort: Behalve de regelig van de vordering. Tubini kan men zeggen dat er abso luut niets verricht is. De zaken zijn in den zelfden staat als vóór het ver trek van den heer Constans. Alleen hebben wij cenige beleedigingen meer ondergaan. De heer Delcassé (de Fransche mi nister van buitenlandsche zaken) is thans te Parijs teruggekeerd. Wij verwachten, dat hij nu spoedig een eind zal weten te maken aan een toe stand, die eiken dag vernederender wordt en zeer schadelijk is voor ons prestige in het Oosten en in onze Mo- hammedaansche bezittingen. Het publiek heeft het eerste krach tig handelen van den Franschen ge zant en de regeering zeer gunstig ont vangen. Maar de vermetelheid van den Sul tan wordt grooter, naarmate wij meer aarzelen. Men heeft ons gezegd, dat er geen diplomatieke beletselen waren voor ons optreden te Konstantinopel, en zoo er al zijn, dan zijn ze niet onoverkome lijk. Een mogendheid, dlie kort geleden zoo trotsch zijne maritieme en mili taire krachten heeft ten toon gespreid voor een verheven bondgenoot is er niet eene, waarmee elk Staatshoofd ongestraft den spot kan drijven, en vooral niet de Sultan." Naar de laatste berichten is er wel eenige kans, dat de „verheven bond genoot" zich beslist aan de zijde van Frankrijk zal scharen, al beweert ook de Petersburgsche correspondent van de „Köln. Ztg." dat daar geen sprake van is. Binnenland. Academische Examens. Aan de Universiteit van Amsterdam zijn geslaagd voor het Ie Natuurkun dig examen mej. W. N. R. Kolff en de h.h. H. E. Jenny en E. A. Verhoe ven. Dr. F. Leviticus, priv.-docent in de Phonetica aan de Universiteit van Amsterdam, zal zijne lessen aanvan gen Zaterdag 19 October, 3 uur. Dr. A. Aletrino, priv.-docent voor Feuilleton. Naar het Duitsch van F. ARNEFELDT. 27) - Of hij moet als verdediger deze meening wiel zijn toege daan, sprak de senator, die oe schermutseling tussehen moeder en dochter eon tijdlang zwijgend had aangehoord-. Terwijl hij opstond en Caecilie's hland in de zijne nam sprak hij welwillend, doch op be slisten toonLuister eens naar mij. mijn kind, ik zou gaarne wil len dait wij ten opzichte van, deze aangelegenihei d tot overeenstem ming kwamen. Ik herhaal liet-, ik acht John en heb respect voor hem evenals ik d!at vroeger voor zajn va der had. Ik zaïl er ook niet eerder aan gelooven, dan wanneer hij het zelf uitspreekt, dat het de lage mo tieven waren als waarvan James Plehn hem beschuldigt, die er hem toe leidden om den moord te be gaan maar gedood heeft hij Edu- ard Plehn, daaraan twijfel ik geen oogenblik. Vader Hij maakte een afwerend gebaar met de hand, om hem niet in d'e rede te vallen en vervolgde Ik hoop in het belang van Langen- bruch en zijn, kinderen., in het be lang van, de stad. ja, in het belang van de menschheid, dat hij re-in en onverdacht, straks het hoofd weer zal kunnen1 oprichten, maar voor ons is het zelfs in dat gevail onmo- geliik om ons met hen te parentee ren. Waarom Waarom riep Cae- cilie handenwringend uit. Als je daarnaar nog vraagt, als je d'at niet zelf inziet, dan is er met jou niet te redeneeren, mengde zich m'evrouw Lamprecht eir tussehen, maar het helpt je allemaal niets, die uitspraak van jou vader is voor jou wet. Elke betrekking tussehen de Langeaibruch's en jou heeft op gehouden te bestaan. Ik kan niet, ik kan nietjam merde Caecilie. En toch zal het moeten sprak Crimineele Anthropologic, zal zijne colleges aanvangen Donderdag 17 Oc tober, des avonds ten 8 ure. Inlichtingen en inteekenlijsten bij den pedel der Universiteit. Leiden. Bevorderd tot doctor in de klassieke letteren de heer C. Albers, geb. te Zutfen, op proefschrift: „De d'iis in locis editis cultis apud Grae- S. L. De Vereeniging S.(ocialistisch) L. (eesgezelschap) te Amsterdam heeft dezer dagen het programma barer win- tercampagne gepubliceerd. Tal van sprekers van naam, van de meest uit- eenloopende politieke richting zullen het woord voeren. Het programma vermeldt alleen Hollandsche namen. Wij laten hier de data en namen volgen: Dinsdag 15 Oct.: de heer mr. M. Mendels, Feminisme en Socialisme. Maandag 28 Oct.: de heer W. II. Vliegen, De Stand der Sociaal-Demo cratie in eenige landen van Europa. Dinsdag 12 Nov.: de heer G. W. Mel- chers, Idealisme en Socialisme. Maandag 25 Nov.: Spreker nog niet vastgesteld. Maandag 9 Dec.: de heer H. Spiek man. Een Overzicht van de Geschiede nis der Nederlandsche Arbeidersbewe ging. Woensdag 22 Jan.: de heer Ds. A. S. Talma. De Sociaal-Democratie en de Ethiek. (Werkende Stand.) Januari 1902: de heer Mr. S. J. Visser. Katholicisme en Socialisme. Maandag 3 Febr.: Mevr. Henr. Ro land Holst. Kapitaal en Arbeid in Ne derland. Dinsdag 18 Febr.: de heer Mr. P. J. Troelstra, Theorie en Beweging. (Werkende Stand.) Februari 1902: de heer Dr. J. Th. de Visser, (indien mogelijk). (Wer kende Stand). Maandag 3 Maart: de heer Ant» Pannekoek, Materialisme. April 1902: de heer mr. N. G. Pierson, onderwerp later op te geven. (Wer kende Stand). De lezingen zullen gehouden wor den in openbare vergaderingen in bet gebouw „d'Geelvinck", Singel 530, (tenzij een andere zaal wordt opgege ven), aanvangende des avonds te half negen. Leden hebben vrijen toegang. Voor niet-leden zijn serie-kaarten, toe gang gevende tot alle lezingen, a 2.50, voor arbeiders f 0.75. verkrijgbaar aan den ingang der zaal. Entree voor één avond 50 cent, voor arbeiders 10 cent. De spreekbeurten worden telkens aan de leden en aan houders van serie- kaarten aangekondigd en in de dag bladen Het Volk, Volksblad, Volksdag blad en Handelsblad geadverteerd. Bij elke lezing zullen plaatsen gereser veerd worden, uitsluitend voor leden en serie-kaart-houders, die zich hier toe veór elke lezing, uiterlijk een dag te voren, schriftelijk aanmelden bij den onder-voorzitter (Kuiper, le Con- stantijn Huygenstraat 55). Leger des Heils. In „De Strijdkreet" officieel orgaan van het Leger des Heils", wordt ge meld, dat gedurende het afgeloopen jaar het Leger des Heils in Nederland een groot aantal menschen heeft ge holpen, teruggebracht en bewaard voor een wissen ondergang: 110.250 uren werden door de lie!ls-officieren besteed aan huisbezoek, 31.745 bijeen komsten zijn er gehouden, 102,239 per sonen werd nachtverblijf verschaft en 499,604 porties voedsel werden, ver strekt. Verwaarloosd. Na het overlijden van zekeren V. in de gemeente Schoterland, ging liet ge rucht, d'at deze zijn 32jarige, simpele dochter uit het eerste huwelijk, gedu rende de twee laatste jaren geheel verwaarloosd had. Zijne tweede vrouw zou hem daarin geholpen hebben, omdat zij de ongelukkige stiefdochter niet kon uitstaan. Het meisje zou bij dag en bn nacht op den zolder opge sloten zijn gehouden en slecht en wei nig voedsel haar zijn toegediend. Het armbestuur stelde een onder zoek in en vond het meisje in een deer niswaardigen toestand. Door verzwak king kon zij niet gaan; zoodat zij per rijtuig naar het armhuis moest ver voerd worden. Het gewicht van het meisje bedroeg nog geen 24 kilo. Dank zij de zorgvolle verpleging die het ongelukkige meisje nu vond, neemt zij bij den dag in lichaamsge wicht toe en is zij reeds in staat door het verplegingshuis te wandelen. nu de senator met nadruk. Wees toch verstandig, zooals John, die dat ook inziet eai ons ons woord te ruggeeft. Daartoe is hij door ons gedwon gen. omdat u mij niet wildet toe staan. dat ik zijn zusters opzocht antwoordde zij op bitteren toon En cl'it verbod blijft vam kracht, sprak de senator beslist en zijn vrouw voegde er spottend, aan toe Wil je hem misschien naloopen? Hij heeft je je woord' teruggegeven. Caecilie wilde een, heftig ant woord geven, maar zij bedwong zich de onvoorwaardelijke gehoor zaamheid. die zij gewoon was haar oudere te betoon en en die haar ook van de Langenbruch's had doen wegblijven, behaalde ook nu we der ofschoon slechts gedeeltelijk, de overwinning over haar neiging om zich te verzetten,. Zij haalde een paar maal diep adem en sprak daar na kalm en op bescheiden toon. maar met groote beslistheid Ik zal u gehoorzamen en voider ook geen stap doen om John tegemoet Le komen gij kunt hem schrijven, vader, wat gij oordeelt dat uw plic-ht u voorschrijft, maar ik geef hem mijn woord niet terug. Moge hij Van onzen Berlijnschen corresp.) In de kazerne van 9en Pruïssisch Garde-regiment, Berlijn, 10 Oct. 1901. Gott segne mein liebes Regi ment." (Keizerin Augusta bij haar laatste bezoek 7. XII. 188») I. Elk do mineerend beroep of bedrijf drukt zijn stempel op de naaste omge ving. In het noorden, het oosten cu het centrum heerscht de fabriek en de groothandel; in het uiterste i.uid- Oosten daarentegen domineert het mi litaire element. Deels in de straten, uitloopende op het enorme Tempel- hofer Feld, deels aan den rand van dit een half uur gaans breeder excer- citie-terrein liggen niet minder dan negen kazernes, en wel van twee gre nadier-regimenten, het Kaiser Franz het Kömgin Augusta, van twee Drago- ner-regimenten, van een Garde-Küras- sier, van drie Eisenbahn-regimenten en van het Garde-Frain-Bataillon, ver der een militair spoorwegstation en twee garnizoenskerken. Aan het eind van de eentonige Fidi cinstrasse, de laatste zijstraat van de Belle-Alliance-strasse, vlak bij het Tempelhofer-Feld, wordt de rij der ka. rakterlooze, leelijke pleister-gevels op waardige wijze besloten door de ge bouwen van de Augusta-Kazerne. In deze omgeving van grauw-grijs ce ment der aangrenzende huizen wordt het oog reeds van verre aangenaam getroffen door de vroolijke roode kleur der in renaissance-stijl opge trokken baksteengevels; dichterbij ge komen mist men dadelijk de kenmer kende, geestige zandsteenlijsten en de minitieuse witte steenvoegen der Hol. landsche renaissance en toch is de ar chitect er in geslaagd met weinig mid delen een harmonisch geheel tot stand te brengen. Waar zoovele militaire gebouwen in één wijk worden aangetroffen, dra^- gen ook van zelf de gewone woon- en winkelhuizen aan beide kanten van de straat eenigszirts een militair karak ter. In tal van kleine winkeltjes kun nen de soldaten, die hunne twee jaren hebben uitgediend en straks als reser vist weer in het burgerleven terugkee- reu, souvenirs koopen. Voor de ramen hangen de bekende dandy-wandel stokjes met afhangende kwasten in de kleuren van de compagnie, waarmee de reservist in burgerkleeren en met de militaire muts op het hoofd gaat wandelen, of waarmee hij naar huis reist» De man zou tegen de traditie en den goeden toon handelen, wanneer hij zich zonder zoo'n stokje met de kleurige „Troddel" vertoonde. Vóór zijn vertrek naar huis is er in dezelf de straat ook gelegenheid te over, zich voor het laatst in zijn uniform te la ten fotografeeren. Op verscheidene plaatsen hangen naast de voordeur uitstalkasten van fotografen, waaruit de „schneidige" gezichten van tal van „Unteroffiziere" of „Gefreite" in hun parade-uniform met d9 Faugschnüre (het eere-teeken voor hun vaardigheid in het schieten) op de borst, u aansta ren, in gezelschap van hun Braut, of in een groep vereenigd met andere re- giments-kameraden. Bij de wasch- vrouw naast den fotograaf laten de officieren en de Einjahrige hunne handschoenen wasschen. In lange ris sen hangen d9 stijve castoren hand schoenen voor de ramen te drogen- Op alle verdiepingen van de hooge huizen zijn kamers te huur soms ook met ..Burschengelass" (voor den op passer), zooals de vele aan de voor deur bengelende bordjes vermelden. Met het oog op den vroegen dienst is het voor de officieren veel waard, zoo dicht mogelijk bij de kazerne te wo nen, vandaar, dat adellijke en zelfs „prinselijke" officieren, het niet ver smaden, in deze wijk hun jonggezel len-woning op te slaan, al is de buurt allesbehalve chic te noemen. De voetgangers op de trottoirs aan beide zijden van de straat zijn voor 't ineerendeel militairen, officieren, die van dienst komen, ordonnansen met groote leeren portefeuilles onder deu arm, oppassers, bepakt met verschil lende inkoopen. of met uniformstuk- ken hunner meesters. Midden tussehen de vele op straat spelende kinderen rijdt een elegante dogcar weg in de richting van de Bïl- le-Alliance-strasse. Met vaste hand ment de jonge luitenant zijn mooi ge tuigd raspaardje. Voor zijn voeten zit zijn „Koter", een echte terrier eigeu- wijs uit- to kijken. Blijkbaar is Quick er zich van bewust, wat hij aan zijn hondeneer verplicht is. Hij houdt zich onberispelijk rechtop, evenals de klei ne groom, die met over elkaar gesla gen armen en rechthoekig gebogen beenen in wit leeren broek met hooge, gele rijlaarzen op de achterbank zit. Dergelijke rijtuigjes, door de militaire eigenaars zelve bestuurd, kan men in deze straten dagelijks-voorbij zien rij den. Telkens salueert de luitenant naar links en rechts met zijn zweep, wanneer hij door een voorbijgaand „Kamerad" wordt gegroet» Een officierskamer vlak bij de kazer ne. Van den wand staren de portret ten van Keizer. Keizerin en Bismarck verwonderd naar de HoMandsche uni formjas over den rug van een stoel, de officiers-kepi daarnaast op tafel en naar een manoeuvre-koffer in een hoek met de Hollandsche kleuren. Buiten op straat is men in deze buurt aan de Hollandsche uniform gewend geraakt. Verder op in het centrum van de stad trekt zij meer de aandacht van het publiek, wanneer de officier in zijn vreemde uniform aan het hoofd van zijn „Zug" en voorafgegaan door de onafscheidelijke „rondlies" en ledig- gangers der hoofdstad door de Frie- dric hst rasse of de Wilhelmstrassc marcheert. Velen houden' hem voor een Oostenrijker. Een paar stappen en we staan voor de ijzeren deur van de Augusta-kazer ne. Aan elke deur is een soldaat ge posteerd om te verhinderen, dat onbe voegden de kazerne-terreinen betre den. Op het zien van den Oberleut- nant maakt de man front en laat ons passeeren. We komen op een groot open veld, rondom ingesloten door tal van gebouwen, zeer verschillend in grootte en bouwtrant, links naar den kant van de Fidicin- en de Iüterbog- strasse, de eigenlijke kazernegeibou- wen, daar tegenover een enorme ex- cercitiehal, daarnaast stallen voor of- ficierspaarden, verder op geheel af gescheiden in een tuin met het front naar de Friesenstrasse het Casino, het clubgebouw voor de actieve- en de re serve-officieren, dat in geen kazerne ontbreekt. We beginnen onzen rondgang met een der eigenlijke kazernegebouwen. Langs breede hardsteenen trappen ko men we op do eerste verdieping. De wanden der ruime corridors zijn net jes geschilderd en met tal van foto grafieën. schietprijzen, oude geweren en lansen versierd. We gaan door ver schillende glazen deuren over ein.de- looze corridors. Het trekt, mijn aan dacht, dat da versiering dezer gangen zeer verschillend is. Mijn gids vertelt me daarop, dat elke compagnie in een afzonderlijk, door glazen van de ove rige compagnieën afgescheiden ge deelte is gehuisvest. De afscheiding gaat zelfs zoo ver, dat niet dan bij hooge uitzondering de Hauptmann of een van zijn officieren de corridor be treedt van een compagnie, waarbij liij niet is ingedeeld. Elk officier kent persoonlijk alle manschappen van zijn „Zug", daar hij niet nu eens hij deze compagnie, dan weer bij die wordt In gedeeld, doch integendeel zoolang hij bij het regiment staat, in dezelfde compagnie dienst doet. Het resultaat is een persoonlijke band tussehen den Hauptmann, zijn officieren en den Feldwebel (de „Mutter" van do com pagnie) en de verschillende manschap pen. Evenzoo blijven de soldaten go- durende hunnen geheelen diensttijd bij dezelfde compagnie. Mem moet een pur-sang militair zijn om als buitenlander de minitieuse onderscheïdingsteckens der officieren en manschappen te kunnen onthou den, welke door een leek in het vak natuurlijk over het hoofd worden ge zien. Ik dacht, dat ik al een heele piet was, als ik een Einjahrige van een gewoon soldaat, en een Hauptmann van -een Leutenant kon onderscheiden, doch dit is nog slechts kinderspel bij de onderscheidingsteekens tussehen de verschillende compagnieën. De sabel kwasten (Troddel) zijn vierkleur ig (wit-, rood-, geel- en blauw), doch al naar gelang van de compagnie domi neert nu de eene dan de andere kleur. In den laatsten tijd is de Oberste Kriegsherr zoo gul geweest met het in stellen van bijzondere tressen, kwas ten, koorden, medailles, welke „ver- lieben" worden naar aanleiding van den Chineeschen veldtocht, voor goe de schietoefeningen enz., dat de „Ivladderadatsch" kort geleden hier over een geestige plaat bracht. Na een vermoeiende marsch in de blakerende zon zwoegt een compagnie voort over een rullen zandweg. Dikke zweetdroppels biggelen van de gezich ten der manschappen, die „gebukte- gaan onder al haar loereteekens (me dailles. tressen, kwasten enzPlotse ling krijgt de Hauptmann een goede ingeving. Hij geeft bevel al de eere- teekens op een grooten wagen van den trein te laden en nu zien wij op een volgende plaat de compagnie weer op nieuw stram voortmarcheeren met stralende gezichten. In onberispelijke houding maken zij weer den Parade- schritt, alsof zij geen groote marsch achter den rug hadden, terwijl achter de compagnie de groote wagen, hoog beladen met al de eeneteekens, lang zaam volgt» Met moeite slepen de twee kloeke paarden den wagen voort door het zand. Maar ik houd u nog altijd aan de praat op den corridor van de achtste compagnie. We zullen nu eens even naar binnen gaan. Links zien we door verscheidene ramen op het grooto excercitieterrein. Rechts een lange rij deuren aan de „Stuben", waarin de manschappen zijn gehuisvest. De man nen wonen niet zooals in Hollandsche kazernes in een groote chambree (prachtig Hollandsch woord!), maar in verschillende middelmatig groote ver trekken, op een lange rij naast elkaar aan den corridor gelegen. Elke „Stu- be" (het woord duidt het reeds aan), herbergt hoogstens 16 man. Mijn leidsman opent de deur van Stube no. 4. Onmiddellijk hoor ik ge stommel, opspringen en vlugge voet stappen over de planken, en als we binnentreden, staat een rijtje mannen in grijze „Drillich"-pakken in onbe rispelijke militaire houding voor hun kasten in het gelid, pink op de naad van de broek, allen het gezicht naar ons toegekeerd. Ongevraagd babbelt de eerste van de rij zonder een spier te vertrekken, eenige volzinnen, waarvan ik niets snap. maar zij zijn ook voor den Ober- leutnant bestemd. Zoolang wij in het vertrek blijven, staan de acht man aan den grond vastgenageld. Hunne oogen volgen ons overal. Wanneer mijn "ids iets vraagt, antwoordt steeds da eerste en begint met „Zu Befelil Hoit Oberleutnant." Met moeite kan ik mijn lachen bedwingen, doch ik houd me goed en onderhoud mo kwanswijs met mijn gids in 't Duitsch. We maken aanstalten om te vertrek ken. Dit is voor den woordvoerder van de manschappen een teeke-n om voor ons uit te snellen, de deur te ope nen en ons onder het militair saluut uit te laten, terwijl zijn kameradsn nog steeds op een rij blijven staan met schuin naar ons toegekeerde hoofden en starende oogen. We treden een volgende Stube bin nen. In een oogwenk staan hier de manschappen weer voor hunne kas ten. starende, de eerste eenige zinnen snel sprekende in militaire houding en antwoordende op de gedane vra^ gen; dan weer de deur voor ons ope nend als wij verder gaan, nagestaard door de „niets ziende" oogen dier ove rigen. In elk vertrek worden precies op dezelfde manier de verschuldigde militaire honneurs bewezen. „Kerel, wat zei die man toch eigen lijk?" vraag ik, als w© weer op den corridor zijn, in onze moedertaal. „Hij moet een soort inventaris over leggen van do bewoners van zijn ka nier. Je hebt misschien geteld, dat in deze Stube 8 man op een rij stonden» Er wonen er echter 9. De eerste van de rij was een Unteroffizler (korpo raal) en meldde derhalve: Stube no. 4, belegt mit emem Unteroffizi-er und 8 Grenadieren; Grenadier Oekel zum Stubendienst Kommandist." Hoe meer manschappen niet aanwezig zijn, des te langer wordt de „Meldung", daar hij van hun afwezigheid rekenschap moet afleggen." De bewoners van een Stube slapen in twee rijen ijzeren kribben boven elkaar, de tweede rij is ongeveer ter manshoogte aangebracht op ijzeTen kolommeai boven de onderste. Bij het raam in een soort apart kamertje dooi kasten afgeschoten voor den Unter- offizier, die het hoofd is van de Stube. Tegenover de bedden staat een lange rij kasten met hangsloten voorzien. Elk man heeft, een kast in gebruik. Een groote tafel bij het raam, eenige stoe len. hier en daar eznige portretten van Keizer of van soidatengroepen vol tooien het ameublement. De mannen eten niet in hun Stube zooals in de Hollandsche chambree, compagniesgewijs wordt in de cantino gegeten, welke er echter lang niet zoc i gezellig uitziet als de cantino der van mij afzien, ik blijf hem trouw! Onzin dat zijn ongezondte ro mantische ideeën riep mievrouw Lamprecht verontwaardigd uit. Wees toch verstandig, kind'! Beloof je mij, dat je do Lan genbruch's in het vervolg niet zult bezoeken? vroeg haar vader. Ja. antwoordde ze, hem de hand reikend. Doe dan wat het andere be treft, zooals je wilt, komt tijd, korm raad. Mevrouw Lamprecht wilde nog iets in het midden brengen, maar haar man wenkte haar om te zwijgen. Hij wist dat tegen elke mogelijke overijling van zijn doch ter. John Langenbruch's trots nam een zeer welkome hinderpaal was. Olivia Lamprecht., die zich in den laatsten tijd bij haar schoonzuster, met wie zij tot nu toe op niet zoo'n intiemen voet gestaan had, inniger had aangesloten, was zeer veront waardigd, toen zij van Caecilie, die na haar gesorek met haar ouders bij haar was gekomen, vernam dat zij beloofd had de Langenbruch's verder in het geheel niet te bezoe ken. Op haar eigenaardige wijze van zich uit te drukken, noemde zii dat een terugvallen in de knecht schap der traditie. Je waart juist begonnen- je daarvan een beetje los te maken, sprak zij op e enigszins verwijten den toon. Nu heb je je weer in boeien laten slaan. Want voor zoo ver ik je kon, beoi je een slavin van je woord. Tegen zijn gewoonte, was Otto het in dit opzicht niet mot zijn vrouw eens, maar keurde hij het goed, dat Caecilie haar ouders op dit punt gehoorzaam was- Ook Frits Herrl'ich, die des avonds een uurtje kwam babbelen, was deze meening toegedaan. Oli via lachte hen uit en beweerde, dat zij. zonder het zelf te welen, nog even bevooroordeeld waren als de rest der Lübeckers. Op een goeden dag zal ik het nog eens beieven. dat jelui haar aanspoort om zich toch verstandig en gehoorzaam te zijn en den man te nemen, dien vader en moeder wel zoo goed' zijn. geweest voor haar uit te zoeken, besloot zij haar straf p redicatie Gaec.ilie brak bij Olivia's woor den in tranen uitOtto wierp het verre van zich, dat hij en- Frits er ooit op zouden aandringen een man te huwen, van wien zij niiot hield. Frits Herrlich zei echter droogjes, dat dat wed eens kon gebeuren en dat het hem volstrekt niet onmoge lijk toescheen, dat Olivia zich in dat opzicht bij hem zou aansluiten. Toen zij als een klein; furie op hem toeliep en verklaarde-, dat zulk een veronderstelling een beleedi- ging voor haar was, antwoordde hij óp denzelfden toon Hebben va der en moeder Lamprecht dan soms John Langenbruch niet voor haar uitgezocht? .1: ik had er in 't geheel geen vermoeden van. dat die twee zooveel van elkaar hieldendit was nu juist een echt conventioneel hu welijk, dacht ik om jelui de waar heid te zeggen, ik ken John eigen lijk niet uitstaan en had het liefst de verloving verbroken, gezien, flap te zij er uit. De beid© mannen lachten om de ze vrijmoedigo bekentenis, zelfs Caecilie kon niet nalaten te glim lachen Olivia vervolgde echter on der de levendigste gebaren.; Hot ongeluk heeft het eerst aan het licht gebracht, dat zo van elkaar houden en daarom zullen ze elkaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5