EEN HALVE WEEK
Tweede Blad,
Het gelieim van den
Senator.
Brieven uit Berlijn.
behoorende bij
i,Hasrl@ras Dagblad"
van
Maandag 14 October 1901.
Mo, 5611
Haarlemsche Handels-
vereeniging.
Goedgek. bij Kon. Besluit van
12 Nov. No. 22, 1899.
De Haarlemsche Handelsvereen. telt
thans ruim 650 leden, dat is veel, doch
niet genoeg. Elke winkelier, elke han
delaar, zijn belang begrijpende, moet
zich aansluiten. De contributie be
draagt slechts ƒ2.50, terwijl de voor
dellen groot zijn.
Rechtskundige adviseurs zijn de liee-
ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en
H. Ph. de Kanter, Spaarne 94, welke
gratis advies in handelszaken geven
aan de leden en voor hen gratis optre
den in faillissementen.
Voor incasso's, door bemiddeling
der advocaten gedaan, wordt o be
rekend.
Bankiers der vereeniging zip* de
heeren Laane van Bemmel, Kruis-
Alle brieven of aanvragen (ook opga
ven voor het lidmaatschap) moeten ge
richt worden aa nhet bureau der ver
eeniging, 22 Lange Begijnestraat.
Het is ons gelukt eene overeenkomst
te sluiten, waardoor het mogeli]k is
II.H. leden nauwkeurige informaties
te verschaffen omtrent alle firma s in
Nederland.
De kosten dezer informaties bedra
gen 60 cents per adres, plus 5 eents
voor porto, en moeten vooruit betaald
worden aan het bureau. Informatien
naar binnen de stad wonende perso
nen gratis.
Ruim 650 informatiën en rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloo-
pen jaar verstrekt.
In Augustus en September zijn 49
vorderiugen tot een bedrag van 2520.26
betaald, 12 vorderingen worden af
betaald; 16 vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens artikel 7 djent het Geheim
der Maandlijsten ongeschonden be
waard te blijven.
H.H. Leden worden er op attent ge
maakt, dat pretentiën, buiten de stad
in te vorderen, niet worden behan
deld, tenzij ->orto-vergoeding (10 ets.)
is bijgevoegd.
Het Bureau der vereeniging is geves
tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge
opend iederen werkdag van 's morgens
9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur.
Dagelijks is een der bestuursleden
aanwezig en bereid tot het geven van
alle gewenschte inlichtingen en wel
Maandag en Vrijdag van 1112 uur
v.m., de overige dagen van 34 n.m.
Men wordt geraden niet te leveren
aan D. Teeuwen, Brouwersvaart 80k,
voordat men heeft geïnformeerd aan
hef Bureau.
Officieele Berichten.
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER van Haarlem
roept bij dezo op den milicien-verlof
ganger Franciscus Moerkerk uit de ge
meente Haarlem, van de lichting 1896,
behoorende tot het korps genietroe
pen, om zich op 4 November aan
staande, des namiddags vóór vier ure,
te bevinden te Utrecht bij zijn korps,
voorzien van al de voorwerpen van
klceding en uitrusting, door hem bij
zijn vertrek met groot verlof medege
nomen, ten einde overeenkomstig art-
144 der militiewet, voor den tijd van
zes weken in werkelijken dienst te
worden gesteld.
Haarlem, 11 October 1901.
De Burgemeester voornoemd,
BOREEL.
Wereldgeschiedenis,
Twee redevoeringen over
den Zuid-Afrikaanschen
oorlog. De heer Blanc-
ménil in de Figaro"
over 't Fransch-Turksch
conflict.
Lord Roberts heeft, men weet 't
reeds, te Liverpool een belangrijke re
devoering uitgesproken, waarin hij
zoovele woorden verklaart, dat er op
't oogenblik geen enkele reden is om
ongerust te zijn over den toestand en
dat in elk geval, alle maatregelen
door de regeering zijn genomen „om
den oorlog tot een spoedig en bevre
digend einde te brengen", dfe gewone
phrase.
..Lord Kitchener, waarin het land
€U de regeering steeds het volste ver-
trouwen heeft gehad, heeft niet één
man, één paard of één proviandtrans
port gevraagd, dat hem niet oogen-
blikkeiijk werd tocgesttaan."
Het optimisme van Lord Roberts
valt te begrijpen. Als er één man is,
die niet pessimist mag zijn, is het wel
Kitchener's voorganger, die een jaar
;eleden den oorlog reeds voor „inder
daad geëindigd" verklaarde.
Maar de jongste telegrammen van
Kitchener schijnen er niet op te wij
zen, dat de meening van den ouden
generaal zal bewaarheid worden.
Er is nog eene andere redevoering
uitgesproken over het zelfde onderwerp,
en wel door den heer Herbert Glad
stone. De inhoud hiervan is natuur
lijk geheel verschillend van de vorige.
Men kan hem samenvatten in de vol
gende zinsneden: „De natie is niet te
vreden over het verloop van den oor-
log. Zij ziet angstig de steeds stij
gende uitgaven en den achteruitgang
van den Engelschen handel aan, en
zal zonder twijfel aan de regeering ver
wijten, de haar geboden gelegenheid,
om een duurzamen en edelmoedigen
vrede te sluiten, niet aangegrepen te
hebben."
't Wil ons voorkomen dat deze laat
ste rede veel meer blijk geeft van een
helder inzicht in den staat van zaken
dan die van Roberts.
Het Fransch-Turksch conflict is
nog maar steeds hangende. De Porte
heeft door hare dubbelzinnige houding
haar positie niet verbeterd en de Sul
tan is weer geheel hersteld van den
schrik, hem door de ferme taal en hou
ding van den Franschen gezant be
zorgd. Hij heeft er zich aan gewend
den heer Constans niet meer te zien
en in zijne plaats den hooggeschatten
Munir-bey te Konstantinopel te heb
ben, die hem natuurlijk slechts tot
koppiger verzet aanspoort.
De heer J. Blancménil zegt dan ook
in de „Figaro" dat Abdul-Hamid niet
alleen de nota's van den heer Bapst,
den Franschen zaakgelastigde, ge
bruikt om zijne sigaretten aan te ste
ken, maar dat hij van zijn eigen irade's
(besluiten) papillotten maakt voor zij
ne vrouwen»
Inderdaad het eene besluit is in lijn
rechte tegenspraak met het andere.
Bij eene iradé van 27 Aug. erkende de
Sultan plechtig het goed recht van de
kade-compagnie, en eenigen tijd later
werden er weer allerlei hinderpalen
in den weg gelegdi. De schrijver gaat
dan als volgt voort:
Behalve de regelig van de vordering.
Tubini kan men zeggen dat er abso
luut niets verricht is. De zaken zijn
in den zelfden staat als vóór het ver
trek van den heer Constans. Alleen
hebben wij cenige beleedigingen meer
ondergaan.
De heer Delcassé (de Fransche mi
nister van buitenlandsche zaken) is
thans te Parijs teruggekeerd. Wij
verwachten, dat hij nu spoedig een
eind zal weten te maken aan een toe
stand, die eiken dag vernederender
wordt en zeer schadelijk is voor ons
prestige in het Oosten en in onze Mo-
hammedaansche bezittingen.
Het publiek heeft het eerste krach
tig handelen van den Franschen ge
zant en de regeering zeer gunstig ont
vangen.
Maar de vermetelheid van den Sul
tan wordt grooter, naarmate wij
meer aarzelen.
Men heeft ons gezegd, dat er geen
diplomatieke beletselen waren voor ons
optreden te Konstantinopel, en zoo er
al zijn, dan zijn ze niet onoverkome
lijk.
Een mogendheid, dlie kort geleden
zoo trotsch zijne maritieme en mili
taire krachten heeft ten toon gespreid
voor een verheven bondgenoot is er
niet eene, waarmee elk Staatshoofd
ongestraft den spot kan drijven, en
vooral niet de Sultan."
Naar de laatste berichten is er wel
eenige kans, dat de „verheven bond
genoot" zich beslist aan de zijde van
Frankrijk zal scharen, al beweert ook
de Petersburgsche correspondent van
de „Köln. Ztg." dat daar geen sprake
van is.
Binnenland.
Academische Examens.
Aan de Universiteit van Amsterdam
zijn geslaagd voor het Ie Natuurkun
dig examen mej. W. N. R. Kolff en
de h.h. H. E. Jenny en E. A. Verhoe
ven.
Dr. F. Leviticus, priv.-docent in de
Phonetica aan de Universiteit van
Amsterdam, zal zijne lessen aanvan
gen Zaterdag 19 October, 3 uur.
Dr. A. Aletrino, priv.-docent voor
Feuilleton.
Naar het Duitsch
van
F. ARNEFELDT.
27)
- Of hij moet als verdediger
deze meening wiel zijn toege
daan, sprak de senator, die oe
schermutseling tussehen moeder en
dochter eon tijdlang zwijgend had
aangehoord-. Terwijl hij opstond en
Caecilie's hland in de zijne nam
sprak hij welwillend, doch op be
slisten toonLuister eens naar
mij. mijn kind, ik zou gaarne wil
len dait wij ten opzichte van, deze
aangelegenihei d tot overeenstem
ming kwamen. Ik herhaal liet-, ik
acht John en heb respect voor hem
evenals ik d!at vroeger voor zajn va
der had. Ik zaïl er ook niet eerder
aan gelooven, dan wanneer hij het
zelf uitspreekt, dat het de lage mo
tieven waren als waarvan James
Plehn hem beschuldigt, die er hem
toe leidden om den moord te be
gaan maar gedood heeft hij Edu-
ard Plehn, daaraan twijfel ik geen
oogenblik.
Vader
Hij maakte een afwerend gebaar
met de hand, om hem niet in d'e
rede te vallen en vervolgde Ik
hoop in het belang van Langen-
bruch en zijn, kinderen., in het be
lang van, de stad. ja, in het belang
van de menschheid, dat hij re-in en
onverdacht, straks het hoofd weer
zal kunnen1 oprichten, maar voor
ons is het zelfs in dat gevail onmo-
geliik om ons met hen te parentee
ren.
Waarom Waarom riep Cae-
cilie handenwringend uit.
Als je daarnaar nog vraagt, als
je d'at niet zelf inziet, dan is er met
jou niet te redeneeren, mengde zich
m'evrouw Lamprecht eir tussehen,
maar het helpt je allemaal niets,
die uitspraak van jou vader is voor
jou wet. Elke betrekking tussehen
de Langeaibruch's en jou heeft op
gehouden te bestaan.
Ik kan niet, ik kan nietjam
merde Caecilie.
En toch zal het moeten sprak
Crimineele Anthropologic, zal zijne
colleges aanvangen Donderdag 17 Oc
tober, des avonds ten 8 ure.
Inlichtingen en inteekenlijsten bij
den pedel der Universiteit.
Leiden. Bevorderd tot doctor in de
klassieke letteren de heer C. Albers,
geb. te Zutfen, op proefschrift: „De
d'iis in locis editis cultis apud Grae-
S. L.
De Vereeniging S.(ocialistisch)
L. (eesgezelschap) te Amsterdam heeft
dezer dagen het programma barer win-
tercampagne gepubliceerd. Tal van
sprekers van naam, van de meest uit-
eenloopende politieke richting zullen
het woord voeren. Het programma
vermeldt alleen Hollandsche namen.
Wij laten hier de data en namen
volgen:
Dinsdag 15 Oct.: de heer mr. M.
Mendels, Feminisme en Socialisme.
Maandag 28 Oct.: de heer W. II.
Vliegen, De Stand der Sociaal-Demo
cratie in eenige landen van Europa.
Dinsdag 12 Nov.: de heer G. W. Mel-
chers, Idealisme en Socialisme.
Maandag 25 Nov.: Spreker nog niet
vastgesteld.
Maandag 9 Dec.: de heer H. Spiek
man. Een Overzicht van de Geschiede
nis der Nederlandsche Arbeidersbewe
ging.
Woensdag 22 Jan.: de heer Ds. A. S.
Talma. De Sociaal-Democratie en de
Ethiek. (Werkende Stand.)
Januari 1902: de heer Mr. S. J. Visser.
Katholicisme en Socialisme.
Maandag 3 Febr.: Mevr. Henr. Ro
land Holst. Kapitaal en Arbeid in Ne
derland.
Dinsdag 18 Febr.: de heer Mr. P. J.
Troelstra, Theorie en Beweging.
(Werkende Stand.)
Februari 1902: de heer Dr. J. Th.
de Visser, (indien mogelijk). (Wer
kende Stand).
Maandag 3 Maart: de heer Ant»
Pannekoek, Materialisme.
April 1902: de heer mr. N. G. Pierson,
onderwerp later op te geven. (Wer
kende Stand).
De lezingen zullen gehouden wor
den in openbare vergaderingen in bet
gebouw „d'Geelvinck", Singel 530,
(tenzij een andere zaal wordt opgege
ven), aanvangende des avonds te half
negen. Leden hebben vrijen toegang.
Voor niet-leden zijn serie-kaarten, toe
gang gevende tot alle lezingen, a 2.50,
voor arbeiders f 0.75. verkrijgbaar aan
den ingang der zaal. Entree voor één
avond 50 cent, voor arbeiders 10 cent.
De spreekbeurten worden telkens aan
de leden en aan houders van serie-
kaarten aangekondigd en in de dag
bladen Het Volk, Volksblad, Volksdag
blad en Handelsblad geadverteerd. Bij
elke lezing zullen plaatsen gereser
veerd worden, uitsluitend voor leden
en serie-kaart-houders, die zich hier
toe veór elke lezing, uiterlijk een dag
te voren, schriftelijk aanmelden bij
den onder-voorzitter (Kuiper, le Con-
stantijn Huygenstraat 55).
Leger des Heils.
In „De Strijdkreet" officieel orgaan
van het Leger des Heils", wordt ge
meld, dat gedurende het afgeloopen
jaar het Leger des Heils in Nederland
een groot aantal menschen heeft ge
holpen, teruggebracht en bewaard
voor een wissen ondergang: 110.250
uren werden door de lie!ls-officieren
besteed aan huisbezoek, 31.745 bijeen
komsten zijn er gehouden, 102,239 per
sonen werd nachtverblijf verschaft en
499,604 porties voedsel werden, ver
strekt.
Verwaarloosd.
Na het overlijden van zekeren V. in
de gemeente Schoterland, ging liet ge
rucht, d'at deze zijn 32jarige, simpele
dochter uit het eerste huwelijk, gedu
rende de twee laatste jaren geheel
verwaarloosd had. Zijne tweede vrouw
zou hem daarin geholpen hebben,
omdat zij de ongelukkige stiefdochter
niet kon uitstaan. Het meisje zou bij
dag en bn nacht op den zolder opge
sloten zijn gehouden en slecht en wei
nig voedsel haar zijn toegediend.
Het armbestuur stelde een onder
zoek in en vond het meisje in een deer
niswaardigen toestand. Door verzwak
king kon zij niet gaan; zoodat zij per
rijtuig naar het armhuis moest ver
voerd worden. Het gewicht van het
meisje bedroeg nog geen 24 kilo.
Dank zij de zorgvolle verpleging die
het ongelukkige meisje nu vond,
neemt zij bij den dag in lichaamsge
wicht toe en is zij reeds in staat door
het verplegingshuis te wandelen.
nu de senator met nadruk. Wees
toch verstandig, zooals John, die
dat ook inziet eai ons ons woord te
ruggeeft.
Daartoe is hij door ons gedwon
gen. omdat u mij niet wildet toe
staan. dat ik zijn zusters opzocht
antwoordde zij op bitteren toon
En cl'it verbod blijft vam kracht,
sprak de senator beslist en zijn
vrouw voegde er spottend, aan toe
Wil je hem misschien naloopen?
Hij heeft je je woord' teruggegeven.
Caecilie wilde een, heftig ant
woord geven, maar zij bedwong
zich de onvoorwaardelijke gehoor
zaamheid. die zij gewoon was haar
oudere te betoon en en die haar ook
van de Langenbruch's had doen
wegblijven, behaalde ook nu we
der ofschoon slechts gedeeltelijk,
de overwinning over haar neiging
om zich te verzetten,. Zij haalde een
paar maal diep adem en sprak daar
na kalm en op bescheiden toon.
maar met groote beslistheid Ik
zal u gehoorzamen en voider ook
geen stap doen om John tegemoet
Le komen gij kunt hem schrijven,
vader, wat gij oordeelt dat uw plic-ht
u voorschrijft, maar ik geef hem
mijn woord niet terug. Moge hij
Van onzen Berlijnschen corresp.)
In de kazerne van 9en
Pruïssisch Garde-regiment,
Berlijn, 10 Oct. 1901.
Gott segne mein liebes Regi
ment."
(Keizerin Augusta bij haar
laatste bezoek 7. XII. 188»)
I.
Elk do mineerend beroep of bedrijf
drukt zijn stempel op de naaste omge
ving. In het noorden, het oosten cu
het centrum heerscht de fabriek en
de groothandel; in het uiterste i.uid-
Oosten daarentegen domineert het mi
litaire element. Deels in de straten,
uitloopende op het enorme Tempel-
hofer Feld, deels aan den rand van
dit een half uur gaans breeder excer-
citie-terrein liggen niet minder dan
negen kazernes, en wel van twee gre
nadier-regimenten, het Kaiser Franz
het Kömgin Augusta, van twee Drago-
ner-regimenten, van een Garde-Küras-
sier, van drie Eisenbahn-regimenten
en van het Garde-Frain-Bataillon, ver
der een militair spoorwegstation en
twee garnizoenskerken.
Aan het eind van de eentonige Fidi
cinstrasse, de laatste zijstraat van de
Belle-Alliance-strasse, vlak bij het
Tempelhofer-Feld, wordt de rij der ka.
rakterlooze, leelijke pleister-gevels op
waardige wijze besloten door de ge
bouwen van de Augusta-Kazerne. In
deze omgeving van grauw-grijs ce
ment der aangrenzende huizen wordt
het oog reeds van verre aangenaam
getroffen door de vroolijke roode
kleur der in renaissance-stijl opge
trokken baksteengevels; dichterbij ge
komen mist men dadelijk de kenmer
kende, geestige zandsteenlijsten en de
minitieuse witte steenvoegen der Hol.
landsche renaissance en toch is de ar
chitect er in geslaagd met weinig mid
delen een harmonisch geheel tot stand
te brengen.
Waar zoovele militaire gebouwen in
één wijk worden aangetroffen, dra^-
gen ook van zelf de gewone woon- en
winkelhuizen aan beide kanten van de
straat eenigszirts een militair karak
ter. In tal van kleine winkeltjes kun
nen de soldaten, die hunne twee jaren
hebben uitgediend en straks als reser
vist weer in het burgerleven terugkee-
reu, souvenirs koopen. Voor de ramen
hangen de bekende dandy-wandel
stokjes met afhangende kwasten in de
kleuren van de compagnie, waarmee
de reservist in burgerkleeren en met
de militaire muts op het hoofd gaat
wandelen, of waarmee hij naar huis
reist» De man zou tegen de traditie en
den goeden toon handelen, wanneer
hij zich zonder zoo'n stokje met de
kleurige „Troddel" vertoonde. Vóór
zijn vertrek naar huis is er in dezelf
de straat ook gelegenheid te over, zich
voor het laatst in zijn uniform te la
ten fotografeeren. Op verscheidene
plaatsen hangen naast de voordeur
uitstalkasten van fotografen, waaruit
de „schneidige" gezichten van tal van
„Unteroffiziere" of „Gefreite" in hun
parade-uniform met d9 Faugschnüre
(het eere-teeken voor hun vaardigheid
in het schieten) op de borst, u aansta
ren, in gezelschap van hun Braut, of
in een groep vereenigd met andere re-
giments-kameraden. Bij de wasch-
vrouw naast den fotograaf laten de
officieren en de Einjahrige hunne
handschoenen wasschen. In lange ris
sen hangen d9 stijve castoren hand
schoenen voor de ramen te drogen-
Op alle verdiepingen van de hooge
huizen zijn kamers te huur soms ook
met ..Burschengelass" (voor den op
passer), zooals de vele aan de voor
deur bengelende bordjes vermelden.
Met het oog op den vroegen dienst is
het voor de officieren veel waard, zoo
dicht mogelijk bij de kazerne te wo
nen, vandaar, dat adellijke en zelfs
„prinselijke" officieren, het niet ver
smaden, in deze wijk hun jonggezel
len-woning op te slaan, al is de buurt
allesbehalve chic te noemen.
De voetgangers op de trottoirs aan
beide zijden van de straat zijn voor 't
ineerendeel militairen, officieren, die
van dienst komen, ordonnansen met
groote leeren portefeuilles onder deu
arm, oppassers, bepakt met verschil
lende inkoopen. of met uniformstuk-
ken hunner meesters.
Midden tussehen de vele op straat
spelende kinderen rijdt een elegante
dogcar weg in de richting van de Bïl-
le-Alliance-strasse. Met vaste hand
ment de jonge luitenant zijn mooi ge
tuigd raspaardje. Voor zijn voeten zit
zijn „Koter", een echte terrier eigeu-
wijs uit- to kijken. Blijkbaar is Quick
er zich van bewust, wat hij aan zijn
hondeneer verplicht is. Hij houdt zich
onberispelijk rechtop, evenals de klei
ne groom, die met over elkaar gesla
gen armen en rechthoekig gebogen
beenen in wit leeren broek met hooge,
gele rijlaarzen op de achterbank zit.
Dergelijke rijtuigjes, door de militaire
eigenaars zelve bestuurd, kan men in
deze straten dagelijks-voorbij zien rij
den. Telkens salueert de luitenant
naar links en rechts met zijn zweep,
wanneer hij door een voorbijgaand
„Kamerad" wordt gegroet»
Een officierskamer vlak bij de kazer
ne. Van den wand staren de portret
ten van Keizer. Keizerin en Bismarck
verwonderd naar de HoMandsche uni
formjas over den rug van een stoel,
de officiers-kepi daarnaast op tafel en
naar een manoeuvre-koffer in een hoek
met de Hollandsche kleuren. Buiten
op straat is men in deze buurt aan de
Hollandsche uniform gewend geraakt.
Verder op in het centrum van de stad
trekt zij meer de aandacht van het
publiek, wanneer de officier in zijn
vreemde uniform aan het hoofd van
zijn „Zug" en voorafgegaan door de
onafscheidelijke „rondlies" en ledig-
gangers der hoofdstad door de Frie-
dric hst rasse of de Wilhelmstrassc
marcheert. Velen houden' hem voor
een Oostenrijker.
Een paar stappen en we staan voor
de ijzeren deur van de Augusta-kazer
ne. Aan elke deur is een soldaat ge
posteerd om te verhinderen, dat onbe
voegden de kazerne-terreinen betre
den. Op het zien van den Oberleut-
nant maakt de man front en laat ons
passeeren. We komen op een groot
open veld, rondom ingesloten door tal
van gebouwen, zeer verschillend in
grootte en bouwtrant, links naar den
kant van de Fidicin- en de Iüterbog-
strasse, de eigenlijke kazernegeibou-
wen, daar tegenover een enorme ex-
cercitiehal, daarnaast stallen voor of-
ficierspaarden, verder op geheel af
gescheiden in een tuin met het front
naar de Friesenstrasse het Casino, het
clubgebouw voor de actieve- en de re
serve-officieren, dat in geen kazerne
ontbreekt.
We beginnen onzen rondgang met
een der eigenlijke kazernegebouwen.
Langs breede hardsteenen trappen ko
men we op do eerste verdieping. De
wanden der ruime corridors zijn net
jes geschilderd en met tal van foto
grafieën. schietprijzen, oude geweren
en lansen versierd. We gaan door ver
schillende glazen deuren over ein.de-
looze corridors. Het trekt, mijn aan
dacht, dat da versiering dezer gangen
zeer verschillend is. Mijn gids vertelt
me daarop, dat elke compagnie in een
afzonderlijk, door glazen van de ove
rige compagnieën afgescheiden ge
deelte is gehuisvest. De afscheiding
gaat zelfs zoo ver, dat niet dan bij
hooge uitzondering de Hauptmann of
een van zijn officieren de corridor be
treedt van een compagnie, waarbij liij
niet is ingedeeld. Elk officier kent
persoonlijk alle manschappen van zijn
„Zug", daar hij niet nu eens hij deze
compagnie, dan weer bij die wordt In
gedeeld, doch integendeel zoolang hij
bij het regiment staat, in dezelfde
compagnie dienst doet. Het resultaat
is een persoonlijke band tussehen den
Hauptmann, zijn officieren en den
Feldwebel (de „Mutter" van do com
pagnie) en de verschillende manschap
pen. Evenzoo blijven de soldaten go-
durende hunnen geheelen diensttijd
bij dezelfde compagnie.
Mem moet een pur-sang militair zijn
om als buitenlander de minitieuse
onderscheïdingsteckens der officieren
en manschappen te kunnen onthou
den, welke door een leek in het vak
natuurlijk over het hoofd worden ge
zien. Ik dacht, dat ik al een heele piet
was, als ik een Einjahrige van een
gewoon soldaat, en een Hauptmann
van -een Leutenant kon onderscheiden,
doch dit is nog slechts kinderspel bij
de onderscheidingsteekens tussehen de
verschillende compagnieën. De sabel
kwasten (Troddel) zijn vierkleur ig
(wit-, rood-, geel- en blauw), doch al
naar gelang van de compagnie domi
neert nu de eene dan de andere kleur.
In den laatsten tijd is de Oberste
Kriegsherr zoo gul geweest met het in
stellen van bijzondere tressen, kwas
ten, koorden, medailles, welke „ver-
lieben" worden naar aanleiding van
den Chineeschen veldtocht, voor goe
de schietoefeningen enz., dat de
„Ivladderadatsch" kort geleden hier
over een geestige plaat bracht.
Na een vermoeiende marsch in de
blakerende zon zwoegt een compagnie
voort over een rullen zandweg. Dikke
zweetdroppels biggelen van de gezich
ten der manschappen, die „gebukte-
gaan onder al haar loereteekens (me
dailles. tressen, kwasten enzPlotse
ling krijgt de Hauptmann een goede
ingeving. Hij geeft bevel al de eere-
teekens op een grooten wagen van den
trein te laden en nu zien wij op een
volgende plaat de compagnie weer op
nieuw stram voortmarcheeren met
stralende gezichten. In onberispelijke
houding maken zij weer den Parade-
schritt, alsof zij geen groote marsch
achter den rug hadden, terwijl achter
de compagnie de groote wagen, hoog
beladen met al de eeneteekens, lang
zaam volgt» Met moeite slepen de twee
kloeke paarden den wagen voort door
het zand.
Maar ik houd u nog altijd aan de
praat op den corridor van de achtste
compagnie. We zullen nu eens even
naar binnen gaan. Links zien we door
verscheidene ramen op het grooto
excercitieterrein. Rechts een lange rij
deuren aan de „Stuben", waarin de
manschappen zijn gehuisvest. De man
nen wonen niet zooals in Hollandsche
kazernes in een groote chambree
(prachtig Hollandsch woord!), maar in
verschillende middelmatig groote ver
trekken, op een lange rij naast elkaar
aan den corridor gelegen. Elke „Stu-
be" (het woord duidt het reeds aan),
herbergt hoogstens 16 man.
Mijn leidsman opent de deur van
Stube no. 4. Onmiddellijk hoor ik ge
stommel, opspringen en vlugge voet
stappen over de planken, en als we
binnentreden, staat een rijtje mannen
in grijze „Drillich"-pakken in onbe
rispelijke militaire houding voor hun
kasten in het gelid, pink op de naad
van de broek, allen het gezicht naar
ons toegekeerd.
Ongevraagd babbelt de eerste van
de rij zonder een spier te vertrekken,
eenige volzinnen, waarvan ik niets
snap. maar zij zijn ook voor den Ober-
leutnant bestemd. Zoolang wij in het
vertrek blijven, staan de acht man
aan den grond vastgenageld. Hunne
oogen volgen ons overal. Wanneer
mijn "ids iets vraagt, antwoordt steeds
da eerste en begint met „Zu Befelil
Hoit Oberleutnant." Met moeite kan
ik mijn lachen bedwingen, doch ik
houd me goed en onderhoud mo
kwanswijs met mijn gids in 't Duitsch.
We maken aanstalten om te vertrek
ken. Dit is voor den woordvoerder
van de manschappen een teeke-n om
voor ons uit te snellen, de deur te ope
nen en ons onder het militair saluut
uit te laten, terwijl zijn kameradsn
nog steeds op een rij blijven staan met
schuin naar ons toegekeerde hoofden
en starende oogen.
We treden een volgende Stube bin
nen. In een oogwenk staan hier de
manschappen weer voor hunne kas
ten. starende, de eerste eenige zinnen
snel sprekende in militaire houding
en antwoordende op de gedane vra^
gen; dan weer de deur voor ons ope
nend als wij verder gaan, nagestaard
door de „niets ziende" oogen dier ove
rigen. In elk vertrek worden precies
op dezelfde manier de verschuldigde
militaire honneurs bewezen.
„Kerel, wat zei die man toch eigen
lijk?" vraag ik, als w© weer op den
corridor zijn, in onze moedertaal.
„Hij moet een soort inventaris over
leggen van do bewoners van zijn ka
nier. Je hebt misschien geteld, dat in
deze Stube 8 man op een rij stonden»
Er wonen er echter 9. De eerste van
de rij was een Unteroffizler (korpo
raal) en meldde derhalve: Stube no.
4, belegt mit emem Unteroffizi-er und
8 Grenadieren; Grenadier Oekel zum
Stubendienst Kommandist." Hoe meer
manschappen niet aanwezig zijn, des
te langer wordt de „Meldung", daar
hij van hun afwezigheid rekenschap
moet afleggen."
De bewoners van een Stube slapen
in twee rijen ijzeren kribben boven
elkaar, de tweede rij is ongeveer ter
manshoogte aangebracht op ijzeTen
kolommeai boven de onderste. Bij het
raam in een soort apart kamertje dooi
kasten afgeschoten voor den Unter-
offizier, die het hoofd is van de Stube.
Tegenover de bedden staat een lange
rij kasten met hangsloten voorzien.
Elk man heeft, een kast in gebruik. Een
groote tafel bij het raam, eenige stoe
len. hier en daar eznige portretten van
Keizer of van soidatengroepen vol
tooien het ameublement.
De mannen eten niet in hun Stube
zooals in de Hollandsche chambree,
compagniesgewijs wordt in de cantino
gegeten, welke er echter lang niet zoc
i gezellig uitziet als de cantino der
van mij afzien, ik blijf hem trouw!
Onzin dat zijn ongezondte ro
mantische ideeën riep mievrouw
Lamprecht verontwaardigd uit.
Wees toch verstandig, kind'!
Beloof je mij, dat je do Lan
genbruch's in het vervolg niet zult
bezoeken? vroeg haar vader.
Ja. antwoordde ze, hem de
hand reikend.
Doe dan wat het andere be
treft, zooals je wilt, komt tijd, korm
raad.
Mevrouw Lamprecht wilde
nog iets in het midden brengen,
maar haar man wenkte haar om te
zwijgen. Hij wist dat tegen elke
mogelijke overijling van zijn doch
ter. John Langenbruch's trots nam
een zeer welkome hinderpaal was.
Olivia Lamprecht., die zich in den
laatsten tijd bij haar schoonzuster,
met wie zij tot nu toe op niet zoo'n
intiemen voet gestaan had, inniger
had aangesloten, was zeer veront
waardigd, toen zij van Caecilie, die
na haar gesorek met haar ouders
bij haar was gekomen, vernam dat
zij beloofd had de Langenbruch's
verder in het geheel niet te bezoe
ken. Op haar eigenaardige wijze
van zich uit te drukken, noemde zii
dat een terugvallen in de knecht
schap der traditie.
Je waart juist begonnen- je
daarvan een beetje los te maken,
sprak zij op e enigszins verwijten
den toon. Nu heb je je weer in
boeien laten slaan. Want voor zoo
ver ik je kon, beoi je een slavin van
je woord.
Tegen zijn gewoonte, was Otto
het in dit opzicht niet mot zijn
vrouw eens, maar keurde hij het
goed, dat Caecilie haar ouders op
dit punt gehoorzaam was-
Ook Frits Herrl'ich, die des
avonds een uurtje kwam babbelen,
was deze meening toegedaan. Oli
via lachte hen uit en beweerde, dat
zij. zonder het zelf te welen, nog
even bevooroordeeld waren als de
rest der Lübeckers.
Op een goeden dag zal ik het
nog eens beieven. dat jelui haar
aanspoort om zich toch verstandig
en gehoorzaam te zijn en den man
te nemen, dien vader en moeder
wel zoo goed' zijn. geweest voor
haar uit te zoeken, besloot zij haar
straf p redicatie
Gaec.ilie brak bij Olivia's woor
den in tranen uitOtto wierp het
verre van zich, dat hij en- Frits er
ooit op zouden aandringen een man
te huwen, van wien zij niiot hield.
Frits Herrlich zei echter droogjes,
dat dat wed eens kon gebeuren en
dat het hem volstrekt niet onmoge
lijk toescheen, dat Olivia zich in
dat opzicht bij hem zou aansluiten.
Toen zij als een klein; furie op
hem toeliep en verklaarde-, dat zulk
een veronderstelling een beleedi-
ging voor haar was, antwoordde hij
óp denzelfden toon Hebben va
der en moeder Lamprecht dan soms
John Langenbruch niet voor haar
uitgezocht?
.1: ik had er in 't geheel
geen vermoeden van. dat die twee
zooveel van elkaar hieldendit was
nu juist een echt conventioneel hu
welijk, dacht ik om jelui de waar
heid te zeggen, ik ken John eigen
lijk niet uitstaan en had het liefst
de verloving verbroken, gezien, flap
te zij er uit.
De beid© mannen lachten om de
ze vrijmoedigo bekentenis, zelfs
Caecilie kon niet nalaten te glim
lachen Olivia vervolgde echter on
der de levendigste gebaren.;
Hot ongeluk heeft het eerst aan
het licht gebracht, dat zo van elkaar
houden en daarom zullen ze elkaar