EEN HALVE WEEI
Tweede Blad,
Het gelieim van den
Senator.
Virehow's 80ste Verjaardag.
behoorende bij
„Haarlems Dagblad''
van
Donderdag 17 Oetober 1901.
No. 5614
Wereldgeschiedenis
De verdediging van generaal
Bulier 'en wat de Engelsche
pers daarvan zegt. De posi
tie der Boeren bij 't begin
van 't derde oorlogsjaar.
Generaal Buller, die door een aantal
Engelsche journalisten zoo heftig is
aangevallen, toen hij tot bevelhebber
van een legerkorps benoemd werd, is
van oordeel geweest, dat nu het oo-
genblik dè&r was om zich te verdedi
gen.
Hij vindt de houding van de pers te
kijnen opzichte zeer onrechtvaardig,
èn verklaart, dat hij van meening was
op eene andere behandeling aanspraak
te mogen maken, daar hij altijd' zijn
fyest gedaan heeft in verbazend moei
lijke omstandigheden en steeds zon
der schromen zijn leven in de waag
schaal heeft gesteld.
Op het verwijt, dat hij aan generaal
White het bekende telegram gezonden
heeft, waarin hij hem beval Ladysmith
Over te geven en alle papieren die hij
in zijn bezit had te vernieti
gen", antwoordt Sir Redvers Buller,
dat zijn telegram aileeu het geval, dat
White verplicht zou zijn te capitulee-
ren voorzag en dat hij alleen aldus
ijandelde, om iemand te hulp te ko
men, die, naar hij meende met groo-
ter moeielijkheden te worstelen had
dan hijzelf.
Men zou zich zeer vergissen in de
tegenwoordige stemming van de En
gelsche bladen, als men meende, dat
deze verdediging hun toorn had ont
wapend. Veeleer is de verontwaardi
ging er nog door toegenomen.
De Morning Post", de,.Daily News"
en de Standard" zijn roerend een
stemmig in hun blaam over de bewe
ringen van Buller, die zij als zeer
compromitteerend voor hem beschou
wen.
De Dally Mail" vindt er prachtige
stof in voor een melodl'ama, en niet
voor eene discussie.
De .Times" eindelijk, die speciaal
genoemd was in de verklaring van den
generaal, zegt, dat hij een dapper en
goedman kan zijn, doch dat zijne on
bekwaamheid in dezen oorlog duide
lijk aan 't licht is gekomen.
Intusschen is het derde jaar van den
oorlog ingetreden en het is slecht be
gonnen voor de Engelsche wapenen,
dat zal men niet kunnen ontkennen.
De grootste slag voor hen is wel het
feit, dat Botha is ontsnapt aan dei troe
pen, d'ie hem omringen Wel zal hij
nog vele moeielijkheden te overwin
nen hebben, alvorens geheel in veilig
heid te zijn, maar wij kennen Botha
te goed, om niet te weten, dat hij aan
d'ie gevaren met succes het hoofd
zal bieden.
In de Kaapkolonie en den O. V. S.,
overal zijn de Boeren in goede condi
tie. Veel mag veranderd zijn in de af-
geloopen 2 jaren, veel is ook verbe
terd. Het Boerenleger is gezuiverd van
de schadelijke elementen, de spionnen,
verraders en overloopers, die er zich
ia bevonden en wat thans strijdt is die
machtige kern van mannen, die van
geen zwichten willen weten en gezwo
ren hebben, den kamp niet te staken,
alvorens hun land vrijgevochten is.
De< hoofdsteden der beide republieken
zijn. in handen der Engelschen, het is
waar, doch daartegenover staat, dat
de Britten het in de Kaapkolonie zeer
benauwd krijgen en de opstand daar
met reuzenarmen om zich heen grijpt,
zóó zelfs dat de dappere rooineks on
langs hun veelgeliefde Kaapstad onder
de krijgswet hebben moeten stellen.
Wie had dat voor 2 jaar kunnen den
ken? En, het heeft er allen schijn van.
dat als nog twee jaren verloopen zul
len zijn, de Boeren hunne dierbare
vrijheid voor altijd zullen hebben ver
overd, terwijl het eens zoo glorierijke
Albion ondergaat in een zee van bloed
en tranen
Feuilleton.
Naar het Duitsch
van
F. ARNEFELDT,
30)
Als ik mij nog voorstel, hoe
streng mevrouw Lamprecht tegen
Caecilie is en hoe goed gij, lieve
moeder, voor onze Liesbet waart.
O. d'at was toch ©enigszins een
audier geval, merkte Gottfried Herr-
lich op maar zijn vrouw antwoord
de
Nu het was voor ons een hard
geval, het meisje a'an een musicus
te gevein en haar met hem naar Ber
lijn. dat groote Babel te laten gaan.
Jij wilde er volstrekt niet van hoo-
ren, vader, en als ik mij niet over
het arm» kiind had erbarmd en haar
geholpen, zou zij nog hier zijn met
oaar leed.
De oude Herrlich bromde iets in
rijn baardhij werd nooit gaarne
Van onzen correspondent.)
Berlijn, 12.—X.—'01.
Tegen 8 uur hangt een zwaar gegons
van honderden stemmen in de hoogc,
monumentale zittingzaal van bet
Pruissische „Haus der Abgeordneten".
waarin straks de man zal worden ge
huldigd. wiens naam dezer dagen op
aller lippen, is. Van heinde en ver,
niet alleen uit alle rijken van Europa,
neen. ook uit Noord- en Zuid'-Amerika,
\iit Japan zijn deputaties door de me
dische faculteiten naar Berlijn afge
vaardigd om getuigenis af te leggen,
van de groote vereering en de dank
baarheid voor den beroemden patho
loog en anthropoloog.
Virchow, de man van wetenschap
zal gehuldigd worden, niet Virchow,
de politicus, die gedurendb tal van ja
ren zoowel in het Pruissische Abgeord-
netenhaus en den Berlijnschen ge
meenteraad, als in den Rijksdag tot
de ijverigste en bekendste leden der
liberale fractie behoorde en ook nu nog
onvermoeid en met den ouden strijd
lust aan de beraadslagingen in ge
meenteraad en Tweed© Kamer deel
neemt.
Ja, wanneer Virchow niet een „acht-
en-ve er tiger", een revolutieman ge
weest ware en reeds tot de liberale
oppositie behoord had, wie weet, of
hij dan niet tien jaar geleden reeds
gelijktijdig met Helmholtz in den adel
stand ware verheven met den titel van
excellentie. Voor een man met een we-
reldberoemden naam zou het eigenlijk
onverschillig moeten zijn, of hem door
de autoriteiten van zijn vaderland de
eer gegeven wordt, die hem toekomt,
en toch de mensch hunkert dikwijls
juist naar datgene, wat voor hem on
bereikbaar is. terwijl het minder be
voegden in den schoot wordt gewor
pen.
Zal hij nu excellentie worden? Men
heejft gehoord, dat de welverdiende
onderscheiding eindelijk zal worden
verleend; levendig wordt over het al
of niet waarschijnlijke hiervan gedis
cussieerd. Enfin, het zal nu spoedig
blijken, want in de schitterend ver
lichte, deftige zaal wordt het steeds
voller. Op alle, waaiervormig van
den zetel des voorzitters uitloopende
banken, waai-op in gewone dagen de
leden der Tweede Kamer plaats ne
men, zijn nu zwartgerokte en witge-
daste artsen uit rijk en stad gezeten.
Het feestelijk aanzien van de zaal
wordt nog verhoogd door de aanwezig
heid van vele schoone vrouwen
in rijke avondtoiletten, welker teere
kleuren mooi uitkomen tegen het
eikenhout der tribunes en het heldere
wit van pilasters en wanden.
Het gegons in de zaal wordt ster
ker naarmate het oogenblik der plech
tige openingvan deze merkwaardige
zitting nadert. Nog is de zetel van
den jubilaris in het midden van de
eerste rij banken tegenover den voor-
zittersstoel en de banken der ministers
links en rechts onbezet, doch plotse
ling klinkt van de tribune uit koperen
monden een luid fanfare. Aan den
arm van professor Waldeyer. den pre
sident van het feestcomité, treedt een
klein manneke met grijzen baard en
gouden bril de zaal binnen. Het ge-
heele publiek beneden in de zaal en
boven op de tribunes staat als één
man op. Als het geluid van een kla
terenden waterval gaat een langaan-
gehouden handgeklap der honderden
door de groote ruimte. Dankend buigt
Virchow naar alle kanten. Dan ver
zinkt de kleine gestalte in den wijden
armzetel tusschen de zetels van zijn
zoon en professor Von Leyden en luis
tert naar de feestrede van professor
Waldeyer, die voor den zetel van den
voorzitter heeft plaats genomen.
Welk een illuster gezelschap van be
roemde mannen is hier bijeen! Welk
een schier eindelooze rij van interes
sante, intelligente koppen daar ginds
op de gestoelten der eere! Naast de
ministers van eerediensten en birrnen-
landsche zaken. Dr. Studt en graaf
Posadowsky, beiden imposante, de
coratieve figuren, hebben de buiten-
landsche gedelegeerden: minister Bac-
celli (Italië), Lord Lister (Engeland),
Dr. Cornil (Frankrijk), prof. Stokvis
(Holland), en anderen op uitnoodiging
van Waldeyer aan weerskanten van
den voorzitterszetel als mede-eere-
voorzitters plaats genomen. Allen zijn
ze gekomeu, de levende coryplieeën
der medische wetenschap om aan de
grootsche huldiging luister bij te zet
ten. Schrijvers, wier werken aller-
wege door leerlingen en meesters ge-
raadpleegd worden, wier namen in de
aan die geschiedenis herinnerd
waar zijn wil voor diie van zijn we
derhelft had moeten zwichten, of
schoon dat niet tot- die zeldzaamhe
den behoorde.
En het gaat hen goed'. Haai
man speelt in het orkest van die ope
ra en op alle groote concerten en
geeft bovendien veel lessen, ver
volgde zij alsof zij haar beide too
hoorders daarmee veel nieuws ver
telde. zij heeft een paar jongens
als dJe prinsen, hij draagt haar op
de handen en eert ons. Is dat niet
zoo. vader?
De oude lieer knikte toestem
mend terwijl Frits opmerkte
Dat zal Johanna Langonbruch ook
doen. ja nog meer, zij zal u liefheb
ben. want zij heeft geen moeder
meer.
Vervolgens vertelde hij veel om
trent het leven van de nu verwees
de zusters, zoodat de licht tot Irar
nen geroerde wouw den witten
zakdoek herhaaldelijk moest te
voorschijn halen..
Toen F rits dezen Zondag zijn
ouders verliet, kon hij tot zich zelf
zeggen., dat hij op den. besten weg
was, om bij hen. ten minste zijn
zaak te winnen. Hij wachtte er
medische wereld groote vermaardheid
hebben verworven, scharen zich hier
om hunnen beroemden ambtgenoot en
ouden leermeester.
Een gansche bibliotheek van stan
daardwerken vertoont zich voor ons
oog bij het hooien van namen van
een Koenig en Bergmann. van een
Ziemssen, Leyden, Lesser, Heubnsr,
Schierning. Baginski, van zoovele
baanbrekers op het wijdvertakte gebied
der medische wetenschap.
Luid handgeklap davert door de
zaal, als Lord Lister, de beroemde re
formator van de wondbehandeling
naast Waldeyer plaats neemt. Zijn
fijn geteekend profiel met de sneeuw
witte haren roept de trekken van
Thackeray in de herinnering. Een
sprekend type van den hoog ontwik
kelden voornamen gentleman, stil en
deftig, en afgemeten, zooals hij daar
in de boeken tuurt voor hem op tafel,
zoo rustig, alsof hij in zijn studeer
vertrek ware.. Naast hem twee an
dere typen, geheel en al beweeglijk
heid en leven, de It&liaansclie minis
ter professor Baccelli. met een .in
teressanten kop met veel wit haar en
een zwaren witten snor als wijlen Ko
ning Humbert en de Amsterdamsche
professor Stokvis met zijn karakteris-
tièk gezicht en groote brilleglazen.
Men heeft de verschillende sprekers
van den avond in groepen en ondier-
groepen moeten verdeelen. Niettegen
staande tientallen van geleerde ge
nootschappen en vereenigingen slechts
bij monde van éénen spreker hunne
hulde komen aanbieden, laat het zich
aanzien, dat de nacht zal zijn aange
broken. wanneer de laatste rede wordt
uitgesproken. Het progrdmma Ls lang.
Eerst komen de autoriteiten van
Duitschland en Pruissen en Berlijn,
dan de geleerde genootschappen van
het binnenland, vervolgens de dele
gaties uit het buitenland en ten slotte
vroegere en tegenwoordige adsistenten
en leerlingen van Virchow.
Het officieele oogenblik van den
avond is aangebroken. Minister Studt,
een bijzonder mooie, hoogs verschij
ning met kortgehouden vierkant grij
zen baard daalt de trappen van de mi-
nistersbanken af en houdt, vóór Vir
chow aangekomen, een toespraak. Met
aandacht luisteren allen naar zijn wel
luidende stem, doch te vergeefs wacht
men op den excellentie-titel. Terwijl
het geheele auditorium van zijn zit
plaatsen opstaat, leest de minister een
brief van den Keizer voor, welke onge
veer als volgt luidt:
,,Op den dag van heden nu gij door
Gods genade gezond naar lichaam en
geest uwen tachtigsten verjaardag
moogt vieren, breng ik u mijn harte
lijkste geluk- en zegewensclien. Aan
den arbeid van uw leven heeft de we
tenschap resultaten te danken, waar
door uw naam voor immers in de ge
schiedenis der geneeskunde en tot ver
over de grenzen van het Duitsche va
derland een blijvende plaats zal inne
men. Ten teeken van mijnen dank en
mijne appreciatie, heb ik u do groote
gouden medaille voor kunsten en' we
tenschappen geschonken en verheug
er mij over, u die ze onderscheiding op
dezen dag te kunnen overhandigen.
Wilhelm Imperator-rex."
Interessant zou het geweest zijn, in
de harten der toehoorders te lezen,
nadat de minister zijn red© met de;
volgende woorden tien eindie bracht:
„niet alleen de jubilaris doch ook de
gansche Duitsche wetenschap wordt
door deze Keizerlijke „Kundgebung"
geëerd." Of de jubilaris en vele toe
hoorders niet teleurgesteld waren? Wie
zal het zeggen.
Zeker is het, dat de groote gouden
medaille voor kunsten en wetenschap
pen slechts hoogst zelden verleend
wordt.
Veel tijd tot overpeinzingen heeft de
jubilaris niet. De plaats van den mi
nister wordt onmiddellijk door een an
deren redenaar ingenomen. Aanvan
kelijk was men voornemens geweest
in het midden van den avond een korte
pauze te houden, doch als om elf uur
eindelijk de buitenlandsche deputaties
aan de beurt komen, besluit de voor
zitter de pauze te doen vervallen.
Toch sdaat de klok 1 uur in den nacht
vóór liet programma is afgewerkt.
Vier en een half uur aan één stuk zij a
redenaars zonder tal voorbij getrok
ken. Bijna altijd hoeft de grijze jubi
laris de vele toespraken staande aan
gehoord'. En steeds rees de stapel van
kunstig bewerkte adressen hooger en
hooger on lie-t aantal bullen met af
hangende universiteitszegels in veel
kleurige kokers werd steeds m ooter en
grooter. Lord Lister alleen droeg we!
vijf bullen tegelijk onder den arm en
deponeerde ze op een stoel onder vroc-
liik applaus der aanw
zich echter voor. om. zooals hij
vroeger wel deed. zoo af e.n toe mid
den: in de week eens thuis te ko
men aan wippen, en liet de dingen
tot dein wigenden Zondag op hun
beloophij was echter ton zeei-ste
verrast toen zijn moeder hom tea*
zijde nam en hem vroeg, hoe hij er
over dacht als zij eens een bezoek
ging brengen bij de kinderen van
Langenbruch.
Hij dankte haar djoor haar te om
helzen en te kussen en dronk om
haar genoegen te doen dien dag
zelfs drie koppen chocolade, doch
verzocht haar. voorloopig nog van
haar voornemen af te zien. Hoe
minder aanleiding de menscben
hebben om over de familie Langen
bruch en mijn verhouding tot haar
te spreken, des te beter is het voor
het proces, sprak hij.
Hot proces Hoe meer de tijd
daarvoor naderde, des te greoter
werd de spanning in de ::i .eie
ren. des te grooter d)e angst bij al
len. die er eenigszins nader bij wa
ren betrokken, en diaartoe rekende
zich thans in de eerste plaats het
echtpaar Herrlich.
Nu stond niet alleen, zooals in
een andere dergelijke zaak het ge-
Omlonnlijk is het de redenee ringen
van alle sprekers te releveeren. Bur-
gemeester Kirschnar sprak uit naam
van de stad. Tien jaar geleden had
Herlijn aan Virchow reeds het eere
burgerschap aangeboden. Nu deelde
het bestuur bij monde van den bur
gemeester hem mede. dat het groote
ziekenhuis, hetwelk voor rekeniner van
de stad' gebouwd wordt, naar Virchow
zal worden genoemd en tevens dat. de
stad 100.000 Mark aan het Virchow-
fonds had geschonken. Voor hetzelfd?
doel waren door het feestcomité 50.000
Mark hijeengehracht.
In een klassieke latijnsche toespraak
gepaard met levendige gracieuze ges
ticulaties bracht de italiaansche mi
nister Baccelli de gelukwenschen over
van zijne regeermg en van Koning
Victor Imtnanuel. Hoe machtig en
statig klonk aan het slot zijner met
pathos voorgedragen rede:
Vive patriae tuae decus et lumen,
Vive humani generis praesidium,
Vive natïonum omnium admiratio,
Vive Italiae amor,
Vive immortalis!
Leef, gij sieraad, gij zon van uw
vaderland! Leef, gij schutsengel van
het mannelijk geslacht! Leef, gij. be
wonderd door alle volkeren! Leef, gij
heveling van Italië! Leef. gij onster
felijke!
In zijn rede bracht Baccelli den
grondvester van de leer en de methode
der pathologische anatomie; den Ita-
iiaanschen professor Morgagni in her
innering en bood naai' aanleiding hier
van een schilderstuk aan bestaande
uit de portretten der beide pathologen
Morgagni en Virchow.
De Italiaansche minister was niet de
eenige, die latijn sprak. Ook de konink
lijke Akademie der Wissenschaften,
waarvan professor van 't Hoff lid is,
sprak den jubilaris bij monde van Prof.
V ah ten in het Latijn toe. Evenzoo de
Deensche afgevaardigde, prof. Salo-
monsen. De Belgische en Fransche ge
delegeerden bedienden zich van het
Fransch;Iord Lister sprak in het En-
gelsch; Prof. Maragliani, Genua, in het
Italiaanseh, Russische en Scandina
vische afgevaardigden Duitsch. een
professor uit Athene, Grieksch; daar
entegen de Japansche gedelegeerde in
het Duitsch. Deze geleerde eindigde
zijn toespraak met driemaal luide te
herhalen: Wadaai! Wadaai! Wad aai'
(Leef nog 11.000 jaren!)
Terzijde gestaan door de heeren Dr.
Delprat uit Amsterdam en Prof.
Schmeitz uit Leiden (voor de Antro
pologische Gesel!schaft) sprak profes
sor Stokvis den jubilaris ongeveer als
Volgt toe:
„In naam van de Koninklijke Ne
der] andsche Maatschappij van Weten
schappen. welke het zich tot een eer
rekent, u sinds 1861, dus reeds 40 jaar
lang tot hare leden te mogen tellen,
dat wil zeggen van de mathematisch-
natuurkundige klasse want in de
I.' tterariscke klasse wordt het record
geslagen door uwen landsman Momm-
sen, op wien gij daarom niet jaloersch
zult zijn breng ik u hulde en groet.
Warmen dank is de Nederlandscbe
medische wereld u verschuldigd voor
die heldere en grondige wijze, waarop
gij wetenschappelijke feiten hebt aan
getoond. Aan de zinspreuk van Boe.r-
have „Simplex veri sigillum" zijt gij
steedis getouw gebleven. In uwen
strijd voor vrijheid van gedachten en
van het onderzo-ek, in uw onvermoei-
den ijver voor den volkswelvaart en de
volksgezondheid hebt g:i steeds het
woord betracht van Jan Pieterszoon
Coen, den stichter van Batavia: „En-
de desespereert niet."
In uw leven en streven, in al uwe
werken hebt gij de zinspreuk van
Oranje: „Je maintiendrai" steeds we
ten te verbinden met het schoone
woord van Marnix van St. Aldegonde:
„Repos ailleurs"!
Moge het u gegeven zijn, nog vele
jaren getuige te zijn van onze ver
ering, van onze bewondering, van on
ze sympathie, van onze liefde voor uw
persoon!"
Op de rede van Prof. Stokvis, welke
m het Duitsch werd uitgesproken
volgde een langdurig handgeklap. Uit
het korte antwoord van Virchow die
zeer zacht sprak, meende ik den naam
\an Boerhave nog eens te hooren.
Nadat de lpatste deputatie van oud
assistenten en tegenwoordige
ten bij monde van prof. v. Reckling
hausen uit Strassburg het woord had
gevoerd, werd de merkwaardige, ge
denkwaardige zitting met een toe
spraak van den vice-president van hei
feestcomité Prof. Dr. Fraenkel -esl
ten. die alle aanwezigen uitnoodigde
uit volle borst met hem in te stem-
-Unser Meister. Unser Forsrho-.-
va! zou zijn. de roem van cfien zoop
al» verdediger op het spel, maar zijn
■en, z',n p<Kilie i» de
maa.schappij. Zij hadden zich me'
d l «wtrouwd gemaakt,
dal hij. hoe ook da uitspraak van
de gezworenen mocht luiden de
doe hier van Langenbruch tot vróuw
zou nemen zij genoten daa-bij van
-n zekeren triomf, dat zij groot-
m edigor en minder bevooroordee'd
dan senator Lamprecht en zijn ech!
genoote, hem daartoe geen hinder
paal in den weg legden. Hun eor-
hr?'uve harten sloegen ree-Is
vol liefde voor hun nieuwe schoon-
loerder en toch, en toch, het was
al'ss zoo geheel anders, als zij zich
hst geluk van hun eenigen zco^
voor wien zij zich groote opofferde
gen hadden getroost en van rcn
zij nog grooter verwachtingen koes
terden. gedroomd hadden"
Ci oil fried1 Herrlich die ook nu zijn
optimisme niet verloor, klemde zicli
als een drenkeling aan een str, o-
halm, aan de Prils half met gewei
ontrukte uitlatingen vast cm daa-
uit de hoop te putten, dal Landen
bruch met zoo schuldig mocht zijn
als men" meend'e. Daaruit bouwde
hij langzamerhand een lucht ka--
Unser grosser Freuncl. er lebe Hoch!
Hoch! und abermals Hoch!!
Fanfares, gejuich en klaterend hand
geklap! K.
Binnenland.
De zaak-Ter Laan.
Bij d'6 afcteeling van den Raad
van Slate voor de geschillen van
bestuur zijn thans ingekomen de
stukken betreffende het beroep van
den heer K. ter Laan tegen het be
sluit van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland. waarbij hem verlof
is geweigerd' met zijne betrekking
van onderwijzer te Delft het lid
maatschap der Tweede Kamer te
mogen vereenigen. Het beroep zal
vermoedelijk 6 Nov. a.s. voor ge
noemde afdeeling in behandeling
komen.
Maandagavond is te Vlissingen aan
gehouden de tot 5 jaar gevangenisstraf
veroordeelde C. J. van Derp, die 14
Sept. jL met 2 Duitschers uit het
Krankzinnigengesticht te Medemblik
ontvluchtte. Over 16 maanden zou zijn
straftijd geëindigd zijn.
Da verdwenen kellner.
Nog steeds zet de Ilaagsche politie
haar onderzoek voort naar den ver
dwenen Delftschen kellner. Verschil
lende personen komen moest weinig
gewichtige modedeelingen doen. Van
belang wordt geacht de bewering van
een bewoner van de Swammerdam-
straat gelegen aan een open terrein
langs de Laakhaven bij den Rijswijk-
schen weg, dat hij in den nacht van
de verdwijning (Dinsdag op Woens
dag) uit een lichte sluimering is ont
waakt door angstgeschreeuw, als van
iemand die te water is geraakt. Slechts
eenige oogienblikken daarna hoorde
hij een rijtuig van de Nieuwe Laak-
brug stadwaarts rijden, terwijl het ge
schreeuw verminderde. Aanvankelijk
had deze zegsman zijn woning willen
verlaten om een onderzoek in te stel
len naar de oorzaak van het geroep,
maar toen hij het rijtuig langs het wa
ter hoorde rijden, dacht hij dat het ge
roep van weinig belang zou zijn, omdat
z. i. anders het rijtuig wol had halt
gehouden.
Reeds vroeg in den ochtend was Dins
dag de politie met vele dreggen uit
gerukt om de Laakhaven af te dreg
gen, tot 's middags echter zonder re
sultaat. Ook de stal van de aangehou
den koetsiers, die juist 2 dagen na de
verdwijning met zand was opgehoogd,
is geheel doorzocht.
De koetsier Haneveld, in wiens bezit
het beleenbriefje van het horloge is
gevonden, weet daaromtrent geen ver
klaring te geven.
Een kereltje
Een bekende persoonlijkheid t-e
Osch, een reus, nam 1.1. Zaterdag deel
aan -v, loting voor de nationale mili
tie. Op 't oogenblik dat hij het num
mer ging trekken monsterde de voor
zitter van den militieraad hem met
welgevallen: „Man: wat een kerel! Hij
alleen zou in staat zijn een heel regi
ment in. de pan te hakken, een bele
gerde vesting ongedeerd in en uit tc
sluipen."
Maar het mocht niet zijn, ons Michel-
ke Wittenberg trok op 3... na hot hoog
ste nummer.
Onder de maat geplaatst, bleek hij
de kolossale lengte te bereiken van 102
centimeter. Zijn zwaarte bedraagt 37
pond'.
Hij is zonder gebreken en alle ü-
chaamsdeelen zijn goed geproportio
neerd.
Daze wondermensch heeft reeds,
naar de „Noord. Brab." meldt, de aan
dacht getrokken van Barnum Bai
ley; doch de kolossaal hoogc som, die
hij eischte, moet de onderhandelin
gen hebben doen afspringen.
Staat van beleg.
Op een der bovenhuizen in de
Bloemstraat te Amsterdam heeft
zich o<^esloten zekere Van S. Deze
staat onder verdenking van diefstal
door insluiping, een van de vele
in eten Laat sten tijd gepleegd.
Eenige rechercheurs wilden, hem
op last van dfen commissaris in de
betrokken sectie arr-rstro-ren en een
van de oudste rechercheurs, Pee
lers. begaf zich naar boven. Van S.
v, i ge rcte ech toe niet alleen imd
dat ten slotte met do schitterende
eerherstelling en het weder senator
woendien van ol'en onschuldig ver
dachten Langenbruch gekroond
werd of beter nog. met hot huwe
lijk van zijn verdediger, aan wien1
hij zijn vrijspraak slechts te dan
ken had. met zijn dochter.
Moeder Herrlich zag in haar moe
cterangst en moederzorg alles van
den demkensten kant. Was er een
tijd gc-weest. dl zij het verwijzen
naar de galg van Langenbruch een
nog te üclite"straf vond voor den
man. die zijn dochter hoogmoedig
weigerd» te geven aan haar zoon,
thans maakte zij zich bezorgd om
zijn lot, alsof hij haar als een innig,
geliefde naast b tcand. aan hei heit.
lag. Zij gevoelde zich zoo gedrukt,
dat zij. wait zij nog nooit had ge
daan. haar zoon in zijn kantoor op
7.echt en hem smeekte haai- toch ge
rust te stelten.
Frits deed (fat zee g::.i hij kon
en nooit was hem het zwijgen
moeilijker gevallen, dan tegenover
ziin ouders, d'ie oro zijnentwille
dagen on weken in angst doorbrach
ten. want ook zijirv vader zag de
zaak niet on* rooskleurig in.
Meermalen was Frits in vorzoe
te gaan, maar dreigde met oen bijl.
Dientengevolge bleef zijne woning
door politie bewaakt en zal waar
schijnlijk een bevel tot inhechtenis
neming worden uitgevaardigd door
den officier van ustitie. Buren heb
ben verklaard dat zij den verdach
te hebben zien binnengaan in zijn
woning met goederen van den be
doelden diefstal afkomstig.
Er is nu beleg voor de woning
geslagen.
Uit de Arbeiderswereld
BINNENLAND.
Door overvloed van Amsterdamsche
Broodbakkersgezellen. ziet men, zegt
de ..Bakk. Ct.". vele van hen naar
Londen trekken, waar er gebrek aau
gezellen schijnt te bestaan.
Rechtszaken.
Uit nood.
Een man, die. zonder middelen van
bestaan rondloopende. door honger
gedreven, uit een bakkerskar welke
onbeheerd stond aan de Nassaukade,
twee brooden wegnam, werd door de
Amsterdamsche rechtbank bij verstek
veroordeeld tot 3 dagen hechtenis en
een jaar opzending naar een rijkswerk
inrichting. De rechtbank nam aan,
(lat de elementen voor diefstal niet
aanwezig waren, en veroordeelde den
beklaagde uitsluitend ter zake van
landlooperij.
Het vonnis week in zoover af van
de conclusie van het O. M., dat door
den officier was gerequireerd schuldig
verklaring aan diefstal en landloo-
Pieh'ij en mitsdien tot veroordeeling
tot 3 dagen gevangenisstraf en opzen
ding paar een rijkswerkinrichting
voor den tijd van één jaar.
Voorts werd nog een ander dergelijk
geval behandeld.
De zwerver Klaas de Boer leed- gebrek
Onlangs nam hij uit een winkel aan
den Heiligenweg twee borstels weg,
en verborg die onder zijn jas.
Door een agent van politie op lieeter-
daad betrapt, werd hij gearresteerd.
Ter terechtzitting bekende de man
volmondig.
De subst.-officier van justitie m'r.
Regout deed uitkomen dat bokl. ge-,
brek leed. In rechten staat dit even
wel niet vast, evenmin dat bekl. dief
stal pleegde uit nood, hetgeen door
hem in rechten ook niet is verklaard.
In deze kan niet worden gezegd, dat
misdrijf werd gepleegd met- het doeJ
in de gevangenis te komen.
I-Iot O. M. requireerde 5 maanden
gevangenisstraf.
De toegevoegde verdediger refereer
de zich aan het oordeel dor rechtbank.
Ernstige mishandeling.
Wij meldden indertijd reeds dat
in deu nacht van 3 op 4 Augustus
in een bierhuis aan clle Gedempte
Raamstraat te 's-Gravenhage, een
vischkoopman door ©en wauw met
een bierglas zoodanig in liet gelaat
werd gewond, dat men aanvanke
lijk vreesde, dat die main,, die maar
één bruikbaar oog meer had (het
andere had hij vroeger vei'1 oren
door het springen van een klapsi-
gaar), totaal blind zonde zijn, maar
na eene behandeling van 4 Aug.
lot 4 October, in een inrichting
voor oogheelkunde aldaar, kreeg hij.
de geaiohtssterkte tot ongeveer 1/6
van normaal terug, zoodat hij nog
wel iets zioii kan, maar toch onge
schikt is voor eiken arbeid.
Wegens die mishandeling had de
vrouw zich Dinsdag voor de Ilaag
sche rechtbank te verantwoorden.
Zij ontkende de bedoeling gehad te
hebben, den man ernstig te kwet
sen en allermiinst met opzet hem
in bet oog geslagen te hebben. Er
was ruzie geweest over haring, er
was een scheldpartij gevolgd en
toen de vischboer baar dreigde een
scha" te geven, sloeg zij hem met
een bierglas in het gelaat, met hot
reeds medegedeelde gevolg. De
beklaagde ontkende: ten stelligste
gezegd te hebben, ik zal hem zijn
ander oog ook uitslaan, dan kan
hij bij mij komen bedelen om een
cent. Een. paar getuigen, beweerden
evenwel die woorden gehoord te
hebben.
Eisch een jaar gevangenisstraf.
kiaw gekomen, zijn ouders meer te
zeggen, dan hij met zijn geweten
overeen kon brengen, doch telkens
had' zijn plichtsgevoel hij hem do
overhand "ehouden. Hij haalde nog
dieper en meer verlicht adem als bij
de Lamprechts na het middagmaal,
teer. hi: d n bats ten Zondag vóór
de zitting van de gezwone«e<n aan
staande was. zijn chocolade bij zijn
oud! rs had gedronken en de Gloc-
kengiesserstraat den rug had toa
gekeerd,
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Op den 16en Februari verdrong
zich een groote menigte in en voor
het "er htshof te Liibeck om een
zitting bij te wonen, waarin over
het leven en (te eer van een mensch
e.n over het geluk van een geheele
familie zou worden beslist.
De cc;-Ie zitting der gezworenen
van het jaar had den vorigen dag
plaat- gehad en op dezen en waar
schijnlijk ook die volgende dagen
zou de zaak van Langenbruch wor
den behandeld'. Reeds voor weken
waren de president der rechtbank,
de officier van justitie en de verde-
,1 v ii>', '.'©worden met san-