EEN HALVE WEEI Tweede Blad, Het gelieim van den Senator. Virehow's 80ste Verjaardag. behoorende bij „Haarlems Dagblad'' van Donderdag 17 Oetober 1901. No. 5614 Wereldgeschiedenis De verdediging van generaal Bulier 'en wat de Engelsche pers daarvan zegt. De posi tie der Boeren bij 't begin van 't derde oorlogsjaar. Generaal Buller, die door een aantal Engelsche journalisten zoo heftig is aangevallen, toen hij tot bevelhebber van een legerkorps benoemd werd, is van oordeel geweest, dat nu het oo- genblik dè&r was om zich te verdedi gen. Hij vindt de houding van de pers te kijnen opzichte zeer onrechtvaardig, èn verklaart, dat hij van meening was op eene andere behandeling aanspraak te mogen maken, daar hij altijd' zijn fyest gedaan heeft in verbazend moei lijke omstandigheden en steeds zon der schromen zijn leven in de waag schaal heeft gesteld. Op het verwijt, dat hij aan generaal White het bekende telegram gezonden heeft, waarin hij hem beval Ladysmith Over te geven en alle papieren die hij in zijn bezit had te vernieti gen", antwoordt Sir Redvers Buller, dat zijn telegram aileeu het geval, dat White verplicht zou zijn te capitulee- ren voorzag en dat hij alleen aldus ijandelde, om iemand te hulp te ko men, die, naar hij meende met groo- ter moeielijkheden te worstelen had dan hijzelf. Men zou zich zeer vergissen in de tegenwoordige stemming van de En gelsche bladen, als men meende, dat deze verdediging hun toorn had ont wapend. Veeleer is de verontwaardi ging er nog door toegenomen. De Morning Post", de,.Daily News" en de Standard" zijn roerend een stemmig in hun blaam over de bewe ringen van Buller, die zij als zeer compromitteerend voor hem beschou wen. De Dally Mail" vindt er prachtige stof in voor een melodl'ama, en niet voor eene discussie. De .Times" eindelijk, die speciaal genoemd was in de verklaring van den generaal, zegt, dat hij een dapper en goedman kan zijn, doch dat zijne on bekwaamheid in dezen oorlog duide lijk aan 't licht is gekomen. Intusschen is het derde jaar van den oorlog ingetreden en het is slecht be gonnen voor de Engelsche wapenen, dat zal men niet kunnen ontkennen. De grootste slag voor hen is wel het feit, dat Botha is ontsnapt aan dei troe pen, d'ie hem omringen Wel zal hij nog vele moeielijkheden te overwin nen hebben, alvorens geheel in veilig heid te zijn, maar wij kennen Botha te goed, om niet te weten, dat hij aan d'ie gevaren met succes het hoofd zal bieden. In de Kaapkolonie en den O. V. S., overal zijn de Boeren in goede condi tie. Veel mag veranderd zijn in de af- geloopen 2 jaren, veel is ook verbe terd. Het Boerenleger is gezuiverd van de schadelijke elementen, de spionnen, verraders en overloopers, die er zich ia bevonden en wat thans strijdt is die machtige kern van mannen, die van geen zwichten willen weten en gezwo ren hebben, den kamp niet te staken, alvorens hun land vrijgevochten is. De< hoofdsteden der beide republieken zijn. in handen der Engelschen, het is waar, doch daartegenover staat, dat de Britten het in de Kaapkolonie zeer benauwd krijgen en de opstand daar met reuzenarmen om zich heen grijpt, zóó zelfs dat de dappere rooineks on langs hun veelgeliefde Kaapstad onder de krijgswet hebben moeten stellen. Wie had dat voor 2 jaar kunnen den ken? En, het heeft er allen schijn van. dat als nog twee jaren verloopen zul len zijn, de Boeren hunne dierbare vrijheid voor altijd zullen hebben ver overd, terwijl het eens zoo glorierijke Albion ondergaat in een zee van bloed en tranen Feuilleton. Naar het Duitsch van F. ARNEFELDT, 30) Als ik mij nog voorstel, hoe streng mevrouw Lamprecht tegen Caecilie is en hoe goed gij, lieve moeder, voor onze Liesbet waart. O. d'at was toch ©enigszins een audier geval, merkte Gottfried Herr- lich op maar zijn vrouw antwoord de Nu het was voor ons een hard geval, het meisje a'an een musicus te gevein en haar met hem naar Ber lijn. dat groote Babel te laten gaan. Jij wilde er volstrekt niet van hoo- ren, vader, en als ik mij niet over het arm» kiind had erbarmd en haar geholpen, zou zij nog hier zijn met oaar leed. De oude Herrlich bromde iets in rijn baardhij werd nooit gaarne Van onzen correspondent.) Berlijn, 12.—X.—'01. Tegen 8 uur hangt een zwaar gegons van honderden stemmen in de hoogc, monumentale zittingzaal van bet Pruissische „Haus der Abgeordneten". waarin straks de man zal worden ge huldigd. wiens naam dezer dagen op aller lippen, is. Van heinde en ver, niet alleen uit alle rijken van Europa, neen. ook uit Noord- en Zuid'-Amerika, \iit Japan zijn deputaties door de me dische faculteiten naar Berlijn afge vaardigd om getuigenis af te leggen, van de groote vereering en de dank baarheid voor den beroemden patho loog en anthropoloog. Virchow, de man van wetenschap zal gehuldigd worden, niet Virchow, de politicus, die gedurendb tal van ja ren zoowel in het Pruissische Abgeord- netenhaus en den Berlijnschen ge meenteraad, als in den Rijksdag tot de ijverigste en bekendste leden der liberale fractie behoorde en ook nu nog onvermoeid en met den ouden strijd lust aan de beraadslagingen in ge meenteraad en Tweed© Kamer deel neemt. Ja, wanneer Virchow niet een „acht- en-ve er tiger", een revolutieman ge weest ware en reeds tot de liberale oppositie behoord had, wie weet, of hij dan niet tien jaar geleden reeds gelijktijdig met Helmholtz in den adel stand ware verheven met den titel van excellentie. Voor een man met een we- reldberoemden naam zou het eigenlijk onverschillig moeten zijn, of hem door de autoriteiten van zijn vaderland de eer gegeven wordt, die hem toekomt, en toch de mensch hunkert dikwijls juist naar datgene, wat voor hem on bereikbaar is. terwijl het minder be voegden in den schoot wordt gewor pen. Zal hij nu excellentie worden? Men heejft gehoord, dat de welverdiende onderscheiding eindelijk zal worden verleend; levendig wordt over het al of niet waarschijnlijke hiervan gedis cussieerd. Enfin, het zal nu spoedig blijken, want in de schitterend ver lichte, deftige zaal wordt het steeds voller. Op alle, waaiervormig van den zetel des voorzitters uitloopende banken, waai-op in gewone dagen de leden der Tweede Kamer plaats ne men, zijn nu zwartgerokte en witge- daste artsen uit rijk en stad gezeten. Het feestelijk aanzien van de zaal wordt nog verhoogd door de aanwezig heid van vele schoone vrouwen in rijke avondtoiletten, welker teere kleuren mooi uitkomen tegen het eikenhout der tribunes en het heldere wit van pilasters en wanden. Het gegons in de zaal wordt ster ker naarmate het oogenblik der plech tige openingvan deze merkwaardige zitting nadert. Nog is de zetel van den jubilaris in het midden van de eerste rij banken tegenover den voor- zittersstoel en de banken der ministers links en rechts onbezet, doch plotse ling klinkt van de tribune uit koperen monden een luid fanfare. Aan den arm van professor Waldeyer. den pre sident van het feestcomité, treedt een klein manneke met grijzen baard en gouden bril de zaal binnen. Het ge- heele publiek beneden in de zaal en boven op de tribunes staat als één man op. Als het geluid van een kla terenden waterval gaat een langaan- gehouden handgeklap der honderden door de groote ruimte. Dankend buigt Virchow naar alle kanten. Dan ver zinkt de kleine gestalte in den wijden armzetel tusschen de zetels van zijn zoon en professor Von Leyden en luis tert naar de feestrede van professor Waldeyer, die voor den zetel van den voorzitter heeft plaats genomen. Welk een illuster gezelschap van be roemde mannen is hier bijeen! Welk een schier eindelooze rij van interes sante, intelligente koppen daar ginds op de gestoelten der eere! Naast de ministers van eerediensten en birrnen- landsche zaken. Dr. Studt en graaf Posadowsky, beiden imposante, de coratieve figuren, hebben de buiten- landsche gedelegeerden: minister Bac- celli (Italië), Lord Lister (Engeland), Dr. Cornil (Frankrijk), prof. Stokvis (Holland), en anderen op uitnoodiging van Waldeyer aan weerskanten van den voorzitterszetel als mede-eere- voorzitters plaats genomen. Allen zijn ze gekomeu, de levende coryplieeën der medische wetenschap om aan de grootsche huldiging luister bij te zet ten. Schrijvers, wier werken aller- wege door leerlingen en meesters ge- raadpleegd worden, wier namen in de aan die geschiedenis herinnerd waar zijn wil voor diie van zijn we derhelft had moeten zwichten, of schoon dat niet tot- die zeldzaamhe den behoorde. En het gaat hen goed'. Haai man speelt in het orkest van die ope ra en op alle groote concerten en geeft bovendien veel lessen, ver volgde zij alsof zij haar beide too hoorders daarmee veel nieuws ver telde. zij heeft een paar jongens als dJe prinsen, hij draagt haar op de handen en eert ons. Is dat niet zoo. vader? De oude lieer knikte toestem mend terwijl Frits opmerkte Dat zal Johanna Langonbruch ook doen. ja nog meer, zij zal u liefheb ben. want zij heeft geen moeder meer. Vervolgens vertelde hij veel om trent het leven van de nu verwees de zusters, zoodat de licht tot Irar nen geroerde wouw den witten zakdoek herhaaldelijk moest te voorschijn halen.. Toen F rits dezen Zondag zijn ouders verliet, kon hij tot zich zelf zeggen., dat hij op den. besten weg was, om bij hen. ten minste zijn zaak te winnen. Hij wachtte er medische wereld groote vermaardheid hebben verworven, scharen zich hier om hunnen beroemden ambtgenoot en ouden leermeester. Een gansche bibliotheek van stan daardwerken vertoont zich voor ons oog bij het hooien van namen van een Koenig en Bergmann. van een Ziemssen, Leyden, Lesser, Heubnsr, Schierning. Baginski, van zoovele baanbrekers op het wijdvertakte gebied der medische wetenschap. Luid handgeklap davert door de zaal, als Lord Lister, de beroemde re formator van de wondbehandeling naast Waldeyer plaats neemt. Zijn fijn geteekend profiel met de sneeuw witte haren roept de trekken van Thackeray in de herinnering. Een sprekend type van den hoog ontwik kelden voornamen gentleman, stil en deftig, en afgemeten, zooals hij daar in de boeken tuurt voor hem op tafel, zoo rustig, alsof hij in zijn studeer vertrek ware.. Naast hem twee an dere typen, geheel en al beweeglijk heid en leven, de It&liaansclie minis ter professor Baccelli. met een .in teressanten kop met veel wit haar en een zwaren witten snor als wijlen Ko ning Humbert en de Amsterdamsche professor Stokvis met zijn karakteris- tièk gezicht en groote brilleglazen. Men heeft de verschillende sprekers van den avond in groepen en ondier- groepen moeten verdeelen. Niettegen staande tientallen van geleerde ge nootschappen en vereenigingen slechts bij monde van éénen spreker hunne hulde komen aanbieden, laat het zich aanzien, dat de nacht zal zijn aange broken. wanneer de laatste rede wordt uitgesproken. Het progrdmma Ls lang. Eerst komen de autoriteiten van Duitschland en Pruissen en Berlijn, dan de geleerde genootschappen van het binnenland, vervolgens de dele gaties uit het buitenland en ten slotte vroegere en tegenwoordige adsistenten en leerlingen van Virchow. Het officieele oogenblik van den avond is aangebroken. Minister Studt, een bijzonder mooie, hoogs verschij ning met kortgehouden vierkant grij zen baard daalt de trappen van de mi- nistersbanken af en houdt, vóór Vir chow aangekomen, een toespraak. Met aandacht luisteren allen naar zijn wel luidende stem, doch te vergeefs wacht men op den excellentie-titel. Terwijl het geheele auditorium van zijn zit plaatsen opstaat, leest de minister een brief van den Keizer voor, welke onge veer als volgt luidt: ,,Op den dag van heden nu gij door Gods genade gezond naar lichaam en geest uwen tachtigsten verjaardag moogt vieren, breng ik u mijn harte lijkste geluk- en zegewensclien. Aan den arbeid van uw leven heeft de we tenschap resultaten te danken, waar door uw naam voor immers in de ge schiedenis der geneeskunde en tot ver over de grenzen van het Duitsche va derland een blijvende plaats zal inne men. Ten teeken van mijnen dank en mijne appreciatie, heb ik u do groote gouden medaille voor kunsten en' we tenschappen geschonken en verheug er mij over, u die ze onderscheiding op dezen dag te kunnen overhandigen. Wilhelm Imperator-rex." Interessant zou het geweest zijn, in de harten der toehoorders te lezen, nadat de minister zijn red© met de; volgende woorden tien eindie bracht: „niet alleen de jubilaris doch ook de gansche Duitsche wetenschap wordt door deze Keizerlijke „Kundgebung" geëerd." Of de jubilaris en vele toe hoorders niet teleurgesteld waren? Wie zal het zeggen. Zeker is het, dat de groote gouden medaille voor kunsten en wetenschap pen slechts hoogst zelden verleend wordt. Veel tijd tot overpeinzingen heeft de jubilaris niet. De plaats van den mi nister wordt onmiddellijk door een an deren redenaar ingenomen. Aanvan kelijk was men voornemens geweest in het midden van den avond een korte pauze te houden, doch als om elf uur eindelijk de buitenlandsche deputaties aan de beurt komen, besluit de voor zitter de pauze te doen vervallen. Toch sdaat de klok 1 uur in den nacht vóór liet programma is afgewerkt. Vier en een half uur aan één stuk zij a redenaars zonder tal voorbij getrok ken. Bijna altijd hoeft de grijze jubi laris de vele toespraken staande aan gehoord'. En steeds rees de stapel van kunstig bewerkte adressen hooger en hooger on lie-t aantal bullen met af hangende universiteitszegels in veel kleurige kokers werd steeds m ooter en grooter. Lord Lister alleen droeg we! vijf bullen tegelijk onder den arm en deponeerde ze op een stoel onder vroc- liik applaus der aanw zich echter voor. om. zooals hij vroeger wel deed. zoo af e.n toe mid den: in de week eens thuis te ko men aan wippen, en liet de dingen tot dein wigenden Zondag op hun beloophij was echter ton zeei-ste verrast toen zijn moeder hom tea* zijde nam en hem vroeg, hoe hij er over dacht als zij eens een bezoek ging brengen bij de kinderen van Langenbruch. Hij dankte haar djoor haar te om helzen en te kussen en dronk om haar genoegen te doen dien dag zelfs drie koppen chocolade, doch verzocht haar. voorloopig nog van haar voornemen af te zien. Hoe minder aanleiding de menscben hebben om over de familie Langen bruch en mijn verhouding tot haar te spreken, des te beter is het voor het proces, sprak hij. Hot proces Hoe meer de tijd daarvoor naderde, des te greoter werd de spanning in de ::i .eie ren. des te grooter d)e angst bij al len. die er eenigszins nader bij wa ren betrokken, en diaartoe rekende zich thans in de eerste plaats het echtpaar Herrlich. Nu stond niet alleen, zooals in een andere dergelijke zaak het ge- Omlonnlijk is het de redenee ringen van alle sprekers te releveeren. Bur- gemeester Kirschnar sprak uit naam van de stad. Tien jaar geleden had Herlijn aan Virchow reeds het eere burgerschap aangeboden. Nu deelde het bestuur bij monde van den bur gemeester hem mede. dat het groote ziekenhuis, hetwelk voor rekeniner van de stad' gebouwd wordt, naar Virchow zal worden genoemd en tevens dat. de stad 100.000 Mark aan het Virchow- fonds had geschonken. Voor hetzelfd? doel waren door het feestcomité 50.000 Mark hijeengehracht. In een klassieke latijnsche toespraak gepaard met levendige gracieuze ges ticulaties bracht de italiaansche mi nister Baccelli de gelukwenschen over van zijne regeermg en van Koning Victor Imtnanuel. Hoe machtig en statig klonk aan het slot zijner met pathos voorgedragen rede: Vive patriae tuae decus et lumen, Vive humani generis praesidium, Vive natïonum omnium admiratio, Vive Italiae amor, Vive immortalis! Leef, gij sieraad, gij zon van uw vaderland! Leef, gij schutsengel van het mannelijk geslacht! Leef, gij. be wonderd door alle volkeren! Leef, gij heveling van Italië! Leef. gij onster felijke! In zijn rede bracht Baccelli den grondvester van de leer en de methode der pathologische anatomie; den Ita- iiaanschen professor Morgagni in her innering en bood naai' aanleiding hier van een schilderstuk aan bestaande uit de portretten der beide pathologen Morgagni en Virchow. De Italiaansche minister was niet de eenige, die latijn sprak. Ook de konink lijke Akademie der Wissenschaften, waarvan professor van 't Hoff lid is, sprak den jubilaris bij monde van Prof. V ah ten in het Latijn toe. Evenzoo de Deensche afgevaardigde, prof. Salo- monsen. De Belgische en Fransche ge delegeerden bedienden zich van het Fransch;Iord Lister sprak in het En- gelsch; Prof. Maragliani, Genua, in het Italiaanseh, Russische en Scandina vische afgevaardigden Duitsch. een professor uit Athene, Grieksch; daar entegen de Japansche gedelegeerde in het Duitsch. Deze geleerde eindigde zijn toespraak met driemaal luide te herhalen: Wadaai! Wadaai! Wad aai' (Leef nog 11.000 jaren!) Terzijde gestaan door de heeren Dr. Delprat uit Amsterdam en Prof. Schmeitz uit Leiden (voor de Antro pologische Gesel!schaft) sprak profes sor Stokvis den jubilaris ongeveer als Volgt toe: „In naam van de Koninklijke Ne der] andsche Maatschappij van Weten schappen. welke het zich tot een eer rekent, u sinds 1861, dus reeds 40 jaar lang tot hare leden te mogen tellen, dat wil zeggen van de mathematisch- natuurkundige klasse want in de I.' tterariscke klasse wordt het record geslagen door uwen landsman Momm- sen, op wien gij daarom niet jaloersch zult zijn breng ik u hulde en groet. Warmen dank is de Nederlandscbe medische wereld u verschuldigd voor die heldere en grondige wijze, waarop gij wetenschappelijke feiten hebt aan getoond. Aan de zinspreuk van Boe.r- have „Simplex veri sigillum" zijt gij steedis getouw gebleven. In uwen strijd voor vrijheid van gedachten en van het onderzo-ek, in uw onvermoei- den ijver voor den volkswelvaart en de volksgezondheid hebt g:i steeds het woord betracht van Jan Pieterszoon Coen, den stichter van Batavia: „En- de desespereert niet." In uw leven en streven, in al uwe werken hebt gij de zinspreuk van Oranje: „Je maintiendrai" steeds we ten te verbinden met het schoone woord van Marnix van St. Aldegonde: „Repos ailleurs"! Moge het u gegeven zijn, nog vele jaren getuige te zijn van onze ver ering, van onze bewondering, van on ze sympathie, van onze liefde voor uw persoon!" Op de rede van Prof. Stokvis, welke m het Duitsch werd uitgesproken volgde een langdurig handgeklap. Uit het korte antwoord van Virchow die zeer zacht sprak, meende ik den naam \an Boerhave nog eens te hooren. Nadat de lpatste deputatie van oud assistenten en tegenwoordige ten bij monde van prof. v. Reckling hausen uit Strassburg het woord had gevoerd, werd de merkwaardige, ge denkwaardige zitting met een toe spraak van den vice-president van hei feestcomité Prof. Dr. Fraenkel -esl ten. die alle aanwezigen uitnoodigde uit volle borst met hem in te stem- -Unser Meister. Unser Forsrho-.- va! zou zijn. de roem van cfien zoop al» verdediger op het spel, maar zijn ■en, z',n p<Kilie i» de maa.schappij. Zij hadden zich me' d l «wtrouwd gemaakt, dal hij. hoe ook da uitspraak van de gezworenen mocht luiden de doe hier van Langenbruch tot vróuw zou nemen zij genoten daa-bij van -n zekeren triomf, dat zij groot- m edigor en minder bevooroordee'd dan senator Lamprecht en zijn ech! genoote, hem daartoe geen hinder paal in den weg legden. Hun eor- hr?'uve harten sloegen ree-Is vol liefde voor hun nieuwe schoon- loerder en toch, en toch, het was al'ss zoo geheel anders, als zij zich hst geluk van hun eenigen zco^ voor wien zij zich groote opofferde gen hadden getroost en van rcn zij nog grooter verwachtingen koes terden. gedroomd hadden" Ci oil fried1 Herrlich die ook nu zijn optimisme niet verloor, klemde zicli als een drenkeling aan een str, o- halm, aan de Prils half met gewei ontrukte uitlatingen vast cm daa- uit de hoop te putten, dal Landen bruch met zoo schuldig mocht zijn als men" meend'e. Daaruit bouwde hij langzamerhand een lucht ka-- Unser grosser Freuncl. er lebe Hoch! Hoch! und abermals Hoch!! Fanfares, gejuich en klaterend hand geklap! K. Binnenland. De zaak-Ter Laan. Bij d'6 afcteeling van den Raad van Slate voor de geschillen van bestuur zijn thans ingekomen de stukken betreffende het beroep van den heer K. ter Laan tegen het be sluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. waarbij hem verlof is geweigerd' met zijne betrekking van onderwijzer te Delft het lid maatschap der Tweede Kamer te mogen vereenigen. Het beroep zal vermoedelijk 6 Nov. a.s. voor ge noemde afdeeling in behandeling komen. Maandagavond is te Vlissingen aan gehouden de tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeelde C. J. van Derp, die 14 Sept. jL met 2 Duitschers uit het Krankzinnigengesticht te Medemblik ontvluchtte. Over 16 maanden zou zijn straftijd geëindigd zijn. Da verdwenen kellner. Nog steeds zet de Ilaagsche politie haar onderzoek voort naar den ver dwenen Delftschen kellner. Verschil lende personen komen moest weinig gewichtige modedeelingen doen. Van belang wordt geacht de bewering van een bewoner van de Swammerdam- straat gelegen aan een open terrein langs de Laakhaven bij den Rijswijk- schen weg, dat hij in den nacht van de verdwijning (Dinsdag op Woens dag) uit een lichte sluimering is ont waakt door angstgeschreeuw, als van iemand die te water is geraakt. Slechts eenige oogienblikken daarna hoorde hij een rijtuig van de Nieuwe Laak- brug stadwaarts rijden, terwijl het ge schreeuw verminderde. Aanvankelijk had deze zegsman zijn woning willen verlaten om een onderzoek in te stel len naar de oorzaak van het geroep, maar toen hij het rijtuig langs het wa ter hoorde rijden, dacht hij dat het ge roep van weinig belang zou zijn, omdat z. i. anders het rijtuig wol had halt gehouden. Reeds vroeg in den ochtend was Dins dag de politie met vele dreggen uit gerukt om de Laakhaven af te dreg gen, tot 's middags echter zonder re sultaat. Ook de stal van de aangehou den koetsiers, die juist 2 dagen na de verdwijning met zand was opgehoogd, is geheel doorzocht. De koetsier Haneveld, in wiens bezit het beleenbriefje van het horloge is gevonden, weet daaromtrent geen ver klaring te geven. Een kereltje Een bekende persoonlijkheid t-e Osch, een reus, nam 1.1. Zaterdag deel aan -v, loting voor de nationale mili tie. Op 't oogenblik dat hij het num mer ging trekken monsterde de voor zitter van den militieraad hem met welgevallen: „Man: wat een kerel! Hij alleen zou in staat zijn een heel regi ment in. de pan te hakken, een bele gerde vesting ongedeerd in en uit tc sluipen." Maar het mocht niet zijn, ons Michel- ke Wittenberg trok op 3... na hot hoog ste nummer. Onder de maat geplaatst, bleek hij de kolossale lengte te bereiken van 102 centimeter. Zijn zwaarte bedraagt 37 pond'. Hij is zonder gebreken en alle ü- chaamsdeelen zijn goed geproportio neerd. Daze wondermensch heeft reeds, naar de „Noord. Brab." meldt, de aan dacht getrokken van Barnum Bai ley; doch de kolossaal hoogc som, die hij eischte, moet de onderhandelin gen hebben doen afspringen. Staat van beleg. Op een der bovenhuizen in de Bloemstraat te Amsterdam heeft zich o<^esloten zekere Van S. Deze staat onder verdenking van diefstal door insluiping, een van de vele in eten Laat sten tijd gepleegd. Eenige rechercheurs wilden, hem op last van dfen commissaris in de betrokken sectie arr-rstro-ren en een van de oudste rechercheurs, Pee lers. begaf zich naar boven. Van S. v, i ge rcte ech toe niet alleen imd dat ten slotte met do schitterende eerherstelling en het weder senator woendien van ol'en onschuldig ver dachten Langenbruch gekroond werd of beter nog. met hot huwe lijk van zijn verdediger, aan wien1 hij zijn vrijspraak slechts te dan ken had. met zijn dochter. Moeder Herrlich zag in haar moe cterangst en moederzorg alles van den demkensten kant. Was er een tijd gc-weest. dl zij het verwijzen naar de galg van Langenbruch een nog te üclite"straf vond voor den man. die zijn dochter hoogmoedig weigerd» te geven aan haar zoon, thans maakte zij zich bezorgd om zijn lot, alsof hij haar als een innig, geliefde naast b tcand. aan hei heit. lag. Zij gevoelde zich zoo gedrukt, dat zij. wait zij nog nooit had ge daan. haar zoon in zijn kantoor op 7.echt en hem smeekte haai- toch ge rust te stelten. Frits deed (fat zee g::.i hij kon en nooit was hem het zwijgen moeilijker gevallen, dan tegenover ziin ouders, d'ie oro zijnentwille dagen on weken in angst doorbrach ten. want ook zijirv vader zag de zaak niet on* rooskleurig in. Meermalen was Frits in vorzoe te gaan, maar dreigde met oen bijl. Dientengevolge bleef zijne woning door politie bewaakt en zal waar schijnlijk een bevel tot inhechtenis neming worden uitgevaardigd door den officier van ustitie. Buren heb ben verklaard dat zij den verdach te hebben zien binnengaan in zijn woning met goederen van den be doelden diefstal afkomstig. Er is nu beleg voor de woning geslagen. Uit de Arbeiderswereld BINNENLAND. Door overvloed van Amsterdamsche Broodbakkersgezellen. ziet men, zegt de ..Bakk. Ct.". vele van hen naar Londen trekken, waar er gebrek aau gezellen schijnt te bestaan. Rechtszaken. Uit nood. Een man, die. zonder middelen van bestaan rondloopende. door honger gedreven, uit een bakkerskar welke onbeheerd stond aan de Nassaukade, twee brooden wegnam, werd door de Amsterdamsche rechtbank bij verstek veroordeeld tot 3 dagen hechtenis en een jaar opzending naar een rijkswerk inrichting. De rechtbank nam aan, (lat de elementen voor diefstal niet aanwezig waren, en veroordeelde den beklaagde uitsluitend ter zake van landlooperij. Het vonnis week in zoover af van de conclusie van het O. M., dat door den officier was gerequireerd schuldig verklaring aan diefstal en landloo- Pieh'ij en mitsdien tot veroordeeling tot 3 dagen gevangenisstraf en opzen ding paar een rijkswerkinrichting voor den tijd van één jaar. Voorts werd nog een ander dergelijk geval behandeld. De zwerver Klaas de Boer leed- gebrek Onlangs nam hij uit een winkel aan den Heiligenweg twee borstels weg, en verborg die onder zijn jas. Door een agent van politie op lieeter- daad betrapt, werd hij gearresteerd. Ter terechtzitting bekende de man volmondig. De subst.-officier van justitie m'r. Regout deed uitkomen dat bokl. ge-, brek leed. In rechten staat dit even wel niet vast, evenmin dat bekl. dief stal pleegde uit nood, hetgeen door hem in rechten ook niet is verklaard. In deze kan niet worden gezegd, dat misdrijf werd gepleegd met- het doeJ in de gevangenis te komen. I-Iot O. M. requireerde 5 maanden gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger refereer de zich aan het oordeel dor rechtbank. Ernstige mishandeling. Wij meldden indertijd reeds dat in deu nacht van 3 op 4 Augustus in een bierhuis aan clle Gedempte Raamstraat te 's-Gravenhage, een vischkoopman door ©en wauw met een bierglas zoodanig in liet gelaat werd gewond, dat men aanvanke lijk vreesde, dat die main,, die maar één bruikbaar oog meer had (het andere had hij vroeger vei'1 oren door het springen van een klapsi- gaar), totaal blind zonde zijn, maar na eene behandeling van 4 Aug. lot 4 October, in een inrichting voor oogheelkunde aldaar, kreeg hij. de geaiohtssterkte tot ongeveer 1/6 van normaal terug, zoodat hij nog wel iets zioii kan, maar toch onge schikt is voor eiken arbeid. Wegens die mishandeling had de vrouw zich Dinsdag voor de Ilaag sche rechtbank te verantwoorden. Zij ontkende de bedoeling gehad te hebben, den man ernstig te kwet sen en allermiinst met opzet hem in bet oog geslagen te hebben. Er was ruzie geweest over haring, er was een scheldpartij gevolgd en toen de vischboer baar dreigde een scha" te geven, sloeg zij hem met een bierglas in het gelaat, met hot reeds medegedeelde gevolg. De beklaagde ontkende: ten stelligste gezegd te hebben, ik zal hem zijn ander oog ook uitslaan, dan kan hij bij mij komen bedelen om een cent. Een. paar getuigen, beweerden evenwel die woorden gehoord te hebben. Eisch een jaar gevangenisstraf. kiaw gekomen, zijn ouders meer te zeggen, dan hij met zijn geweten overeen kon brengen, doch telkens had' zijn plichtsgevoel hij hem do overhand "ehouden. Hij haalde nog dieper en meer verlicht adem als bij de Lamprechts na het middagmaal, teer. hi: d n bats ten Zondag vóór de zitting van de gezwone«e<n aan staande was. zijn chocolade bij zijn oud! rs had gedronken en de Gloc- kengiesserstraat den rug had toa gekeerd, VEERTIENDE HOOFDSTUK. Op den 16en Februari verdrong zich een groote menigte in en voor het "er htshof te Liibeck om een zitting bij te wonen, waarin over het leven en (te eer van een mensch e.n over het geluk van een geheele familie zou worden beslist. De cc;-Ie zitting der gezworenen van het jaar had den vorigen dag plaat- gehad en op dezen en waar schijnlijk ook die volgende dagen zou de zaak van Langenbruch wor den behandeld'. Reeds voor weken waren de president der rechtbank, de officier van justitie en de verde- ,1 v ii>', '.'©worden met san-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5