heer Modoo had moeten voorstellen de post te verhoogen met een bepaald bedrag. L>e heer ROOG beantwoordt den heer Kruseman. De lieer HOFLAND ziet geen be zwaren af te wijken van den tot dusver gevolgden regel en meent, dat met Ré gen vervult is het niet meer clan bil-1 lijk dat hij voor boide betaald wor lt. De heer MODOO meent, dat wanneer K. dienst doet als marktmeester, dit is in den iijd zijner functie als haven- meest er-inspee:. en hij dan dus betaald wordt. Bovendien is spreker er ug.n. dat ambtenaren bij-haantjes vervul-- len. Op het oogenblik zijn er naar spr ,'OORZ. is een kleine woordenwis seling,w aarna de heer ROOG vei - klaart, zich verder te zullen onthouden an opmerkingen over openbare wer ken. ischt kan worden een bepawrae som i ibu. uu. uueuuU1... -v.. to noemen. Altijd is deze wijze van kers meening geen termen om nu liet behandeling gevolgde mnvkfmcpstcr te v&r- Dc heer MODOO spreekt ook over het bezwaar door den heer Van Slj I rum genoemd. Het spreekt van zelf dat de post zal moeten worden ver hoogd met zooveel als noodig zal zijn om het uurloon op het gewenschte be drag te brengen. En wat het bezwaar van den heer Roog betreft, men moet toch niet het loon afhankelijk stellen van de finan cieels gevolgen. Het is bovendien, in verband met de bestekbcpalingen een verplichting minima van uurloon te bepalen. De heer HUGENHOLTZ stelt nu voor post 82 te verhoogen met zooveel als noodig zal zijn om de loonen der sluiswachters te bepalen op een mi nimum van 18 ets. De heer SCHRAM zegt, dat er in elke afdeeling de wensch is uitgesproken de minima te verhoogen. B. en W. luidden dus voorstellen in dezen geest kunnen verwachten, dus de schuld dat geen cijfers genoemd zijn, is niet de schuld der voorstellers. De heer ROOG vraagt voor de derde maal het woord. Bij stemming wordt uitgemaakt dat de hr. Roog 't woord verkrijgt. Hij zegt nu dat de heer Modoo een gevaarlijk spel speelt. De heer VAN STYRUM zegt, in ant woord op hetgeen de heer Hugenholtz gezegd heeft, dat liet is de quaestie van beginsel, niet van het cijfer. De heer SPOOR stelt voor de motie- Modoo aan te houden tot een volgen de vergadering. In stemming komt nu de motie-1 Spoor, die aangenomen wordt met 8, stemmen tegen, die van de heeren Groot, Roog, Hofland, Hugenholtz, Schram, De Braai, Modoo en Welse- naar. Het voorstel-Hugenholtz komt nu in behandeling. De heer SPOOR stelt hierbij weel een motie voor om uit te stellen tot een volgende vergadering. De heer HUGENHOLTZ zegt, dat over zijn voorstel niet eens gediscus sieerd is en de heer Spoor zoo haastig is alles van de baan te schuiven, dat hij er den domper wil opzetten voor er over gesproken is. In stemming komt de motie-Spoor, die aangenomen wordt met 9 stem men tegen, die van de heeren Groot, Roog. Hofland. Hugenholtz, Schram, de Braai, Modoo, v. Thiel en Welse-, naar. Nu komt in stemming een motie-v. d. Kamp om B. en W. uit te noodigen met den meest mogelijken spoed een loonregeling in te dienen in overeen stemming met. de bestekbepalingen. Deze motie wordt aangenomen met 13 stemmen tegen, die van de heeren Sneltjes. Roog. Spoor, de Haan Hu genholtz, Nieuwenhuijzen Kruseman, Thiel, Sabelis, v. Styrum, de Breuk, de Lanoy, Willink, Laane en Leupen. Hierna wordt behandeld de motie- Modoo om post volgn. 82 te verhoogen met f 3000 en van af 1 Januari 1902 het loon van sluiswachters te brengen op 18 ets. per uur. De heer ROOG zegt, dat de heer Mo- door schijnt te meenen, dat men als het een niet lukt, het ander maar moet probeeren. Daarmede bederft hij de De lieer HOFLAND kan zich de op merking niet begrijpen. De heer Mo doo is ernstig geweest met zijn voor stel. De heer WILLINK had toelichting gewen scht. Het voorstelModoo wordt verwor pen met zes stemmen voor, die van de lieeren Groot, Hofland. Hugenholtz, Schram, de Braai en Modoo. Volgn. 83. JAARWEDDEN VAN HAVEN- EN KAAIMEESTER. De heer GROOT stelt voor dezen post te verminderen met f 200 en het s&la ris van den heer Kriens te brengen op 1100. De heer VAN THIEL verbaast zich over. dat men iemand, die een zwaren dienst heeft als de heer Kriens f 1100 salaris wil geven en heeft er zich niets over verwonderd, dat B. en W. voorstellen hem f 1300 te geven. Spreker wil het salaris handhaven zooals is voorgesteld door B. en W., doch om de twee jaar te verhoogen met f 100. zoodat het maximum zal worden dat van een inspecteur van politie. De heer SPEELMAN behoort ook te die leden, die meenen dat het salaris van den havenmeester-inspecteur niet hoog genoeg is. Deze functionaris is een hoofdambtenaar en gelijkstelling met het salaris van e>en inspecteur van politie zou geen overdreven eisch ge noemd kunnen worden. De heer Groot heeft steeds gezegd!, een arbeider is zijn loon waard, en dit beginsel moet hij nu hier ook toe passen. De heer Kriens verdient ook zeker een salaris van f 200 als markt meester zoolang hij de heide betnk- salaris van den marktmeester te vet meerderen als wordt voorgesteld. Spreker wenscht scheiding in het voorstel van den heer Van Thiel. De heer VAN THIEL splitst nu zijn voorstel. liet eerste gedeelte is dat v»n B. en W. Het voorstel van den heer Van Thiel wordt nu geheel ingetrok ken. De heer GROOT zegt niet ontrouw te zijn geworden aan zijn principe de arbeider is zijn loon waard. Het is sprekers volle overtuiging, dat du ambtenaar betaald moet worden vooi het werk dat hij verricht. Wanneer spreker nagaat den werkkring van den heer Kriens en van de mannen, die onder zijn toezicht dienst doen dan wil hij wel degelijk beloonen naar ver dienste. De heer Kriens heeft een fi nantieele verantwoordelijkheid, zeg men. de bruggewachters hebben niet alleen dat. maar ook een materieele. De bruggewachters hebben een groote verantwoordelijkheid. Wanneer wij dit nu tegenover elkaar stellen, dan is het. volkomen onge grond, dat ik zou afwijken van het be ginsel, de arbeider is zijn loon waard, zei spreker. De heer TJEENK WILLINK acht met het oog op de verschillende ve hoogingen, die vele posten zullen moe ten ondergaan, thans verstandig me de te gaan met het voorstel van den heer Groot. I De heer SNELTJES wenscht te ver- klaren waarom hij niet zal meegaan met het voorstel-Groot, doch zich zal scharen aan de zijde van B. en W. De heer Kriens is een uitstekend ambtenaar. Hij munt uit door activi teit. Een gevolg hiervan is, dat hij niet vele uren, doch bijna dag en nacht in dienst is van de gemeente. Spreker vindt een tractement van f 1500 \ol- strekt niet te hoog; dit ie nog maar gelijk aan dat van een inspecteur van politie heer v. d. KAMP zal ook stem men voor het voorstel van B. en W.. vooral in verband met het salaris dat dergelijke ambtenaren in vele andere steden hebben- Het amendement-Groot wordt nu in stemming gebracht en verworpen mei zes stemmen voor, die van de heeren Groot, Modoo, Hofland. Schram. Hu genholtz, de Braai en Tjeenk Willink. 'olgn. 90 ONDERHOUD STOOKGE REEDSCHAPPEN. De heer TJEENK WILLINK spreekt over de gemaakte opmerking in een der afdedingen betreffend© het in ei gen beheer nemen van stookgerecd- schappen. Wanneer iets in eigen be heer zou worden genomen, dan toch zeker wel die stookgereedschappen en nu is het. juiste oogenblik gekomen. De wijze van verwarming in bet Stadhuis laat alles te wenschen over. De commissies vergaderen in een ka mertje waar het dadelijk veel te warm en te benauwd is. en bij openzetten is het niet uit te houden. Thans is er een kachel, groot genoeg om een kerk te verwarmen en een van een allerzonderlingsten vorm. Spreker zegt, we worden thans op gescheept met allerlei tuig en spreker heeft er thans zijn gal eens over vil len uitspuwen. De heer HUGENHOLTZ wil de ver klaring afleggen, dat te gelegenertijd dit voorstel weer in den raad zal ko men, omdat, deze zaak in eigen be heer behoort. De heer DE BREUK zegt. dat de kachel, waarover de heer Tjeenk Wil link gesproken heeft, indertijd niet voldeed, en dat er thans een kachel is, die z. i. wel voldoet, ook al bevalt i de vorm den heer Tjeenk Willink iret. Voor vijf jaar is de zaak aanbesteed 1 zoodat men gevoegelijk op dit moment de discussies hierover sluiten kan. De heer HOFLAND maakt een op merking naar aanleidins- der beant woording, waarin gezegd wordt, dat het in eigen beheer nemen veel kosten met zich zou brengen. De heer v. d. KAMP zegt: ongevraagd ongeweigerd kan ik hierop wel ant woord' geven. We zullen bij de ge meente-lichtfabrieken wel fitters brij gen, geen bankwerkers, en dus een nieuwen werkman aanstellen. De heer DE BRAAL vraagt nadere inlichtingen. De heer HUGENHOLTZ vraagt be leefd den datum waarop de aanneming eindigt te memoreeren. De heer DE BREUK beantwoordt den heer HOFLAND. We moeten in de eerste plaats een smid aanstellen, gereedschap, enz., allemaal kosten, wanneer we de stookgereedschappen in eigen behedr waarom hier ook geen inlichtingen! zouden worden gegeven. De heer DE BREUK zegt, dat de zaak niet zoo onschuldig lijkt als de lieer Tjeenk W il ink —erf. Spreker kan geen toezegging doen. De heer uKooi zet zijn wenschen nog eens uiteen. Wanneer men per sé wil zeggen, onze wil is wet, zooals B. en W. doen. dan kunnen de raads leden ei' weinig aan doen. maar dit is nie(, in het belang der zaak. De lieer SCHRAM meent dat een wijze van behandeling der zaken zooals de wethouder van publieke werken doet. weinig in het algemeen belang is. Dat is niet zakelijk. Het is de ..rechterzijde" zooals de heer De Breuk zeidc, niet te doen om stem in het kapittel te krijgen, doch om de zaak zelve. De heer HOFLAND merkt nu op, dat niet eens geantwoord is op de opmer king van stukwerk. De heer DE BREUK zal gaarne de zaak overwegen. Le motie van den heer Groot wordt nu in stemming gebracht en verworpen met 10 stemmen voor. die van de hee ren: v. d. Berg. Groot. Roog, v. d. Kamp. Hofland, Hugenholtz. Schram, De Braai. Modoo en Tjeenk Willink. Volgn. 86. ONDERHOUD VAN HUI ZEN, TORENS. POORTEN EN DERGELIJKE. De heer ROOG had een specificee ring gewenscht. Dit is een verzoek, doch spreker moet tot zijn spijt zeg gen, dat bij de kosten voor openbare werken niet die zuinigheid is betracht, die wel gewenscht zijn. En dan ook, de cijfers zijn geschat, niet begroot. Spreker verlangt geen schatting maar begrooting. Hij wil aannemen, dat die cijfers juist geschat zijn, maar het wil hem voorkomen, dat niet de gewensch te zuinigheid1 is betracht, waaromtrent Spr. eenige posten niemt. Hij kant zich vooral tegen de voorgestelde her stellingen van het stadhuis, waarvoor veel te hoog geraamd is. Spreker geeft in ernstig eo verweging dezen post voor loopig te schrappen, en f 200 niet uit te geven. Ook acht spr. vernieuwing van daken tot een bedrag als geschat is, niet gewenscht; dat is veel te hoog. Het toezicht moet meer verscherpt i worden. De aannemer van het onder houd moet wat meer op de vingers worden gezien. Enkele zaken heeft spreker nu aangestipt, waaruit duide lijk blijken kan dat geen zuinigheid is betracht. Waarvoor moeten nu bv. weer kos ten gemaakt worden voor de toren van het hoofdbureau van politie; voor de gedeeltelijke vernieuwing der water- zijn bedoeling was al het smidswerk van de gemeente, voortaan te doen m eigen beheer. Volitn 91. ONDERHOUD VAN STRA TEN EN PLEINEN EN VAN WE GEN EN VOETPADEN. De heer HOFLAND acht het niet In het belang der gemeenteen.in het belang der arbeiders, dat het» erIs per vierk. M. uitbesteed wordt en in st k- ■werk gaai, al geeft hij toe, dat net loon vrij hoog is, dat er gegeven wordt. Ak er een prikkel bestaat van zoo- ve^i mogelijk vierk M. per dagje Een dan zou het'kunnen gebeuren leggen, u oiüis naar eisch vrees voor zijn wraak? Hij heeft ook eens op „Edel wild" gejaagd, maar hij' was gelukkiger dan ik. Hij miste en ik trof Paula zag smeekend1 naar hem Op. I Ulrich, zal je je daar nu einde lijk over hóen zetten? Als jij bij mij blijft, ja zeide hij d'iep ademhalend. Ik ben al tijd zoo alleen geweest met die vreeselijke herinnering en mijn arme Hans zal niet toornig zijn als ik die nu eindelijk begraaf. Ik wil het weder leeren om te leven en vreugde te vinden in het leven want ik heb nu immers jou Uit de diepte waar die blauwe morgendauw nog alles omsluierde, steeg nu e-eni klank op, zacht en ge heimzinnig, als een gro?A uit de verte. De klok van de Mariakapel klonk over het. meer en di klank hoewel half gesmoord door den mor. gen wind. dirong toch door tot de oude grijze muren van Restovicz, die nu door het gouden ochtend licht werden beschenen. Het was daar binnen jaren lang zoo duister geweest, nu was het helder licht geworden EIND E. en ziekenhuis van f 50, waar in f 150 voor buizen van gas- en water leiding werd uitgetrokken. De heer Hoog staat nu alleen nog stil bij de hooge sommen voor extra werk bij openbare werken. De heer WINKLER heeft een be zwaar tegen den titel van art 86. Er wordt gesproken van poorten en voor zoover spreker bekend is. bezit onze gemeente slechts één poort. De heer DE BREUK dankt voor het bewijs van vertrouwen door den heer Roog gegeven. Punt voor punt is elke zaak behandeld en bekeken, en aldus heeft de commissie van openbare wer ken gemeend te moeten voorstellen. zooals is geschied. We hebben bv. gemeend dat het in 't belang van het Stadhuis noodig was, dat de hal verbeterd werd. Wat de daken betreft, we zijn aige- gaan op het advies van den deskun dige. En al wordt het toezicht ver scherpt, dat neemt tocli niet weg, dat de boel op den duur slijt. Bij het stads-, armen- en ziekenhuis heeft een verandering van lokalen plaats gehad en diensvolgens de uit getrokken post. Het extra-werk, waarvoor een be langrijke post is uitgetrokken was noodig. Gebroken is met de gewoonte om in de gedrukte memorie van toelichting dezen post te specificeeren. Doch de raadsleden hebben een uitvoerige, de tailleering te hunner beschikking ge had. De heer ROOG zegt nu nog eens, waar het z. i. om gaat. Hij heeft be grotingscijfers noodig. LCggClL, dat het werk niet altijd naar geschiedt, en het toezicht is een wassen neus. Schenk de arbeiders volkomen ver trouwen. geef ze een hoog loon. dan is spreker er zeker van overtuigd dat we in de toekomst een belangrijke som zullen kunnen besparen voor her- bestrating. De heer Hofland wil aan den wethouder van openbare werken verzoeken: onderzoek of het bestaande systeem niet zou kunnen worden ver vangen door hetgeen hij voorgesteld heeft. Spr. stelt voor de straatmakers van af 1 Januari 1902 een loon te geven van 23 ets per uur en opperlieden 18 ct. en nog niet om het stukwerk af te schaffen. De heer GROOT vraagt of uit het antwoord van B. en W. dat zij thans nog geen staten kunnen geven van herstellingen aan straten, blijken moet of dit met een volgende begrooting wel kan. Het zou z. i. mogelijk zijn dat er in den raad stemmen zouden opgaan om sommige straten wel, andere niet voor herstelling in aanmerking te komen. De heer DE BREUK wijst er den heer Groot op, dat het een volgend Volgn. 92. ONDERHOUD WANDELPLAATSEN EN PLANTSOENEN. Do heer DE BRAAL wijst op de nood zakelijkheid van de bepaling van een minimum-loon van 18 ets. zal hiervan echter geen voorstel maken, na aanne ming van het voorstel-v. d. Kamp. Spreker bepleit Zondagsrust voor deze categorie van arbeiders. De heer SCHRAM wijst er op dat van April af geen enkele enkele plant soenwachter beschikking heeft gehad over een vrijen Zondag en ook geen extra belooning ontvangen. In de toelichting staat geen enkel woord aangaande nieuwe regeling over een vrijen Zondag. Spreker wil dien Zondagsdienst door extra-agenten van politie doen ver richten en ook vergoeding doen geven op de een of andere wijze aan de man nen, die na 66 uur dienst te hebben ge daan nog Zondags moeten werken. De heer GROOT vraagt of het be paald tot de onmogelijkheden zou be- hooren dat er in de Bakkerstraat hoo rnen worden geplant. De VOORZITTER beantwoordt de heeren Schram en de Braai. Het.zijn niet alleen plantsoenarbeiders, doch ook wachters. Ze werken 66 uur in de week, doch dajt is niet handenarbeid, doch veelal surveilleeren, De surveil lancedienst doen verrichten door agen ten van politie zou zeer duur zijn. Den heer GROOT beantwoord Spr. door te zeggen dat de kwestie van boo- men-aanplanting in de Bakkerstraat een punt van overweging uitmaakt. De heer WINKLER maakt nog een opmerking over onmogelijkheid van boomaanplanting in de Bakkerstraat. De heer SCHRAM veroorlooft zich de vraag of het onmogelijk geweest is de plantsoen wachters van April af enkelen vrijen Zondag te geven. De VOORZITTER zegt dat hoezeer men ook voor Zondagrust is, het maat schappelijk leven toch zijn gang moeit gaan. Volgn. 98. ONDERHOUD VAN BE 1 GRAAFPLAATSEN EN KOSTEN VAN BEGRAVING. De heer HUGENHOLTZ zegt. dat deze gemeente zich schuldig maakt aan Let euvel om bij de bepaling van het loon rekening te houden met te ontvangen fooien, wat altijd vernederend werkt. Het loon voor deze arciders moet zoo zijn, dat ze daarvan met hun gezin kunnen leven en geen fooien noodig hebben. Heel dikwijls worden de gravm niet goed onderhouden- Spreker stelt daarom voor om het onderhoud der graven van gemeentewege te doen g> - schieden. B. en W. zouden dan een eenvoudig tarief kunnen vaststellen Het fooienstelsel kan daarmede na tuurlijk niet plotseling tegengegaan worden, doch dit zal dan langzamer hand uitsterven. Spreker gelooft, dat door aanneming der twee desbetreffen de voorstellen een veel betere toe stand in het leven zal worden geroepen De heer Hugenholtz stelt nu twee moties voor, nl. om het loon vast te stellen op den grondslag van een mi nimum van 18 ets., en het onderhoud van gemeentewege te doen geschieden De eerste motie wordt verworpen met 5 stemmen, die van de neeren Hofland. Hugenholtz, Schram, de Braai en Modoo. De heer LAANE maakt, ten opzichte van de tweede motie de opmerking, dat hierdoor het fooienstelsel niet ver dwijnen zal. De heer HUGENHOLTZ antwoordt De VOORZITTER zegt. dat het niet wellevend is. B. en W. te dwingen een dergelijke regeling te maken. De heer HUGENHOLTZ wil nu z jn motie intrekken op voorwaarde, det de zaak later aan de orde zal worden ge bracht. Volen. 8". DAG- EN WEEKGELDEN DER WERKLIEDEN EN DERGE LIJKE BEDIENDEN. IN DIENST DER GEMEENTE. MITSGA DERS VERDERE KOSTEN DER FA BRICAGE. De heer ROOG hoopt een volgoncl jaar terug te komen op de salarissen van bouwopzichters. Spreker verzoekt den wethouder van openbare werken toezicht te houden op de kosten van brandstoffen voor het bureau gemeentewerken (f 550). De heer DE BREUK zegt. dat de meerdere lokaliteiten vermeerdering van brandstoffen noodig maken. Volgn 88. ONDERHOUD VAN BUI TEN DE GEMEENTE GELEGEN WERKEN. De: heer ROOG zou gaarne verduide lijking hebben. lus- hun den heer ROOG en den r evou savraiïja i noodige bestratingen over te leg gen als thans. Voor verschillende stra ten kan in den loop van het jaar her stelling noodig blijken, en men kan dat est aan B. en W. overlaten; we hebben toch onze commissie en des kundigen. De heer MODOO vindt dat de heer De Breuk er zich op deze manier heel gemakkelijk afmaakt. Hij wijst o. a. op de Raamgracht en acht- een lijst als door den heer Groot bedoeld dus alles zins weuschelijk. De heer GROOT gelooft dat er geen bezwaar kan zijn de gewone jaarlijk- sche last van noodige herstellingen aan den raad over te leggen. Onvoor ziene herstellingen kunnen dan na tuurlijk toch geschieden. Het voorstel van den heer Hofland wordt, nu in behandeling genomen. De heer v. d. KAMP zegt, dat zulk een voorstel overbodig is, na aanne ming van zijn voorstel, om bepalin gen in de bestekken op te nomen voor arbeiders in gemeentedienst. De heer HOFLAND zou graag wil len, dat hoewel het voorstel-v. d. Kamp aangenomen, men ook zijn voorstel aannam. Het voorstel- Hofland wordt verwor pen met 6 stemmen voor, die van heeren Modoo, Groot, Schram, H land, Hugenholtz en de Braai. Thans komt- in behandeling het voorstel-Groot. om een lijst van noo dige bestratingen en herbestratingen ter kennis van den raad te brengen. De heer SPEELMAN zal tegen dit voorstel stemmen, nu hij de motivee ring gehoord heeft. Z. i. moet dit aan B. en W. worden overgelaten. De heer GROOT vraagt: is dan wat wij doen bij het rooien van hoornen een wassen neus? De heer SPEELMAN roept: Dat heel wat anders. De heer TJEENK WILLINK stelt zich voor. dat. wanneer B. en W. een lijst overleggen van straten, die be strating noodig hebben, de raad dan kan zien welke voornemens er be staan. Dit is dus slechts een daad van inlichting. Die lijst bevat slechts een werkplan dat voor wijziging vat haar is. doch het. blijft een bestuurs daad. Er bestaat «een enkele reder Volg. 93. BRUGGEN EN OVERZETVEEREN. De heer VAN THIEL vraagt of het niet mogelijk zou zijn de post brug over de Bakenessergracht uit- deze begroo- ting te lichten. De heer DE BREUK zegt dat de te genwoordige brug aanzienlijke verbe tering noodig heeft. De brug wordt weinig gebruikt en daarom hebben B. en W. voorgesteld er een vaste brug van te moeten maken. De heer VAN THIEL merkt op dat de brug niet zoo heel weinig gebruikt wordt om daar een vaste brug te leg gen zou niet zijn in het belang der in- dustrieelen aldaar. liet komt spreker het wenschelijkst oor die brug eenigszins te hersteilen, doch zoo dat liet een bascule-brug blijft. I)e heer MODOO zou het bejammeren indien het voorstel van den heer van Thiel werd aangenomen. In verband met wel uitgestelde maar nog niet af stelde plannen tot demping van de Ba kenessergracht en het weinige gebruik is aanneming van het voorstel van B. en W. aannemelijk, terwijl bovendien het verkeer over lad verbeterd. De heer SNELTJES ondersteunt het voorstel van den heer VAN THIEL; hij wil de zaak niet van de baan schuiven maar B. en W. uitnoodigen eerst een ojigave van kosten te doen. De heer DE BREUK zegt dat indien de post voor een vaste brug van, de be grooting wordt afgevoerd er toch een groote som moet komen voor noodza kelijke verbeteringen, dat zou zeker f 600 kosten. liet voorstel Van Thiel in stemming gebracht wordt verworpen meit negen stemmen voor, die van de heer Sneltjes. Roog, v. Thiel, Sabelis, v. Linden Tol, Lomeijër, Beijnes, Leupen en Winkler. Volgn. 108. BUITENGEWONE KOS TEN DER POLITIE, als: BUITEN GEWOON POLITIETOEZICHT, GRATIFICATIëN VOOR BUITENGEWONEN DIENSTIJVER. De heer HUGENHOLTZ noemt een rijwiel van 200 veel te duur. Hij heeft zelf een rijwiel van 95 waar men in onze stad die zoo prachtig ge plaveid is, best mee toe kan. De VOORZITTER zegt. dat de ondervinding met goedkoope rijwielen niet bevallen is. Goedkoop is hier duurkoop. Volgn. 115. KOSTEN WEGENS VER PLEGING DER POLITIEGE- VANGENEN. De heer DE BRAAL heeft hooren zeggen, dat iemand, die geen onle:*- dak heeft en zich bij de politie "r- voegt, op de planken moet liggen. Dit vindt spreker hard. De VOORZITTER zegt, dat die men schen toch inderdaad niet slecht ver zorgd worden, 't Is de eerste maal dat spreker een dergelijke klacht hoort. Volg. 119. KOSTEN WEGENS I1ET OPHALEN VAN HAARDASCH EN VUILNIS. De heer HOFLAND vindt aanleiding nu we thans voor de keuze van een nieuwen hoofdopzichter staan het sa laris van f 1600 met f 400 te verminde ren. We hebben gezien dat iemanl, deze functie bekleedend f 2400 had en groote fraude pleegde. De vermeerdering van loon van den waarnemenden hoofdopzichter op 1200 zou rationeel zijn. dan hadtien we een man die energie en lust on ijver bezit zijn taak naar behooren te vervullen. Het systeem aan de gemeente-reini ging bevalt spreker niet. Er zijn arbei ders die 11 uur moeten werken en tien uur betaald krijgen. Ze staan in dienst der gemeente en worden betaald dooi de schippers, dit is een scheeve ver houding. Ook het systeem van uur- loonen is verkeerd. Geef de menschen geen aanleiding tot de zucht om steeds overwerk te zoeken zooveel mogelijk. Er kunnen omstandigheden voorko men dat er overgewerkt moet worden, doch thans wijzen de cijfers uit, dat er voortdurend van werk sprake is. Spreker geeft de verzekering dat in dien bij de thans in bewerking zijnde loonregeling niet voldoende op een en ander is gelet, spreker me|t cijfers en andere hem ten dienste staande mid delen den raad zal overtuigen van de noodzakelijkheid van verbetering. De heer VAN STYRUM gelooft dat men thans verstandig zal doen niet in details te treden, doch de post onver anderd aan te nemen. Volgn. 96. DIEP- EN SCHOONHOU DÈN VAN HAVENS, GRACHTEN. SLOOTEN EN PUTTEN. De heer v. d. BERG zegt, dat h'ij-1 kens de beantwoording der afdeeliags- rapporten een soort onmacht schijnt, te bestaan om aan het baggeren in den zomer een einde te maken. Spreker meent, dat hier wel dege lijk een hygiënisch belang gemoeid is. doch al was dit niet zoo, dan nog zou spreker een eind aan den onaauge- namen geur willen gemaakt zien. Er is één ziekte die wel degelijk u'oo; dat baggeren in de hand gewerkt wordt, dat is de malaria. Spreker vraagt nu of het niet mogelijk is, da: het volgend jaar gebaggerd wordt of in het voor- of in het najaar. De heer STOLP vraagt of werkelijk in de bestekken is opgenomen een be paling omtrent het baggeren in dtu zomer. De heer DE BREUK antwoordt be vestigend. De heer TJEENK WILLINK sluti zich van harte aan bij het betoogde door den heer v. d. Berg. De VOORZITTER zegt, dat we th ias zijn in een periode van overgang. Op dit oogenblik zijn de grachten vervuild en nu moet men tijdelijk werken om dat te verbeteren, dit moet nu een maal samengaan met onaangename geuren. B. en. W. zouden wanneer het aan hen lag nog veel meer spuien, dan thans het geval is, doch dit kan eenmaal niet. Volgn. 120. KEURING VAN LEVENSMIDDELEN. De heer SCHRAM vraagt of het de bedoeling van B. en W. is de-ze zoo noodzakelijke zaak uit te breiden. De heer KRUSEMAN zegt dat men reeds in voorbereiding is met de keu ring van melk, waarvoor voorloopig is uitgetrokken een som van f 550 voor onderzoek van levensmiddelen. Nu zal men zeggen dit is een gering bedrag, indien men die vergelijkt met gemeenten als Amsterdam en Rotter dam e. a. In Zaandam heeft men gegeven een .bureau van onderzoek, en daar betreu-1 ren B. en W. het, dat van de gelegen- jheid van gemeentewege de levensmid delen gekeurd te krijgen zoo weinig ge bruik wordt gemaakt. De heer MODOO stelt zich voor dat wanneer de keuringsdienst werd uit gebreid, ruen niet moest wachten tot de menschen kwamen, doch zelf moest gaan naar de menschen die levens middelen verkoopen, en zou de post van f 550 wel op f 1000 willen brengen. De heer SCHRAM is in het bezit an een verordening der gemeente Zwolle, waar de dienst geschiedt, zooals de heer MODOO dat wenscht. En waar onze gemeente den naam wil hebben, dat er voor hqgiène veel wordt gedaan, daar dient de raad nu ten welwillend tegenover ons te wezen. De heer v. d. BERG voelt ook wel een en ander voor de wenschen des heeren Modoo en Schram. Waar er zooveel winkels zijn, die de levensmat I delen heel goedkoop van de hand zet ten, doch niet altijd goede waar leve ren is onderzoek noodig. De heer LOOMEIJER vermeent, dat het thans nog geen tijd is om hiervoor meer te geven, en dat B. en W. gepre zen dienen te worden voor hun zuinig heid. De heer SPEELMAN onderschrijft deze meening en zegt ook: laat ons wachten. Laten we B. en W. niet opdringen meer geld te geven, doch wachten tot er geld wordt ge vraagd. De motie-Modoo om de kosten van i onderzoek van levensmiddelen op 1000 ie brengen, komt nu in behan deling. De heer N. KRUSEMAN zegt dat B. en W. ten deze geen blaam hebben ver diend, en juist hebben gehandeld in den geest als waarvan bij de vorige begroeiing gebleken is. De heer MODOO wenscht zijn voor stel niet als een blaam op B. en W. te zien beschouwd. De heer v. d. KAMP vraagt of het in de bedoeling ligt den onderkeur- meester ook dit jaar een gratificatie te geven. Indien niet, behoort, de jaar wedde z. i. verhoogd te worden. VOORZITTER deelt mede dat die gratificatie in welwillende overweging zal genomen worden. Het voorstel-Modoo wordt verworpen met 8 stemmen voor. die van de hee ren Groot, Roog, Hofland, Hugenholtz, Schram, die Braai en Mocioo. Volg. 125. VERGOEDING AAN ONDERW IJZERS AAN HOOFDEN VAN SCHOLEN. STAAND. WEGENS GEMIS VAN VRIJE W ONING. De heer MODOO meent, dat iemand die nou vergoeding krijgt veel beter ai is clan zij die gedwongen wonen. De heer N. KRUSEMAN beaamt dit bpr. zal met een voorstel komen waar hij m de tractementen der hoofden wordt voorzien en zal dan tevens van deze opmerking im dat voorstel nota nemen. Volg. 128. K°STEN VAN HET INSTANDIIOÜ- DIJI VAN SCHOOLLOKALEN EN ON DER WIJ ZERS WONINGEN. De heer SCHRAM hoopt dat men zal erkennen, dat voor goed en deugdelijk onderwijs allereerst noodig is geschik te localiteit. Daarom is verbetering van de scho len Becksteeg en Ged. Oude Gracht dringend noodig. Bij middelbaar e_n hooger onderwijs laat men niet de financieele zijde van het vraagstuk overwegen en Spr. hoopt dan ook, dat waar het geldt liet on derwijs der kinderen van het volk, mag ook over de financieele bezwaren zal heenstappen. De heeren Scliram, Modoo, Hugen- holtz. Hofland en de Braai doen het voorstel zoo spoedig mogelijk over te gaan tot den houw van een nieuwe school. De heer ROOG maakt enkele opmer kingen aangaande het onderhoud der opleidingsschool voor jongens, en doet daaromtrent drie vragen. De heer DE BREUK zegt onderzoek toe. De heer N. KRUSEMAN, het woord voerend over de motie-Schram c. s. zou haar gaarne ondersteunen, als niet de heeren uit de hoogte neerzagen op de nietige financieele bezwaren. En daar om durft spreker niet veel verbeteren. Zoon onhoudbaar zijn de scholen toch niet. En waar Spr. weet dat in liet vooruitzicht zijn drie nieuwe scholen, daar durft Spr. niet zoo luchtig over de financieele zijde heenloopen. De heer SCHRAM lieeft met luchti» over de financieele bezwaren heenge stapt. maai- beweerd dat die nu niet overwegend mogen zijn. En waar nu de toestand aan ge noemde scholen niet te verbeteren is, daar moet men komen tot den houw van een nieuwe school. De heer HUGENHOLTZ heeft tot zijn leedwezen van den wethouder van onderwijs gehoord, dat tengevolge der vele kosten voorloopig geen verbete- £mj° tornen. De school van de Ged. Oude Gracht is een driedubbele schande voor een stad als Haarlem. In pijpenlaadjes zitten meer dan vijf tig kinderen opgepakt; om op liet por taal te komen moeten ze door vijf loka len; op de bovenverdieping zitten ze letterlijk onder de hanebalken Dit wijst niet op goede zorg voor het on derwijs. De heer v. d. BERG gelooft dat in de tegenwoordige omstandigheden het onvoorzichtig zou zijn te besluiten een nieuwe school te bouwen. Spr zou het een driedubbele schande voor een gemeente als Haarlem vinden indien er nu een halve ton werd! gevoteerd voor een nieuwe school. De heer TJEENK WILLINK vindt dat de heer Hugenholtz overdreven heeft. anneer die toestand zóó was zou Spr. reeds lang een toontje hoo ger hebben aangeslagen. Door dergelijke overdrijving schaadt men een goede zaak. En naar hetgeen we van den wet houder van onderwijs hebben gehoord is Spr. van meening dat we zeker moe ten afwachten de voorstellen in de toekomst. De heer HUGENHOLTZ wil even zeg gen dat hij volstrekt niet overdreven heeft. Er bestaat verschil van appre ciatie. De raadsleden mogen boven dien niet narrig worden en staan boven sympathieën en antipathieën De heer TJEENK WILLINK zégt dat de toestand van de H. B. S niet school5 d8n d'e Van de geincrimineerde De heer MODOO is dit eens, doch gaat niettemin mee met het voorstel van den heer Schram. Afgescheiden van den toestand van school D zou het toch noodig zijn dat behalve de school in t Kleverpark er nog een nieuwe school kwam. Waar we hier in de stad nog klassen hebben van 53. 54 en 55 leerlingen is liet wenschelijk da* die tweede school tot stand komt De motie-Schram c. s. in stemming gebracht wordt verworpen met zes stemmen voor, die van de heeren Mo doo, Groot. Hofland. Schram Hu genholtz en De Braai. De vergadering wordt verdaagd tot Donderdagmorgen 10 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6