EEN HALVE WEEK Tweede Blad, Dedoodevanden zwarten koffer. behoorende bij „Haarlem's Dagblad" van Maandag II November 1001. Mo. 5635 Haarlemsche Handels- vereeniging. Goedgek. bij Kon. Besluit van 12 Nov. No. 22, 1899. De Haarlemsche Handelsvereen. telt thans ruim G50 leden, dat is veel, doch niet genoeg. Elke winkelier, elke han delaar. zijn belang begrijpende, moet zich aansluiten. De contributie be draagt slechts f2-50, terwijl de voor deden groot zijn. Rechtskundige adviseurs zijndehee- ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en H. PI), de Kanter, Spaarne 94, welke gratis advies in handelszaken geven aan de leden en voor hen gratis optre den in faillissementen. Voor incasso's, door bemiddeling der advocaten gedaan, wordt 5 be rekend. Bankiers der vereeniging zijn de heeren Laane van Bemmel, Kruis straat 51. Alle brieven of aanvragen (ook opga ven voor het lidmaatschap) moeten ge richt worden aa nhet bureau der ver eeniging, 22 Lange Begijnestraat. Het is ons gelukt eene overeenkomst te sluiten, waardoor het mogelijk is II.H. leden nauwkeurige informaties te verschaffen omtrent alle firma's in Nederland. De kosten dezer informaties bedra gen GO cents per adres, plus 5 cents voor porto, en moeten vooruit betaald worden aan het bureau. Informatiën naar binnen de stad wonende perso nen gratis. Ruiin 650 informatiën en rechtskun dige adviezen werden in het afgeloo- pen jaar verstrekt. In Augustus en September zijn 49 vorderingen tot een bedrag van ƒ2520.26 betaald, 12 vorderingen worden af betaald; 16 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens artikel 7 d^ent het Geheim der Maandlijsten ongeschonden be waard te blijven. H.H. Leden worden er op attent ge maakt, dat pretention, buiten de stad in te vorderen, niet worden behan deld. tenzii mrto-vergoeding (10 ets.) is bijgevoegd. Het Bureau der vereeniging is geves tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge opend iederen werkdag van 's morgens 9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 vjur. Dagelijks is een der bestuursleden aanwezig en bereid tot het geven van alle gewenschte inlichtingen en wel Maandag en Vrijdag van 1112 uur v.m., de overige dagen van 34 n.m. Men wordt geraden niet te leveren aan D. Teeuwen, Brouwersvaart 80k, voordat men heeft geïnformeerd aan Wereldgeschiedenis Het gevecht bij Balcenlaagbe wordt tevergeefs als eene En- gelsche overwinning voorge steld. Hoe de Britsche regee ring er van langs krijtgt. Nog steeds is het gevecht bij Baken- ïaagte een veelbesproken onderworp in de Engelsche pers. Vergeefs heeft men getracht de ramp aan Benson's colonne overkomen, voor te stellen als eene overwinning voor de Br-'tsche wapenen. Ook onze overzeesche uabu- ren zijn door ondervinding wijs ge- \n orden en al moge het domme gemeen nog voetstoots aannemen, wat de bla den gelieven te vertellen, de hooger ontwikkelden zien maar al te goed in, dat de toestand zeer eimstig is en door geene mooie redeneeringen verbloemd kan worden. Wel mocht Sir Michael Hicks-Boach in zijn onlangs gehouden rede, spre ken over een tropischen storm, die te gen het ministerie is opgestoken. Maai i reeds vóór de laatste gevoelige slagen aan Engeland's prestige toegebracht, hebben de leden van 't Britsche Ka binet heel wat bittere pillen moeten slikken en 't is te voorzien, dat hun positie er na al de laatste gebeurtenis sen niet beter op zal worden. ..De oorlog is niet uit", schrijft sir Wcmyss in de „Nineteenth Century" .de verwachtingen, van maand tot maand gewekt, al sinds Juni van het .'orige jaar. zijn niet vervuld, terwijl het volk nog altijd hoopt, en geluk kig nog steeds vasthoudt aan zijn e- sluit, tot het einde te volharden, be gint het dagelijks dte ontzaglijke kos ten van bloed en gelds die de worste- ling oplegt, pijnlijker te gevoelen." De schrijver wijst dan op het treu rig fiasco der proclamatie van 15 Sep temberop de "ehjeimzinnierheid, die. de gebeurtenissen in Zpid-Afrika omgeeftop de Russisch-strenge censuur, die over het gehcele Britsch Zuidafrikaansche gebied) wordt uitge oefendmaar tegelijk merkt hij op dat de ministers niet aan twintigdui zenden Britsche soldaten het zwijgen kunnen opleggen. Particuliere brieven ivan het oorlogstooneel geven een on- heilspellende schildering van den toe stand en spreken van de grove fouten in het legerbestuur gemaakt. Het is nutteloos de oogen te sluiten: „de toe stand is het tegendeel van bevredi gend". Wat eerst gefluisterd werd in militaire clubs gaat van mond tot I mond, veroorzaakt een geweldige on gerustheid, die den storm, waarvan wij spraken, heeft teweeggebracht. In hetzelfde tijdschrift geeft Dr. Guinness Rogers er ae regeering ge ducht van langs. I Dc schrijver bespreekt de wondierlij- |ke lusteloosheid en werkloosheid der ministers- En niettemin blijven zij rneer dan ooit meesters van den toe- stand en bluffen, dat het land vo'- maakt tevreden is met zijne leidere die niet leiden, staatslieden, die voor I hunne politiek de menigte op straat (raadplegen en wien de toekomst van het land dat hen vertrouwde, volstrekt niet schijnt te bekommeren. Zoowel dr. Rogers als de heer Ro bertson, die ook in de „Nineteenth Century" een artikel over den toe stand heeft geschreven, hopen, dat de koning het tegenwoordig stel minis ters naar huis zal zenden en lord Ro- sebery zal belasten met het vormen van een nieuw bewind. Wil het libe ralisme ooit het vertrouwen herwin nen, dan moet het een groot-Engelsche politiek gaan voeren. Het is hoog noo- dig, dat dit geschiedt. De veiligheid van het Rijk staat op het spel, en de liberalen moeten bij zulk een belang den wensch naar hervormingen, die hun ter harte gaan, achterstellen. In denzelfden geest spreekt Diploma ticus in de „Forthnightly Review". Hij zegt dat de misslagen, die de regeering begaan heeft, onzinnig geweest zijn tot in het misdadige. Bij de proclamatie van lord Roberts, toen hij in den Vrijstaat viel in Octo ber 1900, werden de rechten der Boe ren als oorlogvoerende partij ten vol le erkend. Op 15 Maart dL a. v. kon digde hij evenwel een proclamatie af van geheel tegenovergestelden aard. Den Boeren werd aangezegd, hunne wapenen onmiddellijk neer te leggen en zich onder eede en op straffe van verbeurdverklaring hunner goederen te verbinden, aan den oorlog niet meer deel te nemen. Er was geen enkeie rechtvaardiging voor dit stuk. De Vrij staat was niet ingelijfd, niet verorerd en volgens de bepalingen, in de Haag- sche Conferentie vastgesteld, kon een dergelijke eed niet geëischt worden, 1 kon geen verbeurdverklaring geschie den. Het was een voorbarige pogmg, de Vrij staters als opstandelingen te beschouwen, en derhalve een belache lijke domheid. Op 24 Maart werd1 de O. V. S. vor melijk ingelijfd, en die inlijving op papier werd weldra gevolgd door een nieuwe proclamatie waarin den bur gers gelast werd binnen 14 dagen de wapenen neer te leggen op straffe als opstandelingen te worden behandeld. „Een meer verbazingwekkende over- I tred'ing van de beginselen van liet I krijgsrecht laat zich moeilijk denken' sclirijft Diplomaticus... Bezetting van het land kan volgens dat recht alleen bestaan wanneer het geheel verlaten is door de macht van den vijand. Dat Tr o v,.,4 algemcene hilariteit den spreker, die hartelijk medelachte, toen hij zijne fout ontdekte. „De zooeven bedoelde omschrijvin gen zijn noodlottig voor de uitwerking, die oorspronkelijke bedoeld, werd." ..Ik moet u van mededinging verder uitsluiten," zeide hij, zich tot den ve teraan wendende. „Het doet mij voor u te minder leed, daar ge al reeds groot geldelijk voordeel hebt behaald met uw vermetele uitvinding. Wie volgt!" „Zii. die in de kampen zijn, kunnen vrij heengaan," zei de minister van oorlog. Een lang en hoorbaar gemompel van instemming volgde. ..Is er eenige objectie?" „Next, please". De eerste minister dong zelf ook mee: „Wij zoeken geen goud". Deze vermetele woorden werden met oprechte bewondering ontvangen. De uitroepen der aanwezigen herinnerden aan de „Ha's!" die het afsteken van vuurpijlen begroeten. Na eene behoorlijke pauze riep de scheidsrechter, in wiens oogen tranen van aandoening opwelden: „Die volgtl" „Ik heb geen belangen, direct noch indirect," gilde de minister van kolo niën. met een stem, gelijkende op het geluid uit een zwaar koperen blaas instrument. Voor een oogenblik waren de aan wezigen als met stomme verbazing ge slagen over zulk een schitterende bru taliteit. Een oorverdoovend gejuich, zooals vroeger nog nooit in deze zaal gehoord was. volgde. De markies glimlachte goedkeurend; zelf een kunstenaar zijn de. kon hij het meesterstuk van dezen mededinger naar waarde schatten. ..Heeren," zei de scheidsrechter," ik erken de moeilijkheid dezer zaak. Het zou mij onmogelijk zijn den prijs toe te kennen aan een der mededingers zonder de overigen onrecht aan te doen". Hier liield hij even op om te luisteren naar een gefluister van den markies. „eHt doet mij evenwel genoegen te toonen. zeggen dat deze lastige quaestie uit Er was geen eigenlijke reden voor den weg is geruimd. Mijn oom ver vrees, maar ouderdom ia vreesachtig blijdt mij met te verklaren, dat, met en de markies schatte misschien vree- uiij instemmende met betrekking tot mot Botha, waarhij deze duidelijk de kennen gaf, dat zijn troepen, zij moch ten een guerilla voeren of niet, volde den aan de wetten van den oorlog; zoo als die in Brussel en Den Haag war den vastgesteld. Bij Kruger's verlrck een nieuwe proclamatie met bedreigin gen, die zonder uitwerking bleven. Op 7 December kreeg lord Milner een nieuwen schitterenden inval dat de Boeren, waren zij niet door bedreigin gen te bedwingen, wellicht voor over- I reding zouden vatbaar blijken, zoo men hun een „grootmoedige en recht vaardige behandeling" beloofde. De gouverneur van Kaapkolonie ontraad de het plan. Chamberlain seinde te rug, dat hij groote waarde hechtie aan proclamaties. Het antwoord uit Kaapstad was dramatisch: Een troep van 700 Boeren is in de Kaapkolonie gevallen en zal over een gebied van honderden mijlen voedsel en paarden vinden, en een bevriende bevolking. De toestand is dientenge volge opnieuw ernstig geworden. Dat was de tweede inval der Boer&n in de Kaapkolonla Ten slotte velt de schr. een uiterst afkeurend oordeel over de geheele (oorlogspolitiek der regeering, die een smet geworpen heeft op de nationale traditiën van Engeland. Gaarne verwijzen wij naar nevens gaande advertentie, betreffende een te geven muziekuitvoering door do Chr. muziekvereen. ..Kunst na Arbeid", on- deraföl der Haarl. Jong.-Vereen. Waar dit muziekcorps door haar op treden bij verschillende gelegenheden zich een goeden naam heeft verwor ven. achten wij verdere aanbeveling overbodig. Uit de Omstreken. Bloemendaal. De collecte, welke Ln deze gemeente voor de noodlijdende vrouwen cn kin deren in de Zuid-Afrik, concentratie kampen is gehouden, heeft totaal de niet onbelangrijke som van f 625.G25 opgebracht. De som is Vrijdag naar Alkmaar aan mej. S. M. Maclainc Pont. de 2e secretaresse van het in ternationaal dames-comité „Alcmaria' overgemaakt. Vandaar is het bericht ontvangen dat „Alcmaria" zekerheid had hekomen dat een bereids in geld naar Zuid-Afrika gezonden bedrag aan het juiste adres is bezorgd. Zandvoort. Bij B. en W. is ingediend ter goed keuring een bouwplan voor eene wo ning met winkel aan de Haltestraat. De grootste leugen. In de „New Age" van 31 October l.L komt het volgende stukje voor, onder den titel „A round game." „Zij waren gezeten rond eene tafel, bezig met het spel bekend als: „wie kan de grootste leugen vertellen?" De aanleiding tot de bijeenkomst was deze: De eerste minister was zeer onder den indruk van een artikel, dat hij onlangs bad gelezen en dat geti teld was: „Het Regen geraakt in ver val." Het was een satirisch artikel, maar satire moet een grond van waar schijnlijkheid hebben en niemand bad nog ooit durven beweren, zelfs niet uit de grap, dat het ministerieele lie gen teekenen van verval begon te ver oude garde doen nog, wat in hun i-r- mogen is, maar de rest is liever lui dan moe cn schijnt hel al voldoende te vinden als de nederlaag maar niet al te groot is. Zullen de roodzwarten nog eens hun ouden vorm terugkrijgen? Zooals unn spel thans is. schijnt daar niet veel kans op. Intusschen P. W. kan tevre den zijn. 't Is altijd nog een eer R. A. P. te slaan, de dub die 5 maal kam pioen van Nederland, en éénmaal houdster van den Holdertbcker is ge weest, om van den prijs Van der Straa- ten—Ponüioz niet te spreken. Een glo rierijk verleden, maaar hoe zal de toe komst zijn? Do Oostelijke clubs waren trouwens Zondag zeer gelukkig. Vitesse. reedfc éénmaal kampioen van 't Oosten, en van 't jaar weer in een goede conditie versloeg II. F. C. ook al een der be roemdste vereenigingen met 2—0. Alf tegenwicht, diene dat de 2e klasse-club Volharding, U. D. met 31 naar huis zond. Do overige wedstrijden waren vrij vervelend, door de weinige span ning. Verrassing baarde alleen A. V. V. II, dat aan 't Amsterdamsche Quick hardnekkig 't hoofd bood, zoodat dit ten slotte slechts met 20 kon winnen. A.s. Zondag gaan de competities weer haren gewonen gang. Er staan spaa- nendo u-/vfoti-iwian v w$s in den O. V. S- geenszins het ge val en de proclamatie was ■'astbaar on wettig zoo tastbaar, dat zij op 1 Sept. werd ingetrokken. Een nieuwe proclamatie werd u.uge- vaardigd, naar het heette ter verk'a- ring van de vorige, doch waarin geen enkele bepaling daaruit werd her haald. De burgers werden nu gesplitst (in oorlogvoerenden en niet-oorlogvoe- renden iets wat juist evenzeer on wettig was als hen allen gelijkelijk tot opstandelingen te verklaren! On- noodig te zeggen, dat deze kinderach tige proclamatie eveneens scheurpa pier bleef. Na de „inlijving" ven Transvaal op 14 Augustus weer een proclamatie. Nu werd kennelijk getracht de fouten in den Vrijstaat begaan, te vermijden, maar met geen beter gevolg dan dat er nieuw eonzinnigheden begaan wer den. En toch begon de klucht pas goed toen lord Roberts zich te Pretoria thuis begon te gevoelen. Toen kwamen de onderhandelingen gere daden te hoog. Terwijl hij zat te I mijmeren, dacht hij aan de beruchte leugen van het geheim tractaat, toen het de gewoonte was zijn naam te be zigen als synoniem voor een dikke grove leugen. Hij glimlachte vol zelf behagen, maar zuchtte toen diep en schudde het hoofd. Na ernstig peinzen stelde hij zijn plan vast. Hij zou een prijs geven aan den minister, die er aanspraak op kon maken de grootste leugen gedurendle deze zitting te heb ben verteld. Officieel natuurlijk, want het i9 overbekend, dat geen Engelsche gentleman, geen man uit de groote wereld, oodt liegt teuzij hij op het groene kussen zit. De quaestie moet nu worden uitge maakt; de prijs moest dien dag wor den toegewezen,; het ministerie van ko loniën was gekozen als plaats van me dedinging, louter uit eerbied: voor den machtigsten compagnon, ofschoon elk ander ministerie er misschien even veel aanspraak op had. De opperbevelhebber was voor deze gelegenheid uitgenoodigdi, alhoewel men eerst voornemens was om de mer dedinging te beperken tot ministers van den eersten rang; onder-ministers (onder-secretarissen) werden slechts toegelaten als toeschouwers met het doel den wedijver nog wat aan te wak keren. De markies gaf in korte trek ken uitleg van zijn schema en deed zulks op gedempten toon, met nauwe lijks hoorbare stem. Hij wendde zich tot zijn. neef en vroeg: „wilt gij als scheidsrechter optreden, Arthur? Ik geloof niet dat gij ditmaal kans hebt". Des te erger, zuchtte Arthur, toen hij met ongeëvenaarde bevalligheid den scheidsrechterlijken zetel innam. „Wil jij beginnen. Bobs?" vroeg hij. „Zeker,"- antwoordde de veteraan: „de oorlog is uit". „Ik teeken verzet aan", zei een der mededingers. „Op welke gronden?" „Wel, omdat die leugen al zoo is afgetakeld, dat bijna de geheele waarde is verloren gegaan, hoe groot diie oorspronkelijk ook was". „Ik vind dat de tegenwer ping steek houdt", zei de scheidsrech ter; „immers, we hebben eindeloos veel omschrijvingen, zooals: „feitelijk uit", ..zoo goed als uit" en ik weet niet wat al meer, terwijl deze mededinger zelf zoover gegaan is te beweren „de oorlog is uit, voor zooveel ik weet". „Nu is er een cardinaal punt De plicht van den mensch is gehecht te zijn aan de waarheid," Hier onderbrak de groote waarde van hetgeen door u is geleverd en het eveneens onmoge lijk vindende een juist oordeel uit te spreken, hij een prijs van gelijke waarde aan ieder uwer zal ter hand stellen." (Toejuichingen). „En nu. heeren, een paar woorden, voor wij scheiden. De ondervinding van vandaag heeft de schandelijke lasterpraatjes totaal uitgewischt, wel ke door zwakke of kwaadaardige per sonen zijn verspreid. Ik weet niet hoe het komt. maar het vooroordeel uit anti-patriotisme leidt altijd sommi gen, die wij ongelukkigerwijze ge dwongen zijn als onze landgenooten te beschouwen (toejuichingen), er toe om luide te verkondigen dat de natie ontaardt. Zij spreken van verval, zij maken toespelingen op ontaarding dtoor valscliheid, zij wijzen altijd op hetgeen vreemde landen doen. Wel heeren, ik zie geen kans deze men- schen te bekeeren; ik geef hen aan uwe verachting prijs (toejuichingen). De ondervinding van dezen dag leert ons duidelijk, dat wij in hetgeen hier isi ten beste gegeven, geene vrees behoe ven te koesteren voor de mededinging van vreemden. Maar heeren, het land dat Titus Oates heeft voortgebracht en Psalmanazar heeft geherbergd, be hoeft niet te blozen voor zijn zomen. Laten wij o pden ingeslagen weg voort gaan en Engelandl kan de heele wereld xiitdagen. De woorden van onzen grooten dichter blijven waar: Naught shall make us rue While British Ministers can lie like you. Vel8eii. Aan B. en W. dezer gemeente ia door J. de Haas, koperslager te IJ mui- den, vergunning gevraagd tot het op richten van eene koperslagerij in de Amstelstraat aldaar. Door M. T. Zegel, hierhuishouder te Velsen. heeft aan B. en W. dezer ge meente vergunning gevraagd tot het oprichten van eene paardenslagerij op de Heide. Hillegom. De vereeniging „Voorwaarts" gaf Woensdagavond eene uitvoering in café Stoots. Als tooneelstuk was ge nomen het drama: „Een leven vol strijd of rechtvaardigheid zegeviert". Het publiek toonde zich zoo tevreden over de uitvoering en gaf dit herhaal-1 delijk dloor applaus Ie kennen. Dit eerste optreden in het nieuwe seizoen kunnen we dan ook als goed geslaagd beschouwen. Verder werden eenige I komische voordrachten ten beste gege ven. die een luid applaus verwierven. Na de opvoering bleef men nog langen tijd onder een gezellig dansje bijeen. Alhier doen zich verschillende ge vallen van roodvonk voor. Haarlemmermeer. In eene gecombineerde vergadering van onderwijzers te Haarlemmermeer is besloten, zich per adres tot Gede puteerde Staten te wenden, om de jongste regeling betreffende de sala rissen. vastgesteld door den Raad op 31 Oct. j.l„ niet goedl te keuren. De eerste in Haarlemmermeer, die het acetyleengas gebruikt, is de heer J. de Vries, te Hoofddorp, die het in ijne uitspanningslokalen heeft laten aanleggen. Van het brongas wordt alhier geen gebruik meer gemaakt, daar op den duur geen voldoende gas voorhanden Velocitas. no. 2 van 't vorig jaar, ont moet H. B. S., dat toen 3 op de rang lijst stond, 't Zal er spannen en wie winnen zal is onzeker, al hebben de Hagenaars, m. i. wel kans. met hef oog op hun schitterenden vorm. De kamp tusschen de twee zwakke clubs, Ajax en Haarlem, te Leiden, .biedt wellicht voor eerstgenoemde d* [gelegenheid om de akelige 0 in haar I overwinningslijstje te doen verdwij nen. 11. V V.—R. A. P. zal wel in 't voordeel der Hagenaars afloopen. De wedstrijden tusschen deze heide clubs I waren vroeger altijd bijzonder be langrijk, of 't nu nog zoo zal zijn? Ra- piditas. dat naar Haarlem trekt, om II. F. C. te bevechten, kon wel een* hare tweede nederlaag moeten boeken In de Westelijke tweede kl. a. staai de ontvangende vereenigingen er lans niet slecht voor. Alleen A. V. V.— Sparta kon wel eens de zege aan do Rotterdammers geven. In het Oos ten heeft Vitesse. Quick te bevechten, een strijd die den Arnhemmers vrij zwaar kan vallen, al zijn ze nog zoo sterk. P. W. zal waarschijnlijk met Go-Ahead korte metten maken. even. als Victoria met U. D. Zeker is 't dat eon uiterst belangrijke Zondao- voor do deur staat. AMATEUR. INGEZONDEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatstwordt de kopy niet aan den inzender teruggegeven. Stadsnieuws Rip. Wij herinneren er nog een3 aan, dat het doel van het ..Haarlemsch Operet- te-Gezelscha^", dat a. s. Dinsdag voor de tweede maal „Rip" zal opvoeren. Is behalve de liefde voor muziek en zang on te wekken, van een eventueel batig saldo eeu fonds te stichten tot onder steuning bij studie bij talentvolle jeug dige Haarlemsche jongelieden tot toon kunstenaars. Behalve om artistiek genot te smaken heelt ook in dit opzicht aansporing tot die uitvoering alle grond. Nu de koude darren weer aankomen maken wij de liefhebbers van pixnch er opmerkzaam op. dat het bekende merk Sam. Pickwick Punch weer ver krijgbaar is. Men zie de advertentie. Door een gemeente-veldwachter van Haarlemmermeer is proces-verbaal op gemaakt tegen den gezagvoerder der stoomboot „Amsterdam", maatschap pij „Carsjens". wegens hot te snel var ren in de Ringvaart van Haarlemmer meer bij het tegenkomen van zeil- vaartuigen, waarbij zekere H. do Jong overboord sloeg en in de diepto ver dween. Dadelijk werden alle pogingen aan gewend) om den drenkeling op te dreg gen, wat eindelijk gelukte. Bijge bracht. bleek dat de ongelukkige eene ernstige beenbreuk had. Na voorloo- pig verbonden te zijn. is hij verder naar het gasthuis ie Amsterdam ver voerd. Sportpraatje. Voetbaloverzicht. Mijne verwachtingen voor de beKcr wedstrijden zijn vrijwel uitgekomen, alleen R. A. P.-P. W. gaf een ande ren uitslag, dan ik vermoedde. Wie Zondag het spel van beide vereemgin- gen heeft gadegeslagen heeft kunnen opmerken, dat in 't Oostelijk elftal veel meer vuur zat dan in 't Westelijk dito. t Lijkt wel of de Amsterdammers, door hun tegenspoed in den laatsien tijd zoo ontmoedigd zijn, dat zij i ch niet eens de moeite meer geven een behoorlijk figuur te slaan. Enkelen der Feuilleton. Vrij naar het Engelsh van MAARTEN MAARTENS. 2) Ik had tot nog toe geen gelegen heid gehad, een dezer vragen te beantwoorden, maar ik kon 't niet bel,pen, dat ik ze voortdurend her haalde. Twee dames en een dienst meid die op 't oogenblik met het verhaal nog niets van doen heeft zijn gearresteerd met een lijk in haar bezit. Wait wist ik van deze vrouwen? Zoowat niets, zal men zeggen. Dat is waar, en toch, als vakman, veel. Ik wist, om te beginnen, haar naam of dien naam dien zij had den aangenomen. Ik had alreeds op een aantal labellen den naam Mi-s. Or.r-Simpkinson, van Londen naar Parijs" gel-ezen. „Onr-Simp- kinson" zoo heette ongetwijfeld de oude dame, en, goed of niet, onder dien naam had ze waarschijnlijk Londen verlaten. Ik wist, in die tweede plaats, waar ze vandaan kwamen, of ten minste, waar ze het laatst geweest waren. De twee dames, en de kist. en het lijk, wa ren dien morgen te elf uur in Lon den geweest. Ik kende bovendien, die inoidenten hij de ontdekking, en had zorgvuldig overal nota van genomen. De zaak stond voor mij aldus: het is, natuur lijk tot op 't oogenblik onmogelijk te zeggen, wie dien moord bedreven heeft, maar zou het de moeite loonen een der twee dames als vermoedelijke daadsters aan te nemen en aldus ,,'t geval" uit te werken? Ik liet voor het oogenblik de oude dame buiten spel. Haar gedrag gedurende de gamsche I scène haar geheele persoonlijkheid deed het ongelooflijk voorkomen, dat zij een moordenares kon zijn. Er was slechts een ernstige aanwij zing tegen haar. Niet zoozeer haar angst, dat de kist zou worden geopend als wel het koord, want het was een feit, dat ik haar dochter had hooren fluisteren: „Ik heb het u wel gezegd, maar u wilde er dat touw in Londen om hebben. Het is juist iets, om arg waan te wekken, mania." Maar deze woorden zouden mis schien wel gebruikt kunnen zijn in een algemeene beteekenis; en het scheen heel onwaarschijnlijk, dat de moeder iets andere zou blijken, te zijn dan een medewetende, nadat de daad reeds gepleegd was. Maar de dochter? Het scheen, diat er .eel meer reden was de dochter te ver denken. Ze was, zooals ik gezegd heb, een donkere, interessante verschijning, met veel vastberadenheid in haar ge laat en zag er niet naar uit voor een [kleintje vervaard Ie zijn. Maar, men beschuldigt geen argeloos jong meisje, die met haar moeder reist, van de erg ste aller misdaden. Doch ook, weinig jonge dame6 reizen met lijken in haar koffers. Op den angst der jonge dame, dat de kist zou worden geopend, is de vol le nadruk gelegd. Natuurlijk als het anders geschenen zou hebben leek het nu verdacht. Een andere aanwijzing, in verband hiermede, scheen van nog grooter beteekenis. Ze had immers zoo hardnekkig den sleutel geweigerd. Het stond voor mij bast, dat de sleu tel, dien ze gegeven had, een valsche was geweest. De eigenlijke had ze ge weigerd. Welke reden kon ze daarvoor gehad hebben, als ze er geen belang bij had lot eiken prijs het openen van de kist te verhinderen, en verwachtte dat de beambten zich zouden hebben gewon nen gegeven vergenoegd met een an der gedeelte van de bagage? Alles wees er dus op, dat de jonge dame Miss Sinipkinson zooals ik dacht dat haar naam was volko men op de hoogte was van den inhoud der kist. En ik kon me zelf toch niet opdrin gen, das Miss Sinipkinson de eigen lijke moordenares was. Ik had een ia- geving, dat Miss Sinipkinson niet de moordenares zou blijken te zijn, hoe- wel het vaststond, dat ze er op ©eniger. lei wijze bij betrokken was. Hoe, dal moest de tijd leeren. Het geheele mysterie, was mijn zaait niet. Ik aarzel niet, dat toe te stem men. Ik had geen recht er onderzoek naar te doen en er ook maar weinig gelegenheid toe, maar ik voelde mij er onweerstaanbaar toe aangetrokken. Ik kon er mijn gedachten niet afhou den. Dat magere, oude rrelaat, met die starende oogen, vervolgde niü overal. Wie had de oude vrouw vermoord? Waarom was ze vermoord? Ik voelde, HOOFDSTUK IV. Dz ticee Duberts. Ik heb gezegd, dat ik maar weinig gelegenheid had, mij in deze zaak in te werken. Om de waarheid te zeg gen, had ik maar een kleine kans om er iets naders van te weten te komen. Een paar maanden geleden had ik kennis gemaakt met een Parijschen commissaris van politie, een zekeren heer Dubert, wien ik een kleinen dienst had kunnen bewijzen. Sinds dien tijd had ik hem niet meer gezien, maar herinnerde het mij nu weer, en mogelijk zou hij me van dienst kun- nen wezen. Ik vond den politieman in zijn bu reautje naast liet Pantheon. Dat was daar zijn district. Hij was blijkbaar zeer verheugd me te zien. wed wat heel erg opgewonden naar den zin van een Engelschman. Hij wist nog niets van hetgeen er een paar uur te voren aan den Gare du Nord was voorgevallen. Ik vertelde hem rondwe<r dat ik er naar hunkerde de ontdekking te doen en voegde'er bij, dat het Fransche gou vernement misschien van mijn onver- ermoord? Ik voelde, I wachte tegenwoordigheid gebruik zou dat ik mij moest bezighouden net kunnen maken, dit onderwerp, of ik wilde of niej. I En nu kwam mijn goed gesternte mij Boycot Engelsche schepen. Het uitvoerend Comité acht nu den tijd' gekomen een beroep te doen op allen diie mede willen striiden om een oindo te maken aan de Z. A. oorlog. Uit dien aard der zaak zullen de transportarbeiders der verschillende havens de spits moeten afbijten, der halve het eerst bloot staan aan ellende en gebrek. Evenmin valt het niet te verhelen, dat bij weiniigo medewerking van koop lieden en roeders in de verschillende landen, andere vak-arbeiders eveneens getroffen zouden kunnen worden door werkeloosheid. Dat daarvoor ontzaglijk veel geld j noodig is zal voor een ieder begrijpelijk zijn. die de zaak meer dan oppervlak kig beschouwd. Zonder het aanwezig ziin van een fonds, waaruit wij do ver schillende arbeiders kunnen steunen, durven en mogen wij den strijd n-iet .-vanvaarden daar deze slechts met ver- Mes zoude eindigen. Aangezien do geestdrift voor ons plan, onder alle rangen en standen der maatschappij zeer groot is, roepen wij den financieelon steun tdt welsla gen van ons plan, iin. Wij vragen geen I toezendingen in geld, d. i. dank zij do sympathie voor de zaak, nog voldoende 1 voorhanden om het tot de doorvoering van den Boycot te brengen, alleen vra- gen wii. wie wil ons toezegging doen en voor welk bedrag, te storten op den dag dat de Boycot doorgevoerd wordt. Op hot Internationaal Congres van transportarbeiders, dat deze maand of in het begin der volgende maand zal worden gehouden zal de totale som van het toegezegde bedraggen machti ge factor blijken in het proclameeren van den Boycot. te hulp- Of neon mj mm». dat is eigenlijk te veel gezegd. Want er was toch niets buitengewoons in <le omstandigheid dat de heer Dubert, die geheel buiten de kwestie stond, collega's had, die er in waren. En hij verwees mij naar een bloedverwant van hem. Ik zie niet in, dat dit veel beteckende ten mijnen gunste, en ik hen ook al vergeten of het een broer of een neef van hem was. Ik vermoed, dat het een neef moet zijn geweest, maar in elk geval do namen luidden hetzelfde. Mijn mijnheer Du bert heetto Leon en de commissaris aan het station was Francoia Mijn vriend bood mij onmiddellijk aan hem naar zijn neef te vergezellen, wat na een half uur, toen zijn dienst geëindigd was, geschiedde. We stapten in een cab en reden den langen afstand naar het Noorden van de stad. En daar vonden we mijnheer Francois. Hij wist van de zaak. Hij had den ganschen avond niets anders gehoord, I en nergens andere over gesproken, li ij was een spraakzaam, levend!" man netje. Bij deze speciale gelegenlieid was hij natuurlijk geheel in vuur geraakt over de vreemde zaak. Hij sprak alleen Fransch, en daar zijn tolk niet heel be- kwaam scheen, aanvaardde hij mijt1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5