ZATERDAGAVOND
GRATIS
BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD".
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
Haarlemmer Halletjes.
jo 64.
Zaterdag 23 November.
iSSi.
iVIeest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
behopft baby er slechts in te leggen i en grasmaaier. wijderd worden door dit te besmeren
1 en hoe harder zij schreeuwt des te j Verder hebben de Amerikaansche met terpentijnolie en dan achterna te
harder wordt zij gewiegd, totdat het vrouwen een opvouwbare parasol of schuren met marmerslijp. Als de olie
j kindje ten laatste genoeg van het wie- parapluie uitgevonden, die in een I echter diep is ingedrongen, helpt dat
1 gen krijgt en stil indommelt handtaschje gepakt kan worden en een niet veel.
Dit is slechts één van de vele uitvin- gecombineerde badkuip en reistasch. Om teervlekken uit linnen te maken.
dingeh. die door Amerikaansche vrou- Nog een stap verder, en we krijgen d:ent men ze te besmeren met terpen-
wen gedaan zijn. Miss Elizabeth E. een gecombineerde automobiel en tijnolie of benzine, en dan uitwasschen
I Banks deelt in Cassell's Magazine iets j overdekte boot, die men in zijn vestjes- Benzine ontvlamt licht, als er maar
mede over de uitvindingen, die bij zak kan bergen, en zoo noodig als pia- eenig vuur bij komt, dus doet men
het Washington Patent Office inge-j no-kruk gebruikt kan worden of een verstandig het zaakje buitenshuis te
schreven zijn. Daar is b.v. de gecom- j hoed voor mooi weer, die in een Pana- verrichten,
bineerde waschmachine en wip, waar- ma-hoed of „bowler" kan veranderd
I bij de wasch gedaan kan worden door worden.
TURKSCHE MOEILIJKHEDEN.
Het Fransch-Turksche conflict is j eigen ambtenaren, van wie velen in
geëindigd en Turkije zal een geduchte I maanden geen salaris hebben onivan-
financieele aderlating moeten onder- gen. Toch wil hij bezuinigen.
tan, om aan Frankrijks ëischen te j Caran d"Ache caricaturecrt dezen toe-
voldoen. Waar het geld vandaan moet stand in bovenstaande teekerïing.
komen, is niet duidelijk. De sultan zit De sultan zegt tot zijn minister van
geducht in de schuld, zelfs bij zijn i-orlog: Nu is het oogenblik daar.
I kleine Willie en zijn zusje. De kleede
ren worden in een ronde kuip gedaan
door middel van een slinger en hef-
boomen wordt het toestel in beweging
j gebracht. Zoo worden de nuttige werk-
zaamheden en de genoegens gecombi- j
neerd.
„Combineeren' dat trachten de Ame-
rikaansche vrouwen bij haar uitvin-
i dingen steeds te bereiken. Zoo heeft
om te bezuinigen. Betaal maar geen men een gecombineerde keuken- en
Wit-leeren schoenen of handschoe
nen worden het best schoongemaakt
met benzine en oppervlakkige vlekjes
met een stukje indiarubbefr.
Raadgevingen.
Om olieflesschen te zuiveren, doet j
men ze in een pot met water, brengt Hij: Zeg me eens. F red erica, heb je
dat langzaam aan de knok en laat het ooit vroeger van iemand gehouden?
soldij uit aan het leger.
En de mimi ster antwoordt:
Sire, uw bevelen zijn reeds sedert
3 jaar uitgevoerd!
strijktafel, den stoel en naaimachine
I en den gecombineerden kinderwagen
dan weer koud' worden. Omdat alle
vet boven water drijft, zullen de fles-
schen schoon geworden zijn en de olie
cp het water drijven Spoelen met ter
pentijn vooraf is ook goed.
Olievlekken in mai mer kunnen ver-
Zij: Ik wil oprecht met je zijn. Hen
ri, ik heb mijn hart nooit weggeschon
ken behalve één keer en wel aan
mijn fiets, maar Henri, ik houd van
jou zooveel het me maar mogelijk is
te houden vaneen man.
De juweelen van een danseres.
ALLERLEI.
Postzegel-Jubileum
Den len Januari a.s zal het 50 jaar
geleden zijn, dat in Nederland de
eerste postzegels'werden ingevoerd.
Het Koninklijk besluit daartoe werd
gepubliceerd in „Staatsblad" No. 143,
is gedateerd 12 November 1851.
Engeland heeft in 1890, bij gelegen
heid van het gouden feest van den
postzegel daar te P.nde, dit officieel
gevierd, door o.m. een briefkaart en
een kaart in geïllustreerden omslag
uit te geven, en in Denemarken is
in dit jaar op den dag der invoe
ring 1 April, met medewerking van de
jenerale postdireetie, een werk ver
schenen, getiteld: „Deensche post
zegels 1851—1900. Een historische ver
handeling volgens officieele akten".
De nieuwe Staats-drukkerij
der Yereenigde Staten.
De tegenwoordige gebouwen der
Staats-drukkerij in Washington, welke
reeds van ouden datum zijn, zullen
binnenkort vervangen worden door
een nieuwe inrichting, die ongetwijfeld
grootste drukkerij der wereld ge
noemd mag worden. Deze nieuwe
drukkerij zal geheel en al uit staal,
ijzer en steen opgebouwd worden.
De perceelen der oude drukkerij zijn
veel te zwak voor de zware belasting
van machines en materiaal. De zalen
dreunen en sidderen, zoodra er ge
werkt wordt.
In de eerste plaats zal er nu gezorgd
worden voor ruimte, lucht en licht.
Alles zal gebouwd worden onder toe
zicht van een officier der genie.
Het huis zal uit zeven verdiepingen
bestaan. Het sous-terrain zal als pak
huis dienen; in de eerste verdieping
komen de machines te staan; de
tweede wordt voor kantoor ingericht
in de derde worden vouw- en snijma
chines geplaatst; de vierde verdieping
is voor de boekbinderij bestemdde
vijfde en zesde zullen de zetterij vor
men; en de zevende verdieping is voor
de smout-afdeeling, stereotypie en
galvanoplastie.
De drukkerij bezit 127 persen, welke
gedurende een arbeidsdag van acht
uur een oplage van meer dan een
millioen kunnen afleveren. Een dezer
machines kan por uur 650Ü kaarten
•aan twee zijden drukken. Drie machi-
j nes leveren ieder per uur geregeld
9500 enveloppen. Jaarlijks wordt er
groot vijf millioen dollar (f 12.500.000
in Hollandscb geld) omgezet.
Daar is onze Nederlandsche staats
drukkerij dus een Lilliputtertje bij
Van latere datums zijn de geit, de I
adelaar, de eenhoorn, het paard, de
haan, het hart, de draak, de kat, de i
eend en de hond.
Dit zijn de oudste watermerken,
welke men kent.
Oude Watermerken.
Op de wereld-tentoonstelling te
Parijs had Professor M. Zonghi eene
collectie watermerken in papier uit
Fabriano. (Italië). Dit papier was
vervaardigd tusschen de 13e en 18e
eeuw. De oudste watermerken zijn de
letters P en Y. Men denkt, dat deze
teekenen hun ontstaan te danken heb
ben aan de destijds regeerende perso
nen Philip, hertog van Bourgondië
en zijne gemalin Ysabel. Na dien tijd
verschijnt de ossenkop (13161322) en
vervolgens een leeuw.
teen groote drukkerij.
Deze naam komt zeker toe aan de
I Duitsche Rijksdrukkerij te Berlijn,
aan Welker jongste jaarverslag de
volgende cijfers zijn ontleend. De
i instelling heeft een personeel van 1705
i personen, nl. 81 ambtenaren, 242 vaste
kunstenaars en werklieden en dan
nog 1328 arbeiders ten deele tegen
j dagloon. In het vorig jaar zijn niet
i minder dan 15 milliarden drukwerken
voor een nominale waarde van 14
milliavden Mark vervaardigd. De druk
kerij maakt nl. ook alle rijks schuld
brieven, bankbiljetten, postzegels enz.
De eerste hadden met de couponbladen
een waarde van 3'/a milliard, de bank
biljetten 2Va milliard, de rijksmunt-
biljetten 141 millioen Mark. Liet getal
afgeleverde postzegels bedroeg 12 mil
liard. De andere gewone drukwerken
beslaan ongeveer 250 millioen vellen
papier. De ontvangsten aan gelden,
door verschillende staatsinstellingen
voor verricht drukwerk betaald, waren
ongeveer 8 millioen Mark groot.
De uitgaven bedroegen een kleine 6
millioen.
Amerikaansche uitvindingen.
Een automatische wieg is natuurlijk
een Amerikaansche uitvinding. Men
Er zijn weinig menscben op aardb.
die zoo nieuwsgierig zijn al de Parij-
zenaars en !in geen stad op aarde kan
binnen enkele oogenblikken een gi ooter
menigte zich ophoopen dan in de hoofd
stad aan de Seine. Een paard dat ge
vallen, een hond die overreden is, kun
nen het verkeer op de boulevards een
uur lang belemmeren, terwijl een lucht
ballon, d'ie over de stad zweeft, de be
volking zoo lang met het hoofd in dien
nek laat loopen, als hij in het gezicht
is.
Op het oogenblik is er iets, dat de
Nieuwsgierigheid der Parijzenaars In
hoogc mate gespannen houdt. In een
juweliersmagazijn in de rue de la
Paix is in de étalage een bolero naai
de laatste modle tentoongesteld, die ge
garneerd is met edelgesteenten en ver
vaardigd voor cie bekende danseres „la
belle Otéro". In een wtinkel in een an
dere straat is van d'ezelfde dame te zien
een bontgarnituur, dat 5 ii 6000 francs
gekost heeft. Deze feiten, in de pers
bekend gemaakt, zijn voldoende ge
weest, om van de rue de la Paix een
aantrekkingspunt te maken. Den gehei -
Hen dag gaat een onafgebroken stroom
nieuwsgierign langs de étalage van
den juwelier, die er zeer over in zijn
nopjes is.
De menigte voor de winkelramen
heeft zulke geweldige afmetingen aan
genomen, dat een paar politieagenten
van den naburigen post zijn gevraagd
oiii de ruiten voor een eventueel onge
luk te beschermen. De waarde der ten-
toongestelde juweelen bedraagt een
I half millioen francs.
Ren Zaterdag avondpraatje
~T~
Op zekeren dag, toen ik blijkbaar in
een leerzame bui verkeerde, heb ik aan
iemand die veel aan de paardensport
doet, gevraagd wat toch wel het nut. is
van harddraverijen en wedrennen.
Zonder Zich een oogenblik te beden
ken, gaf hij ten antwoord: ..ze werken
mee tot veredeling van het paarden
ras."
Op dat denkbeeld was ik nog nooit
gekomen, 't Leek mij op dat oogenblik
verschrikkelijk dom, dat ik daar zelf
niet aan gedacht had. Natuurlijk, zoo
moest het wezen: de veredeling van
het paardenras werd ermee nage
streefd: ik vóelde mij geblameerd, dat
een ander me dat nog had moeten
zeggen.
Den volgenden Zondag ging ik uit en
heb toen de „courses", zooals wij Ne
derlanders tegenwoordüg die wedstrij
den noemen, als we het woord „mee
ting" niet zoo dadelijk bij die hand heb
ben, beschouwd uit het oogpunt van
de veredeling van 't paardenras.
Juist vfas er een harddraverij aan
den gang. Groote paarden liepen voor
hooge karretjes met beluchtbande wie
len, bestuurd door jockeys die helkleu
rige petten en buizen droegen, alsof ze
komedie speelden. De paarden legden
telkens groote neiging aan den dag om
te gaan galoppeeren, maar dat mocht
vooral rtiet, want dan werden ze ge-
disqualificeerd. Gedraafd moest er
worden. Lang nadat de wedstrijd uit
was, heb ik er over loopen peinzen, of
de veredeling van een paard misschien
hierin kan liggen, dat het 't galoppee
ren afleert en studie maakt van den
draf.
Dit kwam mij evenwel onwaarschïjn-
lijk voor. Ik besloot te wachten, tot de
wedrennen, maar ook zij brachten mij
geen licht. In hoeverre, dacht 1k kan
j het paard" er door veredeld worden,
dat het eenige duizende meters ver
vliegen moet langs een baan. gedwon-
gen wordt te springen over hekken
waar het bang voor is, om in het laatste
e'ind een pak slaag te krijgen met de
zweep en hijgend alsof zijn hart har
sten zal, aan te komen bij de eind
paal?
Ik zag ook hierin de veredeling niet
en besloot, mijn zegsman die op het
terrein was, er nog eens naar te gaan
vragen. Hij was evenwel 'in druk ge
sprek met. iemand, die op een houten
bank stond, zoodat ik mijn vraag maar
deed. aan een anderen sportman, die
juist voorbijkwam.
..Mijnheer," zei ik, „kunt u mij ook
zeggen op welke manier hier nu eigen
lijk gewerkt wordt aan de veredeling
van 'i paardenras?"'
Hij keek mij eerst, verwonderd, daar
na boos aan, mompelde iets van: „ik
wensch niet voor de gek te worden ge-
houden" en ging door.
„Wat heb ik dien man gedaan?"
vroeg ik aan een kennis, die voorbij-
kwam.
„Wat heb je hem gevraagd?" vroeg
deze en toen ik het verteld had, keek
I hij me ook al zoo vreemd aan, barstte
in lachen uit en zei: „och, je bent een
i uil!" waarna hij verder ging.
Beleefd vond ik dat niet, maar het
was duidelijk, dat er met die verede-
ling iets niet in den haak moest we
zen. Daar schoot mij op eens een red
dende gedachte door het hoofd: waar-
schijnlijk had lik mijn zegsman ver-
keerd verstaan en had hij gezegd, dat
de courses meewerken tot veredeling
van het menscben ras. Hoe
meer ik daarover dacht, des te grooter
werd hiervan de waarschijnlijkheid,
zoodat ik besloot de menschen eens na
te gaan.
Veredeling van het menschenras!
Waarom niet? Had het geen opvoeden
de kracht voor den mensch, een dier
met sierlijke bewegingen zich zoo te
zien inspannen-, met volharding een
lange baan te zien afdraven, het met
nobelen durf over hooge hindernissen
te zien springen? Als de mensch met
zooveel volharding en moed zijn le
vensweg ging... zoo philosopheerde ik.
En ik ging eens na wat het men
schenras op de courses wel doet. Met
verwondering zag ik, dat na ieder
nummer heel weinig toeschouwers
meer oog hadden voor de paarden. Ze
liepen naar de bookmakers, ctie op een
bank naast elkaar stonden, of naar het
gebouwtje van den totalisator. En vijf
minuten voordat iedere race begon,
waren ze daar ook: rijksdaalders rin
kelden, bankpapier ritselde. Gretige
vingers strekten zich uit om het aan
te vatten. Ik dacht, dat het liüer wel
een inrichting wezen kon tot versnel
ling van den geldomloop. maar van de
veredeling van 't menschenras was
niets te bespeuren.
Toen een van de nummers was afge-
loopen, hoorde ik er een tot een ander
zeggen: „heb je wel gezien, hoe X. op
zettelijk zijn paard inhield? IJ. moest
het zeker winnen!"
Mij scheen de veredeling van '1
menschenras verder dan ooit. Nieuws
gierig naar den sleutel van het raadsel,
trachtte ik weer mijn zegsman op te
sporen, maar hij stond met eenige
vrienden bij de champagnebar en zorg
de er voor, dat het menschenras al
thans wat hem betrof geen gevaar lien
van verdrogen.
„Q. heeft vandaag duizend gulflen ver
speeld", zei een bezoeker tot een ander,
't. was jammer: de kansen waren toch
zoo mooi."
Ik kende Q. wel, 't was iemand, die
door een verlies van duizend gulden
niet geruineerd zou raken, maar
toch nog maar een jongmensch!
En toen ik keek naar het bank
je, waarop de bookmakers staan
te schreeuwen in huu taal. die een on
ingewijde niet verstaat en de menschen
zich nog verdrongen voor den totaliza
tor, toen ben ik maar heengegaan en
heb niet nieer aan de veredeling van
mensch of dier kunnen denken, maar
wel aan Engeland en Frankrijk, waar
het wedden een volkshartstocht is ge
worden, waar de baron wedt en de
keukenmeid en nagenoeg alles wat
daartusschen ligt, waar vermogens
worden verdobbeld en zuurverdiende
spaarpenningen. Moeten wij onder den
naam van veredeling van het paarden
ras diezelfde kwaal naar Holland zien
overwaaien, evenals er Engelsclie
bookmakers te Vlissingen zijn komen
wonen, omdat men het hun in hun
eigen land te lastig maakt?
Deze gedachte komen sterker nog
bij iemand op als hij hoort, hoe het
begin van den val van een zoon uit een
eervol bekende Haarlemsche familie
moet worden toegeschreven aan wed
den op .de oourses. Helaas, het geld
is een begeerlijke zaak vooral het
geld, dat men niet heeft. Des te komie-
Icer is het, dat aan iemand die het niet
hebben wil, geld wordt opgedrongen,
zooals aan onzen wethouder van on
derwijs is overkomen, toen hij een
postje afschaffen wou uit streven naar
bezuiniging, een honderd gulden of wat
voor beiooningen en eereblijken. De
i aarde draait, dat weten we allemaal,
I maar ze doet tegenwoordig somtijds
i of ze op haar kop wil gaan en blijven
staan. Vroeger was de Raad in den
regel de financieele rem van Burge-
meester en Wethouders. Wanneer het
Dagelij kso h Bestuur iets gedaan wou
hebben, dun moest er gepraat worden
als Brugman oin de noodige gelden
j van den Raad los te krijgen. Dat is nu
j anders. Willen B. en W. bezuinigen,
dan zegt de Raad: neen. Sommige
leden verkondigen de schoone theorie
van: het komt er niet op aan wat het
kost. Daar komen we ver mee. met het
percentage van onze belasting wel te
verstaan. Nu zijn we al over de vier
percent. Als maar de helft van de han
gende plannen tol uitvoering komt,
dan wandelt ons peroentage in een
paar jaar naar de 5. En en- is geen en
kele reden, waarom het daar zou blij
ven staan, 't Komt er met op aan wat
I het kost vooral niet als een ander
bet betaalt. Dat op deze manier llaar-
lem heel gauw leeggepompt zal we-
j zen van ieder die er niet noodzakelijk
moet blijven, komt er naar 't schijnt
ook al niet op aan.
Maar het gemeentebestuur is zuinig,
tot zelfs in de verf d'ie het op de opeai-
bare gebouwen laat smeren. Kent gij
de Prins Hendrikstraat, lezer? Niet?
neen, dat dacht ik ook wel. Ik ken den
naam ook pas sinds veertien dagen,
't Is een straat, die geen straat is. Er
staan maar twee gebouwen in, een
rechts en een links: de Remonstrant-
sche kerk en de school voor meisjes
van dien heer Brouwer. In 't voorbij
gaan gezegd heeft onze Gemeenteraad
een profetisch oogenblik gehad, toen
hij aan deze straat vlak bij de Wilhel-
miinastraat dezen naam gaf, hoewel
men toen waarschijnlijk aan den ou
den Prins Hendrik heeft gedacht, 't Zou
iii elk geval op düt oogenblik overwe
ging verdienen om dien naam Prins
Hendrik te geven aan een andere
straat, me. r beleekenend dan deze
doorgang, die al eindigt vóórdat hij
goed' begonnen is.
Ik sprak over de gemeentelijke verf.
Op den hoek van het schoolgebouw
bovengenoemd is een groot open vak,
dat geel geschilderd is. Dat vak noo-
digt als 't ware uit tot beschildering
met wat andiers. De keus is groot: I-et
portret van t schoolhoofd, een leer
zame spreuk: „De morgenstond heeft
goud in den mond" of: „Hooge hoo
rnen vangen veel wind", of een afbeel
ding tot stichting en leering van de
jeugd, bijvoorbeeld een onderwijzer
les gevende aan ©en klas, die aan zijn
Lippen hangt. Keus te over.
Desnoods zou men er het lafreel op
kunnen vereeuwigen, dat zich dezer
dagen op ons Museum moet hebben
voorgedaan. Een welbekend Raadslid
had een boek besproken, doch Jaar hij
niet op tijd verscheen, was het gege
ven aan den vertegenwoordiger van
een ander Raadslid, die er ook belang
in steldé. Treffend bewijs van ijver!
Twee Raadsleden, studeerende in 't
zelfde hoek! Als een bekwaam schil
der dat op den muur van de school aan
de Prins Hendrikstraat vereeuwigen
wou, welk een balsem zou dat niet zijn
voor het gemoed van iederen voorbij-
gaanden kiezer! Ik hoor er al een zeg
gen: „mogen ze dan ook onze belas
ting niet laag kunnen houden, in de
boeken studeeren ze dan toch maar
ferm!"