Licht en Schaduw.
Rubriek voor Dames.
De een wat eenvoudiger, de ander
wat weelderiger, doch wij allen zonder
onderscheid, wij houden van décoree
ren. Deze legt. zich toe op het versieren
van haar huis inwendig. een ander
weer wijdt meer aandacht aan de klee
ding. een derde heeft speciale zorg
voor haar eettafel, een vierde wijdt bij
zondere aandacht aan haar tuin of
'swinters aan haar kamerplanten: de
liefde voor het verzorgen van het nit r-
lijk schoon, dat zit ons in 't bloed, dat
moeten wij op een of andere wijze
uiten.
Ik ondervond daarvan laatst een ty
pisch, een aardig staaltje. Tot mijn
morgenbezigheden behoorde het spit
ten van boter uit een keulschen pot in
het botervlootje, dat op de koffietafel
moest prijken. Een vriendinnetje van
negen jaar kwam binnen en had groote
belangstelling voor de wijze, waarop
ik met het houten boterspaantje figuur
tjes in de boter maakte: die bezigheid
bekoorde haar. Een oogenblik later
komt mijn jongen binnen, die met
groote onverschilligheid uitroept: Hé.
moeder, dat werk kon u evengoed la
ten. wij inaken het 'immers toch dade
lijk weer leelijk. Hij had gelijk, ik
moest er om lachen en toch gaf ik in
mijn hart mijn vriendinnetje gelijk,
voor wie het blijkbaar eene aangena
me sensatie was om die boter daar zoo
keurig in dat vaatwerk te zien liggen.
Waarom deed ik het eigenlijk? Ik ge
loof alleen, om het bekorende, als ik
straks aan het werk zal gaan om hon
gerige magen te voldoen, dat die boter
zoo echt smakelijk mij tegen lacht. Ik
wil daarmee nu niet zeggen, dat man
nen niets voelen voor het mooie uit
wendige dat op dergelijke wijze ons
oog streelt; maar zij kunnen zich niet
voorstellen, dat wij er t ij d voor over
hebben. Dat. tijd voor over hebben ligt
eenvoudig maar aan de vraag, of wij
het niet al te druk hebben en daarom
zou ik zeggen, hoe gelukk'ig het ook is.
dat geen vrouw tegenwoordig met de
handen in den schoot wil zitten, laten
wij toch zorgen, dat de bezigheden ons
niet zoo in beslag nemen, dat er geen
tijd over blijft om door dergelijke tijd-
roovende bezigheden ons huis een po
etisch cachet te geven, dat van onbere-
kenbaren, gunstigen invloed is op den
band van het gezin.
Al meermalen heb ik in den laatsten
tijd hooren beweren en ik moet zeggen
de kenteekenen zijn er voor aanwezig,
dat langzamerhand de huiselijke be
zigheden voor de vrouwen tot een
minimum beperkt zullen worden.
lil onze Jeugd onderging het vuile
goed aan huis zijn geheele rein'igings- i
proces, nu komt de bleeker het vuil ha- j
len en brengt het schoon en droog, ja
dikwijls zelfs gestreken en gemangeld
weer thuis. Vroeger zorgde iedere huis
vrouw voor den inmaak, tegenwoordlig
kan zij de ingemaakte groenten en
vruchten koopen naar hartelust. Twin
tig jaar geleden werd het meeste naai
werk nog aan huis vernicht nu kan
men alles in allerlei maten en van J
verschillende prijzen in de winkels
koopen.
Het aantal meisjes, dat dienstbode
wil worden wordt steeds kleiner, waar
door zoo nu en dan heels families be- j
sluiten maar van den kok te eten. Al
deze veranderingen wijzen er op, dat
steeds meer huiselijke bezigheden zul
len worden verricht in groote 'inrich
tingen, waardoor een nieuw bedrijf in
't leven geroepen wordt
Ik vind dat alies goed en wel, en ik
ben innfig overtuigd, uat men tegen j
dien stroom niet kan oproeien, maar i
één ding maakt mij afkeerig van al dat
nieuwe; de kracht van de vrouw, de
poëzie komt in groot gevaar. Allerlei
werk wordt haar uit de handen geno
men, zij kan daarop dus niet meer haar
eigen stempel drukken, zij kan niet
meer dat onzegbaar, eigene geven aan
alles, dat haar man en kinderen na
korte of lange afwezigheid altijd weer
zullen erkennen als het echt huiselijke,
wat hun huis onderscheidt van dat
van hun buurman.
Om die reden verlang ik nog niet
naar den tijd, dat de huisvrouw haar
bezigheden meer buitenshuis zal moe
ten zoeken.
HUISELIJKE RAADGEVINGEN:
I. Het is moeilijk nieuwe schoenen
glad te poetsen. Wanneer men ze met
een doorgesneden rauwe aardappel
goed afwrijft, kan men ze even goed
glad poetsen als oude.
II. Om zich te overtuigen van de
zuiverheid van gemalen koffie, is aan
te bevelen, er wat koud water overheen
te gieten, krijgt het water een bruine
kleur, dan is er chicorei in de koffie.
III. Zijn uw vingers leelijk van het
schillen van versche vruchten of wal
noten, steek ze dan in sterke thee, bor
stel ze af met een nagelborstel en
wasch ze daarna in warm water. De
vlekken zullen dan spoedig verdwij
nen.
kindermeisje on beproefde tevergeefs
met haar verwijtend: ..maar, Evn-
tje, je moet toch zoet zijn!" het jam
merlijk schreiende kind weer tot be
daren te brengen, dat telkens weer
..papa, papa, ik wil naar huis!" riep.
Goddank, dat u er is! riep de
dokter met een verlicht hart. Ik
draag hier eene kleine patiënte in
't bijzonder aan u op. U kan zoo uit
stekend met kinderen omgaan: breng
nu allereerst dit kleine schepseltje
eens weer tot bedaren, dat sedert het
onderzoek zoo buitengewoon opge
wonden is, en nadat haar vader nu
ook weer weg inoest, van het schrei
en en van angst zoo'n erge koorts
heeft gekregen, dat ik werkelijk on
gerust wordt. Probeer haar wat melk
te doen drinken: ze heeft morgen een
zwarën dag voor zich!
Zacht trad de zuster naar het bed
je en legde haar koele hand op het
brandende voorhoofd van het kleine
meisje. Een oogenblik hield dit met
schreien op, zag met angstige zeer
donkere oogen in het zachte gelaat,
maar draaide zich onmiddellijk weef
snikkend om.
Wat scheelt de kleine? vroeg de
diacones, terwijl ze het heete kopje
streelde en het kind zoodoende tracht
te te kalmeeren.
Hei hinkt erg, een heupoperatie
i moet onmiddellijk plaats hebben,
wanneer ze niet voor haar geheele
leven aan den rolstoel gebonden zal
zijn, antwoordde de dokter, maar ik
I kan hier volstrekt niet langer blijven,
ik kom straks nog even kijken.
Schuw keek de kleine Eva op. toen
ze de deur hoorde opengaan, en het
schreien klonk minder luid, toen ze
den dokter niet meer zag, dien ze ze
ker als haren persoonlijken kwel
geest beschouwde, daar hij bij het
pijnlijke onderzoek de helpende hand
van den professor was geweest. Vol
medelijden boog de pleegzuster zich
over het zenuwachtige kind, het ge
lukte haar door zachte woorden de
kleine langzamerhand tot bedaren te
brengen, en toen cle dokter, laat in den
avond, nog eens een blik in de kamer
wierp, knikte hij tevreden, toen hij
haar, toegerust voor den nachtdienst,
aan het bedje van het reeds vast sla
pende kind zag zitten, welks borstje
slechts nu en dan nog door een zach-
ten, trillenden zucht meer dan ge
woon werd bewogen. Had hij niet
zooveel haast gehad, dan was het
hem wel opgevallen, hoe doodsbleek
het teedere. edele gelaat der zuster
was, waaraan de droefgeestige brui
ne oogen en het volle glad "onder het
witte pleegzustersmutsje gestreken
blonde haar iets ongemeen aantrek
kelijks gaven, ofschoon het niet meer
het bekoorlijke van de eerste jeugd
bezat.
Zeldzaam opgewonden keek ze naar
het bleeke, medelijden wekkende ge
zichtje van de .kleine en hare trillen
de lippen bewogen zich zachtkens.
Het kindermeisje had zeker ge
meend de weinig sprekende pleegzus
ter bezig te moeten houden en liaar
ongevraagd verteld, dat de kleine
Eva het eenige kind was van doctor
Romer, den directeur der groote che
mische fabriek in het kleine dorpje,
hetwelk een uur van de stad lag. Als
een plotselinge donderslag had haar
de gedachte doen opschrikken! Fritz
Römer! Er was een tijd geweest, dat
deze naam alles vertegenwoordigde,
wat ze aan liefde en geluk van het
leven verwachtte. Tien lange jaren
was dat reeds geleden! Hoe keerde
dat alles in de stilte van den nacht
in hare herinnering terug! Ze zag
zich weer als een fleurig, pas volwas-
Zuster Elizabeth.
Naar HANS HECHT.
160 Kilometer per uur
In de kliniek van den beroemden
professor M. in de hoofdstad der pro
vincie heerschte voor de ingewijden
eene groote drukte. De zieken be
speurden er niets van; diepe stilte
omringde hen; db loopers op de trap
pen en in de gangen verdoofden het
geluid der voetstappen en gesproken
werd er slechts op gedempten toon,
maar de dienstdoende pleegzusters
wisten het, er was veel te doen. Alle
kamers waren bezet., en wanneer er
eene plaats lediig kwam, werd die ook
onmiddellijk weer ingenomen, daar
voor zorgdte de naam van den uitste
kenden chirurg.
Juist was deze dien dag voor den
laatsten keer rond geweest en hij ver
dween nu in zijne particuliere kamer
om een oogenblik uit te rusten. De
assistent-arts in zijn langen, witten,
kiel had hem druk pratende tot aan
zijn deur gebracht en daarop keerde
hij haastig oni en keek in de kamer
der diaconessen.
Zuster Elizabeth! riep hij op
halfluiden toon.
Ze houdt de verlamde dame op
nummer 8 gezelschap! klonk het ant
woord.
Dat gaat niet; de dame moet
zich aan iemand anders gewennen;
ik heb de zuster beslist noodfig; ze moet
dadelijk op nummer twintig komen,
zei dokter Ernst eenigszins ongedul
dig.
En weg was hij.
Vijf minuten later opende zuster
Elizabeth de deur van nummer twin
tig. Dokter Ernst zat met een uitdruk
king van verlegenheid; en radeloos
heid voor een bedje, in de kussens
waarvan een donker gelokt kinder
kopje onophoudelijk heen en weer
werd geworpen. Aari den anderen
kant stond een jong meisje, zeker het
noort/i
QSmrrfon
Het Britsche Hoogerhuis heeft goed
gekeurd het plan voor den aanleg van
een electrischien spoorweg tusscheu
Liverpool en Manchester, wac n
52 kilometer groote afstand zal worde,
afgelegd in 18 a 20 minuten, du-
een gemiddelde snelheid van 160 K.M.
per uur. En daar het Lagerhuis onge
twijfeld het besluit van het Hooger
huis zal bekrachtigen, zal spoedig be
gonnen word&n met den aanleg van
den spoorweg en wel op dezelfde j-lauts
waar eens Stephenson zijn eersten
spoortrein in beweging bracht.
Het plan voor deze spoorwegverbin
ding is afkomstig van een ondernemer
Behr genaamd, die reeds het voilig jaar
concessie vroeg, doch die toen niet kon
krijgen, omdat de reminrichting van
zijn waggons niet voldeed aan de wet
tig gestelde eischen. Dit gebrek is nu
verholpen door de verbinding van de
Westïnghouse-rem met de electrische
rem en de nieuwe reminrichting moet
in staat zijn, den trein tot staan te
j brengen binnen 87 seconden, d. i. bin-
J nen een afstand van 950 nieter.
De voor het bedrijf benoodigde
stroom wordt toegevoerd door een elec
trische centrale, die gevestigd wordt
te Warrington, halfweg Liverpool en
I Manchester.
Voor den handel der beide steden
zal de nieuwe verbinding van groote
beteekenis zijn. omdat het personen-
j vefvoer tusschen Liverpool en Man-
I Chester en omgekeerd zoo buitenge
woon druk is, dat aan de eischen nau-
welijks voldaan kan worden door de
■i bestaande spoorwegverbindingen.
Behr is voornemens de electrische wa-
j gens aanvankelijk niet tusschenpoozen
van 20 minuten van G uur 's morgens
tot 11 uur 's avonds te laten loopen.
Het bovenste gedeelte van de plaat
Igeeft een afbeelding van den te door
l'oopen afstand van den ontworpen weg
I die voorgesteld is door een d'ikke zwar-
te lijn. Het onderste gedeelte vertoont
den dubbelen waggon van zulk een
trein met de zeer bijzonder geconst.ru-
I i orde rails. De waggons loopen over
i slechts één dikke rail. Omslaan wordt
verhinderd door afzonderlijke wielen,
die loopen langs zijrails, evenwijdig
aan de hoofdrail. Ieder deel van den
I waggon is voorzien van een afzonder-
j lijken motor en de beide deelen van
den waggon zijn onderling verbonden
i op dezelfde wijze, als de waggons van
j een zoogenaamden harmonikatrein.
I De inwendige inrichting komt overeen
met die der gewone tramwagens. Iede
re waggon bevat 80 zitplaatsen, wordt
i 's winters verwarmd en electrisch ver-
j licht. De prijzen zullen belangrijk hoo
j ger zijn dan die op de bestaande 3
I spoorlijnen, wat billijk Is in verband
1 met de veel grootere snelheid.
sen meisje mot den student in de che
mie, die bij hare moeder woonde,
toen ze na den dood van haren vader,
een dokter, in bekrompen omstandig
heden achter waren gebleven. 1-Iij
was een lustige jonge man en zijne
verstandige, donkere oogen, zijn op
gewekt en vroolijk wezen hekoorden
ieder, die met hem in aanraking
kwam. Ook zij had de bgkoring niet
kunnen weerstaan, en toen ze be
speurde, hoe ook zijne oogen begon
nen te schitteren, als hij haar zag,
toen had de liefde, met al hare heer
lijkheid intocht gehouden in naar
jong hart. Den dag na zijn examen,
toen hij afscheid nemend voor haar
stond in het tuintje achter het huis,
waar de rozen geurden, had hij het
bevende meisje aan zijn hart-gedrukt
haar ondier vele kussen zijne liefde
verklaard en haar gesmeekt op hem
te wachten, tot hij iets was gewor
den en haar kon komeu halen. Vol
vertrouwen had ze tot heit opgezien
en hem verzekerd, dat ze geduldig
zou .wachten, al moest het ook nog
jaren duren. Telkens en telkens weer
had hij haar aan zijn borst gedrukt,
alsof hij volstrekt niet kon scheiden
van het pas verworven geluk, en ein
delijk was hij heengegaan. Zij had
woord gehouden, ze was trouw ge
weest en had slechts hem lief gehad
...maar hij? In het eerst schreef hij
dikwijls; brieven vol innig verlangen
gloeiende van liefde, vol ongeduld,
dat hem alles niet dadelijk zoo goed
wilde gelukken als hij zich dat had
voorgesteld; later werden de brieven
zeldzamer, koeler, meer gedwongen,
en eindelijk kwam er een dag, waar
op hij haar verzocht hem zijn woord
terug te geven. Ze hadden wel wat
overijld gehandeld, en hij zag geen
kans om spoedig met haar vereenigd
te worden.
Haar arm hart brak bijna van ver
driet; ze werd stil en afgetrokken,
en de sukkelende, steeds lijdende
moeder zag met bezorgdheid de blee
ke wangen en den vermoeiden blik
van haar kind. En toen ook deze laat
ste steun haar was ontnomen, vlucht
te ze met haar gewond hart naar de
armen en zieken, en deze werkkring,
niet welken ze, als dochter van een
geneesheer, van jongsaf vertrouwd
was, en waarvoor ze sympathie ge
voelde, hielp haar zich doorworste
len tot den kalmen vrede, die over
haar geheele wezen lag uitgebreid
en welke haar voor de zieken en lij
denden zulk een sympathieke per
soonlijkheid deed zijn.
En nu bewaakte zij de slaap vau
zijn kind. Met een pijnlijken zucht
bedekte ze de betraande oogen met
de hand. Ze had gemeend, dat alles
dood en begraven vergeven en ver
geten was, en nu stormde het weer
in haar arm liart en het was gedaan
met den zoo moeilijk verkregen vre
de! Zijn kind! Dus had hij eene posi
tie in de maatschappij gevonden,had
hij eene vrouw genomen, maar eene
andere en zij stond verre van hem.
Hoe zou die andere er wel uitzien?
Waarom was ze niet hier bij het ar
me, kleine schepseltje, dat zoo jong
reeds zulke pijnlijke uren tegemoet
ging? Ze had er het kindermeisje
wel naar kunnen vragen, maar eene
eigenaardige bedeesdheid hield haar
daarvan terug, ze meende, dat men
FEUILLETON.
Schetsen van DEKA.
Een vergissing is menschelijk.
Laat ik op den voorgrond stellen dat
mijnheer van Leeuwen kippig was, en
ik verzoek u daar wèl nota van te ne
men, aangezien anders mijn verhaal
op zéér losse grondslagen zou berus
ten. Bovendien geef ik u hierbij de
dure verzekering, dat het geen phan-
tasietje is, maar de echte, zuivere,zwa
re waarheid. Mijnheer v. Leeuwen was
kippig. Dit en het feit dat hij net zoo
oud was als zijn vader toen deze die
zaken uitging, en ongeveer net zooveel
centen had; om van te leven, hadden
hem ook tot grutter-in-ruste gemaakt.
Z'n heele leven had hij, om zoo te
zeggen doorgebracht, in het eigenste
centrum van de stad, in de smalle
drukke winkelstraat, daar juist op het
hoekje. Hij was dus wèl een kern-
stadsmensch. Maar, zijn inkomen was
na den verkoop van de zaak niet vor
stelijk. en dus ging hij zoo tevre
den mogelijk in de buitenwijken
van de stad wonen.
U kent die hnizenreeksen. De eigen
bouwers trachten er wat moderns aan
te geven door idiote nabootsingen van
stijlen die boven hun macht zijn,
maar zij herhalen zóó dikwijls cozolf-
de historie, dat alle twintig, vijftig of
henderd huizen die'ze ie.rehjkerijd
onder den kap brengen, on el' nar lij
ken als twee druppels water. Daar is
nu om niet te overdrijven geen
spijkertje in het eene huis geslagen, of
je vindt het in het andere ook, ip de
zelfde plaats. Kijk naar het aantal
smalle ramen, naar de moppige
stukjes zandsteen, de angstvallige bal
konnetjes. de pieterige schel knop j es, <L
onveilige sloten met gelijke sleutels
het is alles eveneens. Kom je het huis
hl, je heb altijd denzelfden draai te
doen om je jas niet wit te maken, je
ontmoet op dezelfde afstanden, de
tochtdeuren, die trap naar boven, de
huiskamerdeur, de keukendeur, enfin
alle deuren die je gewoonlijk in de
benedengang heb.
Van al die gelijkheid en gelijkvor
migheid merk je natuurlijk inwendig
niet veel. omdat je gewoonlijk bij je
buren alleen maar bij komen en gaan
een visite brengt. En bovendienals
je tevreden bent met je interieurtje,
dan denk je er niet aan dat met ver
velende regelmatigheid, die zelfde for
mule: voor- en achterkamer en suite,
keuken, kelder, tuin, boven-, voor- en
achterkamer, kleine kamertje voor
en achter-, zolder niet meidenkamer
tje zich in dc lange straat herhaalt.
Je vindt de indeeling goed en practisch
en verheugt er je in. En geloof mij,
laat ik voor 't, geval dat. gij zelf in eene
dusdanige buurt woont, of daar fami
lie hebt, laat ik zeg ikallerminst
de verstoorder uwer illusiën zijn. Een
weinig wreedheid mijnerzijds was ech-
I ter noodig om u goed in die onderha-
vige situatie in te werken.
I Mijnheer Van Leeuwen had er ook
twee jaar van zijn stil-leven, op-
rechtelijk zeer heerlijk gewoond 'tWas
eerst een beetje stil dat spreekt. Als
jc zoo opeens door het lot uit het da-
1 gelijksch rumoer van bezige menschen
wordt gehaald, en neergekwakt in een
stille straat., waar soms het geroep van
een enkelen venter met huiveringwek
kende duidelijkheid weerklinkt, grijpt
je dat eerst bovenmatig aan. Maar 't
lei niet aan het huis. 't Was, voor het
geld altijd, een lief huis. een gemak
kelijk huis, en bovendien: een vroo
lijk. licht huis.
Maar daar wordt me waarachtig
plotseling in den gemeenteraad conces
sie verleend aan eene Trammaatschap
pij, om een lijn te leggen door de, laat
ons zeggen: Mijnheer Van Leeuwen
straat. Daar zit zult gij zeggen, niks
schrikkerigs in; integendeel heel plei-
zierig. 't Zal de boel daar wat opvroo-
lijken. En wat een gemak!
Meen nu niet. dat je nou een heele
inventie heb gedaan, met die voordee-
len op te sommen. Zóó sloom waren
de lieer Van Leeuwen en zijne niede-
straatgenooten ook wel. Maar de huis
heer van het blok, die een en ander
óók overwoog, vond het zoo'n lollig
idee, dat hij alle bewoners tegen Mei
a. sf 100 opsloeg; met belofte van
meer als dc tram er was. Dit moesten
ze al vast betalen voor de voorpret
die 't is bekend eigenlijk het
grootste genoegen is.
Dat liet de heer Van Leeuwen al
thans niet met zich doen. Eronderd
gulden opslag had hij nog kunnen ver
douwen, maar die toekomstbedreiging
was hem te sterk, enhij zei, na
veel over- en weer gepraat, met zijne
vrouw, en zijne broers en schoonzus-
Iers, en de oudste neven en nichten,
en een goeden kennis, den huur op.
Hij was niet de eenige; dal deed hem
pleizier. Binnen niet al te langen tijd
zag je aan verscheidene deurposten,
een houten vlaggetje, beplakt met wit
papier. De geheele straat langs, lier-
haalde zich deze klachte: Een huis te
huur!, een huis te huur!, een huis te
I huur! Vermenigvuldigd verwijt voor
den eigenaar: zij zijn te duur-, zij zijn
te duur!, zij zijn te duur!
't Werd een heele aardigheid voor
mijnheer Van Leeuwen om ;e zien
hoeveel er nu al weer bijgekomen wa
ren. Eiken avond als hij thuis l.v-ni
van zijn glaasje bier, dan telde nij de
vlaggetjesZeven, acht, negen,
tien, elf. Waarempel, er was er al w> er
een bijgekomen.
Ja. ze lieten zich niet ringelooren!
Op 'n avondi was het v er en twin
tig geweest, en dien, volgenden daw was
het nóg vier-en-twintig. Het maximum
scheen dus bereikt. En maargoed ook.
Want het was een i.eele deun voor
mijnheer Van Leeuwen's oude hoof-1,
om na een paar glaasjes bier ge
bruikt te hebben, den ie' niet kwijt te
aken. Van avond bleef het dus a s e.s-
teren. Hij stopte voor het twintigste
huis, stak den sleutel m liet. slof, en
ging voorzichtig naar bjvm, en zijn
vrouw niet wakketr te maken.
Zoo, hier was de porte-raao eau.
Even zijn schoenen uittrekken. Hè,
wat piepte die tochtdeur. Hoe dikwijls
had hij nu toch al niet legen I>- "3 ge
zegd, dat zij wat olie in de scharnie
ren zou doen. 't Was zoo lastig 's
avonds met het thuiskomen.
Binnen sloeg de klok twaalf uur.
Nou die was óók voor, dat was maar
gekheid! Zoo laat kón het nog niet
zijnr Gek, dat dat ding op één avond,
zóó voor kon komen. Hij had het nog
gelijk gezet, toen hij heenging, 't Was
donker in de huiskamer. Hij keek even
naar binnen of alles in orde was, de
lamp uit, enz. Allright! Toen sloop hij
stil op kousen-voeten naar boven.
Hè, 'twas of hij gefluister hoorde op
het portaal. Hij nam een nachtlampje
dat klaar stond; een nieuwe zorg
zaamheid van zijn vrouw klaarblijke
lijk, waarvoor hij haai- morgen eens
ferm pakken zou en liep die slaap
kamer op. Gut. gut, wat sliep diat
menscli. je hoordle letterlijk geen
zuchtje; 't was doodstil in de kamer.
„Slaap je al ouwe", zei hij met goe
dige grom-stem aldus beproevend
of zij werkelijk sliep of maar zoo deed.
Maar meteen bleef hij sprakeloos
staan, zijn vest half losgeknoopt. Want
uit het ledikant klonk een vereeniging
van twee ontzettingsgeluiden, één ake
lig noodgeluid', en twee verschrikte
oudè-dameshoofden vertoonden zich
eenige oogenblikken in wilden angst
boven de zee van dekens, om een. oo
genblik later bij het zien van mijnheer
van Leeuwen, doodelijk ontsteld weer
onder te duiken.
Hij werd zoo bleek als een doek en
kon geen woord' uitbrengen. Hij deed
een stap naar het bed in smeekende,
verzoekende houding om nadere uit
legging te geven, en opheldering te
vragen, maar het geschreeuw verdub
belde met zoo'n kracht dat de moed
hem ontzonk, en hij zich geheel krach
teloos liet neervallen op een stoel.
Nieuwe ontzetting, want de kat, die
er ineengerold lag te slapen, sprong
met een pijnlijken schreeuw, blazend
en sissend op, het huis door, naar be
neden.
..Moord, moord!" schreeuwde de ou
de dames om het hardst. ,,Help, help!"
De hulp kwam. Reeds na de eerste
kreten was het in de naburige kamers
nu ziet men het voordeel van een-
steens-muurtjes rumoerig gewor
den, en juist toen het duo „Moord,
moord", met de variatie „Ilelp, help!"
op het schoonst klonk, drong een ge
pensioneerd kapitein, benevens een
onderwijzer, tevens lid van de Veree
niging tot eerste hulp bij ongelukken,
met gebruikmaking hunner gewone
sleutels, het huis binnen, en sleurden
weldra den heer Van Leeuwen, niet
tegenstaande zijn dringende vertoo-
gen, naai" beneden. waar zij hem
met zijn eigen bretels vast bonden.
Gelukkig gaf het woord „politie"
hem zijn stem terug: de eene schrik is
soms goed om den anderen te verdrij
ven, Hakkelend en stotterend van de
zenuwen, ontkende hij eenige slechte
bedoeling te hebben gehad. Na een
half uur kreeg hij zijn vrijheid weer,
d. w. z. mevrouw v. Leeuwen het
goede mensch kreeg ook een döodr
schrik op het lijf werd midden in,
den nacht opgescheld, om te verkla
ren dat haar man haar man was.
Toen eerst lieten zij hem loopen.
Hoe het kwam? No. 18 en no. 19
hadden eerst bedankt, maar waren
daar later op terug gekomen, en er
waren een no. 25 en 26 bijgekomen.
Wie er echter nog meer mocht blij
ven, mijnheer Van Leeuwen niet. Hij
hoefde wel is waar niet terecht te staan
wegens diefstal, inbraak en moord met
voorbedachten rade, maai- heelemaal
wilde de straat hem toch niet rehabi-
liteeren. Men fluisterde wat over bier!
Maar natuurlijk, bij zijne vrienden,
heet het dat hij verhuizen ging omdat
de huur verhoogd werd; en als je er
soms een mocht ontmoeten laat hem
dan maar in dien waan.