Licht en Schaduw. Rubriek voor Dames. De een wat eenvoudiger, de ander wat weelderiger, doch wij allen zonder onderscheid, wij houden van décoree ren. Deze legt. zich toe op het versieren van haar huis inwendig. een ander weer wijdt meer aandacht aan de klee ding. een derde heeft speciale zorg voor haar eettafel, een vierde wijdt bij zondere aandacht aan haar tuin of 'swinters aan haar kamerplanten: de liefde voor het verzorgen van het nit r- lijk schoon, dat zit ons in 't bloed, dat moeten wij op een of andere wijze uiten. Ik ondervond daarvan laatst een ty pisch, een aardig staaltje. Tot mijn morgenbezigheden behoorde het spit ten van boter uit een keulschen pot in het botervlootje, dat op de koffietafel moest prijken. Een vriendinnetje van negen jaar kwam binnen en had groote belangstelling voor de wijze, waarop ik met het houten boterspaantje figuur tjes in de boter maakte: die bezigheid bekoorde haar. Een oogenblik later komt mijn jongen binnen, die met groote onverschilligheid uitroept: Hé. moeder, dat werk kon u evengoed la ten. wij inaken het 'immers toch dade lijk weer leelijk. Hij had gelijk, ik moest er om lachen en toch gaf ik in mijn hart mijn vriendinnetje gelijk, voor wie het blijkbaar eene aangena me sensatie was om die boter daar zoo keurig in dat vaatwerk te zien liggen. Waarom deed ik het eigenlijk? Ik ge loof alleen, om het bekorende, als ik straks aan het werk zal gaan om hon gerige magen te voldoen, dat die boter zoo echt smakelijk mij tegen lacht. Ik wil daarmee nu niet zeggen, dat man nen niets voelen voor het mooie uit wendige dat op dergelijke wijze ons oog streelt; maar zij kunnen zich niet voorstellen, dat wij er t ij d voor over hebben. Dat. tijd voor over hebben ligt eenvoudig maar aan de vraag, of wij het niet al te druk hebben en daarom zou ik zeggen, hoe gelukk'ig het ook is. dat geen vrouw tegenwoordig met de handen in den schoot wil zitten, laten wij toch zorgen, dat de bezigheden ons niet zoo in beslag nemen, dat er geen tijd over blijft om door dergelijke tijd- roovende bezigheden ons huis een po etisch cachet te geven, dat van onbere- kenbaren, gunstigen invloed is op den band van het gezin. Al meermalen heb ik in den laatsten tijd hooren beweren en ik moet zeggen de kenteekenen zijn er voor aanwezig, dat langzamerhand de huiselijke be zigheden voor de vrouwen tot een minimum beperkt zullen worden. lil onze Jeugd onderging het vuile goed aan huis zijn geheele rein'igings- i proces, nu komt de bleeker het vuil ha- j len en brengt het schoon en droog, ja dikwijls zelfs gestreken en gemangeld weer thuis. Vroeger zorgde iedere huis vrouw voor den inmaak, tegenwoordlig kan zij de ingemaakte groenten en vruchten koopen naar hartelust. Twin tig jaar geleden werd het meeste naai werk nog aan huis vernicht nu kan men alles in allerlei maten en van J verschillende prijzen in de winkels koopen. Het aantal meisjes, dat dienstbode wil worden wordt steeds kleiner, waar door zoo nu en dan heels families be- j sluiten maar van den kok te eten. Al deze veranderingen wijzen er op, dat steeds meer huiselijke bezigheden zul len worden verricht in groote 'inrich tingen, waardoor een nieuw bedrijf in 't leven geroepen wordt Ik vind dat alies goed en wel, en ik ben innfig overtuigd, uat men tegen j dien stroom niet kan oproeien, maar i één ding maakt mij afkeerig van al dat nieuwe; de kracht van de vrouw, de poëzie komt in groot gevaar. Allerlei werk wordt haar uit de handen geno men, zij kan daarop dus niet meer haar eigen stempel drukken, zij kan niet meer dat onzegbaar, eigene geven aan alles, dat haar man en kinderen na korte of lange afwezigheid altijd weer zullen erkennen als het echt huiselijke, wat hun huis onderscheidt van dat van hun buurman. Om die reden verlang ik nog niet naar den tijd, dat de huisvrouw haar bezigheden meer buitenshuis zal moe ten zoeken. HUISELIJKE RAADGEVINGEN: I. Het is moeilijk nieuwe schoenen glad te poetsen. Wanneer men ze met een doorgesneden rauwe aardappel goed afwrijft, kan men ze even goed glad poetsen als oude. II. Om zich te overtuigen van de zuiverheid van gemalen koffie, is aan te bevelen, er wat koud water overheen te gieten, krijgt het water een bruine kleur, dan is er chicorei in de koffie. III. Zijn uw vingers leelijk van het schillen van versche vruchten of wal noten, steek ze dan in sterke thee, bor stel ze af met een nagelborstel en wasch ze daarna in warm water. De vlekken zullen dan spoedig verdwij nen. kindermeisje on beproefde tevergeefs met haar verwijtend: ..maar, Evn- tje, je moet toch zoet zijn!" het jam merlijk schreiende kind weer tot be daren te brengen, dat telkens weer ..papa, papa, ik wil naar huis!" riep. Goddank, dat u er is! riep de dokter met een verlicht hart. Ik draag hier eene kleine patiënte in 't bijzonder aan u op. U kan zoo uit stekend met kinderen omgaan: breng nu allereerst dit kleine schepseltje eens weer tot bedaren, dat sedert het onderzoek zoo buitengewoon opge wonden is, en nadat haar vader nu ook weer weg inoest, van het schrei en en van angst zoo'n erge koorts heeft gekregen, dat ik werkelijk on gerust wordt. Probeer haar wat melk te doen drinken: ze heeft morgen een zwarën dag voor zich! Zacht trad de zuster naar het bed je en legde haar koele hand op het brandende voorhoofd van het kleine meisje. Een oogenblik hield dit met schreien op, zag met angstige zeer donkere oogen in het zachte gelaat, maar draaide zich onmiddellijk weef snikkend om. Wat scheelt de kleine? vroeg de diacones, terwijl ze het heete kopje streelde en het kind zoodoende tracht te te kalmeeren. Hei hinkt erg, een heupoperatie i moet onmiddellijk plaats hebben, wanneer ze niet voor haar geheele leven aan den rolstoel gebonden zal zijn, antwoordde de dokter, maar ik I kan hier volstrekt niet langer blijven, ik kom straks nog even kijken. Schuw keek de kleine Eva op. toen ze de deur hoorde opengaan, en het schreien klonk minder luid, toen ze den dokter niet meer zag, dien ze ze ker als haren persoonlijken kwel geest beschouwde, daar hij bij het pijnlijke onderzoek de helpende hand van den professor was geweest. Vol medelijden boog de pleegzuster zich over het zenuwachtige kind, het ge lukte haar door zachte woorden de kleine langzamerhand tot bedaren te brengen, en toen cle dokter, laat in den avond, nog eens een blik in de kamer wierp, knikte hij tevreden, toen hij haar, toegerust voor den nachtdienst, aan het bedje van het reeds vast sla pende kind zag zitten, welks borstje slechts nu en dan nog door een zach- ten, trillenden zucht meer dan ge woon werd bewogen. Had hij niet zooveel haast gehad, dan was het hem wel opgevallen, hoe doodsbleek het teedere. edele gelaat der zuster was, waaraan de droefgeestige brui ne oogen en het volle glad "onder het witte pleegzustersmutsje gestreken blonde haar iets ongemeen aantrek kelijks gaven, ofschoon het niet meer het bekoorlijke van de eerste jeugd bezat. Zeldzaam opgewonden keek ze naar het bleeke, medelijden wekkende ge zichtje van de .kleine en hare trillen de lippen bewogen zich zachtkens. Het kindermeisje had zeker ge meend de weinig sprekende pleegzus ter bezig te moeten houden en liaar ongevraagd verteld, dat de kleine Eva het eenige kind was van doctor Romer, den directeur der groote che mische fabriek in het kleine dorpje, hetwelk een uur van de stad lag. Als een plotselinge donderslag had haar de gedachte doen opschrikken! Fritz Römer! Er was een tijd geweest, dat deze naam alles vertegenwoordigde, wat ze aan liefde en geluk van het leven verwachtte. Tien lange jaren was dat reeds geleden! Hoe keerde dat alles in de stilte van den nacht in hare herinnering terug! Ze zag zich weer als een fleurig, pas volwas- Zuster Elizabeth. Naar HANS HECHT. 160 Kilometer per uur In de kliniek van den beroemden professor M. in de hoofdstad der pro vincie heerschte voor de ingewijden eene groote drukte. De zieken be speurden er niets van; diepe stilte omringde hen; db loopers op de trap pen en in de gangen verdoofden het geluid der voetstappen en gesproken werd er slechts op gedempten toon, maar de dienstdoende pleegzusters wisten het, er was veel te doen. Alle kamers waren bezet., en wanneer er eene plaats lediig kwam, werd die ook onmiddellijk weer ingenomen, daar voor zorgdte de naam van den uitste kenden chirurg. Juist was deze dien dag voor den laatsten keer rond geweest en hij ver dween nu in zijne particuliere kamer om een oogenblik uit te rusten. De assistent-arts in zijn langen, witten, kiel had hem druk pratende tot aan zijn deur gebracht en daarop keerde hij haastig oni en keek in de kamer der diaconessen. Zuster Elizabeth! riep hij op halfluiden toon. Ze houdt de verlamde dame op nummer 8 gezelschap! klonk het ant woord. Dat gaat niet; de dame moet zich aan iemand anders gewennen; ik heb de zuster beslist noodfig; ze moet dadelijk op nummer twintig komen, zei dokter Ernst eenigszins ongedul dig. En weg was hij. Vijf minuten later opende zuster Elizabeth de deur van nummer twin tig. Dokter Ernst zat met een uitdruk king van verlegenheid; en radeloos heid voor een bedje, in de kussens waarvan een donker gelokt kinder kopje onophoudelijk heen en weer werd geworpen. Aari den anderen kant stond een jong meisje, zeker het noort/i QSmrrfon Het Britsche Hoogerhuis heeft goed gekeurd het plan voor den aanleg van een electrischien spoorweg tusscheu Liverpool en Manchester, wac n 52 kilometer groote afstand zal worde, afgelegd in 18 a 20 minuten, du- een gemiddelde snelheid van 160 K.M. per uur. En daar het Lagerhuis onge twijfeld het besluit van het Hooger huis zal bekrachtigen, zal spoedig be gonnen word&n met den aanleg van den spoorweg en wel op dezelfde j-lauts waar eens Stephenson zijn eersten spoortrein in beweging bracht. Het plan voor deze spoorwegverbin ding is afkomstig van een ondernemer Behr genaamd, die reeds het voilig jaar concessie vroeg, doch die toen niet kon krijgen, omdat de reminrichting van zijn waggons niet voldeed aan de wet tig gestelde eischen. Dit gebrek is nu verholpen door de verbinding van de Westïnghouse-rem met de electrische rem en de nieuwe reminrichting moet in staat zijn, den trein tot staan te j brengen binnen 87 seconden, d. i. bin- J nen een afstand van 950 nieter. De voor het bedrijf benoodigde stroom wordt toegevoerd door een elec trische centrale, die gevestigd wordt te Warrington, halfweg Liverpool en I Manchester. Voor den handel der beide steden zal de nieuwe verbinding van groote beteekenis zijn. omdat het personen- j vefvoer tusschen Liverpool en Man- I Chester en omgekeerd zoo buitenge woon druk is, dat aan de eischen nau- welijks voldaan kan worden door de ■i bestaande spoorwegverbindingen. Behr is voornemens de electrische wa- j gens aanvankelijk niet tusschenpoozen van 20 minuten van G uur 's morgens tot 11 uur 's avonds te laten loopen. Het bovenste gedeelte van de plaat Igeeft een afbeelding van den te door l'oopen afstand van den ontworpen weg I die voorgesteld is door een d'ikke zwar- te lijn. Het onderste gedeelte vertoont den dubbelen waggon van zulk een trein met de zeer bijzonder geconst.ru- I i orde rails. De waggons loopen over i slechts één dikke rail. Omslaan wordt verhinderd door afzonderlijke wielen, die loopen langs zijrails, evenwijdig aan de hoofdrail. Ieder deel van den I waggon is voorzien van een afzonder- j lijken motor en de beide deelen van den waggon zijn onderling verbonden i op dezelfde wijze, als de waggons van j een zoogenaamden harmonikatrein. I De inwendige inrichting komt overeen met die der gewone tramwagens. Iede re waggon bevat 80 zitplaatsen, wordt i 's winters verwarmd en electrisch ver- j licht. De prijzen zullen belangrijk hoo j ger zijn dan die op de bestaande 3 I spoorlijnen, wat billijk Is in verband 1 met de veel grootere snelheid. sen meisje mot den student in de che mie, die bij hare moeder woonde, toen ze na den dood van haren vader, een dokter, in bekrompen omstandig heden achter waren gebleven. 1-Iij was een lustige jonge man en zijne verstandige, donkere oogen, zijn op gewekt en vroolijk wezen hekoorden ieder, die met hem in aanraking kwam. Ook zij had de bgkoring niet kunnen weerstaan, en toen ze be speurde, hoe ook zijne oogen begon nen te schitteren, als hij haar zag, toen had de liefde, met al hare heer lijkheid intocht gehouden in naar jong hart. Den dag na zijn examen, toen hij afscheid nemend voor haar stond in het tuintje achter het huis, waar de rozen geurden, had hij het bevende meisje aan zijn hart-gedrukt haar ondier vele kussen zijne liefde verklaard en haar gesmeekt op hem te wachten, tot hij iets was gewor den en haar kon komeu halen. Vol vertrouwen had ze tot heit opgezien en hem verzekerd, dat ze geduldig zou .wachten, al moest het ook nog jaren duren. Telkens en telkens weer had hij haar aan zijn borst gedrukt, alsof hij volstrekt niet kon scheiden van het pas verworven geluk, en ein delijk was hij heengegaan. Zij had woord gehouden, ze was trouw ge weest en had slechts hem lief gehad ...maar hij? In het eerst schreef hij dikwijls; brieven vol innig verlangen gloeiende van liefde, vol ongeduld, dat hem alles niet dadelijk zoo goed wilde gelukken als hij zich dat had voorgesteld; later werden de brieven zeldzamer, koeler, meer gedwongen, en eindelijk kwam er een dag, waar op hij haar verzocht hem zijn woord terug te geven. Ze hadden wel wat overijld gehandeld, en hij zag geen kans om spoedig met haar vereenigd te worden. Haar arm hart brak bijna van ver driet; ze werd stil en afgetrokken, en de sukkelende, steeds lijdende moeder zag met bezorgdheid de blee ke wangen en den vermoeiden blik van haar kind. En toen ook deze laat ste steun haar was ontnomen, vlucht te ze met haar gewond hart naar de armen en zieken, en deze werkkring, niet welken ze, als dochter van een geneesheer, van jongsaf vertrouwd was, en waarvoor ze sympathie ge voelde, hielp haar zich doorworste len tot den kalmen vrede, die over haar geheele wezen lag uitgebreid en welke haar voor de zieken en lij denden zulk een sympathieke per soonlijkheid deed zijn. En nu bewaakte zij de slaap vau zijn kind. Met een pijnlijken zucht bedekte ze de betraande oogen met de hand. Ze had gemeend, dat alles dood en begraven vergeven en ver geten was, en nu stormde het weer in haar arm liart en het was gedaan met den zoo moeilijk verkregen vre de! Zijn kind! Dus had hij eene posi tie in de maatschappij gevonden,had hij eene vrouw genomen, maar eene andere en zij stond verre van hem. Hoe zou die andere er wel uitzien? Waarom was ze niet hier bij het ar me, kleine schepseltje, dat zoo jong reeds zulke pijnlijke uren tegemoet ging? Ze had er het kindermeisje wel naar kunnen vragen, maar eene eigenaardige bedeesdheid hield haar daarvan terug, ze meende, dat men FEUILLETON. Schetsen van DEKA. Een vergissing is menschelijk. Laat ik op den voorgrond stellen dat mijnheer van Leeuwen kippig was, en ik verzoek u daar wèl nota van te ne men, aangezien anders mijn verhaal op zéér losse grondslagen zou berus ten. Bovendien geef ik u hierbij de dure verzekering, dat het geen phan- tasietje is, maar de echte, zuivere,zwa re waarheid. Mijnheer v. Leeuwen was kippig. Dit en het feit dat hij net zoo oud was als zijn vader toen deze die zaken uitging, en ongeveer net zooveel centen had; om van te leven, hadden hem ook tot grutter-in-ruste gemaakt. Z'n heele leven had hij, om zoo te zeggen doorgebracht, in het eigenste centrum van de stad, in de smalle drukke winkelstraat, daar juist op het hoekje. Hij was dus wèl een kern- stadsmensch. Maar, zijn inkomen was na den verkoop van de zaak niet vor stelijk. en dus ging hij zoo tevre den mogelijk in de buitenwijken van de stad wonen. U kent die hnizenreeksen. De eigen bouwers trachten er wat moderns aan te geven door idiote nabootsingen van stijlen die boven hun macht zijn, maar zij herhalen zóó dikwijls cozolf- de historie, dat alle twintig, vijftig of henderd huizen die'ze ie.rehjkerijd onder den kap brengen, on el' nar lij ken als twee druppels water. Daar is nu om niet te overdrijven geen spijkertje in het eene huis geslagen, of je vindt het in het andere ook, ip de zelfde plaats. Kijk naar het aantal smalle ramen, naar de moppige stukjes zandsteen, de angstvallige bal konnetjes. de pieterige schel knop j es, <L onveilige sloten met gelijke sleutels het is alles eveneens. Kom je het huis hl, je heb altijd denzelfden draai te doen om je jas niet wit te maken, je ontmoet op dezelfde afstanden, de tochtdeuren, die trap naar boven, de huiskamerdeur, de keukendeur, enfin alle deuren die je gewoonlijk in de benedengang heb. Van al die gelijkheid en gelijkvor migheid merk je natuurlijk inwendig niet veel. omdat je gewoonlijk bij je buren alleen maar bij komen en gaan een visite brengt. En bovendienals je tevreden bent met je interieurtje, dan denk je er niet aan dat met ver velende regelmatigheid, die zelfde for mule: voor- en achterkamer en suite, keuken, kelder, tuin, boven-, voor- en achterkamer, kleine kamertje voor en achter-, zolder niet meidenkamer tje zich in dc lange straat herhaalt. Je vindt de indeeling goed en practisch en verheugt er je in. En geloof mij, laat ik voor 't, geval dat. gij zelf in eene dusdanige buurt woont, of daar fami lie hebt, laat ik zeg ikallerminst de verstoorder uwer illusiën zijn. Een weinig wreedheid mijnerzijds was ech- I ter noodig om u goed in die onderha- vige situatie in te werken. I Mijnheer Van Leeuwen had er ook twee jaar van zijn stil-leven, op- rechtelijk zeer heerlijk gewoond 'tWas eerst een beetje stil dat spreekt. Als jc zoo opeens door het lot uit het da- 1 gelijksch rumoer van bezige menschen wordt gehaald, en neergekwakt in een stille straat., waar soms het geroep van een enkelen venter met huiveringwek kende duidelijkheid weerklinkt, grijpt je dat eerst bovenmatig aan. Maar 't lei niet aan het huis. 't Was, voor het geld altijd, een lief huis. een gemak kelijk huis, en bovendien: een vroo lijk. licht huis. Maar daar wordt me waarachtig plotseling in den gemeenteraad conces sie verleend aan eene Trammaatschap pij, om een lijn te leggen door de, laat ons zeggen: Mijnheer Van Leeuwen straat. Daar zit zult gij zeggen, niks schrikkerigs in; integendeel heel plei- zierig. 't Zal de boel daar wat opvroo- lijken. En wat een gemak! Meen nu niet. dat je nou een heele inventie heb gedaan, met die voordee- len op te sommen. Zóó sloom waren de lieer Van Leeuwen en zijne niede- straatgenooten ook wel. Maar de huis heer van het blok, die een en ander óók overwoog, vond het zoo'n lollig idee, dat hij alle bewoners tegen Mei a. sf 100 opsloeg; met belofte van meer als dc tram er was. Dit moesten ze al vast betalen voor de voorpret die 't is bekend eigenlijk het grootste genoegen is. Dat liet de heer Van Leeuwen al thans niet met zich doen. Eronderd gulden opslag had hij nog kunnen ver douwen, maar die toekomstbedreiging was hem te sterk, enhij zei, na veel over- en weer gepraat, met zijne vrouw, en zijne broers en schoonzus- Iers, en de oudste neven en nichten, en een goeden kennis, den huur op. Hij was niet de eenige; dal deed hem pleizier. Binnen niet al te langen tijd zag je aan verscheidene deurposten, een houten vlaggetje, beplakt met wit papier. De geheele straat langs, lier- haalde zich deze klachte: Een huis te huur!, een huis te huur!, een huis te I huur! Vermenigvuldigd verwijt voor den eigenaar: zij zijn te duur-, zij zijn te duur!, zij zijn te duur! 't Werd een heele aardigheid voor mijnheer Van Leeuwen om ;e zien hoeveel er nu al weer bijgekomen wa ren. Eiken avond als hij thuis l.v-ni van zijn glaasje bier, dan telde nij de vlaggetjesZeven, acht, negen, tien, elf. Waarempel, er was er al w> er een bijgekomen. Ja. ze lieten zich niet ringelooren! Op 'n avondi was het v er en twin tig geweest, en dien, volgenden daw was het nóg vier-en-twintig. Het maximum scheen dus bereikt. En maargoed ook. Want het was een i.eele deun voor mijnheer Van Leeuwen's oude hoof-1, om na een paar glaasjes bier ge bruikt te hebben, den ie' niet kwijt te aken. Van avond bleef het dus a s e.s- teren. Hij stopte voor het twintigste huis, stak den sleutel m liet. slof, en ging voorzichtig naar bjvm, en zijn vrouw niet wakketr te maken. Zoo, hier was de porte-raao eau. Even zijn schoenen uittrekken. Hè, wat piepte die tochtdeur. Hoe dikwijls had hij nu toch al niet legen I>- "3 ge zegd, dat zij wat olie in de scharnie ren zou doen. 't Was zoo lastig 's avonds met het thuiskomen. Binnen sloeg de klok twaalf uur. Nou die was óók voor, dat was maar gekheid! Zoo laat kón het nog niet zijnr Gek, dat dat ding op één avond, zóó voor kon komen. Hij had het nog gelijk gezet, toen hij heenging, 't Was donker in de huiskamer. Hij keek even naar binnen of alles in orde was, de lamp uit, enz. Allright! Toen sloop hij stil op kousen-voeten naar boven. Hè, 'twas of hij gefluister hoorde op het portaal. Hij nam een nachtlampje dat klaar stond; een nieuwe zorg zaamheid van zijn vrouw klaarblijke lijk, waarvoor hij haai- morgen eens ferm pakken zou en liep die slaap kamer op. Gut. gut, wat sliep diat menscli. je hoordle letterlijk geen zuchtje; 't was doodstil in de kamer. „Slaap je al ouwe", zei hij met goe dige grom-stem aldus beproevend of zij werkelijk sliep of maar zoo deed. Maar meteen bleef hij sprakeloos staan, zijn vest half losgeknoopt. Want uit het ledikant klonk een vereeniging van twee ontzettingsgeluiden, één ake lig noodgeluid', en twee verschrikte oudè-dameshoofden vertoonden zich eenige oogenblikken in wilden angst boven de zee van dekens, om een. oo genblik later bij het zien van mijnheer van Leeuwen, doodelijk ontsteld weer onder te duiken. Hij werd zoo bleek als een doek en kon geen woord' uitbrengen. Hij deed een stap naar het bed in smeekende, verzoekende houding om nadere uit legging te geven, en opheldering te vragen, maar het geschreeuw verdub belde met zoo'n kracht dat de moed hem ontzonk, en hij zich geheel krach teloos liet neervallen op een stoel. Nieuwe ontzetting, want de kat, die er ineengerold lag te slapen, sprong met een pijnlijken schreeuw, blazend en sissend op, het huis door, naar be neden. ..Moord, moord!" schreeuwde de ou de dames om het hardst. ,,Help, help!" De hulp kwam. Reeds na de eerste kreten was het in de naburige kamers nu ziet men het voordeel van een- steens-muurtjes rumoerig gewor den, en juist toen het duo „Moord, moord", met de variatie „Ilelp, help!" op het schoonst klonk, drong een ge pensioneerd kapitein, benevens een onderwijzer, tevens lid van de Veree niging tot eerste hulp bij ongelukken, met gebruikmaking hunner gewone sleutels, het huis binnen, en sleurden weldra den heer Van Leeuwen, niet tegenstaande zijn dringende vertoo- gen, naai" beneden. waar zij hem met zijn eigen bretels vast bonden. Gelukkig gaf het woord „politie" hem zijn stem terug: de eene schrik is soms goed om den anderen te verdrij ven, Hakkelend en stotterend van de zenuwen, ontkende hij eenige slechte bedoeling te hebben gehad. Na een half uur kreeg hij zijn vrijheid weer, d. w. z. mevrouw v. Leeuwen het goede mensch kreeg ook een döodr schrik op het lijf werd midden in, den nacht opgescheld, om te verkla ren dat haar man haar man was. Toen eerst lieten zij hem loopen. Hoe het kwam? No. 18 en no. 19 hadden eerst bedankt, maar waren daar later op terug gekomen, en er waren een no. 25 en 26 bijgekomen. Wie er echter nog meer mocht blij ven, mijnheer Van Leeuwen niet. Hij hoefde wel is waar niet terecht te staan wegens diefstal, inbraak en moord met voorbedachten rade, maai- heelemaal wilde de straat hem toch niet rehabi- liteeren. Men fluisterde wat over bier! Maar natuurlijk, bij zijne vrienden, heet het dat hij verhuizen ging omdat de huur verhoogd werd; en als je er soms een mocht ontmoeten laat hem dan maar in dien waan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6