SCHAAKSPEL
,l <-
Prijsraadsel.
vermogen een zeer ongunstigen invloed
heeft. De volgende opmerkingen zijn
o.a. aan de beschouwingen van boven
bedoelden geneesheer ontleend.
Vóór alles moet de slaapkamer goed
gelucht, niet te warm, maar ook niet
te koud zijn. Talrijk zijn de voorstan
ders der theorie: hoe kouder slaapka
mer, hoe gezonder. Dat is absoluut on
juist. De temperatuur der slaapkamer
moet in den winter ongeveer 1215 Cel
sius bedragen. Verder moet de kamer
wat ook dikwijls wordt vergeten
geheel donker zijn. Koude wasschin-
gen voor men te bed gaat. vermoeien
de lichaamsoefeningen, om behoefte
aan rust te krijgen, moeten, evenzeer
als het slapen met open ramen, worden
vermeden. Behalve dat de slaap bij
open venster door straatrumoer e. d.
g. wordt gestoord, is ook de snelle wis
seling van temperatuur, waaraan men
bij open raam vaak is blootgesteld, na-
deelig. terwijl koude wasschingen en
gymnastische oefeningen te veel van
het hart en het zenuwstelsel vorderen.
Deze beide laatste moeten geheel' kalm
zijn, wanneer men gaat slapen.
Ook ten opzichte van het eten des
avonds geeft deze geneesheer wenken.
Er zijn volgens hem evengoed men-
schen die niet kunnen slapen omdat zij
*s avonds te weinig, als dat er zijn,
wier nachtrust wordt verstoord omdat
deer vertrek voor die keizerlijke prin
sen. Ook een derde hal heeft een troon
in het midden, de kamers rechts en
links er van worden bewoond door de
keizerin-regentes. De keizer heeft zijn
intrek in drie kamers ten oosten van
de tweede hal, achter deze liggen drie
kamers van de keizerin. De kroonprins
heeft drie kamers ten westen van de
derde hal. Alle kamers worden met
Europeesche veiligheidslampen en
kaarsen verlicht.
De keizerin-regentes heeft 6edert
haar aankomst te Sin-gan last van
maag-katarrh, een gevolg van het kli
maat. Zij kan 's nachts niet slapen en
laat zich door bedienden op haar rug
kloppen. De keizer is flinker en gezon
der dan te Peking. Hij speelt dikwijls
met de bedienden en lacht evenals vroe
ger, maar het komt ook wel voor dat
hij ontstemd is en dan zijn kwade
luim tegen de bedienden botviert. Van
den cijns, die uit alle provincies in
komt, laat de keizerin-weduwe nauw
keurig boek houden. Zij geeft er veel
van weg aan de ambtenaren. „Vreug
de en smart strijden in haar als zij al
deze dingen ziet. De keizer schreit
slechts als hij ze bekijkt".Als d!e keizer
in het park wil gaan wandelen en ie
mand plotseling ergens opduikt, ver
bergt de keizer zich dikwijls achter de
deur of gaat snel naar zijn kamers
het ontwaken na eenige uren slapen
dat men 's avonds te weinig heeft ge
geten. Hef beste middel, wanneer dit
uit gebrek aan eetlust komt, is dat
men 's avonds onmiddellijk vóór het
naar bed gaan een glas melk drinkt of
eene andere kleinigheid gebruikt De
argwanend is.
De kosten van de keizerlijke tafel
zijn door den gouverneur Tsin op on
geveer 200 taels gesteld. Te Peking
plachten de bedienden dagelijks een
menu met honderd ganzen aan te bie
den. Te Sin-gan-foe waren in de eer-
slaapwekkende kracht van bier of an- sten ;ijd alleen kippen, visch en een
dere spiritualiën is dikwijls zeer onze- den te krijgen, maar nu de bezendin-
ker: bij geregeld gebruik missen deze gen uit de provincies zijn aangeko-
hunne uitwerking geheel. men, verschijnen er weer zwaluwnes-
Een eerste vereischte voor een gezon-ten, haaienvinneu en andere delica-
den slaap is ook een goed bed. tessen. op den disch. De keizer eet
graag kool uit Sjantoeng en meestal
weinig vleesch. De keizerin-regentes
Chmeesch liofleven. hee" lietsl meelspijzen. Er komen
maar ongeveer tien gerechten op ta-
Voor de ontvangst van den keizer fel. waarvan de keizer er maar een of
en de keizerin-regentes van China wa
ren te Singan-foe zoowel het nan-joean
het paleis van den gouverneur-gene
raal, als het pei-joean, het jamen van
den gouverneur, ingericht. In beide pa
leizen. waren de muren voor die gele
genheid rood beschilderd. Het hof nam
eerst zijn intrek in het paleis van den
gouverneur-generaal, maar ging later
over naar dat van den gouverneur,
omdat het pei-joean ruimer was. Het
nan-joean werd daarop gemaakt tot
twee eet. Verleden winter dronken de
keizer en de keizerin-regentes gere
geld melk, en hield het hof daarom
zes koeien.
Ons lichaam en onze
gezondheid.
Wat is hoesten, kuchen, niezen,
snurken enz.?
Hoesten wordt veroorzaakt door een
jamen van den gouverneur, maar I plotselinge uitademing na voorafgaan-
hoofddeur, omdat de keizer er vertoefd j de diepe inademing, willekeurig of on-
had, voor altijd gesloten. Voortaan i willekeurig. Hierbij wordon door de
mogen slechts de zijdeuren voor het.hevigheid van den stoot kleine deel-
verkeer dienst doen. j tjes. die zich in de longen bevinden
In het pei-joean, waar het hof nu (slijm) uitgestooten.
is, gaat men in en uit door de rech- Kuchen is licht, willekeurig hoesten,
terpoort. De hoofdpoort en de linker- Niezen is een plotselinge uitademing
poort zijn. evenals de hoofdpoort van i door den neus, terwijl slijm en vreem-
het paleis te Peking, met Spaansche de lichamen naar buiten geslingerd
ruiters versperd. Boven de hoofd- j worden. Hij ontstaat door prikkeling
poort langs een bord met, de woorden: Van het neusslijmvlies; ook kan het
Ilsing-koeng (reis-paleis). Door de
rechterpoort komt men eerst in de
hallen waarin de leden van den Raad
van State, van de zes groote en de ne
gen kleine ministerièn, de gouver
neur, de schatbewaarder en andere
ambtenaren, voor zij in gehoor wor
den ontvangen, antichambreeren. Aan
een gevolg zijn van de inwerking van
zonlicht op gevoelige personen. Gere
geld gebruik van neusprikkels (snui
ven) stompt de neuszenuwen af.
Snuiven is luid en hooraar aden
halen door den neus; snuiten een met
gedruisch doorpersen van krachtige
ademhalingen door den neus ter ver
den ingang staat de keizerlijke lijf- wijdering van vreemde lichamen of van
wacht. Op een roode strook papier slijm; snorken ontstaat bij het ademen
staat waartoe elke afdeeling van het. door geopende mondholte, doordat bij
gebouw dient.. het in- en uitademen de slap neerhan-
De groote hal is verlaten en leeg. gende huig in klinkende trillende bewe-
Links er van is een gebouw voor ge- ging komt. Het geschiedt meestal in
heime audiënties, rechts een ruimte slaap en onwillekeurig, en in zooverre
waarin de ambtenaren zich terugtrek- is het ongezond, dat het mond en keel
ken. Midden in de troonzaal staat een
in zessen gedeeld scherm. Twee vak
ken ervan zijn open. In de opening is
de troon geplaatst, die met gele zijde
overwelfd is. In een tweede hal staat
ook een troon, links daarnaast
ligt de audientie-zaal, rechts een stu-
droog maakt en ziekmakende kiemen
gemakkelijker naar binnen doorlaat.
Men binde de onderkaak op met een
over het hoofd geknoopte doek en in
den regel is men geholpen. Weenen is
door gemoedsaandoening veroorzaakte
korte diepe inademingen en lang ge-
Piet de Smeerpoets.
fHet voornemen bestaat te Frankfort
am Main een gedenkteeken op te rich
ten voor dr. Heinrich Hoffmann, den
7 jaar geleden gestorven schrijver van
„Struwwelpeter" (Piet de Smeerpoets),
het aantrekkelijke en knap behandel
de bekende kinderboek. Reeds Is het
gedenkteeken ontworpen door den
beeldhouwer Petry en wij geven er
hier een afbeelding van. Het vertoont
Hoffmann's buste op een breeden on
derbouw. Aan de voorzijde bevindt
zich een kindergroep, die, op de treden
van het voetstuk zittend, bezig is met
het lezen van „Struwwelpeter". De ou
dere knaap, die al lezen kan, legt zijn
zusje, dat tegen hem leunt, het geleze-
ne uit. Een paar zwaluwen heeft boven
op het voetstuk zijn nest gebouwd
als een zinnebeeld, dat Hoffmann's
werk in bijna ieder huis, waar kinde
ren zijn, een woning gevonden heeft.
De beide zijvlakken zijn getooid resp.
rnet een eike- en een lauwerkrans.
rekte uitademingen onder het storten
van tranen, dikwijls gepaard met kla
gende, ongearticuleerde klankuitingen.
Bij hevig, langdurig weenen ontstaan
stootsgewijze en plotseling optredende
onwillekeurige samentrekkingen van
het middenrif, die het als hikken be
kend inadem'ingsgeruisch veroorzaken.
Lachen is korte, snel opvolgende uit
ademingen door de gespannen stem
banden, onder karakteristieke, onge
articuleerde klanken in het strotten
hoofd met trillende bewegingen vaa
het zachte gehemelte. De mond is dan
meestal geopend en het aangezicht
heeft door spierwerking karakteristie
ke trekken. Geeuwen is een langgerek,
diep, onder langzame medewerking
van vele spieren, plaats vindend in
ademen met wijdgeopenden mond, de
uitademing geschiedt sneller. Soms
kan geeuwen van beteekenis wezen als
teeken van stoornis in de hersens.
zij te veel eten. Heel dikwijls bewijst terug. Daarom denkt men dat hij zeer
Om messen te poetsen.
dient het toestel, dat hierbij is afge
beeld. De behandeling er van is zeer
eenvoudig. Het mes wordt er op zij in
gestoken (lange messen kunnen geheel
door de machine gestoken worden), d?
kruk wordt gedraaid en het mes is aan
beide zijden beter gepoetst, dan het
met de gewone inrichtingen mogelijk
De muis.
Reeds de uitroep al zoo vaak met schrik
gehoord,
„Een muis, een muis, daar ginder in
dien hoek!"
Heeft menig rustig huisvertrek ver
stoord.
Met angst toog 't gansch gezin dan aan
den zoek.
Ik wilde nu in 't kort, U versgewijs
hier bien,
Wat voor paniek een muis vaak gaf te
zien.
Ik neem eerst maar een kamer waar
men huist,
Waar 't warm-gezellig is, de thee
pot lustig zingt,
En waar op eens 't genot, ja wordt ver
gruist,
Daar 'n kleine muis, een elk tot op
staan dwingt.
Men ziet hem niet, kijkt onder stoel en
kasten,
En vader zegt. ik trap hem aanstonds
fijn.
Zoo niet, dan kan hij-zich aan 't spek
der val vergasten.
En is hij morgen, voor immer uit den
pijn.
Dat's één bedrijf, nu de provisiekelder,
Waar Jansje of Keetje of ook mevrouw
ingaat,
En in het daglicht, vaak niet. bijster
helder.
De schrik haar soms om 't teed're harte
slaat!
Bij 't zien van zoo'n klein grijzig dier.
Eet wie 't weet, de spijs niet met plei-
zier.
Maar nu de grutter of vleeschhande-
laar,
Als hier de muis in zakken zit te wroe
ten;
Of bij den laatste zonder 't minst be
zwaar,
De" worst of kaas of spek, het moeten
boeten,
Dan zegt men, 'k neem een kat want 't
is een kruis,
Of zet wat vallen op, strooit gift neer
voor 't gespuis.
Thans zijn wij tot aan 't bed gekomen.
Waarop 'n dienstbare haar rust geniet;
Zij ligt zich neder om gerust te droo-
men,
In het warme bed dat haar de ruste
biedt?
Opeens daar schreeuwt zij: „wat is dat
een muis!
O, help, een muis," men hoort haar
angstig gillen,
Een ander, die het hoort, draaft bij
bij den kreet door 't huis,
En doet zijn best om 't arme kind te
stillen,
Het meisje gaat dien nacht natuurlijk
niet naar bed,
Voor 't beestje is gevlucht, gevangen of
verjaagd,
Zoo'n klein onnoozel dier, geeft dus
niet elkeen pret.
En 't uur der ruste wordt nog wel een
poos vertraagd.
De muis is dus een onpleizierig en ook
lastig dier,
Wijl zij haast overal weet door en in
te komen;
Vooral in dezen tijd hoort men vaak
haar geslier,
Als zij op zolder zijn of in 't behang
sel wonen,
Want werkelijk lezers, een muisje in
dezen tijd,
Die raakt men vaak eerst tegen 't voor
jaar kwijt.
W. NEDERKOORN.
Haarlem, 22 November 1901.
Van alle tijden.
Voor alle tijden.
Wam/t ..teedieirhieidj" is „sterkte'
geen veirweeking. Er behoort
groote zielskracht toe. om tegen den
ruwen, hardleni. wreeden ganig van
het leven dier menschen rond'om
sterk te blijven in teederheid, liefe
lijkheid en zin voor het schoone,
goede, edele en verhevene.
Het is in die wereld veel gemak
kelijker een slecht en hard mensch
te zijn. d'an een goed en fijngevoe
lig. De laatste vindt niet zoo heel
spoedlig gelijken; de eerste ontmoet
bijna niet anders en heeft geenerlei
vrees voor eenzaamheid'.
BEUKENBLAREN.
Hel steenrood beukenblad dekt glad
de wegen,
Waar Links en rechts geschaard
staan, als een muur
Van vlammen nog die boomen 't
laatste vuur
Drupt van ze dwarr'lend neder
vonkenregen.
Al 't verre wazig peinst. Dicht
denn'groen tegen
De "kimme zwart. Met zon: in 't
laag gegluur,
Voelt koudl die. wind in al dat roode,
en guur
Blijft toch zoo'n najaarslucht vol
ross'ge vegen...
En door den gloed' en 't kille almaar
zaait
De bries zijn roode vonken vonk'
én cinter...
't Is zomer, d;ie zoo sterft den
vlam men dood...
En 'k slof dbor die bladers; 'lc vul
met rood,
Met kleur mijn kleumend' wezen,
dat de winter
Niet te gemakkelijk ddov', wat fel
daar' laait.
J. H. rle Veer in „Hoofd en Hart".
Uit den Moppentrommel.
Mijnheer Witdas heeft een neef in
Londen wonen.
Toen dezer dagen een beroep werd
gedaan op jongelieden om vrijwillig
naar Zuid-Afrika te vertrekken, vroeg
hij het woord en hield een plechtstati
ge rede en met veel pathos besloot hij
deze aldus:
„Mannen omgordt u allen met de
wapenen en omhang u met. khaki en
snelt naar Zuid-Afrika, want bedenkt
wel de verheven woorden des dichters
„Het is zoet voor het vaderland te ster
ven" het is
Iemand trok hier den plechtigen re
denaar bij zijn jas.
Maar waarom geef je zelf niet het
voorbeeld, meneer Witdas?
De dokter, meneer, antwoordde
Witdas, zonder zijn verheven houding
engebaren te laten varen, heeft mij ten
strengste verboden in welken vorm
ook mij te buiten te gaan aan zoe
tigheden.
EEN PRACTISCHE RAAD VAN
NURKS.
Nurks schreef aan zijn neef, die bur
gemeester van een klein stadje was
geworden:
Willem
Ik ben gisteren bij je geweest na
tuurlijk was je er niet, maar enfin,
dat is de jeugd tegenwoordig! overal,
maar niet waar ze lehoort. 1-k heb een
half uur in je nest rondgewandeld om
op den trein te wachten en heb me een
eeuw verveeld in je plantsoen wat
heb je daar bespottelijke opschriften
staan? Zijn die van jou? Dan kan ik
je geen compliment maken. Neem m'n
raad -aan en ruk die dingen uit den
grond en zet één afdoend en alles zeg
gend bord in de plaats. Je zal wel zoo
eigenzinnig zijn het- niet te doen
maar in ieder geval wil ik je toch mee-
deelen, wat op zoo'n bord behoort te
staan, zoodat ieder weet wat hij op
zoo'n wandelplaats doen en laten mag.
Hier is het:
Het is geoorloofd in dit plantsoen:
Te ademen.
Te gaan.
Op banken te zitten.
Te spreken.
Te zwijgen.
Al het andere is op 10 gulden boete
of acht dagen gevangenisstraf verbo
den.
Maak van dit van gezond verstand
getuigend idéé een bescheiden gebruik
en laat mijn naam er buiten. Je oom,
NURKS.
De aspiratiën van kleine jongens
loopen nog al eens uiteen, maar ko
men toch ongeveer hierop neer, dat ze
gaarne een zeeroover, een Afrika-rei-
ziger of een generaal willen worden.
Over dit onderwerp werd onlangs in
een gezelschap gesproken en een der
aanwezigen, een fat, zei dat hij als
kleine jongen nooit die hooge aspira
tie had gehad. Verbeeld je, sprak hij,
ik wilde absoluut clown worden.
Wel, riep een ander scherp
daar heb je nu eens eindelijk een geval
dat iemand wordt, wat hij als kind
heeft gedroomd.
Eerst landloopsr (op den weg). Waar
om ga je die hoeve niet binnen? O,
die hond? die zal je niets doen! Zie
eens hoe hij met zijn staart kwispelt-
Tweede landlooper: Dat zie ik,
maar brommen doet-ie ook. Ik weet
niet welk eind van den hond ik geloo-
ven moet.
Grootvader, sprak kleine Jan, met
een onderzoekenden blik het kale
hoofd van zijn voorzaat opnemend,
mag ik u eens een vraag doen?
Zeker, m'n lieve Jan!
Kamt u uw haar met een s^'eer-
mesV
Vreemdeling: Agent, ik hoor dat
ïner de mazelen zoo veel verwoesting
hebben aangericht.
Ja, meneer maar onze hoofd
agent heeft ze te pakken gekregen.
Heb je ooit gelachen, Willem, tot
je de tranen in de oogen kwamen?
Ja, van morgen nog.
Waarom?
-' Wel, pa trapte met zijn blooten
voet in een spijker en ik lachte; pa zag
me lachen en toen schreide ik.
LANG.
Waarom zijn de mannen eer kaal
dan de vrouwen, vader?
Omdat de mannen hun haar niet
zoo lang dragen.
Johanna: Henri vertelt overal dat
je je gewicht in goud waard zijt.
Betsy: Die gekke jongen! Aan wie
vertelt hij het?
Johanna: Aan zijn schuldeischers.
IN ONZE DAGEN!
Ik hoor dat je je zoon in eigen za
ken gezet hebt. Hoe maakt liïj het?
Uitstekend! Hij is nu al twee
maanden aan den gang en hij is nog
niet gefailleerd.
Secure chef. Meneer Gritsen,
waarom heb je in het laatste woord
van je rapport gisteren geen puntje
op de „i" gezet?
Klerk. Het sloec juist vier uur. me
neer. toen ik de i had gezet en ik
wenschte niet over mijn tijd te werken.
De al te secure chef voelde den
steek en kreeg een kleur.
Een kever, zei de meester kan
twintigmaal zijn eigen gewicht trek
ken. Hebt. ge nog meer voorbeelden
van die kracht in de natuur? Niemand
ah- ik dacht het al. Pietje zal jullie
weer allen beschamen, zeg jij het maar,
kereltje.
Ee:: mosterdpieister, meneer!
Weet je zeker, dat jij en mama
aan mij dacht, toen je op reis waart?
Ja, den eersten dag al. Wij hoor
den in het hotel iemand een afgera-
zend standje maken aan de ontbijt
tafel en mama zei: „Die is net als je
pa."
EEN VERRASSENDE WENDING.
Heer (tot den eigenaar van een res
tauratie). Ouwe zaak hier, niet waar?
O ja, meneer!
Altijd aan je familie behoort?
Ja, meneer, zoo goed als van de
oprichting af. De zaak behoorde reeds
aan mijn overgrootvader.
Heer (zoetsappig)). Was dit kui
ken ook al van hem?
Toen ik 20 jaar werd heb ik mijn
moeder moeten belooven. dat ik nooit
zou trouwen tot ik het rechte meisje
gevonden had.
Werkelijk, riep juffrouw Lisa uit.
Ja e-en gij-gij zijt het rechte
meisje.
Hoe jammer! hernam Lisa. dat
gij de verkeerde jongen zijt.
Geef je je man goed sterk voed
sel, vrouw?
Ja, dokter, zeer sterk, de tranen
komen er hem van in de oogen.
Uien, tweemaal per dag. Ik geloof,
dat dat sterk genoeg is.
Linkdam (die een goedkoop advies
hoopt te verkrijgen). Ik kom udat
kleine rekeningetje betalen, dokter
maar ik heb weer leelijke pijn in
het hoofd, wat raadt u me aan te doen?
Dokter (het geld in zijn vestzakje
stekend). Me achter mekaar te komen
raadplegen.
Door den gloed zijner rede zelf
warm geworden, riep verleden week
een Duitsch professor uit:
...„Daar is noch man, noch vrouw,
noch kind in deze stad, die toen zij
vijftig jaren waren geworden
de waarheid van wat ik zeg niet door
hun brein hebben hooren donderen al
eeuwen lang!"
Mijn lieve nran hier is-ie
Wat?
M'n nieuwe winterhoed, M tui
den!
Groote goden? En je zei dat m
hoeden hadden dit jaar van af c«ts gul
den en hooger.
Juist, lieveling. Dit is een van
„hoogere".
Papa had juist zijn jongste ©ver de
knie gelegd, geheel gereed on hers
een flink pak voor de broek te geven,
toen eensklaps de deur open ging en
een bezoeker zich zelf onaangediend
aanmeldde.
Het bedoelde opvoedingsprocea werd
tijdelijk geschorst.
Toen na het onderhoud de bezeekei
was vertrokken, tikte de rader zich
voor het voorhoofd en vroeg aan zijn
veelbelovende spruit, die in e«n hoek
gekropen was:
Hm! Hermannetje, waar hadden
we het straks ook weer over?
In een school moest er eea opstel
over jongens gemaakt worden en een
der kleine meisjes schreef:
„Als ik wat te zeggen had. dan
moesten de helft van de jongens op
de wereld meisjes en de ander© helft
poppen zijn."
Wat hebben we nou aan de hand,
riep verontwaardigd de heer P. tegen
zijn steenkolenleverancier uit. Gij
hebt me zelf verzekerd dat deze kolen
voordeelig stoken. Wel ze branden
heelemaal niet!
Maar, meneer, wat kun j« voor-
deeliger hebben dan dat?
Maria (pas geëngageerd, naar een
complimentje visschend). Ik begrijp
maar niet wat hij in me zag om op
me te verlieven.
Clara: Dat zegt iedereen. Maar de
mannen zijn zulke wonderlijke echep-
sels.
Sergeant (tot een der recruten, die
hem per ongeluk op zijn voet trapt).
Kerel, je mag, neen je moet in m'n
voetstappen treden, wil je een flink,
kranig, nuttig belangrijk soldaat wor
den maar je moet wachten tot ik
er uit ben!
Kleine Jet: Och, ja, laat ons sa
men „getrouwde menschen" spelen.
Tommy. Dat kan niet. Ma heeft
gezegd, dat we heel stil moesten zijn.
Schrijft hij je geregeld nu je ver
loofd bent?
Neen somtijds krijg ik maar één
brief per dag.
PROBLEEM No. 29
Zwart.
Wit speelt en geeft in twee
zetten mat.
Oplossingen worden vóór 9 Dec.
ingewacht aan het adres van den
redacteur dezer rubriek, Jhr. A. E.
VAN FOREEST, Atjehstraat 134 te
's-Gravenhage.
Oplossing van Probleem No. 27.
1 Dal, Kg22 Re4
Rg2 2 Ddl
Pc2: of Pbl, 2 Da8 4*
anders, 2 Dfl
Goede oplossingen ontvangen van
A. v. V. en W. v. B. Jr., ie Haarlem.
De oplossing van ons vorig prijsraad
sel was FRANKRIJK; onderdeden:
kar, fijn, en de letters R. en K.
Ingekomen zijn 286 goede oplossin
gen. De prijs viel ten deel aan A. K.
P. VRING, Teylerstraat 35, alhier.
Ons nieuwe prijsraadsel luidt als
volgt:
Het geheel is een plein in onze stad
en bestaat uit 10 letters.
10, 5, 7, 6 is een rijtuig voor iedereen.
Als er in de schoorsteen 8. 2, 4, 3 zit,
brandt de kachel niet goed.
1, 4, 8, 9 is een boom met fraaie bast.
Als prijs loven wij uit:
EEN BOEK.