SCHAAKSPEL ,l <- Prijsraadsel. vermogen een zeer ongunstigen invloed heeft. De volgende opmerkingen zijn o.a. aan de beschouwingen van boven bedoelden geneesheer ontleend. Vóór alles moet de slaapkamer goed gelucht, niet te warm, maar ook niet te koud zijn. Talrijk zijn de voorstan ders der theorie: hoe kouder slaapka mer, hoe gezonder. Dat is absoluut on juist. De temperatuur der slaapkamer moet in den winter ongeveer 1215 Cel sius bedragen. Verder moet de kamer wat ook dikwijls wordt vergeten geheel donker zijn. Koude wasschin- gen voor men te bed gaat. vermoeien de lichaamsoefeningen, om behoefte aan rust te krijgen, moeten, evenzeer als het slapen met open ramen, worden vermeden. Behalve dat de slaap bij open venster door straatrumoer e. d. g. wordt gestoord, is ook de snelle wis seling van temperatuur, waaraan men bij open raam vaak is blootgesteld, na- deelig. terwijl koude wasschingen en gymnastische oefeningen te veel van het hart en het zenuwstelsel vorderen. Deze beide laatste moeten geheel' kalm zijn, wanneer men gaat slapen. Ook ten opzichte van het eten des avonds geeft deze geneesheer wenken. Er zijn volgens hem evengoed men- schen die niet kunnen slapen omdat zij *s avonds te weinig, als dat er zijn, wier nachtrust wordt verstoord omdat deer vertrek voor die keizerlijke prin sen. Ook een derde hal heeft een troon in het midden, de kamers rechts en links er van worden bewoond door de keizerin-regentes. De keizer heeft zijn intrek in drie kamers ten oosten van de tweede hal, achter deze liggen drie kamers van de keizerin. De kroonprins heeft drie kamers ten westen van de derde hal. Alle kamers worden met Europeesche veiligheidslampen en kaarsen verlicht. De keizerin-regentes heeft 6edert haar aankomst te Sin-gan last van maag-katarrh, een gevolg van het kli maat. Zij kan 's nachts niet slapen en laat zich door bedienden op haar rug kloppen. De keizer is flinker en gezon der dan te Peking. Hij speelt dikwijls met de bedienden en lacht evenals vroe ger, maar het komt ook wel voor dat hij ontstemd is en dan zijn kwade luim tegen de bedienden botviert. Van den cijns, die uit alle provincies in komt, laat de keizerin-weduwe nauw keurig boek houden. Zij geeft er veel van weg aan de ambtenaren. „Vreug de en smart strijden in haar als zij al deze dingen ziet. De keizer schreit slechts als hij ze bekijkt".Als d!e keizer in het park wil gaan wandelen en ie mand plotseling ergens opduikt, ver bergt de keizer zich dikwijls achter de deur of gaat snel naar zijn kamers het ontwaken na eenige uren slapen dat men 's avonds te weinig heeft ge geten. Hef beste middel, wanneer dit uit gebrek aan eetlust komt, is dat men 's avonds onmiddellijk vóór het naar bed gaan een glas melk drinkt of eene andere kleinigheid gebruikt De argwanend is. De kosten van de keizerlijke tafel zijn door den gouverneur Tsin op on geveer 200 taels gesteld. Te Peking plachten de bedienden dagelijks een menu met honderd ganzen aan te bie den. Te Sin-gan-foe waren in de eer- slaapwekkende kracht van bier of an- sten ;ijd alleen kippen, visch en een dere spiritualiën is dikwijls zeer onze- den te krijgen, maar nu de bezendin- ker: bij geregeld gebruik missen deze gen uit de provincies zijn aangeko- hunne uitwerking geheel. men, verschijnen er weer zwaluwnes- Een eerste vereischte voor een gezon-ten, haaienvinneu en andere delica- den slaap is ook een goed bed. tessen. op den disch. De keizer eet graag kool uit Sjantoeng en meestal weinig vleesch. De keizerin-regentes Chmeesch liofleven. hee" lietsl meelspijzen. Er komen maar ongeveer tien gerechten op ta- Voor de ontvangst van den keizer fel. waarvan de keizer er maar een of en de keizerin-regentes van China wa ren te Singan-foe zoowel het nan-joean het paleis van den gouverneur-gene raal, als het pei-joean, het jamen van den gouverneur, ingericht. In beide pa leizen. waren de muren voor die gele genheid rood beschilderd. Het hof nam eerst zijn intrek in het paleis van den gouverneur-generaal, maar ging later over naar dat van den gouverneur, omdat het pei-joean ruimer was. Het nan-joean werd daarop gemaakt tot twee eet. Verleden winter dronken de keizer en de keizerin-regentes gere geld melk, en hield het hof daarom zes koeien. Ons lichaam en onze gezondheid. Wat is hoesten, kuchen, niezen, snurken enz.? Hoesten wordt veroorzaakt door een jamen van den gouverneur, maar I plotselinge uitademing na voorafgaan- hoofddeur, omdat de keizer er vertoefd j de diepe inademing, willekeurig of on- had, voor altijd gesloten. Voortaan i willekeurig. Hierbij wordon door de mogen slechts de zijdeuren voor het.hevigheid van den stoot kleine deel- verkeer dienst doen. j tjes. die zich in de longen bevinden In het pei-joean, waar het hof nu (slijm) uitgestooten. is, gaat men in en uit door de rech- Kuchen is licht, willekeurig hoesten, terpoort. De hoofdpoort en de linker- Niezen is een plotselinge uitademing poort zijn. evenals de hoofdpoort van i door den neus, terwijl slijm en vreem- het paleis te Peking, met Spaansche de lichamen naar buiten geslingerd ruiters versperd. Boven de hoofd- j worden. Hij ontstaat door prikkeling poort langs een bord met, de woorden: Van het neusslijmvlies; ook kan het Ilsing-koeng (reis-paleis). Door de rechterpoort komt men eerst in de hallen waarin de leden van den Raad van State, van de zes groote en de ne gen kleine ministerièn, de gouver neur, de schatbewaarder en andere ambtenaren, voor zij in gehoor wor den ontvangen, antichambreeren. Aan een gevolg zijn van de inwerking van zonlicht op gevoelige personen. Gere geld gebruik van neusprikkels (snui ven) stompt de neuszenuwen af. Snuiven is luid en hooraar aden halen door den neus; snuiten een met gedruisch doorpersen van krachtige ademhalingen door den neus ter ver den ingang staat de keizerlijke lijf- wijdering van vreemde lichamen of van wacht. Op een roode strook papier slijm; snorken ontstaat bij het ademen staat waartoe elke afdeeling van het. door geopende mondholte, doordat bij gebouw dient.. het in- en uitademen de slap neerhan- De groote hal is verlaten en leeg. gende huig in klinkende trillende bewe- Links er van is een gebouw voor ge- ging komt. Het geschiedt meestal in heime audiënties, rechts een ruimte slaap en onwillekeurig, en in zooverre waarin de ambtenaren zich terugtrek- is het ongezond, dat het mond en keel ken. Midden in de troonzaal staat een in zessen gedeeld scherm. Twee vak ken ervan zijn open. In de opening is de troon geplaatst, die met gele zijde overwelfd is. In een tweede hal staat ook een troon, links daarnaast ligt de audientie-zaal, rechts een stu- droog maakt en ziekmakende kiemen gemakkelijker naar binnen doorlaat. Men binde de onderkaak op met een over het hoofd geknoopte doek en in den regel is men geholpen. Weenen is door gemoedsaandoening veroorzaakte korte diepe inademingen en lang ge- Piet de Smeerpoets. fHet voornemen bestaat te Frankfort am Main een gedenkteeken op te rich ten voor dr. Heinrich Hoffmann, den 7 jaar geleden gestorven schrijver van „Struwwelpeter" (Piet de Smeerpoets), het aantrekkelijke en knap behandel de bekende kinderboek. Reeds Is het gedenkteeken ontworpen door den beeldhouwer Petry en wij geven er hier een afbeelding van. Het vertoont Hoffmann's buste op een breeden on derbouw. Aan de voorzijde bevindt zich een kindergroep, die, op de treden van het voetstuk zittend, bezig is met het lezen van „Struwwelpeter". De ou dere knaap, die al lezen kan, legt zijn zusje, dat tegen hem leunt, het geleze- ne uit. Een paar zwaluwen heeft boven op het voetstuk zijn nest gebouwd als een zinnebeeld, dat Hoffmann's werk in bijna ieder huis, waar kinde ren zijn, een woning gevonden heeft. De beide zijvlakken zijn getooid resp. rnet een eike- en een lauwerkrans. rekte uitademingen onder het storten van tranen, dikwijls gepaard met kla gende, ongearticuleerde klankuitingen. Bij hevig, langdurig weenen ontstaan stootsgewijze en plotseling optredende onwillekeurige samentrekkingen van het middenrif, die het als hikken be kend inadem'ingsgeruisch veroorzaken. Lachen is korte, snel opvolgende uit ademingen door de gespannen stem banden, onder karakteristieke, onge articuleerde klanken in het strotten hoofd met trillende bewegingen vaa het zachte gehemelte. De mond is dan meestal geopend en het aangezicht heeft door spierwerking karakteristie ke trekken. Geeuwen is een langgerek, diep, onder langzame medewerking van vele spieren, plaats vindend in ademen met wijdgeopenden mond, de uitademing geschiedt sneller. Soms kan geeuwen van beteekenis wezen als teeken van stoornis in de hersens. zij te veel eten. Heel dikwijls bewijst terug. Daarom denkt men dat hij zeer Om messen te poetsen. dient het toestel, dat hierbij is afge beeld. De behandeling er van is zeer eenvoudig. Het mes wordt er op zij in gestoken (lange messen kunnen geheel door de machine gestoken worden), d? kruk wordt gedraaid en het mes is aan beide zijden beter gepoetst, dan het met de gewone inrichtingen mogelijk De muis. Reeds de uitroep al zoo vaak met schrik gehoord, „Een muis, een muis, daar ginder in dien hoek!" Heeft menig rustig huisvertrek ver stoord. Met angst toog 't gansch gezin dan aan den zoek. Ik wilde nu in 't kort, U versgewijs hier bien, Wat voor paniek een muis vaak gaf te zien. Ik neem eerst maar een kamer waar men huist, Waar 't warm-gezellig is, de thee pot lustig zingt, En waar op eens 't genot, ja wordt ver gruist, Daar 'n kleine muis, een elk tot op staan dwingt. Men ziet hem niet, kijkt onder stoel en kasten, En vader zegt. ik trap hem aanstonds fijn. Zoo niet, dan kan hij-zich aan 't spek der val vergasten. En is hij morgen, voor immer uit den pijn. Dat's één bedrijf, nu de provisiekelder, Waar Jansje of Keetje of ook mevrouw ingaat, En in het daglicht, vaak niet. bijster helder. De schrik haar soms om 't teed're harte slaat! Bij 't zien van zoo'n klein grijzig dier. Eet wie 't weet, de spijs niet met plei- zier. Maar nu de grutter of vleeschhande- laar, Als hier de muis in zakken zit te wroe ten; Of bij den laatste zonder 't minst be zwaar, De" worst of kaas of spek, het moeten boeten, Dan zegt men, 'k neem een kat want 't is een kruis, Of zet wat vallen op, strooit gift neer voor 't gespuis. Thans zijn wij tot aan 't bed gekomen. Waarop 'n dienstbare haar rust geniet; Zij ligt zich neder om gerust te droo- men, In het warme bed dat haar de ruste biedt? Opeens daar schreeuwt zij: „wat is dat een muis! O, help, een muis," men hoort haar angstig gillen, Een ander, die het hoort, draaft bij bij den kreet door 't huis, En doet zijn best om 't arme kind te stillen, Het meisje gaat dien nacht natuurlijk niet naar bed, Voor 't beestje is gevlucht, gevangen of verjaagd, Zoo'n klein onnoozel dier, geeft dus niet elkeen pret. En 't uur der ruste wordt nog wel een poos vertraagd. De muis is dus een onpleizierig en ook lastig dier, Wijl zij haast overal weet door en in te komen; Vooral in dezen tijd hoort men vaak haar geslier, Als zij op zolder zijn of in 't behang sel wonen, Want werkelijk lezers, een muisje in dezen tijd, Die raakt men vaak eerst tegen 't voor jaar kwijt. W. NEDERKOORN. Haarlem, 22 November 1901. Van alle tijden. Voor alle tijden. Wam/t ..teedieirhieidj" is „sterkte' geen veirweeking. Er behoort groote zielskracht toe. om tegen den ruwen, hardleni. wreeden ganig van het leven dier menschen rond'om sterk te blijven in teederheid, liefe lijkheid en zin voor het schoone, goede, edele en verhevene. Het is in die wereld veel gemak kelijker een slecht en hard mensch te zijn. d'an een goed en fijngevoe lig. De laatste vindt niet zoo heel spoedlig gelijken; de eerste ontmoet bijna niet anders en heeft geenerlei vrees voor eenzaamheid'. BEUKENBLAREN. Hel steenrood beukenblad dekt glad de wegen, Waar Links en rechts geschaard staan, als een muur Van vlammen nog die boomen 't laatste vuur Drupt van ze dwarr'lend neder vonkenregen. Al 't verre wazig peinst. Dicht denn'groen tegen De "kimme zwart. Met zon: in 't laag gegluur, Voelt koudl die. wind in al dat roode, en guur Blijft toch zoo'n najaarslucht vol ross'ge vegen... En door den gloed' en 't kille almaar zaait De bries zijn roode vonken vonk' én cinter... 't Is zomer, d;ie zoo sterft den vlam men dood... En 'k slof dbor die bladers; 'lc vul met rood, Met kleur mijn kleumend' wezen, dat de winter Niet te gemakkelijk ddov', wat fel daar' laait. J. H. rle Veer in „Hoofd en Hart". Uit den Moppentrommel. Mijnheer Witdas heeft een neef in Londen wonen. Toen dezer dagen een beroep werd gedaan op jongelieden om vrijwillig naar Zuid-Afrika te vertrekken, vroeg hij het woord en hield een plechtstati ge rede en met veel pathos besloot hij deze aldus: „Mannen omgordt u allen met de wapenen en omhang u met. khaki en snelt naar Zuid-Afrika, want bedenkt wel de verheven woorden des dichters „Het is zoet voor het vaderland te ster ven" het is Iemand trok hier den plechtigen re denaar bij zijn jas. Maar waarom geef je zelf niet het voorbeeld, meneer Witdas? De dokter, meneer, antwoordde Witdas, zonder zijn verheven houding engebaren te laten varen, heeft mij ten strengste verboden in welken vorm ook mij te buiten te gaan aan zoe tigheden. EEN PRACTISCHE RAAD VAN NURKS. Nurks schreef aan zijn neef, die bur gemeester van een klein stadje was geworden: Willem Ik ben gisteren bij je geweest na tuurlijk was je er niet, maar enfin, dat is de jeugd tegenwoordig! overal, maar niet waar ze lehoort. 1-k heb een half uur in je nest rondgewandeld om op den trein te wachten en heb me een eeuw verveeld in je plantsoen wat heb je daar bespottelijke opschriften staan? Zijn die van jou? Dan kan ik je geen compliment maken. Neem m'n raad -aan en ruk die dingen uit den grond en zet één afdoend en alles zeg gend bord in de plaats. Je zal wel zoo eigenzinnig zijn het- niet te doen maar in ieder geval wil ik je toch mee- deelen, wat op zoo'n bord behoort te staan, zoodat ieder weet wat hij op zoo'n wandelplaats doen en laten mag. Hier is het: Het is geoorloofd in dit plantsoen: Te ademen. Te gaan. Op banken te zitten. Te spreken. Te zwijgen. Al het andere is op 10 gulden boete of acht dagen gevangenisstraf verbo den. Maak van dit van gezond verstand getuigend idéé een bescheiden gebruik en laat mijn naam er buiten. Je oom, NURKS. De aspiratiën van kleine jongens loopen nog al eens uiteen, maar ko men toch ongeveer hierop neer, dat ze gaarne een zeeroover, een Afrika-rei- ziger of een generaal willen worden. Over dit onderwerp werd onlangs in een gezelschap gesproken en een der aanwezigen, een fat, zei dat hij als kleine jongen nooit die hooge aspira tie had gehad. Verbeeld je, sprak hij, ik wilde absoluut clown worden. Wel, riep een ander scherp daar heb je nu eens eindelijk een geval dat iemand wordt, wat hij als kind heeft gedroomd. Eerst landloopsr (op den weg). Waar om ga je die hoeve niet binnen? O, die hond? die zal je niets doen! Zie eens hoe hij met zijn staart kwispelt- Tweede landlooper: Dat zie ik, maar brommen doet-ie ook. Ik weet niet welk eind van den hond ik geloo- ven moet. Grootvader, sprak kleine Jan, met een onderzoekenden blik het kale hoofd van zijn voorzaat opnemend, mag ik u eens een vraag doen? Zeker, m'n lieve Jan! Kamt u uw haar met een s^'eer- mesV Vreemdeling: Agent, ik hoor dat ïner de mazelen zoo veel verwoesting hebben aangericht. Ja, meneer maar onze hoofd agent heeft ze te pakken gekregen. Heb je ooit gelachen, Willem, tot je de tranen in de oogen kwamen? Ja, van morgen nog. Waarom? -' Wel, pa trapte met zijn blooten voet in een spijker en ik lachte; pa zag me lachen en toen schreide ik. LANG. Waarom zijn de mannen eer kaal dan de vrouwen, vader? Omdat de mannen hun haar niet zoo lang dragen. Johanna: Henri vertelt overal dat je je gewicht in goud waard zijt. Betsy: Die gekke jongen! Aan wie vertelt hij het? Johanna: Aan zijn schuldeischers. IN ONZE DAGEN! Ik hoor dat je je zoon in eigen za ken gezet hebt. Hoe maakt liïj het? Uitstekend! Hij is nu al twee maanden aan den gang en hij is nog niet gefailleerd. Secure chef. Meneer Gritsen, waarom heb je in het laatste woord van je rapport gisteren geen puntje op de „i" gezet? Klerk. Het sloec juist vier uur. me neer. toen ik de i had gezet en ik wenschte niet over mijn tijd te werken. De al te secure chef voelde den steek en kreeg een kleur. Een kever, zei de meester kan twintigmaal zijn eigen gewicht trek ken. Hebt. ge nog meer voorbeelden van die kracht in de natuur? Niemand ah- ik dacht het al. Pietje zal jullie weer allen beschamen, zeg jij het maar, kereltje. Ee:: mosterdpieister, meneer! Weet je zeker, dat jij en mama aan mij dacht, toen je op reis waart? Ja, den eersten dag al. Wij hoor den in het hotel iemand een afgera- zend standje maken aan de ontbijt tafel en mama zei: „Die is net als je pa." EEN VERRASSENDE WENDING. Heer (tot den eigenaar van een res tauratie). Ouwe zaak hier, niet waar? O ja, meneer! Altijd aan je familie behoort? Ja, meneer, zoo goed als van de oprichting af. De zaak behoorde reeds aan mijn overgrootvader. Heer (zoetsappig)). Was dit kui ken ook al van hem? Toen ik 20 jaar werd heb ik mijn moeder moeten belooven. dat ik nooit zou trouwen tot ik het rechte meisje gevonden had. Werkelijk, riep juffrouw Lisa uit. Ja e-en gij-gij zijt het rechte meisje. Hoe jammer! hernam Lisa. dat gij de verkeerde jongen zijt. Geef je je man goed sterk voed sel, vrouw? Ja, dokter, zeer sterk, de tranen komen er hem van in de oogen. Uien, tweemaal per dag. Ik geloof, dat dat sterk genoeg is. Linkdam (die een goedkoop advies hoopt te verkrijgen). Ik kom udat kleine rekeningetje betalen, dokter maar ik heb weer leelijke pijn in het hoofd, wat raadt u me aan te doen? Dokter (het geld in zijn vestzakje stekend). Me achter mekaar te komen raadplegen. Door den gloed zijner rede zelf warm geworden, riep verleden week een Duitsch professor uit: ...„Daar is noch man, noch vrouw, noch kind in deze stad, die toen zij vijftig jaren waren geworden de waarheid van wat ik zeg niet door hun brein hebben hooren donderen al eeuwen lang!" Mijn lieve nran hier is-ie Wat? M'n nieuwe winterhoed, M tui den! Groote goden? En je zei dat m hoeden hadden dit jaar van af c«ts gul den en hooger. Juist, lieveling. Dit is een van „hoogere". Papa had juist zijn jongste ©ver de knie gelegd, geheel gereed on hers een flink pak voor de broek te geven, toen eensklaps de deur open ging en een bezoeker zich zelf onaangediend aanmeldde. Het bedoelde opvoedingsprocea werd tijdelijk geschorst. Toen na het onderhoud de bezeekei was vertrokken, tikte de rader zich voor het voorhoofd en vroeg aan zijn veelbelovende spruit, die in e«n hoek gekropen was: Hm! Hermannetje, waar hadden we het straks ook weer over? In een school moest er eea opstel over jongens gemaakt worden en een der kleine meisjes schreef: „Als ik wat te zeggen had. dan moesten de helft van de jongens op de wereld meisjes en de ander© helft poppen zijn." Wat hebben we nou aan de hand, riep verontwaardigd de heer P. tegen zijn steenkolenleverancier uit. Gij hebt me zelf verzekerd dat deze kolen voordeelig stoken. Wel ze branden heelemaal niet! Maar, meneer, wat kun j« voor- deeliger hebben dan dat? Maria (pas geëngageerd, naar een complimentje visschend). Ik begrijp maar niet wat hij in me zag om op me te verlieven. Clara: Dat zegt iedereen. Maar de mannen zijn zulke wonderlijke echep- sels. Sergeant (tot een der recruten, die hem per ongeluk op zijn voet trapt). Kerel, je mag, neen je moet in m'n voetstappen treden, wil je een flink, kranig, nuttig belangrijk soldaat wor den maar je moet wachten tot ik er uit ben! Kleine Jet: Och, ja, laat ons sa men „getrouwde menschen" spelen. Tommy. Dat kan niet. Ma heeft gezegd, dat we heel stil moesten zijn. Schrijft hij je geregeld nu je ver loofd bent? Neen somtijds krijg ik maar één brief per dag. PROBLEEM No. 29 Zwart. Wit speelt en geeft in twee zetten mat. Oplossingen worden vóór 9 Dec. ingewacht aan het adres van den redacteur dezer rubriek, Jhr. A. E. VAN FOREEST, Atjehstraat 134 te 's-Gravenhage. Oplossing van Probleem No. 27. 1 Dal, Kg22 Re4 Rg2 2 Ddl Pc2: of Pbl, 2 Da8 4* anders, 2 Dfl Goede oplossingen ontvangen van A. v. V. en W. v. B. Jr., ie Haarlem. De oplossing van ons vorig prijsraad sel was FRANKRIJK; onderdeden: kar, fijn, en de letters R. en K. Ingekomen zijn 286 goede oplossin gen. De prijs viel ten deel aan A. K. P. VRING, Teylerstraat 35, alhier. Ons nieuwe prijsraadsel luidt als volgt: Het geheel is een plein in onze stad en bestaat uit 10 letters. 10, 5, 7, 6 is een rijtuig voor iedereen. Als er in de schoorsteen 8. 2, 4, 3 zit, brandt de kachel niet goed. 1, 4, 8, 9 is een boom met fraaie bast. Als prijs loven wij uit: EEN BOEK.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 8