DE ZATERDAGAVOND
GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD".
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
Haarlemmer Halletjes.
No. 6B.
Zaterdag 7 December.
MOL
Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
Papa Joe Chamberlain Is nog altijd
bezig met het zoeken naar de oplossing
van de Transvaal-puzzle. met welk
karweitje hij reeds 2 jaar en langer
doende is. Papa Joe is zóó in zijn werk
verdiept, de puzzle geeft hem zóó ge
weldig veel zorg en moeite, dat hij al
Jes vergeet, wat er rondom hem gebeurt
Zoo maken de Duitschers hevig en
dreigend lawaai over eenige beschul
digingen, die Joe zich 'in een redevoe-
Het inkomen, dat photogra-
phieën opleveren.
Vele actrices en schoonheden trekken
een aardig inkomen uit den verkoop
van hare photographieën. Weinigen
van het publiek hebben begrip van de
sommen, die door photografen voor
,het uitsluitend recht van verkoop" be
taald worden.
Men zegt, dat Dickens de eerste cele-
brlteit is geweest, die zich beeft laten
betalen voor het privilege van zijne
photographie te maken. Een photo.
graaf viel hem gedurig lastig om voor
rijn portret te zitten, en Dickens vroeg
en verkreeg vijftig guintjes als hono
rarium.
Toen Fanny Kemble dit hoorde, wil
de zij voor niet minder dan 60 p. st.
ritten, en later vorderde en verkreeg
Ada Cavendish 300 p. st.
Tegen het einde van hare loopbaan
kreeg Mary Anderson 100 guinjes vooi
i zitting, en Mrs. Cornwallis West
had, op het toppunt van hare populai-
PAP AJ?J O E.
ring aan hun adres heeft laten ontval
len in drift, veroorzaakt door zijn on
vermogen. o mde puzzle op te lossen.
Maar Joe hoort de Duitschers niet in
zijn druk-bezig-zijn.
Tot zoontje Austin, die door pa's zorg
een lucratief baantje van onderstaats
secretaris aan één der departementen
heeft gekregen, pa komt waarschuwen-
Pa. die Duitschers daarbuiten ma
ken een beestachtig lawaai.
Papa Joe, opgeschrikt uit zijn we -k
en zich van schuld bewust in zake de
beschuldigingen, weet niets als kal-
meeringsmiddel te geven, dan hot ant
woord', dat olie op het vuur zal gooien:
Zeg hun maar, dat zij de geschie
denis van den Fransch-Duitscao i oor
log eens nagaan, ik ben nu aan het
werk.
ALLERLEI.
riteit, meermalen half iove?J Ook
heeft eene firma van Parijsche photo
grafen met Sara Bernl.' dt een ai coord
gemaakt voor vijftig Zittingen, tegen
50 guinjes elke; en voor htt privilege
om eene photographie van Mrs.
Langtry te maken heeft eene firma van
West-End-photografen 500 p. st. moe
ten betalen.
Over bezwaren getriomfeerd.
De. eerste Duitsche spoorweg van
Neurenberg naar Furt werd den 7den
Dec. 1835 ingewijd. Maar wat was daar
een vooroordeel en bezwaar tegen,
waar het tegenwoordig geslacht om
lacht! De Beiersche Regeering werd on
der andere ook door het geneeskundig
college verzocht machtiging te geven
tot eene verklaring van het nadeelige
van dit vervoermiddel voor de gezond
heid', die aldus luidde: ,,Een spoorweg-
r*Lt is in het belang der algemeene ge
zondheid onvoorwaardelijk te verbie
den. De snelle beweging veroorzaakt
zeker hersensziekte bij de passagiers.
die een bijzonderen vorm van het de
lirium furiosum aanneemt. Willen de
reizigers dit gevaar trotseeren, dan
moet de Staat ten minste de toeschou
wers beschermen. Alleen reeds door
naar zulk een snel voorbij schietenden
spoortrein te zien, ontstaat diezelfde
hersenziekte, en derhalve is het een
vereischte ,dat elke spoorweglijn aan
weerszijden door eene schutting van
minstens vijf el hoog wordt afgeslo
ten." enz.
De officieele acte, waarin deze ver
klaring voorkomt, wordt nog heden in
het archief van den NeurenbergFur
ther spoorweg bezwaard; de Beiersche
Regeering was echter zoo verstandig er
geen publiciteit aan te geven.
Een Fransch dorp in Duitsch-
land.
In het hart van Duitschland bevindt
zich een klein dorp, welks bewoners,
ongeveer 300, allen Fransch spreken.
Dat plaatsje, Mariendorf geheeten, in
de nabijheid van Kassei gelegen, is
eene nederzetting van Fransche kolo
nisten, die in 1720 door den landgraaf
Karei van Hessen werden opgenomen.
Heden ten dage, na 181 jaren, is het
Fransch nog de taal. die daar uitslui
tend wordt gesproken, ofschoon de te
genwoordige bewoners allen in de
9chool Duitsch leerden en die taal ook
gebruiken bij het verkeer met vreem
delingen.
Ofschoon een echt Franschman bi}
een bezoek aan Mariendorf de bewo
ners nauwelijks zou kunnen verstaan,
ja. misschien niet zou willen geloo-
ven, dat datgeen, wat zij spreken,
Fransch is, zoozeer is die taal in den
loop der jaren verbasterd en veranderd
is het toch eigenaardig.dat deze kolo
nisten zoo gehecht zijn gebleven aan
hunne oorspronkelijke moedertaal.
Ook in eenige andere plaatsen van
deze streek bevinden zich nog enkele
Fransch sprekende families.
Engel BOhman en Amerikaan.
Een Engelsch blad is aansprakelijk
voor de volgende anecdote omtrent
Tennyson:
,,Eens trad de dichter met eenige
vrienden een Leesmuseum binnen
waar hij zich bij het vuur een gemak-
kelijken stoel koos en ging zitten le
zen. Tot verbazing van allen, die zich
in het vertrek bevonden, zag men de
iange beenen van den Poet Laureate
omhoog gaan, tot ze een rustpunt
vonden op de schoorsteenmanteL Zijne
vrienden maakten hem op het onvoeg
zame van die houd'ing opmerkzaam,
het baatte niet. Eensklaps kreeg een
hunner een prachtigen inval. Hij liep
naar den dichter toe en fluisterde hem
in het oor: „Zet je beenen op den
grond; ze mochten je eens aanzien voor
Longfellow".. Onmiddellijk liet de En-
gelschman de „echt Amerikaansche"
houding- varen.
Sluipwespen in meubelen.
In dien zomer vindlt men in hui
zen, waar de meubelen- van den
houtworm te lijden hebben, vaak
i onder tegen die zittingen dier stoe-
len .kleine, teere, gevleugelde beest-
I jes. Deze „vliegjes" zijn sluipwesp-
I jes, die in, hiet lichaam dier houtke-
ve-rLarven. haar eieren- leggen en dle-
ze daard'oor dioodenen dus aan een
houtwornueniplaag een. eind- kunnen
maken.
Die sluipwesp jes zijn kleiner dan
onze gewone muggenZe hebben
vier vleugeltjes met een paarlemoer-
glalns. De wijfjes dragen aan- 't
eind van het lichaam een lange 1 eg-
boor, dii© er als een fijn- draadje uit
ziet; daarmee brengen ze haar
u-iterst kleine eitjes in de schade
lijke larven- der houtwormen.
Eigenaardig en snel.
De boschrijkdom in het bergachtige
deel van Canada, is zeer groot en heeft
den bouw tengevolge gehad van tal
van houtzaagmolens, die meestal aan
den voet, of terhalver hoogte van de
bergen gelegen zijn -in prachtige stre
ken. Ter vergemakkelijking van het
vervoer van de boven op de bergen ge
velde en van hun takken beroofde
boomstammen heeft men de talrijke
bergbeken door middel van een open,
houten, meest zeer steile watergelei-
ding naar de zaagmolens geleid cn laat
men de te vervoeren hoeveelheden hout
op den kunstmatigen waterweg berg
afwaarts drijven. De verstandige Cana-
deesche houthakker, die de geheele
week boven op den berg hout geveld en
naar de molens verzonden heeft, pleegt,
als hij zich op zijn vrijen dag naar dat
dal begeven wil, denzelfden waterweg
te gebruiken, als de boomstammen, om
een langdurige en vermoeiende wan
deling te besparen. Voor dat doel ge-
bru'ikt hij een kleine boot, waarvan
de afmetingen in overeenstemming zijn
met die van den waterweg en die
slechts enkele personen kan bevatten.
Met duizelingwekkende snelheid dalen
de houthakkers in hun booten naar be
neden. Op zeer steile plaatsen leggen
de booten meer dan 1 Engelsche mijl
(1609 nieter) per minuut af. terwijl zij
bestuurd worden door een achterin zit-
tenden man.
Menschen reuk.
De reuk of juister: het rieken van
den mensch is het onder verp geweest
van een aantal proeven, gesomen door -
Dr. A. Bethe, die zijn uitkomsten be-1
kend gemaakt heeft in het Archif der
gesammten Physiologie.
Dr. Bethe strekt in ééne bijzonder
heid de Jaegertheorie nog verder uit
dan de uitvinder dezer theorie zelf
waagde en beweert, dat elk mensche-
j lijk individu zijn of haar bijzonderen
reuk heeft
Niet alleen een hond, zegt hij, maar
ook ieder mensch, begaafd met een bij
zonder gevoelig reukzintuig, kan een
ander mensch herkennen aan zijn bij
zonderen en eigenaardigen reuk.
De doctor nam hiertoe de proef met
een in dit opzicht bijzonder begaafd
persoon. Hij bracht dien wonderbaar
lijken ruiker geblinddoekt in eene zaal
waar meer dan twintig personen, be-
hoorende tot den kring zijner bekenden
waren bijeengekomen en deze herkende
en noemde ieder der aanwezigen door
zijne lucht, waartoe hij met bedacht
zaamheid en voorzichtigheid bij ieder
op de beurtzijn neus hield.
Deze menschelijke geur wordt vol
gens Dr. Bethe niet met ons geboren
maar moet verkregen worden.
Professor Jaegers theorie leert, dat
dat de persoonlijke reuk van den
mensch eene ethische waarde heeft,
en wijst zekere teksten van het Oude
Testament aan, die volgens hem eene
Een Zaterdagavondpraatje
De St. Nicolaas is voorbijgegaan
zonder dat ik verrast ben met het miL
Hoentje, dat al sedert jaren aan mijn
volkomen levensgeluk ontbreekt. Ik
begin langzamerhand te vreezen, dat
ik het niet meer varwachten mag en
beter doe met dien wensch van mijn
Verlanglijstje te schrappen, 't Is waar:
daarin sta ik niet alleen. De overwe
gend groote meerderheid van mijn me
deschepselen moet het ook zonder 'at
millioentje doen. Het zou me evenwel
zpijten. de hoop voor goed aan^kant
te moeten zetten. Ik ben wel niet geld-
zuchtiger dan een ander, maar zoo'n
millioentje moet toch wel een groot ge
mak wezen. De huishuur i9 dan geen
bezwaar meer en voor 't betalen van 't
belasting Biljet verdraai je je hand
niet. Voor zoo'n aardig millioentje zou
ik desnoods van een bedorven kies,twee
van mijn likdoorns en van de jaarlijk-
sche vermaning van jicht die we
omdat het vriendelijker klinkt rhunia.
tiek noemen afstand willen doen.
Desnoods zeg ik, want aan die dingen
raak je gehecht, ze worden ouwe vrien
den, evenais een oud kastje op drie
pooten of een gebarsten spiegel, waar
je van je trouwen af al tegenaan hebt
fekeken.
Intusscben, al heeft St. Nicolaas
mijn hartewensch niet verhoord, toch
ben ik ook dit jaar niet afgescheept
met de gard. Het gebruikelijke sigaren
pijpje is mij weer plichtmatig vereerd.
U moet weten, dat dit een regelmatig
cadeau is op St. Nicolaas, m<instens
even regelmatig als de boemeltrein van
zes of de sneltrein van zeven uur.
Misschien nog regelmatiger, want het
laat mij nooit op zich wachten. Meestal
is dat pijpje van glas, wat een groot
gemak oplevert. Het is namelijk wel
eens gebeurd, dat het pijpje dat ik een
vorigen St. Nicolaas cadeau gekregen
had, in de maand November van het
volgende jaar nog in wezen was. De
angstige blikken, die de huisgenooten
op het onschuldige voorwerp begonnen
te richten, konden mij niet ontgaan.
Ze vreesden, dat zag ik duidelijk, dat
het pijpje niet tijdig sneuvelen zou,
om hem in staat te stellen mij op
St. Niklaasavond een ander te zenden.
En wat hadden ze mij anders moeten
vereeren? Een zakmes heb ik, dat on
verslijtbaar is, een portefeuille of een
sigarenkoker gebruik ik niet, zoodat de
jaarlijksche cadeaux bestaan uit:
lo. Een portemonnaie (van mijn
vrouw);
2o. Vijftig sigaren (van mijn zoon
Jan);
3o. Het bewuste sigarenpijpje (van
mijn dochter).
Het eenige verschil dat er tusschen
het eene jaar en het andere bestaat,
betreft de volgorde, waarin deze ge
schenken voor mij aankomen.
Soms arriveert de portemonnaie het
eerst, een anderen keer een van de twee
anderen. Zenuwschokkende verrassin
gen heb ik. zooals de lezer hieruit be
merkt, op St. Nicolaas niet te vreezen.
Voor iemand van mijn leeftijd zijn die
ook niet gewenscht.
Nu moet evenwel voor den belangrij
ken avond het oude pijpje uit den weg
geruimd zijn. In den regel wordt daar
voor gezorgd door den natuurlijken
kringloop der dingen, die wil dat alle
glas- of aardewerk weer tot splinters
of scherven terugkeert, 't Viel wel eens
uit mijn mond of rolde van de tafel en
brak dan. Gebeurde dit in October dan
was ik ongelukkig, want dan was 't
de moeite niet meer om nog weer een
nieuw te koopen voor St. Nicolaas.
Bleef het evenwel leven tot in Novem
ber, dan naderde de tijd. waarop het
als een vetgemest konijn moest worden
geslacht Ootmoedig kom ik er voor uit,
dat ik aldus meermalen een moord heb
begaan op een weerloos pijpje, 't Ge
beurde meestal in 't donker op de eene
of andere gracht, op een oogenblik dat
niemand keek. Ik liet het vallen, trapte
er op enmaakte dat ik wegkwam.
't Gaf toch gedurende enkele oogenblik.
ken een onaangename gewaarwording,
al was het ook maar een pijpje van
een paar dubbeltjes; ik voelde me
zoo'n beetje als een Vandaal of een
Hun, of andere voorhistorische, al
thans vooronzehistorische woesteling.
Dan volgde nog een tweede tooneel
van dit snood bedrijf. Thuiskomende
zei ik, zoo ernstig als mij mogelijk
was: ,,'t is jammer, ik heb mijn pijpje
laten vallen, 't is kapot!"
't Gezicht van mijn dochtertje, 't lie
ve kind, begon dan van verstolen ge
not te stralen, er werd een telegrafisch
teeken met moeder gewisseld, dat ik
geacht werd niet op te merken. Dien
avond kon ik niet met zielevrede op
den afgeloopen dag terugzien. Vernie
ling en huichelari; waren de zonden,
waaraan ik me schuldig had gemaakt
en die me drukten, totdat het nieuwe
pijpje in mijn bezit was.
Een paar jaar geleden evenwel bakte
mijn dochtertje me een leelijke kool.
Ik ben al mijn leven overtuigd, dat zij
er onschuldig aan was en dat die rak
ker van een Jan het haar ingeblazen
had. Toen gaf ze mij namelijk een hou
ten pijpje en wel een, dat zóó massief
was, dat ik al dadelijk vreesde, dat het
met geen menschenmogelijkheid kapot
te krijgen zou zijn. Dat kwam ook zoo
uit. Laten vallen baatte niet, er op
trappen hielp evenmin. Op den eersten
December liet ik het, quasi bij ongeluk,
op straat vallen: een voorbijganger
raapte het op en bracht het terug. Toen
het den 2den December nog aanwezig
was, keek mijn heel© familie ernstig.
Mijn dochtertje at bijna niet Er moest
een eind aan komen, hoe dan ook,
's Avonds smeet ik het in de gracht.
Een agent van politie die juist naderde,
vroeg wat ik daar wegsmeet en wou
blijkbaar mijn verklaringen niet ge-
looven. Zonder mijn vertrouwbaar ge
zicht. met alle bescheidenheid gezegd,
zou ik toen slecht weggekomen zijn.
Nu staarde hij mij alleen maar een
poos aan. zeker om mijn Griekschen
neus, de Dorische boog van mijn
wenkbrauwen en den renaissancevorm
van mijn kin voor eeuwig in zijn waak-
volle hersens te prenten. Toen liet hij
me gaan.
Natuurlijk heb :ik zelf ook de nood'i-
ge inkoopen te doen. Bii die gelegen
heid kijk ik graag zoo eens om mij heen
naar andere koopers en koopsters. De
koopers zijn evenwel in 't geheel niet
interessant. Zij komen haastig binnen,
zeggen behoorlijk „goeden morgen" en
vragen dan aan den eersten den besten
dien ze in 't oog krijgen, onverschillig
of 't de loopjongen is of de bakker, die
pas brood heeft gebracht: „heeft u ook
een ding om als cadeau voor een dame
te dienen? van een paar gulden of een
rijksdaalder?"
Worden ze naar een andere toonbank
verwezen, dan bewegen ze zich, voor
al wanneer ze iets breekbaars op hun1
weg ontmoeten, met. zekere koeachtige
bevalligheid daarheen en herhalen dan
dezelfde vraag. Ze zijn binnen drie mi
nuten met hun aankoop klaar, betalen
dadelijk, willen het pakje zelf meene
men en zeilen met dezelfde rhinoceros-
achtige gratie den winkel weer uit, na
een verbaasd gezicht te hebben gezet
als antwoord op de vraag: „of ze mis
schien nog iets anders noodig hebben.
Veel interessanter zijn de bezoek
sters. Zij zijn nooit alleen. Hebben zij
een lid van het mannelijk geslacht
bij zich. dan behoeft haar bezoek niet
zoo heel lang to duren: zïin aanwezig
heid, nu en dan onomwonden blijken
de in onverborgen ongeduld, werkt
versnellend op den gang van zaken.
Zijn er evenwel twee dames bij elkaar,
dan wordt de zaak voor den winkelier
bedenkelijker en zijn ze met hun drieën
dan is de stoutste fantasie niet in staat
om te zeggen, wanneer zij zullen ver
trokken zijn. Dit is dan ook voor den
onpartijdigen toeschouwer de interes
santste soort.
De eenige troost, die de winkelier al
dadelijk bij hun bezoek kan opdoen,
is de grondige belangstelling die zij
aan den dag leggen voor zijn geheelen
inventaris. Het grootste zoowel als het
kleinste stuk heeft hun vriendschappe
lijke aandacht. Zij nemen alles op.
vragen van alles den prijs en laten
zich volstrekt niet uit over wat zij
eigenlijk zoeken. Wanneer de winke
lier om het geval te bespoedigen, daar
naar vraagt, weten ze een positief ant
woord handig te ontwijken en verkla
ren met een vriendelijk lachje, dat ze
maar eens komen kijken wat er van
haar gading is. Als plezierbooten op
Pinksteren drijven ze in den winkel
rond, landen nu eens aan de eene,
da aan de andere toonbank aan, zwer
ven op allergenoeglijkste manier tus
schen de andere bezoekers door en
dwalen wel eens na een half uur den
Winkel uit, zonder dat ze een cent heb
ben besteed. Ik zal niet beweren, neen
wezenlijk voor geen wereldsch geld
zal ik beweren, dat alle dames zóó zijn,
zelfs niet, dat zij den regel uitmaken
maar een sterke uitzondering zijn ze
zeer stellig.
Of deze kijkaters ergens anders hare
inkoopen doen, of ook daar de etalages
beschouwen als een soort gratis voor
haar plezier opgezette kosteloos toegan.
kelijke tentoonstellingen, zou ik niet
durven zeggen. Ik vermoed, dat de to
taalsom van die inkoopen 'in elk geval
niet zoo heel groot wezen zal en ik ben
er zeker van, dat zij alle artikelen op
het goedkoopst krijgen. Door de verge
lijkende studie weten ze precies wie
dit en Wie dat als reclameartikel zon
der winst verkoopt
Maar er zijn er ook vele anderen,
die niet lang praten, flink koopen en
snel afhandelen. Van haar moeten de
winkels het hebben, van haar zeg ik,
want laat ons mannen gerust erken
nen, dat als 't aan ons overgelaten
werd, de heele St. Nicolaaspret n'iets
meer beduiden zou. Het is de vrouw, die
met haar ijver en vriendelijke attentie
haar verlangen om iemand genoegen
te doen, het SL N'icolaasfeest maakt
tot wat het is. Wij mannen zouden in
onze ruwe handen de tèere poëzie er
van spoedig hebben fijngeknepen.
FIDELIO.