Onderzeesche booteu.
s
|f
M
II
1
tenl efde zelfs zoo ver, dat hij mij een
pak leende. Aangezien hij eenvoet groo-
ter was dan ik en de proporties naar
rato. had ik nu althans geen last van
knellende schoenen.
En zoo sukkelde ik met den trein
naar huis, onder begunstiging der
duisternis. Daar het bleef regenen, had
ik gelukkig geen last van onaange
name ontmoetingen op weg van 't sta
tion van aankomst naar mijn woning.
Ik heb sedert geen moed gehad, de
reis naar Boschdïjk te hervatten. Bui
tendien twee of drie dagen later ver
nam ik, dat Jeanne geëngageerd was
met een man, die al lang een oogje op
haar had.
Met Jansen ben ik na die schoenen
gebrouilleerd.
Chïneesche Roovers.
Schildwacht van Yvan Shik Kai.
kleedkamer aanzien. Dat personen als
u in een trein worden toegelaten, is
een publiek schandaal. Ik moest eigen
lijk prooes-verbaal tegen u laten opma
ken.
Proces-verbaal!? Dat mocht ik wel
eerder laten doen. wegens het stelen
van mijn schoenen.
Stelen!?. Hij doorboorde mij met
een blik. die mii noopte, in 't verste
hoekje van de coupé terug te trekken.
Zeg nog eens zoo'n woord en ik
breek mijn stok op uw rug.. Hoe durft
zoo iemand 't wagen, in de ©erste-klasse
te komen, bij fatsoenlijke lui!
Zoo'n individu had 'ik nooit eerder
ontmoet, en ik hoop hem nooit weer te
ontmoeten. Hij was veel grooter en ste
viger dan ik, zoo dat 't niet geraden
leek, lang met hem te kibbelen.
Gelukkig stapte hij uit bij een vol
gend station. Zoodra hij op 't perron
stond schreeuwde hij:
Chef, daar zit iemandi met b-loote
voeten in een eerste klasse coupé! Zoo
iets moest niet gepermitteerd worden.
Dat kon ik toch niet verkroppen. Ik
boog mij uit 't portierraampje en riep:
Bloote voeten!? Ik heb toch be
hoorlijk kousen aan! Chef, die man
heeft 'n paar fonkelnieuwe schoenen
van mij uit den trein gegooid! Ik zal
hem leeren, vreedzame reizigers te be-
rooven van hun schoeisel!
Ais u politie wil hebben, moet u
uitstappen en een agent gaan zoeken,
zei de chef.
Uitstappen! Sinds een half uur was
het beginnen te regenen, en nu goot
het
Ik heb geen plan om uit te stap
pen. Ik ga naar Boschxb'k; zoodira ik
daar ben, zal ik mijn maatregelen ne-
meD.
Dan hebben we hier ook niets meer
met de zaak te maken. Afluiden!
De trein raakte weer in beweging. Ik
bleef zonder medepassagiers.
Boschdijk, dat wisi ik. was het eerst
volgende station: het regende emmers
vol en ik had geen schoenen aan de
voeten. Ik was nooit in 't plaatsje ge
weest, maar ik stelde mij voor, dat 't
een gat was, waar 't heel moeilijk zou
vallen, een paar behoorlijke schoenen
machtig te worden. Wat 'n toestand!
De Kruisbergs zouden zeker iemand
aan den trein sturen, of een rijtuig.Als
Jeanne zelf eens kwam en ik haar tege
moet moest treden op sokken! Het denk
beeld alleen deed mij overwegen, een
voudig de plaats voorbij te sporen.
Had ik 't maar gedaan! De vreeselijke
werkelijkheid overtrof mijn zwartste
verwachtingen.
't Heele „station" Boschdijk bleek te
bestaan uit een nietig gebouwtje en een
perron. Mijn trein stopte aan 't uiterste
einde van het overdekte perron, zoo ver
mogelijk van het gebouwtje af. Ik ver
loor al mijn tegenwoordigheid van
geest en had niet 't flauwste idéé, wat
ik eigenlijk moest doen Zonder para-
pluie de zon schelen fel, toen ik op
reis ging met een deftig zwart pak
en een nieuwen hoogen hoed, enkel
kousen aan de -meten en dan uit
stappen op een kletsnat, modderig
plankier 't leek gekkemans werk.
De conducteur ïiet mij echter geen
tijd om lang na te denken.
- Boschdijk, meneer! Uitstappen! 'n
Beetje vlug als 't u blieft
Er hielp niet veel aan.
Ik sukkelde door de glibberigheid,
tot aan 't hek aan den u'itgang, waar
een jongmensch stond, de stations-as
sistent, om het kaartje aan te nemen.
Hij grijnsde genoeggelijk tegen den
regen beschut door een waterdichte
cape.
De trein reed ons voorbij en ilc merk
te, dat de passagiers schik hadden aan
mijn onbeholpen, droevige1 figuur.
Uw kaartje, meneer? vraagde het
jonge mensch.
Kaartje! riep ik, uitberstend in
lang verkropte woede Wat kan mij
"t kaartje schelen?Breng mij in 't sta
tion.
Dal wordt gesloten. Er stopt hier
vanavond geen treiin meer.
Gesloten? Wat bedoel je? Stuur da
delijk den chef naar mij toe.
De chef is naar 't dorp. 't Is kegel
avond. Ik ga straks ook.
Waar is 't dorp? Is er geen rijtuig?
Ik keek rond, in de hoop. iets van
de Kruisbergs te ontdekken. Er was
man noch paard te zien. 't Schoot mij
nu te binnen, dat ik vergeten had, te
melden, met welken trein ik kwam.
Er is hier geen rijtuig.Mag ik nu
als 't u blieft uw kaartje?
Waar kan ik een paar laarzen
krijgen?
Weet ik "t? Die verkoopen we hier
niet.
Ik begreep, dat ik veroordeeld was.
Zuchtend gaf ik het kaartje over. Of ik
uit eigen beweging ging dan wel ge
duwd' door den stations-assistent, weet
ik niet; maar 'n seconde later hoorde
ik een hek achter mij dichtklappen en
ik stond op 'iets, dat in drogen staat
een weg verbeeldde.
Weet u ook, waar de plaats van
Meneer Kruisberg is? riep ik.
Kruisberg? Ja, dat is zoowat een
uur aan de andere zijde van de lijn.Als
u dezen weg volgt, komt u aan een
overweg. Daar gaat u over en dan ruim
een half uur rechtuit tot aan een vij
ver; daar moet u rechts afslaan en na
een kwartier weer links Dan zal u
wel *t huis in de verte z!ien.
Onder gewone omstandigheden zou 'L
al erg genoeg geweest zijn den weg te
vinden. Maar nu, doorweekt van den
regen, zonder schoenen... er viel niet
aan te denken, de reis te aanvaarden.
Als ik bij de Kruisbergs aankwam, hoe
zou ik er dan uitzien? Blijven waar ik
was ging ook niet!
Er was niets te zien dat op een
schuilplaats geleek. Aan den eenen
kant het onherbergzame station, aan
den anderen kant van den weg een
sloot met een heg er achter. Geen spoor
van een huis, een loods, een schuurtje
of zelfs een varkenskot.
Waar de vervelende jongen gebleven
was, begreep ik niet. Zeker aan de an
dere zijde van de lijn. Ik riep nog een
paar keer, doch hij scheen mij niet te
hoor en, nam er althans geen notitie
I van.
Ik sloeg de uiteinden mijner broeks-
pijpen om en zette den kraag op. om
i althans eenjge beschuttin" te hebben,
terwijl ik een zakdoek om mijn hals
i bond; En zoo sjokte 'ik voort, zoo goed
I als barrevoets, tot de enkels zakkende
in den modder. Het heette een zomer
avond. maar 't leek mij winternacht.
Ik had een gevoel, of 't altijd zoo ge-
I weest was en eeuwig zoo zou blijven.
Hoe men er toe gekomen is, op die
eenzame plaats een station le maken,
begrijp 'ik nog niet. Geen sterveling was
te zien, geen spoor van leven te ont
dekken.
Wanhopig doelloos sjokte ik voort,
het hoofd: gebogen naar omlaag, toen
ik opeens een stem hoorde roepen:
Hé! wat moet u daar?
Wat ik daar moest? Ook een vraag!
Doch ik was te zeer verheugd, een men-
schelijke stem te vernemen, om mij ge.
raakt te toonen.
1 Ik zag een man in een lange regen-
jas staande op het eindelooze perron,
dat ik daareven was afgewandeld.
Zacht en bedeesd antwoordde ik:
Is u iemand van 't spoor? Vergun
I mij dan, in 't station te blijven, tot de
volgende tre-in komt.
Het was de stationschef, dien mijn
I goed gesternte mij te gemoet voerde, 't
Bleek, toen ik hem had ingelicht, dat
j 't jongemensch mij maar wat voor den
j gek had gehouden. Er kwam nog wel
een trein al was 't eerst over een uur.
De brave man bracht mij 'in 't kleine
station, dat ik nu een paleis vond, en
in zijn eigen kamer. Hij dreef de naas-
Verblijfplaats van roovers in het gebergte.
(Bij de plaatjes).
Een der grootste plagen voor de 1
vreemdelingen in China zoowel als I
voor de inboorlingen zelf, zijn de tal
rijke, zwervende rooverhenden, die
het geheele land onveilig maken en
soms brutaalweg optreden in de on
middellijke nabijheid! der steden. Tot
voor korten, tijd traden de Chineesche
autoriteiten slechts vrij slap op tegen
deze bandieten, omdat zij den bestuur
ders van het Hemelsche Rijk feitelijk
welkome diensten bewezen in de bena
deeling van de gehate vreemdelingen.
Maar sedert de mogendheden bij haar
krachtig optreden naar aanleiding
van den Bokseropstand van verleden
jaar, duidelijk hebben gemaakt, dat zij
eventueele schade, ook door deze roo
vers aangericht aan eigendommen en
lichaam barer onderdanen, voortaan
zullen verhalen op de financiën des
lands wordt strenger tegen de roovers
opgetreden uit eigen belang.
Kort ^geleden strekte zulk een roo-
verbende haar strooptochten zelfs uit
tot in de onmiddellijke nabijheid van
het zomerpaleis te Peking en onmid
dellijk werden inlandsche troepen door
de Chineesche regeering uitgezonden,
om paal en perk te stellen aan de ge
welddaden. Deze expeditie had groot
succes en eindigde met. den dood of de
gevangenneming van het meerendeel
der roovers. De soldaten vormden een
detachement van het regiment van ge
neraal Yan Shih Kai en zijn gedrild
volgens Europeesche methode, door
Europeesche officieren. Den lijken va a
de gedoode roovers werd het hoofd af
gehouwen en de lichamen bleven al
dus eenige dagen op het veldi liggen
als een waarschuwend voorbeeld voor
andere bandieten.
Chineesche politieagenten.
Al wat geheimzinnig' is heeft steeds
de grootste maté van belangstelling
van het publiek ondervonden en de
oorzaken van dit verschijnsel liggen
voor de hand. Alles wat men kan zien
en daardoor betrekkelijk gemakkelijk
begrijpen verliest voor den leek spoe
dig het aantrekkelijke, ai is er voor
een deskundige beschouwing nog een
ruime bron van onderzoek overge
bleven.
De mensch is van nature weetgierig
en vooral wil hij gaarne dat te weten
komen, wat hij nu eenmaal niet kan
zien.
Hieraan is het dan ook waarschijn
lijk toe te schrijven, dat reeds in de
vroegste tijden, ni. in het eind*; der
zestiende en in het begin der zeven
tiende eeuw allerlei slag van men
sch en getracht hebben om onderzee
sche booten te ontwerpen. Het is nog
al vermakelijk te wetendat
leeraren, seminaristen, apothekers,
spaarbankbedienden, stationsbeamb-
ten en andere zeer eenvoudige men-
schen van de meest uiteenloopende
soort' hun tijd verknoeiden met het uit
deuken van diverse constructies.
Sinds echter in de laatste jaren be
kwame technici zich op het ontwer
pen van geschikte onderzeesche boo
ten hebben toegelegd heeft dit onder
werp zeer natuurlijk de aandacht van
de betreffende regeeringen getrokken,
aldus vangt de heer T. B. een artikel
aan in het ..Tijdschrift der Nederland-
sche Maatschappij ter bevordering
van nijverheid."
De schrijver noemt dan de navolgen
de eischen, waaraan een goede onder
zeesche boot m;<et voldoen:
Ten eerste moet het vaartuig snel
kunnen duiken, zonder daardoor tt
zeer uit den koers te geraken. Onder
water zijnde kan men slechts een lien-
lai meters voor zich uitzien en is het
siuren zeer moei lijk.
Ten tweede moet het zich niet de
grootst mogelijke snelheid, onder wa
ter kunnen bewegen, en ten derde
moet het natuurlijk niet alleen kun
nen duiken maar ook weder aan de
oppervlakte kunnen terugkeeren, zelfs
dan, wanneer de hiervoor dienende
toestellen mochten weigeren. Als vier
de eisch moet vermeld worden, dat
haar evenwicht in alle standen volko
men moet zijn, en als volgende eisch,
dat het bestand moet zijn tegen den
beduidenden druk van de op lraar rus
tende waterzuil. Is het schip onder
water dan moet voor een goede lucht-
verversching gezorgd worden, hetgeen
ook weder een vraagstuk is. Als laat
ste eisch mag nog wel vermeld wor
den, da', de stuurman moet kunnen
zien, wai er boven het water geschiedt.
De heer T. B. deelt dan mede. in
hoeverre door de verschillende typen
aan al deze eischen voldaan wordt.
Met het oog op hunne geschiktheid
zou men de onderzeesche booten in
twee klassen kunnen verdeelen. Eene
klasse, die uitsluitend ten doel heeft
om onder water onderzoekingen te
noen en die dienen moet om versper-
Gevangen genomen roovers.
ringen op ie ruimen of om mijnen
vuor den vijand te plaatsen of te ver
plaatsen en dus de toegangen tot een
haven of riviermonden kan verdedi
gen. Deze klasse is dan ook zeer ge
schikt om blokkadeschepen des nachts
aan te vallen of om door haar ver
schijnen bij een eventueel bombarde
ment den aanvaller te dwingen zich
u verplaatsen en daardoor het bom
bardement onmogelijk te maken.
Dit soort van onderzeesche vaartui
gen moet overdag in de riviermonden
onder water kunnen blijven en door
telefonische verbindingen met de kust-
forten op de hoogte gehouden worden
van de bewegingen van den vijand.
Uit den aard van hare werking be
hoeft zij z'eh niet ver van de operatie
basis te kunnen verwijderen maar zich
zeer snel kunnen bewegen en gedu
rende langen tijd onder water blijven.
De tweede klasse behoeft echter
slechts korten tijd geheel onder water
te kunnen varen doch moet een groote
straal van actie bezitten.
Zij behoeven slechts zoover onderge
dompeld te zijn, dat de uitkijktoren
van den commandant nog even boven
water blijft
Hun doel is om de gemeenschap bin
nen en bui.en een blokkade in stand
te houden en de vijandelijke schepen
in open zee aan te vallen.
Daar de uitkijktoren zeer klein is
biedt zij een zeer slecht doel aan een
vijandelijk schip en zelfs wanneer
hc-t aangevallen schip zijn vuur op
het, grooteudeels ondergedompelde,
vaartuig zou richten, dan zal het een
dergelijk gepantserd vaartuig, dat bij
na geheel met een vloeistof omringd
is, wel weinig schade kunnen doen.
Deze soort van schepen moeten ech
ter gedurende langen tijd zonder ge
meenschap met de kust opereeren.
De minister van marine, vertelt de
heer T. B., in Frankrijk heeft echter
voor korten tijd medegedeeld, dat het
vraagstuk om onder water te kunnen
zien als opgelost beschouwd mag wor
den. Op welke wijze echter werd - iet
medegedeeld. Is deze mededealine
juist dan heeft een onderzeesche
meer kans om een oorlogsscnm met
succes in open zee te kunnen anvi!
len.
Als wapen is bij bijna alle onderzee
sche booten de Whitehëad-torpsdn jn
gebruik, die met het oog op de niet al
te groote stabiliteit van een onderzee
sche boot in lanceerbuizcn buiten het
vaartuig zijn gpplaatst.
Het duiken van een boot wordt mo
gelijk gemaakt door het innemen van
waterballast en verder met behulp
van horizontale roeren, die tevens die- i
nen-voor het sturen onder water.
De diepte waarop een onderzeesche
boot zal kunnen duiken hangt af van j
de stevigheid van hare romp. Een j
diepte van 1214 nieter zou met het i
oog op den diepgang van groote slag
schepen wel voldoende zijn. maar de
mogelijkheid blijft bestaan dat een
boot tot op den bodem der zee moet
zinken om een of ander op te eken.
Technische bezwaren om den romp
sterk genoeg te maken zijn er niet,
maar een sterke romp beteekent weder
grooter gewicht en dit is weder een
bezwaar voor de beweeglijkheid van
het vaartuig. Bovendien vereischt een
zwaarder vaartuig een sterkere ma
chine en deze weder e n grootere hoe
veelheid brandstof, en hiermede houdt
weder de straal van actie verband.
Wanneer een onderzeesche boot
eenmaal ondergedompeld is, wordt in
de behoefte aan versche lucht voor
zien door gecomprimeerde lucht die
in reservoirs is medegenomen, terwijl
dan de bedorven lucht uitgepompt
I moet worden.
Wil het schip weder naar boven stij-
gen dan wordt de waterballast weder
uitgepompt en in geval de pompen
weigeren zonder te werken dan kan
door een enkele beweging een nood-
gewicht worden losgelaten zoodat een
snelle stijging plaats vindt.
Het noodgewicht bestaat gewoonlijk
uit een looden plaat die dooi- middel
van een bajonetsluiting onder aan het
vaartuig is vastgemaakt.
Als meest geschikte vorm moet ver
meld worden, die welke het meest ge
lijkt op een visch en wel op een Rob
of Zeehond. De vorm van de hieron
der te besclmjven boot, die door den
Amerikaan J. P. Holland ontworpen
is, komt in vele opzichten met den
vorm van een zeehond overeen.
Deze vorm is op de volgende ïnge-
nieuse wijze door den Ainerikaan-
schen professor bepaald:
Hij nam een prismatisch blok ijs en
tiet dit door het water slepen in de
richting van zijn lengte-as.
Daar waar de wrijving van het water
het grootst was smolt het ijs het srpeo-
R.' ..Holland VT' heeft een lengte
van 10.64 M. hij een grootste diameter
van 3.12 M. Hare waterverplaatsing
aan de oppervlakte is 64 ton en geheel
ondergedompeld zijnde 74 ton.
De beweegkracht boven, water is een
gas./line-motor van 45 PK. terwijl zij
ondergedompeld zijnde door een elec-
'r<.motor van 50 PK. gedreven wordt.
De dan rn uiige electrische stroom
wordt verkregen uit een accumulato-
renbatterij van 66 elementen met een
capaciteit van 1400 Ampère-uren,
erder is nog de electromotor van
10 P.K. geïnstalleerd om een lucht-
coinpressor te drijven en voor de ven
tilatie zorg te dragen.
De ..Holland" kan zooveel brandstof
•denemen dat een weg van 2400 KM.
afgelegd kan worden zonder dat het
n. odig is nieuwen voorraad in te ne
men.
Proeven hebben bewezen dat het
vaartuig gedurende 24 uren onderge
dompeld kaa blijven, zonder dat de be
manning. die uit 7 personen bestaat,
gevaar loopt van te stikken,
•'ie interessante proeven hadden op
11 Octob' r 1309 p aats in het diepste
gedeelte van de Peconicbocht waar de
boot 6.1 M. onder de waterspiegel een
afsiand van 3.2 KM. aflegde.
Ilare bewapening bestaat uit drie
lanceerbuizen; één in staat om torpe
do's. van welke soort er 6 kunnen wor
den medegenomen, tot een gewicht
van 81 KG. niet 45 KG. springstof, tot
i p een afstand van een Engelsche mijl
i' te schieten. De tweede schiet 45 cM.
Whitehead-torpedü's af, waarvan 3
stuks medegenomen kunnen worden,
b rwijl o.e derde 180 KG. zware, met 45
KG. dynamiet gevulde projectielen on
der water, tot op een afstand van 91
Meter afgeschoten kunnen worden.
Van deze projectielen kunnen er 5 ge
borgen worden.
Op bet oogenblik van de ontlading
wordt automatisch een overeenkom
stige hoeveelheid water ingenomen.
Het onderduiken geschiedt met be
hulp van waterballast en een roer.
Daar bij de proeven bleek dat de
..Holland" bij het varen aan de op
pervlakte, als een kurk danste, werd
/O**'
Een onthoofde roover.
ciigst weg zoodat het prisma ten slotte
den vorm kreeg van voren gelijkende
op den kop van een visch. terwijl het
achtergedeelte al dunner en dunner
toeliep.
Bovendien werd deze proef beves
tigd toen hij een prismatisch stuk was
in den schoorsteen hing. Na cenige.i
tijd was de vormverandering overeen
komstig met de proef die hij met het
prismatisch stuk ijs genomen luid.
Hij geeft dan een korte beschrijving
van de Fransche onderzeesche boot
..Narwall", die, naar aanleiding van
eene in 1897 door de Fransche marine
uitgeschreven prijsvraag, door Zabeuf
ontworpen is en als het doelmatigste
type der Fransche onderzeesche boo
ten mag aangezien worden. Daarna
geven wij nog een korte beschrijving
van de Amerikaansche boot ..Holland"
terwijl de dan volgende tabel enkele
inlichtingen geeft over andere onder
zeesche vaartuigen.
Van la t door den Amerikaan J. P.
Holland ontworpen type zijn 6 ver
schillende booten gebouwd.
onlangs een lood'n ballast van 1500
KG. aangebracht.
Onderstaand tabel geeft inlichtingen
over de hoofdtypen van de Fransche
onderzeesche booten.
Al deze booten behoeven slechts in
geval van nood geheel ondergedompeld
te kunnen varen.
Frankrijk heeft bovendien nog in
aanbouw: ,,le Frangais", „rAlgérien",
..Farfadet", „Gnóme". „Rovugan".
..Triton", en ,,la Sirene".
5S
■f1
V)
c
Beweegkracht.
boven onder
water water
snel
ieid
j: o
2
ill?
O
2 p
2 3
2"»
S 5*
r 3
Gonket 11.
1889
8
1,7
1,7
10
electromotor ge
vuld door kwik sul
faat accumulatoren
5-0
3
brons
2
Gymnote.
1889
17
1,8
1,8
30
electr. motor van
50 P.K. Comnielin-
Desmazins accum.
6
4-5
brons
2
Gustav Zédé.
1893
18,5
3,75
3,20
266
2eïectromotoren
accumulatoren type
LaurentCèly.
15
8
20
brons-
Roma
Morsé
1899
36
2,75
2,75
145
eletromotor van
350 P. K. accum. type
Laurent—Cély.
12,6
9
brohs-
Roma
1
Zusin.
1901
41,35
2,9
2,9
185
electrisch
staal