DE ZATERDAGAVOND
GRATIS
BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD".
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
Einde 1901.
Prijsvraag.
Een Nieuwjaarsdroom
Haarlemmer Halletjes
■a. 69.
Zaterdag 29 December.
Meest gelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
Vaarwel, o Wereld! Ik ga sterven,
'De kille dood grijpt mij reeds
aan;
Mocht ik uw dankbaarheid verwer
ven,
Of ziet ge mij met vreugde gaan?
Welaan, blik even in 't verletten,
En zie eens wiat ik heb volbracht!
Voorzeker ziit ge dan tevreden,
En roept mij vriendelijk toe:
Rust zacht".
Wil onze stad toch eens bekijken,
Wie uwer had het ooit gedacht
Dat hier electrisch Licht zou prijken?
Wie had van Haarlem dat ver
wacht!
Een nieuw station' zal hier verrij
zen,
Ja waarlijk, gij zijt gansch ver
rukt!
De Raad belooft ons't is te prij
zen
Een nieuw station met viaduct!
Hiermee zal men u thans vereereni,
Doch kent ge 't oude spreekwoord
wel
(Ge moet. het van den Raad! eens
Heeren)
Dat langzaam beter gaat dan snel!
Doch waarde en geliefde vrinden
Ik moest van hier, mijn tijd) is
kort,
'k Hoop dat mijn Broer een plaats
moog' vinden,
En met gejuich ontvangen wordt.
Ten slotte wensch ik diat veel zegen
Steeds rust op al wat gij verricht,
De' zon beschijne 's daags uw we
gen,
Des nachts dioet beteliectrisch
licht!
CORN. J. HANA.
Haarlem, 31 Dec. 1901.
De oplossing van ons vorig Prijs
raadsel is:
VREDESCONFERENTIE.
De onderdeeden zijn reede, vest,
cent, ros, rif en de letter n.
Ingekomen waren 352 goede oplos
singen. Bij loting werd den prijs toe
gewezen aan den heer J. VAN DOO-
REN, Ampzingstraat 95, alhier, die
zich Maandag a.s. tusschen 2 en 3
uur aan ons Bureau kan vervoegen.
Wij geven nu weer eens een Prijs
vraag en loven een fraai
PORTRETLIJSTJE
uit voor dengene die het aardigste
versje weet te maken op het Oude en
het Nieuwe jaar.
Inzendingen worden ingewacht tot
en met Woensdag a.s.
ALLERLEI.
Mieren als slavenjagers.
De waarneming der verschillende
miersoorten brengen voortdurend
nieuwe en interessante dingen aan den
dag. Een der krachtigste soorten (For
mica en San guinea) gaat zelfs op ge
organiseerde slavenjachten uit. Deze
groote boschmieren overvallen zwak
kere soorten (Formica rufibarbis en
fuscal. verdrijven deze uit hunne wo
ning. Hier wachten de roovei-s tot de
vreemde mieren te voorschijn komen
en dan worden zij als arbeiders ge
bruikt Zij moeten het materiaal aan
slepen, gangen aanleggen, levensmid
delen bijeenzamelen, het toezicht hou.
den op de larven en poppen en ten
slotte nog hun tyrannen voeren. Deze
worden daardoor zoo verwend, dat zij
sterven moeten, wanneer hunne slaven
hen niet meer van voedsel voorzien.
Men heeft zulke luie mieren onder een
glas gebracht Zoolang zij hunne sla
ven bij zich hadden, die voor hun voed
sel zorgden, bleven zij in het leven, zoo
dra men echter d:e slaven van hen weg
nam, verhongerden zij, hoewel voed
sel, en vooral honig in overvloed voor.
handen was.
Eene nuttige vereeniging.
De Vereeniging tot redding en be
scherming van kinderen te Weenen
tracht vooreerst kinderen, voor wie
hare hulp wordt ingeroepen, door hare
bemiddeling in voor hen openstaande
gestichten onder dak te brengen. Ge
lukt dit niet, dan neemt zij zelf de zcxrg
voor de kinderen op zich. Te dien einde
heeft zij in de anderhalf jaar van haar
bestaan zes asylen (Kinderheime) ge
sticht, die elk 810 kinderen in den
leeftijd1 van 213 jaar herbergen. Aan
het hoofd van elk dar asylen staat een
door de vereeniging aangesteld kinder
loos echtpaar, dat door veelvuldige be
zoeken van de dames-leden van het
comité wordt gecontroleerd. Va» dit
echtpaar gaat de man. evenals in elk
huisgezin, naar zijn werk. terwijl de
zorg voor het lichamelijk en geestelijk
welzijn der kinderen aan dei vrouw is
toevertrouwd. Natuurlijk behoudt de
vereeniging zich de beslissing voor om
trent alle gewichtige vragen, die de
ontwikkeling en bestemming der ver.
pleegden betreffen.
De kinderen genieten op deze wijze
alle voordeelen van de opvoeding in
het gezin «n bezoeken de openbare
scliooL Aanvankelijk is men over de
uitkomsten zeer tevreden.
Arruo studenten.
Onder de Amerikaansche studenten
zijn er honderden die den weg naar
de wetenschap slechts door groote
opofferingen bereiken. Het geval van
den jongen Harcourt Johnson, een
student aan Yale College, is teeke
nend.
Toen deze naar Newhaven ging,
had hij geen dollar op zak en hij ge
voelde zich gelukkig, pension ©n inwo
ning in een studenten-logies te kun
nen verdienen ais kellner, enz. De te
rugreis naar Maine in de vacantie
deed! hij als chauffeur op een auto
mobiel. Op de wereldtentoonstelling
te Chicago werden de rolstoelen bijna
zonder uitzondering door studenten
voortbewogen; anderen dienden den
bezoekers als gidsen. Een student
uit Columbia hield zich gedurende
zijn studiën, door een kleinen melk
handel te drijven, in het leven.
Andere Amerikaansche studenten
zijn werkzaam als schrijvers, stem-
menwervers, kellners, journalisten,
stenografen, typewriters en velen heb
ben zich in het leven gehouden met
het geld, dat zij met schoenpoetser! en
het verkoopen van couranten verdien
den. Velen krijgen plaatsen in win
kels; in het kort, zij verrichten alle
mogelijke bezigheden. Even ijverig
zijn de vrouwelijke studenten om een
universitaire opleiding te krijgen. Ook
zij verrichten allen mogelijken ar
beid. Dit geldt eveneens van de Engel-
scha en in het bijzonder van de Schot-
sche vrouwelijke studenten. Een man,
die thans beroemd geworden is, was
in zijn tijd blij, 2 shillings daags te
verdienen met de bediening in een
restaurant, en een bekend theoloog
verzamelde liandteekeningen op uit
te geven boeken en verdiende eenige
shillings als reporter.
Zelfs in Oxford en Cambridge, de
universieiten van gegoede studenten,
zijn steeds een aantal studenten, die
gaarne handenarbeid verrichten oan
hun lichte beurs beter te spekken.
Gedurende de groote vacanties hebben
sommigen geld verdiend als muzikan-
De groote moeite, die Engeland
heeft, om voldoende manschappen
voor den oorlog in Zuid-Afrika aan
te werven, heeft Caran d'Ache geïn
spireerd tot de volgende gefingeerde
couranten-mediedeeling, die hij bij
zijn, hierbij afgedrukte, teekening
voegt:
„Een nieuwf regiment yeomanry zal
te Londen gevormd worden. Het zal
ten op badplaatsen en als landbou
wers, koetsiers, en clubkellners.
Een drama.
Een winkelbediende te Epinal kreeg
dezer dagen twist met zijn vrouw.
Plotseling greep hij haar bij de keel
en sloeg haar met een houten leest den
scliedei in, zoodat de vrouw onmiddel
lijk dood was. Zijn dtlie kinderen, die
de'misdaad hadden gezien, dreigde hij
te zullen worgen als zij er'een woord
van zeiden.
De moordenaar verwij derde daarop
zorgvuldig alle bloedsporen en ging op
het stadhuis aangifte doen van het
overlijden zijner echtgenoote.
Een bond van slapeloozen
is te Chicago opgericht en zijn leden
tal neemt met den dag toe. Om lid te
kunnen worden, moet men zich ver
plichten nooit langer dan 4 uur per
nacht te slapen en dezen rusttijd ook
zijn kinderen als men ze heeft na
tuurlijk als maximum op te leg-
>n.
Op de constitueerende vergadering
hield de voorzitter de volgende rede
voering:
„Sedert ik uit mezelf den duur van
Het Beursregiment.
in hoofdzaak bestaan uit recruten, die
tot de Beurskringen behooren."
En tengevolge van de samenstelling
van dit geduchte korps aldus fanta-
seert Caran d'Ache verder doen
zich overal de teekens voelen van een
uiterste en algemeene poging van En
geland, om den Transvaal-oorlog
tot een einde te brengen.
Welken indruk de tijding van de
oprichting van het regiment op deBoe
ren maakt, drukt Caran d'Ache in de
teekening uit:
Een Boer komt generaal De Wet d«
nadering van het hooggehoede en ge-
wandelstokte beursregiment melden
En oom Christiaan, die juist heel ge
noeglijk een dutje deed, roept ironisch
hit: Sapperloot, neef, nou zijn we
verkouënl
mijn slaap tot 4 uur beperkt heb, voel
ik me werkzamer, veerkrachtiger en
gezonder worden dan vroeger. Duizen-
dien menschen bederven hun leven
door noodeloozen slaap. Het is een
teeken van luiheid en te Chicago heeft
men geen luiaards noodig."
Naar het Eiu/ehch.
Ik viel in slaap, en ik droomde, en
in mijnen droom had ik een visioen.
Ik zag de gestalte van eenen engel;
zijn gelaat straalde van vreugde; zijn
oogen schitterden van een licht, dat
door de duisternis heendrong en een
helderen glans wierp over alles, om
zijen lippen speelde een glimlach, zoo
liefelijk, zoo vreugdevol, dat ook ik
terwijl ik naar hem keek, voelde, dat
mijn mond zich plooide tot eenen blij
den lach. Om zijn hoofd droeg hij
een kroon waarop, met gouden let
ters, één woord geschreven stond, een
enkel woord: „Hoop".
Ik was getroffen van zijne schoon
heid. Maar mijne oogen dwaalden on
willekeurig af naar hetgeen hij met
zich droog. In de linkerhand hield hij
een gesloten boek, zoo zwaar, hij kon
het nauwelijks vasthouden; het droeg
de sporen van veelvuldig gebruik, het
was bevlekt, gehavend, maar de ijze
ren klampen hielden het zoo stevig
omsloten, alsof niets het zou kunuen
openen. De titel was duidelijk zicht
baar, doch het scheen mij, dat zelfs
de engel zuchtte toen. hij mij dien zag
lezen.
„Het Verleden", aldus luidide hij.
„Heer, sprak ik in mijn droom,
„mag ik dat boek openen?"
De engel schudde ontkennend het
hoofd.
„Velen hebben dit vóór u gevraagd
gaf hij ten antwoord, „velen hebben
op hun knieën gesmeekt, met heets
tranen van droefheid, om, al ware het
slechts één woord, op deze bladzijden
te mogen overschrijven; maar eene
bladzijde, die eenmaal is omgeslagen,
kan nimmer opnieuw beschreven wor
den, al wilde mon er zijn leven voor
geven. Slechts één ding zou het schrift
uit dit boek kunnen uitwissclien."
„Ik bid u Heer!" riep ik, „zeg mij,
wat is dit ééne? Is het gemakkelijk te
volbrengen, is het een gewone zaak,
Een Zaterdagavondpraatje
Dezer dagen moet ergens een onder,
wijzeres of een onderwijzer bij het tij
delijk afscheid nemen van de leerlin
gen gezegd hebben: „Denk er wel aan
kinderen, de vacantie is er niet voor
jullie, maar voor ons." Deze verklaring
mag dan niej, bijzonder paedagogïsch
wezen, (men zou zelfs kunnen bewe
ren, dat ze volkomen overbodig is) in
elk geval bad ze de verdienste van
openhartig te zijn. Ik vrees maar, dat
dc heteekenis daarvan op de jeugdige
kinderhersens is afgestuit. Het is na.
melijk een eigenaardigheid van vacan
ties. dat wie ze krijgt juist vindt, dat
ze voor ham noodig zijn en voor een
ander minder of wel in 't geheel niet.
De onderwijzer, de leeraar en de
ambtenaar, in den laatsten tijd ook
de koopman, kunnen zich hun bestaan
niet deuken zond :r vacantie. De leeraar
evenwel zegt van den koopman: „w
voor moet d i e man nu nog; vaïfSntTe
hebben? Wel, hij Ireeft den heelen dag
vacantie."
De koopman op zijn beurt vraagt:
„waarvoor dient nu eigenlijk een leer
aar zoo'n lange vacantie te hebben! de
man werkt half zooveel uren da: gs als
tik." En de ambtenaar op zijne beurt is
ervan overtuigd, dat hem in de aller
eerste plaats vacantie toekomt en dat
de anderen lang zooveel slijtage niet
hebben als hij.
Hieruit volgt, dat de kindereu op
huu beurt wel eens van meeniug zou
den kunuen wezen, dat de vacanties
er zijn voor hen en niet voor hunne on
derwijzeressen en onderwijzers een
stelling, die ook wel wat waard is.
Maar wat te zeggen van het feit, dat de
Kerstvacantie op de lagere scholen al
hier een dag later begonnen is dan
voor de hand lag en dat wel, omdat
het gemeentebestuur geen vacantie ge
ven wou aan vele ouders?
Dit lijkt een puzzle en bijna onzin,
maar is het toch inderdaad niet.
De Kerstvacantie zou redelijkerwijs
hebben kunnen beginnen op Zaterdag
21 dezer, bij 't eindigen van de school
week; ze IS begonnen op Maandag 23
dezetr, dus aan 't begin van een nieu
we schoolweek. En waarom? Zag Dr.
Nieuwenhuijzen Krusenian. onze wet
houder van onderwijs, belang voor de
ontwikkeling van de jeugd in die -laafc-
ste studiën op Maandag? Ik geloof van
niet. Veeleer denk ik, dat hier de in
vloed van zijn neef en collega, Dr.
H. D. Kiusemau, den wethouder van fL
nanciën, is gebleken. Immers de leer
lingen van de tusschenscholen bren
gen op Maandag hun schoolgeld mee
en het ligt dus voor de hand, dat de
gemeente vacantie gaf op Maandag om
die gelden, naar ik heb hooren zeggen
■n paar honderd gulden, nog te incas-
seeren.
Zoo heeft iedere poëtische zaak een
prozaïschen kant. En zoo kan iedere
zaak, zelfs de meest nuttige, vau ver
schillende kanten bekeken worden.
Daar is bijvoorbeeld de Rijks-post
spaarbank. Zelden heeft het Rijk een
instelling gesticht, die zoo nuttig
werkt: je zoudt er een stuk of wat wet
ten en een paar belastingen voor wil
len missen, wanneer het Rijk nog eens
een dergelijk helder denkbeeld kreeg.
De directeur, Mir. Armand Sassen, doet
alles wat in zijn vermogen is om de
stichting populair te maken en succes
te bezorgen en dat gelukt ook zeker.
Maar waarom stuurt deize spaarbank,
die nu gehuisvest is in een pracht
van een gebouw, zulk afschuwelijk
drukwerk de wereld in? Voor mij ligt
een boekje, bevattende de belangrijk
ste voorschriften betrekkelijk den
dienst. Het is gehuld in een groen om
slagje en gedrukt op de beroemde qua-
liteit papier, waarvan men pleegt te
zeggen, dat ze aan een koffiezak doet
denken. Natuurlijk komt daarop de
sierlijkste letter niet tot haar recht. De
verklaring van dit feit zal wel hierin
liggen, dat het boekje kosteloos ver
krijgbaar is. Zon het evenwel nïei oc-
ter wezen hot wat mooier te maken in
er dan eeu paar centen voor te vra
gen? Of kan, als dat rtict gaat, de Rijks
postspaarbank niet eens een beetje bij
zichzelf gaan sparen, om zoodoende tot
een fondsje te komen, dat haar in staat
stelt, althans behoorlijk drukwerk aan
hare spaarders af te leveren?
Het moet pikant zijn. wanneer de
Rijkspostspaarbank op haar beurt ook
eens gaat sparen en zoodoende haar
eigen „inlagcr" wordt. Neen, ik ver
schrijf me hier niet, ik bedoel Inlager
en niet inlegger. Ik begrijp immers in
't geheel niet. waarom het bovenge
noemde boekje telkens gewaagt van
'Inlage voor inlegging, als het ook
niet spreekt van i n 1 a g e r in plaats
van inlegger. Dan is er ten minste stel
sel' in de gernanismon, wat er nu niet is,
omdat de Bank leukweg telkens spreekt
van inlage en van inlegger. Er hangt
trouwens over 't geheel een zeker bui-
tenlandsch <*■-? uitje over h t boekje. Wij
len de Vries en te Winkel en zelfs de
revolutionaire Kollewijn zouden ver
ontwaardigd zijn, als ze lazen: AAN
deze personen is alsdan, natuurlijk, de
medewerking van den kantonrechter
niet noodig.
Ik zal nu maar heenwandelen over
kleinigheden, zooals de uitdrukking
TE wiens name, in plaats van ten, de
uitdrukking DAN wel in de plaats van
OF wel. Maar met belangstelling heb
ik gelezen, wat een Rijkspostspaar
bankboekje eigenlijk is. Het staat te le
zen onder het hoofd „Terugbetalin
gen" en lu'idt als volgt: „De spaarbank
boekjes hebben, juridisch, het karak-
„ter van titel op naam."
Het zal vrijwel bekend wezen, dat
de inleggers (of inlagers) van de Rijks
postspaarbank zeer zelden tot de mili-
onairs behooren. Integendeel worden
ze veelal gevonden onder de minder
vermogenden die in den cregel geen tijd
hebben gehad om zich dwars door hun
ne drukke bezigheden heen, nog kennis
van rechtskundige termen te vergaren.
Ik vermoed derhalve, dat velen zich
stomp zullen hebben getuurd op de
deftige verklaring en dat het aanbeve
ling verdient, 'in een volgende uitgave
van het boekje ditzelfde eens in andere
woorden te zeggen.
Maar ik schei er met deze kritiek
uit, men zou bijna gaan denken, dat
ik iets tegen deze instelling had. En dat
is toch volstrekt niet het geval: integen
deel. De kritiek betreft dan ook alleen
maar den buitenkant, 't Gaat met kri
tiek alleen maar zoo: "Begin je er een
maal mee, dan kan jeer bijna nfet van
Uitscheiden. Ik wil dan ook veel liever
nu eens een pluimpje uitdeelen en daar
voor heb ik onze Haarlemsche gemeen
tereiniging op 't oog.
Aan die inrichting wordt n'iet alleen
gewerkt met ernst, maar ook met over
leg. Een dag of wat geleden, toen de
straten zoo goed als onbegaanbaar wa
ren door sneeuwmodder en modder-
sueeuw, toen hoorden we van alle kan
ten vragen: ..waar blijft de reiniging?
Waarom gaat ze den boel niet oprui,
men?"
De rein'iging evenwel ruimde niet.
Weliswaar zag men nu en dan den be
roemde veegwageu eens rondrijden,
maar dat geschiedde blijkbaar alleeu
om hem voor roesten te bewaren. Op
vele plaatsen waar een onbeschrijflijk
dikke modderlaag zich rustig had ge
nesteld, veegde de wagen niet. Het ge
val deed denken aan den welbekenden
Paaschos, die in triomf door de stra
ten wordt gevoerd, maar waarvan nie
mand zich ooit herinnert een stukje
te hebben gegeten.
Derhalve geen sneeuwreiniging. hoe
wel dat nu wel zoowat het cenige is
waarvoor ons gemeentebestuur een
blanco crediet krijgt. Wij aan 't mop
peren! Natuurlijk! Waarvoor zou je
ze'f een kostbaren reinigingsdienst na
houden, wanneer je daar niet af en toe
eens ferm up mopperen kon'? De rei
niging hulde zich evenwel in een
sphinxaclitig zwijgen en keek naar de
lucht, „om te kijken of er niet nog
meer sneeuw vallen zou," zdiden de
nijdigsten onder de pruttelaars.
Maar dat was het niet. Dinsdag
avond kwam de groote regen storm en
veegde in een uur of wat allo sneeuw
modder van de straten, zoodat we met
Kerstmis droogvoets over de straten
konden -aan. Daarop had de gemeen
tereiniging gewacht! Wat honderde
mannen met spaden en een dozijn
veegwagens nog in geen dag zouden
hebben kunnen gedaan krijgen, dat de
den de regenbui en do wind met huu
beiden )ln een paar uur. Sneller, beter
on goedkooper kan het al niet! En nog
moppert men over onzen roinigings-
d ensl!
Moge dat in het Nieuwo Jaar beter
worden me^zooveel anders, dat towen-
schen overlaat En mogen mijne lezers
don overgang van oud tot nieuw vie
ren met opgewektheid eu zonder som.
here gedachten, zonder heriniïering
aan ondervonden ieleurstolLiugen en
verloren vrienden, hot laatste vooral,
want dat is het pijnlijkst en het aller
meest op oogenblikken als de Oude
jaarsavond!
lïii deze gedachte komt zelfs Bij een
Zaterdaguvondprater de ernst boven.
En toch liggen bij ons, sterfelijke men-
sch :n lach en troon zóó dicht naast el
kander, dat zelfs in de ernstigste over
peinzing de glimp van den humor niet
ontbreekt.
In onze stad bestaal een vereeniging
waar het gewoonte is, dat op de alge
meene vergadering de sedert de vorige
algemeene vergadering gestorven le
den door den president worden her
dacht. Daarbij herdacht hij eens
iemand, die geen lid van de vereeni
ging was en eeu anderen keer iemand
die nog iïiet dood was!