Onze verhalenwedstrijd. Licht en Schaduw. Rubriek voor Dames Eed zaakje mei Struisvogels. DE LAATSTE ZEESLANG. FEUILLETON. Goede smaak is een gave zoo goed als een andere en wel éene, die hoofd zakelijk is toebedeeld aan de vrou wen. De waarde van haar werk hangt dikwijls af van de meerdere of min dere mate. waarin haar die gave is toebedeeld. Costuumnaaisters. bloemenmaak- sters. bouquettenbindsters. kunst- naaldwerksters. zelfs de huisvrouwen en wie weet nog meer. kunnen het meest in haar vak presteer-en, als haar trouwe bondgenoot ..de goede smaak" haar niet in den steek laat. Natuurlijk moeten eenige goede eigenschappen dien aanleg te hulp komen als daar zijn ijver, netheid, handigheid, enz., maar zij kunnen door een ernstigen wil naar plichts betrachting aangekweekt worden, terwijl de goede smaak zich niet. laat dwingen. Er zijn zoo enkele uitverkorenen, die laten wij het noemen, een geluk kige hand hebben. Door een paar meubelen te verplaatsen of hier wat bibelots weg te nemen en daar wat neer te zetten, weten zij een stijf ge meubileerde kamer een bevalliger aanzien te geven: een enkele ver schikking van het garneersel van een hoed doet wondieren: een paar bloemen in een bouquet of eenige er uit en wij moeten het erkennen, zij is veel aanlokkelijker. Dikwijls is die goede smaak een gevolg van belang-1 stelling voor het. stoffelijke om haar heen en de daardoor gevolgde opmer-1 kingsgave. Natuurlijk wordt zij even als wij allen beheerscht door de mode 1 doch haar aanleg doet haar altijd het meest aantrekkelijke in die mode j ontdekken en zoekt dat in harmonie te brengen met. de omgeving, waar het toegepast moet worden, hetzij dat een vrouw, een intérieur of een klee- dingstuk betreft. Toch heeft die goede gave behalve de genoemde belangrijke lichtzijde, ook haar schaduwzijde en wel deze. dat de gelukkige bezitster gevaar loopt voor groote oppervlakkigheid, waar haar belangstelling zoo sterk naai' het stoffelijke overhelt. Eens ging ik met een kennis een j tochtje per stoomboot, maken. Wij j stapten er op. terwijl een wederzijd-j scha kennis de boot afging, ons met haar vroolijk, vriendelijk gezicht har- telijk goeden dag zei en verdween on der de menschen. „Hoé kon Emma nu ter wereld zoo'n hoed opzetten: hij kleurt haar in het minst niet en zag je wel hoe leelijk haar rok hing, gelukkig dat er zulke keurige laarsjes onderuit kwamen," hoorde ik naast mij van mijn reisge zelschap. ..Me lieve mensch. antwoordde ik kregelig. ..ik heh niets van dat alles gezien, ik zag alleen haar aange naam. opgewekt gezicht." Toch had ik ongelijk toen hoos te worden, want haar aangeboren goe den smaak was natuurlijk direct in strijd met hetgeen zij zag en daar- door trad het andere op den achter grond. Maar juist dat laatste houdt eene aansporing in voor haar, dlie zoo gelukkig zijn als boven omschreven om geest en hart ook voortdurend voedsel te geven, zoodat zij niet op groeit tot een beeldig, maar opper vlakkig modepoppetje. De Parijsche vrouwen die strijden voor de rechten der vrouw loopen ge vaar zich belachelijk te maken door den volgenden merkwaardigen eisch. De gewone postzegel draagt de woorden ..Droit de rhonune" (recht, van dien mensch) op en. opien boek. De vrouwen weigeren in te zien dat hier met. l'homme, de menscll en niet de man is bedoeld- Zij beweren, dat hier mannelijke rechten zijn gesteld tegenover de vrouwelijke rechten. De vereeniging voor vrouwenkiesrecht heeft als pro test daartegen een postzegel in de wereld gestuurd, die wordt geplakt naast de gewone postzegel, die een maal onmisbaar voor de verzending is. Die postzegel stelt voor een man. dragende een schild, waarip de woor den: ..Droit de la femme' (recht voor de vrouw). Om de postzegel zooveel mogelijk te verspreiden is de prijs heel laag gesteld, op twintig brieven zoo beplakt heeft, zij maar een penny verhooging. EEN PAAR WENKEN..- Om koffie- of nielkvlekken te ver wijderen uit zijden, wollen of amdfe- re stoffen, moeten die vlekken worden ingewreven mei glycerine en dan uit gewreven met. een doek met lauw re genwater. Daarna aan de verkeerde zijde met een warm ijzer gestreken, tot er geen damp meer afkomt Teere kleuren blijven onder döe behande ling onveranderlijk. Om eieren zoo licht verteerbaar mogelijk te koken, legt men ze in ko kend water, doch neemt dadelijk de pan van het vuur en laat ze vijf mi nuten in het water liggen. Voor zie ken en kinderen zijn de eieren dan bijzonder geschikt. 1)0 bekroonde inzending van de |ste Afdeeling. Illusie. (Een Indisch schetsje) door G. H. PRINSEN GEERLIGS. Ze hadden elkander leeren kennen te Kendal, waar zij als tijdelijk onder wijzeres geplaatst werd aan dezelfde school, waar hij reeds eenigen 'tijd als onderwijzer tevens plaatsvetrvan gend hoofd werkzaam was. Reeds dadelijk hadden ze zich sterk tot ei kander aangetrokken gevoeld. Van 't eerste oogenblik, waarop hij I.ize had ontmoet, was 't hem duidelijk, dat die kennismaking op zijn verder leven van groot en invloed zou zijn. 't Scheen hem toe, dat, met haar beeld voor oogen, zijn werkkring die hem vroe ger allerminst bevredigde hem aan genamer, edeler voorkwam, een zekere wijding kreeg Hij merkte 't met nooit eerder gesmaakt genoegen op, dat hij met meer opgewektheid zijn dagtaak begon, en met meer succes bij de jeugd werkzaam was. Meer nog dan de kin deren begon hij naar rt vrije kwartier tje te verlangen, waarin hij haar weer zou ontmoeten als ze samen de spelen, de jeugd moesten snrveilleeren. Meer en meer kwam hij onder de bekoring van haar zielvollen, oprechten blik. haar lieve stem. haar distinctie, haar bescheiden en toch waardig opttreden zoo gunstig afstekend bij de geaffec teerde maniertjes van de dames, die hij tot dusverre in Ihdië had' ontmoet. Zij was een kind des lands, een „non- na" rmaar reeds vroeg naar- Holland gezonden, vanwaar ze op 21-jarigen leeftijd teruggekeerd was, toegerust met de schoonste deugden die ooit een volbloed Europeesche sierden, zonder dat de natuurlijke geschiktheid om zich in Indië aangenaam en gelukkig i'e voelen te loor was gegaan. Behoeft 't ons te verwonderen, dat Lize achting kreeg voor den heer De Koning haar collega düen ze ten volle vertrouwde bij wien ze in alle onbedwongenheid haar hart uitstortte, in wien ze op on derwijsgebied haar meerdere zag, en die haar me.' zeldzame kieschheid orn trein sommige zaken, het onderwijs be treffend, inlichtte? Haar hart klopte luider, als ze de belangstelling op merkte, waarmee hij haar teleurstel lingen aanhoorde, die ze in dit. haar vreemd geworden, land moest onder- Vinden; als li ij haar van zijn jeugd en verloren illusies sprak, als zij zijn aan gename manieren ontdekte, ook bui ten die school. En eens op een morgen was plotse ling de openbaring gekomen, 't Was toen ze elkaar voor schooljtijd goeden mot gen zeiden. Zij had hij zijn hand druk licht gebloosd en zich daarop snel omgewend, maar niet zoo snel of hij had 't opgemorkt. Toen was bij hem plotseling de klare visie gekomen van lang verwacht, tot heden ongekend ge. luk. Aan haar zijde, geïnspireerd door i haar geest.zou hij vindien wat. hij reeds lang maar tevergeefs gezocht had. Reeds den volgenden dag vond hij ongezocht de gelegenheid' haar zijn liefde te verklaren. Met de oogen naai den grond gericht en sterk blozend. hoorde ze hem aan. Lang bewaarde ze 't stilzwijgen. Eindelijk sprak ze: ,,U I zoudit me zeker erg naief vinden als ik u zei. dat uw aanzoek me geheel on- verwacht is. maar toch verrast 'tmeop dit oogenblik zóó. dat ik u niet aan stonds kan antwoorden. Geef me den tijd er over na te denken, een gevoel J van onmacht u in alle opzichten geluk- k g te maken, voor u een vrouw te zijn in den waren zin des woords maakt ine beangst: ik deins op dit oogenblik Lrug voor de zware veramtwoordelijk- heid, die me op de schouders wordt gelegd. Maar ik beloof 't u. ik zal over uw voorstel nadenken. Zoodra 'ik op school kom met een roos op de borst, zal u dat een gunstig teeken zijn. En bij nader nadenken merkte zij I wel. dat ze hem innig genegen was, dat ze hem onrecht liefhad, dat ze niet I bu'iten hem kon. En toen ze zich de toekomst voorstelde, zij gezeten in haar eigen huishoudentje, dat ze zich i heel erg gezellig droomde en dan daarbij 't heden vergeleek, haar om geving. bij twee bejaagde menschen, die haar meer uit genegenheid voor haar overleden vader, dan uit geldelijk voordeel bij zich in huis hadden ge nomen. als ze mei spijt de onverschil ligheid zag waarmee die menschjes haar verhalen aanhoorden, toen be greep ze wat haar te doen stond. En geen half jaar nadat Herbert de j Koning een pas ontloken ..la France" zich op '1 lichte schooltoiletje van Lize had zien afteekenen en hein als een I ster van blijde hoop en verwachting tegen had gestraald,, werd hun huw.- lijk in alle stilte gesloten. Gelukkig waren ze en bleven ze. en i dill geluk werd niet weinig verhoogd toen na een jaartje zich een meisje als derde huisgenoot kwam aanmelden. Zij 't kleine moedertje verzorgde geheel all n haar lieveling, liet 't ba den, klqedon en voeden nooit aan een baboe over, zonder dat ze daarom ook maar even te kort schoot in haar plich ten tegenover haar man en ooit de kleine attenties verw aarloosde waarop hij. naar haar meening. recht had. Er was dus voor haar alle reden om vroo- lijk en opgewekt te zijn en een opper. vlakkig beschouwer zou niet anders gemeend hebben dan dat, hij 't. indcr- daad' was. Maar hoe goed hij 't ook trachtte te verbergen ZIJ zag maar al j te duidelijk dat hem iets hinderde. Daar ze in de verste verte nie!! ver moedde. wat 't wezen kon. besloot ze er j hem rondu'it naar te vragen. 't Was op een Zondagmorgen. De kteiine sliep en zij zaten samen de il lustraties uit de leestrommel te bekij ken. Op eens zette ze zich vlak naasft hem neer, vatte zijn hand en hem diep in de oogen starend sprak ze: L'ieve. beste man, je hebt iets. wat je hindert en dat je voor mij verzwijgt, toe zeg 'l me. ..Voor mijn vrouwtje heh ik geen geheimen." zeg je zoo dikwijls. En hij, op dit oogenblik allerminst 1 op deze vraag voorbereid, maar niet m slaat te huichelen, stortte zijn hart uit in de volgende-bewoordingen: I Liefste! '1 Is helaas! weer de oude j geschiedenis. Ik Vind1 hier evenmin ais in Holland bevrediging in de betrek king, die ik bekleed. Toen 'ik jë leerde i kennen scheen 't me toe. dat ik, met, I jou beeld voor oogen. vrede had: ge- I kregen met mijn betrekking; maar l langzamerhand voel ik me terugval- I len tot mijn vroegere onvoldaanheid I en tot 't besef van mijn onmacht om j kleine kinderen met luslt en opgewekt heid. les te geven. Ware 't me gegeve.r. I meer ontwikkelden te onderwijzen, «au jongelieden met wie ik van gedachte". 1 zou kunnen wisselen, aan personen wien ik belangstelling zou weten in t I boezemen voor 'I vak. waarvan ik mijn speciale studie zou maken, dan zeker I zou ik met hart en ziel werkzaam we_ zen. dan zou ik pas leven! O! je weet 't zeker nog wel, hoe genoeglijk we sa- men in den eersten lijd van ons huwe lijk Engelsche- werken lazen, hoe je me vaak mek 't geven van dictée's in d e taai een genoegen heb gedaan, hoe grondig ik toen mijn grammatische I studiën opgevat heh. Dit was meer dan eenvoudige tijdpassecring. Ik heb 't je I nooit willen zeggen. Maar t moest voor jou een verras sing blijven en mij was 't een illusie in ons a..s. verlof voor 't Engelsch de acte A te behalen en zoo Ve trachten, al was 't dan ook maar lijdelijk, aan een Hoo- gere Burgerschool geplaatst te worden. 1 Thans zie ik 't vruchtelooze van die po ging in. Hoe wil ik systematisch en met succes studeeren. hier in d'it ver slappend klimaat zonder leiding, ver van deskundigen bij wie ik mijn licht 1 zou kunnen ontsteken, hier te Kendal, j met onze z'ich steeds uil! brei den de con- versatie. Neen 't gaat niet.. Uit mezelf j was ik hier nooit oven- begonnen. Is 't al niet erg genoeg dat één van ons on_ I der 't Led gebukt gaat? j Zij antwoordde niet. ze gaf hem een I kus en ging kalm aan haar huiselijke bezigheden maar geheel vervuld van 't j gehoorde. Zou voor dat kwaad geen kruid gewassen zijn?Stond ze hier voor een onoplosbaar vjraagstuk. M as ze liter machteloos: zii? de moedige, de i zichzelf vergelende liefhebbende echt- genoote? Zij? wier roeping "t was haai man gelukkig te maken? Twee dagen later zaten man en rouw wsei* hand in hand. Thans is zij het die 't woord voert: Manlief! ik heh dezer dagen lang en veel over 't onlangs gesprokene na gedacht; ik heb iets gevonden, waar- over ik je meening wel eens hooren I wil. Vooraf zeg ik echter dat "t door mij beraamde plan van ons be'iden zware offers zal eisehen. Luister eens, j ik had zóó gedacht: 't Zal je. in je te. genwoordigen. zenuwaclitigen toestand I weinig moeite kosten van den dokter I een certificaat te krijgen dat je recht - geeft op een buits-nlanc'sch verlof voor d n lijd van twee jaar. Dien tijd maak je je ten nutte om L leeren en examen :o doen: s die termijn wat kort. dan kan jdien nog tweemaal telkens met een half jaar verlengen. T Verloftrac- tement zal jtatuurlijk niet toereikend zijn om in de behoeften van ons drieën •ie voorzien en bovendien acht ik een zoo langdurige reis voor onze kleine niet zonder gevaar. Ik blijf dus mei ons kindje hier -n zal trachten door 't geven van Fröbel- en handwerklessen in mijn onderhoud te voorzien. Lui me cli' niet, dan 'is oom te Snerabai er nog altijd, die me natuurlijk we eenigen lijd huisvesting zal willen gj ven. Dit plan ondervond, zooals ze w< verwacht had, van zijn kant tal va tegenwerpingen. Hoe zou hij zonde haar en d kleine kunnen leven? Ho zou 't haar gaan. hier met 't onzekei bestaan of ginds de gast van haar oo; die 't ook al niet breed had'en dan t Soerabaia de stad wegens haar ongt zoncle ligging zoo door haar vera! schuwd? Maar zij bleef aanhouden: beter dri jaar- van t leven opgeofferd dan ee leven voort Le sleepen dat voor beidei een lijden zou zijn. En hij zwichtt voor haar redeneering. 11 ij ging en kwam behouden in Hol land aan en schreef dat alles naai wenseh ging. Minder-opgewekt wam haar brieven. Met 't geven van lessei was 'I niet gegaan zooals ze zich voor gesteld had, zoodat ze zich genood zaakt had' gezien de gastvrijheid, vai haar Oom in te roepen. Als O'onvgewe ten had, hoe kort zij hem tot last zot wezen, hij had zijn antwoord „dai: z< verwacht werd" wat hartelijker ge steld. Ach! neen! hij zou haar nie lang tot logé hebben. Over geheel Java. maar inzonderheit Soerabaia woedt de cholera. Onder d< aangetasten behoort, ook Lize. Zij lijd ondraaglijke pijnen, maar meer noj dan 't lichaam lijdt haar arme ziel. Zc denkt, aan haar besten man. die een de zer dagen examen moet doen, ze denk) aan haar kleine lieveling, die als wees achterblijf!. Ze voelt haar einde nadie ren. maar ondanks alle folteringen ■komt geen klacht over haar lippen. Daar wordt haar een telegram over. handigd. Ze leest slechts 't eene woord: „Gel staag d." Een hemelsche glimlach versiert nog even haar vermagerde trekken. De oogen vallen toe. Lize is niet meer. Haar roep' ng was vervuld. Zijn illusie was verwezenlijkt. De wereld: der electroteclinici is eenige weken geleden in beroering ge bracht door de tijding, dat het Marco ni. den uitvinder van de draadlooze telegrafie, gelukt, zou zijn op New- Foundland teekens op te nemen, die op te voren bepaalde tijden van En geland uit over den Atlantischen Oce aan .volgens zijn seinsysteem, waren afgezonden- Marconi zou namelijk op zijn station op New Foundfland her haaldelijk de letter S.. in Morse schrift voorgesteld door drie even ver van elkaar verwijderde punten hebben ontvangen. In Engeland' gelooft men nog niet aan die juistheid van dit bericht: men schrijft het ontvangen dier tëekens toe aan atmosferische storingen, die zich hebben doen gevoelen door aanslag op de gevoelige Marconi-toestellen. En sommigen gaan zoover, dat zij het be richt beschouwen a's een product van den wmterkomkommertijd. als een winterzeeslang in den vorm van een S. Deze.bewering is op de plaat in ca- ricatuur gebracht: Marconi ontvangt geknield het eerste sein door middel an telegrafie zonder draadi over den Allantischm Oceaan: een zees'ang in den vorm van een S. En da bestuur- cte;s van de Anglo-American Cable Company, die het monopolie heeft voor de correspondentie per draad tusschen Engeland- en de Vereenigde Staten, zien de gebeurtenis met onge rustheid aan en beklagen zich vast over oneerlijke concurrentie bij eon politie-agent. „Van dep prijs van struisvogels ge sproken ik heb er een gezien, die driehonderd pond had gekost," zeide de vogelman, zich verdiependi in de herinneringen zijner jonge jaren. Driehonderd pond-, meneer!" Hij j keek mij over zijn bril aan. „En een anderen heb ik er gezien, die geen vier pond, kon opbrengen." Neen zoo verteld? hij verder hei was volstrekt geen buitengewoon exemplaar. Het was een dood gewone I vogel zelfs een beetje verschooierd, i ten gevolge van de zeereis. En hij was j ook niet dp éénige op de markt. Ze I waren met hun vijven. Vijf struisvo- gels. zou men zoo denken, konden ge n phantasieprfis opbrengena Maar het fijne van de zaak zat hem hierin, dat een van die vijf diamant had op- i geslokt. Ja. ja! Het heerschap, waaraan rle diamant toebehoorde, was een '.ekere S:r Mohini Padishah, een oosterling op zijne manier een verbazend groote sinjeur, met een 1 eel ij ken zwarten kop en een Iioogen hoed en p dim tulband stak drie diamant. Het lieve vogeltje deed ineens - pik! en weg was de diamant het keelgat j door. En toen Sin- Mohini Padishah er spektakel over begon te maken, 'u [begreep de vogel dat. hij een .- jon- gensstretk had uitgehaald, en met zijn slechte geweten liep hij h-een mi meng de zich onder zijne kameraads, om zijn incognito te bewaren, denk 't Was alles in een ommezien -e" -nd. Ik was er dadelijk met mijn n- i- tij en daar stond die zwarte <.•'<•- iaat te vloeken bij al zijne heiden<cne af goden, en een paar zeelui h-olren^ zich den huik vast van 't lachen. Het was een curieuse manier om een om mant kwijt te raken dat is zeker. Eén van de vijf vogels had liet gedaan Sclirtxtii run 11 A .-I Zijn oogen. Dat wérd» zijn groote zorg. Eerst hield- zijn verschrikkelijk lot. hem geheel bezig. Gedurende zijn rijk en druk Leven had hij veel gestudeerd, misschien wel al te veel voor zijn zwakke oogen, die al kleiner schenen te worden. En op zijn vijftigste jaar. toen hij overigens nog krachtig en vol levensmoed was, werd hij blind. Men bad hem er nooit op voorbereid uit liefde. Eiken dag knorde de spe cialiteit die hem behandelde iets dat een goedkeuring moest heeten, ten minste zijn dochtertje, dat hein zoo zacht en trouw verpleegde, legde het zoo uit. Moe was doodt Zelf begreep hij anders, hoewel hij er niet aan wilde golooven. Ontken nend kon hij het hoofd schudden, als hij. in dof nadenken verzonken, aan dat ergste dacht; ontkennend alsof ecu levende stem het hem had gezegd. Neen. hij wilde niet, hij wilde tl. Hij kon nog meer zijn voor vin we tenschap, voor de mensch he id. Natuur ging echter star haar gang. Eiken dag scheen de zon 1 ?va i uis- terder. langzaam versomberde de hel dere dag-klaarte om hem heen, de schemering kwam, al nader, eindelijk werd het nacht, inktzwarte leegte, le vende diood! Dat was een verschrikkelijke tijd. ook voor het jonge meisje. Zij was zulk een zacht, blond popje, zonder eenige vorming door het le zen. Want dat was tot dus ver niet noodig geweest. Onbezorgd leefde zij voort, zich koesterend' in de warme liefde van haar vader. En nu werd zij geroepen tot zulk eene groote ernstige taak. Dagen, weken en maandföjj, gingen i voorbij; dat zij slechts rond kon gaan als stille ziekenverpleegster, vóór het overmoedige en onstuimige leven in 1 zijn binnenste zich had gelegd. Daarop kwam een tijd dat hij. uit gestreden. zich weemoedig berustend, neerlegde, alsof hij sterven ging. Dit. was misschien wel de ergste toestand, maar ook dezen kwam hij door; het bleek slechts een stadium te zijn in het natuurlijke proces. Toen werd hi j kalmer en natuurlijker hoewel, zij merkte het met ingehouden verdriet op, hoewel nooi oudle meer. Hij had-een stil heimwee, een heim wee zooals een zwerveling heeft naar zijn ver vaderland, gelijk opgesloten oude zeelui kunnen hebben als het stormt door de lucht. Hij dacht niet 1 aan het v-er duister dó Licht, maar al- tijd aan zijn studie, aan zijn boeken, j aan de letters, die hem een troost v a- ren geweest en een vreugde, heel zijn j leven door. Toen stelde zij het hem eens op een droeven dag. schuchter en bescheiden voor. En hij. hij greep het aan met beide handen, als een die verzinkend een stroohalm omklemt. Voortaan zou zij zijne oogen zijn. 1-Iet leven vormt, het leven ver vormt ook. De kennissen begrepen haar niet meer. Natuurlijk, de slag was verschrikkelijk geweest, maar het had nog erger kunnen zijn; haar va- dier had: kunnen sterven, of arm wor den. En, niet. waar, zij zaten er nog warmpjes in? Waarom die ernst dan voor een jong mieisje. Kom, kom, zij moest maar vroolijk. zijn, en eens uit gaan. Voor één dagje maar om te be ginnen. Kunt u dan voor een dag uw oogen missen?, had zij gevraagd, met een groote overwinning op zich zelf, want zij was eigenlijk nog zoo jong en dar tel. En verbaasd, haast een beetje ge- piqueerd', liad men de uitnoodiging niet herhaald. Blinden zien echter vaak scherper dan zienden. 't, Is of alles samenwerkt on), hun het gemis te vergoeden. Hij vermoedde wellicht wat er in haar omging, niettegenstaande haar kalme, vroolijke stem, en altijd rustige ma nieren. Of misschien ontstond de ge dachte door angst, den eigen-lieven den angst van een zieke. H ij was bang haar te verliezen. Dat werd zijn groote zorg. Als zij even uit was geweest, vroeg hij altijd met 'n tikje argwaan waar heen zij was geweest. Hij had liever dat zij niet. alleen op straat ging. Een andermaal moest zij beschrijven hoe groot zij nu al werd, en of zij mooi was. Toen lachte zij hartelijk en luch tig. Niettegenstaande zij pijn voelde schrijnen. Mco-i, hoe kon zij dat nu zeggen? Maai1 het was waar, zei ze plagend', de lieeren keken al wat naar haar. Hij schrok er haast van, en liet zijn fijne vingers zacht dwalen langs de donzen wagen, die frisch waren als pas ontloken rozen. Als men haar eens wegnam! Hoe kleed je je. vroeg hij weer op een anderen dag. Zoo, zoo, n licht- blauw japonnetje, een fluweeltje, en j verschillend? aardige blouses. Dan zag zij er zeker lief uit? Maar zij moest zich toch maai- n-.iet al te opvallend kleeden. Dat stond niet voor een meisje zondier moeder en met een blin- den vader. En luister nu goed; want nu ga ik een heldendaad'vertollen van het klei ne, blonde meisje. Zoo tegen schemeravond was het ge beurd dat er voorhij kwam een jong dokter. Hij had een drukke practijk. vooral in die buurten der armen, en het was hem aan te zien hoezeer zijn i werk hem vervulde. Maar eens. toevallig, had' hij een blik geworpen naar binnen. Vlak bij het raam had hij ze toen zien zitten: den blinden grijzen vaderen het mooie jonge meisje. De lucht stond in bloedrood verster- I ven achter het zware plantsoen voor de deur. Klaarblijke'ijk vertelde zij j hem er van, want het gelaat van dfen j ouden man was luisterend naar haar opgeheven, terwijl zij, al maar vertel lend. keek naar de kleurenpracht van den hemel. Dat greep heni aan. meer dan dc k-oneelen der ellende die hij dagelijks 7 door het ongewoon-tragische der situatie. Onwillekeurig, later opzette lijk, nam hij eiken dag zijn weg eens langs liet huis om haar te zien. Want dat had een woixletrlijk-zaligen in vloed: op hern. Hij wist. nog niet wat liefde was! Het kon nie! uitblijven'of zij moest hem ook opmerken, en met. die onbe vangenheid van een jong meisje dat weinig in de wereld geweest is. glim- lachte zij hem ton slotte tegen als een goeden, oudten kennis- Toen vatte hij moed Hij wist van een haar bekende familie een uitnoodiging te verkrijgen voor een avondje waarop zij ook ge- nood'gd werd. De lieve mevrouw, die hit gaf kwam haar zelf inviteeren. en liet. bij het heengaan zoo plagend zich iets ontvallen over zijn aanwezigheid. Even glimlachte zi j. zich koesterend in een zaleen droom, maar later, toen zij 's nachts wakker lag. niet bespied door den armen, argwanenden blinde, weende zii vrijelijk, omdttt zij begreep dat dit geluk voor haar niet was weg gelegd. Zij gin- en sprak mei: hem, op haar kalmen. vrediigen toon. Na dien avond kwant hij nooit meer voorbij. En die blinde vader behield zijn oogen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 6