De wijde wereld in. SCHAAKSPEL. Sprookje naar liet Duitsch Het kuikentje had cie eierschaal opengestoten en keek verbaasd om zicli heen. Door de reet van de deur van het kippenhok viel een smalle gouden zon nestraal en duizenden fijne stofjes dansten daarin op en neer. ..Wat zou dat zijn?" vroeg het kippe tje en liet de kleine ronde, zwarte oog jes in 't rond dwalen. .,Ons tehuis", antwoordde de oude kippen-moeder en trok en rukte ijverig de hooisprieten van het nest bijeen, want ze was een ordelievende natuur, „dat. strekt zich uit van ons hoekje tot de deur toe"- ..En wat ligt daarachter?" vroeg het kippetje verder. ..De Wereld," gaf de oude daarop terug, ..maar daarmee heeft een fat soenlijke kip niets uit ie staan. Men pikt zaadjes op en gaat dan naar huis terug, want - ..Oost west. thuis best." ..De wereld." herhaalde het kuikentje nadenkend. ..en wat ligt daarachter?" .Daarachter, daarachter?" klokte de oude korrelig, want ze wist niet wat daarop te antwoorden, en het heeft al tijd iets beschamends, dat te moeten bekennen. Hoedwaas, dat te vragen! Ik heb me daarover nooit bekommerd. ..Maar het is toch interessant", piepte 't jonge kipje schuchter. I „p zijn Toen ging het. kippetje vermoeid rde r ny di ode l'lt avstige arken, arken 1 kr 1 weide was h'ct vol euien en zingend vin bijen af en aan. is dat leven?" mi genieten." bromde de ten der comniunieeerende vaten en van dien evenwichtstoestand van vloei stoffen waren d,'en uitvinder niet be kend en natuurlijk bleek ook dit pre- petuuni mobile een onzinn'g ding. Wetenschap. Het mechanisch vermogen in de natuur en zijn exploitatie. Het vraags'uk van het waarschijn I lijk uitputten van den steenkolen-voor. i raad op de aard© binnen een niet ver j verwijderd tijdstip, heeft, in de laatste I jaren het onderwerp uitgemaakt van talrijke besprekingen. In aansluiting i hieraan is een brochure, openbaar ge- v|jn J maakt door de Urania Gesellschaft" I te Herlijn, onder den tijtel ..Die He up uit de geurige kelk der grasbloemen ..Wij maken honig éii werken en genieten van onzen arbeid en van de schoone natuur. En dan slapen we eindelijk in onze lievelings bloemkelk en rusten zoo uit van de vermoeienissen. O. dat is heerlijk. dat rusten'" In Scientific American komen eeni- '..(iolonf iiaar niet!" zeide de vlin-1beschouwingen voor. waaraan het dor, die vladderend om de bloem vozende ontleend is. heenvloog. „Wij rusten maar kort. Dan kust de zon ons weer wakker, en dan stijgen we lustig en geheel ver- frischt opwaarts." „Och," fluisterde hef, kippetje ge lukkig, „en wat .-wordt ik nader hand?" ..Dat weet ik niet." zeide d> der. „Ik was vroeger een onóoge'lijke dikke, leelijke rups, en toen ik wak ker werd vloog ik als lichte, bont ge kleurde kapel door de blauwe lucht. Misschien wordt ge wel "een vogel en van veel be dui eressant! Ge zijt wel zeer mo dern! In mijn tijd waren er geen inte- naderhand! ressante vraagstukken. Men boog en j.;,, clrooi klokte en legde zijn eieren en daar mede basta!" kunt ge dan de schoone. wijde wereld invliegen on kon en in landen, waar de hemel altijd blauw is on de zon altijd schijnt „o. b,.e heerlijk!" riep het kippetje en keek naar de stralen der zon. die juist als een gloeiend roode hol ach ter de toppen der hoornen schuil ging. zamerhami werd het donker en Maar liet kippetje lette er niet Naderhand zou het zoo heerlijk warmte en altijd lichtja zon. nd liep het met de ver moeide beentjes verder de wereld in. in zalige mijmeringen verzonken., Den volgenden morgen trippelden de jongen rond op de plaats: ze kregen buigles. ..Zietzoo! Men buigt zich en pikt op den grond' klok. klok- Let nu op. wat ik zeg! Die een zaadje vindt of een wurmpje mag het opeten!" En allen bogen en pikten, dat het zand opvloog. En is dat nu het leven buigen en pikken anders niet?" vroeg het kippetje. „Voor kippen, ja." antwoordde de haan. ..Hanen kraaien en vechten ook kikeriki!" ..En gaat. dat dag aan dag zoo door. altijd hetzelfde?" ..Natuurlijk totdat men in de keu ken van Mijnheer en Mevrouw terecht hornt." En dan?" vroeg 'l kuikentje nieuws gierig. „Dit 'is een zeer diepzinnig vraag stuk." kraaide de haan, „maar 't is onvrouwelijk; alleen hanen hebben t recht te philösopheeren." Daajrop rekte hij zijn hals uit. keek trotsch rond en klapte met de vleugels. ..Bevroren." zeide de kleine knaap rwijl iiij het kleine diertje opnam ALLERLEI. Glazen huizen. Tegenwoordig kan men zonder veel bezwaar glazen huizen bouwen; want in Silezië wonen glasfabrikanten, die glazen steen en maken, voor ieder bouwplan geschikt. Zij hebben veel op andere steenen voor. daar zij in al le vormen gemaakt kunnen worden, het licht doorlaten en sterk en goed koop zijn. Waar men veel licht noodig heeft, als in fabrieken, broeikassen enz., zijn zij zeer gemakkelijk. „Ga de wereld toch in." raadde de oude raaf. die gekortwiekt op de plan.* s rondsprong. ..Daar krijgt men nog eens iets te hoonen en te zien. Men leert er denken en de dingen doorgronden. Och. als ik maar niet kreupel was. „Weet men daar alles? Ook wait daar achter ligt en wat er later gebeu- f°" „Ja. daar weet men alles," kraste de raaf. „Zoek daar maar iemand op. die u helpen kan." 'Toen ging het kippetje die wijde we reld in Het liep dwars den tuin door den weg op. Wat was 't daar wonder mooi! Wit te, rood© en blauwe bloemen knikten van rechts naar links, en de boomen lieten hunne takken naar omlaag han gen. Het grindt schitterde in de felle zonnestralen. ..Ga maar naar den mol," gonsden de muggen, die vroolijk in de lucht op en neer dansten: ..die leeft altijd alleen en kluizenaars gaan door voor bijzonder wiis." Maar de mol was niet best te spreken hij was wat uit zijn humeur. „Dwaas gepraat." bromde hij en stak zijn langen neus even buiten zijn hol. „wat het leven is. vraagt ge? Tob- ben, zwoegen, eene aaneenschakeling 1 van ergernissen en verdriet, he-t ge- heele leven door. gij domoor!" „En dan?" vroeg het kippetje be dremmeld. ..En dan? En dan?" spotte de oude mol, „Dan zal de tuinman niet zijn spade komen, mijn hoop doorsteken en mij bij het onkruid in den hoek gooien." „En is dat dan 't einde?" vroeg het kuikentje bedroefd. „Domoor!" bromde de oude nijdig en kroop dieper in zijn hol. „Wat het leven is?" gonsden de vlie gen van één dag, die vroolijk dansend boven he tkabelend beekje zweefden. „Genot, spel en dans. Kijk. hoe mooi de zon schijnt en hoe lief de kleine golfjes spelen. Och, wat is het leven schoon!" „En morgen?" vroeg het kippetje verder. „Morgen? Morgen? Wij' kennen geen 'morgen. Alleen liet heden. We leven maar één dag en zijn geluk kig." „En dan?" vroeg het kuikentje angstig. „Och, wie denkt daar nu aan gonsden de vliegen en dwarrelden lustig rond. c hanisch e Natürkra ft teekenis. Op eene heldere en populaire wijze wordt daarin een betoog geleverd over geleidelijke aanwending van de na tuurkrachten van af het Assyrische waterrad uit dé oudheid tot de Niaga- ra-installaties en de Parson's stoom turbine. Men het ft. uitgerekend, da: de hoeveelheid in Engeland's bodem aanwezige steenkool nog slechts hoos- stens 200 jaar voldoende zal ziin i dat hoewel de koolbeddingen in de an dere rijken van Europa nog niet tot die grondigheid geëxploiteerd worden, als dit in Engeland het geval is. oo' daar reeds de eindelijk© uitputting Is te voorzien. Het totale verbr.,ik is thans ongeveer 600 miljoen ton per jaar, overeenkomende met een ïiih nd van 500 miljoen kul). M. Aannemende een jaarlijksche toeneming 'n hel r bruik van 5 pCt. welk cijfer thans o li ter reeds overschred/en wordt, kom! men tot een hoeveelheid over de Rv n. woordige eeuw berekend, die g. k zoude staan met een kubus met es-, j-.i de van tien mijlen. Al is dit nu wel geen zaak van nmn.i- dellijk belang, moet toch niet uit Int oog verloren dat. in aannn.' og ne mende den toekomstigen indu-'rh Ion toestand der wereld, groote veranda, ringen zullen plaats vinden, en dai landen, die tot nu toe hun ntwikke- lïng hadden te danken aan de iiit.-i- breidheid van hunne natuurlijk0 u nen, ach;er zullen gaan s'aan o.j ote. waar de kracht uit and° n In :-L wordt verkregen. Bij de beschouwing der natuurlijke krachtbronnen ziet men. dat in werke lijkheid de eenige die naast de steen kool in aanmerking- kan komen, \va. terkracht is, die dit op de steenkool voor heeft, dat zij altijd aanwezig zal zijn. De zon verzamelt het water van den Oceaan op de bergen en als ge volg van de wetlten der zwaartekracht vloeit het weder naar beneden en vormt daardoor een altijddurende^ cir kelgang van beweging, die niet aan uit putting is blootgesteld. Het op di, wijze op de aarde aanwezige vermogen I te schatten is natuurlijk zeer moeilijk. I men heeft wel eens een cijfer van 100 miljoen paardenkrachten genoemd, waarvan reeds een duizendste deel vol doende zou zijn om het (totale steen- koolverbruik te vèrvangen. Een van de vele voorbeelden hoe waterkracht tot haar volle vermogen 'is aan te wenden, levert dé Boven Hartz, waar als het ware elke druppel water tot krachtsomzetting wordt aan gewend, zoodat, hoewel in die streek geen stroom van eenige belteekenis aan wezig is, op deze wijze toch reeds 3300 paardenkrachten voor mijnontginning worden verkregen. Intusschen is de hulp der electrici teit noodig om tot de volle ontwikke. I ling te komen van het vraagstuk van i het aanwenden van waterkracht voor I haar verschillende doeleinden. Deze groote en verstrekkende toepassing der elediriciteit. is nog slechts in haar kindsheid. In 1891. dus slechts 10 jaren De erkenning, dat de constructie j geleden, werd de eerste electrische van van zelf gaandte machines on moge- overbrenging over grooten afstand te is nog niet zoo algemeen, als Lauffen aan denNeckar opgericht. Het men geneigd! zou zijn aan te nemen. vermogen, niet meer dan 100 paarden. P ijl vergiften. Onder de Maleische pijlvergiften, waarvan m.en de samenstelling gedeel telijk nog met. kent, is de werking der antiarine zeker een der hevigste. Dr. Stockman zegt. dat 1/6400 grein daar van reeds voldoende is om een kikker te dooden. terwijl van twee andere zware hartvergiften, strophontine en urechitine, daarvoor 1/4500 en 1/2600 grein noodig zijn. Het antiarine is het melksap, getrokken uit den beroete den oepasboom, de in botanische tuinen gekweekte Antiaaris toxïaria. die in het M^Jeisch „ipok Kajoe" heet. Onzinnige uitvindingen. Nu we in lint hartje van dien winter zijn, komen uit vele dleelen der wereld maar vooral uit die. welke zich ver heugen, of te lijdiem hebben, naar men het noemen wil. ondier d'e eigenschap pen van een vast-landklimaat. bijna, dagelijks berichten van geweldigen sneeuwval, zooals men in ons land slechts uiterst zelden bijwoont. Ge woonlijk gaan die berichten dan ge paard met allerlei verhalen van el lende. geledeai door personen, die een drama hebben helpen spelen, waartoe de sneeuw aanleiding was. M?nschen sneeuwen op de wegen in en bevrie- IN DE SNEEUW. zen in het prachtig witte doodslaken-; schepen loopen in een dichte sneeuw jacht op een klip en verongelukken. Doch meestal zijn het de reizigers van cl(oo-r •sneeuwmaiFlgii.'s vejtvraste spoor treinen, die slachtoffers worden van de sneeuw. U.t het jongst verleden nog dateert het insneeuwen van verscheidene trei nen in het zuiden van Noorwegen! 't Gebeurde omstreeks het laatste Kerst feest. De sneeuw lag op vele plaatsen voeten hoog Treinen met reizigers, die voornemens waren de feestdagen bij bloedverwanten of vrienden te gaan i doorbrengen, hieven onderweg in cl sneeuw steken en de passagiers zag© zich genoodzaakt, driemaal 24 ure j lang, van cl'e buitenwereld totaal a gesneden en. bijna zonder voedsel, cle sneeuwwoas'tijn door te brengei Alle poging©o n de sooorwegen te maken, mislukten aanvankelijk Eén der in nood verkeerende trein© werd ontdekt don: eenige snöeuv schoenloopers die over cle daken w gg ns gleden; Op de plaat is een ingesneeuwd trein voorgesteld op het oogenblik, de sneeuwruimers hem bereiken. want telkens en telkens hoort men w?er van menschen, die leven in het onwrikbare geloof, dat zij zulk een perpetuum mobile hebben uitgevon- 'den. Een drastisch voorbeeld van zulk een onzinnige uitvinding is hier afge-. krachten bedragende, werd overge bracht naar de elctro-technische ten toonstelling te Frankfort a. M„ een af stand van 100 mijlen, bij een spanning van 8000 volts melt een driephasen- stroom. Sedert dien tijd echten* heeft men op dit gebied reusachtige vorde- beeld a's .watermotor". A. is een jringen gemaakt, men denke slechts aan trechtervormig waterreservoir, aan de usines bij de Niagarawatervallen, welks onderste gedeelte de buisgelei- enz. Thans zijn geheele steden en stre ding R. aansluit. Deze geleiding \cert I ken van kracht en licht voorzien van naar het bovenste gedeelte van het re- af verwijderde watervallen en nieuwe servoir, waarboven zich éen turbine bevindt. Naar de meening van u uitvinder moet deze motor op de vol gende wijze werken: Het water uit A in de gelei ding R omhoog en wel zóó hoog naar de overtuiging van den uitvinder dat het boven de turbine T komt en déze in beweging brengt. Ter moti veering van de mogelijkheid van dit verschijnsel, dat. beslist in strijd zou zijn met de natuurwetten, gaf de uit- vinder d'e volgende stelling: „Het gezamenlijke water in A is zwaarder dan de hoeveelheid water in R. Daar nu die waterhioeveelheid' in A op die monding a van R drukt, moet het water voortdurend omhoog loopen en de turbine kunnen drijven. De wet- industrieën hebben zich ontwikkeld, die vroeger niet mogelijk waren. Van alle tijden. Voor alle tijden. Elke droppel sterken drank is een droppel vergift. Donders. Het ontzettend toenemen van ze nuwlijden en geesteskrankhedien is zonder twijfel voor een groot deel een gevolg van hiel gebruik van tabak en alcohol en de overspanning van. heit zenuwstelsel, door deze vergiften ver oorzaakt. Hillrotli. Ik hoop. dat onze invloed als kerk krachtig moge opwegen tegen dén in vloed' van de kroeg, in de bekoorlijke stad Rochester, met haar duizend-ver gunningen. Rev. Gannef, Drankbestrijding. Wees welkom, donzige sluier, die in uwe breedte, witte plooien het aard rijk verbergen komt, wees welkom, vlekkeloos kleed, op de duizendvoud bevlekte aarde. Gij bedekt met uw schitterend, wit zooveel, wat van de onreinheidl der armen, de onmeedoo- geriheid) der rijken spreekt. A. Foüre, Florence's droom. Ik denk aan den kouden. sterren- helderen nacht, dlie zich over haar welfde, den. grooten, wijdien nacht met de verlaten, eenzame sneeuwvel den, met die stille bosschen. Alles was stil, alles lag zondter smart; in diepe rust, slechts één enkel levenspunt in al dat slaperidte wit. Al de smart en angst en schrik, die anders over heel de wereld verdeeld zijn. komen nu samen op dat ééne punt. O God, alleen te lijden in diie slapende stijfhevroren wereld! Selnta Lagerlöf, Gösta Berling. De krachtige mensch zal bij het vol brengen van zijn levenstaak in kracht toenemen, aanleg in zich voelen ont wikkelen, waarvan hij zich niet be wust was. wanneer een andere krach tige pea*soonlijkheid hem ter zijdte staat en niet, liem. wedijvert, wanneer de eene echtgenoot weet, dat de andere zijner waardig en zijn trouwe kame raad iis, wanneer ieder hunner weet, dat ieder bereid is zich voor den an deren op te offeren indien levensstrijd. Hun karakter en hunne verhouding worden daardoor stevig als een rots. lila Boy-lid. Ik aanbad'in onze toekomst het ide ale samenleven van twee verwante zielen, het lachend voortgaan van twee menschen. als kinderen zonne warmte gevend, waar hunne voeten den bodem raken. Daar mocht immers niets aan haperen. Ik werkte aan dat ideaal, ik hieldi het tot eiken prijs hoog. verminken liet ik het niet, al zou het zwaard ook op eigen hoofd terugvallen, al keerde 't. lemmet dik werf tegen mij. A. Ekker. Afgoden. Eerst d'an, wanneer die vrouw het huwelijk niet meer beschouwt als een middel om. geborgen te zijn voor de toekomst, eerst dan zullen, er van die huwelijken gesloten worden, waarvan er thans helaas veel te weinige be staan. Persoonlijke sympalthie moet den doorslag geven bij het aangaan van het huwelijk: het geldelijke mag slechts in zooverre daarbij in aanmer king komen, dat het als een misdaad moet beschouwd worden, een huwelijk te sluiten zonder vasten waarborg aan de kinderen, die uit den echt kunneD voortkomen, een fatsoenlijke opvoe ding te geven. Anita Angspurg, Die Frauenfrage. - en hij heeft er sedert geen woord Bij een weekloon van f 10 ka ver gesproken. dat nnniogelijk, -jonge dame, au woorddo hij droefgeestig. Drukt uwe medeburgers op het hart, dat de eerste dronk sterken drank, dien zij nemen, ook de eerste teug is uit den beker, die verslapping, ver- waarloozing, ziekten, krankzinnig heid, verdierlijking en een vroegtijdS- gen dood op zijn bodem heeft liggen. Mulder. Uit den Moppentrommel. - Kan ik M. gerust een geheim toe vertrouwen? Waarachtig! ik leende hem ver leden jaar Januari een goud tientje Gelezen op de winkelruit van een Fransch hoedenmaker: „Laatste nieuws! Zachte vilten hoeden voor spoorweg-botsingen. Jou trouwen! Neen, dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Gij zijt een braaf kind, juffrouw Anna. Gij zoudt een ander aardig meisje hierdoor dan ook een goeden echtgenoot doen missen. Wij zouden graag zien, zei het hoofd van het schooltoezicht tot den onderwijzer, dat gij hoven uw lesse naar een of ander voor de kinderen aanmoedigend motto plaatste. Wat zoudtt gij bijv. denken van „Weten schap is Welvaart". Wilt u me voor den gek houden, meneer! De kinderen weten hoe 'n klein salaris de gemeente me geeft. BEGREPEN. Commensaal. Wei; juffrouw, is u aan mijn bureau gaan zeggen, dat ik mijn voet verstuikt hel) en daarom niet komen kon? Hospita. Jawel meneer. Commensaal. En wat zei de baas? Hospita. Hij liet u beterschap wenschen. en ik moest u maar een gemarineerden haring geven. GOEDE HUISVROUW. Man. Kijk, vrouw, die knoop aan mijn mouw bengelt er zoo bij. Wil je dat even verhelpen? j Vrouw (snijdt, den knoop af) Zie zoo, dat, is ook al weer klaar! Een heer bevond zich in gezel schap van drie dames aan tafel. Een dter schoonen hield' hem schertsend een appel voor en zei: Verbeeld u nu eens, dat. u Paris was, aan wie van ons zoudt u den appel geven? Zonder zich te bedenken wenkte hij een bediende en vraagde: Och, breng nog eens twee appe len! Zij. Hoorde je niet. dat ik om vijf gulden vraagde? Hij. Jawel. Zij. Waarom geef je dan maar een rijksdaalder? Hij. Omdat je gister nog gezegd hebt, dat ik niet meer dan de helft moest gelooven, van wat ik hoorde. Zilverstein. Meisje, wat speel je daar? Dochter. Een treurm arsch. Zilverstein. Ben je gek? Men schen als wij behoeven geen treur- ïnarschen te spelen. Wij kunen al tijd vroolijk zijn. OPGEGEVEN. Hoe is 't met Janus? O, hij is al door vier dokters op gegeven. Wat je zegt! Was "t zoo erg met hem? Ja, ze konden geen van allen hun rekening betaald krijgen. Uitgever (tot aankomend schrijver) U moet zoo schrijven, dat de dom ste lezer begrijpen kan wat ge be doelt. Jong schrijver. Welk deel van mijn geschrift begrijpt u dan niet? Heeft u „Een hart om mij te minnen?" vroeg dte jonge dame aan den bleeken bediende in een muziek winkel. Patiënt. Dokter, ik wou u raa( plegen over mijn totaal gebrek aa herinneringsvermogen. Dokter. Zoo... maar ziet., in zoo'n geval moet er vooruit betaal worden. Papa. Maai- Dora, waaron je een automobielcostuum hebben nu we geen auto hebben? Dora. Oh. domme papa! Da costüum zal menig handelaar doe: verlangen mij een auto te bezorgen. Huwelijksmakelaar. De dame di ik u wil voorstellen heet Helene. ei is vijf en dertig jaar oud. Huwelijkscandidaat.. Neen. dank je. ik interesseer me niet, voor de oud Heienen. SLECHT GEMEUBELD. „Rijkdom kan ik je niet aanbieden Marie", zei de minnaar. „Wat ik in mijne hersens heb, is het eenige ver' mogen, dat ik bezit." „Och, Henri", antwoorde zijne uit verkoren e, „als je zoo slecht afbentj vrees ik, dat papa nooit zijne toestem ming zal geven," OOK EEN LEER-POGRAM Oo in „Leer je veel op school Neefje „Ja, zeker oom. Ik leei stil zitten' en niet praten, en geei geven maken, en opstaan, en zittel aan, en heengaan, en zooals meer.' IEDER ZIJN BEURT. Candidaat (in de kiesvereeniging hei woord voerend). „Gij kent mij genoeg mijne heeren, om te weten dat il altijd het goede, het beste wil Stem uit de vergaderjng „Wel mo gelijk, maar wij willen nu ook wei eens wat goeds hebben UIT DE KAZERNE. Sergeant (t,ot mageren recruut); „Kerel, je ziet er uit als een scheur kalender op 31 December!" PROBLEEM No. 36. Wit speelt en geeft in drie zetten mat. Oplossingen worden vóór 27 Jan. ingewacht aan het adres van den redacteur dezer rubriek, Jhr. A. E. VAN FOREEST, Atjehstraat 134 t« 's-Gravenhage. Oplossing van Probleem No. 34. 1 Pd4, Kd4 2 Po5 Kc5 3 Rgl t? e43 Pe6 [4 ed4 2 Re6b33 Poö Goede oplossing ontvangen van A. v. V. te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 8