m
Kijkjes om ons heen
held, dan kregen we misschien ook 1
vrij vaarwater van "We©terwoud en
Topper.
De heer Guldenmond zegt, dat het
proces loi-'pt over de verplichting vnn
onderhoud dit. is niet hetzelfde als
vrij vaarwater. Na discussies wordt
het voorstel van de commissie met op
na algemeene stemmen verworpen,
fc.1. die van de commissie.
Alsnu wordt aangenomen een voor
stel van den heer G. V. v. Zanten, om
een commissie te benoemen, die op
nieuw zal onderhandelen met den heer
v. Waveren, maar ook vrij vaarwater
zal moeten bedingen. Leden der com
missie de heeren v. Zanten, v. d.Schoot
en Lonimesse.
Niets meer aan de orde zijnde, sloot
de voorz. de vergadering.
Zandroort.
Aan den heer H. L. van Zeijl, aan
nemer alhier is door Burgemeester
en Wethouders opgedragen het ver
plaatsen van de arrestantenlokalen
van de Baan naar het perceel achter
het Politiebureau.
Door Burgemeester en Wethouders
ls tot Wijkmeester in Wijk C alhier be
noemd de heer W. J. Versteege, wo
nende Dorpsplein No. 3.
Sloten.
In het bestuur van den Osdorper-
binnenpolder zijn gekozen de heeren
W Stut als poldermeester en G. Fran-
*en als hoofdingeland.
Haarlemmermeer.
Donderdagavond 13 Febr. 's avonds
half zeven heeft in 't Koffiehuis van
den heer J. de Vries, Hoofddorp te
li aar 1 etrwrierineer, eene vergadering
plaats gehad van de vereeniging ter
bevordering der bijenteelt in Neder
land.
De vergadering werd geopend door
den heer Nelting, voorzitter van de
„Prov. Afd. Noord- en Zuidholland.
Na een korte toespraak gaf hij het
wonrd aan den heer R. Tukker Jr.,
van Heemstede, die het nut der bijen
teelt, enz. breedvoerig uiteenzetta
Daarna werd op diens voorstel opge
richt een ondcrafdeelin^ „Haarlem
mermeer en Omstreken" met een aan
vankelijk ledental van 13 personen.
b i n n enland
üit de Hofstad^
In de koninklijke wachtkamer van 't
de koninklijke wachtkamer van het
Staatspoors'.ation waren Maandagoch
tend tegen half negen uur tal van
autoriteiten, dames en heeren, veree-
r.igd om H.H. DD. HIT. den hertog en
de hertogin Johann Albrecht van
Mecklenburg Schwerin bij hun terug
reis naar Duitschland uitgeleide te
doen. Het hertogelijk echtpaar, dat
gedurende bijna twee weken in 'de re
sidentie had vertoefd als gasten van
de Koningin en" den Prins, werd door
Z.K.H. met gevol gin een galarijtuig
van het hof naar het station verge
zeld.
In het salon van het station waren
aanwezig de Duitsche gezant, de lega-
tiaraad, de minister van buitenland-
6Che zaken, de burgemeester, generaal-
majoor Froger, de oud-minister Fran
sen van de Putte en jlir. Van Karne*
beek, jhr. Schorer, vice-president van
den Raad van State; luit.-gen. graaf
Dumonceau; baron Bentinck, stal
meester van H.M., Vinkhuyzen, inten
dant van het domein Zorgvliet; kolon.
de Bas; dr. Bredius, directeur van het
Mauritshuis; Bisschop, kunstschilder;
baron van Engel, secretaris van den
PrinsL
Aan de hertogin werd een rcisbou-
quet van lichte boschvi ooitjes in een
rand van groene bladeren aangeboden
door jhr. De Ranitz namens H. M. de
Koningin-Moeder. Uit den kring van
dames bood jonkvrouw Boreel geb.
baronesse d'Yvoy van Mydrecht aan
H. D. H. een ruiker van oranjeachtige
rozen aan.
Prins Hendrik vergezelde zijne ver
wanten tot fn het salonrijtuig en nam
dédr afscheid.
De vanwege H. M. toegevoegde hee
ren, de kamerheer-ceremoniemeester
Jhr. van de Poll en adjudant kapitein
graaf Schimmelpenninck, begeleidden
HH. HH. tot aan den trein. Onder het
wegrijden beantwoordden de hertogin
en haar gemaal de afscheidsgroeten
van de aanwezige heeren en dames
en van het publiek op het perron, met
herhaalde buigingen.
De nleHwe Hembrng.
De Amsterdamsche Kamer van Koop
handel wende zich tot de Tweede Ka
mer met een adres, waarin verzocht
werd de nieuw© Hembrug tot 12 ln
plaats vnn 8 Meter te verhoogen.
De heer C. H. den Hertog te Amster
dam, lid der Tweede Kamer, en van
den gemeenteraad en schoolopziener,
ligt sinds eenige weken zeer zwaar
ziek; hij lijdt aan aanhoudende koort
sen.
De „National Zeitung" meldt dat 1
eerstvolgende internationale socialis-
tencongi es in Augustus 1903 te Amster
dam zal bijeenkomen.
Acad. Examens.
Amsterdam. Met gunstig gevolg ls
afgel«cd: het candidaats-examen in
de rechten door den heer H. P. F. M.
Mandcrs; het candid.iatsexamecn in de
godgeleerdheid 2o gedeelte door den
heer J. Scherpenhuijzen; het 2e na
tuurkundig examen door den heer G.
F. Louwerse.
Jubileum.
Aan den heer Holtzschue. directeur
van het post- en telegraafkantoor te
Baarn. die Zaterdag 25 jaar onafge
broken als zoodanig werkzaam was.
werd door eene commissie uit de in-1
gezetenen, aan wier hoofd stond jhr.
A. M. C. H. Bowier. een blijvend aan
denken veoffreerd. Ds. Reede sprak
een toepasselijk woord. Ook de bestel
lers Verwoerd en Ruie. die mede hun
jubileum vierden, werden bedacht.
In groot gevaar.
Men meldt uit Elburg van 16 Febr.:
Gisteren zijn eenige visschers. zoo
van hier als uit Harderwijk, aan een
groot gevaar ontkomen. Het ijs in zee
ten westen van deze plaats, waarop zij
bezig waren spiering te kloppen, zette
af. zoodat de gemeenschap met den
vasten wal verbroken was. Men besloot
toen van het iis waarop zij wegdreven
een s»"k uit te liakknn, dat als vlet te
'bruiken en daarmede het nog vaste
ijs te bereiken. 1 -• na veel inspan
ning gehikte. Allen kwamen behouden
aan wal, doch sommigen liepen bij
het overspringen een nat pak op.
"Verbrand.
Te Nijmegen vie] een driejarig meis
je in een pot met kokend water, wel
ke voor het doen der wasch door de
vrouw de© huize© geopend op den
vloer was neergezet. Het kind kreeg
daardoor hevige brandwonden en is
den volgenden dag na een vreeselijk
lijden bezweken.
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of
niet geplaatst, wordt de kopy niet
aan den inzender teruggegeven.
Haarlem. 16 Febr. 1902.
Waarde Fideliol
Wanneer uw neef Wouter uw Haar
lemmer Halletjes van Zaterdag 15 Fe
bruari opgeknabbeld heeft zonder in
een kwaad humeur te geraken, bewon
der ik 's mans gelijkmoedigheid van
geest.
Ik kan niet nalaten tegen uw optimis
tische beschouwingen betreffende de
Enet protest aan te teekenen.
Wel zeker, die leelijke draden „daar
aan zijn we gewend" en nu komt het
er niet op aan, dat ook onze hoofd
straat er door zal worden ontsierd.
Een verhooging van het tarief zal
wel de aandeelhouders eenig dividend
bezorgen maar het publiek niet ver
armen.
De paardentram is wel goed, maar
de electrische is beter. Neen. Fidelio,
dat is nu niet fideel om zoo iets te zeg
gen. In welke rijtuigen slingert en
schokt men het meest? Is het personeel
van de electrische zoo voorkomend als
dat van de paardentram?
Houdt de electrische op leder pnnt
van de baan stil als ge wenscht op te
stappen of uit te st;ï—>n?
Naar het mij voorkomt heeft de di
rectie der Enet nog hee.l wat te verbe
teren zal zij zóó de sympathie van het
publiek waardig zijn als die der paar
dentram haar verdient.
Laten wij niet door don lof dfer Enet
te zingen de directie in den waan
brengen, dat het publiek xoo dweept
met haar wijze van beheer. Alle ontij
dige lof schaadt.
Het doet mij leed. dat ik tegen uw
beschouwingen moet opkomen. Ge
weet dat ik overigens gaarne uw sym-
po'.uieën deel. Daarom zal dit woord
van protest, wil ik hopen, geen ongun-
stigen invloed oefenen op uw fidelitait
Salut. Steeds gaarne,
L v.,
Suum cuiqua.
Suum cuique bedoelt niet en kan na
tuurlijk ook niet bedoelen, dat ik der
directie van de paardentram te kort
heb gedaan. Men zou 't intusschen wel
haast denken, als men zijn strafpredi
katie leest
In welke rijtuigen slingert en schokt
men 't meest? vraagt inzender. Ik zou
zeg" dat hangt ervan af. Sommige
wagens van beide tram-ondernemin
gen slingeren en schokken andere
weer niet. En wat de vaste stopplaat
sen betreft, och de ervaring leert, dat
wagenvoerders en conducteurs daar
mee ook practische wijsheid betrach
ten en het beginsel niet kl te streng
doorvoeren.
Ten slotte de quaestie van de voor
komendheid. Ik voor mij meende en
meen nog. dat het personeel van belde
trams het bijvoegeliik naamwoord
„voorkomend" verdient. Toch noemde
Suum cuique mij een bepaalde grief,
nl. dat conducteurs en wagenvoerders
op het Stationsplein dikwijls op een
hoopje een luidruchtic gesprek vor
men of zelfs wel in de wagens blijven
zitten praten, wanneer er passagiers
binnenkomen.
Reaumeerende mag ik zeggen, dat de
directie van beide ondernemingen op
loffelijke wijze wordt gevoerd. De ver
gelijking van de twee had dan ook
alleen ten daal om in 't licht te stellen,
dat de electrische moderner is en dat
zal zelfs „Suum cuique" niet ontken,
nen.
FIDELIO.
Afschaffing der admissie-examens
H. B. 8.
Geachte Redacteur.
Het zij miij vergund met een en
kel woord terug te komen op het
behandelde in die vergadering van
N. O. G. II jl. Zaterdag in het Bron
gebouw gehouden.
Gaarne had ik gezien, dat de be
vrijders dier admissie-examens wat
meer op den voorgrond haddien ge
steld, dat een twaalfjarig kind niet
geschikt is om examen af te leg
gen om op een gegeven oogenblik
al zijn kennis te toonen; dat men
door dien dwang er in de lagere
school toe komt ook daar examens
in te voeren, terwijl m. i. het woord
„proef' of „examen" aan die 9chool
vreemd moest blijven.
Al wat het kind levert is proef
werk Niets belet echter dat men
ai en toe een onderzoek instelt om
eens te zien. wat er van het gelees
de is blijven hangen Zoon kleine
repetitie is wel eens heilzaam, maar
nooit moet het kind vermcedten dat
van due repetities zijn rapportcijfers
afhankelijk zijn, waardoor een ze
nuwachtigheid en gejaagdheid' omt-
sttaam, weinig bevorderlijk voor
den rustigen gang van hét ondar-
wiis.
De heer Brouwer heelt zich tot
taak gesteld aan te toonen, dat ad'
missie-examens verderfelijk werken
op liet onderwijs, maar vooral heeft
hij zijn afkeuring te kennen gege
ven over die wijze, waarop die adu
missie-examens worden afgenomen.
Hij gtaf tot groote hilariteit dier
vergadering een bloemlezing van
ongeschikte vragen en opgaven.
Wel moest hij erkennen, dat het in
Haarlem zoo erg niet was edoch
in den haak was het niet. Ik kan
moeilijk optreden als verdediger
van mijn collega's: zij zijn er zelf
toe in staat als zij het noodag
achten.
Mij heeft het bevreemd, dat de
heer Brouwer beweerde, dat bij het
admissie-examen voor Fransch,
jacht wordt gemaakt op uitzonde
ringen. dat bij de opgaven de ge-
heele Fransche syntaxis te pas
kwam. Wanneer mm nu weet,
dat er heel wat kand'idlaatjes zijn,
die 0 of 1 fout maken waar 10 fou
ten geoorloofd zijn, dan komt hier
zeker een woord van lof toe aan
hen die de leerlingen zoo ver kun
nen brengen. Ik hoor bijna elk jaar
de leerlingen de opmerking maken:
„Wat was het Fransch gemakke
lijk!"
Niet iedlereen weet echter, dat
mijn zienswijze ten opzichte van
het onderwijs in het Fransch en die
van den heer Brouwer lijnrecht te
genover elkaar staan. Ik ben wars
van onpractische taalregels. Ik. wil
de Fransche taal zien aanleeren
door het gebruik van die taal, door
besprekingen naar aanleiding van
voorwerpen en platen, ik wil, dat
de leerling begint met zelf zijn
Fransche zinnen te vormen en niet
met allerlei dwaze Hollandsehe zin
nen te vertalen. Ik wil met de leer
lingen alleen bespreken, wat onder
hun bereik ligt. in één woord, ik
wil de directe methode volgen.
De heer Brouwer is wars van die
methode, die hij geheel trachtte af
te breken, toen ik in een veirgade-
ringvan N. O. G. I het cxndlerwerp:
„Het Fransch in de Lagere School"
heb ingeleid.
De heer Brouwer sprak als man
van ondervinding, want hij had zelf
de proef genomen met de directe
methode en ingezien, dat ze tot niets
andere leidde dan te leeren zeggen
„Com ment vous port ez-voois?"
„Quelle heure est-il?" enz., waaruit
ik indertijd afleidde., dat de heer
Brouwer die proef dan at heet slecht
heeft moeten nemen. Ik wensch
hem dan ook vanh&rte toe, dat de
proef, die hij nu neemt, beter zat
gelukken.
Bij het admissie-examen voor
Fransch is het steedis mijn streven
geweest een stukje ter vertaling te
.geven, waarbij grammaticale moei
lijkheden niet op den voorgrond
tra-dien en dat ik herhaal het
voor de meeste kandidaten geen be
zwaar opleverde. Nu zat het den
heer Brouwer niet moeilijk vallen
eenige opgaven te vinden in strijd
met mijn beginsels, als men zegt:
„un garoan actif", maar „unie jeune
fitte" en dergelijke monstruositei
ten. maar ik ben daartoe gekomen
door de boekjes aan de opleidings
scholen in gebruik, ik wil ni.et, dat
m n examen zou dwingen tot het
vo!een van mijn methode, tot het
gebruiken van mijn boekjes. Mij
regelende naar de lagere school, wil
ik ook wel eens de kandidaten in
die getegentieid' stellen ,te laten zien
wat zij uit hun boekjes hebben ge
leerd.
Evenwel, ik ben ten volle bereid,
ja het zal mij zelfs een genoegen
wezen, van de meerdere paedago-
giscbe kennis van den heer Brou
wer te profiteer en. Zeer gaarne zat
ik van hem eetrnge stellen van op
gaven ontvangen voor de eerstvol
gende admissie-examens, als deze
behouden blijven. Zoo komt er at
vast voeling tusschen Lager en Mid
delbaar Onderwijs, tot meerdere ze
gen van die jeugd.
Er is echter meer.
Ik stond ten hoogste verbaasd
over die verklaring van dien heer
Brouwer, dat bij hem aan de school
aan. dressuur werd gedaan, dat
daar gedrild werd en dat dit ook
geschiedde aan d)e school van den
heer Hubregtse.
Toen ik dit in een vergadering
van N. O. G. I ©enigszins bewim
peld had te kennen gegeven, vond
ik alweer in den heer Brouwer een
feilen tegenstander. Ieder der toen
aanwezigen zat zich herinneren met
welik een verontwaardigt rug die heer
Brouwer verklaard©, d'at aan zijn
school niet gedrild' werd, ja, hij be
riep ziich op een verklaring van den
heer Brongerama. dat deze van dril
len of africhten aan die opleidings
scholen nooit iets bespeurd had. En
toen ik den oaedagoog hoorde spre
ken. moest ik bij me zei ven zeggen,
dat zoo'n man, uit éón stuk, zich
niet tot dressuur kon verkgen. dat
hij, liever dan daartoe verplicht te
worden, zijn werk zou neerleggen
en ik zweeg, beschaamd over
mijn onrechtvaardige verdenking.
Ieder der t^en aanwezigen zullen
nu zeker zeer pijnlijk zijn getroffen
door die in het Brongebouw afgeleg
de bekentenas, dat de heer Brouwer
drilt, dat hij moet drillen, zij het
ook èt comtre-ooeur. Ik zag wel hoe
zwaar die last hem op het hart lag,
hoe hij leed onder dien druk. Ik
kreeg innig medelijden, het was of
ik zelf den centenaarslast gevoelde.
Zelfs nadat die heer Hubregtse ge
poogd had den heer Brouwer een
riem onder het hart te steken, heb
ik nog getracht hem gerust te stel
len: lo. wat betreft de examen-vak
ken Geschiedenis en Aardrijkskun
de. waartegen hij de grootste grie
ven had; ik heb hem naar waarheid
kunnen ver klaren, dat deze vakken
nooit op zich zei ven redenen wa
ren tot afwijzing; 2o. dat de verkla
ring van zijn zijd©, dat de kandida
ten goed waren, voldoende was om
ze te doen slagen ook dian, wan
neer hot examen met voldeed. Im
mers. wij examinatoren kunnen
onmogelijk de leerlinggein zoo goed
beoordoelen als de hoofden der
scholen, en een goed leerling van
zoo'n uitstekende school als die
van den heer Brouwer ,met zoo'n
uitstekend programma, kan veilig
worden toegelaten. Ik hoop dian ook
dat. zelfs als de admissie-examens
mochten behouden blijven, de heer
Brouwer met meerdere gerustheid
en met opgerichten hoofde zijn taak
als opvoeder zal kunnen behartigen.
Er is echter nog meer.
Toen ik in de vergadering van
N. O. G. I terloops de afschaffing
d©r admissie-examens besprak, vond
ik al weer een tegenstander ui de>n
heer Brouwer, düe verklaarde, „dat
hij hartelijk zou bedanken voor die
afschaffing. £ij zou dian de ver
antwoordelijkheid moeten dragen.
Dat nooit!"
Toen i.k dan ook Zaterdag den
toenmaligen president van N. O. G.
I sprak, verklaarde deze, dat d© heer
Brouwer consequent zou blijven en
optreden ter verdediging van de
admissie-examens. Ik geloof dat.
mi et één der aanwezigen in het
Brongebouw dien indruk heeft ge
kregen.
Voor een man uit één stuk, vind
ik het moeilijk, dat alles te rijmen.
De heer Brouwer verklaart te zijn:
Een beslist tegenstander van die
directe methode.
Hij geeft, als specialiteit, aan de
Burgeravondschool les volgens d©
directe methode.
De heer Brouwer verklaart:
Aan mijn schood wordt niiet ge
drild.
Hij gaat diep gebukt onder de
noodzakelijkheid te drillen en drilt
k contre-eoeur.
De heer Brouwer wenscht geen
afschaffing van de admissie-exa
mens.
Hij spreekt in N. O. G. II of hij
ndetts liever verlangt.
Ook een woord over de inleiding
van dr. Heringa.
Wij juichen zeker allen toe, dat
hij hei geluk van de leerlingen
wenscht te bevorderen, den examen-
druk wenscht te verminderen, maar
ik en meerdere collega's met mij
betreuren de meening van Dr. He
ringa dat hij te dien opzichte alleen
zou staan, dat ook anderen voor het
welbegrepen belang der leerlingen
geen open oog zouden hebben.
Mij dunkt, dat hij met satisfactie
mag neerzien op zijn arbeid1 aan d©
H. B. S., dat hij bij een lezing, voor
d° collega's gehouden, veel bijval
heeft gevonden; hij heeft, de voldoe
ning te zien, (Jat het proefwerk voor
de rapporten, facultatief gesteld,
meer en meer verdwijnt om plaats
te maken voor kleine repetities met
korte tusschemruimtD gegeven.
Voorwaar geen geringe stap in de
door Dr. Heringa gewenschte rich
ting. Zijn pessimisme heeft geen
reden van bestaan aan ©en school
waar veel wordt gedaan, om te be
reiken wat te bereiken' is. De vol
maaktheid wordt niet op eenmaal
verkregen.
Hier past ook nog een woord van
lof aan den heer Wesseling. Hei
streven om meerdere aansluiting te
verkrijgen' tusschen lager en mid
delbaar onderwijs is alleszins aant-
bevel ensw aardi g
De heer Wesseling wenscht wel is
waar voorloopig geen afschaffing
dier admissie-examens, maar dit is
verklaarbaar, als men weet dat de
school, waaraan hij werkzaam is,
leerlingen ontvangt uit een 25-tal
gemeenten. Het is ondoenlijk het
onderwijs aan al die scholen na te
gaan en wel walt gevaarlijk aan alle
hoofden zoo maar het recht to© te
kennen hun leerlingen zonder exar
men op die H. B. S. te plaatsen.
Een verandering van zoo'n ingrij
penden aardi, hoe gewenscht ook,
moet met groote voorzichtigheid en
behoedzaamheid geschieden
Tusschen lager en middelbaar on
derwijs ligt een klove, waarover een
brug moet gelegd worden..
De leerlingen dienden m. i. nog
©en tweetal jaren langer lager on
derwijs te genieten.
In die jaren alleen moest er spra
ke zijn van opleiding voor H. B. S.
en Gymnasium. In diie klassen
moest hot Fransch eerst worden on
derwezen. Daar kondien zij voor
bereid worden voor toestanden,
zooals zij die op de H. B. S. zullen
vinden, waar bet anderwijs van
eenzelfden leerling aan vele handen
is toevertrouwd, wat noodzakelijk
is. zal het onderwijs degelijk zijn.
Daar vooral zal kunnen blijken wel
ke leerlingen geschikt zijn voor
voort gezet onderwijs. Op d© H. B.
S. zullen mandor achterblijvers zijn,
die nu verplicht zijn een of meer
klassen te doubleeren, De, belaas,
te groote hoeveelheid leerstof zal
beter verwerkt worden en wanneer
eindelijk inkrimping der examen
vakken zal verkregen zijn, zal de
H. B. S. volkomen kunnen beant
woorden aan het doel door den wek
gever beoogt.
M. F. VAN GOOR.
Haarlem, 17 Februari 1902.
INGEZONDEN MEDEDEE-
LINGEN.
30 ceutg per regel.
Hek beske
Mondwater
ker Wereld!
Spon en wm
Lisirijdeti.
Luchtscheepvaart
Santos Dumont
die Vrijdag zijn proeftochten te Möü-
te-Carlo hervatte, is het slachtoffer ge
worden van een ongeluk, dat even ern
stig is als dat, waaraan hij te Parijs
bij zijn poging om rond den Eiffelto-
ren te zeilen, ontkomen is.
Om half drie begon hij zijn 5en tocht
over de zee en richtte zijn ballon naar
kaap Martin, toen de ballon bij de
schietinrichting te Monte Carlo geko
men, rechtop ging staan.
Het omhulsel was gescheurd en in
minder dan 10 minuten was het gas
ontsnapt en viel de ballon in zee. Ge
lukkig volgden verscheidene stoomsloe
pen, waaronder het yacht van den
prins van Monaco, den ballon. Santos
Duinont werd heelhuids door een der
booten opgenomen, de ballon verdween
geheel en al onder water.
Het publiek ontving Santos Dumont
met enthousiasme, toen hij weder aan
land kwam. Ontmoedigd is hij niet
door dit ongeval en zonder twijfel zal
hij. ondanks eenig oponthoud, zijn
plan verwezenlijken om met zijn bal
lon de Middellandsche Zee over te trek
ken en op Corsica te landen.
De oorzaak van het ongeval moet
de volgende zijn:
De ballon was niet geheel gevuld.
Het stuurkoord geraakte in de schroef
verward. SantosDumont bracht den
ballon in den loodrechten stand om
het stuurkoord los te krijgen; toen
vloeide echter de olie van den motor
weg. Daar Santos-Dumont een ontplof
fing vreesde maakte hij van 't koord,
dat de ballon van een scheurt gebruik
en liet zich vallen. Volgens d© laatste
berichten is de ballon in deerlijk ge
havende:. staat uit het water opge
haald.
IJssport.
In de te Christiania gehouden hard
rijderijen op schaatsen was de uitslag:
500 Melter le Schwarz. Christiania;
2e Gundersen, id.; 3e Rinde; 4e Wathen
1500 Meter le Schwartz, 2e Gunder
sell 3e Rinde; 4e Wathen.
5000 Meterle Schwartz, 2e Mathis-
sen. 3e Greve, 4e Wathen.
10,000 Meter: le Schwartz, 2« Wa
then, 3e Greve (gevallen).
Wapenfeest
De Koninklijke Officiers Schermbond
houdt zijn vijfde wapenfeest ter vie
ring van het vijfjarig bestaan op Dins
dag 18, Woensdag 19, Donderdag 20
en Vrijdag 21 dezer in het Gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen te
's-Graven h age.
In het eerecomité voor dat 5de wa
penfeest zijn eere-voorzitters de minis
ters van oorlog, van marine en van
koloniën. Eere-leden: mr. J. G. Patijn,
Commissaris der Koningin ln de pro
vincie Zuidholland; luit-generaal A.
Kool; luit.-gen. van Resteren; gener.-
maj. Philipsen; gen.-maj. van Ermel
Scherer; gen.-maj. Froger, gen.eraal-
maj. van Panthaleon baron van Eek;
gen.-maj. Wupperman; gen.-majoor
van Dam van Isselt; gen.-maj. Thoiné-
se; gen.-maj. Duycker; kapitein ter zee
Derx; kapitein ter zee Kouwenberg;
kolonel Buija; kolonel Ringeling; koL
van Hoogenhuljze; koL titulair Cal-
lcoen; kapt-luitenant ter zee jhr. van
der Staal, adjudant van H. M. de Ko
ningin; luit.-koL Brender Brandis;
luit. kol. Loke, der art. van het 0.-I.
leger; luit kol. van Löben Seis; luit.-
koL W. Cool; kapitein J. E. Ranelt
en kapt. Pop.
Op 1 Jan. 1902 bedroeg het aantal
gewone leden van den Bond 556.
Voor de wedstrijden zijn medailles
beschikbaar gesteld, o.a. door H. M.
de Koningin, H. M. de Koningin-Moe*
der en Z. K. H.den Prins der Neder
landen.
Yoetbal.
De loting voor den beker had tot re
sultaat dat H. B. S. en Olympia ie
Rotterdam tegen elkaar uitkomen, ter
wijl Haarlem te Amsterdam Volhar
ding moet bestrijden, en wal op 23 de
zer, dus Zondag a. a
Het bestuur van den N. V. B. heeft
het aanbod van H. B. S. a-anvaard, om
op 30 en 31 Maart een Nederlandsch
en een Oostelijk elfta] te laten spelen
tegen de Old-Xaverians. die op den 29n
ter'en H. B. S. uitkomen. De wedstrij
den zullen te 's-Gravenhage (H. B. S.'s
terrein) en te Nijmegen gehouden
worden.
De laatste twintig minuten van den
wedstrijd Velocitas—Rapiditas, op 24
November 1.1. gehouden te Breda, wer
den ongeldig verklaard en zullen op
een nader te bepalen datum in Breda
worden overgespeeld.
Bij gelegenheid van het 12 1/2 jarig
bestaan van den Ned. Voetbal Bond
(opgericht 8 December 1889) zal zoo
mogelijk na afloop van de a.s. alge
meene vergadering te Amsterdam een
feestmaaltijd gehouden worden.
Een Vijfde Wetheader.
De werkzaamheden van ens dage*;
lijksch Bestuur, Burgemeester su Wet
houders, waven vroeger veel mindcil
ea heel anders verdeeld, dan tegen
woordig. Onder het beheer van bur
gemeester Jordens haduea we], even
ais nu, de wethouders elk hun afdee-
ling, maar traden als zoodanig iniudes
onafhankelijk op. Zoowel hij bespre
kingen vooraf als bij de discussien in
den 1-laad was het de burgeEsefster,
die de hoofdrol speelde. Deze eigen
aardige opvatting bleek eok hieruit,
da: burgemeester Jordens, niet met de
wethouders aan een tafel zat. zooals
jegenwoordig gebeurt, maar »ct den
Secretaris alleen aan «en afzonderlijk
tafeltje. De wethouders zatc-a tusschen
eb; leden van den Raad verspreid.
Burgemeester Boreel heeft dat, zoo
als ik zei. anders ingericht. En niet,
alleen de zitplaats, maar ook de po
sitie van de wethouders is daarmee
veranderd, lluevvel het den Burgemees
ter volstrekt niet ontbreekt aau een
algemeen overzicht van de zaken,
blijft de behandeling duarvaa-, iir en
buiten de Raadsvergadering, voel
meer dan vroeger aan de wethouders
overgelaten. Deze decentralisatie, in
theorie al beter omdat zij bet wethou
derschap tot een belangrijker post
maakt dan voorheen, werd bovendien
door de praktijk geboden. Met d<: ge
meente breidde zicli ook de geineeute-
zorg uit, nieuwe Rijkswetten droegen,
daartoe niet weinig hij en wanneer
burgemeester Jordens nu nog eens te
rugkwam zou hij zelf moeten inzien,
dat zijn systeem niet meer voor to«_-
passing vatbaar is. Zelfs niet voor re
genten, zoo geeonfijt in de gemeente-
regeering als hij 1
liet groote publiek, dat over 'I alge-
meen den burgemeester slechts bezig
ziet in den Raad, kan zich van de
werkzaamheden die zijn ambt mee
brengt, moeilijk een voorstelling ma
ken. Toch zijn die beslommeringen
veel en velerlei. Bij allerlei zaken ook
die niet rechtstreeks met hti gciueen-
tebeheer in verband staan, is zijn me
dewerking noodig; hij teekent tal van
stukken en dient die dus ook te iezen,
heeft als hoofd van de politie daarop
het dagelijksch toezicht en herhaalde
conferentien niet den Commissaris,
vergaderingen met de wethouders, in
Commissies, besprekingen met den
Secretaris en... met het publiek, in t
laatste deel van de taak, voorwaar niet
het kleinste!
En nu de wethouders!
Daar is de heer de Breuk, belast met
pubiieke werken, de reiniging en de
duinwaterleiding; de heer Nieuwen-
huijzen Kruseman, beiast met onder
wijs, zijn neef de heer H. D. Kruse
man voor financien en de heer de
Huan Hugenholtz belast inet de zwaar
e te afdee ling, omdat het de vervelend
ste is: de Burgeilijke Stand.
Al deze heeren hebben hun handen
vol. Niemand behoeft veel doorzicht
te hebben om te begrijpen, dat in een
stad die zich zoo uitzet als de onze on
die zeker, zoo niet nu, dan toch bin
nenkort, haar grondgebied belangrijk
zal zien toenemen, dat daar zoowel
onderwijs als financiën eik een ge-
heelen man vorderen. De heer De
Breuk heeft al meer dan genoeg hooi
op de vork. Wie moet nu straks optre
den als speciaal verantwoordelijk per
soon voor de lichtfabrieken?
Ik vergeet de daarvoor aangestelde
Raadscommissie, zeer zeker niet, maar
zij ia geen belxeerende alleen een voor
bereidende Commissie. De "wethouder
van financiën wordt bijgestaan door
een Commissie van finauciên, die van
publieke weiken door een Commissie
van publieke werken, die van onder-
wijs zelfs door drie Commissiën bij
de lichtfabrieken daarentegen bestaa»
alleen een Commissie van voivrberc:
ding zonder specialen weihouder.
Nu kan men beweren, dat de heer
Nieuwenhuijzen Kruseman, wethou
der van onderwijs, a.s voorzitter van
de Lichtcommissie feitelijk als wei
houder voor dezen tak van gemeente-
exploitatie fungeert, maar in de errsU'
plaats is dat toch niet hetzelfde
daarbij acht ik dergelijke eovnbinai:
van functiën allerminst gewenscht.
Zij is nu, bij de voorbereiding, nog
mogelijk. Maar straks wanneer de fa
brieken in werking zijn en het er op
aankomt, rente te maken van een ka
pitaal van millioenen, dan behoorde
er een afzonderlijke wethouder te zijn
voor deze belangrijke onderneming,
die niet maar en passant maar el-
ken dag en elk uur met zorg moet wor
den gedirigeerd.
Het zou dan ook voor de band lig
gen, dat een vijfde wethouder werd
benoemd, die vooreerst en veoral een
handelsman zou moeten wezen. Jam
mer genoeg is dat een onmogelijkheid.
De gemeentewet heeft het minimum
aantal wethouders op 2, het maximum
op 4 gesteld. Daarboven mag men niet
gaan. Zelfs groote gemeenten als Am
sterdam en Rotterdam moeten zich
met vier wethouders behelpen.
Dat ia onder da tegenspoeden, die
we met de lichtfabrieken beleefd neb
ben, niet de minste-. Er is evenwel uit
zicht op een wijziging van de oremëcn-
tewet in deze zaak en zoedra die er
wezen zal, doet Haarlem wel met er
gebruik van te maken. Er komt te
veel werk, zelfs voor de bekwame .nen-
schen die thans in Haarlem als wet
houders fungeeren.
Uit de Arbeiders were ld
BUITENLAND.
De mijnwerkers in de Sp. provinciën
Almeria. Cartagena en Jaen zetten
groote betoogingen op touw. om te
protestveren tegen de hooge belastin
gen, die op de mijnindustrie dr ukken.
De eigenaars van de mijnen en de in
genieurs zullen zich aan bet hoofd der
betoogingen stellen.
Letteren en Kunst.
Bij de uitgevers P. N. v. Kampen en
Zoon, te Amsterdam, zal in dit voor
jaar verschijnen een nieuwe roman
van Henri Borel, getiteld „Leliane",
waarin de weelde en de ellende van een
groote wereldstad geschilderd worden,
en hoe een jong en onbedorven gemoed
te midden daarvan tot zelfkennis ge-
raakt