Verdacht. Van alle tijden, Voor alle tijden. Schrijfmaterialen. Het nieuwe jacht van den Duitschen Keizer. FEUILLETON. De opvoeding van een gewone vloo ,i balletdanseres is natuurlijk hoogst noeilijk. De dressuur gaat ongeveer ijs volgt. Nadat de vloo gelukkig ge- f8ngen is wordt hij in ketenen ge- Honken. Een gouddraadje, zoo dun als een spinneweb wordt door middel een pincet om zijn hals beves- jgd, waarna hij dan, „aan den galg" i0int. Hier hangt hij zóó. dat hij nog juist den grond kan raken, maar geen fiiinhe tot springen heeft. Na een a'eek of twee heeft hij dan ook heele- ïiaal vergeten, dat hij eens springen jon. Een tweede methode is, dat de vloo tusschen twee glasplaten wordt gebracht, waar hij nog juist plaats lieeft aan te zetten lot een sprong. Dan stoot hij natuurlijk onzacht tegen de bovenste glasplaat en zoo laat hij langzamerhand het springen aan, totdat eindelijk de springkracht ver dwijnt. Aan het wagentje gespannen, wandelt hij dadelijk voort, evenzoo goedleerseh is hij hij alle andere kunst stukjes. Interessant de voeding der diertjes. De „Herr Direktor" ontbloot zijn arm, zet de vlooien daarop en veroorlooft ze, zich naar hartelust t.e laven. Van arbeider tot eerste minister heeft Richard Seddon, de premier van het Xieiiw-Zeelandsche kabinet het pacht. Seddon is minister van arbeid en grondlegger van een pensioenregeling voör arbeiders. Deze wet in deni verren archipel ingevoegd, mag gelden, en wordt dan ook door bevoegde beoordeelaars be schouwd, als het. ideaal van een dege lijke wet. Seddon is een self-made man", in den waren zin des w-oords. Hij is de zoon van een arbeider uit Lancashire, en vertrok al jong naar de kolonie Victoria, Daar was hij verscheidene jaren stoker en later machinist op de locomotieven. j la 1876 zeilde hij naar Nieuw-Zee. land en zette zich daar als hotelhouder j neder onder de arbeiders in de goud- imijnen van Kumara. Twee jaar latei- zonden de werklieden hem als afge vaardigde naar den Graafschapsraad in het jaar 1879 wercl hij als can- didaat van het kiesdistrict Ootika in I u t. regeeringslichaam gekozen. ongewenschte houding te liggen. Toen ik dien dokter het gehoorde mededeelde en hem vroeg wat daar van waar is, bevestigde hij het met de volgende woorden: Wanneer een mensch het in zijn macht had den ge- heelen nacht in een zekekre houding door te slapen, zou hij veel beter rus ten en veel frisscher ontwaken. Deze macht bezit hij nu echter niet altijd. En hoewel slechte slaap veel meer liet gevolg is van zorgen, ziekte en speii- aal een slecht verterende maag, als wel van de ligging gedurende den slaap, kan men uit die ligging toch allerlei juiste gevolgen trekken. Met opgetrokken beenen op den rug lig gend te slapen is een teeken van hart- zucht. Daarentegen is het niet onge woon en ook niet slecht op de zijde te liggen en een arm over den schou der te leggen. Legt men zich na den eten tot het traditioneele „maar een kwartier'je" op de sofa, dan neemt men daaroij. doordat men gewoonlijk beide armen onder het hoofd legt, de natuurlijkste, hoewel niet de meest gracieuze hou ding aan. Vele laten gaarne het hojf.i in de hand rusten de geliefde ligging dc-r kinderen. Ook dat kan geen kwaad. Wel daarentegen het go.aat in het kussen te begraven. Daar zijn de kus sens niet voor. De slaper die in deze fout vervalt zal het 's morgens bei ou wen, want zijn sluimer zal in 'i ge heel niet verfriisschend en rustig- ge weest zijn. 't Best verzekert men zich 'n aangename, gezonde nachtrust daar door dat men niet al te laat naar bed gaat en zich dan, een weinig inge trokken, op de rechterzijde legt. Men vermij de het op de linkerzijde te lig- jgen; het onnatuurlijke van deze hou- i ding kondigt zich spoedig door hart- I klopping op zoo onaangename wijze I aan, diat slechts weinige slapers het uithouden. Wanneer u aldus besloot de dok tor, deze eenvoudige vingeiwijzigingen volgen kunt, dan zult u zoo niet dade lijk goed, dan toch voortaan veel beter kunnen slapen. Daarin had het oude moedertje gelijk. „Wat kunt gij doen?" is de vraag dezer eeuw. Het is beter, een sieraad te zijn van uw eigen betrek king dan die van een ander te zoeken. Eén vast. onwrikbaar doel. Talm niet met uw doel. Niet vele dingen half,, maar één zaak zoo goed moge lijk. Peins niet over het verleden en droom niet van de toekomst, maar grijp het oogenblik aan. Men moet vreugde met zich nemen, of gij vindt ze zelfs niet in den hemel. Hij,, die- goede manieren bezit, heeft geen rijkdommen nood/ig; alle deuren vliegen voor hem open en overal heeft hij kosteloos toegang. Wat beteekenen moeielijkhedlen, spot, vervolging, zware arbeid-, ziekte voor een ziel, die gloeit voor een alles heheerschende geestdrift? Uit Worstelen en Overwinnen, van O. S. Marden. Sportpraatje. Hoe moet men slapen In d!e voorkamer van den dokter [wachtte onder anderen ook een oud moedertje. Men vertelde elkander over 1 en weer zijn kwalen en ziekten en sym pathiseerde met elkaar. Het oude moe dertje vroeg me belangstellend: „En wat mankeert u jonge man?" O, dank u, niet veel gelukkig. Uaap slecht en ontwaak soms he vig transpireerend. Ik zal den dokter daar een middel tegen vragen. Ziet u, sprak zij, wij oude vrou- wen worden 200 vaak voor onze huismiddeltjeis (uitgelachen, en toch berusten die middeltjes zoo dikwijls op waarheid. Zoo kan hijvoorbeeld uw slapelooosheid wel het gevolg van een slechte maag zijn, maar het is evengoed mogelijk dat gij er zelf schuld aan hebt door bij Let slapen in een Wacht niet op uw gelegenheid maak ze. Noodzakelijkheid is een niet genoeg te waardeeren prikkel. Geef een jongmenscli vastberaden heid en het ABC, en wie zal hem in zijn loopbaan tegenhouden? Indien een genie als Gladstone zijn geheele leven een boek in den zak draagt, opdat geen onverwacht vrij oogenblik hem moge ontglippen, waartoe moeten-wij, menschen van gewone bekwaamheid, dan niet onze toevlucht nemen, om -de- kostbare o ogenblikken aan de vergetelheid te ontrukken? De mensch is veroordeeld tot eeu wige minderheid en teleurstelling, als hij niet op zijn plaats is en zijn le vensonderhoud verdient door zijn zwakheid in plaats van öioor zijn kracht. Uw talent is uw roeping. Voetbaloverzicht. De afgeloopen Zondag was alweer zeer ongunstig voor de voetballers. Onder de weinige, wedstrijden die doorgang konden vinden was slechts één belangrijke nl. H. B. S.Olympia. De Hagenaars wonnein, zooals te vei-wachten was gemakkelijk, doch 80 is toch wel een beetje onteerend. voor zulke sterke 2e klassers als de Rotterdammers, te meer daar zij tot ongeveer een half uur voor het einde zoo goed speelden. Toen echter een maal het derde punt er door was viel heel Olympia uit elkaar en was van ernstig voetbal geen sprake meer. De eindstrijd zal nu gaan tusschen H. B. S. en Haarlem of Volharding, die elkaar Zondag moesten bestrijden, doch hierin door terrein-onbespeel. baarheid verhinderd werden. Aan beide zijden wordt- op de over winning gehoopt. Ik blijf Haarlem de beste kansen geven, dioch de zegepraal zal moeilijk zijn. De ongelukkige Rappenaren en Velo citanen mo-esten dep, Zondag weer laten voorbijgaan, ook al omdat het veld in slechten staat verkeerde. De Amsterdammers ontvangen Zondag II. F. C.*) en kunnen daar nog heel wat mee te stellen hebben, terwijl Ve- locitas naar H. V. V. moet, een wed strijd die na de nederlaag der cadet ten in Breda veel van zijne belang rijkheid heeft verloren. Rapiditas ontvangt de andere Haagsche veree- niging, H. B. S. die ook al weinig bevreesd bedroeft te zijn voor eene nederlaag, Ajlax-Haarlem kan na tuurlijk niet doorgaan, wegens den bekerwedstrijd, dien de roodbroeken .ebben te spelen. In de Oostelijke eerste klasse geven Hercules>Vites(se en „QuickU. D. de meeste kansen voor de ontvangende vèreenigingen. De laatste ontmoeting kan echter een spannend verloop heb ben. Het mooist zal evenwel zijn Go- Ahead—Victoria, de beide Wageningers die met de Utrechtenaren om het kampioenschap vechten. Voor de Westelijke 2e klasse valt niet veel belangrijks voor. Volhar dingSwift (H).kan natuurlijk niet plaats hebben, terwijl Quick zich niet te veel moeite behoeft te geven om hare stadgenoote Swift er onder te houden. Aan A.V.V. is eene overwinning toe gekend van 50 wegens het niet op komen van Swift (den Haag) op 8 De cember 1.1., welk feit niet officieel kon worden geconstateerd bij afwe zigheid van den aangewezen scheids rechter en tengevolge van het verzuim van A.V.V.om een anderen scheids rechter, op het terrein aanwezig, te verzoeken, als plaatsvervanger te willen optreden, mits laatsbedoel- de scheidsrechter gewenschte ver klaring af-legt. Dit feit versterkt zeker de positie der geelzwarte Amsterdammers aan merkelijk en zal dien strijd om de eerste plaat® in deze afdleeling nóg heviger maken. De uitloven van den Dordtschen lau werkrans heeft thans van' het bestuur van den N. V. B. de verzekering ge regen, dat de eindlwedstrijd om ge noemden krans tusschen D.F.C. I en H.V.V. II op 18 Mei zal kunnen plaats vinden, 't Zal dan wel een warme lief hebberij worden, maar beter laat dan nooit. AMATEUR. Men zie evenwel ook het Tweede blad, waav met het oog op de veran deringen In het wedstrijdprogramma eene aanvulling en verbetering is ge plaatst. Overgenomen uit „Kennis en Kunst" Jaargang 1871. Op de plaat is afgebeeld het nieuwe jacht, dat Keizer Wilhelm van Duitsch land in de Vereenigde Staten laat bou wen en dat binnenkort van stapel zal loopen. Het schip belooft in ieder op zicht een meesterwerk te zullen woi- den van Amerikaansche scheepsbouw kunst, en men beweert zelfs, dat in de zeilwedstrijden, welke in dten Hoop van dit jaar in Duitschland en in En geland zullen gehouden worden, het jacht geen tegenstander zal kunnen ontmoeten, die in snelheid er tegen op kan. De lijnen van yd!en romp van het jacht zijn van groote schoonheid en de afmetingen zijn buitengewoon groot. De lengte over het dek is 50 Meter, in dewaterlijn 37.75 Meter, de breedte bedraagt 8.50, de diiepgang 4.75 Meter. De takelage is buitenge woon hoog de groote mast is bijvoor beeld 33 meter hoog. Overeenkomstig de hoogte van de takelage is ook de zeilenoppervlakte buitengewoon gi'oot. In het geheel kan het jacht 8 zeilen bijzetten. Op de plaat zijn echter alleen maar afgebeeld de zeilen, welke bij het krui sen, waartoe de jacht voornamelijk be stemd is, bijgezet worden. Als bouwmateriaal voor den scheeps romp is staal voorgeschreven van een dikte van 3/16 tot 3/8 duim. De masten en de andere rondhouten zijn in tegen stelling met andere moderne jachten van hout vervaardigd. Wat het inwendige van het schip betreft, moet in de eerste plaats het 20 bij 27 voetmetende salon genoemd worden, dat in het midden van het vaartuig ligt. Langs de wanden van het salon loopen breed© kussenzetels en in het midden staat een eettafel voor 24 -personen. Verder bevat het salon een schoorsteen,, een piano, schrijftafels enz. Achter het salon be vindt zich de kajuit van den keizer, waarin een koperen bedkooi, een ldee- renkast en een schrijftafel zijn. Achter deze kajuit is een badkamer ingericht. Het kleinere deel van het jacht aan bakboordzijde is in drie kajuiten ver deeld voor gasten. Vóór het salon is de keuken voor den keizer en daar voor het kombuis voor de bemanning. Het houtwerk in de keizerskajuit zal van mahoniehout zijn en in ivoor en goud geschilderd worden. De woonlo- kalen voor de bemanning, die uit 20 koppen zal bestaan, liggen in het voor schip en zijn zeer ruim en gemakke lijk ingericht. Vergelijkt men het zeldzame en kostbare handschrift der veertiende eeuw, en de goedkoope uitgave van den tegenwoordigen tijd, dan ont waart men dat de kundigheden, welke men in die dagen alleen ten koste eener groote som kon opdoen, thans voor eenige stuivers kunnen gehecht worden, maar misschien weten onze lezers niet, dat de schrijfbenoo- digdheden in de veertiende eeuw even belangrijke verbeteringen van die van vroegeren tijd waren, als de uit vinding der boekdrukkunst zelve. De uitvinding des papiers was mis schien nuttiger voor de wereld dan die der boekdrukkunstde letterkunde was reeds lang in verval, ja zelfs be neden den toestand, tot welken de invallen der barbaren uit het noorden dezelve hadden doen zinken; en de gewoonte om de kostbare letteren der oudheid uit de boeken te krabben, ten einde in de plaats daarvan valsche legenden eu onbeduidende kronijken te schrijven, maakte het herstel der- zelve met eiken dag moeijelijker. Ge lijk in de middeleeuwen de grooten van Italië de schoone overblijfselen van het oude Rome sloopten, om zich de bouwstoffen voor hunne onaan zienlijke verblijven te verschaffen, vernietigden de monniken met bedrij vige hand de schatten, welke zij niet wisten te waarderen, en zouden dezelve in weinige jaren geheel hebben ver nield. De uitvinding van het papier maakte ten eenemale een einde aan deze gewoonte, en wij mogen veilig aannemen, dat al de werken van waarde, die het tijdstip dezer uitvin ding beleefd hebben, behouden tot ons gekomen zijn. In aloude tijden schijnt het schrij ven alleen voor groote gelegenheden bewaard te zijn geworden, en alsdan eene rots, eene steenen tafel of eene metalen plaat het blad te zijn geweest, waarop men schreef. De lozer zal zich ongetwijfeld de steenen tafelen van Mozes herinneren, alsmede den wenscli van Job, dat zijne woorden met een ijzeren pen in lood in de rots mógten gegrift zijn. De werken van Homerus en Hesiodus, zegt men, zijn het eerst op looden tafels geschreven, en nog ten huidigen dage vindt men in Indië vele oude en zelfs vrij om slachtige bescheiden op koper. Het gebruik van steenen tafels bestaat nog, en gebeeldhouwde rotsen in het noorden van Europa zijn blijken dat de gewoonte om merkwaardige be scheiden op deze onvergankelijke wij ze te bewaren, onder onze voorouders in de negende en tiende eeuwen ge- heerscht heeft. Velen gelooven, dat het eerste schrift op dunne stukjes hout geschiedde, het geen om devzelver gemakkelijkheid wel vermoedelijk is. Zoodanige plankjes werden in aloude tijden door de Grie ken en Romeinen gebruikt, en waren toen bedekt met eene laag was, waar op men natuurlijker wijze gemakke lijker schrijven koude dan op het bloote hout. Maar zoodanig schrift was van den anderen kant ook weinig duurzaam en werd daai-om alleen voor tijdelijke einden gebruikt. In een der blijspelen van Aristophanes stelt een schuldenaar voor om de betaling zijner schuld te ontwijken door met een brand glas de tafel van was te smelten, waarop de schuldvordering geschreven stond, terwijl de schuldeischer de re- Naar het Duitsch van ED. WERNER. 7) Van de hoogverraders die ik ont dekt heb. Hier in Seefeld? Zeker! Uwe Excellentie gaf mij immers zel-f de noodige aanwijzingen, ik ben- immers enkel en alleen daar voor hierheen gezonden. Op het gelaat van den Hofmaar schalk vertoonde zich de grootste be vreemding, maar tegelijk een leven dig misnoegen. Hier schijnt eene noodlottige ver warring te heerschen! Doelde daar je dépêche op? Je hebt waarschijnlijk een verkeerd spoor gevolgd en al je jwaakzamheid' aan eenei kleinigheid verspild, terwijl ik mij voor eene hoogst belangrijke aangelegenheid op jou heb verlaten. Het is geen kleinigheid, verdedig de zich Sebald- in zijn dJiepgekrenkt zelfbewustzijn. Een dynamiet-kom- plot! Wat? riep de Hofmaarschalk ver schrikt opspringende. Dynamiet? Men wil een-e uitbarsting in het Hertogelijke Paleis doen plaats heb ben, de geheele Hertogelijke familie moet in de lucht springen, ook het ver wante Koninklijke Hof schijnt be dreigd te worden, want. daar was ook vSprake van. De Excellentie was doodsbleek ge worden en viel op een tuinstoel neder. Sebald, dat zijn vreeselijke ont hullingen! Heb je er bewijzen voor? De onwederlegbaarste. Met mijn eigen o oren'heb ik gehoord hoe de mis. dadigers hunne bloedige plannen be spraken. Dan had je groot gelijk al het an dere te laten rusten als het het leven van de Vorstelijke familie betreft. Waai' zijn dë misdadigers? Daar hoven, antwoordde Sebald, naar den heuvel wijzende. De Hofmaarschalk sprong van zijn stoel op; plotseling scheen hem. een lichit op te gaan. Wat? In d'e kerk? Maak u maar n'iet ongerust, Ex cellentie, zij worden bewaakt. Halier staat boven op post en zorgt er voor dat zij ongestoord blijven, tot Mensch, dat moest juist verhin derd worden, riep de Excellentie vol vertwijfeling. Ben je dan gek dat je er nog schildwachten bij geplaatst hebt. Maai- wij moesten hen toch eerst in den val lokken! De kerk heeft maar een enkelen uitgang, als die bijtijds gesloten en bezet wordt, dan zijn zij gevangen, want de vensters zijn te hoog om te kunnen uitbreken. De boeren zullen ons in elk geval wel de noodige hulp verleenen, ik zal het doi-p alarmeeren Houdt toch op! je vermoordt mo met je dwaasheden! viel hem de Hof maarschalk woedend in de rede. Ik moet dadelijk naar hoven! Ik teeken verzet aan in naam van dJen Hertog. Zijn Doorluchtigheid heeft mij onbe perkte volmacht gegeven. Daarbij snelde hij naar huiten den verbaasden kastelein voorbij, die juist verscheen om voor de extra-postsjees zijn compliment te maken en nu eerst den inhoud te zien kreeg. Sebald volg de ontsteld, want de Excellentie kwam hem geheel onbegrijpelijk voor. Wat zou toch verzet in naam van den Her tog helpen bij menschen, die moord plannen tegen het geheele Vorstelijke Huis in den zin hadden? Aan den voet van den heuvel ont moetten zij mijnheer Von Below, die daar zeer mismoedig rondliep. Hij had' niemand in de pastorie aangetrof fen, maar gehoord dat de dames hier heen waren gegaan en zocht ze nu op hunne veronderstelde wandeling, maar eensklaps bleef hij staan en riep met de grootste verwondering: Excellentie u hier? Mijnheer Von Below hoe komt| u in Seefeld? riep de Hofmaarschalk, eveneens verrast. Sebald onthutste, hij begon een ver moeden te krijgen dat de zaak niet geheel in orde was. Zou hij zich in dit jonge mensch bedrogen hebben? Ik ben op reis, verklaarde de majoraatsheer, maar waar wilt u zoo haastig heen, Excellentie? Ik ik wil den ondergang van de zon niet verzuimen, antwoordde de gevraagde, terwijl hij den h-euvel be klom zoo snel zijne krachten het toe lieten. O, dan ga ik mede, riep mijnheer Von Below, die verheugd' was weder iemand te hebben om tegen te babbe len. De zonsondergang is zoo roman tisch! Maar dat romantische is mij echter slecht bekomen, verbeeldt u, Excellentie, mijn rijtuig en daarop begon hij de geschiedenis voor de der de maal te herhalen, nog uitvoeriger dan de beide andere keeren en hield er niet mede op vóór men boven op den heuvel was gekomen. De Hofmaarschalk luisterde er niet naai-, maar hij was zoo haastig naar hoven geloopen dat hij moest blijven stilstaan om adem te scheppen en toen kwam plotseling Halier uit het struik gewas te voorschijn en bracht onder danig rapport uit. Zij zijn werkelijk binnen, Excel lentie! En zij hebben een kistje in de kerk medegesleept, zeker vol dyna miet! Alleen de derde samenzweerder ontbreekt, die zich zoo dom aanstelde en altijd om zijn koffer riep Hij verstomde, want plotseling dook de vermiste, die eenige passen was achtergebleven, voor hem op en wel onmiddellijk achter den rug van Zijne Excellentie. Deze nabijheid scheen den braven Halier zoo bedenkelijk dat hij alle voorzichtigheid vergat en eene be weging maakte om den misdadiger bij den kraag te pakken, maar de Hofmaarschalk bemerkte 't en voerde hem toornig toe. Wat valt je in? Houdt ge den baron Von Below, den majoraatsheer van Waltersber, soms ook voor een s amenzwe e r der? Ik een samenzweerder? Groote Hemel, dat is mij nog nooit overko men ,daar heeft men mij nog nooit voor aangezien! riep Kuno von Below met een gezicht dat deze verzekering allergeloofwaardigst deed voorkomen. Halier was verschrikt teruggeweken en staarde met open mond eerst den majoraatsheer en toen zijn chef aan, aan wien nu zijne noodlottige dwa ling duidelijk werd. Maar de Hofmaarschalk liet hem geen tijd tot verdere opheldering, hij liep snei de steenen trap op en open de de deur van de kerk. Mijnheer Von Below die nu toch eindelijk bemerkte dat er iets bijzon ders gaande was, sloot zich nieuwsgie. rig bij hem aan en achter hen volg den de beide beambten. De wegzinkende zon wierp hare laat ste stralen door de kerkvenstons en vulde het kleine Godshuis met schit terenden glans. Het roodgouden licht omgaf de eerwaardige gestalte van den ouden dominé, en bescheen ook de hoofden van het jonge paai-, dat juist uit de knielende houding oprees. Naast een hoogopgescholen man met blond haar en baard en ernstige trek ken stond eene jonge bruid in een voudig wit gewaad, door een dunnen sluier omhuld, den myrte-krans op liet donkere haai-. Zij verborg juist in dat oogenblik baar hoofd aan de borst van haar echtgenoot, die haar met groote innigheid) aan zich trok. Te laat! Dus is het dan toch ge beurd1, mompelde de Hofmaarschalk, die met een enkelen blik gezien had dat de plechtigheid was afgeloopen. Hij zag nu ook de twee andere perso nen, een heer in strakke, militaire houding en eene oude dame, geheel in tranen verzonken. Zij hadden blijk baar het juist gesloten huwelijk als getuigen bijgewoond. Het openen van de deur bad ook de aandacht van het gezelschap in de kerk getrokken; zij keken er heen en zagen een groep, die geheel vernietigd scheen door hetgeen zich aan hunne blikken vertoonde. De bedaard.ste was nog mijnheer Von Below, omdat hij de zaak eenvoudig niet begreep. Hij zag Valeska Blum, zijne aangebedene Va- leska, die hij tot eiken prijs wilde hu wen, als bruid aan de zijde van een ander, en die andere was zijn nieu we opzichter! Sebald daarentegen was in doode-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 7