Verdacht.
Van alle tijden,
Voor alle tijden.
Schrijfmaterialen.
Het nieuwe jacht van den Duitschen Keizer.
FEUILLETON.
De opvoeding van een gewone vloo
,i balletdanseres is natuurlijk hoogst
noeilijk. De dressuur gaat ongeveer
ijs volgt. Nadat de vloo gelukkig ge-
f8ngen is wordt hij in ketenen ge-
Honken. Een gouddraadje, zoo dun
als een spinneweb wordt door middel
een pincet om zijn hals beves-
jgd, waarna hij dan, „aan den galg"
i0int. Hier hangt hij zóó. dat hij nog
juist den grond kan raken, maar geen
fiiinhe tot springen heeft. Na een
a'eek of twee heeft hij dan ook heele-
ïiaal vergeten, dat hij eens springen
jon. Een tweede methode is, dat de
vloo tusschen twee glasplaten wordt
gebracht, waar hij nog juist plaats
lieeft aan te zetten lot een sprong.
Dan stoot hij natuurlijk onzacht tegen
de bovenste glasplaat en zoo laat
hij langzamerhand het springen aan,
totdat eindelijk de springkracht ver
dwijnt. Aan het wagentje gespannen,
wandelt hij dadelijk voort, evenzoo
goedleerseh is hij hij alle andere kunst
stukjes. Interessant de voeding der
diertjes. De „Herr Direktor" ontbloot
zijn arm, zet de vlooien daarop en
veroorlooft ze, zich naar hartelust t.e
laven.
Van arbeider tot eerste
minister
heeft Richard Seddon, de premier van
het Xieiiw-Zeelandsche kabinet het
pacht.
Seddon is minister van arbeid en
grondlegger van een pensioenregeling
voör arbeiders.
Deze wet in deni verren archipel
ingevoegd, mag gelden, en wordt dan
ook door bevoegde beoordeelaars be
schouwd, als het. ideaal van een dege
lijke wet.
Seddon is een self-made man", in
den waren zin des w-oords. Hij is de
zoon van een arbeider uit Lancashire,
en vertrok al jong naar de kolonie
Victoria, Daar was hij verscheidene
jaren stoker en later machinist op de
locomotieven.
j la 1876 zeilde hij naar Nieuw-Zee.
land en zette zich daar als hotelhouder
j neder onder de arbeiders in de goud-
imijnen van Kumara. Twee jaar latei-
zonden de werklieden hem als afge
vaardigde naar den Graafschapsraad
in het jaar 1879 wercl hij als can-
didaat van het kiesdistrict Ootika in
I u t. regeeringslichaam gekozen.
ongewenschte houding te liggen.
Toen ik dien dokter het gehoorde
mededeelde en hem vroeg wat daar
van waar is, bevestigde hij het met
de volgende woorden: Wanneer een
mensch het in zijn macht had den ge-
heelen nacht in een zekekre houding
door te slapen, zou hij veel beter rus
ten en veel frisscher ontwaken. Deze
macht bezit hij nu echter niet altijd.
En hoewel slechte slaap veel meer liet
gevolg is van zorgen, ziekte en speii-
aal een slecht verterende maag, als
wel van de ligging gedurende den
slaap, kan men uit die ligging toch
allerlei juiste gevolgen trekken. Met
opgetrokken beenen op den rug lig
gend te slapen is een teeken van hart-
zucht. Daarentegen is het niet onge
woon en ook niet slecht op de zijde
te liggen en een arm over den schou
der te leggen.
Legt men zich na den eten tot het
traditioneele „maar een kwartier'je"
op de sofa, dan neemt men daaroij.
doordat men gewoonlijk beide armen
onder het hoofd legt, de natuurlijkste,
hoewel niet de meest gracieuze hou
ding aan.
Vele laten gaarne het hojf.i in de
hand rusten de geliefde ligging dc-r
kinderen. Ook dat kan geen kwaad.
Wel daarentegen het go.aat in het
kussen te begraven. Daar zijn de kus
sens niet voor. De slaper die in deze
fout vervalt zal het 's morgens bei ou
wen, want zijn sluimer zal in 'i ge
heel niet verfriisschend en rustig- ge
weest zijn. 't Best verzekert men zich
'n aangename, gezonde nachtrust daar
door dat men niet al te laat naar bed
gaat en zich dan, een weinig inge
trokken, op de rechterzijde legt. Men
vermij de het op de linkerzijde te lig-
jgen; het onnatuurlijke van deze hou-
i ding kondigt zich spoedig door hart-
I klopping op zoo onaangename wijze
I aan, diat slechts weinige slapers het
uithouden.
Wanneer u aldus besloot de dok
tor, deze eenvoudige vingeiwijzigingen
volgen kunt, dan zult u zoo niet dade
lijk goed, dan toch voortaan veel beter
kunnen slapen. Daarin had het oude
moedertje gelijk.
„Wat kunt gij doen?" is de
vraag dezer eeuw. Het is beter, een
sieraad te zijn van uw eigen betrek
king dan die van een ander te zoeken.
Eén vast. onwrikbaar doel. Talm
niet met uw doel. Niet vele dingen
half,, maar één zaak zoo goed moge
lijk.
Peins niet over het verleden en
droom niet van de toekomst, maar
grijp het oogenblik aan.
Men moet vreugde met zich nemen,
of gij vindt ze zelfs niet in den hemel.
Hij,, die- goede manieren bezit, heeft
geen rijkdommen nood/ig; alle deuren
vliegen voor hem open en overal heeft
hij kosteloos toegang.
Wat beteekenen moeielijkhedlen,
spot, vervolging, zware arbeid-, ziekte
voor een ziel, die gloeit voor een alles
heheerschende geestdrift?
Uit Worstelen en Overwinnen,
van O. S. Marden.
Sportpraatje.
Hoe moet men slapen
In d!e voorkamer van den dokter
[wachtte onder anderen ook een oud
moedertje. Men vertelde elkander over
1 en weer zijn kwalen en ziekten en sym
pathiseerde met elkaar. Het oude moe
dertje vroeg me belangstellend: „En
wat mankeert u jonge man?"
O, dank u, niet veel gelukkig.
Uaap slecht en ontwaak soms he
vig transpireerend. Ik zal den dokter
daar een middel tegen vragen.
Ziet u, sprak zij, wij oude vrou-
wen worden 200 vaak voor onze
huismiddeltjeis (uitgelachen, en toch
berusten die middeltjes zoo dikwijls
op waarheid. Zoo kan hijvoorbeeld
uw slapelooosheid wel het gevolg van
een slechte maag zijn, maar het is
evengoed mogelijk dat gij er zelf schuld
aan hebt door bij Let slapen in een
Wacht niet op uw gelegenheid
maak ze.
Noodzakelijkheid is een niet genoeg
te waardeeren prikkel.
Geef een jongmenscli vastberaden
heid en het ABC, en wie zal hem in
zijn loopbaan tegenhouden?
Indien een genie als Gladstone zijn
geheele leven een boek in den zak
draagt, opdat geen onverwacht vrij
oogenblik hem moge ontglippen,
waartoe moeten-wij, menschen van
gewone bekwaamheid, dan niet onze
toevlucht nemen, om -de- kostbare
o ogenblikken aan de vergetelheid te
ontrukken?
De mensch is veroordeeld tot eeu
wige minderheid en teleurstelling, als
hij niet op zijn plaats is en zijn le
vensonderhoud verdient door zijn
zwakheid in plaats van öioor zijn
kracht.
Uw talent is uw roeping.
Voetbaloverzicht.
De afgeloopen Zondag was alweer
zeer ongunstig voor de voetballers.
Onder de weinige, wedstrijden die
doorgang konden vinden was slechts
één belangrijke nl. H. B. S.Olympia.
De Hagenaars wonnein, zooals te
vei-wachten was gemakkelijk, doch
80 is toch wel een beetje onteerend.
voor zulke sterke 2e klassers als de
Rotterdammers, te meer daar zij tot
ongeveer een half uur voor het einde
zoo goed speelden. Toen echter een
maal het derde punt er door was viel
heel Olympia uit elkaar en was van
ernstig voetbal geen sprake meer.
De eindstrijd zal nu gaan tusschen
H. B. S. en Haarlem of Volharding,
die elkaar Zondag moesten bestrijden,
doch hierin door terrein-onbespeel.
baarheid verhinderd werden.
Aan beide zijden wordt- op de over
winning gehoopt. Ik blijf Haarlem de
beste kansen geven, dioch de zegepraal
zal moeilijk zijn.
De ongelukkige Rappenaren en Velo
citanen mo-esten dep, Zondag weer
laten voorbijgaan, ook al omdat het
veld in slechten staat verkeerde. De
Amsterdammers ontvangen Zondag
II. F. C.*) en kunnen daar nog heel
wat mee te stellen hebben, terwijl Ve-
locitas naar H. V. V. moet, een wed
strijd die na de nederlaag der cadet
ten in Breda veel van zijne belang
rijkheid heeft verloren. Rapiditas
ontvangt de andere Haagsche veree-
niging, H. B. S. die ook al weinig
bevreesd bedroeft te zijn voor eene
nederlaag, Ajlax-Haarlem kan na
tuurlijk niet doorgaan, wegens den
bekerwedstrijd, dien de roodbroeken
.ebben te spelen.
In de Oostelijke eerste klasse geven
Hercules>Vites(se en „QuickU. D.
de meeste kansen voor de ontvangende
vèreenigingen. De laatste ontmoeting
kan echter een spannend verloop heb
ben. Het mooist zal evenwel zijn Go-
Ahead—Victoria, de beide Wageningers
die met de Utrechtenaren om het
kampioenschap vechten.
Voor de Westelijke 2e klasse valt
niet veel belangrijks voor. Volhar
dingSwift (H).kan natuurlijk niet
plaats hebben, terwijl Quick zich niet
te veel moeite behoeft te geven om
hare stadgenoote Swift er onder te
houden.
Aan A.V.V. is eene overwinning toe
gekend van 50 wegens het niet op
komen van Swift (den Haag) op 8 De
cember 1.1., welk feit niet officieel
kon worden geconstateerd bij afwe
zigheid van den aangewezen scheids
rechter en tengevolge van het verzuim
van A.V.V.om een anderen scheids
rechter, op het terrein aanwezig, te
verzoeken, als plaatsvervanger te
willen optreden, mits laatsbedoel-
de scheidsrechter gewenschte ver
klaring af-legt.
Dit feit versterkt zeker de positie
der geelzwarte Amsterdammers aan
merkelijk en zal dien strijd om de eerste
plaat® in deze afdleeling nóg heviger
maken.
De uitloven van den Dordtschen lau
werkrans heeft thans van' het bestuur
van den N. V. B. de verzekering ge
regen, dat de eindlwedstrijd om ge
noemden krans tusschen D.F.C. I en
H.V.V. II op 18 Mei zal kunnen plaats
vinden, 't Zal dan wel een warme lief
hebberij worden, maar beter laat dan
nooit.
AMATEUR.
Men zie evenwel ook het Tweede
blad, waav met het oog op de veran
deringen In het wedstrijdprogramma
eene aanvulling en verbetering is ge
plaatst.
Overgenomen uit „Kennis en Kunst"
Jaargang 1871.
Op de plaat is afgebeeld het nieuwe
jacht, dat Keizer Wilhelm van Duitsch
land in de Vereenigde Staten laat bou
wen en dat binnenkort van stapel zal
loopen. Het schip belooft in ieder op
zicht een meesterwerk te zullen woi-
den van Amerikaansche scheepsbouw
kunst, en men beweert zelfs, dat in de
zeilwedstrijden, welke in dten Hoop
van dit jaar in Duitschland en in En
geland zullen gehouden worden, het
jacht geen tegenstander zal kunnen
ontmoeten, die in snelheid er tegen
op kan.
De lijnen van yd!en romp van het
jacht zijn van groote schoonheid en
de afmetingen zijn buitengewoon
groot. De lengte over het dek is 50
Meter, in dewaterlijn 37.75 Meter, de
breedte bedraagt 8.50, de diiepgang
4.75 Meter. De takelage is buitenge
woon hoog de groote mast is bijvoor
beeld 33 meter hoog. Overeenkomstig
de hoogte van de takelage is ook de
zeilenoppervlakte buitengewoon gi'oot.
In het geheel kan het jacht 8 zeilen
bijzetten.
Op de plaat zijn echter alleen maar
afgebeeld de zeilen, welke bij het krui
sen, waartoe de jacht voornamelijk be
stemd is, bijgezet worden.
Als bouwmateriaal voor den scheeps
romp is staal voorgeschreven van een
dikte van 3/16 tot 3/8 duim. De masten
en de andere rondhouten zijn in tegen
stelling met andere moderne jachten
van hout vervaardigd.
Wat het inwendige van het schip
betreft, moet in de eerste plaats het
20 bij 27 voetmetende salon genoemd
worden, dat in het midden van het
vaartuig ligt. Langs de wanden van
het salon loopen breed© kussenzetels
en in het midden staat een eettafel
voor 24 -personen. Verder bevat het
salon een schoorsteen,, een piano,
schrijftafels enz. Achter het salon be
vindt zich de kajuit van den keizer,
waarin een koperen bedkooi, een ldee-
renkast en een schrijftafel zijn. Achter
deze kajuit is een badkamer ingericht.
Het kleinere deel van het jacht aan
bakboordzijde is in drie kajuiten ver
deeld voor gasten. Vóór het salon is
de keuken voor den keizer en daar
voor het kombuis voor de bemanning.
Het houtwerk in de keizerskajuit zal
van mahoniehout zijn en in ivoor en
goud geschilderd worden. De woonlo-
kalen voor de bemanning, die uit 20
koppen zal bestaan, liggen in het voor
schip en zijn zeer ruim en gemakke
lijk ingericht.
Vergelijkt men het zeldzame en
kostbare handschrift der veertiende
eeuw, en de goedkoope uitgave van
den tegenwoordigen tijd, dan ont
waart men dat de kundigheden, welke
men in die dagen alleen ten koste
eener groote som kon opdoen, thans
voor eenige stuivers kunnen gehecht
worden, maar misschien weten onze
lezers niet, dat de schrijfbenoo-
digdheden in de veertiende eeuw
even belangrijke verbeteringen van die
van vroegeren tijd waren, als de uit
vinding der boekdrukkunst zelve.
De uitvinding des papiers was mis
schien nuttiger voor de wereld dan
die der boekdrukkunstde letterkunde
was reeds lang in verval, ja zelfs be
neden den toestand, tot welken de
invallen der barbaren uit het noorden
dezelve hadden doen zinken; en de
gewoonte om de kostbare letteren der
oudheid uit de boeken te krabben, ten
einde in de plaats daarvan valsche
legenden eu onbeduidende kronijken
te schrijven, maakte het herstel der-
zelve met eiken dag moeijelijker. Ge
lijk in de middeleeuwen de grooten
van Italië de schoone overblijfselen
van het oude Rome sloopten, om zich
de bouwstoffen voor hunne onaan
zienlijke verblijven te verschaffen,
vernietigden de monniken met bedrij
vige hand de schatten, welke zij niet
wisten te waarderen, en zouden dezelve
in weinige jaren geheel hebben ver
nield. De uitvinding van het papier
maakte ten eenemale een einde aan
deze gewoonte, en wij mogen veilig
aannemen, dat al de werken van
waarde, die het tijdstip dezer uitvin
ding beleefd hebben, behouden tot
ons gekomen zijn.
In aloude tijden schijnt het schrij
ven alleen voor groote gelegenheden
bewaard te zijn geworden, en alsdan
eene rots, eene steenen tafel of eene
metalen plaat het blad te zijn geweest,
waarop men schreef. De lozer zal
zich ongetwijfeld de steenen tafelen
van Mozes herinneren, alsmede den
wenscli van Job, dat zijne woorden
met een ijzeren pen in lood in de rots
mógten gegrift zijn. De werken van
Homerus en Hesiodus, zegt men, zijn
het eerst op looden tafels geschreven,
en nog ten huidigen dage vindt men
in Indië vele oude en zelfs vrij om
slachtige bescheiden op koper. Het
gebruik van steenen tafels bestaat
nog, en gebeeldhouwde rotsen in het
noorden van Europa zijn blijken dat
de gewoonte om merkwaardige be
scheiden op deze onvergankelijke wij
ze te bewaren, onder onze voorouders
in de negende en tiende eeuwen ge-
heerscht heeft.
Velen gelooven, dat het eerste schrift
op dunne stukjes hout geschiedde, het
geen om devzelver gemakkelijkheid wel
vermoedelijk is. Zoodanige plankjes
werden in aloude tijden door de Grie
ken en Romeinen gebruikt, en waren
toen bedekt met eene laag was, waar
op men natuurlijker wijze gemakke
lijker schrijven koude dan op het
bloote hout. Maar zoodanig schrift was
van den anderen kant ook weinig
duurzaam en werd daai-om alleen voor
tijdelijke einden gebruikt. In een der
blijspelen van Aristophanes stelt een
schuldenaar voor om de betaling zijner
schuld te ontwijken door met een brand
glas de tafel van was te smelten,
waarop de schuldvordering geschreven
stond, terwijl de schuldeischer de re-
Naar het Duitsch
van ED. WERNER.
7)
Van de hoogverraders die ik ont
dekt heb.
Hier in Seefeld?
Zeker! Uwe Excellentie gaf mij
immers zel-f de noodige aanwijzingen,
ik ben- immers enkel en alleen daar
voor hierheen gezonden.
Op het gelaat van den Hofmaar
schalk vertoonde zich de grootste be
vreemding, maar tegelijk een leven
dig misnoegen.
Hier schijnt eene noodlottige ver
warring te heerschen! Doelde daar je
dépêche op? Je hebt waarschijnlijk
een verkeerd spoor gevolgd en al je
jwaakzamheid' aan eenei kleinigheid
verspild, terwijl ik mij voor eene
hoogst belangrijke aangelegenheid op
jou heb verlaten.
Het is geen kleinigheid, verdedig
de zich Sebald- in zijn dJiepgekrenkt
zelfbewustzijn. Een dynamiet-kom-
plot!
Wat? riep de Hofmaarschalk ver
schrikt opspringende. Dynamiet?
Men wil een-e uitbarsting in het
Hertogelijke Paleis doen plaats heb
ben, de geheele Hertogelijke familie
moet in de lucht springen, ook het ver
wante Koninklijke Hof schijnt be
dreigd te worden, want. daar was ook
vSprake van.
De Excellentie was doodsbleek ge
worden en viel op een tuinstoel neder.
Sebald, dat zijn vreeselijke ont
hullingen! Heb je er bewijzen voor?
De onwederlegbaarste. Met mijn
eigen o oren'heb ik gehoord hoe de mis.
dadigers hunne bloedige plannen be
spraken.
Dan had je groot gelijk al het an
dere te laten rusten als het het leven
van de Vorstelijke familie betreft.
Waai' zijn dë misdadigers?
Daar hoven, antwoordde Sebald,
naar den heuvel wijzende.
De Hofmaarschalk sprong van zijn
stoel op; plotseling scheen hem. een
lichit op te gaan.
Wat? In d'e kerk?
Maak u maar n'iet ongerust, Ex
cellentie, zij worden bewaakt. Halier
staat boven op post en zorgt er voor
dat zij ongestoord blijven, tot
Mensch, dat moest juist verhin
derd worden, riep de Excellentie vol
vertwijfeling. Ben je dan gek dat je
er nog schildwachten bij geplaatst
hebt.
Maai- wij moesten hen toch eerst
in den val lokken! De kerk heeft maar
een enkelen uitgang, als die bijtijds
gesloten en bezet wordt, dan zijn zij
gevangen, want de vensters zijn te
hoog om te kunnen uitbreken. De
boeren zullen ons in elk geval wel de
noodige hulp verleenen, ik zal het
doi-p alarmeeren
Houdt toch op! je vermoordt mo
met je dwaasheden! viel hem de Hof
maarschalk woedend in de rede. Ik
moet dadelijk naar hoven! Ik teeken
verzet aan in naam van dJen Hertog.
Zijn Doorluchtigheid heeft mij onbe
perkte volmacht gegeven.
Daarbij snelde hij naar huiten den
verbaasden kastelein voorbij, die juist
verscheen om voor de extra-postsjees
zijn compliment te maken en nu eerst
den inhoud te zien kreeg. Sebald volg
de ontsteld, want de Excellentie kwam
hem geheel onbegrijpelijk voor. Wat
zou toch verzet in naam van den Her
tog helpen bij menschen, die moord
plannen tegen het geheele Vorstelijke
Huis in den zin hadden?
Aan den voet van den heuvel ont
moetten zij mijnheer Von Below, die
daar zeer mismoedig rondliep. Hij
had' niemand in de pastorie aangetrof
fen, maar gehoord dat de dames hier
heen waren gegaan en zocht ze nu op
hunne veronderstelde wandeling,
maar eensklaps bleef hij staan en riep
met de grootste verwondering:
Excellentie u hier?
Mijnheer Von Below hoe komt|
u in Seefeld? riep de Hofmaarschalk,
eveneens verrast.
Sebald onthutste, hij begon een ver
moeden te krijgen dat de zaak niet
geheel in orde was. Zou hij zich in
dit jonge mensch bedrogen hebben?
Ik ben op reis, verklaarde de
majoraatsheer, maar waar wilt u zoo
haastig heen, Excellentie?
Ik ik wil den ondergang van
de zon niet verzuimen, antwoordde de
gevraagde, terwijl hij den h-euvel be
klom zoo snel zijne krachten het toe
lieten.
O, dan ga ik mede, riep mijnheer
Von Below, die verheugd' was weder
iemand te hebben om tegen te babbe
len. De zonsondergang is zoo roman
tisch! Maar dat romantische is mij
echter slecht bekomen, verbeeldt u,
Excellentie, mijn rijtuig en daarop
begon hij de geschiedenis voor de der
de maal te herhalen, nog uitvoeriger
dan de beide andere keeren en hield
er niet mede op vóór men boven op
den heuvel was gekomen.
De Hofmaarschalk luisterde er niet
naai-, maar hij was zoo haastig naar
hoven geloopen dat hij moest blijven
stilstaan om adem te scheppen en toen
kwam plotseling Halier uit het struik
gewas te voorschijn en bracht onder
danig rapport uit.
Zij zijn werkelijk binnen, Excel
lentie! En zij hebben een kistje in de
kerk medegesleept, zeker vol dyna
miet! Alleen de derde samenzweerder
ontbreekt, die zich zoo dom aanstelde
en altijd om zijn koffer riep
Hij verstomde, want plotseling dook
de vermiste, die eenige passen was
achtergebleven, voor hem op en wel
onmiddellijk achter den rug van Zijne
Excellentie. Deze nabijheid scheen den
braven Halier zoo bedenkelijk dat hij
alle voorzichtigheid vergat en eene be
weging maakte om den misdadiger
bij den kraag te pakken, maar de
Hofmaarschalk bemerkte 't en voerde
hem toornig toe.
Wat valt je in? Houdt ge den
baron Von Below, den majoraatsheer
van Waltersber, soms ook voor een
s amenzwe e r der?
Ik een samenzweerder? Groote
Hemel, dat is mij nog nooit overko
men ,daar heeft men mij nog nooit
voor aangezien! riep Kuno von Below
met een gezicht dat deze verzekering
allergeloofwaardigst deed voorkomen.
Halier was verschrikt teruggeweken
en staarde met open mond eerst den
majoraatsheer en toen zijn chef aan,
aan wien nu zijne noodlottige dwa
ling duidelijk werd.
Maar de Hofmaarschalk liet hem
geen tijd tot verdere opheldering, hij
liep snei de steenen trap op en open
de de deur van de kerk.
Mijnheer Von Below die nu toch
eindelijk bemerkte dat er iets bijzon
ders gaande was, sloot zich nieuwsgie.
rig bij hem aan en achter hen volg
den de beide beambten.
De wegzinkende zon wierp hare laat
ste stralen door de kerkvenstons en
vulde het kleine Godshuis met schit
terenden glans. Het roodgouden licht
omgaf de eerwaardige gestalte van
den ouden dominé, en bescheen ook de
hoofden van het jonge paai-, dat juist
uit de knielende houding oprees.
Naast een hoogopgescholen man met
blond haar en baard en ernstige trek
ken stond eene jonge bruid in een
voudig wit gewaad, door een dunnen
sluier omhuld, den myrte-krans op liet
donkere haai-. Zij verborg juist in
dat oogenblik baar hoofd aan de borst
van haar echtgenoot, die haar met
groote innigheid) aan zich trok.
Te laat! Dus is het dan toch ge
beurd1, mompelde de Hofmaarschalk,
die met een enkelen blik gezien had
dat de plechtigheid was afgeloopen.
Hij zag nu ook de twee andere perso
nen, een heer in strakke, militaire
houding en eene oude dame, geheel
in tranen verzonken. Zij hadden blijk
baar het juist gesloten huwelijk als
getuigen bijgewoond.
Het openen van de deur bad ook
de aandacht van het gezelschap in de
kerk getrokken; zij keken er heen en
zagen een groep, die geheel vernietigd
scheen door hetgeen zich aan hunne
blikken vertoonde. De bedaard.ste was
nog mijnheer Von Below, omdat hij de
zaak eenvoudig niet begreep. Hij zag
Valeska Blum, zijne aangebedene Va-
leska, die hij tot eiken prijs wilde hu
wen, als bruid aan de zijde van een
ander, en die andere was zijn nieu
we opzichter!
Sebald daarentegen was in doode-