Hst Gei. MiagsM
Tweede Blad,
PREMIE
hoogst interessante Prijsvraag.
DUIZEND GULDEN
De Wapens nêer!
beboerende bij
(HesrSeitt t Dagblad"
van
Donderdag 6 Maart 1902.
No- 5731
voor de abonnés op onze Courant.
Het kan niet anders dan dat liet Ge
ïllustreerd Zondagsblad alom wordt ge
waardeerd en zijn komst elke week
mót verlangen wordt verbeid, wanneer
men ziet «lat geene kosten, geene zorgen
worden gespaard om het blad steeds
fraaier te doen zijn en het te maken tot
Eene dergelijke illustratie, onzen lezers
als premie aangeboden
tegen den spotprijs van 37'/» per kwar
taal, Is dat bedrag tiendubbel waard.
Tn de rij der overschoone nc vellen,
welke elkander bijna onafgebroken in
dit tijdschrift hebben opgevolgd zal de
nieuwe, groote en rijk gelllustr33.de >0-
man, waarvan het begin reeds In het
nummer van 9 Maart woelt opgenomen,
eene waardige plaats innemen.
De Romantische Avonturen
van een
Prozaïschen Engelschman.
zal den lezer in hooge Ante boeien om
de inderdaad spannende, pakkende ro-
neelen, en de talrijke, uUmqar.eade gra
vures.
In het Geïllustreerd Zondagsblad van
9 Maart e. k. zal verschijnen een
BURGEMEESTER rn VVETHOU-
DERS van Haarlem,
Doen te weien, dat van heden op
alle werkdagen, van des voormiddags
10 tot des namiddags 4 uur, tot 18
Maart e.k., 's namdidags ten 1 ure,
lor gemeente-secretarie (7e afdeeling)
ter visie is nedergelegd, het ingeko
men verzoekschrift met de bijlagen
vtan P. A. Ku ijken, om vergunning
tot oprichting va neene Steenhouwe
rij en zagerij in een to bouwen per
ceel aan eene projectstraat ten zuiden
van de Leidfschestraat;
cn dat op deai veertienden dag na
lieden, zijnde 18 Maart e.k., en wel
dies namiddags ten '1 ure op het
Raadhuis der jgemleente de gelegen
heid zal worden gegeven, om ten
overatajan' van heft Gemeentebestuur
of een of meer zijner leden, bezwaren
tegen het oprichten der inrichting in
te brengen.
Haarlem, 4 Maart 1902.
Burgemeester en Wethouder*
voornoemd:
BOREEL.
De Secretaris.
PIJN ACKER.
Aan de goede beantwoording daarvan
hebben de uitgevers verbonden een eer
ste prijs van
VIJF EN TWINTIG GULDEN
en tien andere prijzen van
VIJF GULDEN ELK
een en ander overeenkomstig de aan
kondiging.
Wij vestigen de bijzondere aandacht
van onze lezers op dit nummer en zijn
overtuigd dat onze abonnés de daarin
gebrachte aardige verrassing op prijs
tullen stellen.
Brengen wij ten slotte onze abonnés
nog in herinnering dat in de maand
Mei e. k. de
Gpatis-Y ei»loting
ten bedrage van
zul worden gehouden aan welke alle
abonnés op het Geïllustreerd Zondags
blad geheel kosteloos deelnemen en wij
meeuen niet te veel te zeggen, wanneer
wij volhouden, dat het Geïllustreerd
Zondagsblad de
meest uitgelezen Premie is
Officieele Berichten.
die bij eene courant kan worden tan
geboden.
Abonnés op onze courant, die daarop
nog niet mochten zijn ingeteekend, wek
ken wij op zich thans te abonneeren, op
dat zij den prachtigen roman van het be
gin af kunnen volgen.
Oiidergeteekende vrenscht zich
te ahoimeeren op het Geïllustreerd
Zondagsblad.
Naam:
Woonplaats
Gedachten van groote manneg ver
zameld idloor Oaaidida
IL
Heel wait legeirhpofdem. meenden
oorlog te voeren en hielden slechts
strooptochten!
Waarlijk, er steekt meer roem in het
verachten van ze-gen nè, strijd, dan
in den zegen zelf.
De lie/erschera neigen veelal naar
oorlog, het volk vraagt meestal vre
de I
Tite-Livius
(59 v. J. C.—19 n. J. C.)
Er is een nieuwe ziekte uitgebroken
in Europa! Vooral onze vorsten en
bewindvoerders zijn er door aanger
tast, zoodat zij ar maatregelen tegen
nemen erger dan de kwaal: zij kwee
ken legers, staande en andere!
Ze schijnt aanstekelijk, dlie ziekte,
want nauwelijks verhoogt de eene
Staat het getal troepen of de andere
doet inisgelij bjs; zoo dat niets verkre
gen wordt als wederzijdsche onder
gang.
Elke vorst zorgt dat hij gereed heeft
staan alle strijdkrachten opgewassen
tegen die van zijn buurman, indiei
deze het in zijn hersens mocht krij
gen zijn volk tekomen verdelgen! En
dat noemt men daai gewapende wede!
Trouwens, Europa is reeds zooda
nig uitgeput, dat particulieren, euwl
de rijksten onder de rijken, reeds lang
zouden opgehouden hebben te bestaan
bevonden zij zich in den toestand der
drie grootste rijken van onze oude
wereld.
Wij zijn in. waarheid arm, trots de
rijkdommen en den uitgebreid en we
reldhandel. En wat zal het einde zijn
van zulk een toestand: voortdurende
verhooging van belastingen en boven
dien niet te delgen schulden!
Is het geen, schande te moeten aan
schouwen dat de Staten in wedestijd
hun fondsen verhypewthekeeren en
rnwMelan middelen waardoor zij in
verval geraken die zij, „buitenge
wone" noemen en die vaak zoo listig
bedacht zijn, dat de grootste losbol,
de meest geslepen gelukzoeker ze
moeilijk zou uitvinden!
Montesquieu.
(1689—1755).
Men moest een wetgeving scheppen
gevebde het recht aan eiken burger
van den Staat, dieze vraag te beant
woorden: Zal men, ja of neen, oor
log voeren?
Immers, dan zou de meerderheid
zijn tegen den Oorlog, omdat oorlog
voeren voor den burger is het 'n liet,
leven roepen van de grootste aller
rampen: zelf ten strijde trekken, uit
eigen middelen dien krijg voeren, ten
koste van goed en bloed; de wreedhe
den ervan keeren of de gevolgen er
1 herstellen; een schuld laden op
'slandjs schatkist, reeds deerlijk
geplundeird, die ioödfcwaar zal blij
ven drukken op een ieder, groot of
kleien, een schuld, die nooit, zal kun
nen vereffend worden, omdat de eene
oorlog dfen andere na ziclv sleept.
Neen, neen, liet men den burger
bet recht over dat ja of neen zich uit
te spreken, geen oor-log werd verlangd
door den degelijken werker, hoogstens
door den beethoofd of den ontevrede
ne.
Maar, zoo gaat het helaas niet in
Europa's Staten. Het schijnt, er de
eenvoudigst© zaak der wereld te;zij 11
een e srlog te verklaren, want die
kost immers maar bitter weinig aan
de hoofden, die de teugets voeren 'n
het land?
Zij behoeven zkoh er heusch geen I
genoegens voor te ontzeggen of er ooi-
log is of vrede. Hun vermaken of
ontspanningen (zullen er niet. onder
lijden an zij beschouwen, 0 schande,
vaak een oorlog als een afwisseling
in hun eentonig leven, als een beproe
ving, of de genomen maatregelen
tot verbetering varn hun militarisme
de juiste zijn, of de geslepenheid
hunner diplomaten de fijnste was!
Zoolang de volkeren geen Vrede
bond sluiten (foudus pacificum) dat
iets anders beteekent dan vrede traen
ten sluiten (pactum pacis) zoolang
blijven die verwenschte oorlogen
woeden!
E. Kant.
(1724—1804)
Niet moorden, niet stelen, niet He-
gen, niet ontuchtig zijn, cliat zijn ge
boden waarvan man toch niet zeggen
kan, dat ze nu eens mogen gelden,
en dan eens niet
Gij erkent niet waar, diat zoolang
een mensch een mensch is, hij derge
lijke geboden niet zal kunnen over
treden zonder groot© schade, zooal
niet voor zijn lichaam, d!an toch voor
zijn ziel, en gewoonlijk voor beide!
Fred, van Eeden.
(Tijdgenoot).
Zoover gedreven werd het oorlogs
recht door die natiën van Europa, die
zich noemen beschaafd en humaan,
dat zij zich in den oorlog niet bepalen
tot het berokkenen van kwaad
den vijand, waaruit voor hen voor
deel spruit, maar dat zij het zelfs als
een voordeel beschouwen, indien zij
kwaad berokkend hebben zonder eenig
voordeel, ja zelfs met schade van hun
kant-
Laat ons eens opsommen wat een
Staat lijdt onder dein meest gelukkig
volbrachten oorlog: Offer van men-
echen, geld; krachten van allerlei
soort en uitputting van dien bodem
en stellen wij daartegenover de voor-
deelen, welke hetzelfde land behaal
de. Meestal teien wij, ja, bekennen
we het maai-, steeds zien wij dat
het volk erdoor verloor inplaats van
er door te winnen, en dat «d'e over-
winner, zwakker d!a,n te vwen, alleen
die troost medeneemi, zijn tegenpar
tij, die verloor, nog zwakker te zien
dan hij; en noig 1© dit voordeel eer
schijnbaar dan wezenlijk, omdat waar
twee oorlog voeren, men steeds reke
ning moet houden met derden, die
door neutratal blijven, (door vrede,
sterker werden, want Vrede maakt
sterk, Oorlog verzwakt!
J. J. Rousseau.
(1712—1778).
Wat zie ik? Woede overal,
En overal gevaar!
En lijken, duizend in getal
En graven waar ik staar!
D,e zon bevlekt, de lucht verpest.
Geen geur van bloem of kruid?
O zeg mij, gij die ginds uog rest,
Zeg mij wat dit beduidt-?...
Wat? Overwinnaars in den strijd
Zoo noemt ge U, trotsch en fier?
Omdat ge de aarde hebt ontwijd
Met bloed van mensch en dier?
Is dan uw hart van steen? Uw ziel
Nog- zwarter dan de nacht?
En hij die door uw slagen viel,
Had hij U ginds verwacht?
Schiep God U daarom? Voor 't verderf
Of schonk hij otofk U macht,
Te scheppen zonen voor uw erf
Voortplaniters van uw kracht!
Wekt gij dan leven door den strijd?
Neen dooden maakt uw zwaard!
Besef toch hoe die menschheid lijdt
En denk aan Eigen Haard!"
Kortstondig is het leven, vriend,
Breng het niet door met haat!
Uw Broederhand heeft hij verdiend
Dien gij meedooigloos ©laat!
Houd op! Houd op! Uw broederhand
Doov' ginds die prikkelvlam
Dood niet! Wijs naar het Vredeland!
De liefde kent geen stam!
VLctor Hugo.
(1802—1885).
Treft liet U niet. dat in vervlogen
degen reed© dezelfde kreten opgingen
tegen, den Oorlog, die wij nu doen
hooren en dat mannen, wier opvat
ting van het leven ïllikwijls zeer uit
één loopend was, met dezelfde kracht
op het vrede-aani beeld siloegen?
Wat zegt ge wel van Modesquieu,
dien wijsgeer der 18e eeuw, die reeds
toen zoo fel optrad tegen, liet, oorlogs-
budget. En wat zou hij droevig sta
ren op onze luttele vorderingen..
Erger is 't er op geworden helaas!
CANDIDE.
Stadsnieuws
De Maatschappij De Faam,
firma Schlattmann en Grundeman gaat
haar roem ook builen de grenzen van
Haarlem verbreiden. Althans wij lezen
in het „Leidsche Dagblad" het volgende:
Onze gemeente ls weer met een op
grootsche wijze uitgevoerd heerenldee-
dingmagazljn verrijkt geworden: „De
Faam", op de Vischmarkt, waarin vroe
ger een deftig dubbel heerenhuis geves
tigd was. De maatschappij „De Faam"
heeft het echter geducht onderhanden
laten nemen, zoo dat. er thans zulk een
winkelhuis van geworden is, dat de
Vischmarkt er een ontzaglijke veran
dering door ondergaat. Des avonds ver
spreidt er zich thans op deze anders zoo
duistere plek een zee van licht.
Dat ltomt, in de eerste plaats, uit de
beide bijzonder ruime winkel- of uitstal
kasten, de eene bestemd voor heeren-
kleedlng, de andere voor heeren-artike-
len, en van elkaar gescheiden door een
breede portiek, toegang gevend tot een
voor Leiden buitengewoon groot maga
zijn, dat voorzien Is van een glazen
overkapping, zoodat het licht overdag
er ook niet te wenschen overlaat.
Die boogvormige overkapping met
ljzerconstructle is dubbel, als gevolg
waarvan de benedenste, die welke men
In den winkel ziet, niet met de buiten
lucht in betrekking staat, wel die daar
boven.
TJzeren kolommen in den vorm van
quadranten dragen de zware, eveneens
ijzeren dwarsbinten, waarop het boven
gedeelte van het magazijn rust. Vroeger
zouden zulke pilaren door houten betim
mering of dergelijke aan het oog ont
trokken zijn geworden, maar tegenwoor
dig wordt er zulk een vorm aangegeven,
datzij, tevens met een fraaie beschilde
ring, zichtbaar blijven.
Rood-bruine gordijnen bedekken de met
stoffen en kleed eren gevulde winkelkas
ten langs de wanden, waar zich tevens,
als iets eigenaardigs, rollende trappen
bevinden, welke men zelf in beweging
kan brengen terwijl men er zich op be
vindt.
Ter gelegenheid van den eersten dag
der opening waren er nu hier en daar
plantengroepen aangebracht, welke het
geheel, om zoo te zeggen, een feestelijk
aanzien gaven, ook boven, waar de ge
meenschap over den winkel met achter
en voorzalen onderhouden wordt door
een brug, met kunstig uit de hand ge
smeed ijzeren leuningen. Ook de pp de
zelfde wijze vervaardigde gaskronen,
zoowel in den winkel als in de daarach
ter gelegen pas- en heeren arttkelenka-
mers, zijn van f raaien vorm.
Het geheel, waarvoor ook heel wat me
ters geslepen spiegelglas is noodig ge
weest, ls uitgevoerd in modernen stijl,
waarvan tevens de winkelgevel getuigt
met het groen- en bruinachtige Zweed-
sche graniet aan weerszijden, dat iét
de teakhouten portiek-, plafond- en an
dere betimmering een goed aanzien geeft.
De Baggermachine. De ln het IJ
bij het Koninginnedok gezonken bagger
machine van de Werf Conrad alhier, is
thans niet alleen boven water gebracht,
maar zoover gereed gemaakt tot. vervoer,
dat de zware machine heden of morgen
naar Haarlem zal worden teruggebracht.
Hier zullen de machines, die zooals be
grijpelijk is, veel hebben geleden door
het water, worden nagezien en gerepa
reerd, en vervolgens zal de baggerma
chine gereed gemaakt worden voor ver
voer over zee naar Buenos-Ayres.
Arrondissements-Rechtbank.
Een geruchtmakende zaak.
A.s. Donderdag zal voor de Haarlem-
sche Rechtbank behandeld worden de
zaak van den boekhouder der Maat
schappij „Kennemerland" te IJmuiden,
F. Vernout. Hij heeft zich te verantwoor
den ter zake, dat hij te IJmuiden, onder
de gemeente Velsen of elders hier te lan
de, als boekhouder tegen geldelijke be
looning in dienst van de visscherij-maat-
schappij, en als zoodanig onder meer
belast met het houden der boeken dier
maatschappij, met het innen van gelden,
en met het doen van uitbetalingen ten
behoeve of ten laste dier maatschappij,
en met het opnemen van gelden bij de
Hollandsche Crediet- en Depositicbank
Mees Bitseina, tegen door de direc
teuren der maatschappij „Kennemer
land" geteekende quitantién:
1. gedurende het jaar 1898 en de vol
gende jaren, tot het eind van October
1901, op onderscheidene dagen opzette
lijk verschillende bedragen, hem dnor of
vanwege de genoemde bank Mees Rit-
sema ten behoeve der visscherij-maat-
ehappij „Kennemerland" ter hand ge
steld, en welke alzoo aan laatstgenoem
de maatschappij, althans aan een ander
dan aan hem, beklaagde, toebehoorden,
tot een gezamenlijk be-drag van minstens
f 350 wederrechtelijk zich heeft toegeëi
gend;
2. in het jaar 1901 in of omstreeks de
maand September ter plaatse voormeld
opzettelijk valschelijk, te kwader trouw
en in strijd met de waarheid heeft, op
gemaakt of doen opmaken en met den
„Hollandsche Crediet- en Depositobank"
onderstempeld en met den naam Mees
Ritsema onderteekend, met het oogmerk
om het als echt en onvervalscht, Immers
als ware het opgemaakt en onderstem
peld door of vanwege genoemde bauk
en onderteekend door een der alleen
daartoe gerechtigde beheerende vennoo-
ten dier bank, te gebruiken of door an
deren te doen gebruiken, uit welk ge
bruik nadeel kon ontstaan, een afschrift
of extract rekening-courant van de
stoomtrawler-maatschappij „Kennemer
land" te IJmuiden, met de Hollandsche
Crediet- en Depositobank Mees Ritse
ma, te Haarlem, over het tijdvak van 1
Augustus 1900 tot 31 Juli 1901, welk ge
schrift door de daarin als ontvangen en
uitgegeven vermelde bedragen moest
dienen om een overzLcht te geven van de
geldelijke verhoudingen tusschen ge
noemde Crediet- en Depositobank met
die visscherij-maatschappij over gemeld
tijdvak, en waaruit eenig recht, eenigc
verbintenis en bevrijding van schuld kon
ontstaan, en dat bestemd was, te dienen
tot bewijs van de boeking door de I 0/on
vermelde Crediet- en De.iosito-baik van
de daarin als ontvangen en uitg ;y<w 1 n
vermelde bedragen, en tevens '«11 h»'
feit dat op 31 Juli 1901 er een tegvrt was
van de bedoelde visscherij-maatschappij
bij de Hollandsere Crediet eu Derosito
banlc, en dat dat te goe/ was jsre-t
f 4791 58
3. ten tijde en plaatse als sub 2 van
het aldus opgemaakte valsche f.«si:hr5ft,
als ware het echt en onverv t'scht, ïm
mers in werkelijkheid afko n->t'.g vnn.er
onderteekend door of van vege de Hoi
landsche Crediet- en Deposito 5ik to< s-
Ritsema, te Haarlem, opze.til'jk heeft
gebruik gemaakt of heeft doen ptbruik
maken, door het te voegen of te dren
voegen bij de balans, welke door of na
mens de directie der vlsscher'i-n aaf-
schappij „Kennemerland" Ln de maand
September 1901 aan de commissarissen
dier maatschappij is overgelegd g>*\\t.T
den, uit welk gebruik nadeel kon t ut
staan:
4. gedurende de jaren 1900 en 1901 'e.
plaatse voornoemd opzettelijk valsrtie-
lijk, te kwader trouw en in s rijd met
waarheid heeft opgemaakt of doen 'P-
rnalcen of heeft vervalscht of doen vtsY-
valschen, met het oogmerk nm ze als
echt. en onvervalscht te gebruik m of
door anderen te doen gebruiken, mt welk
gebruik nadeel kon ontstaan, verse! il-
lende boeken, zooals een kasboek, een
dagboek, een grootboek, een halausl'oek,
door in die boeken öf verschill° >do t nt-
vangen bedragen niet of te weinig ie
vermelden, terwijl deze boegen bestemd
waren om tot bewijs van de daar.11 ver
melde feiten te dienen en daaruit c-ec'.g
recht, eenige verbintenis en eennre be
vrijding van schuld kon 1 ntstuan;
5. ten tijde en plaatse als sub 4 van
de aldus opgemaakte valsche of *er-
valschte boeken, als waren zij echt en
onvervalscht opzettelijk heeft, gt'bvmk
gemaakt of heeft doen gebruik m« Ken,
door deze of eenige dezer te voegen -f
te doen voegen bij de baians, we'ke
door of namens de directie der vi«°uhe-
rlj-maatschappij „Kenneme -land" in de
maanden September 1900 en jfOl aan oe
commissarissen dier maats: 1.1/>ij is
overgelegd geworden, uit welk gebruik
nadeel kon ontstaan.
Als getuigen en deskundigen zullen
worden gedagvaard:
le Jacobus Bteselaar, vischhandelaar
te Amsterdam: 2e George Frederik Haak,
directeur van de visscherij-maatschappij
„Kennemerland", te TJmuiden; 3e Nico-
laas Leverkamp, beheerend vennoot van
de Crediet- en Deposito-bank Mees
Ritsema, te Haarlem; 4e Wilhelmus An
ton ius Floris Fllntrop, boekhandelaar;
5e Willem van Voorst, vischhandelaar,
gewezen directeur van den stoomtrawler
visscherij-maatschappij „Kennemerland"
6e Gerrit Dekker, idem, allen te IJmui
den; 7e Nicolaas Stoel, bureauchef te
Bloemendaal.
Als verdediger zal optreden rnr. Moens,
te Beverwijk.
Binnenland,
Uit de Hofstad.
H. M. de Koningin heeft zich
Maandag geruimen tijd bewogen onder
Haai" gasten o-p het thé dansant ten
Hove.
H. M. de Koningin-MoedJer heeft de
soirée tot bet einde bijgewoond.
Z. IL H. Prins Hendrik, Prinses Ali-
ze van Albany, de Erf gravin en Evf-
graaf von firbach hebben vole malen
aan den dans deelgenomen, die opge
luisterd werd door de muziek dor Kon.
Mil. Kapel.
De partij werd bezocht door een 600-
tal genoodfigdien uit de diplomatieke,
hof-ambtclijke en militaire kringen
dei- stad.
Een keurige versiering met dubbele
rood© tulpen gaf aan de zalen een le
vendig aanzien.
Aan het souper hebben ook de vor
stelijke. personen deelgenomen.
De gonoodJigdcn verlieten omstreeks
2 uur liet Paleis.
II. M. do Koningin en Prins Hen
drik zullen hedtanavond in liet Gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen to
's Gravenliage de weld'adigh ©iidsso iréc
bijwonen, te geven tot versterking van
dö kas dei" 's Gravenhaagsehe afd.
van do „Vereeniging tot opvoeding in
het huisgezin van half-verweesd», ver
waarloosde of verlaten kinderen van
alle gezindten".
Z. K. H. de Prins der Nederlanden
heeft hieti beschermheerschap aan-
voord van het Koninklijk Oudheid
kundig Genootschap te Amsterdam
en van do Hollandsche Maatschappij
van Landbouw.
De raadsheer ln den Hoogen Raad,
mir. Hattlo, ls «overleden.
Vergissing.
Voor een huis in do Witte de With-
straat te Rotterdam was de lijkwagen
met de volgkoetsen en de aansprekers
aangekomen. Het noodige publiek had
al? gewoonlijk bij het sterfhuis post
gevat. Het duurde echter zoolang eer
uit het huis iets vernomen werd, dat
een bidder even aan de bel trok.
De dienstbode komt aan de deur cn
vraagtWat moet dat hier?
Natuurlijk jegraven
Zeg. mankeert het jullie in je boven
verdieping? hier is niemand dood.
Als verbluft bleef de lijkbezorger
staan. Hij keek op zijn briefje, en
nu bleek hem dat hij aan den Cool-
singel moest zijn. Fluks werd de zweep
over de paarden gelegd en onder ge
lach van het publiek vertrok de stoet.
Zonderlinge vondst
Maandag is in de nabijheid der Ne
derlandsche Stoombleekerij, te Nijver-
dial, drijvende in de Kegge ontdtekt
het lijk van een man Nadat het :in
genoemde fabriek was gebracht, bleek
het bij onderzoek te zijn het lijk van
dien stationacheif te Rijssen.
Overreden.
Maandagavond had aan het station
Nieuwerkeirk bij Rotterdam een treu
rig ongeval plaaits. Een reiziger, aan
gekomen met den trein van 8.17 van
Gouda, werd aangereden door dien
sneltrein van 8.21 uur van Rotterdam
naar Amsterdam 011 zoodanig gewond,
dat hij onmiddellijk een lijk was. De
identiteit van den ongelukkige is nog
niet vastgesteld.
Een paar vaste slapers.
Te Helenaveen, in 't Z.O. van Bra
bant. dicht bij Limburg.weden dezer
diagen bij het opladen van oen wagon
niet dekkleeden onder een dier kleo-
den een paar sjouwers slapende gevon
den. Wakker geschud, vertelden zij.
dat ze zich te Rotterdam in den wa
gon hadden te slapen gelegd en ge-
durened re geheele reis niet wakker
waren geworden.
Eeu circnsdirertenr
Robert!, heeft te Heerenveen een mees
terstukje vertoond.
De heer J. Piet, veearts aldaar, bezit
een ponny. en de directeur vun liet
circus heeft nu dit dier in enkele uren
geleerd doodliggen en zich op com
mando wenden en omdraaien, als wa
re het jaren lang ..circuspaard" ge
weest.
Toch vergat het zijn eigen meester
niet; toen deze hem even floot, stond
't paardje op het punt, zijn artistieke
opleiding in den steek té '\>,tcn.
Het nieuwste.
Naar wij vernemen uus schrijft het
U. D. dreigt ook thans binnen Utrecht
een staking uit te breken en wel een
zeer omvangrijke. Voorwaar een vreese-
lijk woord „een omvangrijke staking".
En niettemin behoeft dit bij u volstrekt
geen onrust te verwekken, lezer, daar
F«uLH*ton.
Vrouw Stehle's antipathie.
Naar het Duitsch
van
HERMINE BILLINGER.
3a.
Hij zal mij zeker zoeken, zeidie
zij bij zichzelf, terwijl zij haar besit
deed een onverschillig gezicht te too-
nen.
Zij hoordie hem buiten zijne sloffen
aamöoeu; hij ging in de keuken; na
een poos opende hij dfe dleur van de
slaapkamer, bleef staan en zag rond;
ook luisterdie hij naar d'e zijkamer,
waar zij was; toen trad hij over den
drempel, 11a eiken stap stilstaande en
stond nu bij de tafel, waar in die lade
hot schrijfgereedschap van haar man
was geborgen. Vrouw Stehle was juist
van plan er bij te springen, toen zij
zag dat Polde alleen een briefkaart
mam. Toen. zij in de keuken kwam
zat. hij aan de tafel voor zijn schrijf
boek; bij haar binnentredten had' hij
snel eene bladzijde omgeslagen; hij
wa» nog zoo kinderachtig zich te ver
beelden diat zij niet zoudien merken,
wat hij uitvoerde.
Wat schrijf je daar toch? vroeg
vrouw Stehle.
Mijn schoolwerk.
De vingers jeukten haai* en toch,
zij wist zelf niet waarom, liet zij hem
zijn gang gaan, hield' zich achter zijn
rug met -iets aan dien haard bezig
wierp alleen van tijd! tot tijd een blik
over die schouders van den knaap.
Polde had voor zijn bezigheid een
eeuw noodig; de hondtenpennlng
lag voor hem, bovenaan was een klein
schaap gegraveerd, daaronder een
naam. Om dat kleine schaap eenigs-
zins gelijkend na te teekenen, kostte
Poldle geen geringe moeite, het besloeg
de halve oppervlakte van de briefkaart.
Hij moest dus heel kort wezen; hij
haalde een paar maal zwaar adem;
vrouw Stehle bij den haard! was geheel
vergeten; zij kon zijn knoeiwerk ge
makkelijk lezen:
„Waarde heer Dietrich te Straats
burg. Eindelijk heb ik dien hondenpen-
ning, gekregen, kom nu gauw. Hij is
altijd op het Slotplein.
Uw toegenegen
LEOPOLD WEBER."
Nu had) hij haast, wierp zijn spullen
in d'e tascli, struikelde over een stoel,
vergat zijn pet en hoordie niet dat
vrouw Stehle hem iets nariep. Zij ïiadl
hem willen zeggen dat hij ook een'
adres moest schrijven.
Nu, loop dan maar! daarmede
kwam zaj op haar voornemen terug
en wierp de keukendeur achter zich
dicht.
Het ging haar zoo vreemd niet diat
kind ;hoe meer het gedrag van Poldle
haar trof, hoe boozer zij op hem we-rd;
zij geloofde d!at het haar plicht was
zijn trots te breken, zijn achterhou
dendheid die baas te wordten. Zij had
hem op zekeren morgen weder naar
huis gezonden met de vermaning dat
hij zich niet anders als in zijn. goede
kleeding voor haar mocht vertoonen.
Sedert dien tijd) kwam hij eiken mor
gen zooals zij bevolen had, maar s
middags kwam hij weder in zijn oudle
lorren
Het weer bleef steeds hetzelfde
wind, regen, sneeuw, alle© door elkan
der, en de hond en het kind zagen er
eiken dag al meer ©n meer vervallen
en ellendig uit. Zij skxndten daar
dicht tegen elkander aangedrukt aiaof
die een bij dan ander beschutting en
verwarming zocht
Wel, hoe staat 't er nu mede, met
het opzeggen van den dienst? vroeg
vrouw Stelde op zekeren dag weder
aan haai- man.
Hij werd erg boos. Je hebt geen hart,
je hebt geen gevoel ik zal het niet
tegen het kind! zeggen dat hij heen
moet gaan, ik doe het in geen geval!
Ik kan van jou maar niet begrijpen dat
je deai jongen, niet binnenroept en
hem geen koffie geelt.
Ik heb aan Polde gezegd) dat hij
mij met die vodden niet meel' onder
de oogen mocht komen, zeide zij, en
hij moet gehoorzamen; ik wil mij door
den jongen niet op den kop laten zit
ten; hij kan het heel goad 1 Lebben,
maar als hij niet wil, dan moet hij het
maar slecht hebben.
Nooit had zij driftiger geweiikt dan
juist nu, want waar zij ook ging- of
stond, altijd) had zij dat kind daar
buiten voor oogen; zij wist het, hij
wachtte; hij hoopte op de komst van
dien meester van dien hond, hij was
nog zoo kinderachtig te gelooven, diat
zijn briefkaart wonderen zou uitwer
ken.
Maar juist als zij zoo vol medelij
den was en zich voornam hem alles
te vergeven en rechtvrlendelljk met
hein te praten dan wwit zij er tel-
zoo Mecht voor beloond.
Ik geloof, Polde, had zij tot hem
gezegd, dat ik een briefkaart mis, heb
jij er ook soms een zien slingeren?
Neen.
Het had toch kunnen zijn, be
denk je eens kijk, met een oprecht
woord kan men mij om den vinger
winden heb je ook een briefkaart
weggenomen?
Neen.
Zij had hem wel door- een willen
schudden. Wat was er toch met zoo
iemand; te beginnen? Zij dacht aan
zijne ouders. Zouden zij weten dat
hun kind loog en bedroog? Was het
eigenlijk niet haar plicht aam die
mensclien te zeggen wat zij van Polde
wist?
Maar als zij hem dan afranselden
dat magere, ellendige lichaampje.
Zij was er juist wed'er over aan liet
denken toen zij dooi" een ontzettend
honden-gejank van haar werk werd
opgeschrikt. Zij liet alles staan en
liggen en liep naar buiten; de geheeJe
buurt was aan de ramen. Midden op
de straat stond een breedgeschouderd!
mau met eeai bonte muts en om hem
heen sprong als een razende <fe hond
van het Slotplein; hij likte 's mams
voelen, hij trok hem aan zijn jas, leg-'
de hem d)e pooten op de schouders eu
zuchtte en jammerde als een mensch
De vreemdeling zeide tegen Stehle,
die er ook bijgekomen was: ik hen
blijde dat ik mijn Lux weder terug
heb, er ia /(oo geen tweede hond) om
het vee op te drijven. In het najaar
ben ik hem hier aan het spoor kwijt
geraakt; ik had) hem Ln de herberg
aan de tafel gebondien cn hom verge
ten. Ik dank 11 wel voor het bericht.
De man ging spoedig weg, door den
luid, vroolijk blaffenden hond verge
zeld. Polde keek hem na; hij stond
daar met open mond, de hand'en in
d/eu zak.
Kom binnen, riep vrouw Stehle,
toen de eigenaar van dén verwaar
loosden hond, gelukkig hem weder te
hebben teruggekregen, vertrokken was;
haar man duwde dien nog geheel ver
slagen Polde voor zich uit in de keu
ken.
Stolile was erg blijde met het ge-
beiu'de: Nu is het arme dier verlost
dat is goed, heed goed, riep hij eenige
keerem na elkander uit.
Polde was stil als altijd.
Vrouw Stehle keek hem toornig aan;
nu zaten zij zoo aardig bijeen, in da
kleine, heldere keuken, haddlcn zij zich
nu niet alle drie over het voorgeval!©-