Hst Gei. MiagsM Tweede Blad, PREMIE hoogst interessante Prijsvraag. DUIZEND GULDEN De Wapens nêer! beboerende bij (HesrSeitt t Dagblad" van Donderdag 6 Maart 1902. No- 5731 voor de abonnés op onze Courant. Het kan niet anders dan dat liet Ge ïllustreerd Zondagsblad alom wordt ge waardeerd en zijn komst elke week mót verlangen wordt verbeid, wanneer men ziet «lat geene kosten, geene zorgen worden gespaard om het blad steeds fraaier te doen zijn en het te maken tot Eene dergelijke illustratie, onzen lezers als premie aangeboden tegen den spotprijs van 37'/» per kwar taal, Is dat bedrag tiendubbel waard. Tn de rij der overschoone nc vellen, welke elkander bijna onafgebroken in dit tijdschrift hebben opgevolgd zal de nieuwe, groote en rijk gelllustr33.de >0- man, waarvan het begin reeds In het nummer van 9 Maart woelt opgenomen, eene waardige plaats innemen. De Romantische Avonturen van een Prozaïschen Engelschman. zal den lezer in hooge Ante boeien om de inderdaad spannende, pakkende ro- neelen, en de talrijke, uUmqar.eade gra vures. In het Geïllustreerd Zondagsblad van 9 Maart e. k. zal verschijnen een BURGEMEESTER rn VVETHOU- DERS van Haarlem, Doen te weien, dat van heden op alle werkdagen, van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 uur, tot 18 Maart e.k., 's namdidags ten 1 ure, lor gemeente-secretarie (7e afdeeling) ter visie is nedergelegd, het ingeko men verzoekschrift met de bijlagen vtan P. A. Ku ijken, om vergunning tot oprichting va neene Steenhouwe rij en zagerij in een to bouwen per ceel aan eene projectstraat ten zuiden van de Leidfschestraat; cn dat op deai veertienden dag na lieden, zijnde 18 Maart e.k., en wel dies namiddags ten '1 ure op het Raadhuis der jgemleente de gelegen heid zal worden gegeven, om ten overatajan' van heft Gemeentebestuur of een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten der inrichting in te brengen. Haarlem, 4 Maart 1902. Burgemeester en Wethouder* voornoemd: BOREEL. De Secretaris. PIJN ACKER. Aan de goede beantwoording daarvan hebben de uitgevers verbonden een eer ste prijs van VIJF EN TWINTIG GULDEN en tien andere prijzen van VIJF GULDEN ELK een en ander overeenkomstig de aan kondiging. Wij vestigen de bijzondere aandacht van onze lezers op dit nummer en zijn overtuigd dat onze abonnés de daarin gebrachte aardige verrassing op prijs tullen stellen. Brengen wij ten slotte onze abonnés nog in herinnering dat in de maand Mei e. k. de Gpatis-Y ei»loting ten bedrage van zul worden gehouden aan welke alle abonnés op het Geïllustreerd Zondags blad geheel kosteloos deelnemen en wij meeuen niet te veel te zeggen, wanneer wij volhouden, dat het Geïllustreerd Zondagsblad de meest uitgelezen Premie is Officieele Berichten. die bij eene courant kan worden tan geboden. Abonnés op onze courant, die daarop nog niet mochten zijn ingeteekend, wek ken wij op zich thans te abonneeren, op dat zij den prachtigen roman van het be gin af kunnen volgen. Oiidergeteekende vrenscht zich te ahoimeeren op het Geïllustreerd Zondagsblad. Naam: Woonplaats Gedachten van groote manneg ver zameld idloor Oaaidida IL Heel wait legeirhpofdem. meenden oorlog te voeren en hielden slechts strooptochten! Waarlijk, er steekt meer roem in het verachten van ze-gen nè, strijd, dan in den zegen zelf. De lie/erschera neigen veelal naar oorlog, het volk vraagt meestal vre de I Tite-Livius (59 v. J. C.—19 n. J. C.) Er is een nieuwe ziekte uitgebroken in Europa! Vooral onze vorsten en bewindvoerders zijn er door aanger tast, zoodat zij ar maatregelen tegen nemen erger dan de kwaal: zij kwee ken legers, staande en andere! Ze schijnt aanstekelijk, dlie ziekte, want nauwelijks verhoogt de eene Staat het getal troepen of de andere doet inisgelij bjs; zoo dat niets verkre gen wordt als wederzijdsche onder gang. Elke vorst zorgt dat hij gereed heeft staan alle strijdkrachten opgewassen tegen die van zijn buurman, indiei deze het in zijn hersens mocht krij gen zijn volk tekomen verdelgen! En dat noemt men daai gewapende wede! Trouwens, Europa is reeds zooda nig uitgeput, dat particulieren, euwl de rijksten onder de rijken, reeds lang zouden opgehouden hebben te bestaan bevonden zij zich in den toestand der drie grootste rijken van onze oude wereld. Wij zijn in. waarheid arm, trots de rijkdommen en den uitgebreid en we reldhandel. En wat zal het einde zijn van zulk een toestand: voortdurende verhooging van belastingen en boven dien niet te delgen schulden! Is het geen, schande te moeten aan schouwen dat de Staten in wedestijd hun fondsen verhypewthekeeren en rnwMelan middelen waardoor zij in verval geraken die zij, „buitenge wone" noemen en die vaak zoo listig bedacht zijn, dat de grootste losbol, de meest geslepen gelukzoeker ze moeilijk zou uitvinden! Montesquieu. (1689—1755). Men moest een wetgeving scheppen gevebde het recht aan eiken burger van den Staat, dieze vraag te beant woorden: Zal men, ja of neen, oor log voeren? Immers, dan zou de meerderheid zijn tegen den Oorlog, omdat oorlog voeren voor den burger is het 'n liet, leven roepen van de grootste aller rampen: zelf ten strijde trekken, uit eigen middelen dien krijg voeren, ten koste van goed en bloed; de wreedhe den ervan keeren of de gevolgen er 1 herstellen; een schuld laden op 'slandjs schatkist, reeds deerlijk geplundeird, die ioödfcwaar zal blij ven drukken op een ieder, groot of kleien, een schuld, die nooit, zal kun nen vereffend worden, omdat de eene oorlog dfen andere na ziclv sleept. Neen, neen, liet men den burger bet recht over dat ja of neen zich uit te spreken, geen oor-log werd verlangd door den degelijken werker, hoogstens door den beethoofd of den ontevrede ne. Maar, zoo gaat het helaas niet in Europa's Staten. Het schijnt, er de eenvoudigst© zaak der wereld te;zij 11 een e srlog te verklaren, want die kost immers maar bitter weinig aan de hoofden, die de teugets voeren 'n het land? Zij behoeven zkoh er heusch geen I genoegens voor te ontzeggen of er ooi- log is of vrede. Hun vermaken of ontspanningen (zullen er niet. onder lijden an zij beschouwen, 0 schande, vaak een oorlog als een afwisseling in hun eentonig leven, als een beproe ving, of de genomen maatregelen tot verbetering varn hun militarisme de juiste zijn, of de geslepenheid hunner diplomaten de fijnste was! Zoolang de volkeren geen Vrede bond sluiten (foudus pacificum) dat iets anders beteekent dan vrede traen ten sluiten (pactum pacis) zoolang blijven die verwenschte oorlogen woeden! E. Kant. (1724—1804) Niet moorden, niet stelen, niet He- gen, niet ontuchtig zijn, cliat zijn ge boden waarvan man toch niet zeggen kan, dat ze nu eens mogen gelden, en dan eens niet Gij erkent niet waar, diat zoolang een mensch een mensch is, hij derge lijke geboden niet zal kunnen over treden zonder groot© schade, zooal niet voor zijn lichaam, d!an toch voor zijn ziel, en gewoonlijk voor beide! Fred, van Eeden. (Tijdgenoot). Zoover gedreven werd het oorlogs recht door die natiën van Europa, die zich noemen beschaafd en humaan, dat zij zich in den oorlog niet bepalen tot het berokkenen van kwaad den vijand, waaruit voor hen voor deel spruit, maar dat zij het zelfs als een voordeel beschouwen, indien zij kwaad berokkend hebben zonder eenig voordeel, ja zelfs met schade van hun kant- Laat ons eens opsommen wat een Staat lijdt onder dein meest gelukkig volbrachten oorlog: Offer van men- echen, geld; krachten van allerlei soort en uitputting van dien bodem en stellen wij daartegenover de voor- deelen, welke hetzelfde land behaal de. Meestal teien wij, ja, bekennen we het maai-, steeds zien wij dat het volk erdoor verloor inplaats van er door te winnen, en dat «d'e over- winner, zwakker d!a,n te vwen, alleen die troost medeneemi, zijn tegenpar tij, die verloor, nog zwakker te zien dan hij; en noig 1© dit voordeel eer schijnbaar dan wezenlijk, omdat waar twee oorlog voeren, men steeds reke ning moet houden met derden, die door neutratal blijven, (door vrede, sterker werden, want Vrede maakt sterk, Oorlog verzwakt! J. J. Rousseau. (1712—1778). Wat zie ik? Woede overal, En overal gevaar! En lijken, duizend in getal En graven waar ik staar! D,e zon bevlekt, de lucht verpest. Geen geur van bloem of kruid? O zeg mij, gij die ginds uog rest, Zeg mij wat dit beduidt-?... Wat? Overwinnaars in den strijd Zoo noemt ge U, trotsch en fier? Omdat ge de aarde hebt ontwijd Met bloed van mensch en dier? Is dan uw hart van steen? Uw ziel Nog- zwarter dan de nacht? En hij die door uw slagen viel, Had hij U ginds verwacht? Schiep God U daarom? Voor 't verderf Of schonk hij otofk U macht, Te scheppen zonen voor uw erf Voortplaniters van uw kracht! Wekt gij dan leven door den strijd? Neen dooden maakt uw zwaard! Besef toch hoe die menschheid lijdt En denk aan Eigen Haard!" Kortstondig is het leven, vriend, Breng het niet door met haat! Uw Broederhand heeft hij verdiend Dien gij meedooigloos ©laat! Houd op! Houd op! Uw broederhand Doov' ginds die prikkelvlam Dood niet! Wijs naar het Vredeland! De liefde kent geen stam! VLctor Hugo. (1802—1885). Treft liet U niet. dat in vervlogen degen reed© dezelfde kreten opgingen tegen, den Oorlog, die wij nu doen hooren en dat mannen, wier opvat ting van het leven ïllikwijls zeer uit één loopend was, met dezelfde kracht op het vrede-aani beeld siloegen? Wat zegt ge wel van Modesquieu, dien wijsgeer der 18e eeuw, die reeds toen zoo fel optrad tegen, liet, oorlogs- budget. En wat zou hij droevig sta ren op onze luttele vorderingen.. Erger is 't er op geworden helaas! CANDIDE. Stadsnieuws De Maatschappij De Faam, firma Schlattmann en Grundeman gaat haar roem ook builen de grenzen van Haarlem verbreiden. Althans wij lezen in het „Leidsche Dagblad" het volgende: Onze gemeente ls weer met een op grootsche wijze uitgevoerd heerenldee- dingmagazljn verrijkt geworden: „De Faam", op de Vischmarkt, waarin vroe ger een deftig dubbel heerenhuis geves tigd was. De maatschappij „De Faam" heeft het echter geducht onderhanden laten nemen, zoo dat. er thans zulk een winkelhuis van geworden is, dat de Vischmarkt er een ontzaglijke veran dering door ondergaat. Des avonds ver spreidt er zich thans op deze anders zoo duistere plek een zee van licht. Dat ltomt, in de eerste plaats, uit de beide bijzonder ruime winkel- of uitstal kasten, de eene bestemd voor heeren- kleedlng, de andere voor heeren-artike- len, en van elkaar gescheiden door een breede portiek, toegang gevend tot een voor Leiden buitengewoon groot maga zijn, dat voorzien Is van een glazen overkapping, zoodat het licht overdag er ook niet te wenschen overlaat. Die boogvormige overkapping met ljzerconstructle is dubbel, als gevolg waarvan de benedenste, die welke men In den winkel ziet, niet met de buiten lucht in betrekking staat, wel die daar boven. TJzeren kolommen in den vorm van quadranten dragen de zware, eveneens ijzeren dwarsbinten, waarop het boven gedeelte van het magazijn rust. Vroeger zouden zulke pilaren door houten betim mering of dergelijke aan het oog ont trokken zijn geworden, maar tegenwoor dig wordt er zulk een vorm aangegeven, datzij, tevens met een fraaie beschilde ring, zichtbaar blijven. Rood-bruine gordijnen bedekken de met stoffen en kleed eren gevulde winkelkas ten langs de wanden, waar zich tevens, als iets eigenaardigs, rollende trappen bevinden, welke men zelf in beweging kan brengen terwijl men er zich op be vindt. Ter gelegenheid van den eersten dag der opening waren er nu hier en daar plantengroepen aangebracht, welke het geheel, om zoo te zeggen, een feestelijk aanzien gaven, ook boven, waar de ge meenschap over den winkel met achter en voorzalen onderhouden wordt door een brug, met kunstig uit de hand ge smeed ijzeren leuningen. Ook de pp de zelfde wijze vervaardigde gaskronen, zoowel in den winkel als in de daarach ter gelegen pas- en heeren arttkelenka- mers, zijn van f raaien vorm. Het geheel, waarvoor ook heel wat me ters geslepen spiegelglas is noodig ge weest, ls uitgevoerd in modernen stijl, waarvan tevens de winkelgevel getuigt met het groen- en bruinachtige Zweed- sche graniet aan weerszijden, dat iét de teakhouten portiek-, plafond- en an dere betimmering een goed aanzien geeft. De Baggermachine. De ln het IJ bij het Koninginnedok gezonken bagger machine van de Werf Conrad alhier, is thans niet alleen boven water gebracht, maar zoover gereed gemaakt tot. vervoer, dat de zware machine heden of morgen naar Haarlem zal worden teruggebracht. Hier zullen de machines, die zooals be grijpelijk is, veel hebben geleden door het water, worden nagezien en gerepa reerd, en vervolgens zal de baggerma chine gereed gemaakt worden voor ver voer over zee naar Buenos-Ayres. Arrondissements-Rechtbank. Een geruchtmakende zaak. A.s. Donderdag zal voor de Haarlem- sche Rechtbank behandeld worden de zaak van den boekhouder der Maat schappij „Kennemerland" te IJmuiden, F. Vernout. Hij heeft zich te verantwoor den ter zake, dat hij te IJmuiden, onder de gemeente Velsen of elders hier te lan de, als boekhouder tegen geldelijke be looning in dienst van de visscherij-maat- schappij, en als zoodanig onder meer belast met het houden der boeken dier maatschappij, met het innen van gelden, en met het doen van uitbetalingen ten behoeve of ten laste dier maatschappij, en met het opnemen van gelden bij de Hollandsche Crediet- en Depositicbank Mees Bitseina, tegen door de direc teuren der maatschappij „Kennemer land" geteekende quitantién: 1. gedurende het jaar 1898 en de vol gende jaren, tot het eind van October 1901, op onderscheidene dagen opzette lijk verschillende bedragen, hem dnor of vanwege de genoemde bank Mees Rit- sema ten behoeve der visscherij-maat- ehappij „Kennemerland" ter hand ge steld, en welke alzoo aan laatstgenoem de maatschappij, althans aan een ander dan aan hem, beklaagde, toebehoorden, tot een gezamenlijk be-drag van minstens f 350 wederrechtelijk zich heeft toegeëi gend; 2. in het jaar 1901 in of omstreeks de maand September ter plaatse voormeld opzettelijk valschelijk, te kwader trouw en in strijd met de waarheid heeft, op gemaakt of doen opmaken en met den „Hollandsche Crediet- en Depositobank" onderstempeld en met den naam Mees Ritsema onderteekend, met het oogmerk om het als echt en onvervalscht, Immers als ware het opgemaakt en onderstem peld door of vanwege genoemde bauk en onderteekend door een der alleen daartoe gerechtigde beheerende vennoo- ten dier bank, te gebruiken of door an deren te doen gebruiken, uit welk ge bruik nadeel kon ontstaan, een afschrift of extract rekening-courant van de stoomtrawler-maatschappij „Kennemer land" te IJmuiden, met de Hollandsche Crediet- en Depositobank Mees Ritse ma, te Haarlem, over het tijdvak van 1 Augustus 1900 tot 31 Juli 1901, welk ge schrift door de daarin als ontvangen en uitgegeven vermelde bedragen moest dienen om een overzLcht te geven van de geldelijke verhoudingen tusschen ge noemde Crediet- en Depositobank met die visscherij-maatschappij over gemeld tijdvak, en waaruit eenig recht, eenigc verbintenis en bevrijding van schuld kon ontstaan, en dat bestemd was, te dienen tot bewijs van de boeking door de I 0/on vermelde Crediet- en De.iosito-baik van de daarin als ontvangen en uitg ;y<w 1 n vermelde bedragen, en tevens '«11 h»' feit dat op 31 Juli 1901 er een tegvrt was van de bedoelde visscherij-maatschappij bij de Hollandsere Crediet eu Derosito banlc, en dat dat te goe/ was jsre-t f 4791 58 3. ten tijde en plaatse als sub 2 van het aldus opgemaakte valsche f.«si:hr5ft, als ware het echt en onverv t'scht, ïm mers in werkelijkheid afko n->t'.g vnn.er onderteekend door of van vege de Hoi landsche Crediet- en Deposito 5ik to< s- Ritsema, te Haarlem, opze.til'jk heeft gebruik gemaakt of heeft doen ptbruik maken, door het te voegen of te dren voegen bij de balans, welke door of na mens de directie der vlsscher'i-n aaf- schappij „Kennemerland" Ln de maand September 1901 aan de commissarissen dier maatschappij is overgelegd g>*\\t.T den, uit welk gebruik nadeel kon t ut staan: 4. gedurende de jaren 1900 en 1901 'e. plaatse voornoemd opzettelijk valsrtie- lijk, te kwader trouw en in s rijd met waarheid heeft opgemaakt of doen 'P- rnalcen of heeft vervalscht of doen vtsY- valschen, met het oogmerk nm ze als echt. en onvervalscht te gebruik m of door anderen te doen gebruiken, mt welk gebruik nadeel kon ontstaan, verse! il- lende boeken, zooals een kasboek, een dagboek, een grootboek, een halausl'oek, door in die boeken öf verschill° >do t nt- vangen bedragen niet of te weinig ie vermelden, terwijl deze boegen bestemd waren om tot bewijs van de daar.11 ver melde feiten te dienen en daaruit c-ec'.g recht, eenige verbintenis en eennre be vrijding van schuld kon 1 ntstuan; 5. ten tijde en plaatse als sub 4 van de aldus opgemaakte valsche of *er- valschte boeken, als waren zij echt en onvervalscht opzettelijk heeft, gt'bvmk gemaakt of heeft doen gebruik m« Ken, door deze of eenige dezer te voegen -f te doen voegen bij de baians, we'ke door of namens de directie der vi«°uhe- rlj-maatschappij „Kenneme -land" in de maanden September 1900 en jfOl aan oe commissarissen dier maats: 1.1/>ij is overgelegd geworden, uit welk gebruik nadeel kon ontstaan. Als getuigen en deskundigen zullen worden gedagvaard: le Jacobus Bteselaar, vischhandelaar te Amsterdam: 2e George Frederik Haak, directeur van de visscherij-maatschappij „Kennemerland", te TJmuiden; 3e Nico- laas Leverkamp, beheerend vennoot van de Crediet- en Deposito-bank Mees Ritsema, te Haarlem; 4e Wilhelmus An ton ius Floris Fllntrop, boekhandelaar; 5e Willem van Voorst, vischhandelaar, gewezen directeur van den stoomtrawler visscherij-maatschappij „Kennemerland" 6e Gerrit Dekker, idem, allen te IJmui den; 7e Nicolaas Stoel, bureauchef te Bloemendaal. Als verdediger zal optreden rnr. Moens, te Beverwijk. Binnenland, Uit de Hofstad. H. M. de Koningin heeft zich Maandag geruimen tijd bewogen onder Haai" gasten o-p het thé dansant ten Hove. H. M. de Koningin-MoedJer heeft de soirée tot bet einde bijgewoond. Z. IL H. Prins Hendrik, Prinses Ali- ze van Albany, de Erf gravin en Evf- graaf von firbach hebben vole malen aan den dans deelgenomen, die opge luisterd werd door de muziek dor Kon. Mil. Kapel. De partij werd bezocht door een 600- tal genoodfigdien uit de diplomatieke, hof-ambtclijke en militaire kringen dei- stad. Een keurige versiering met dubbele rood© tulpen gaf aan de zalen een le vendig aanzien. Aan het souper hebben ook de vor stelijke. personen deelgenomen. De gonoodJigdcn verlieten omstreeks 2 uur liet Paleis. II. M. do Koningin en Prins Hen drik zullen hedtanavond in liet Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen to 's Gravenliage de weld'adigh ©iidsso iréc bijwonen, te geven tot versterking van dö kas dei" 's Gravenhaagsehe afd. van do „Vereeniging tot opvoeding in het huisgezin van half-verweesd», ver waarloosde of verlaten kinderen van alle gezindten". Z. K. H. de Prins der Nederlanden heeft hieti beschermheerschap aan- voord van het Koninklijk Oudheid kundig Genootschap te Amsterdam en van do Hollandsche Maatschappij van Landbouw. De raadsheer ln den Hoogen Raad, mir. Hattlo, ls «overleden. Vergissing. Voor een huis in do Witte de With- straat te Rotterdam was de lijkwagen met de volgkoetsen en de aansprekers aangekomen. Het noodige publiek had al? gewoonlijk bij het sterfhuis post gevat. Het duurde echter zoolang eer uit het huis iets vernomen werd, dat een bidder even aan de bel trok. De dienstbode komt aan de deur cn vraagtWat moet dat hier? Natuurlijk jegraven Zeg. mankeert het jullie in je boven verdieping? hier is niemand dood. Als verbluft bleef de lijkbezorger staan. Hij keek op zijn briefje, en nu bleek hem dat hij aan den Cool- singel moest zijn. Fluks werd de zweep over de paarden gelegd en onder ge lach van het publiek vertrok de stoet. Zonderlinge vondst Maandag is in de nabijheid der Ne derlandsche Stoombleekerij, te Nijver- dial, drijvende in de Kegge ontdtekt het lijk van een man Nadat het :in genoemde fabriek was gebracht, bleek het bij onderzoek te zijn het lijk van dien stationacheif te Rijssen. Overreden. Maandagavond had aan het station Nieuwerkeirk bij Rotterdam een treu rig ongeval plaaits. Een reiziger, aan gekomen met den trein van 8.17 van Gouda, werd aangereden door dien sneltrein van 8.21 uur van Rotterdam naar Amsterdam 011 zoodanig gewond, dat hij onmiddellijk een lijk was. De identiteit van den ongelukkige is nog niet vastgesteld. Een paar vaste slapers. Te Helenaveen, in 't Z.O. van Bra bant. dicht bij Limburg.weden dezer diagen bij het opladen van oen wagon niet dekkleeden onder een dier kleo- den een paar sjouwers slapende gevon den. Wakker geschud, vertelden zij. dat ze zich te Rotterdam in den wa gon hadden te slapen gelegd en ge- durened re geheele reis niet wakker waren geworden. Eeu circnsdirertenr Robert!, heeft te Heerenveen een mees terstukje vertoond. De heer J. Piet, veearts aldaar, bezit een ponny. en de directeur vun liet circus heeft nu dit dier in enkele uren geleerd doodliggen en zich op com mando wenden en omdraaien, als wa re het jaren lang ..circuspaard" ge weest. Toch vergat het zijn eigen meester niet; toen deze hem even floot, stond 't paardje op het punt, zijn artistieke opleiding in den steek té '\>,tcn. Het nieuwste. Naar wij vernemen uus schrijft het U. D. dreigt ook thans binnen Utrecht een staking uit te breken en wel een zeer omvangrijke. Voorwaar een vreese- lijk woord „een omvangrijke staking". En niettemin behoeft dit bij u volstrekt geen onrust te verwekken, lezer, daar F«uLH*ton. Vrouw Stehle's antipathie. Naar het Duitsch van HERMINE BILLINGER. 3a. Hij zal mij zeker zoeken, zeidie zij bij zichzelf, terwijl zij haar besit deed een onverschillig gezicht te too- nen. Zij hoordie hem buiten zijne sloffen aamöoeu; hij ging in de keuken; na een poos opende hij dfe dleur van de slaapkamer, bleef staan en zag rond; ook luisterdie hij naar d'e zijkamer, waar zij was; toen trad hij over den drempel, 11a eiken stap stilstaande en stond nu bij de tafel, waar in die lade hot schrijfgereedschap van haar man was geborgen. Vrouw Stehle was juist van plan er bij te springen, toen zij zag dat Polde alleen een briefkaart mam. Toen. zij in de keuken kwam zat. hij aan de tafel voor zijn schrijf boek; bij haar binnentredten had' hij snel eene bladzijde omgeslagen; hij wa» nog zoo kinderachtig zich te ver beelden diat zij niet zoudien merken, wat hij uitvoerde. Wat schrijf je daar toch? vroeg vrouw Stehle. Mijn schoolwerk. De vingers jeukten haai* en toch, zij wist zelf niet waarom, liet zij hem zijn gang gaan, hield' zich achter zijn rug met -iets aan dien haard bezig wierp alleen van tijd! tot tijd een blik over die schouders van den knaap. Polde had voor zijn bezigheid een eeuw noodig; de hondtenpennlng lag voor hem, bovenaan was een klein schaap gegraveerd, daaronder een naam. Om dat kleine schaap eenigs- zins gelijkend na te teekenen, kostte Poldle geen geringe moeite, het besloeg de halve oppervlakte van de briefkaart. Hij moest dus heel kort wezen; hij haalde een paar maal zwaar adem; vrouw Stehle bij den haard! was geheel vergeten; zij kon zijn knoeiwerk ge makkelijk lezen: „Waarde heer Dietrich te Straats burg. Eindelijk heb ik dien hondenpen- ning, gekregen, kom nu gauw. Hij is altijd op het Slotplein. Uw toegenegen LEOPOLD WEBER." Nu had) hij haast, wierp zijn spullen in d'e tascli, struikelde over een stoel, vergat zijn pet en hoordie niet dat vrouw Stehle hem iets nariep. Zij ïiadl hem willen zeggen dat hij ook een' adres moest schrijven. Nu, loop dan maar! daarmede kwam zaj op haar voornemen terug en wierp de keukendeur achter zich dicht. Het ging haar zoo vreemd niet diat kind ;hoe meer het gedrag van Poldle haar trof, hoe boozer zij op hem we-rd; zij geloofde d!at het haar plicht was zijn trots te breken, zijn achterhou dendheid die baas te wordten. Zij had hem op zekeren morgen weder naar huis gezonden met de vermaning dat hij zich niet anders als in zijn. goede kleeding voor haar mocht vertoonen. Sedert dien tijd) kwam hij eiken mor gen zooals zij bevolen had, maar s middags kwam hij weder in zijn oudle lorren Het weer bleef steeds hetzelfde wind, regen, sneeuw, alle© door elkan der, en de hond en het kind zagen er eiken dag al meer ©n meer vervallen en ellendig uit. Zij skxndten daar dicht tegen elkander aangedrukt aiaof die een bij dan ander beschutting en verwarming zocht Wel, hoe staat 't er nu mede, met het opzeggen van den dienst? vroeg vrouw Stelde op zekeren dag weder aan haai- man. Hij werd erg boos. Je hebt geen hart, je hebt geen gevoel ik zal het niet tegen het kind! zeggen dat hij heen moet gaan, ik doe het in geen geval! Ik kan van jou maar niet begrijpen dat je deai jongen, niet binnenroept en hem geen koffie geelt. Ik heb aan Polde gezegd) dat hij mij met die vodden niet meel' onder de oogen mocht komen, zeide zij, en hij moet gehoorzamen; ik wil mij door den jongen niet op den kop laten zit ten; hij kan het heel goad 1 Lebben, maar als hij niet wil, dan moet hij het maar slecht hebben. Nooit had zij driftiger geweiikt dan juist nu, want waar zij ook ging- of stond, altijd) had zij dat kind daar buiten voor oogen; zij wist het, hij wachtte; hij hoopte op de komst van dien meester van dien hond, hij was nog zoo kinderachtig te gelooven, diat zijn briefkaart wonderen zou uitwer ken. Maar juist als zij zoo vol medelij den was en zich voornam hem alles te vergeven en rechtvrlendelljk met hein te praten dan wwit zij er tel- zoo Mecht voor beloond. Ik geloof, Polde, had zij tot hem gezegd, dat ik een briefkaart mis, heb jij er ook soms een zien slingeren? Neen. Het had toch kunnen zijn, be denk je eens kijk, met een oprecht woord kan men mij om den vinger winden heb je ook een briefkaart weggenomen? Neen. Zij had hem wel door- een willen schudden. Wat was er toch met zoo iemand; te beginnen? Zij dacht aan zijne ouders. Zouden zij weten dat hun kind loog en bedroog? Was het eigenlijk niet haar plicht aam die mensclien te zeggen wat zij van Polde wist? Maar als zij hem dan afranselden dat magere, ellendige lichaampje. Zij was er juist wed'er over aan liet denken toen zij dooi" een ontzettend honden-gejank van haar werk werd opgeschrikt. Zij liet alles staan en liggen en liep naar buiten; de geheeJe buurt was aan de ramen. Midden op de straat stond een breedgeschouderd! mau met eeai bonte muts en om hem heen sprong als een razende <fe hond van het Slotplein; hij likte 's mams voelen, hij trok hem aan zijn jas, leg-' de hem d)e pooten op de schouders eu zuchtte en jammerde als een mensch De vreemdeling zeide tegen Stehle, die er ook bijgekomen was: ik hen blijde dat ik mijn Lux weder terug heb, er ia /(oo geen tweede hond) om het vee op te drijven. In het najaar ben ik hem hier aan het spoor kwijt geraakt; ik had) hem Ln de herberg aan de tafel gebondien cn hom verge ten. Ik dank 11 wel voor het bericht. De man ging spoedig weg, door den luid, vroolijk blaffenden hond verge zeld. Polde keek hem na; hij stond daar met open mond, de hand'en in d/eu zak. Kom binnen, riep vrouw Stehle, toen de eigenaar van dén verwaar loosden hond, gelukkig hem weder te hebben teruggekregen, vertrokken was; haar man duwde dien nog geheel ver slagen Polde voor zich uit in de keu ken. Stolile was erg blijde met het ge- beiu'de: Nu is het arme dier verlost dat is goed, heed goed, riep hij eenige keerem na elkander uit. Polde was stil als altijd. Vrouw Stehle keek hem toornig aan; nu zaten zij zoo aardig bijeen, in da kleine, heldere keuken, haddlcn zij zich nu niet alle drie over het voorgeval!©-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5