NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen. Dagblad in Haarlem en Omstreken. 19e Jaargang. Vrijdag 14 Maart 1902. No. 5738 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Van 15 rogels 50 Ote.; iedere regel meer 10 Cta. Buiten het Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs dor Adrertentiën ran 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden1.30 ffiPelL/rAVV Groote letters naar plaateruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 JÈer Reclames 30 Oenfc per regeL Afzonderlijke nummers0.02J£ BureauxGebonw Het Spaarae, Kampei-singel 70, vlak bij de Turfmarkt. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37J£ Telefoonnummer der Hedocfle ÖOO. Telefoonnummer der Administratie 122» do omstreken on franco per post m 0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Adrertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door allo Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering ran hot Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing ran Adrertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan hefc Algemeen Advertentie-Bureau A DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 3P** Faubourg Montmartre. Haarlen *8 Dagblad ran 14 Maart oerat o. a.: Lord Kitchener gaat er mis schien zeil' op nit, In den noord oosthoek van den Vrijstaat, Par lementaire ('raatjes, Ongevallenwet Groote brand te Parys, Nabetrach ting en vervolg Gemeenteraad, Kykjes om ons heen. NABETRACHTING van den GEMEENTERAAD. Dit einde van de zaak-Ceijnes zal ze- kei menigeen verbaasd hebben. Want de publicatie van nieuwe cijfers omtrent ue eenheidsprijzen, en vooral het antwoord van den heer Doyer t€ Dellt, hadden niet nagelaten grooten in vloed uil te oefenen op velen, wier mee ning tot dusver zeer vaststaand in het algehccle nadeel van den heer Beijnes was geweest. Zijn positie was inderdaad lang zoo hopeloos niet meer als in Fe bruari van du jaar, toen de Raad er hem 'ja de bekende motie van beschuldigde, lichtvaardig met de gemeentebelangen te hebben gespeeld. Er was een merk bare luwte te zijnen aanzien, en waar Indertijd de stemmen staakten over het vooi'stel-Hugenholtz, om eene commissie van onderzoek te benoemen, daar was uu veel meer kans dat een dergelijk voor stel zou worden aangenomen. Tweemaal heeft de Raad hier Woens dagmiddag gelegenheid toe gehad. De motie-van de Kamp c. s. strekte om eene commissie van deskundigen te benoe men en de heer Hugenholtz diende daar een amendement op in, om de commissie uit Raadsleden te doen bestaan. Maar beide voorstellen werden verworpen, en hiermede is ons een nieuw onheil cabi- netscrisis van de lichtcommissie be spaard gebleven. Want dr. Nieuwenhuij- zen Kruseman verklaarde niets meer of minder, dan dat hij geen genoegen kon nemen met het instellen dezer commis sie van onderzoek, ook al zou de uit spraak ten voordeele der lichtcommissie uitvallen. „Wij zijn benoemd", aldus luidde on geveer zijne verklaring, „door den Raad, en deden niets anders dan mededeeling aan dit college, welke teleurstelling ons getroffen had. Er zijn dus ook niet twee partijen, de Lichtcommissie en de heer Beijnes. Natuurlijk kunnen wij op ieder woord van zulk eene commissie van on derzoek een wederwoord geven, maar ik geloof niet dat wij tot klaarheid zul len komen. En bovendien, eene derge lijke commissie is beneden de waardig heid van den Raad en van de Lichtcom missie. Ik zou er mij dan ook niet toe leenen en de Lichtcommissie ook niet. Wij erkennen gefaald te heb ben in menig opzicht, maar wen- schen dit niet aan het licht gebracht te zien door eene commissie huiten den Raad." - Men ziet. niets meer of minder dan een dreigen met ontslag, en bovendien eene kleine schuldbekentenis, die wel goed deed De volgorde gaf nu aan: stemming over het voorstel van B. en W. om afwijzend te beschikken op het adres des heeren Beijnes. waarin hij om onderzoek van zijn zaak vraaet. 't Is duidelijk dat de Raad thans niet anders kon doen dan dit afwijzen. Toén bleef nog ovpr het voorstel-Bij- voet c. s. Met welsprekendheid en warm te had de eerste voorsteller het verde digd; latende uitkomen dat prijs en voor waarden nooit tegenover den heer Beij nes genoemd waren, zoodat hij zich ook niet kon verbonden hebben voor 8 cent per K.W.U. te nemen. Toegevende dat de heer Beijnes onvoorzlchtiglijk zijn neus had voorbijgepraat, meende spr. toch, dat hij niet blijvend te beschuldigen was van woordbreking. Vandaar zijn motie. Maar't was een verloren zaak, waarvoor hij pleitte. Zelfs deze kleine voldoening heeft de Raad den heer Beij nes niet geschonken. Ook deze motie w erd verworpen, en daardoor werd over bodig eene motie van den heer Tjeenk Willink, om de bekende afkeuringsmotie van Februari te handhaven. Deze is van kracht g eb leven. Zal de heer Beijnes in deze beslissing berustenT, werd mij gisteren gevraagd. Mij dunkt, hij kan niet anders. De Raad heeft zich herhaaldelijk en te pertinent uitgesproken, en de stemming over zijn adres (16 stemmen voor, 9 tegen en 6 blanco) toont te duidelijk aan dat er in den Raad eene volstrekte meerderheid is, die zich ook thans nog niet door hem heeft laten overtuigen. Slechts 9 stemmen heeft de heer Beij nes gewonnen met zijne vertoogen en die zijner deskundigen. Deze laatsten hebben er ten slotte eene technische quaestie van gemaakt, en de heer Stolp vertolkte gisteren zeer zeker de meening van de meeste raadsleden, toen hij er op wees, dat de quaestie toch eigenlijk alleen maar hierom draait; „Is de heer Beijnes zijne belofte na gekomen?" Fn het antwoord daarop kan slechts luiden: „Neen", Zelfs wilde hij niet Ingaan op eenig schikkingsvoorstel; hij had niets noodig, zelfs geen 40, 30 of 20 PK en zou noch 8 noch 5 cent geven. Dit is de hoofdzaak, die men door han dig vooruitschuiven van bijzaken, haast zou vergeten. Politiek Overzicht. In Londen moeten geruchten loopen, dat lord Kitchener in hoogst eigen persoon het legeer zal aanvoeren dat tegen de Wet moet opereeren. Indien dit waar is kan de opperbevelhebber het zeker niet goed velen, dat een zij ner ondergeschikte generaals Me- thuen de eer is te beurt gevallen, om de Boeren eens van meer nabij te mogen bezien, of hij is den oorlog moede en zoekt nu een toevlucht bij zijne vijanden. Nu dezen zullen voor zeker niets onbeproefd laten om de hartewensch van den beul van Soedan in vervulling te doen gaan. Het zou wel een aardig moment zijn, zoo die Wet zijn tegenstander te ontbijten kon vragen als contra-beleefdheid voor het déjeuner dat Cronjé indertijd bij Ro berts gebruikte. Maar zoover zijn we nog niet Reuter seint nu uit Heilbron, dd. 11 Maart: „Men zegt dat dé Wet en Steijn do hoofdlijn van den spoorweg over getrokken zijn ,twee nachten geleden, op een punt 8 KM. ten noorden van Wolvehoek gelegen. Zij trokken west waarts". Men meent in Engeland ook, dat dJe regeering slechte berichten verzwijgt, betreffende den ammunitie-voorraad dien De la Rey heeft buitgemaakt. De nederlaag in Transvaal heeft lord Rosebery geheel naar den achter grond gedrongen; niemand spreekt meer over hem en zijn redevoeringen, wat wel erg treurig is voor den goe den man, maar toch niet andere dan heilzaam kan werken op zijn eenigs- zins overspannen gemoedstoestand. In een telegram van „Central News" Vrijdag jl. uit Tafelkop verzonnen, worden nog eenige mededeelingen ge daan over de Engelsche bewegingen in den noord'oosthoek van den Vrij staat: „Kolonel Rimington's colonne heeft ©en grooten m&rsch gedaan in het land van ELandsrivierburg af dloor het dal naar de Wilgerivier, waarbij zijn front zich over meer dan 80 KM. uitstrekte. De districten Vrede, Reitz en Frankfort zijn grondig nagezocht en het resultaat van deze groote veeg- partij is geweest, dat d'e Boeren feite lijk geheel uit deze streken verdreven zijn. Kolonel Cox heeft zeven gevangenen gemaakt en kolonel Jervis heeft, na een schermutseling op dien 5en, 17 ge- wo.ftyjrrovn-.-r' pftn hoeve te Roas waar hij tevens een li eveeiho.d vee en proviand vermees terde. Het stelsel om den vijand op te ja gen brengt veel zwaren arbeid' voor dé troepen mede. maar de resultaten zijn, hoewel langzaam, zeker. De manschap, pen, zoowel als de trein, weerstaan de inspanning goed. Men zegt. da/t de groote krijgsvoor raad, die verleden Woensdag in een hol is gevondien, ontdekt werd tenge volge van inlichtingen verstrekt door gevangenen, die onlangs aan Howard, een offcier van d'en inlichtingendienst, zijn in handen gevallen. Men is hier overtuigd, dat hem daarvoor groote lof toekomt." Het is niet denkelijk, waarmee de lof verdiend is, want men behoeft eir toch waarlijk geen bolleboos voor te zijn, om ammunitie te „ontdekken", waarvan men de bergplaats door ver raad is te weten gekomen. Maar er valt tegenwoord'g zoo weinig te prij zen voor d'e Britten, d'at elke gelegen heid met beide handen wordt aange grepen. Laten we dus Howard zijn pluimpje niet misgunnen. Buitenlandsch Nieuws. De Terliezen bij Tweebosch worden, in de officieele verlieslijst van Woensdag, voorloopig aldus opgege ven: Gesneuveld luit.-kol. Wilson, (eerst, als gewond opgegeven), 3 luitenants en 38 onderofficieren en minderen. Ernstig gewond 5 officieren; 1 ka pitein en 4 luitenants. Gewond kolo nel Townsend, een luitenant en 72 onderofficieren en minderen. Vermist 200 onderofficieren en min. deren. Een luitenant is door de Boe ren losgelaten. Lord Methuen is gevaarlijk gewond aan dé rechterdij. Maandag werd echter gemekt dat zijn toestand naar omstandigheden bevredigend' was. Kritzinger's lot. De Londensche correspondent van de Matin" seint: „Kritzinger lieeft, zonder hot te ver moeden, in Engeland een vriendin die met haar invloed waarschijnlijk meer voor hem doen kan dan iemand an ders. Ik bedoel koningin Alexandra. Van den dag af waarop Hare Majes teit vernam dat Kritzinger gevangen genomen was terwijl hij een wapen broeder trachtte te redden, is zij le vendig belang in hem gaan stellen. In officieele talingen weet iedereen dat de Koningin hartelijk hoopt dat er geen krijgsraad te vinden zal zijn die hem ter dood veroordeelt, en dat de doodstraf, mocht ze uitgesproken worden, dadelijk zal worden verzacht. De persoonlijke invloed van Hare Mar jesteit, die zich zelden laat gelden, is er dan des te sterker om, en het is bij. na zeker dat die doodstraf niet over den Boeren-aanvoerdier uitgesproken zal worden." Prins Helnrlcli is Dinsdag den geheelon morgen in zijn vertrekken aan boord van dé Deutschland gebleven om brieven te 3chrijven aan verschillende personen die hij moest bedanken. Daarna heeft hij die heeren die hem door president Roosevelt toegevoegd waretn, een dé jeuner aangeboden. Om half vier lichtte de Deutschland het anker, tie middien van levendige toejuichingen. De Hohenzollern was reeds elf uren vroeger vertrokken, en zou de Deutschland opwachten bij Sandy-Hook. Daarna zou het keizer lijk jacht koers zetten naar de Ber muda's. President Lonbot's reis. Vice-admiraal Roustan, mairiitiem prefect van Brest, wordt belast met het bevel over het smaldeel dat pre sident Ixjubet op zijn Russische reis zaï vergezellen. Roustan was verle den jaar, toen de Russische majestei ten Frankrijk bezochten, toegevoegd aan dé Czarina. Het smaldeel zal bestaan uit tweo zeer snelle kruisers, de Giuchen, 8280 ton, pas uit de Chineesche wateren teruggekeerd, en de Montcalm, een splinternieuw schip van 9517 ton; voorts een torpedo-jager van bet Cas- sini-type. Het Roenieensche Parlement Dinsdag is de parlementaire zitting in Roemenië gesloten. De voorzitter las een koninklijke boodschap voor, waarin die Koning het parlement dankte dat het liet gevaar, hetwelk het land bedreigde, gezien en bijtijds afgewend had. Het Parlement heeft zich, zoo beet luet verder, tot die hoogte van zijn plichten tegenover het vader land verheven door den geldelijken toestand en liet staaiskrediet te ver beteren. Het heeft ltet vertrouwen in de kracht van Roemenië weer opge wekt en een blijvend werk gedaan, waarvan de zegenrijke uitwerking in de toekomst gevoeld zal worden. In Colomblë. Uit Panama is te New-York het vol gende telegram ontvangen: Generaal Herrera lieeft den 20en Februari Aguadulce aangevallen. Ge neraal Castro verdedigde de stad viar dagen lang; daarna gaf hij haar prijs en brak door die liniën dér op standelingen heen. De liberalen had den zegt de berichtgever 700 doo- den en gewonden. Al^emeene Berichten. DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA. De Assaye heeft te Southampton 18 officieren en 555 man van liet 3e Mid dlesex regiment ingescheept, die naar St. Helena gaan; voort 32 officieren en 637 man van het 4e Yorkshire, die met een aantal losse aanvullingen het totaal der aan boord genomen troepen op 95 officieren en 1258 onderofficie ren en minderen brengen. Het stoomschip Hellene is van New. Orleans naar Kaapstad vertrokken met weer 1015 van die uitnemende Bo er en- vr i endende muildieren. Canada heeft sedert het begin van den oorlog voor zeven millioen dollars aan levensmiddelen en voeder ten be hoeve van het Engelsche ministerie van oorlog naai' Zuid-Afrika gezonden. De gewone dagelijksche verlieslijst bevat nog het volgendte: Boschmanskop 6 Maart, 1 mindere gesneuveld), een kapitein ernstig ge wond, 8 minderen gewondi; Klipdrift 7 Maart, 2 doodeji en 16 gewonden; Windhoek bij Van Rhijnsdorp 25 Fe bruari 2 minderen gesneuveld en 5 gewond, voorts een kapitein van de Cape Police ernstig gewond. (Van Rhijnsdbrp ligt ten noorden van de Lambertsbaai in het westen der Kaap kolonie), Wilgerivier 28 Febr., een lui tenant gewond. Valscherivier 8 Maait 1 doode; Branddrift 7 Maart 1 gewon de, Tijgerkloofspruit 21 Februari 1 vermiste, bij Sonekal 7 Maart 1 ge wonde, bij Kroonstad 8 Maart 1 ge wónde. bij Klipdrift 2 Maart 1 ver miste, Barberspan 6 Maart 1 dOodie en 2 gewonden, Tweekopjes 9 Maart 1 ge wonde; Bloemfontein 3 Februari 1 ge wonde, Piet Retief 1 Maart 1 dlbode, Boomplaats 8 Maart 2 gewonden. Rhodes' gezondheidstoestand moet vooruitgaan. Engeland kan dus rus tig slapen. AIiLERLET. Waarschijnlijk zal Waldeck-Rous- seau aanstaanden Maandag genoeg zaam hersteld zijn om weer in de Ka mer te verschijnen. Koning Eduard VII gaat op raad van liet ministerie dit jaar niet naar Ierland. Stadsnieuws. Haarlem. 13 Maart 1902. „Allen Toor elkander". Vanwege dte Dieustboden-vereeniging „Allen voor Elkander" werd Woens dagavond in het lokaal Kleine Hout straat 44, eene openbare vergadering gehouden, waarin als spreekster op trad mevr. TydeanaVerschoor, van 's G-ravenhage- Spreekster behandeldehet onder werp „Wat moeten die dienstboden zelf doen om het beter te krijgen.'" In de allereerste plaats wees spr. er op, dat de dienstbode, een vakmensch, eene eigenaardige positie bekleedt. Bij het uitoefenen van haai- vak staat zij steeds onder eene scherpe controle van haar mevrouw: is huisgenoot, verdient bovendien weinig loon, daar zij voor 't overige haar werkkrachten betaald ziet in vergoeding van inwoning en kost. Zij is huisgenoot, doch doelt niet de genoegens, alleen bij het in vullen van bot belastingbiljet wordt zij als zoodanig aangemerkt. Zij ver keert dus in eigenaardige omstandüg- beden, die maken, dat zij dikwijls met de huisvrouw in botsing komt Verschillende klachten dor dienstboden werden vervolgens door spreekster be handeld: O. a. klagen zij er over dat zij, al hebben zijn hun werk goed ge daan, geen beschikking hebben over vrijieu tijd. Dezo klacht i6 zoer ge grond, want één avond in de week is voor de dienstboden te weinig, waar om kunnen zij niet 2 of 3 avonden krijgen? Voorzeker is d)it oen billijke eisch. Een tweede billijke klacht ia dat do loonen te laag zijn; in den Haag kan een flinke meid slechts f 100 verdie nen, andere nog minder. Dit Ls veel te weinig, als men nagaat dat zij zich goed' moeten kleeden. Een derde klacht is dat hot kanier tje der dienstboden veelal ongeschikt is; te klein,, te koud) etc. Daar dé dienstboden in huis moeten wonen en daarvoor van het loon wordt ge rekend, mogen de dienstboden voor zeker op goede voeding en ligging' aanspraak maken. Dit is geen gunst, maar daarop hebben zij recht. Een vierde klacht is, dat do dienst boden niet zelfstandig mogen optre den, al weet mevrouw van haar vak ook zeer weinig af. Als er een tim merman of een smid in huis komt onu iets to repareeren, laat men hom lx> gaan, omdiat men vertrouwen in do zen vakman stelt. Ditzelfde nu moest het geval bij de dienstboden zijn. Een vijfde klacht is het controle systeem dér huisvrouwen, dat zeer slecht op hel vertrouwen dor dienst boften werkt Een dergelijk optreden is menschonwaardig en wantrouwend. Een zesde klacht is de dikwijls on welwillende bejegening Hoe geheel anders zou het zijn, wanneer mon haai welwillender bejegende en als huisge noot behandelde, waarop de dienst bode recht heeft. Er zijn dus vele grieven, zooals men i t uilltlOD. De hond van de Baskervilles. (Een nieuw avontuur van Sherlock Holmes Door CON AN DOYLE. „Ik herinner me duidelijk dat ik 's avonds naar hem toe reed, een week of drie voor het gebeurde. Hij stond toevallig voor de poort Ik stond vlak voor hem, toen zijn oogen nog aldoor over mijn schouder heen, in de verte staarden met een uitdrukking van vreeselijken afschuw. Ik keek om en kon nog juist iets zien verdwijnen wat ik hield' voor een groot, zwart kalf. Hij was zoo opgewonden en buiben zichzelf, dat ik genoodzaakt was naar de plaats toe te loopen waar liet beeat moest zijn, om te zien of het er nog was. Maar het was verdwenen, en na d'it incidiant scheen zijn geest voor goed verwardi Ik bleef dén ge- heelen avond bij hem, en het was bij die gelegenheid dat hij, om zijn angst te verklaren, mij dé geschiedenis ver telde, die ik u voorgelezen heb. Ik maakte er melding van .omdat het van eenig belang schijnt in verband met de tragedie die volgdé, maar ik was op dat oogenblik overtuigd dat de zaak niets te bebeekenen had en de angst volkomen ongemotiveerd was. „Op mijn advies zou Sir Charles naai' Londen gaan. Ik wist dat zijn hart niet in orde was en de voortdu- reneten angst, waaraan hij blootstond, hoe hersenschimmig dé oorzaak dan ook mocM zijn, scheen een zeer ge vaarlijken invloed op zijn gezondheid te hebben. Ik dacht dat in een paar maanden dé afleiding van een groote s'nd hem een ander man zou maken. Mr. Siapleton, een wederzijdsch vriend, die zeer veel belang stelde in de ge zondheid van Sir Charles, dacht er evenzoo over. Op het laatste mome-nt kwam dé vreeselijke catastrophe. „Den nacht van Sir Charles' dood zond Bnrrymoro dJe bottelier, die het ontdekte, Perkins dén groom, te paard naar me toe, en daar ik nog laat op zat, kon ik binnen een uur Basker ville Hall bereiken. Ik verzamelde alle gegevens, die ook bij de instructie ge geven wajien. Ik volgde de voetstap pen, behalve die van Barrymore, op het zachte kiezel cn ten slotte ondo-r- zocht ik nauwkeurig het lijk. dat niet aangeraakt was, voor ik kwam. Sir Charles lag voorover, zijn armen uit gespreid!, zijn vingers diep in den modder, en zijn gelaatstrekken zoo verwrongen van angst, dat ik nauwe lijks zijn identiteit kon vaststellen. Er was echter geen lichameilijke verwon ding te bespeuren. Maar een onjuist gegeven was toch door Barrymore bij het verhoor verstrekt Hij zei dat er geen andere sporen rondom het lijk te vindien waren en ik vond er toch, versch en helder." Voetstappen? Voetstappen! Van een man of van een vrouw? Dr. Mortimer keek ons een oogenblik met een vreemde uitdrukking in zijn gelaat aan. Toen zakte zijn stem, en hij zei: „Mijnheer Holmes, ze waren van een reusachtigen hond." HOOFDSTUK III. Het vraagstuk. Ik moet bekennen, dat. bij deze. woorden een huivering mij beving. Er was een trilling in zijn stem die bewees dat hij zelf diep geschokt was door hetgeen hij ons verteld had. Hol- mes leundie voorover en zijn oogen haddön de harde, droge uitdrukking die ze altijd hadden, wanneer hij bij zonder bedong stelde in Iets. Zag u dat? Zoo duidelijk als ik u zie. En u hebt niets gezegd? Wat zou het gebaat hebben? Hoe kwam het, dat niemand an ders het gezien heeft? De sporon iu den grond waren ongeveer twirtfig yards van hot lichaam en niemand lette er op. ik geloof dat ik er ook niet op gelet zou hebben, als ik de legeiute niet gelezen had. Zijn er veel herdershonden in den omtrek? Zeker, maar dit was geen her dershond. Zag u dat hij groot was? Enorm. Maar was hij niet bij liet lichaam geweest? Neen. -Wat voor een nacht was liet? Dampig en ruw. Maar regende het niet? Neon. Hoe ziet dé laan er uit? Er zijn twee hagen, ongeveer 12 voet hoog en ondoordringbaar, 't Mid dengedeelte is ongeveer 8 voet breed. Is er iets tusschen de hagen en het wandelpad? Ja, een grasstrook aan elke zijde van zes voet breedte. Ik meen, dat in de haag aan een kant een poort is? Ja, de poort die naar het moeras voert. Is er nog een andere opening? Neen. Zoodat om de laan te bereiken, iedereen óf uit het huis moet kome.n óf uit de poort bij het moeras? Er is ook nog een utigang bij oen zomerhuis heel aan het eind. Was Sir Charles tot daar geko men? Neen, hij lag er ongeveer rijf tig yards vandaan. En zeg me nu eens Dr. Mortimer, en dat is van belang waren de sporen die u gezien hebt, op het pad en niet in het gras? Op het gras was niets te zien. Waren zij op denzelfden kant van het pad als liet moeras-poortje? Ja. Zij waren op den kant van dén weg, aan dezelfde zijde als hot poortje. U wekt mijn belangstelling in hoogé mate. Iets anders: wat het ge sloten? Gesloten en gegrendeld'. Hoe hoog was het? Ongeveer veertien voet Dus iemand zou er overheen kun nen klimmen? Ja. En wat voor voetstappen hebt u bij het poortje gezien? Geen bijzondere. Goede Hemel, heeft niemand daar op gelet? Ja ik zelf. En niets gevonden? De voetstappen liepen allen door elkaar Sir Charles lmd door blijk baar vijf of tien minuten gestaan. Iloe wist u dat? Omdat er tweemaal asch van zijn sigaar gevallen is. Goed zoo. Dit is een colloga imar ons hart, Watson. Maar de voetstap pen? Zijn eigen voetstappen kon ik over het geheele kiezelzand volgen. Sherlock Holmes streek ongeduldig zijn hand over zijn knie. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1