NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen. Dagblad in Haarlem en Omstreken.
19e Jaargang.
Vrijdag 14 Maart 1902.
No. 5738
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN
Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Van 15 rogels 50 Ote.; iedere regel meer 10 Cta. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs dor Adrertentiën ran 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1.30 ffiPelL/rAVV Groote letters naar plaateruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 JÈer Reclames 30 Oenfc per regeL
Afzonderlijke nummers0.02J£ BureauxGebonw Het Spaarae, Kampei-singel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37J£ Telefoonnummer der Hedocfle ÖOO. Telefoonnummer der Administratie 122»
do omstreken on franco per post m 0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Adrertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door allo Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering ran hot Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing ran Adrertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan hefc Algemeen Advertentie-Bureau A DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 3P** Faubourg Montmartre.
Haarlen *8 Dagblad ran 14 Maart
oerat o. a.:
Lord Kitchener gaat er mis
schien zeil' op nit, In den noord
oosthoek van den Vrijstaat, Par
lementaire ('raatjes, Ongevallenwet
Groote brand te Parys, Nabetrach
ting en vervolg Gemeenteraad,
Kykjes om ons heen.
NABETRACHTING
van den
GEMEENTERAAD.
Dit einde van de zaak-Ceijnes zal ze-
kei menigeen verbaasd hebben.
Want de publicatie van nieuwe cijfers
omtrent ue eenheidsprijzen, en vooral
het antwoord van den heer Doyer t€
Dellt, hadden niet nagelaten grooten in
vloed uil te oefenen op velen, wier mee
ning tot dusver zeer vaststaand in het
algehccle nadeel van den heer Beijnes
was geweest. Zijn positie was inderdaad
lang zoo hopeloos niet meer als in Fe
bruari van du jaar, toen de Raad er hem
'ja de bekende motie van beschuldigde,
lichtvaardig met de gemeentebelangen
te hebben gespeeld. Er was een merk
bare luwte te zijnen aanzien, en waar
Indertijd de stemmen staakten over het
vooi'stel-Hugenholtz, om eene commissie
van onderzoek te benoemen, daar was
uu veel meer kans dat een dergelijk voor
stel zou worden aangenomen.
Tweemaal heeft de Raad hier Woens
dagmiddag gelegenheid toe gehad. De
motie-van de Kamp c. s. strekte om eene
commissie van deskundigen te benoe
men en de heer Hugenholtz diende daar
een amendement op in, om de commissie
uit Raadsleden te doen bestaan. Maar
beide voorstellen werden verworpen, en
hiermede is ons een nieuw onheil cabi-
netscrisis van de lichtcommissie be
spaard gebleven. Want dr. Nieuwenhuij-
zen Kruseman verklaarde niets meer of
minder, dan dat hij geen genoegen kon
nemen met het instellen dezer commis
sie van onderzoek, ook al zou de uit
spraak ten voordeele der lichtcommissie
uitvallen.
„Wij zijn benoemd", aldus luidde on
geveer zijne verklaring, „door den Raad,
en deden niets anders dan mededeeling
aan dit college, welke teleurstelling ons
getroffen had. Er zijn dus ook niet twee
partijen, de Lichtcommissie en de heer
Beijnes. Natuurlijk kunnen wij op ieder
woord van zulk eene commissie van on
derzoek een wederwoord geven, maar
ik geloof niet dat wij tot klaarheid zul
len komen. En bovendien, eene derge
lijke commissie is beneden de waardig
heid van den Raad en van de Lichtcom
missie. Ik zou er mij dan ook niet toe
leenen en de Lichtcommissie ook niet.
Wij erkennen gefaald te heb
ben in menig opzicht, maar wen-
schen dit niet aan het licht gebracht te
zien door eene commissie huiten den
Raad." -
Men ziet. niets meer of minder dan
een dreigen met ontslag, en bovendien
eene kleine schuldbekentenis, die wel
goed deed
De volgorde gaf nu aan: stemming over
het voorstel van B. en W. om afwijzend
te beschikken op het adres des heeren
Beijnes. waarin hij om onderzoek van
zijn zaak vraaet. 't Is duidelijk dat de
Raad thans niet anders kon doen dan
dit afwijzen.
Toén bleef nog ovpr het voorstel-Bij-
voet c. s. Met welsprekendheid en warm
te had de eerste voorsteller het verde
digd; latende uitkomen dat prijs en voor
waarden nooit tegenover den heer Beij
nes genoemd waren, zoodat hij zich ook
niet kon verbonden hebben voor 8 cent
per K.W.U. te nemen. Toegevende dat de
heer Beijnes onvoorzlchtiglijk zijn neus
had voorbijgepraat, meende spr. toch,
dat hij niet blijvend te beschuldigen was
van woordbreking. Vandaar zijn motie.
Maar't was een verloren zaak,
waarvoor hij pleitte. Zelfs deze kleine
voldoening heeft de Raad den heer Beij
nes niet geschonken. Ook deze motie
w erd verworpen, en daardoor werd over
bodig eene motie van den heer Tjeenk
Willink, om de bekende afkeuringsmotie
van Februari te handhaven.
Deze is van kracht g eb leven.
Zal de heer Beijnes in deze beslissing
berustenT, werd mij gisteren gevraagd.
Mij dunkt, hij kan niet anders. De Raad
heeft zich herhaaldelijk en te pertinent
uitgesproken, en de stemming over zijn
adres (16 stemmen voor, 9 tegen en 6
blanco) toont te duidelijk aan dat er in
den Raad eene volstrekte meerderheid is,
die zich ook thans nog niet door hem
heeft laten overtuigen.
Slechts 9 stemmen heeft de heer Beij
nes gewonnen met zijne vertoogen en die
zijner deskundigen.
Deze laatsten hebben er ten slotte eene
technische quaestie van gemaakt, en de
heer Stolp vertolkte gisteren zeer zeker
de meening van de meeste raadsleden,
toen hij er op wees, dat de quaestie toch
eigenlijk alleen maar hierom draait;
„Is de heer Beijnes zijne belofte na
gekomen?" Fn het antwoord daarop kan
slechts luiden: „Neen", Zelfs wilde hij
niet Ingaan op eenig schikkingsvoorstel;
hij had niets noodig, zelfs geen 40, 30 of
20 PK en zou noch 8 noch 5 cent geven.
Dit is de hoofdzaak, die men door han
dig vooruitschuiven van bijzaken, haast
zou vergeten.
Politiek Overzicht.
In Londen moeten geruchten loopen,
dat lord Kitchener in hoogst eigen
persoon het legeer zal aanvoeren dat
tegen de Wet moet opereeren. Indien
dit waar is kan de opperbevelhebber
het zeker niet goed velen, dat een zij
ner ondergeschikte generaals Me-
thuen de eer is te beurt gevallen,
om de Boeren eens van meer nabij te
mogen bezien, of hij is den oorlog
moede en zoekt nu een toevlucht bij
zijne vijanden. Nu dezen zullen voor
zeker niets onbeproefd laten om de
hartewensch van den beul van Soedan
in vervulling te doen gaan. Het zou
wel een aardig moment zijn, zoo die
Wet zijn tegenstander te ontbijten kon
vragen als contra-beleefdheid voor het
déjeuner dat Cronjé indertijd bij Ro
berts gebruikte. Maar zoover zijn we
nog niet
Reuter seint nu uit Heilbron, dd. 11
Maart: „Men zegt dat dé Wet en Steijn
do hoofdlijn van den spoorweg over
getrokken zijn ,twee nachten geleden,
op een punt 8 KM. ten noorden van
Wolvehoek gelegen. Zij trokken west
waarts".
Men meent in Engeland ook, dat dJe
regeering slechte berichten verzwijgt,
betreffende den ammunitie-voorraad
dien De la Rey heeft buitgemaakt.
De nederlaag in Transvaal heeft
lord Rosebery geheel naar den achter
grond gedrongen; niemand spreekt
meer over hem en zijn redevoeringen,
wat wel erg treurig is voor den goe
den man, maar toch niet andere dan
heilzaam kan werken op zijn eenigs-
zins overspannen gemoedstoestand.
In een telegram van „Central News"
Vrijdag jl. uit Tafelkop verzonnen,
worden nog eenige mededeelingen ge
daan over de Engelsche bewegingen
in den noord'oosthoek van den Vrij
staat:
„Kolonel Rimington's colonne heeft
©en grooten m&rsch gedaan in het
land van ELandsrivierburg af dloor
het dal naar de Wilgerivier, waarbij
zijn front zich over meer dan 80 KM.
uitstrekte. De districten Vrede, Reitz
en Frankfort zijn grondig nagezocht
en het resultaat van deze groote veeg-
partij is geweest, dat d'e Boeren feite
lijk geheel uit deze streken verdreven
zijn.
Kolonel Cox heeft zeven gevangenen
gemaakt en kolonel Jervis heeft, na
een schermutseling op dien 5en, 17 ge-
wo.ftyjrrovn-.-r' pftn
hoeve te Roas waar hij tevens een
li eveeiho.d vee en proviand vermees
terde.
Het stelsel om den vijand op te ja
gen brengt veel zwaren arbeid' voor dé
troepen mede. maar de resultaten zijn,
hoewel langzaam, zeker. De manschap,
pen, zoowel als de trein, weerstaan
de inspanning goed.
Men zegt. da/t de groote krijgsvoor
raad, die verleden Woensdag in een
hol is gevondien, ontdekt werd tenge
volge van inlichtingen verstrekt door
gevangenen, die onlangs aan Howard,
een offcier van d'en inlichtingendienst,
zijn in handen gevallen. Men is hier
overtuigd, dat hem daarvoor groote
lof toekomt."
Het is niet denkelijk, waarmee de
lof verdiend is, want men behoeft eir
toch waarlijk geen bolleboos voor te
zijn, om ammunitie te „ontdekken",
waarvan men de bergplaats door ver
raad is te weten gekomen. Maar er
valt tegenwoord'g zoo weinig te prij
zen voor d'e Britten, d'at elke gelegen
heid met beide handen wordt aange
grepen. Laten we dus Howard zijn
pluimpje niet misgunnen.
Buitenlandsch Nieuws.
De Terliezen bij Tweebosch
worden, in de officieele verlieslijst van
Woensdag, voorloopig aldus opgege
ven:
Gesneuveld luit.-kol. Wilson, (eerst,
als gewond opgegeven), 3 luitenants
en 38 onderofficieren en minderen.
Ernstig gewond 5 officieren; 1 ka
pitein en 4 luitenants. Gewond kolo
nel Townsend, een luitenant en 72
onderofficieren en minderen.
Vermist 200 onderofficieren en min.
deren. Een luitenant is door de Boe
ren losgelaten.
Lord Methuen is gevaarlijk gewond
aan dé rechterdij. Maandag werd
echter gemekt dat zijn toestand naar
omstandigheden bevredigend' was.
Kritzinger's lot.
De Londensche correspondent van
de Matin" seint:
„Kritzinger lieeft, zonder hot te ver
moeden, in Engeland een vriendin die
met haar invloed waarschijnlijk meer
voor hem doen kan dan iemand an
ders. Ik bedoel koningin Alexandra.
Van den dag af waarop Hare Majes
teit vernam dat Kritzinger gevangen
genomen was terwijl hij een wapen
broeder trachtte te redden, is zij le
vendig belang in hem gaan stellen.
In officieele talingen weet iedereen
dat de Koningin hartelijk hoopt dat
er geen krijgsraad te vinden zal zijn
die hem ter dood veroordeelt, en dat
de doodstraf, mocht ze uitgesproken
worden, dadelijk zal worden verzacht.
De persoonlijke invloed van Hare Mar
jesteit, die zich zelden laat gelden, is
er dan des te sterker om, en het is bij.
na zeker dat die doodstraf niet over
den Boeren-aanvoerdier uitgesproken
zal worden."
Prins Helnrlcli
is Dinsdag den geheelon morgen in
zijn vertrekken aan boord van dé
Deutschland gebleven om brieven te
3chrijven aan verschillende personen
die hij moest bedanken. Daarna heeft
hij die heeren die hem door president
Roosevelt toegevoegd waretn, een dé
jeuner aangeboden.
Om half vier lichtte de Deutschland
het anker, tie middien van levendige
toejuichingen. De Hohenzollern was
reeds elf uren vroeger vertrokken, en
zou de Deutschland opwachten bij
Sandy-Hook. Daarna zou het keizer
lijk jacht koers zetten naar de Ber
muda's.
President Lonbot's reis.
Vice-admiraal Roustan, mairiitiem
prefect van Brest, wordt belast met
het bevel over het smaldeel dat pre
sident Ixjubet op zijn Russische reis
zaï vergezellen. Roustan was verle
den jaar, toen de Russische majestei
ten Frankrijk bezochten, toegevoegd
aan dé Czarina.
Het smaldeel zal bestaan uit tweo
zeer snelle kruisers, de Giuchen, 8280
ton, pas uit de Chineesche wateren
teruggekeerd, en de Montcalm, een
splinternieuw schip van 9517 ton;
voorts een torpedo-jager van bet Cas-
sini-type.
Het Roenieensche Parlement
Dinsdag is de parlementaire zitting
in Roemenië gesloten. De voorzitter
las een koninklijke boodschap voor,
waarin die Koning het parlement
dankte dat het liet gevaar, hetwelk
het land bedreigde, gezien en bijtijds
afgewend had. Het Parlement heeft
zich, zoo beet luet verder, tot die hoogte
van zijn plichten tegenover het vader
land verheven door den geldelijken
toestand en liet staaiskrediet te ver
beteren. Het heeft ltet vertrouwen in
de kracht van Roemenië weer opge
wekt en een blijvend werk gedaan,
waarvan de zegenrijke uitwerking in
de toekomst gevoeld zal worden.
In Colomblë.
Uit Panama is te New-York het vol
gende telegram ontvangen:
Generaal Herrera lieeft den 20en
Februari Aguadulce aangevallen. Ge
neraal Castro verdedigde de stad viar
dagen lang; daarna gaf hij haar
prijs en brak door die liniën dér op
standelingen heen. De liberalen had
den zegt de berichtgever 700 doo-
den en gewonden.
Al^emeene Berichten.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA.
De Assaye heeft te Southampton 18
officieren en 555 man van liet 3e Mid
dlesex regiment ingescheept, die naar
St. Helena gaan; voort 32 officieren en
637 man van het 4e Yorkshire, die
met een aantal losse aanvullingen het
totaal der aan boord genomen troepen
op 95 officieren en 1258 onderofficie
ren en minderen brengen.
Het stoomschip Hellene is van New.
Orleans naar Kaapstad vertrokken
met weer 1015 van die uitnemende
Bo er en- vr i endende muildieren.
Canada heeft sedert het begin van
den oorlog voor zeven millioen dollars
aan levensmiddelen en voeder ten be
hoeve van het Engelsche ministerie
van oorlog naai' Zuid-Afrika gezonden.
De gewone dagelijksche verlieslijst
bevat nog het volgendte:
Boschmanskop 6 Maart, 1 mindere
gesneuveld), een kapitein ernstig ge
wond, 8 minderen gewondi; Klipdrift 7
Maart, 2 doodeji en 16 gewonden;
Windhoek bij Van Rhijnsdorp 25 Fe
bruari 2 minderen gesneuveld en 5
gewond, voorts een kapitein van de
Cape Police ernstig gewond. (Van
Rhijnsdbrp ligt ten noorden van de
Lambertsbaai in het westen der Kaap
kolonie), Wilgerivier 28 Febr., een lui
tenant gewond. Valscherivier 8 Maait
1 doode; Branddrift 7 Maart 1 gewon
de, Tijgerkloofspruit 21 Februari 1
vermiste, bij Sonekal 7 Maart 1 ge
wonde, bij Kroonstad 8 Maart 1 ge
wónde. bij Klipdrift 2 Maart 1 ver
miste, Barberspan 6 Maart 1 dOodie en
2 gewonden, Tweekopjes 9 Maart 1 ge
wonde; Bloemfontein 3 Februari 1 ge
wonde, Piet Retief 1 Maart 1 dlbode,
Boomplaats 8 Maart 2 gewonden.
Rhodes' gezondheidstoestand moet
vooruitgaan. Engeland kan dus rus
tig slapen.
AIiLERLET.
Waarschijnlijk zal Waldeck-Rous-
seau aanstaanden Maandag genoeg
zaam hersteld zijn om weer in de Ka
mer te verschijnen.
Koning Eduard VII gaat op raad
van liet ministerie dit jaar niet naar
Ierland.
Stadsnieuws.
Haarlem. 13 Maart 1902.
„Allen Toor elkander".
Vanwege dte Dieustboden-vereeniging
„Allen voor Elkander" werd Woens
dagavond in het lokaal Kleine Hout
straat 44, eene openbare vergadering
gehouden, waarin als spreekster op
trad mevr. TydeanaVerschoor, van
's G-ravenhage-
Spreekster behandeldehet onder
werp „Wat moeten die dienstboden
zelf doen om het beter te krijgen.'"
In de allereerste plaats wees spr. er
op, dat de dienstbode, een vakmensch,
eene eigenaardige positie bekleedt. Bij
het uitoefenen van haai- vak staat zij
steeds onder eene scherpe controle van
haar mevrouw: is huisgenoot, verdient
bovendien weinig loon, daar zij voor
't overige haar werkkrachten betaald
ziet in vergoeding van inwoning en
kost. Zij is huisgenoot, doch doelt
niet de genoegens, alleen bij het in
vullen van bot belastingbiljet wordt
zij als zoodanig aangemerkt. Zij ver
keert dus in eigenaardige omstandüg-
beden, die maken, dat zij dikwijls
met de huisvrouw in botsing komt
Verschillende klachten dor dienstboden
werden vervolgens door spreekster be
handeld: O. a. klagen zij er over dat
zij, al hebben zijn hun werk goed ge
daan, geen beschikking hebben over
vrijieu tijd. Dezo klacht i6 zoer ge
grond, want één avond in de week is
voor de dienstboden te weinig, waar
om kunnen zij niet 2 of 3 avonden
krijgen? Voorzeker is d)it oen billijke
eisch.
Een tweede billijke klacht ia dat do
loonen te laag zijn; in den Haag kan
een flinke meid slechts f 100 verdie
nen, andere nog minder. Dit Ls veel
te weinig, als men nagaat dat zij zich
goed' moeten kleeden.
Een derde klacht is dat hot kanier
tje der dienstboden veelal ongeschikt
is; te klein,, te koud) etc. Daar dé
dienstboden in huis moeten wonen en
daarvoor van het loon wordt ge
rekend, mogen de dienstboden voor
zeker op goede voeding en ligging'
aanspraak maken. Dit is geen gunst,
maar daarop hebben zij recht.
Een vierde klacht is, dat do dienst
boden niet zelfstandig mogen optre
den, al weet mevrouw van haar vak
ook zeer weinig af. Als er een tim
merman of een smid in huis komt onu
iets to repareeren, laat men hom lx>
gaan, omdiat men vertrouwen in do
zen vakman stelt. Ditzelfde nu moest
het geval bij de dienstboden zijn.
Een vijfde klacht is het controle
systeem dér huisvrouwen, dat zeer
slecht op hel vertrouwen dor dienst
boften werkt Een dergelijk optreden
is menschonwaardig en wantrouwend.
Een zesde klacht is de dikwijls on
welwillende bejegening Hoe geheel
anders zou het zijn, wanneer mon haai
welwillender bejegende en als huisge
noot behandelde, waarop de dienst
bode recht heeft.
Er zijn dus vele grieven, zooals men
i t uilltlOD.
De hond van de
Baskervilles.
(Een nieuw avontuur van Sherlock
Holmes
Door CON AN DOYLE.
„Ik herinner me duidelijk dat ik
's avonds naar hem toe reed, een week
of drie voor het gebeurde. Hij stond
toevallig voor de poort Ik stond vlak
voor hem, toen zijn oogen nog aldoor
over mijn schouder heen, in de verte
staarden met een uitdrukking van
vreeselijken afschuw. Ik keek om en
kon nog juist iets zien verdwijnen
wat ik hield' voor een groot, zwart
kalf. Hij was zoo opgewonden en
buiben zichzelf, dat ik genoodzaakt was
naar de plaats toe te loopen waar liet
beeat moest zijn, om te zien of het er
nog was. Maar het was verdwenen,
en na d'it incidiant scheen zijn geest
voor goed verwardi Ik bleef dén ge-
heelen avond bij hem, en het was bij
die gelegenheid dat hij, om zijn angst
te verklaren, mij dé geschiedenis ver
telde, die ik u voorgelezen heb. Ik
maakte er melding van .omdat het van
eenig belang schijnt in verband met de
tragedie die volgdé, maar ik was op
dat oogenblik overtuigd dat de zaak
niets te bebeekenen had en de angst
volkomen ongemotiveerd was.
„Op mijn advies zou Sir Charles
naai' Londen gaan. Ik wist dat zijn
hart niet in orde was en de voortdu-
reneten angst, waaraan hij blootstond,
hoe hersenschimmig dé oorzaak dan
ook mocM zijn, scheen een zeer ge
vaarlijken invloed op zijn gezondheid
te hebben. Ik dacht dat in een paar
maanden dé afleiding van een groote
s'nd hem een ander man zou maken.
Mr. Siapleton, een wederzijdsch vriend,
die zeer veel belang stelde in de ge
zondheid van Sir Charles, dacht er
evenzoo over. Op het laatste mome-nt
kwam dé vreeselijke catastrophe.
„Den nacht van Sir Charles' dood
zond Bnrrymoro dJe bottelier, die het
ontdekte, Perkins dén groom, te paard
naar me toe, en daar ik nog laat op
zat, kon ik binnen een uur Basker
ville Hall bereiken. Ik verzamelde alle
gegevens, die ook bij de instructie ge
geven wajien. Ik volgde de voetstap
pen, behalve die van Barrymore, op
het zachte kiezel cn ten slotte ondo-r-
zocht ik nauwkeurig het lijk. dat niet
aangeraakt was, voor ik kwam. Sir
Charles lag voorover, zijn armen uit
gespreid!, zijn vingers diep in den
modder, en zijn gelaatstrekken zoo
verwrongen van angst, dat ik nauwe
lijks zijn identiteit kon vaststellen. Er
was echter geen lichameilijke verwon
ding te bespeuren. Maar een onjuist
gegeven was toch door Barrymore bij
het verhoor verstrekt Hij zei dat er
geen andere sporen rondom het lijk te
vindien waren en ik vond er toch,
versch en helder."
Voetstappen?
Voetstappen!
Van een man of van een vrouw?
Dr. Mortimer keek ons een oogenblik
met een vreemde uitdrukking in zijn
gelaat aan. Toen zakte zijn stem, en
hij zei: „Mijnheer Holmes, ze waren
van een reusachtigen hond."
HOOFDSTUK III.
Het vraagstuk.
Ik moet bekennen, dat. bij deze.
woorden een huivering mij beving.
Er was een trilling in zijn stem die
bewees dat hij zelf diep geschokt was
door hetgeen hij ons verteld had. Hol-
mes leundie voorover en zijn oogen
haddön de harde, droge uitdrukking
die ze altijd hadden, wanneer hij bij
zonder bedong stelde in Iets.
Zag u dat?
Zoo duidelijk als ik u zie.
En u hebt niets gezegd?
Wat zou het gebaat hebben?
Hoe kwam het, dat niemand an
ders het gezien heeft?
De sporon iu den grond waren
ongeveer twirtfig yards van hot
lichaam en niemand lette er op. ik
geloof dat ik er ook niet op gelet zou
hebben, als ik de legeiute niet gelezen
had.
Zijn er veel herdershonden in
den omtrek?
Zeker, maar dit was geen her
dershond.
Zag u dat hij groot was?
Enorm.
Maar was hij niet bij liet lichaam
geweest?
Neen.
-Wat voor een nacht was liet?
Dampig en ruw.
Maar regende het niet?
Neon.
Hoe ziet dé laan er uit?
Er zijn twee hagen, ongeveer 12
voet hoog en ondoordringbaar, 't Mid
dengedeelte is ongeveer 8 voet breed.
Is er iets tusschen de hagen en
het wandelpad?
Ja, een grasstrook aan elke zijde
van zes voet breedte.
Ik meen, dat in de haag aan een
kant een poort is?
Ja, de poort die naar het moeras
voert.
Is er nog een andere opening?
Neen.
Zoodat om de laan te bereiken,
iedereen óf uit het huis moet kome.n
óf uit de poort bij het moeras?
Er is ook nog een utigang bij
oen zomerhuis heel aan het eind.
Was Sir Charles tot daar geko
men?
Neen, hij lag er ongeveer rijf tig
yards vandaan.
En zeg me nu eens Dr. Mortimer,
en dat is van belang waren de
sporen die u gezien hebt, op het pad
en niet in het gras?
Op het gras was niets te zien.
Waren zij op denzelfden kant van
het pad als liet moeras-poortje?
Ja. Zij waren op den kant van
dén weg, aan dezelfde zijde als hot
poortje.
U wekt mijn belangstelling in
hoogé mate. Iets anders: wat het ge
sloten?
Gesloten en gegrendeld'.
Hoe hoog was het?
Ongeveer veertien voet
Dus iemand zou er overheen kun
nen klimmen?
Ja.
En wat voor voetstappen hebt u
bij het poortje gezien?
Geen bijzondere.
Goede Hemel, heeft niemand daar
op gelet?
Ja ik zelf.
En niets gevonden?
De voetstappen liepen allen door
elkaar Sir Charles lmd door blijk
baar vijf of tien minuten gestaan.
Iloe wist u dat?
Omdat er tweemaal asch van zijn
sigaar gevallen is.
Goed zoo. Dit is een colloga imar
ons hart, Watson. Maar de voetstap
pen?
Zijn eigen voetstappen kon ik
over het geheele kiezelzand volgen.
Sherlock Holmes streek ongeduldig
zijn hand over zijn knie.
(Wordt vervolgd).