DE ZATERDAGAVOND GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD". Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. ALLERLEI. Haarlemmer Halletjes. No. 80. Zaterdag 15 Maart. 1902. Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. Nieuwe Motor-Tweewieler. Men schrijft ons: vertraging van ontsteking, een bel&ng- Bovenstaande afbeelding stelt voor: j rijke voor het eerst toegepaste vinding, de nieuwe motortweewieler „Altena". j Verder staat de 12 P.K.-motor lood- Dit reeds veelbesproken Haarlemsch recht, zooals in alle modlerne automo- product zou men kunnen noemen eenhielen. nieuw Hollandsch product, daar het' Ook in het oliën der motor is op volgens die sportbladen die eerste in Hollandi gemaakte origineele motor fiets is. Deze machine was geëxposeerd op clen stand van den, ©enigen Haar lemsch en inzender op de Automobiel en Rijwiel-tentoonstelling, van 21 Fe bruari tot 2 Maart te Amsterdam ge houden en trok zeer de aandacht. Hij zag er stabiel genoeg uit, om vertrou wen te wekken. Vele nieuwe vindingen en verbeteringen werden in deze ma chine aangetroffen, o. a. een X-frame, magr»£et-inductor met vervroeging en een gemakkelijke en zekere wijze voor zien. Eindelijk nog de uitlaatventiel- lichter, waamïede men de rrfotor plot seling geheel geluidloos kan maken en tevens kan doen ophouden te wer ken. Voorzeker, bij het passeeren van schrikachtige paarden van groot. nut. i Schwab was een zeer ijverig werk man, dlie hart voor zijn werk had. Dit j ontging ook zijn meerderen niet en I hij maakte spoedig promotie. In zes maanden was hij hoofd van zijn afdee I ling geworden. In dien tijd had hij zich j die vereschillende takken van het staal bewerkersbedrijf eigen gemaakt, wat j hem gelukte, omdat hij. naar eigen woorden, nooit onder zijn werk naar de klok zag. Hij bracht een aanmerke- j lïjke verbetering aan in de fabricatie van spoorstaven, waardoor het moge lijk werd, dat vele Amerikaansche pro ducten konden concurreeren op de Europeesche markten. Toen hij een en twintig jaar was. trouwde hij. ,,Ik geloof in vroege huwelijken," zeide hij. J;lk geloof niet aan de waar de van een wetenschappelijke opvoe ding voor een man van zaken. Zoo ie mand leeft dikwijls in een droomland, brengt zijne avonden in gezelschap door, en tracht werken en pleizier ma ken met elkander te vereenigen. Carnegie merkte dra, wat in den jon gen man stak, en in zeven jaar werd hij hoofd-ingenieur van de Hamstead Het zal de Haarlemsche automobiel- fabrieken* om daarna aan het hoofd en motorrijwielfabriek, die binnenkort [e staan Onder zijn bestuur werd zij I de grootste ijzerfabriek der wereld, en zal verrijzen, zctar met aan werk ont- het gdukl6 hem de levering te krjiKen breken, daar ook Engeland een groote van pantserplaten voor de Vereenigde 1 afnemer belooft te worden. j staten en de meeste Europeesche mo-1 gendheden. In 1892, toen bij 30 jaar oud was. werd hij hoofd zoowel van de Ham- De heetr Schwab werkt gemiddeld stead als van die Edgar Thompson- T7"xo-u.T77-eli33se Sm.ed.erx. Een enorm inkomen. De aankomst van den Amerikaan Charles M. Schwab in Europa heeft meer de aandacht getrokken dan de bezoeken van vele koningen. En dit is geen wonder, wanneer men bedenkt dat de beer Schwab meer werkelijke macht in de wereld op dit oogenbl'ik vertegenwoordigt dan twee Of drie van de grootste monarchen. Helt is de Amerikaansche staalko- ning. hij geniet een inkomen, waarbij de civiele lijsten van koningen van kleiner staten onbeteekenend schijnen en hij heeft een onbeperkte macht over een leger van 400,000 volwassen man nen. Twintig jaar geleden was hij zelf een eenvoudig werkman, gewend aan den harden arbeid van op it aambeeld te slaan, met een wekelijksch inko men van fl. 14. Tegenwoordig woont hij Ite New-York in de 5e Avenue de straat der millionairs of op zijn zes uur daags op zijn kantoor en fabrieken. Vier jaren later staat hij I verdient dan iedere minuut van die aan het hoofd van de zaak Carnegie, 1 zes uur ongeveer f6. Hij reist in Ame-1 met een salaris van fL 120,000 in het rfka in een prachtig salonrijtuig, dat1 jaar en een aandeel in de winst. /12S,000 heeft gekost. j En toen door toedoen van Pierpont Maar wie is nu eigenlijk de heer Morgan de groote ineeensmelting tot Schwab en hoe heeft hij het zoover I stand kwam van alle Amer. staalfabrie gebracht. Hij is een Amerikaan van j ken tot 'n reusachtige combinatie met geboorte uit een oude Du'itsche fami- een kapitaal van fl. 2,400,000,000 werd lie en de zoon van een wolwever uit de heer Schwab aan het hoofd hiervan Pensylvanië. Hij werd in 1862 geboren en bracht zijn jeugd gedeeltelijk een onder dorp op de kruin der All- ghanies door. Zijn eerste betrekking was hier voer man van den postwagen. Hij diende ook als knecht op naburige boerderijen In de buurt bevond zich een groot Franciscanerlclooster, en Schwab werd groote vrienden met de broeders. Hij studeerde op hun college, en ging daar na de wereld in om zijn fortuin te winnen. Hij ging naar Braddock, waar de fabrieken van Carnegie waren, en be kwam hier eene plaats achter de toon bank in een kruidenierswinkel. Hier buitengoed, en zijn salaris dat is»de kwam hij in kennis met kaptein Jones, belooning voor de betrekking die bij een van de schranderste der oude Ame bekleedt zonder eigen inkomsten, be- rik a an sche Staalfabrikanten, en door draagt fl. 624,000 per jaar, dat is diens toedoen ging bij in bet staalvak fl. 12,000 in de week. en sloeg op het aambeeld. gesteld, en sedert geniet hij het enor me salaris van meer dan een half mil- lioen gulden. Ziedaar de geschiedenis van een der Amerikaansche millionairs. Het is het toppunt waarop mensclielijke eerzucht een waren Yankee kan brengen. Zijne dollars genieten dan ook een bij zonde ren eerbied aan gene zijde van den Oceaan. Wij bewonderen in dezen man liever zijn werkkracht, zijn doorzet tingsvermogen en zijn krachtige per soonlijkheid. OOK EEN KUNSTENARES. SchilderTeekent u ook. juffrouw? Jongedame: Ja. SchilderBloemen misschien, of landschappen? De vlammende smidse heeft altijd een merkwaardig aantrekkelijkheid uitgeoefend, een macht, die den dich- j ter, den schilder en den componist j evenzeer heeft aangetrokken als de j kinderen, die uit school komen, en voor de open deur der smederij staan te kijken. Een nieuwe aantrekkelijk heid zal de plattelandssmidse ■ieku- men, als het voorbeeld, dat in een smederij van een dorp bij Leeds wordt gegeven, algemeen wordt nagevolgd. In deze smederij ziet men iedere.* morgen 4 dochters van den smid !>e- zig met he drijven van het handwerk haars vaders. De knappe smidjes zij i dan het grootste gedeelte van de a werkdag bezig met het maken van gasshaken. Over het algemeen geno men is haar arbeid niet van bijzon der zwaren aard. Het zwaarste ve»£ wordt verricht door een machine, die met den voet wordt bewogen en de laatste hand wordt door de meisje*. aan de haken gelegd met een lichten hamer. De meisjes werken per stuk. De smid heeft acht dochters, die hij allen in zijn vak heeft ongeleid, maar alleen de vier, die op de plaat zijn af gebeeld, werken nog in zijn smidse; de andere vier zijn gehuwd met sme den uit naburige dorpen en helpen daar, zoo noodig, haar echtgenootee bij den arbeid. Jongedame Neen, alleen mijn nieu we zakdoeken. Een goede les. De bekende Fransche blijspeldich te)* Labiche was voor zijne bedienden een zeer nauwgezet en veeleischend meester; hij had het liefst, dat men zijne bevelen op een wenk van hem uiitvoerde. Daarom onderhield hij '■iederen knecht, dien hij in dienst nam steeds als volgt: Deuk er om, dat ik met een en kel woord begrepen wil worden. Zeg ik bijv. „baard", dan wil ik daarmede te kennen geven, dat gij mij mijn scheermes, warm water -en) wat er verder voor het schceren noodig' is, moet brengen. Hebt ge mij begrepen? Zeker, mijnheer Labiche, ant woordde eens een knecht, die pas bij hein in dienst getreden was. Op zekeren morgen treedt deze met de dagbladen en brieven in de hand; de kamer van zijn meester binnen en brengt hem tevens zijne chocolade. Nee, ik wil vandaag geen choco lade; ik voel mij ziek, ga naar den apotheker, die weet wel wat ik noo dig heb. De knecht gaat heen, maar de tijd verloopt en hij komt niet terug, maar verschijnt eerst tegen vijf uur in den middag weder in die woning. Eindelijk! roept Labiche woedend uit. Waar kom je vandaan? O, met welnemen, mijnheer Labiche, zegt ae knecht met waardig heid, ik heb mijn tijd niet verbeuzeld en ik heb, zooals u mij steeds bevolen hebt, u met een half woord begrepen. Daarom ben ik naar den apotheker gegaan, heb den dokter kennis gege ven, ben vervolgens naar de begrafe nis-onderneming geweest en heb voor Een Zaterdagavondpraatje De heer Schram is deze week in den Gemeenteraad weer eens boos ge worden. Daarvoor is in den regel niet heel veel noodig..De heer Schram kan zich soms maar moeilijk indenken in het geval, dat niet al die leden van den Gemeenteraad meenen, dat de heer Schram het altijd bij 't rechte eind heeft. Re moet ook zeggen, dat dit geen plezierige zaak is. Als je nu overtuigd bent, in je ziel overtuigd, dat je gelijk hebt en er is maai- een onder de tientallen collega's, die dat ook vindt en de anderen vinden van niet en zelfs Burgemeester en Wet houders vinden ook van niet, wat doe je dan? Ja, wat doe je dan! Je wordt boos, natuurlijk! Zoo werd dan ook de heer Schram boos. De Raad, ongevoelig college als bij is, trok zich daar niets van aan. 't Was over de electrische tram, dat het aankwam. De directie vroeg om het dubbel spoor in de Emmastraat te mogen verlengen en de heer Schram begon toen over de Zondagsrust van het personeel. De voorzitter zei, dat die twee punten niets met elkaar te maken hadden. Dat was toch ook niet aardig van den voorzitter. Wat was er tegen, om wanneer de rails aan de orde waren, den heer Schram een boom te laten opzetten over de Zondagsrust van het personeel? Of bestaat er geen recht- streeksch verband tusschen de rails van een electrisclie tram en het per soneel? Zou het eene er kunnen we zen als het andere niet bestond? Im mers neen. Welnu, daar lag het ver band1 tusschen de railsverlenging en den Zondagsarbeidverkorting. Ik be grijp den lieer Schram heel goed. De vraag van wat aan de orde en niet aan die orde is, geeft in den Raad nogal eiens vaker aanleiding tot ver schil van meening. In een andere ge meente (ik weet heusch niet meer wel ke) was de Raad ook eens aan 't ver gadderen, toen een van de Raadsleden zei: „Ik kan mij den toorn van het „Dagelijksch Bestuur in 't geheel niet „begrijpen", waarop een ander het woord vroeg en zei: „Mijnheer de „voorzitter, ik wou ook juist iets zeg- „gen over den toren, ik geloof name lijk, dat dte haan op vallen staat en „ongelukken veroorzaken kan". De vooritter riep hem tot de orde omdat dit onderwerp niet behandeld werd, tot groote verontwaardiging van den vrager. Zoo kan ik mij nu ook begrijpen dat de heer Schram boos was over de de afwijzing van zijn Zon- dagsrustelijke opmerking. We zien maar weer: het pad' des Raadsleden gaat niet altijd op rozen. Maar dat d)es courantenschrijvers ook niet. Of heeft niet onlangs de administratie van de E. N. E. T. mij een mal figuur laten maken? Ik telefo neer daarheen, waarom de vangnetten niet meer aan de tramwagens beves tigd' zijn. Het antwoord is: over eén uur zal ik u antwoord geven. Het uur duurde wel een beetje lang. 't Was den volgenden dag nog niet om en den daarop volgenden dag ook niet. Ik natuurlijk weer naar de telepkoon: waar heb je zoo'n ding voor, als het niet is om de menschen met vragen te vervelen? En nu was de admini stratie er achter: de vangnetten wa ren in de reparatie. Nu ben ik een goedig mensch, dlie graag mijn naaste gelooven wil. Ik schrijf dus, dat de vangnetten in die reparatie zijn. Maar o wee mij, daar hoor ik van de hoogste autoriteit op E.-N.-E.-T.-gebied, dat liet toch niet juist was. De vangnetten komen niet meer aan de wagens, de straten zijn! zóó hobbelig en ongelijk, dat ze niet meer te gebruiken zijn. Gelukkig, dat ik aan mijzelven dei orde van werkzaamheden voorschrijf, anders zou ik zeker, evenals de heer Schram, moeten hooren, dat ik het had over de verlenging van de rails waar mee de vangnetten niets te maken heb ben. En de breedte van den Koningin neweg ook niet en toch is dat een on derwerp ,dat de Raad wel eens behan delen mocht, al was het alleen maar om zich goed te doordringen van het feit, dat hij daarmee een dwaas diing heeft gedaan. Hoe meer er gebouwd wordt (en er zijn nog maar weinig plekjes leeg) des te meer blijkt het, dat d)e Koninginneweg met zijn dubbel tramspoor en zijn smalle trottoirtjes die door boomen en lantarenpalen nog meer versmald worden, veel te bene pen is aangelegd! Op verschillende plaatsen kan geen melkwagen onge hinderd staan, bij hoeken en bochten hou je je hart soms vast voor fietsen en kinderwagens, om van de onnoo zele voetgangers niet te spreken. Was de straat maar twee meter breeder ge weest, dan zou het or een mooi park geworden zijn, in plaats van een smalle weg, waaraan veel mooie hui zen liggen, die niet tot hun recht ko men. De aandachtige lezer begrijpt al. licht, dat ik op de tram gestaan heb. Bij die gelegenheid hoorde ik nog een aardigen trek van den kleinen Krom hout, die in den Kloppersingel verdron ken is. „Hij ging vaak 's morgens mee", vertelde de conducteur, „en we hadden altijd schik in hem. Op een goeien dag staat hij weer op het ach- terbalcon en krijgt een troepje vech tende jongens in de gaten. Twee jon gens vochten tegen één ander. Floep, springt hij van dén wagen af en gaat dadelijk, of het zoo vanzelf sprak, den eenen helpen tegen de twee anderen". Een eenvoudig geval, maar dat een karakter teekent. In de laatste Raadsvergadering bracht Dr. Van Linden Tol deze treu rige historie van het ongeluk in den Kloppersingel weer ter sprake. Hij wou, dat de gemeente in de singels een bootje zal leggen en B. en W. hebben beloofd, de zaak te zullen overwegen. Aan die goedé bedoeling mag zeker lof worden toegebracht, maar ik vrees, j dat de uitvoering op bezwaren stuiten zal. Vooreerst omdat wanneer er ijs is ,een dergelijk bootje veelal gelen diensten zal kunnen bewijzen'. En juist bij ijs bestaat d'e grootste kans1 voor ongelukken. Bovendien zal één i bootje in die uitgestrekte singels niet helpen, en zullen er meer moeten we zen. Moeten die den geheelen dag door gemeente-beambten worden heen- en weergeroeid? Dat is natuurlijk on doenlijk. Moeten ze aan de wal vast- gemeerd liggen? Dan zullen zij, vrees ik, een speelplaats worden voor de jeugd en als remedie allicht nog erger blijken te wezen, dan de kwaal. Om kort te gaan ,ik zie de uitvoerbaarheid nog niet goed in, al mag dan ook het denkbeeld zelf worden geprezen. Deze vraag kwam aan 't slot van de vergadering. Ze was lang geweest en verwarernd, de vergadering wel te ver staan. En d'at zal dan ook wel de re-I den geweest zijn, waarom de heer Roog ten slotte in zijn woordenkeus be klemd raakte en er over sprak om gas en water teneen, u raadt het in geen zessen: te laten loopen, te ver-I koopen, teheusch, het is niet te radlen welnu dan, de heer Roog' sprak er van om gas en water te sche-1 ren! En dat nog wel over denzelfden kam. Je zou zoo zeggen: hoe lapt ie T 'm? Dat een architect er een moder ne bouwstijl op nahoudt, is zijn recht en tot op zekere hoogte zijn plicht. Maar voor een moderne spreekstijl is zijn vergelijking toch heel forsch. Aan de hand van de gewone taalgebruiken (ook niet leelijk een taalgebruik met handen!) zou ik zeggen, dat zoo'n stout beeld als geschoren gas en water er niet goed mee door kan. Of wou de heer Roog er langs een omweg mee zeggen, d'at de ingezetenen dóór gas en water zullen worden geschoren?" Als dat gebeuren mocht vind ik het heel gepast, dat ik dezen zomer met verschillends van mijn kennissen in den lichten rouw zal wezen. U vraagt deelnemend waarom en ik ben u dank baar voor de belangstelling, maar kan er gelukkig dadelijk aan toevoegen, dat er geenerlei reden tot droefenis voor is. Mijn bekenden en ik gaan in den lichten rouw, omdat de Engel- schen zoo op hun haar krijgen in Zuid- Afrika. Dit is inderdaad niet zoo verbazing wekkend als het oppervlakkig beke ken wel schijnt. De zaak is namelijk deze. De tailleur van wien ik mijn kleeren krijg, heeft Engeische stoffen omdat die, naar hij zegt, beter zijn, so. lieder ,meer kleurhoudend en chiquer, dan Duitsche en Fransche lakens en cheviots. Ik kan dat niét beoordeelen en derhalve geloof ik hem op zijn woord. Nu is in de monstercollectie een overheerschende neiging voor een combinatie van wit en zwart merk baar en het is heel best aan te nemen, dat die Engeische fabrikanten tot die stemmige kleuren zijn gekomen door de sombere stemming, die in Engeland over den Zuid-Afrikaanschen oorlog bestaat. Een gedeelte van het Neder- landsche volk zal dus dezen zomer rouwen tegen wil en dank. Maar ik wil niet met een sombere tirade eindigen en er liever op wijzen, dat er deze weck nog wel meer stoute beelden dan het bovenstaande, in den Raad zijn gebruikt. „Mijnheer de Voorzitter," zei een van de ledien, „dit nieuwe lichtpunt maakt de zaak nog duisterder." FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5