Derde Blad,
beh oo rende bij
„Haarlem's Dagblad"
van
Maandag SI Maart 190'2
No. 5746
Stadsnieuw s.
In dö Woensdag 19 Maart ge-
Uoudun algeineeue ledenvergadering van
de onderlinge verzekering tegen invali
diteit en ongelukken der Vcreeniging van
ludusnieeien, enz., te dezer stede, bleek,
dat Het ledental bedroeg 87, het aantal
afgesloten polissen beliep 142 en het aan
tal ongevallen 92, die een gezamenlij
ke iittkeerlng vorderden van f 3888.93.
Op de aandeelen zal worden uitge
keerd, behalve 3 pet. rente f 0.82'.
\au de deelnemers zal ten goede ko
men eene restitutie van 11.1 der door
hen gestorte bedragen.
tiet reservefonds bedraagt thans
j 17032.01. De heer H. '1'. Peltenburg werd
als bestuurslid herkozen.
Tot commissieleden voor het nazien
der rekening voor het dienstjaar 1902
werden benoemd de lieeren R. Vet-h, N.
II. Braukenburg en K. P. Rijnierse.
Besloten werd de absentiegelden, ten
bedrage van f 17.75.-te bestemmen ten
voordeele van de Broren in Zuid-Afrika.
Uit de Arbeiderswereid
BINNENLAND.
lli.j den heer C. M. Schitter, voorz.
van dten Duitech. Christ. Text. Arbei
dersbon dt, is voor de bij de staking eai
uitsluiting betrokken loden van Uuitas
tot heden een bed!rag van 2045,55 Mark
ingekomen; terwijl door tusschen-
komst van den heer L. Duprez te Gent
voor deeelfde personen 1000 francs is
overgemaakt.
ltechtszaken.
Laksheid ran een schoolhoofd.
Voor den kantonrechter in den,
Haag was gedagvaard (doch niet vcx-
scheuen) het hoofd oenier bijzondere
school daar- tor stede die, ondanks
aanmaning door den arrondissements-
sclioolopziener, nalatig was gebleven
aan die schoolautoriteit in te zendlen
een dier documenten bedoeld bij de
leerplichtwet.
Do schoolopziener, als getuige ge
hoord!, deekie o. a. mede dat hij op
dit ougenblik weer proces-vesrbaal zou
kunnen opmaken togen het school
hoofd wegens nalatigheid', welke de
schoolopziener noem die „laksheid:
nauw verwant aan onwil''.
Het O. M., ar op wijzende dat bekl.,
bij zijn verhoor door de politie, te ken
nen had gegeven voortaan zijm ver
plichtingen nauwgezet te zullen na
komen, betreurdie het levend'ig dat de
verklaring van d>en schoolopziener
omtrent een nieuwe bekeuring den be
klaagde eigenlijk meer dieed! kennen
als een school jongentje, diat. beterschap
belooft, doch zijn belofte niet nakomt,
dan als een schoolhoofd, weshalve het
f 15 boete vorderde.
Wie was er kwaad 2
'Wegens verregaande dierenmishan
deling stond) Donderdag voor die recht
bank te Heerenveen terecht de 23-ja-
rige karrijder A. v. d. Z., te Akkrum.
Op den apenbaren weg, onder het
dorp Haskerdijkon. ranselde hij zijn
karhond met een dikken stok, zonder
ophouden gedurende anderhalf uur.
Eerst jankte het arme heest, hij het
voelen dar knuppelslagen; later kon
het geen uiting meer geven aan zijn
leed. Het was meer dood dan levend;
toch hielden de slagen aan
De eenige verontschuldiging, <ho be
klaagde aanvoerde, was.. ..«lat het
zoo'n kwade hond was".
Het O. M. requireeriïe tegen den die
renbeul 1 maand gevangenisstraf.
Leger en Vloot.
Met hei oog op kadervorming uit de
militie en lot vermeerdering der pre
sente sterkte aan personeel bij alle
oefeningen, bestaat hot voornemen,
ook hij <!ie regimenten huzaren voort
aan elke lichting der militie de 2 eer
ste jaren onder d'e wapenen te hou
den. De beide halve lichtingen van
1901 zouden dan onderscheidenlijk
medio Maart 1903 en medio September
1903 in bet genot van groot verlof wor
den gesteld.
Letteren en Kunst.
Tolstoï.
Tolstoi's toestand is, volgens een
telegram uit Petersburg aan liet „Berl.
Tageb'l." veel beter, zoodat er alle hoop
zou zijn op spoedig herstel. Daaren
tegen verneemt die „Fivuikf. Ztg.", dat
dr. Bertheusom, de lijfarts van den
Czaar, zou hebben verklaard dlat de
schrijver nog hoogstens veertien da
gen zou kunnen leven.
Naar men Verneemt, zal de heer
Orelio dezen zomer eon serie concer
ten in Londen geven.
Sporten Wedstrijden.
Ned. Gymii.-Yerbond.
De gewestelijke Voorturnersles van
"net gewest Noord-Holland zal Zondag
23 Maart a a gehouden worden des
morgens om 10 uur preciee, in de nieu
we Sociëteit te Wormerveer.
Gemengd Nieuws,
Kwaad wijf.
Eenu herbergier in die Krau-snick-
strassa te Berlijn kwam in den nacht
van Zondag op Maandag tot een aan
gename ontdekking. Zijn hond wekte
hem uit den slaap en, toen hij lang
zamerhand tot bewustzijn kwam,
rook hij een sterke gaslucht. Hij vond
de gaskranen openstaan, eti zijn
vrouw was er met alia dingen van
waarde en zijn geld van doorgegaan.
Dezer dagen heeft men d'e kwaadwil
lige echtgenoote met harem handlan
ger in liechtenis genomen.
Een gezin vergiftigd.
Na het gebruik van het middagmaal
werd te Bléré, in Frankrijk, een ge
zin, bestaande uit die wouw des hui
zes, haar zoon, do 85-jarige grootmoe
der en de knecht plotseling hevig ziek
De man was afwezig. Bij onderzoek
bleek, dat bij de toebereiding der spij
zen in plaats van suiker ratten kruid
was gebruikt. (Doordat (spoedig ge
neeskundige hulp werd ingeroepen,
bestaat hoop op het behoud zie
ken.
I)e Proclamatie of de papieren
Dom.
Onderstaand gedicht ia oen ant
woord op Kitchener's proclamatie van
7 Augustus 1901, krachtens dewelke de
burgers die zicli voor dien 15en Sep
tember tl. a. v. niet oncleworpeo had
den, vooir goed uit Zuid-Afrfka ver
bannen zouden wordVm. Het gedicht
is van de hand van een gezaghebbend
man onder de burgers, en geschreven
te volde. Een antwoord dus van de
burgers tegen wie de proclamatie ge
richt was.
Ik I.ordl Kitchner van Karthoauu!
(Om andere namen niet te noem)
Krachtens machtiging mij gegeven
Door mijn Koning EtDward Zeven,
Maak bekend en proclameer,
Dis mi voor de laatste keer:
Aangezien mijn kwart millioen
Khakies jul nog niets kan doenn
En mijn vliegende kolommen
Niets meer baat dan lyddite bommen;
Aangezien dat ai die brand®
Mij alleenlijk strekt to tschande
En dloor vrouweos weg te sleep
Ik met hul zit opgescheep;
Aangezien jul land al meer
Dan eon jaar 's geanneseer,
Maar mijn macht niet verder strek
Dan wat grof geschut kan dek;
Aangezien die Kaaps rebelle
Mij nou erg begin te kwelle,
Schepers, Kritzinger en Fouché
French nog altijd moeite geê;
Aangezien ons oorlog mag
Kost een kwart miltioen per dag
En als 't langer zoo moet gaan
Raak ons geld! ook straks gedaan;
Aangezien dooi- rond te trek
Bijna al mijn perde vrek
En met ai men slim oörteg
Lijk die ding voor ons maar slog;
Aangezien 'k goen ander raad
Ziet, dan net om groot te praat,
Schiet 'k hier die papieren bom
Om te zien wat daarvan kom!
En ik proclameer bij dezen
Als jul nie verban wil wezen
I>eg dan al jul wapens eer
Die vijftien die September neer.
Generaal en Officier
Wat niet hoor. verklaar ik hier,
Zal dit zeker nog betreur
Want zijn goed wordt ook verbeur.
Komt dan burgers al te zaam,
Dit smeek ik je in vredesnaam,
I.aat mij nou maar voor dlie grap
Neit maar op julLe nelcke trap.
Laat mij julle maar net oórwin
Dan krijg Chamberlain zijn zin
En misschien stuur hij zen schoen
Dat jul toch daajran kan zoen.
Dan's d'ie duizendjarig rijk,
Dan is Boer en Brit gelijk,
Dan's diie Britsche leeuw weer lam
En slik dlie Afriikaansohe lam.
Onder mijne hand gegeve,
Lang mag Koning Edward leve.
Geteekend Kitchener, maand en dag,
Te zendien met 'n witte vlag!
N. R. Ct.
Lugubere vondst.
In 'ii bosch nabij Troves, in Frank
rijk. is het lijk gevonden van een 60-
jarigcu man, die sedert 8 maanden
vermist werd. Het hoofd was van liet
lichaam gescheiden en op eenigen af
stand weggerold. Het staat niet vast,
dat hirr een misdaad in het spel rs.
Iu eeu sueeuwstorm.
Ei zijn nu bijzonderheden bekend
geworden over d!e ramp die eenigen
tijd geleden een Japansclie militaire
af dealing, in een sneeuwstorm ver
dwaald bij een ocfenangstocht in het
noorden van het rijk, getroffen heelt.
De berichten zijn afkomstig van kapi-
teiu Koeraisji, den eenigen officier,
die aan tien tocht deelnam en er het
leven afbracht.
Van Awomori uit, dat aan de noord
punt van het eiland Nippon ligt, was
di n 23en Januari oen afdieeling van
210 man op weg gegaan om roarsch-
oefeningen t» houden in de sneeuw.
Er waren, 9 officieren, eeu officier van
gezondheid en 6 onderofficieren bij.
Reeds toen men het ontbijt gebruikte
alvorens op weg te gaan, was bet zoo
koudt, diat de soldaten ter nauwernood
de handen konden gebruiken om to
eten. *a Avoudts werd het bivak opge
slagen in het woud. Elke compagnie
maakte muren van sneeuw om legen
den wind' beschut te zijn, maar men
kon deze sn eeuwhutten niet bedekken.
Do mannen schaarden zich om de vu
ren heen, aan slapen was geen den
ken, zelfs niet aan liet bereiden van
warm eten. Toen mi (Mé n in den nacht
een sneeuwstorm opstak, gaf de com-
mandleerende majoor het bevel tot den
terugtocht naar het 14 KM. verwij
derd» Awomori; wel is waar was het
doet van den tocht, Tasjiro, slechts 4
KM. van het bivak af. maar men kon
de tusschenliggende rivier niet over
steken. Weldra kouden tkaalf man
nen den marsch in den sneeuwstorm
niet langer volhouden, zij werden door
hiwx kamaraden meegesleept, maar
moesten, ten slotte in den steek gelaten
worden. Zoo was men den volgenden
ochtend al 24 man verloren. De afdee-
ling raakte nu in het woud den weg
kwijt. Officieren en soldaten verloren
het gebruik hunner handen, ook be
vroor bij verscheiden het gelaat, en
men kwam slee 1 Hts zeer langzaam voor
uit: toen 's avonds gebivakkeerd" moest
worden, was men vermoedelijk geen
3000 meter van,, het vorige bivak ver
wijd)erd. Men moest voortdurend in
beweging blijven om n,ie>t te bevriezen;
d? zwaksten werden in het midden
genomen en döor hun kameraden heen
en weer gjeschud- Majoor Okitsoe
stierf, en in dien niacht verloor men
nog 39 man ;den volgenden dag vielen
30 man bewusteloos neer toen men
weer op marsch grng. Zij leefden nog,
maar konden zich niet meer bewegen
en niet meer spreken. Majoor Jama-
goesji weid1 bewusteloos. Mien ver
brandde die ransels van de manschap
pen om zich te warmen, maar niets
hielp. Eerst toen die storm bedlaarde
werden patrouilles uitgezonden; Jama-
goesji kwam bij en nam het comman
do weer op zich, hetgeen den moed'
van die overLsvendlen wat opbeurdie.
Koeraisji bereikte eindelijk die rivier
waaraan Awamori ligt; men moest
echter nog een nacht in de open lucht
doorbrengen en kwam ook den volgen
den dag den 28en slechts weinig voor
uil. zoodat de kapitein en een luitenant
gingen liggen om den dood af te wach
ten. Majoor Jamagoesji bevondi zich
toen nog in den omtrek. Den 30en
slaagde Koeraisji «r in, eon heuvel te
beklimmen en daar werd hij door een
uitgezonden patrouille gezien en gered.
De andere patrouilles redden nog 17
soldaten ;ul!e anderen moeten omge
komen zijn. men vond 108 lijken.
Voor de nagelaten betrekkingen der
slachtoffers worden ill heel Japan in
zamelingen gehouden.
Yan een jongen rebel.
In het laatste nummer van cte New
Age komt ook een gedicht voor op de
terechtstelling van een jongen rebel.
Het is een uitwerking van dit verhaal
„Toen de Boeren op da hoeve kwa
men, waar ik onderwijzeres was," ver
telde een jong meisje aan den schrij
ver (of de schrijfster), ..dronken zij
daar koffie en hieven er dpn avond
doorbrengen. Onder heu merkte ik eon
jongen vriend op. nog een knaap, den
zoon van een boer in de buurt. Ik nam
hem ter zij on zei de hem„Weet je
wol wat je doet? Weet~je niet. dat je
een rebel !>e«4. ah» je met die mannen
medegaat, en misschien ei* voor han
gen moet." „Ja, dat weet ik," ant
woordde hij heel eenvoudig, „maar ik
kan er niets aan doen. God, zegt me
aldoor, dat ik het doen moet," Daarop
vertelde hij mij, hoe... (de beroemde
aanvoerder van het commando) hem
den vorigen avond, voor hij zich bij
hem aansloot, ter zij had genomen, en
samen met hemv ernstig tot God geile
den had, vragende of Hij den knaap
in het hart wild» geven wat zijn plicht
was te doen. „Want," zeide hij. „ik
wil geen recruten uit de Kolonie bij
mijn commando hebben, dJie niet in
het diepste van hun zied overtuigd zijn
dat zij doen wat recht is."
Geen gedicht kan treffender zijn dan
dit verhaal. Eu dit zijn dan de man
nen, die de.beroemde Boerenaanvoer
der wie was het? Lotter, Scheepers
of Kritzinger? alleen bij zijn com
mando wilde hebben schavuiten en
bandieten, zooals meer dan één En-
gelsch minister ze genoemd heeft.
Poklijders.
Maandagnacht 17 dezer waren 1568
poklijders te Londen in behandeling.
Woeste tooneelen hebben in bet
Sclwtsche dorp Duntrune plaats ge
had. waar een poklijder en 15 pereo
nen, die met hem in aanraking waren
gekomen, afgezonderd moesten wor
den. De politie was twee uren in de
weer voordat zij den patient kon laten
vervoeren, en van de ter observatie
opgesloten personen ontsnapten er
negen kort na de aankomst. Zij zijn
nog niet weer opgespoord, en het huis
waar de overigen hun gedwongen ver
blijf houden, moet door de politie be
waakt worden.
Te Nelson in Lancashire heerschen
de pokken hevig. Op één dag werden
tien nieuwe lijders opgenomen. Alle
scholen in de stad en den omtrek zijn
gesloten.
Electriseh licht by sponseu-
visschen
De Elektrotechnische Rundschau
vermeldt oen nieuw© toepassing van
•het electriseh licht bij de sponseu-
viascherij. Tot nog toe was de in het
water hoerschewie duisternis een
groot beletsol bij hot uitoefenen van
dit op zichzelf reeds moeielijke e-
drijf.
De duikers aan de kusten van Flo
rida zijn nu op het denkbeeld geko
men electriseh licht bij hun bodrijf
toe te passen. Zij gebruiken zeer
sterk licht gevende booglampen, li*
hen ui staat stellen de sooi
spons uit de diepste lageu te verzi.
Ion. Tengevolge hiervan brengt rte
vangst «u het dubbele op van vroe
ger en is de duiker Ln .staat atcd*
eene keus te doen uit de beste ooort -n
en slechts die te verzamelen, wolk»
do grootst waarde hebben.
Een herige brand
heeft te Nancy eeai zuurkooJfabriek i»a
een opslagplaats van hout geheel ver
nield. De schade- wordt ivegroot up
300.000 fiance. Een vrouw van 80 juai
de moeder van den piwtier, heek
brandwonden bekomen, en is naar
het ziekenhuis gebracht.
Te Roman in Roemenie is een sui
kerfabriek voor bet gj-ootste deel d*or
brand vernield: l)e schade wordt op
twee en een half infllloen francs ge
raamd.
Ongeluk met een daikerklok.
Bij liet werk in een duikerklok f*
Toulon maakte één der werklieden on
voorzichtig de stop onderaan de ver
bindingsbuis los, waardoor de saam-
geperste lucht ZOO hevig tegen ilea
man aanspoot, dat hij als 'n vormlooze
massa dood neerzakte. Da overige
werklieden in de klok wisten te ont
komen.
Faillissementen.
Uitgesproken:
Rotterdam, 19 Maart. A. J. Solleveld.
boekdrukker, alhier. Rechter-comiuis-
saris Mr. G, W. baron van der Fe I tr
ims terdam, 17 Maart. L. I. Rodrigu-s,
koopman in diamanten, aldaar. Rechter
commissaris: mr. R. L. Scholten.
Geëindigd:
Breda, 18 Maart. P. II. Verst ey no.
aannemer te Oisterwijk. Rechter-conv
missaris Mr. A. P. L Nelissen,
Geëindigd
K. Doesens. gegageerd militair Ned.
O.-I. leger te Harderwijk.
F J Klein Egelink te Amsterdam.
J M Broese, rnanufacturier te Velsen.
H A M Maas, banketbakker te Am
sterdam.
J Hille, rnanufacturier te Purmerend
D. van Hemsbergen. schilder aldahr.
J. Vader te Amsterdam.
F. II. Noorman, aannemer te Zwolle.
A. E. Vcenhoven te Zeist.
B .Verhoog, vleeschhouwer, te "8-Ur«-
Ivenhago; G. de Jonge, rnanufacturier, te
IJ/.endijke; G. van den Berg; rnanufac
turier, aldaar; J. M. van de Winckel, Win
kelier, te Neerritter.
Geëindigd zijn de faillissementen
van II J de Raat, winkelier, en J.
Schrauwen, koopman en winkelier,
heiden alhier.
Familieberichten.
Gehuwd IS Maart L. Roos met A.
Goidschiriidt, Amsterdam.
Overleden M. van DamKlisser,
65 jaar; 14 Maart J. Ch. von der Finck.
74 j.. Amsterdam: 15 Maart Wed. J G
MouthaanMosselmans. Drieborgen;
G. C. Laurman, jd„ 89 j. Zunderdorp;
F L van Duinen, 78 j. Amsterdam; W.
Idema, 56 j.. Leeuwarden; J. F. Scher-
penhuijseu, 51 j. Scheveningen; M. v.
Beek, 76 j.. Amersfoort; 16 Maart C.
Oud, 78 j„ Westwoud; D. van der Eist
Kunst, 71 jaar. Amsterdam; J. Hin
ners Reek, 74 j.Amsterdam: Wed.
M. de Bosson-Tijl, 65 j Zwolle; 17
Maart W. Dingemans. jdi, 69 j„ Den
Haasr: J M W G CoblijnGlaser. 50
j. Leiden.
Een Erfgenaam van
Fontenoy.
Het was de dag vóór den slag bij
Eylau.
In een nederige woning van het ge
hucht Rothenen zaten twee personen
bij den haard en waren in een ern
stig gesprek gewikkeld over de ge
beurtenissen van den dag. De eene
was een grijsaard van hooge gestalte
cn fier uiterlijk; de andere een slank
jonkman in een lange jas, die geknipt
was naar de mode -der Duitsche stu
denten.
De eerste was graaf d'Auteroche,
ex-commandant van het Fransche le
ger, dezelfde die te Fontenoy den En-
gclschen grenadiers het heldhaftige
„schiet het eerst" had toegeroepen;
de tweede was zijn neef, graaf Olivier
die pas van de universiteit was geko
men.
Graaf d Auterocbe behoorde tot
den hoogsten adel van het koninkrijk
„in den tijd, toen er nog adel was
volgens zijn minachtende opmerking
en hij mocht in de koetsen des ko-
nings rijden, „ten tijde toen er een
koning was." Getrouw aan de grond
beginselen z ner jeugdi keurde hij de
revolutie sterk af en veinsde zelfs Na
poleon niet te kennen.
Hij had zijn neef opgevoed in de
overleveringen van den adeltrots, hij
had hem geleerd het verledene te be
wonderen, het tegenwoordige te ver
achten en te hopen in de herscheppen
de toekomst, die den koning op zijn
troon, den adel rondom hem en het
volk aan zijn voeten zou plaatsen.
Olivietr .hoorde zijn lessen eerbiedig
aan. Hij gevoelde voor ?ijn oom een
dankbare, kinderlijke genegenheid en
voor niets ter wereld zou hij hem het
minste verdriet hebben willen aan
doen. Echter, als men twintig jaar
oud is, ia het wel geoorloofd van roem
to droomen, vooral als men de neef
•s van een held en de graaf had; gTaag
oen zijner armen willen geven, om
liet recht te hebben, met de- onderen
fte vechten.
Maar op dit punt was de oude edel
man onhandelbaar.
Een d'Auteroche kan evenmin
voor den overweldiger, als voor den
vreemdeling vechten, zei hij dikwijls.
Doe evenals ik, neef, wacht... Wach
tendat was voor hem wel gemak-
Kelijk! zijn loopbaan liep ten einde!
En Olivier brandde van verlangen om
de zijne aan te vangenHij las in
stilte de bulletins en de proclamaties!
Hij aanbad den grooten Napoleon...
O! kon hij dien afgod der slagvelden
eens zien! Kon hij het beroemde: „sol
daten, ik ben tevreden" eens van zijn
lippen hooren!
Helaas- hij mocht er niet aan den
ken! En de jonge man, die den dub
belen naam droeg van een paladijn
van Karei den Groote en van een Fon
tenoy, moest stilzitten, terwijl ande
ren de lauweren beJiaalden waarnaar
hij smachtte en den roem voor hun
heldenmoed inoogstten.
Het was oen verschrikkelijk weer
buiten; de sneeuw zweepte de mu
ren, drong tüsschen de blinden door,
hoopte zich tegen <le vensters op en
dekte de aarde met haar bruidskleed.
De Franschen zijn uit hun win
terkwartieren opgebroken, zei d'Au
teroche, die over een kaart gebogen
stond, welke zijn neef met do oogen
verslondzij hebben de Russische
voorhoede bij Pappenheim moeten
treffen
O, de keizer zal hen makkelijk
verslagen hebben.
De Keizer? Gij wilt zeggen Bona
parte, merkte de grijsaard! droog op.
Pardon, oom. Trouwens, het is
waarschijnlijk dat de onzen... Ik
wil zeggen de vijand
De vijand!Ge spreekt van
onze l&ndgenooten, neef.
De jonge graaf zweeg.
Het gesprek was werkelijk lastig te
voeren met d'Auteroche, die sterk te
gen de Republiek zelf gekant was,
maar zich verheugde in hare overwin
ningen. De overwinningen van Na
poleon hielden den ou-dten held 's
nachts den slaap uit de oogen; een
nederlaag zou hem misschien gedood
hebben.
Het was stil in de kamer; de twee
mannen dachten aan de komst der
Franschen. De veteraan zou weer
voor het eerst sedert twintig jaren het
trompetgeschal hooren van zijn dier
baar leger; hij zou die uniformen weer
aanschouwen; hij zou het vaandel
weer begroeten. In gedachten verzon
ken, bracht hij de roemrijke dagen zij
ner jeugd weer voor ziju geest. Hij
dacht na over zijn vroegere wapenfei
ten en hij voelde het trage bloed weer
sneller door zijn aderen vloeien.
Plotseling weerklonk van uit de ver
te een doffe slag, toen twee, drie...
De graaf werd bleek; hij stond.' op
en zei:
Dat zijn kanonschoten, het ge
vecht is begonnen... we zullen van
nacht weinig slapen.
Slapen!
Olivier dacht er niet aan
Bij elke losbranding klopte zijn hart
als om te broken. Het kanon te hoo
ren bulderen en onbewogen blijven,
dat. ging zijn krachten te boven.
Met gebalde vuisten liep hij in zijn
kamer op en neer, als een leeuw in
zijn kooi, op gevaar af zijn oom, die
juist onder hem sliep, wakker te mar
ken.
Hij opende het venster.
De dag begon aan te breken; de
heldere vuren aan den horizont toon
den aan, dat de voorhoede van het
Fransche leger daar had post gevat.
Donkere schaduwen bewogen zich in
de verte; ruiters doorkruisten de vlak
te en hun gestalten staken donker af
op de helwitte sneeuw.
Zoo dicht bij den strijd ztjn en tocb
zoo ver er vandaan!
Op hetzelfde o ogenblik barstte een
hevig geweervuur los op 'die grens van
een bosch je, dat op ongeveer 100 me
ter van het dorp lag. Het vuur hield
eenige oogenblikken aan... toen werd
alles stil en verlaten
Verlatenniet geheel en aL
Een man, koude en sneeuw trotsee-
rend, begaf zich naar het tooneel van
den strijd, door een onverwinbarc
aantrekkingskracht geleid.
Het was d'Auteroche.
Hij was niet alleen
Olivier, die van het openlaten der
deur gebruik had gemaakt, was zijn
oom nagesloopen.
Bij het boschje gekomen, dat ge
tuige was geweest van den strijd, hieid
de grijsaard stil Hij ademde met ge
not den kruitdamp in. Hier en daar
logen eenige lijken verspreid en on
der deze bemerkte hij een Fransv.be
uniform!...
Hot was een soldaat der iijfwacni.
Hij was nog erg jong. maar het eere-
kruis schitterde op zijn borst.
En de veteraan ontblootte zijn grijs
hoofd voor den gevallen held. In de
schaduw verborgen beschouwde Oli
vier met ontroering dat bleeke gelaat
die gesloten oogen, die in een zoo kort
leven zooveel dingen gezien hadden.
Aan hoeveel veldslagen had hij deel
genomen. Welke landen Iiad hij door
kruist? In welke steden was hij roem
vol als overwinnaar binnengetreden?
Had hij al die dapperen gezien,
Lanncs, Murat en Ney, den dapper
ste der dapperen, al die reuzen, did
halfgoden schenen? Eu dan hun aller
meester: den Keizer. Zou hij ook
hein ontmoet hebben? Zou het zijn
hand geweest zijn, die het kruis op
zijn jonge borst gehecht had?
En hij, wiens leven pas begon,
prees ilen jongeling, gelukkig, d.ie
voor zijn keizer en vaderland gesneu
veld was.
D'Auteroche was in gedachten ver
zonken blijven staan, onbeweeglijk,
met ontbloot hoofd.
Plotseling boog hij zijn knie, en hij
kuste vaderlijk het ijskoude voorhoofd
van den jongen soldaat. Toen ging
hij langzaam verder. Dezen keer
volgde Olivier hem niet.
Als ik sneuvel, dacht hij, zal hij me
ook wel omhelzen. Zijn besluit stand
vast: hij ook zou meevechten: hij ook
zou voor zijn vaderland strijden.
Wat had hij daarvoor nooditg? Een
uniform?
Hij keek naar de uniform van den
gesneuvelden held
Gc wilt me het wel leenen? vroeg
hij naïef.
Was het de uitwerking van een ver
hitte verbeelding, of was liet de do ir-
brekende dageraad die de lijkkleurige
trekken zacht rood tinttehij me n-
de een glimlach van toestemr ing
over de bleeke lippen te zien heenglij-
uen
Dank, broeder, zei hij blij; ik
zweer u uw unifonn met eer te dra
gen.
En op zijn beurt den jongen soldaat
omhelzend, sprong hij op een pand
zonder berijder en reed in de richt.ng
van het Fransche kamp.
Olivier wildé het begin van den
slag afwachten en dan deel aai het
gevecht nemen, zonder tc zij" opge
merkt; maar toen hij ongeveer cea
mijl van de stad verwijderd was,
voerde zijn paard, van vreugde tiin-
nekend, hem naar een troep ruiters,
•net goud bestikt, zonder dat bij het
kou tegenhouden.
Aan het hoofd reedis een man, ge
kleed i:i een eenvoudige kolotielsuni-
foriti; hij was in een ruime, grijze jas
gewikkeld en droeg een kleinen hoed
op het hoofd.
Hij sloeg de oogen op en vroeg kortaf:
Van waar komt gij?
Van Rothenon, kolonel, antwoord
de Olivier stoutmoedig.
Tot welk corps behoort gij?
Olivier stamelde op goed geluk af
een naam...
Waar hebt gij dan uw kruis ver-
diond? sprak streng zij-n ondervrager
wiens arendisblik hem de oogen deed
neerslaan. Maar hij raapte zijn moed
bijeen en antwoordde moedig:
Nergens kolonel, maar i,k hooo
liet vandaag to verdienen.
En achtereen vertelde hij zijn ge
schiedenis, hij noemde don naam van
zijn oom, hij sprak van zijn vurig
verlangen om den keizer te zien, voor
hem te strijden en te sterven...
Zijn jeugd en oprechtheid verban
den spoedig alle wantrouwen; de
strenge trekken van den kolonel losten
zich op in een weiwillenden glimlach
en hij sprak:
De neef van den graaf d'Auto-
roche, een niet te versmaden soldaat;
gedraagt gij u heden zooals hij bij
FontenoyNeem dien jongen man
bij u. Murat, in de voorhoede.
Ja, sire
Sire. de keizer! Het was de keizer!
En hij voegde er lachend bij:
Zorg, dat ik uw kruis niet be
hoef te vragen.
Het regende bommen op Eylau en
Rothenen; do twee legers bleven on
beweeglijk ouder lK>t vuur.
De Russen wierpen zich het eerst
stormenderhand op de molens van
Eylau. De rijen der troepen van Au-
gereau waren verschrikkelijk gedund
door het artillerievuur, de maarschalk
was uoor een kogel getroffen, alle of
ficieren waren gewoncv
Wilt ge ons door die lieden laten
verslinden, riep de keizer tot Murat.
Murat gaf liet bevel tot den aanvaL
De cavalerie stormde vooruit en
rende dc vijandelijke troepen in vlie
gende vaart omver.
Olivier, dronken van den kruitdamp
bedwelmd door het fluiten der kogels
vervoerd door de tegenwoordigheid
van Napoleon vooral, verrichtte won
deren.
Hij hield zijn starren blik gericht
op het Russische vaandel, waarvan
de banen golfden langs de dichtste
rijen en dat door een keurbende was
omgeven.Hij drong steeds dieper
door, gevolgd door zijn trouwe hel
den; hij stak en sabelde in het rond,
niets kon lierri stuiten.
Het vaandel of «die dood, riep hij
en in die uiterste poging gelukte he'
hem het vaandel te grijpen; hij rukte
het den vaandrig uit de handen; mol
een zegekreet rende hij in galop naai
den keizerlijken staf en bood de roem
rijke, banier den bewogen keizer aan.
Hij durfde vragen:
Heb ik het kruis verdiend, sire?
Olivier had het eerekruis gewonnen
en ook den zegen van zijn oom. Het
krijgsmanshart van den held van Fon
tenoy had gezegevierd over den wrok
van den uitgeweken^