Derde Blad, beh oo rende bij „Haarlem's Dagblad" van Maandag SI Maart 190'2 No. 5746 Stadsnieuw s. In dö Woensdag 19 Maart ge- Uoudun algeineeue ledenvergadering van de onderlinge verzekering tegen invali diteit en ongelukken der Vcreeniging van ludusnieeien, enz., te dezer stede, bleek, dat Het ledental bedroeg 87, het aantal afgesloten polissen beliep 142 en het aan tal ongevallen 92, die een gezamenlij ke iittkeerlng vorderden van f 3888.93. Op de aandeelen zal worden uitge keerd, behalve 3 pet. rente f 0.82'. \au de deelnemers zal ten goede ko men eene restitutie van 11.1 der door hen gestorte bedragen. tiet reservefonds bedraagt thans j 17032.01. De heer H. '1'. Peltenburg werd als bestuurslid herkozen. Tot commissieleden voor het nazien der rekening voor het dienstjaar 1902 werden benoemd de lieeren R. Vet-h, N. II. Braukenburg en K. P. Rijnierse. Besloten werd de absentiegelden, ten bedrage van f 17.75.-te bestemmen ten voordeele van de Broren in Zuid-Afrika. Uit de Arbeiderswereid BINNENLAND. lli.j den heer C. M. Schitter, voorz. van dten Duitech. Christ. Text. Arbei dersbon dt, is voor de bij de staking eai uitsluiting betrokken loden van Uuitas tot heden een bed!rag van 2045,55 Mark ingekomen; terwijl door tusschen- komst van den heer L. Duprez te Gent voor deeelfde personen 1000 francs is overgemaakt. ltechtszaken. Laksheid ran een schoolhoofd. Voor den kantonrechter in den, Haag was gedagvaard (doch niet vcx- scheuen) het hoofd oenier bijzondere school daar- tor stede die, ondanks aanmaning door den arrondissements- sclioolopziener, nalatig was gebleven aan die schoolautoriteit in te zendlen een dier documenten bedoeld bij de leerplichtwet. Do schoolopziener, als getuige ge hoord!, deekie o. a. mede dat hij op dit ougenblik weer proces-vesrbaal zou kunnen opmaken togen het school hoofd wegens nalatigheid', welke de schoolopziener noem die „laksheid: nauw verwant aan onwil''. Het O. M., ar op wijzende dat bekl., bij zijn verhoor door de politie, te ken nen had gegeven voortaan zijm ver plichtingen nauwgezet te zullen na komen, betreurdie het levend'ig dat de verklaring van d>en schoolopziener omtrent een nieuwe bekeuring den be klaagde eigenlijk meer dieed! kennen als een school jongentje, diat. beterschap belooft, doch zijn belofte niet nakomt, dan als een schoolhoofd, weshalve het f 15 boete vorderde. Wie was er kwaad 2 'Wegens verregaande dierenmishan deling stond) Donderdag voor die recht bank te Heerenveen terecht de 23-ja- rige karrijder A. v. d. Z., te Akkrum. Op den apenbaren weg, onder het dorp Haskerdijkon. ranselde hij zijn karhond met een dikken stok, zonder ophouden gedurende anderhalf uur. Eerst jankte het arme heest, hij het voelen dar knuppelslagen; later kon het geen uiting meer geven aan zijn leed. Het was meer dood dan levend; toch hielden de slagen aan De eenige verontschuldiging, <ho be klaagde aanvoerde, was.. ..«lat het zoo'n kwade hond was". Het O. M. requireeriïe tegen den die renbeul 1 maand gevangenisstraf. Leger en Vloot. Met hei oog op kadervorming uit de militie en lot vermeerdering der pre sente sterkte aan personeel bij alle oefeningen, bestaat hot voornemen, ook hij <!ie regimenten huzaren voort aan elke lichting der militie de 2 eer ste jaren onder d'e wapenen te hou den. De beide halve lichtingen van 1901 zouden dan onderscheidenlijk medio Maart 1903 en medio September 1903 in bet genot van groot verlof wor den gesteld. Letteren en Kunst. Tolstoï. Tolstoi's toestand is, volgens een telegram uit Petersburg aan liet „Berl. Tageb'l." veel beter, zoodat er alle hoop zou zijn op spoedig herstel. Daaren tegen verneemt die „Fivuikf. Ztg.", dat dr. Bertheusom, de lijfarts van den Czaar, zou hebben verklaard dlat de schrijver nog hoogstens veertien da gen zou kunnen leven. Naar men Verneemt, zal de heer Orelio dezen zomer eon serie concer ten in Londen geven. Sporten Wedstrijden. Ned. Gymii.-Yerbond. De gewestelijke Voorturnersles van "net gewest Noord-Holland zal Zondag 23 Maart a a gehouden worden des morgens om 10 uur preciee, in de nieu we Sociëteit te Wormerveer. Gemengd Nieuws, Kwaad wijf. Eenu herbergier in die Krau-snick- strassa te Berlijn kwam in den nacht van Zondag op Maandag tot een aan gename ontdekking. Zijn hond wekte hem uit den slaap en, toen hij lang zamerhand tot bewustzijn kwam, rook hij een sterke gaslucht. Hij vond de gaskranen openstaan, eti zijn vrouw was er met alia dingen van waarde en zijn geld van doorgegaan. Dezer dagen heeft men d'e kwaadwil lige echtgenoote met harem handlan ger in liechtenis genomen. Een gezin vergiftigd. Na het gebruik van het middagmaal werd te Bléré, in Frankrijk, een ge zin, bestaande uit die wouw des hui zes, haar zoon, do 85-jarige grootmoe der en de knecht plotseling hevig ziek De man was afwezig. Bij onderzoek bleek, dat bij de toebereiding der spij zen in plaats van suiker ratten kruid was gebruikt. (Doordat (spoedig ge neeskundige hulp werd ingeroepen, bestaat hoop op het behoud zie ken. I)e Proclamatie of de papieren Dom. Onderstaand gedicht ia oen ant woord op Kitchener's proclamatie van 7 Augustus 1901, krachtens dewelke de burgers die zicli voor dien 15en Sep tember tl. a. v. niet oncleworpeo had den, vooir goed uit Zuid-Afrfka ver bannen zouden wordVm. Het gedicht is van de hand van een gezaghebbend man onder de burgers, en geschreven te volde. Een antwoord dus van de burgers tegen wie de proclamatie ge richt was. Ik I.ordl Kitchner van Karthoauu! (Om andere namen niet te noem) Krachtens machtiging mij gegeven Door mijn Koning EtDward Zeven, Maak bekend en proclameer, Dis mi voor de laatste keer: Aangezien mijn kwart millioen Khakies jul nog niets kan doenn En mijn vliegende kolommen Niets meer baat dan lyddite bommen; Aangezien dat ai die brand® Mij alleenlijk strekt to tschande En dloor vrouweos weg te sleep Ik met hul zit opgescheep; Aangezien jul land al meer Dan eon jaar 's geanneseer, Maar mijn macht niet verder strek Dan wat grof geschut kan dek; Aangezien die Kaaps rebelle Mij nou erg begin te kwelle, Schepers, Kritzinger en Fouché French nog altijd moeite geê; Aangezien ons oorlog mag Kost een kwart miltioen per dag En als 't langer zoo moet gaan Raak ons geld! ook straks gedaan; Aangezien dooi- rond te trek Bijna al mijn perde vrek En met ai men slim oörteg Lijk die ding voor ons maar slog; Aangezien 'k goen ander raad Ziet, dan net om groot te praat, Schiet 'k hier die papieren bom Om te zien wat daarvan kom! En ik proclameer bij dezen Als jul nie verban wil wezen I>eg dan al jul wapens eer Die vijftien die September neer. Generaal en Officier Wat niet hoor. verklaar ik hier, Zal dit zeker nog betreur Want zijn goed wordt ook verbeur. Komt dan burgers al te zaam, Dit smeek ik je in vredesnaam, I.aat mij nou maar voor dlie grap Neit maar op julLe nelcke trap. Laat mij julle maar net oórwin Dan krijg Chamberlain zijn zin En misschien stuur hij zen schoen Dat jul toch daajran kan zoen. Dan's d'ie duizendjarig rijk, Dan is Boer en Brit gelijk, Dan's diie Britsche leeuw weer lam En slik dlie Afriikaansohe lam. Onder mijne hand gegeve, Lang mag Koning Edward leve. Geteekend Kitchener, maand en dag, Te zendien met 'n witte vlag! N. R. Ct. Lugubere vondst. In 'ii bosch nabij Troves, in Frank rijk. is het lijk gevonden van een 60- jarigcu man, die sedert 8 maanden vermist werd. Het hoofd was van liet lichaam gescheiden en op eenigen af stand weggerold. Het staat niet vast, dat hirr een misdaad in het spel rs. Iu eeu sueeuwstorm. Ei zijn nu bijzonderheden bekend geworden over d!e ramp die eenigen tijd geleden een Japansclie militaire af dealing, in een sneeuwstorm ver dwaald bij een ocfenangstocht in het noorden van het rijk, getroffen heelt. De berichten zijn afkomstig van kapi- teiu Koeraisji, den eenigen officier, die aan tien tocht deelnam en er het leven afbracht. Van Awomori uit, dat aan de noord punt van het eiland Nippon ligt, was di n 23en Januari oen afdieeling van 210 man op weg gegaan om roarsch- oefeningen t» houden in de sneeuw. Er waren, 9 officieren, eeu officier van gezondheid en 6 onderofficieren bij. Reeds toen men het ontbijt gebruikte alvorens op weg te gaan, was bet zoo koudt, diat de soldaten ter nauwernood de handen konden gebruiken om to eten. *a Avoudts werd het bivak opge slagen in het woud. Elke compagnie maakte muren van sneeuw om legen den wind' beschut te zijn, maar men kon deze sn eeuwhutten niet bedekken. Do mannen schaarden zich om de vu ren heen, aan slapen was geen den ken, zelfs niet aan liet bereiden van warm eten. Toen mi (Mé n in den nacht een sneeuwstorm opstak, gaf de com- mandleerende majoor het bevel tot den terugtocht naar het 14 KM. verwij derd» Awomori; wel is waar was het doet van den tocht, Tasjiro, slechts 4 KM. van het bivak af. maar men kon de tusschenliggende rivier niet over steken. Weldra kouden tkaalf man nen den marsch in den sneeuwstorm niet langer volhouden, zij werden door hiwx kamaraden meegesleept, maar moesten, ten slotte in den steek gelaten worden. Zoo was men den volgenden ochtend al 24 man verloren. De afdee- ling raakte nu in het woud den weg kwijt. Officieren en soldaten verloren het gebruik hunner handen, ook be vroor bij verscheiden het gelaat, en men kwam slee 1 Hts zeer langzaam voor uit: toen 's avonds gebivakkeerd" moest worden, was men vermoedelijk geen 3000 meter van,, het vorige bivak ver wijd)erd. Men moest voortdurend in beweging blijven om n,ie>t te bevriezen; d? zwaksten werden in het midden genomen en döor hun kameraden heen en weer gjeschud- Majoor Okitsoe stierf, en in dien niacht verloor men nog 39 man ;den volgenden dag vielen 30 man bewusteloos neer toen men weer op marsch grng. Zij leefden nog, maar konden zich niet meer bewegen en niet meer spreken. Majoor Jama- goesji weid1 bewusteloos. Mien ver brandde die ransels van de manschap pen om zich te warmen, maar niets hielp. Eerst toen die storm bedlaarde werden patrouilles uitgezonden; Jama- goesji kwam bij en nam het comman do weer op zich, hetgeen den moed' van die overLsvendlen wat opbeurdie. Koeraisji bereikte eindelijk die rivier waaraan Awamori ligt; men moest echter nog een nacht in de open lucht doorbrengen en kwam ook den volgen den dag den 28en slechts weinig voor uil. zoodat de kapitein en een luitenant gingen liggen om den dood af te wach ten. Majoor Jamagoesji bevondi zich toen nog in den omtrek. Den 30en slaagde Koeraisji «r in, eon heuvel te beklimmen en daar werd hij door een uitgezonden patrouille gezien en gered. De andere patrouilles redden nog 17 soldaten ;ul!e anderen moeten omge komen zijn. men vond 108 lijken. Voor de nagelaten betrekkingen der slachtoffers worden ill heel Japan in zamelingen gehouden. Yan een jongen rebel. In het laatste nummer van cte New Age komt ook een gedicht voor op de terechtstelling van een jongen rebel. Het is een uitwerking van dit verhaal „Toen de Boeren op da hoeve kwa men, waar ik onderwijzeres was," ver telde een jong meisje aan den schrij ver (of de schrijfster), ..dronken zij daar koffie en hieven er dpn avond doorbrengen. Onder heu merkte ik eon jongen vriend op. nog een knaap, den zoon van een boer in de buurt. Ik nam hem ter zij on zei de hem„Weet je wol wat je doet? Weet~je niet. dat je een rebel !>e«4. ah» je met die mannen medegaat, en misschien ei* voor han gen moet." „Ja, dat weet ik," ant woordde hij heel eenvoudig, „maar ik kan er niets aan doen. God, zegt me aldoor, dat ik het doen moet," Daarop vertelde hij mij, hoe... (de beroemde aanvoerder van het commando) hem den vorigen avond, voor hij zich bij hem aansloot, ter zij had genomen, en samen met hemv ernstig tot God geile den had, vragende of Hij den knaap in het hart wild» geven wat zijn plicht was te doen. „Want," zeide hij. „ik wil geen recruten uit de Kolonie bij mijn commando hebben, dJie niet in het diepste van hun zied overtuigd zijn dat zij doen wat recht is." Geen gedicht kan treffender zijn dan dit verhaal. Eu dit zijn dan de man nen, die de.beroemde Boerenaanvoer der wie was het? Lotter, Scheepers of Kritzinger? alleen bij zijn com mando wilde hebben schavuiten en bandieten, zooals meer dan één En- gelsch minister ze genoemd heeft. Poklijders. Maandagnacht 17 dezer waren 1568 poklijders te Londen in behandeling. Woeste tooneelen hebben in bet Sclwtsche dorp Duntrune plaats ge had. waar een poklijder en 15 pereo nen, die met hem in aanraking waren gekomen, afgezonderd moesten wor den. De politie was twee uren in de weer voordat zij den patient kon laten vervoeren, en van de ter observatie opgesloten personen ontsnapten er negen kort na de aankomst. Zij zijn nog niet weer opgespoord, en het huis waar de overigen hun gedwongen ver blijf houden, moet door de politie be waakt worden. Te Nelson in Lancashire heerschen de pokken hevig. Op één dag werden tien nieuwe lijders opgenomen. Alle scholen in de stad en den omtrek zijn gesloten. Electriseh licht by sponseu- visschen De Elektrotechnische Rundschau vermeldt oen nieuw© toepassing van •het electriseh licht bij de sponseu- viascherij. Tot nog toe was de in het water hoerschewie duisternis een groot beletsol bij hot uitoefenen van dit op zichzelf reeds moeielijke e- drijf. De duikers aan de kusten van Flo rida zijn nu op het denkbeeld geko men electriseh licht bij hun bodrijf toe te passen. Zij gebruiken zeer sterk licht gevende booglampen, li* hen ui staat stellen de sooi spons uit de diepste lageu te verzi. Ion. Tengevolge hiervan brengt rte vangst «u het dubbele op van vroe ger en is de duiker Ln .staat atcd* eene keus te doen uit de beste ooort -n en slechts die te verzamelen, wolk» do grootst waarde hebben. Een herige brand heeft te Nancy eeai zuurkooJfabriek i»a een opslagplaats van hout geheel ver nield. De schade- wordt ivegroot up 300.000 fiance. Een vrouw van 80 juai de moeder van den piwtier, heek brandwonden bekomen, en is naar het ziekenhuis gebracht. Te Roman in Roemenie is een sui kerfabriek voor bet gj-ootste deel d*or brand vernield: l)e schade wordt op twee en een half infllloen francs ge raamd. Ongeluk met een daikerklok. Bij liet werk in een duikerklok f* Toulon maakte één der werklieden on voorzichtig de stop onderaan de ver bindingsbuis los, waardoor de saam- geperste lucht ZOO hevig tegen ilea man aanspoot, dat hij als 'n vormlooze massa dood neerzakte. Da overige werklieden in de klok wisten te ont komen. Faillissementen. Uitgesproken: Rotterdam, 19 Maart. A. J. Solleveld. boekdrukker, alhier. Rechter-comiuis- saris Mr. G, W. baron van der Fe I tr ims terdam, 17 Maart. L. I. Rodrigu-s, koopman in diamanten, aldaar. Rechter commissaris: mr. R. L. Scholten. Geëindigd: Breda, 18 Maart. P. II. Verst ey no. aannemer te Oisterwijk. Rechter-conv missaris Mr. A. P. L Nelissen, Geëindigd K. Doesens. gegageerd militair Ned. O.-I. leger te Harderwijk. F J Klein Egelink te Amsterdam. J M Broese, rnanufacturier te Velsen. H A M Maas, banketbakker te Am sterdam. J Hille, rnanufacturier te Purmerend D. van Hemsbergen. schilder aldahr. J. Vader te Amsterdam. F. II. Noorman, aannemer te Zwolle. A. E. Vcenhoven te Zeist. B .Verhoog, vleeschhouwer, te "8-Ur«- Ivenhago; G. de Jonge, rnanufacturier, te IJ/.endijke; G. van den Berg; rnanufac turier, aldaar; J. M. van de Winckel, Win kelier, te Neerritter. Geëindigd zijn de faillissementen van II J de Raat, winkelier, en J. Schrauwen, koopman en winkelier, heiden alhier. Familieberichten. Gehuwd IS Maart L. Roos met A. Goidschiriidt, Amsterdam. Overleden M. van DamKlisser, 65 jaar; 14 Maart J. Ch. von der Finck. 74 j.. Amsterdam: 15 Maart Wed. J G MouthaanMosselmans. Drieborgen; G. C. Laurman, jd„ 89 j. Zunderdorp; F L van Duinen, 78 j. Amsterdam; W. Idema, 56 j.. Leeuwarden; J. F. Scher- penhuijseu, 51 j. Scheveningen; M. v. Beek, 76 j.. Amersfoort; 16 Maart C. Oud, 78 j„ Westwoud; D. van der Eist Kunst, 71 jaar. Amsterdam; J. Hin ners Reek, 74 j.Amsterdam: Wed. M. de Bosson-Tijl, 65 j Zwolle; 17 Maart W. Dingemans. jdi, 69 j„ Den Haasr: J M W G CoblijnGlaser. 50 j. Leiden. Een Erfgenaam van Fontenoy. Het was de dag vóór den slag bij Eylau. In een nederige woning van het ge hucht Rothenen zaten twee personen bij den haard en waren in een ern stig gesprek gewikkeld over de ge beurtenissen van den dag. De eene was een grijsaard van hooge gestalte cn fier uiterlijk; de andere een slank jonkman in een lange jas, die geknipt was naar de mode -der Duitsche stu denten. De eerste was graaf d'Auteroche, ex-commandant van het Fransche le ger, dezelfde die te Fontenoy den En- gclschen grenadiers het heldhaftige „schiet het eerst" had toegeroepen; de tweede was zijn neef, graaf Olivier die pas van de universiteit was geko men. Graaf d Auterocbe behoorde tot den hoogsten adel van het koninkrijk „in den tijd, toen er nog adel was volgens zijn minachtende opmerking en hij mocht in de koetsen des ko- nings rijden, „ten tijde toen er een koning was." Getrouw aan de grond beginselen z ner jeugdi keurde hij de revolutie sterk af en veinsde zelfs Na poleon niet te kennen. Hij had zijn neef opgevoed in de overleveringen van den adeltrots, hij had hem geleerd het verledene te be wonderen, het tegenwoordige te ver achten en te hopen in de herscheppen de toekomst, die den koning op zijn troon, den adel rondom hem en het volk aan zijn voeten zou plaatsen. Olivietr .hoorde zijn lessen eerbiedig aan. Hij gevoelde voor ?ijn oom een dankbare, kinderlijke genegenheid en voor niets ter wereld zou hij hem het minste verdriet hebben willen aan doen. Echter, als men twintig jaar oud is, ia het wel geoorloofd van roem to droomen, vooral als men de neef •s van een held en de graaf had; gTaag oen zijner armen willen geven, om liet recht te hebben, met de- onderen fte vechten. Maar op dit punt was de oude edel man onhandelbaar. Een d'Auteroche kan evenmin voor den overweldiger, als voor den vreemdeling vechten, zei hij dikwijls. Doe evenals ik, neef, wacht... Wach tendat was voor hem wel gemak- Kelijk! zijn loopbaan liep ten einde! En Olivier brandde van verlangen om de zijne aan te vangenHij las in stilte de bulletins en de proclamaties! Hij aanbad den grooten Napoleon... O! kon hij dien afgod der slagvelden eens zien! Kon hij het beroemde: „sol daten, ik ben tevreden" eens van zijn lippen hooren! Helaas- hij mocht er niet aan den ken! En de jonge man, die den dub belen naam droeg van een paladijn van Karei den Groote en van een Fon tenoy, moest stilzitten, terwijl ande ren de lauweren beJiaalden waarnaar hij smachtte en den roem voor hun heldenmoed inoogstten. Het was oen verschrikkelijk weer buiten; de sneeuw zweepte de mu ren, drong tüsschen de blinden door, hoopte zich tegen <le vensters op en dekte de aarde met haar bruidskleed. De Franschen zijn uit hun win terkwartieren opgebroken, zei d'Au teroche, die over een kaart gebogen stond, welke zijn neef met do oogen verslondzij hebben de Russische voorhoede bij Pappenheim moeten treffen O, de keizer zal hen makkelijk verslagen hebben. De Keizer? Gij wilt zeggen Bona parte, merkte de grijsaard! droog op. Pardon, oom. Trouwens, het is waarschijnlijk dat de onzen... Ik wil zeggen de vijand De vijand!Ge spreekt van onze l&ndgenooten, neef. De jonge graaf zweeg. Het gesprek was werkelijk lastig te voeren met d'Auteroche, die sterk te gen de Republiek zelf gekant was, maar zich verheugde in hare overwin ningen. De overwinningen van Na poleon hielden den ou-dten held 's nachts den slaap uit de oogen; een nederlaag zou hem misschien gedood hebben. Het was stil in de kamer; de twee mannen dachten aan de komst der Franschen. De veteraan zou weer voor het eerst sedert twintig jaren het trompetgeschal hooren van zijn dier baar leger; hij zou die uniformen weer aanschouwen; hij zou het vaandel weer begroeten. In gedachten verzon ken, bracht hij de roemrijke dagen zij ner jeugd weer voor ziju geest. Hij dacht na over zijn vroegere wapenfei ten en hij voelde het trage bloed weer sneller door zijn aderen vloeien. Plotseling weerklonk van uit de ver te een doffe slag, toen twee, drie... De graaf werd bleek; hij stond.' op en zei: Dat zijn kanonschoten, het ge vecht is begonnen... we zullen van nacht weinig slapen. Slapen! Olivier dacht er niet aan Bij elke losbranding klopte zijn hart als om te broken. Het kanon te hoo ren bulderen en onbewogen blijven, dat. ging zijn krachten te boven. Met gebalde vuisten liep hij in zijn kamer op en neer, als een leeuw in zijn kooi, op gevaar af zijn oom, die juist onder hem sliep, wakker te mar ken. Hij opende het venster. De dag begon aan te breken; de heldere vuren aan den horizont toon den aan, dat de voorhoede van het Fransche leger daar had post gevat. Donkere schaduwen bewogen zich in de verte; ruiters doorkruisten de vlak te en hun gestalten staken donker af op de helwitte sneeuw. Zoo dicht bij den strijd ztjn en tocb zoo ver er vandaan! Op hetzelfde o ogenblik barstte een hevig geweervuur los op 'die grens van een bosch je, dat op ongeveer 100 me ter van het dorp lag. Het vuur hield eenige oogenblikken aan... toen werd alles stil en verlaten Verlatenniet geheel en aL Een man, koude en sneeuw trotsee- rend, begaf zich naar het tooneel van den strijd, door een onverwinbarc aantrekkingskracht geleid. Het was d'Auteroche. Hij was niet alleen Olivier, die van het openlaten der deur gebruik had gemaakt, was zijn oom nagesloopen. Bij het boschje gekomen, dat ge tuige was geweest van den strijd, hieid de grijsaard stil Hij ademde met ge not den kruitdamp in. Hier en daar logen eenige lijken verspreid en on der deze bemerkte hij een Fransv.be uniform!... Hot was een soldaat der iijfwacni. Hij was nog erg jong. maar het eere- kruis schitterde op zijn borst. En de veteraan ontblootte zijn grijs hoofd voor den gevallen held. In de schaduw verborgen beschouwde Oli vier met ontroering dat bleeke gelaat die gesloten oogen, die in een zoo kort leven zooveel dingen gezien hadden. Aan hoeveel veldslagen had hij deel genomen. Welke landen Iiad hij door kruist? In welke steden was hij roem vol als overwinnaar binnengetreden? Had hij al die dapperen gezien, Lanncs, Murat en Ney, den dapper ste der dapperen, al die reuzen, did halfgoden schenen? Eu dan hun aller meester: den Keizer. Zou hij ook hein ontmoet hebben? Zou het zijn hand geweest zijn, die het kruis op zijn jonge borst gehecht had? En hij, wiens leven pas begon, prees ilen jongeling, gelukkig, d.ie voor zijn keizer en vaderland gesneu veld was. D'Auteroche was in gedachten ver zonken blijven staan, onbeweeglijk, met ontbloot hoofd. Plotseling boog hij zijn knie, en hij kuste vaderlijk het ijskoude voorhoofd van den jongen soldaat. Toen ging hij langzaam verder. Dezen keer volgde Olivier hem niet. Als ik sneuvel, dacht hij, zal hij me ook wel omhelzen. Zijn besluit stand vast: hij ook zou meevechten: hij ook zou voor zijn vaderland strijden. Wat had hij daarvoor nooditg? Een uniform? Hij keek naar de uniform van den gesneuvelden held Gc wilt me het wel leenen? vroeg hij naïef. Was het de uitwerking van een ver hitte verbeelding, of was liet de do ir- brekende dageraad die de lijkkleurige trekken zacht rood tinttehij me n- de een glimlach van toestemr ing over de bleeke lippen te zien heenglij- uen Dank, broeder, zei hij blij; ik zweer u uw unifonn met eer te dra gen. En op zijn beurt den jongen soldaat omhelzend, sprong hij op een pand zonder berijder en reed in de richt.ng van het Fransche kamp. Olivier wildé het begin van den slag afwachten en dan deel aai het gevecht nemen, zonder tc zij" opge merkt; maar toen hij ongeveer cea mijl van de stad verwijderd was, voerde zijn paard, van vreugde tiin- nekend, hem naar een troep ruiters, •net goud bestikt, zonder dat bij het kou tegenhouden. Aan het hoofd reedis een man, ge kleed i:i een eenvoudige kolotielsuni- foriti; hij was in een ruime, grijze jas gewikkeld en droeg een kleinen hoed op het hoofd. Hij sloeg de oogen op en vroeg kortaf: Van waar komt gij? Van Rothenon, kolonel, antwoord de Olivier stoutmoedig. Tot welk corps behoort gij? Olivier stamelde op goed geluk af een naam... Waar hebt gij dan uw kruis ver- diond? sprak streng zij-n ondervrager wiens arendisblik hem de oogen deed neerslaan. Maar hij raapte zijn moed bijeen en antwoordde moedig: Nergens kolonel, maar i,k hooo liet vandaag to verdienen. En achtereen vertelde hij zijn ge schiedenis, hij noemde don naam van zijn oom, hij sprak van zijn vurig verlangen om den keizer te zien, voor hem te strijden en te sterven... Zijn jeugd en oprechtheid verban den spoedig alle wantrouwen; de strenge trekken van den kolonel losten zich op in een weiwillenden glimlach en hij sprak: De neef van den graaf d'Auto- roche, een niet te versmaden soldaat; gedraagt gij u heden zooals hij bij FontenoyNeem dien jongen man bij u. Murat, in de voorhoede. Ja, sire Sire. de keizer! Het was de keizer! En hij voegde er lachend bij: Zorg, dat ik uw kruis niet be hoef te vragen. Het regende bommen op Eylau en Rothenen; do twee legers bleven on beweeglijk ouder lK>t vuur. De Russen wierpen zich het eerst stormenderhand op de molens van Eylau. De rijen der troepen van Au- gereau waren verschrikkelijk gedund door het artillerievuur, de maarschalk was uoor een kogel getroffen, alle of ficieren waren gewoncv Wilt ge ons door die lieden laten verslinden, riep de keizer tot Murat. Murat gaf liet bevel tot den aanvaL De cavalerie stormde vooruit en rende dc vijandelijke troepen in vlie gende vaart omver. Olivier, dronken van den kruitdamp bedwelmd door het fluiten der kogels vervoerd door de tegenwoordigheid van Napoleon vooral, verrichtte won deren. Hij hield zijn starren blik gericht op het Russische vaandel, waarvan de banen golfden langs de dichtste rijen en dat door een keurbende was omgeven.Hij drong steeds dieper door, gevolgd door zijn trouwe hel den; hij stak en sabelde in het rond, niets kon lierri stuiten. Het vaandel of «die dood, riep hij en in die uiterste poging gelukte he' hem het vaandel te grijpen; hij rukte het den vaandrig uit de handen; mol een zegekreet rende hij in galop naai den keizerlijken staf en bood de roem rijke, banier den bewogen keizer aan. Hij durfde vragen: Heb ik het kruis verdiend, sire? Olivier had het eerekruis gewonnen en ook den zegen van zijn oom. Het krijgsmanshart van den held van Fon tenoy had gezegevierd over den wrok van den uitgeweken^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 9