DE ZATERDAGAVOND
GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD"
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
Prijsraadsel.
Dit ds Technische Wereld.
Haarlemmer Halletjes.
Ho. 83.
Zaterdag 19 April.
1902.
Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
De oplossing van ons vorige Prijsraad
sel Is A li D AP PELEN
De prijs is bij loting ten deel gevallen
aan H. J. BOUMAN. Leidsclie straat 11.
Ons nieuwe prijsraadsel luidt;
Mijn geheel bestaat uit 11 letters en
komt tegenwoordig nog wel eens voor.
4, 2, 3, 3 Is een gebouw.
Ten 1, 7, 3 is iets onvertrouwbaars voor
«en schaatsenrijder.
Een 5. 6, 2, S is een hemellichaam.
Een 3, 9, 10, 11 is een rond voorwerp.
De oplossingen worden ingewacht tol
en met Woensdag a. s.
Als prijs loven wij uit:
EEN ASCHBAK OF EEN SCHAAR.
Correspondentie»
FIETS Eft AUTOMOBIEL.
In mijn vorige correspondentie deed
ik uitkomen, dat de Maatschappij
door den Londenschen cauoutchouc-
iuVrïkant J. B. Dunlop opgericht, een
welgeslaagde onderneming was. Haar
naam, onder welke zij in alle streken
dor wereld bekend is, luidt: „The Dun
ton Pneumatic Tyre Company". Zoo
wel de bewoner van Kaapstad als die
van Montreal in Canada, of die van
Melbourne en Sidney in Australië, ge
bruikt Dunlop-banden; in één woord
het is een wereld-artikel. Reusachtig
en men mag voor eene onderneming
als deze zeggen ideaal, zijn inrichting,
bedrijf en omzet van deze Maatschap
pij, de geregelde levering bezorgende
aan een groot land met een zeer groo-
te bevolking, plus dlie zijner onmete
lijke koloniën, en daarbuiten.
Op het vasteland van Europa is het
gebruik der Dunlopbanden evenzoo
zeer groot, zi] worden uitsluitend uit
Engeland ingevoerd, hetgeen met be
trekking tot wat ik omtrent de Pa
tentwet aanhaalde, duidelijk is. Om
niet geheel van de Dunlop-Maatschap-
pij afhankelijk te zijn, worden 'n
Duitschlahdi banden gemaakt vaneen
andere constructie, de zoogenaamde
Continentaal-banden (continent: vas
teland). Deze zijn ernstige concur
renten voor ide Dunlop-banden, een
blik op het verbruik ervan, ook in ons
land, levert daarvan voldoende het
bewijs.
Dat de Dunlop-band echter geen al
gemeen verbruiksartikel zou worden,
in dien zin, dat letterlijk iedere fiets
er mede zou zijn uitgerust, was te ver
wachten, met he oog op het reeds ge
zegde betreffende den prijs. De alge-
meene vraag naar goedkoopere waar
die onze hedendaagsche samenleving
kenmerkt, staat een zóó algemeen ge
bruik geheel in den weg, een zaak, diie
ik zeker niet nader behoef uiteen te
zetben.
Toch was het der Dunlop-Company
een doorn in het oog, dat, o.a. de uit
voer naar Nedierland, tengevolge van
de schromelijke imitatie van haar fa
brikaat, aldaar voortdurend daalde,
niettegenstaande zij ook te Amster
dam een wel toegerus depót had ge
vestigd. Er moest wat aan gedaan
worden om nog niet meer terrein te
verliezen en ten slotte misschien ge
heel verdrongen te worden. De oplos
sing dter kwestie was betrekkelijk een
voudig. Zij besloot ten band. te ma
ken, waarvan de prijs ongeveer met
die der beste in Nederland vervaar
digde kon concurreeren. De prijs
daalde dus, maar terzelfder tijd1 was
zij daardoor ook verplicht de kwali
teit der banden te verminderen. Dit
nu, was oogenscliijnlijk niet zoo erg.
Waren de in Engeland door de Com
pany verkochte Dunlop-banden op
perbest, de kwaliteit van de voor Ne
derland vervaardigde zou dan min
stens nog best blijven. Raar, heel
raar was het echter, dat de Engel
sehen zelf ei' gladweg voor bedankten
dat nieuwe fabrikaat te gebruiken en
op hetzelve met sierlijke drukletter-
jes stond te lezen: „Notfo be sold in
thé United Kingdom" (Niet in het
Vereenigd Koninkrijk te verkoopen).
Ook in deze hééft een goed verstaan
der aan een half woord genoeg, doch
om duidelijker te zijn, het volgende:
Het Engelsche volk is een technisch
volk hij uitnemendheid, men begrijpt
daar beter dan ergens anders, dat,
wil men goed bediend zijn, men voor
alles wat machinerie betreft, ook het
puikste van het puike moet nemen en
naai* rato betalen. De spreuk: „re-
collection of quality remains, long
since the price lias been forgotten (de
herinnering aan de kwaliteit blijft
lang, nadat (de prijs vergeten is) staat
er even hoog in aanzien als het ..zoet
jes aan, dan breekt de lijn niet" van
de plilegmatieke buren aan den over
kant der Noordzee, en daarom ver
kiest een Engelschman goede waar te
betalen met goed geld, eene gewoonte
die bij hem een tweede natuur is ge
worden, omdat hij zich er wèl bij be-
injdt. Kortom: hij verkoos tegen
den ouden prijs, het oude welbeproef
de fabrikaat te behouden, en the Dun
lop Company drukte naast Dunlop's
portret, patentnummers enz. enz. de
woorden, die. don verkoop der minder-
sooïtige kwaliteit in het Vereenigd
Koninkrijk onmogelijk maakten.
Toch kwam de imitatie der Dun
lop-banden nog velen Engelschen bui
ten de Dunlop-maatschappij ten goe
de. De caoulchouc-buitendekken, die
gewichtigste onderdeden van de rij
wielbanden, werden bij duizendtallen
en in allerlei kwaliteiten door andere
Engelsche fabrikanten gemaakt en ge
leverd. Ook in Duitschland wierp
men zich op deze industrie om er de
Nederlandsche „fabrikanten" van te
voorzien, gelijk ik reeds met een enkel
woord ter sprake bracht. Het was
lang .een bepaald', recht voordeelig
zaakje. Hoe meer er geknoeid werd,
hoe meer men verdiende, totdat na
tuurlijk het kruikje brak, met het ge
volg dat talloozen fabrikanten hunne
zaken moesten liquideeren of met de
noorderzon vertrokken. Merkwaardig
was, dat dit in den regel juist gebeur
de, wanneer de aanspraken op de ga
rantie wat overvloedig werden, en
men dan in stede van zijne rechten te
kunnen doen gelden, met een langen
neus kon aftrekken, aangezien do per
soon, bij wien men zc verhalen wilde,
er niet meer was.
Van het onderwerp tier banden hier
mede afstappend, is het mij aange
naam tot den geachten lezer het ver
zoek te richten zich met mij te begeven
op het gebied van het rijwiel ju "t al
gemeen cu daarna ook het overige
aangaande dit artikel eens wat van
naderbij te\ beschouwen.
Van geen enkele zaak kan gezegd
worden, dat zij zulk eon geweldigen
triomf heeft behaald als het rijwiel.
Verbazend verschillend is ook het
oordeel, dat mén van verschillende zij
den uit liet publiek over het rijwiel
verneemt. De een beschouwt liet als
een voorwerp, dat uitsluitend aan den
gebruiker moet dienen om zijn kracht
en behendigheid te loonen, de ander
beschouwt het als een symbool van
onzen gehaasten en gejaagden tijd,
soms ook kijkt men het verachtelijk
aan als een gezondheids verwoester,
doch anderen beschouwen liet weer als
het tegenovergestelde, lil. als het mid
del om een afdoende verma.geri'ngs-
en ontvettingsluiur te ondergaan en
aan nog tal van andere, soms dwaze,
soms ware be- en veroordeelingen staat-
het rijwiel bloot.
Uit achtenswaardigen mond hoorde
ik eens de uitdrukking: ,,de fiets ver
lengt iemands beenen, en als zoodanig
lean men er toch niets op tegen heb
ben." Deze uitdrukking bleef mij lang
bij en na een langen tijd over de
waarde ervan te hebben nagedacht,
kwam ik tot cle conclusie, dat zij in
alle opzichten het eenige en juiste ka
rakter van dit nieuwmodisch voertuig
weergeeft.
Om dit wel te begrijpen dient i'n de
eerste plaats een vooroördeal te wor
den uitgeroeid, dat ieder fietser zeker
wel een9 voor de voeten geworpen is,
nl. dat het fietsen zoo'n Inspanning
kost, terwijl loopen toch zooveel ge
makkelijker is. In den regel hoorde
men dit vooroordeel uiten door men.
schen, die zeiven nog nimmer op een
fiets gezeten hadden.
Het beste bewijs van de onhoudbaar
heid dier stelling is zeker wel het sterk
toenemend gebrdik van de fiets want.
de mensch, die van nature steeds op
zijn voord, en gemak uit is, zou in het
tegengestelde geval ook wel anders
hebben gehandeld, misschien- zou de
fiets dan reeds lang in het vergeetboek
een plaatsje hebben gevonden.
Vraag naar en gebrulde van bet rij
wielnamen ontzaglijk toe. en het waar
om behoeft zeker wel geen betoog, na
hetgeen ik er zooeven van zei de. Er
was een tijd dat een ieder wilde fiet
sen, het was een „rage". Men maakte
schulden om aan een rijwiel te komen,
ja er werden dingen gedaan als ware
het fietsen heteenige ideaal van het
leven. Sommigen beschouwden het als
een middel om allo beslommeringen
des levens te vergeten 'men achter liet
„de oplossing der sodiale kwestie",
want een ieder kon thans met het rij
wiel gaan en staan, waar hij wilde
zonder kosten of bezwaar dus welk
een onberékenbaar nut zou daaruit
v. voor den workman voortvloeien!
Fantasie en Werkelijkheid.
Dame Kijk dien ouden heer daar eens geroerd zijn bij 'fc' zien van ellende
tranen al is 't maar een schilderij.
hij smelt weg in
Dezelfde (eea Iialf uur later): Ga weg, of ik roop een politieagent 1
Natuurlijk kan de ontgoocheling niet
uitblijven; wij allen zijn er getuigen
van geweest.
Het was een zeepbel die uiteen spatte
een sclioone droom, die in nuchter ont
waken te niet ging.
Amerika, het land der vrijheid en
praclische koppen, komt de eer toe het
meest te hebben bijgedragen tot het
populariseeren van het rijwiel.
Men eischte een goedkooper fiets en
verlangde er tevens alle voordeden
•in, die de duurdere soorten kenmerk
ten. Deze twee zaken behooren natuur-
ijk tot. de onmogelijkheden evenmin
als men een klomp goud met zijn "-e-
wicht in zilvler kan betalen. Toch
brachten de Amerikanen liet op dit
punt ongeloofelijk ver. Er werd door
hen een draaglijken fiets geleverd voor
een prijs waarvoor men ter nauwer-
nood een stel echte Dunlop banden kon
koopen. Ze zagen er goed uit die kar
retjes en de vraag er naar werd groot,
zóó groot zelfs, dat vele Amerikaansche
fabrikanten van duurdere rijwielen
hunne fabrieken wel konden sluiten.
Hadde men een adres van dankbaar
heid aan de Amerikaansche fabrikan
ten van die goedkoope fietsen kunnen
richten, zeker zou dit op zijn plaats
zijn geweest, maar het ondankbare pu
bliek had liever een votum van wan
trouwen en een smaadwoord voor hen
over. Iloe verkeerd tocli!
Om het publiek te gerieven hadden
zij hun eigen industrie verknoeid, een
produkt geschapen waaraan brutaal
weg door do koopers de hoogste eischen
werden gesteld, want hadden de fa
brikanten niet zelf liet bewijs geleverd,
dat een fiets voor weinig geld lever
baar was'? Welk oen verwarring van
inzichten! Het mooie vernis je was vol
gens koopers het blanketsel dat de
fletse wangen van den patiënt moest
opfrissclien, die Amerikaansche fietsen
waren vodden en prullen! Men vergat
geheel, dat de fabrikanten waren te
gemoet gekomen aan een veeleischend
publiek en gedaan hadden wat men
schelijker wijze mogelijk was om het
zelve te bevredigen. Dat die handelwij
ze een betere beoordeeling verdiende
hoop ik 'in een volgende corresponden
tie nader uiteen te zetten.
Uit de Moppentrommel,
Schoolmeester (verheven). Als gij,
Wilhelmus, nu eens voor het kiezen
had, zou je dan zoo wijs als Salomon,
zoo groot als Julius Caesar, zoo rijk als
Croesus, zoo welsprekend als Demosthe
nes, zoo reusachtig als Goliath of zoo
machtig als Lodewijk XIV willen zijn?
Wilhelmus. Naar mijn meening gaat
er niets boven een stoomfiets, meneerl
Marie., Ik geef toe dat je inkomen
- -voldoende is-en dat wij zouden kunnen
trouwen ais je maar niet zoo'n Avceide-
rige dingen er op na hield.
Karei. Weelderige dingen? Wat weel
derige dingen? Noem er eens een.
Marie. Ik.
Leeraar. Willem was is een (pia-
drup de?
Willem. Een ding op vier pooien,
meneer,
Leeraar. Noem er een.
Willem. Een olifant.
Leeraar. Ziju er ook gevederde
quadrupèdes?
Willem. Jawel, meneer.
Leeraar. Wat zog je daar?H
Welk dan?lll
Willem. Een voeren bed, meneer.
ALTIJ Dj BELEEFD.
Zij: Och, welk eén domheid, dat ik
jou gehuwd heb.
Hij: O, ik verzoek u, de domheid is
geheel aan mij.
Een Zaterdagavondpraatje
Het is zeer stellig een goed denkbeeld
van verschillende belangstellenden in
deze gemeente geweest, om een vereeni-
ging op te richten, die als doel heeft me-
dedeelingen te doen over oude Haarlem-
sclie historie en bouwkunst en mee te
werken tot het behoud van wat we nu
pog Yoor schoons op dat gebied bezit
ten, Tegenover dat goede doel mag er
ipiet al te veel op gelet worden, dat de
circulaire, waarbij we worden uitgenoo-
digd tot het lidmaatschap, niet al te schit
terend is van stijl. Ze heeft iets zwaars,
dat den indruk geeft alsof ze is opge
maakt door verschillende personen ge
zamenlijk. Nu moet iemand een lekke
ren pannekoek alleen eten en een mooie
circulaire alleen stellen, anders lukt het
niet.
Nurksen kunnen vragen, waarom de
vereeniging Haerlem moest lieeten met
ae en niet Haarlem met twee a's. Ik wil
niet zeggen, dat de naamgevers hebben
gevreesd voor verwarring met de kies
vereniging van dien naam, maar denk
veeleer, dat ze in die ae alvast een glimp,
een lichtstraal hebben willen leggen
van de oudheidkundige bedoelingen,
waarmee hunne vereeniging is opge
richt. Natuurlijk had men er ook een an
deren naam aan «unnen geven, bijvoor
beeld „Herulam", wat volgens velen de
oorsprong van den naam Haarlem Is ge
weest, om niet te spreken van „Heer
Lem", aan welken heer diezelfde eer
zou moeten worden toegekend een ver
onderstelling in 't voorbijgaan gezegd,
die door vele deskundigen met krach
tige verontwaardiging wordt verworpen.
Het Bestuur van de nieuwe.vereeniging
wil onder anderen de eigenaars van an
tieke perceelen, op de architectonische
beteekenis daarvan attent maken en zoo
trachten te bewerken, dat „niet ondoor
dacht en wel eens noodeloos, de moker
„zal worden gezet op merkwaardige
„bouwwerken".
Vermoedelijk wordt hiermee noch de
oude Sociëteit „de Kroon" bedoeld, noch
de verzameling hoogere en lagere, bree-
dere en smallere huisjes van de terrei
nen van het oude Lakenkoopersgilde,
hoewel daaronder het huisje Raamsingel
10, de woning van de indertijd vermoor
de vrouwen, tot op zekere hoogte, al
thans uit een historisch oogpunt, wel
voor een merkwaardig bouwwerk kan
doorgaan.
Mooie gevels wil de vereeniging be
houden, typische poortjes, antieke deu
ren en zoo meer. Ik hoop, dat het haar
gelukken zal, hoewel de moker altijd een
dreigend element zal blijven.
„Men staat voor het feit," alzoo de cir
culaire zelve, „dat veel van het oude,
menigeen lief, aan nieuwe behoeften
wordt opgeofferd en voorgoed ver
dwijnt". Ja, dat is het nu juist. Waren
er geen nieuwe behoeften ontstaan, dan
zou ook die gevreesde moker wel zijn
blijven rusten, maar ze zijn nu eenmaal
wèl gekomen. Spiegelruiten van zooveel
bij zooveel meter hebben deurtjes, poort
jes en geveltjes opgeslokt; kamerbetim
meringen zijn door blinkend koperen
winkeletalages vervangen. Zal de geest
van den tijd nu terugtreden voor de ver
eeniging Haerlem? Ik kan begrijpen, dat
de vereeniging het wenschen zou, maar
dat ze het zelf gelooft, kan Ik kwalijk
aannemen.
„Je kunt tegen den tijdstroom niet op
boksen", zegt Wouter en hoe verkeerd
dat beeld ook gekozen is, de beteekenis
er van is duidelijk en waar. Maar al be
houden we de oude overblijfselen zeiven
niet, zoo is er toch al iets gewonnen,
wanneer we er afbeeldingen van mogen
bewaren. Die wil de vereeniging onder
brengen in een tijdschrift of in een po
pulair boekje en al was liet alleen om
dat plan te steunen is het goed en nut
tig, om er lid, begunstiger of donateur
van te worden. In tegenstelling m,et de
gewone regeling zijn hier de leden de
dure menschen en betalen zij veel meer
dan de begunstigers, terwijl het dona
teurschap, waarop in andere vereenlgin-
gen alleen rijkaards kunnen azen, hier
juist voor mij en andere menschen met
kleine beurzen is weggelegd.
Moge de vereeniging in elk geval een
overweldigend aantal contribuanten ver
werven, onverschillig hoe ze dan mogen
heeten. Ik zie haar arbeid met belang
stelling tegemoet.
En bij dat woord belangstelling denk
ik ook aan de attentie, waarmee ik on
langs heb staan turen naar de hier
meergenoemde terreinen van het voor
malige Lakenkoopersgild. Landgenoot en
vreemdeling, die naar deze plek staan
te staren, moeten zich wol verbeelden,
dat hier kort geleden een allerheftigste
brand heeft gewoed. De gronden doen
ons Haarlemmers aan een woestijn den
ken, voor zoover we althans nooit een
heuschelijke woestijn onder de oogen
hebben gehad. Overal steken kleine
brokjes metselwerk naar boven, blootge
woelde fundeering of overschotjes van
murende grond is bedekt met laag
houtgewas, heesters, die de menschen de
moeite niet waard hebben gevonden om
mee te nemen en die toch, ln weerwil van
hunne verlatenheid, met aandoenlijke
plichtsbetrachting, trachten te knoppen
en uit te loopen; overal stillevens van
scherven van bloempotten en andere on
beschrijfelijke dingen.
In de verte spelen jongens met
een bal, dit is wel de eenige speel
plaats waar ze niemand hinderen, want
de naaste bewoner, de heer Bei]nes, heeft
zijn tuin omringd door een zoo hoogen
muur, dat hij er geen overlast van heb
ben kan.
Mijn voorspelling, dat niemand voor
een niet eens lagen prijs lust zou hebben
dien grond voor 75 procent in erfpacht
te nemen, komt helaas uit. Nu er op dit
oogenblik aan alle kanten bouwterrein
te krijgen is en bovendien do trek is naar
de omliggende gemeenten, voorzie ik dat
er althans in do eerste jaren geen schep
sel naar deze gronden talen zal. We mo
gen toch al dien tijd, in afwachting van
deze chimérique erfpachtsliefhebbers, die
wellicht nimmer geboren zullen worden,
deze uitgestrekte terreinen niet zóó laten
liggen! Een van drieën: de Raad moet te
rugkomen op zijn besluit en den grond
weer op de gewone manier verkoopen;
of we moeten er een reuzenspeelplaats
van maken in 't belang van de jeugd,
van den Hout en van onze ongehinderde
passage op straat, of... er moet een nieuw
park worden aangelegd.
Ik zie de belastingbetalers al naar hun
beurzen grijpen en geef toe, dat het geld
zou kosten. Maar daartegenover staat,
dat het een prachtpark zou kunnen wor
den, toegankelijk van drie kanten door
een bijzonder breeden toegang. Laat uw
fantasie een oogenblik werken, sluit uw
oogen en denk de muurtjes en de armoe
dige heesters met de rampzalige bloem-
potscherven weg en ge ziet ln uw ver
beelding een sappig grasper£, door bree
dte wandelpaden doorsneden, afgewis
seld met perken van kleurige en riekende
bloemen. Welk een ideaal! Als er geen
Verfraailngsvereenlging bestond, zou ik
wensohea dat ze daarvoor werd opge
richt
Er zou reden te meer voor wezen, om
dat Haarlem wezenlijk niet overmatig
van parken Is voorzien. Het Kenaupark
en het Florapark zijn de eenige, die op
dezen naam aanspraak kunnen maken;
het Ripperdapark is meer een naam, dan
een daad en het Kleverpark, het Haar
lemmerhoutpark, het Wilhelminapark
zijn of in wording of voldoen niet aan
de voorstelling, die we ons in 't gewone
spraakgebruik van een park maken: een
tuin met grasvelden en vooral met bloe
men. Misschien was liet dan ook beter
te zeggen, dat we een „wandelpark"
moesten gaan maken van de terreinen
van het voormalige Lakenkoopersgild, De
andere parken, die Ik hierboven noemde,
zijn dan ook maar .bouwparken, als ik
een nieuw woord gebruiken mag.
Sprekende over parken denken we on
willekeurig aan de hangende annexatie
plannen. Hoe die er bij staan? We hoo
ien er niets van. Ze zijn op don officiee-
len weg of ze er zich ook bewegen is
een andere vraag. Onmogelijk is het niet,
dat ze vermoeid van al de aanvallen, die
ze te verduren hebben gehad, in het gras
langs den weg een dutje zijn gaan doen.
Misschien komen ze dan helaas wel ln
de sloot terecht en schieten er het leven
heelemaal hij ln. Voorloopig kunnen
Overveeners, Heem steden aren en andere
door Haarlem beloerde prooien, dus nog
rustig slapen.
In afwachting daarvan gaan wij onze
gemeentereiniging in orde brengen. Hoe
ligt nog in de windselen. Eerst zullen
Burgemeester en Wethouders er nog ad
vies over uitbrengen. Eén zaak is er, die
ik niet goed begrijp en wel: wat voor
nut het hebben kan, de reiniging te ver
plaatsen. Vroeger wilde men dat ook
doen, maar destijds had dat een andere
reden. Het dagolijksch bestuur meende
toen, als lk mij niet bü zonder jrerg^. dat
het terrein te klein was. Sedert zijn de
denkbeelden veranderd. De bergen vuil
zijn weggewerkt en opgeruimd. Het ter
rein is nu meer dan voldoendo gr-ml.
Waarvoor kan nu verplaatsing dienen?
Er is veel dat niet deugt, zeggen de
voorstellers: putten, kantoor, stallen -
welnu, verbeter die. Dat is allicht goed-
kooper, dan ze heelenal nieuw te nm. -.en
maken op een nieuw terrein.
De beslaande gronden zouden voor
bouwterrein kunnen worden verkocht,
Eilieve, wie zullen daar bouwen, met die
lugubere gevangenis in de buurt?
Voor de verfraaiing van dozen
stadsboek behoeft men zich werkelijk
niet veel moeite to geven, Er wordt veel
geklaagd over de leelijke entrée van
Haarlem voor reizigers, die van Amster
dam komen. Wat zal die er boter van
worden, als de reiniging verdwijnt? Dm?
blijven immers nog over:
de sintellioopen bij de werkplaats van
de Hollandscho Spoor;
de cellulaire gevangenis;
de afschuwelijk geverfde en bovendien
afgekeurde chokra-baruk;
de rommelige verzameling gebouwen
en opslagplaatsen op de Phoenixterr;-.i-
nen.
Aan een boom zoo vol geladen, mie*,
men eene reiniging niet, De V erf raai ings-
vereënigïng heeft dat blijkbaar ook inga
zien, want weliswaar zond zij een re
quest aan den Raad om de verplaatsing
te steunen, maar haar enthousiasme
ging niet zoover, dat zij het behoorlijk
zegelde.
Vandaar dan ook, dat het door den
Raad wreedelijk ter zijde werd gelegd.
FIDELÏO.