DE ZATERDAGAVOND GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD" Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Prijsraadsel. Dit ds Technische Wereld. Haarlemmer Halletjes. Ho. 83. Zaterdag 19 April. 1902. Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. De oplossing van ons vorige Prijsraad sel Is A li D AP PELEN De prijs is bij loting ten deel gevallen aan H. J. BOUMAN. Leidsclie straat 11. Ons nieuwe prijsraadsel luidt; Mijn geheel bestaat uit 11 letters en komt tegenwoordig nog wel eens voor. 4, 2, 3, 3 Is een gebouw. Ten 1, 7, 3 is iets onvertrouwbaars voor «en schaatsenrijder. Een 5. 6, 2, S is een hemellichaam. Een 3, 9, 10, 11 is een rond voorwerp. De oplossingen worden ingewacht tol en met Woensdag a. s. Als prijs loven wij uit: EEN ASCHBAK OF EEN SCHAAR. Correspondentie» FIETS Eft AUTOMOBIEL. In mijn vorige correspondentie deed ik uitkomen, dat de Maatschappij door den Londenschen cauoutchouc- iuVrïkant J. B. Dunlop opgericht, een welgeslaagde onderneming was. Haar naam, onder welke zij in alle streken dor wereld bekend is, luidt: „The Dun ton Pneumatic Tyre Company". Zoo wel de bewoner van Kaapstad als die van Montreal in Canada, of die van Melbourne en Sidney in Australië, ge bruikt Dunlop-banden; in één woord het is een wereld-artikel. Reusachtig en men mag voor eene onderneming als deze zeggen ideaal, zijn inrichting, bedrijf en omzet van deze Maatschap pij, de geregelde levering bezorgende aan een groot land met een zeer groo- te bevolking, plus dlie zijner onmete lijke koloniën, en daarbuiten. Op het vasteland van Europa is het gebruik der Dunlopbanden evenzoo zeer groot, zi] worden uitsluitend uit Engeland ingevoerd, hetgeen met be trekking tot wat ik omtrent de Pa tentwet aanhaalde, duidelijk is. Om niet geheel van de Dunlop-Maatschap- pij afhankelijk te zijn, worden 'n Duitschlahdi banden gemaakt vaneen andere constructie, de zoogenaamde Continentaal-banden (continent: vas teland). Deze zijn ernstige concur renten voor ide Dunlop-banden, een blik op het verbruik ervan, ook in ons land, levert daarvan voldoende het bewijs. Dat de Dunlop-band echter geen al gemeen verbruiksartikel zou worden, in dien zin, dat letterlijk iedere fiets er mede zou zijn uitgerust, was te ver wachten, met he oog op het reeds ge zegde betreffende den prijs. De alge- meene vraag naar goedkoopere waar die onze hedendaagsche samenleving kenmerkt, staat een zóó algemeen ge bruik geheel in den weg, een zaak, diie ik zeker niet nader behoef uiteen te zetben. Toch was het der Dunlop-Company een doorn in het oog, dat, o.a. de uit voer naar Nedierland, tengevolge van de schromelijke imitatie van haar fa brikaat, aldaar voortdurend daalde, niettegenstaande zij ook te Amster dam een wel toegerus depót had ge vestigd. Er moest wat aan gedaan worden om nog niet meer terrein te verliezen en ten slotte misschien ge heel verdrongen te worden. De oplos sing dter kwestie was betrekkelijk een voudig. Zij besloot ten band. te ma ken, waarvan de prijs ongeveer met die der beste in Nederland vervaar digde kon concurreeren. De prijs daalde dus, maar terzelfder tijd1 was zij daardoor ook verplicht de kwali teit der banden te verminderen. Dit nu, was oogenscliijnlijk niet zoo erg. Waren de in Engeland door de Com pany verkochte Dunlop-banden op perbest, de kwaliteit van de voor Ne derland vervaardigde zou dan min stens nog best blijven. Raar, heel raar was het echter, dat de Engel sehen zelf ei' gladweg voor bedankten dat nieuwe fabrikaat te gebruiken en op hetzelve met sierlijke drukletter- jes stond te lezen: „Notfo be sold in thé United Kingdom" (Niet in het Vereenigd Koninkrijk te verkoopen). Ook in deze hééft een goed verstaan der aan een half woord genoeg, doch om duidelijker te zijn, het volgende: Het Engelsche volk is een technisch volk hij uitnemendheid, men begrijpt daar beter dan ergens anders, dat, wil men goed bediend zijn, men voor alles wat machinerie betreft, ook het puikste van het puike moet nemen en naai* rato betalen. De spreuk: „re- collection of quality remains, long since the price lias been forgotten (de herinnering aan de kwaliteit blijft lang, nadat (de prijs vergeten is) staat er even hoog in aanzien als het ..zoet jes aan, dan breekt de lijn niet" van de plilegmatieke buren aan den over kant der Noordzee, en daarom ver kiest een Engelschman goede waar te betalen met goed geld, eene gewoonte die bij hem een tweede natuur is ge worden, omdat hij zich er wèl bij be- injdt. Kortom: hij verkoos tegen den ouden prijs, het oude welbeproef de fabrikaat te behouden, en the Dun lop Company drukte naast Dunlop's portret, patentnummers enz. enz. de woorden, die. don verkoop der minder- sooïtige kwaliteit in het Vereenigd Koninkrijk onmogelijk maakten. Toch kwam de imitatie der Dun lop-banden nog velen Engelschen bui ten de Dunlop-maatschappij ten goe de. De caoulchouc-buitendekken, die gewichtigste onderdeden van de rij wielbanden, werden bij duizendtallen en in allerlei kwaliteiten door andere Engelsche fabrikanten gemaakt en ge leverd. Ook in Duitschland wierp men zich op deze industrie om er de Nederlandsche „fabrikanten" van te voorzien, gelijk ik reeds met een enkel woord ter sprake bracht. Het was lang .een bepaald', recht voordeelig zaakje. Hoe meer er geknoeid werd, hoe meer men verdiende, totdat na tuurlijk het kruikje brak, met het ge volg dat talloozen fabrikanten hunne zaken moesten liquideeren of met de noorderzon vertrokken. Merkwaardig was, dat dit in den regel juist gebeur de, wanneer de aanspraken op de ga rantie wat overvloedig werden, en men dan in stede van zijne rechten te kunnen doen gelden, met een langen neus kon aftrekken, aangezien do per soon, bij wien men zc verhalen wilde, er niet meer was. Van het onderwerp tier banden hier mede afstappend, is het mij aange naam tot den geachten lezer het ver zoek te richten zich met mij te begeven op het gebied van het rijwiel ju "t al gemeen cu daarna ook het overige aangaande dit artikel eens wat van naderbij te\ beschouwen. Van geen enkele zaak kan gezegd worden, dat zij zulk eon geweldigen triomf heeft behaald als het rijwiel. Verbazend verschillend is ook het oordeel, dat mén van verschillende zij den uit liet publiek over het rijwiel verneemt. De een beschouwt liet als een voorwerp, dat uitsluitend aan den gebruiker moet dienen om zijn kracht en behendigheid te loonen, de ander beschouwt het als een symbool van onzen gehaasten en gejaagden tijd, soms ook kijkt men het verachtelijk aan als een gezondheids verwoester, doch anderen beschouwen liet weer als het tegenovergestelde, lil. als het mid del om een afdoende verma.geri'ngs- en ontvettingsluiur te ondergaan en aan nog tal van andere, soms dwaze, soms ware be- en veroordeelingen staat- het rijwiel bloot. Uit achtenswaardigen mond hoorde ik eens de uitdrukking: ,,de fiets ver lengt iemands beenen, en als zoodanig lean men er toch niets op tegen heb ben." Deze uitdrukking bleef mij lang bij en na een langen tijd over de waarde ervan te hebben nagedacht, kwam ik tot cle conclusie, dat zij in alle opzichten het eenige en juiste ka rakter van dit nieuwmodisch voertuig weergeeft. Om dit wel te begrijpen dient i'n de eerste plaats een vooroördeal te wor den uitgeroeid, dat ieder fietser zeker wel een9 voor de voeten geworpen is, nl. dat het fietsen zoo'n Inspanning kost, terwijl loopen toch zooveel ge makkelijker is. In den regel hoorde men dit vooroordeel uiten door men. schen, die zeiven nog nimmer op een fiets gezeten hadden. Het beste bewijs van de onhoudbaar heid dier stelling is zeker wel het sterk toenemend gebrdik van de fiets want. de mensch, die van nature steeds op zijn voord, en gemak uit is, zou in het tegengestelde geval ook wel anders hebben gehandeld, misschien- zou de fiets dan reeds lang in het vergeetboek een plaatsje hebben gevonden. Vraag naar en gebrulde van bet rij wielnamen ontzaglijk toe. en het waar om behoeft zeker wel geen betoog, na hetgeen ik er zooeven van zei de. Er was een tijd dat een ieder wilde fiet sen, het was een „rage". Men maakte schulden om aan een rijwiel te komen, ja er werden dingen gedaan als ware het fietsen heteenige ideaal van het leven. Sommigen beschouwden het als een middel om allo beslommeringen des levens te vergeten 'men achter liet „de oplossing der sodiale kwestie", want een ieder kon thans met het rij wiel gaan en staan, waar hij wilde zonder kosten of bezwaar dus welk een onberékenbaar nut zou daaruit v. voor den workman voortvloeien! Fantasie en Werkelijkheid. Dame Kijk dien ouden heer daar eens geroerd zijn bij 'fc' zien van ellende tranen al is 't maar een schilderij. hij smelt weg in Dezelfde (eea Iialf uur later): Ga weg, of ik roop een politieagent 1 Natuurlijk kan de ontgoocheling niet uitblijven; wij allen zijn er getuigen van geweest. Het was een zeepbel die uiteen spatte een sclioone droom, die in nuchter ont waken te niet ging. Amerika, het land der vrijheid en praclische koppen, komt de eer toe het meest te hebben bijgedragen tot het populariseeren van het rijwiel. Men eischte een goedkooper fiets en verlangde er tevens alle voordeden •in, die de duurdere soorten kenmerk ten. Deze twee zaken behooren natuur- ijk tot. de onmogelijkheden evenmin als men een klomp goud met zijn "-e- wicht in zilvler kan betalen. Toch brachten de Amerikanen liet op dit punt ongeloofelijk ver. Er werd door hen een draaglijken fiets geleverd voor een prijs waarvoor men ter nauwer- nood een stel echte Dunlop banden kon koopen. Ze zagen er goed uit die kar retjes en de vraag er naar werd groot, zóó groot zelfs, dat vele Amerikaansche fabrikanten van duurdere rijwielen hunne fabrieken wel konden sluiten. Hadde men een adres van dankbaar heid aan de Amerikaansche fabrikan ten van die goedkoope fietsen kunnen richten, zeker zou dit op zijn plaats zijn geweest, maar het ondankbare pu bliek had liever een votum van wan trouwen en een smaadwoord voor hen over. Iloe verkeerd tocli! Om het publiek te gerieven hadden zij hun eigen industrie verknoeid, een produkt geschapen waaraan brutaal weg door do koopers de hoogste eischen werden gesteld, want hadden de fa brikanten niet zelf liet bewijs geleverd, dat een fiets voor weinig geld lever baar was'? Welk oen verwarring van inzichten! Het mooie vernis je was vol gens koopers het blanketsel dat de fletse wangen van den patiënt moest opfrissclien, die Amerikaansche fietsen waren vodden en prullen! Men vergat geheel, dat de fabrikanten waren te gemoet gekomen aan een veeleischend publiek en gedaan hadden wat men schelijker wijze mogelijk was om het zelve te bevredigen. Dat die handelwij ze een betere beoordeeling verdiende hoop ik 'in een volgende corresponden tie nader uiteen te zetten. Uit de Moppentrommel, Schoolmeester (verheven). Als gij, Wilhelmus, nu eens voor het kiezen had, zou je dan zoo wijs als Salomon, zoo groot als Julius Caesar, zoo rijk als Croesus, zoo welsprekend als Demosthe nes, zoo reusachtig als Goliath of zoo machtig als Lodewijk XIV willen zijn? Wilhelmus. Naar mijn meening gaat er niets boven een stoomfiets, meneerl Marie., Ik geef toe dat je inkomen - -voldoende is-en dat wij zouden kunnen trouwen ais je maar niet zoo'n Avceide- rige dingen er op na hield. Karei. Weelderige dingen? Wat weel derige dingen? Noem er eens een. Marie. Ik. Leeraar. Willem was is een (pia- drup de? Willem. Een ding op vier pooien, meneer, Leeraar. Noem er een. Willem. Een olifant. Leeraar. Ziju er ook gevederde quadrupèdes? Willem. Jawel, meneer. Leeraar. Wat zog je daar?H Welk dan?lll Willem. Een voeren bed, meneer. ALTIJ Dj BELEEFD. Zij: Och, welk eén domheid, dat ik jou gehuwd heb. Hij: O, ik verzoek u, de domheid is geheel aan mij. Een Zaterdagavondpraatje Het is zeer stellig een goed denkbeeld van verschillende belangstellenden in deze gemeente geweest, om een vereeni- ging op te richten, die als doel heeft me- dedeelingen te doen over oude Haarlem- sclie historie en bouwkunst en mee te werken tot het behoud van wat we nu pog Yoor schoons op dat gebied bezit ten, Tegenover dat goede doel mag er ipiet al te veel op gelet worden, dat de circulaire, waarbij we worden uitgenoo- digd tot het lidmaatschap, niet al te schit terend is van stijl. Ze heeft iets zwaars, dat den indruk geeft alsof ze is opge maakt door verschillende personen ge zamenlijk. Nu moet iemand een lekke ren pannekoek alleen eten en een mooie circulaire alleen stellen, anders lukt het niet. Nurksen kunnen vragen, waarom de vereeniging Haerlem moest lieeten met ae en niet Haarlem met twee a's. Ik wil niet zeggen, dat de naamgevers hebben gevreesd voor verwarring met de kies vereniging van dien naam, maar denk veeleer, dat ze in die ae alvast een glimp, een lichtstraal hebben willen leggen van de oudheidkundige bedoelingen, waarmee hunne vereeniging is opge richt. Natuurlijk had men er ook een an deren naam aan «unnen geven, bijvoor beeld „Herulam", wat volgens velen de oorsprong van den naam Haarlem Is ge weest, om niet te spreken van „Heer Lem", aan welken heer diezelfde eer zou moeten worden toegekend een ver onderstelling in 't voorbijgaan gezegd, die door vele deskundigen met krach tige verontwaardiging wordt verworpen. Het Bestuur van de nieuwe.vereeniging wil onder anderen de eigenaars van an tieke perceelen, op de architectonische beteekenis daarvan attent maken en zoo trachten te bewerken, dat „niet ondoor dacht en wel eens noodeloos, de moker „zal worden gezet op merkwaardige „bouwwerken". Vermoedelijk wordt hiermee noch de oude Sociëteit „de Kroon" bedoeld, noch de verzameling hoogere en lagere, bree- dere en smallere huisjes van de terrei nen van het oude Lakenkoopersgilde, hoewel daaronder het huisje Raamsingel 10, de woning van de indertijd vermoor de vrouwen, tot op zekere hoogte, al thans uit een historisch oogpunt, wel voor een merkwaardig bouwwerk kan doorgaan. Mooie gevels wil de vereeniging be houden, typische poortjes, antieke deu ren en zoo meer. Ik hoop, dat het haar gelukken zal, hoewel de moker altijd een dreigend element zal blijven. „Men staat voor het feit," alzoo de cir culaire zelve, „dat veel van het oude, menigeen lief, aan nieuwe behoeften wordt opgeofferd en voorgoed ver dwijnt". Ja, dat is het nu juist. Waren er geen nieuwe behoeften ontstaan, dan zou ook die gevreesde moker wel zijn blijven rusten, maar ze zijn nu eenmaal wèl gekomen. Spiegelruiten van zooveel bij zooveel meter hebben deurtjes, poort jes en geveltjes opgeslokt; kamerbetim meringen zijn door blinkend koperen winkeletalages vervangen. Zal de geest van den tijd nu terugtreden voor de ver eeniging Haerlem? Ik kan begrijpen, dat de vereeniging het wenschen zou, maar dat ze het zelf gelooft, kan Ik kwalijk aannemen. „Je kunt tegen den tijdstroom niet op boksen", zegt Wouter en hoe verkeerd dat beeld ook gekozen is, de beteekenis er van is duidelijk en waar. Maar al be houden we de oude overblijfselen zeiven niet, zoo is er toch al iets gewonnen, wanneer we er afbeeldingen van mogen bewaren. Die wil de vereeniging onder brengen in een tijdschrift of in een po pulair boekje en al was liet alleen om dat plan te steunen is het goed en nut tig, om er lid, begunstiger of donateur van te worden. In tegenstelling m,et de gewone regeling zijn hier de leden de dure menschen en betalen zij veel meer dan de begunstigers, terwijl het dona teurschap, waarop in andere vereenlgin- gen alleen rijkaards kunnen azen, hier juist voor mij en andere menschen met kleine beurzen is weggelegd. Moge de vereeniging in elk geval een overweldigend aantal contribuanten ver werven, onverschillig hoe ze dan mogen heeten. Ik zie haar arbeid met belang stelling tegemoet. En bij dat woord belangstelling denk ik ook aan de attentie, waarmee ik on langs heb staan turen naar de hier meergenoemde terreinen van het voor malige Lakenkoopersgild. Landgenoot en vreemdeling, die naar deze plek staan te staren, moeten zich wol verbeelden, dat hier kort geleden een allerheftigste brand heeft gewoed. De gronden doen ons Haarlemmers aan een woestijn den ken, voor zoover we althans nooit een heuschelijke woestijn onder de oogen hebben gehad. Overal steken kleine brokjes metselwerk naar boven, blootge woelde fundeering of overschotjes van murende grond is bedekt met laag houtgewas, heesters, die de menschen de moeite niet waard hebben gevonden om mee te nemen en die toch, ln weerwil van hunne verlatenheid, met aandoenlijke plichtsbetrachting, trachten te knoppen en uit te loopen; overal stillevens van scherven van bloempotten en andere on beschrijfelijke dingen. In de verte spelen jongens met een bal, dit is wel de eenige speel plaats waar ze niemand hinderen, want de naaste bewoner, de heer Bei]nes, heeft zijn tuin omringd door een zoo hoogen muur, dat hij er geen overlast van heb ben kan. Mijn voorspelling, dat niemand voor een niet eens lagen prijs lust zou hebben dien grond voor 75 procent in erfpacht te nemen, komt helaas uit. Nu er op dit oogenblik aan alle kanten bouwterrein te krijgen is en bovendien do trek is naar de omliggende gemeenten, voorzie ik dat er althans in do eerste jaren geen schep sel naar deze gronden talen zal. We mo gen toch al dien tijd, in afwachting van deze chimérique erfpachtsliefhebbers, die wellicht nimmer geboren zullen worden, deze uitgestrekte terreinen niet zóó laten liggen! Een van drieën: de Raad moet te rugkomen op zijn besluit en den grond weer op de gewone manier verkoopen; of we moeten er een reuzenspeelplaats van maken in 't belang van de jeugd, van den Hout en van onze ongehinderde passage op straat, of... er moet een nieuw park worden aangelegd. Ik zie de belastingbetalers al naar hun beurzen grijpen en geef toe, dat het geld zou kosten. Maar daartegenover staat, dat het een prachtpark zou kunnen wor den, toegankelijk van drie kanten door een bijzonder breeden toegang. Laat uw fantasie een oogenblik werken, sluit uw oogen en denk de muurtjes en de armoe dige heesters met de rampzalige bloem- potscherven weg en ge ziet ln uw ver beelding een sappig grasper£, door bree dte wandelpaden doorsneden, afgewis seld met perken van kleurige en riekende bloemen. Welk een ideaal! Als er geen Verfraailngsvereenlging bestond, zou ik wensohea dat ze daarvoor werd opge richt Er zou reden te meer voor wezen, om dat Haarlem wezenlijk niet overmatig van parken Is voorzien. Het Kenaupark en het Florapark zijn de eenige, die op dezen naam aanspraak kunnen maken; het Ripperdapark is meer een naam, dan een daad en het Kleverpark, het Haar lemmerhoutpark, het Wilhelminapark zijn of in wording of voldoen niet aan de voorstelling, die we ons in 't gewone spraakgebruik van een park maken: een tuin met grasvelden en vooral met bloe men. Misschien was liet dan ook beter te zeggen, dat we een „wandelpark" moesten gaan maken van de terreinen van het voormalige Lakenkoopersgild, De andere parken, die Ik hierboven noemde, zijn dan ook maar .bouwparken, als ik een nieuw woord gebruiken mag. Sprekende over parken denken we on willekeurig aan de hangende annexatie plannen. Hoe die er bij staan? We hoo ien er niets van. Ze zijn op don officiee- len weg of ze er zich ook bewegen is een andere vraag. Onmogelijk is het niet, dat ze vermoeid van al de aanvallen, die ze te verduren hebben gehad, in het gras langs den weg een dutje zijn gaan doen. Misschien komen ze dan helaas wel ln de sloot terecht en schieten er het leven heelemaal hij ln. Voorloopig kunnen Overveeners, Heem steden aren en andere door Haarlem beloerde prooien, dus nog rustig slapen. In afwachting daarvan gaan wij onze gemeentereiniging in orde brengen. Hoe ligt nog in de windselen. Eerst zullen Burgemeester en Wethouders er nog ad vies over uitbrengen. Eén zaak is er, die ik niet goed begrijp en wel: wat voor nut het hebben kan, de reiniging te ver plaatsen. Vroeger wilde men dat ook doen, maar destijds had dat een andere reden. Het dagolijksch bestuur meende toen, als lk mij niet bü zonder jrerg^. dat het terrein te klein was. Sedert zijn de denkbeelden veranderd. De bergen vuil zijn weggewerkt en opgeruimd. Het ter rein is nu meer dan voldoendo gr-ml. Waarvoor kan nu verplaatsing dienen? Er is veel dat niet deugt, zeggen de voorstellers: putten, kantoor, stallen - welnu, verbeter die. Dat is allicht goed- kooper, dan ze heelenal nieuw te nm. -.en maken op een nieuw terrein. De beslaande gronden zouden voor bouwterrein kunnen worden verkocht, Eilieve, wie zullen daar bouwen, met die lugubere gevangenis in de buurt? Voor de verfraaiing van dozen stadsboek behoeft men zich werkelijk niet veel moeite to geven, Er wordt veel geklaagd over de leelijke entrée van Haarlem voor reizigers, die van Amster dam komen. Wat zal die er boter van worden, als de reiniging verdwijnt? Dm? blijven immers nog over: de sintellioopen bij de werkplaats van de Hollandscho Spoor; de cellulaire gevangenis; de afschuwelijk geverfde en bovendien afgekeurde chokra-baruk; de rommelige verzameling gebouwen en opslagplaatsen op de Phoenixterr;-.i- nen. Aan een boom zoo vol geladen, mie*, men eene reiniging niet, De V erf raai ings- vereënigïng heeft dat blijkbaar ook inga zien, want weliswaar zond zij een re quest aan den Raad om de verplaatsing te steunen, maar haar enthousiasme ging niet zoover, dat zij het behoorlijk zegelde. Vandaar dan ook, dat het door den Raad wreedelijk ter zijde werd gelegd. FIDELÏO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5