Tweede Blad, ren later volgde zijné benoeming tot liutenanfc ter zee 2e lel, In 1870 werd hij bevorderd tot le klasse, in 1880 tot kapitein-luütenant, in 1885 tot kapi tein tor zee, en den 1 Aug. 1894 tot schout-bij-nacht. In de eerste jaren van zijn dienst maakte jhr. De Brauw verschillende reizen naar Oost- en West-Indië, nu en dan onderbroken door detacheering hier te lande, o.a. in '1872, toen hij toegevoegd werd aan den chef der hy- drographie. Twee jaren later werd hem liet bevel opgedragen over het opnemiingsvaatrtuig Hydrograaf, dat beafei'uii was voor Oost-Tndië. Den 1 Mei 1878 werd hij andermaal gedeta cheerd aan het marine-departement, en wederom toegevoegd aan den chef der hydtrographie. Omstreeks dezen tijd werd hem tevens opgedragen de opnam© van het zeegat aan den Hoek van Holland. In 1885 volgde zijne de- tachearing te Willemsoord, om tegen woordig te zijn bij het gereed maken van Hr. Ms. ..De Ruijter" over wel ken bodem hem hetzelfde jaar het be vel werd opgedragen. Een paar ja ren later in 1887 werd de toen malige kapitein ter zee jhr. De Brauw geplaatst als commandant op het wachtschip te Batavia, en later voer de hij gelijk commando over het wachtschip te Soerabaya. Naar Nederland teruggekeerd, werd jhr. De Brauw in 1889 gedetacheerd in de maritieme directie te Willems oord, ten einde zich voor te bereiden te zijner tijd hot bevel over het korps torpedisten over te nemen van den ka pitein ter zeer Noltheniuis. Nog het zelfde jaar trad 'hij als korps-com mandant op. Als zoodanig werd zijn standplaats eerst van Willemsoord naar Amsterdam, en later vamdiaar naar 's Gravenhage overgebracht. Den 16 Februari 1892 werd de thans ontslapen oud-zeeofficier van het ne vel over het Torped'istenkorps eervol ontheven, en met dien datum gedeta cheerd bij het departement van mari ne, en belast met de waarneming van de betrekking van inspecteur van den m ar in e-torpe do d'i east Als inspecteur werd hij tevens benoemld1 in 1893 tot lid van de commissie tot het exa- m in eer en van zee-officieren en adel borsten. Met 2 Augustus 1894 werd jhr. De Brauw eervol ontheven van zijn detacheering bij het marine-de partement, en als inspecteur van den torpedo dienst, en toen werd hij belast met de betrekking van directeur en commandant der marine te Hellevoet- sluis, te]ven(5 commandant 'dier stel ling van de monden der Maas en van het Haringvliet. Laatstgenoemde betrekking bekleed de hij tot 1 November 1896, toen hij op zijn verzoek gepensioneerd werd onder dankbetuiging voor de goede en langdurige diensten, den lanidie be wezen. Als jeugdig officier verwierf jhr. De Brauw ter zake zijner verrich tingen bij een gevecht tegen zeeroo- vers in de haai van Lobo op 18 April 1862 de Militaire Willemsorde. In de laatste jaren va.n zijne loopbaan ver vulde hij gedurende e enig en tijd de betrekking van permanent commissa ris van het fonds voor dtek- en onder officieren enz. der zeemacht. In 1893 werd jhr. De Brauw gecommitteerd naar Berlijn en Kiel voor torpedo-aan gelegenheden. Toen Hare Majestei ten de Koninginnen in 1894 een bezoek brachten aan Zeeland, voerde schout bij-nacht jhr. D© Brauw het bevel over de vier oorlogsschepen, welke zich bij die gelegenheid voor Vlissdn- gen be'vonden. De overledene was ridldter in de orde van den Nederlan dschen Leeuw en voorts gerechtigd tot het dragen van het eere-teeken met de gesp Atjeh 1873-'90. Gemengd Nieuws. Overstroomingen op Java. In d'e Semarangsche „Locomotief' leest men: Om aan den nood der bevolking te gemoet te komen, werd in het district Klamboe reeds verscheiden dagen gratis rijst verstrekt aan hen, die niets meer hadden. Ook in Oendaan ge beurt dit nu, notabene anders de vrraadschuur van geheel Koedoes. Een fout in de rijstbedeeling is weer, dat er geen controle is; de dessahoof- deri hebben vrij spel en het gevolg daarvan is, dat er op ergerlijke wijze wordt geknoeid. Het goedle doel, door het gouverne ment beoogd, wordt dus slechts ten deele bereik. Te Djoewana wordt ook gratis rijst verstrakt. Het gouvernement heeft liier een uitstekenden maatregel ge nomen, en het ware te wénschen, dat die over geheel Java en hoe eer zoo beter werd. ingevoerd. Van bestuurs- Wege n.l. wordt ze hier in het klein tegen inkoopsprijs verkocht. Men zegt, dat «Je toenmalige assis tent-resident van Heutsz het ini tiatief hiertoe heeft genomen, door aan de regeering te vragen, hem "100.900 pikoks rijst te zenden, om zon der winst in ket klein aan den dessa- man te verkoopen. liet gouverne ment verschafte 50.000 pikols en de firma Mc. Ncill stelde gratis haar sui kerpakhuizen ter beschikking. Ook hier kleefde een gebrek aan de organisatie; wederom werden minder inlandsche ambtenaren daarmede belast; de nieuwigheid ging hun niet al te vlot van het hart en bovendien werden deze menschen aan hun eigen lijken werkkring onttrokken. Ingrij pende veranderingen werden door i van Heutsz' opvolger, den controleur lEinthoven, gemaakt. Speciaal daar voor bezoldigde inlanders van hooge afkomst werden met den verkoop be last. Hun bezoldiging vond hij in een aangevraagde en door den resi dent iter,stond toegestane verhooging van den verkoopprijs, die echter zoo gering was, dlat de koopers er niets van merkten; de prijs vermeerderde per pikol van f 5.2i tot f 5.25. En al les ging thans even vlot en vlug in zijn werk. Werkelijk, mdt dezen rijstverkoop is iets ideaals tot stand gebracht; stel u voor, dat overal op Java die kleine man in de moeilijke maanden van het jaar tegen lagen prijs rijst kan koo- pen en niet in de handen valt van be driegers en uitzuigers! Welle een' prachtig vooruitzicht.. Het is te wen- schen, dat op andere plaatsen even eens deze maatregel worde ingevoerd. Thans is f 500.000 ter beschikking het bestuur van Demak gesteld, om den dessaman bij wijze van voorschot geldelijk te steunen in harde tijden, welk voorschot hij na den. oogst met pad,i moest aanzuiveren. Het plan is het voorgeschotene met rente te laten terugbetalen; lie\' werkkapitaal wordt tegen het volgende jaar inplaas van met geld op dezelfde wijze uitge zet, terwijl de rente, cl. i. de pa-di, die meer werd teruggegeven, dan de schuld groot was, in daarvoor te bou wen schuren wordt bewaard en tegen zeer bjillijken prijs verkrijgbaar ge steld, zoodra idle eigen voorraad ver bruikt is. Testgevallen. De Engeisch-Indlische correspondent van de „.Lancet" schrijft dd. 22 Maart: In de laatste week is het getal sterf gevallen aan pest gestegen van 23,715 tot 25,655, wat vooral veroorzaakt is door die toeneming van de pest in de Pendjab, waar 15,090 sterfgevallen plaats vonden togen 12,544 in cbe vo rige week. In andere gedeelten van Indië is weinig verandering. Slechts weinige gevallen gaan in Calcutta naar de hospitalen en dien llen Maart waren in alle hospitalen te Bombay slechts 181 gevallen, niettegenstaande er in de afgeloopen week te Calcutta 501 en te Bombay 856 sterfgevallen voorkwamen. Het schijnt, schrijft de correspondent, dat de lijders nu in hun eigen woningen mogen sterven. Inen ting- wordlt in sommige plaatsen krach tig bevorderd, in andere geheel nage laten. In de week van 14 Maart wer den 44,179 dosis inentstof uit het labo ratorium te Bombay verzonden. Ook d'e hongersnood neemt eer too dan af. Den lOeni Maart werden 400,000 personen ondersteund, voor namelijk in de districten Bombay, Radjpuhana en Centraal-fndië. Machinaal melken. Het is niet onaardig eens te weten hoe twee ingenieurs te Glasgow een machine, uitgevonden hebben, om de koeien machinaal te melken. Deze machine, de „cow-milker" genaamd, is reeds met het meeste succes op ver schillende landbouwinrichtingen in Engeland, Schotland en Australië in gebruik. Ze bestaat uit een pomp of een pijp, om stoom te laten uitsiroo- men, die voortdurend in beweging wordt gehouden en de lucht opzuigt in een lange buis, welke zich over de geheele lengte bevindt van den stal, boven de ruiven. De koeien worden nu twee aan twee van elkaar afgezonderd en een melk- t o es tel tusschen haar geplaatst. Dit toestel, de „cow-milker" bestaat uit eeir kan van geslagen ij zei* en is voorzien van een deksel, dat harme- behoorende bij „Hsarlent's Dagblad" van Donderdag 24 April 1902. No. 5772 S ta d s n i euws Electrisehe Centrale. Toen eenige dagen geleden in een van de bladen werd; medegedeeld, dat de heeren Groot, van de Kamp, Mo- doo cn Hofland een voorstel hadden ingediend om alsnog een commissie te benoemen in de zaak-Beijnes, heb ben wij dat zonden* commentaar over genomen, omdat wij bij dat stuk een gemotiveerde toelichting verwachtten. Thans ligt evenwel een afdruk van hei, voorstel in zijn geheel voor ons cn zien wij, dat er van een toelichting feitelijk geen sprake is. Waarop toch beroepen zich de voor stellers? Op het schrij/ven van den heer Doijer en op het' bekende artikel in Eiectra. Maar daarin wordt im mers niet de quaestie-Beijnes behan deld. maar de vraag, of de Lichtcom- ïuissie voldoende deskundige voor lichting heeft gehad en gewild 'of ge lijkstroom beter is dan draaistroom, of de Centrale zonder hinder, groote motoren kan drijven en zoo meer. D!e technische qu aesti© derhalve, die geheel naast de quaestie-Beijnes staat, maar die de quaestie-Beijnes Qiet i s 1 De voorstellers zien dat ook in, want ze willen e|en Commissie van deskundigen, maar waarvan... twee te benoemen door den heea* Beijnes, lie naar onze overtuiging met de technische quaestie niet ta maken heeft. Zonderlinge verwarring, die evenwel nog groote,r wordt, waar de voorstel lers hetoogen dat niet alleen liet ge meentebelang, doch ook het prestige van den heer Doijer enz... op het spel staat. Moet dus nu de Raad van Haar lem toen commissie gaan benoemen ter beoordeeling, onder anderen, van het prestige van den heer Doijer? Én gestoWl nu eens, dat deze Com missie van deskundigen tot den Raad zelj-: „de Lichtcommissi© heeft geen voldoende vooailichlling .gehad en draaistroom is beter dan gelijkstroom zal dan de Raad den heer Doijer op dragen een plan voor draaistroom te ontwerpen of te beoor'dleelen en de pas afgebouwde electrisclie fabriek dien overeenkomstig- te veranderen, allicht 't kabelnet te wijzigen,kortom voor dui zenden guldens veranderingen te gaan maken? Of zal men dan tot de Lichtcommis- sie zeggen.- „jullie hebt nu eenmaal (fen gelijkstroomisysteem gemaakt (mfin, de boel is eer nu eenmaal, maar doet me dat niet weer!" „Als het blijken mocht, dat d©'Licht bom missie in dezen minder juist is op getreden," zeggen de voorstellers, „dan ou dit een leerzame les voor den toekoniist kunnen zijn." Voor de toekomst (het woord is Vrouwelijk: zegt men niet, dat aan de 'vrouw de toekomst behoort?) is deze Commissie, dunkt mij, niet meer noo- aig. Ook zonder deze, zal wat er voorgevallen is voor meier dan een zijn geweest een leerzame les. zooals de fooi-stellers dat met krachtigen dub belklank noemen. Binne n 1 a n d. Ongelukken bij den arbeid. Te Rotterdam is bij het schoonma ken van zijne vensters de werkman J. C. C., wonende Zijlsteeg no. 18, met een ladder door de ruiten gevallen en beeft zich daarbij ernstig aan een hand verwond. Hij is in het ziekenhuis verhouden. Te Rotterdam, aan den 's Graven- d ij kwal heeft de gemeentewerker K. H. S., wonende Schans 338, Zaterdag middag een trottoirband op zijn lin kerhand gekregen. Dat lichaamsdeel is vrij ernstig gekwetst. Te Rotterdam is Zaterdag op den Nieuwen Binnenweg, nabij den 'sGra- vendijkswal door een omnibus van de Rottdrdamsche Tram maatschappij overreden de conducteur P. K., wo nende in de Jonk erf ransstraiat. De Feuilleton. Aan den voet der Bergen. Naar het Duitsch van SOPHIE CH. VON SELL. 3. ..Is u at lang weduwe, mevrouw?" vroeg hij. Haar bloed steeg haar naar het ge laat. Vertrouwelijk zag ze liem aan. ..Mijn Nico's vader leeft. Maar wij zijn voor altijd gescheiden'. Ernstig keek d'e dokter in haar don kere o ogen. ,.En moet die vader weg blijven, als zijn kind ..Dokter" gilde Walburga uit. „Is er dan geen hoop meer?" Hij God is niets onmogelijk, me vrouw. Ili'er schiet menschelijk© hulp tekort". Zij klampte zich vast aan de stoel leuning om niet in elkaar te zakken. ..Ik heb het verdiend1", klaagden haar bleek© lippen. Medelijdend keek dokter Sterner (laar aam. J.Yalbuirga; lias dn dien blik een vraag ,en dlaar zij gevoelde dat het haar zou opluchten, vertelde zij den man viel bij het springen op de trede van het voorbalcon en kwam toen on der den wagen terecht, Hij is naar zijn woning gegaan, oogenschijnlijk nie( ernstig gewond. Brutale diefstal. Van den landbouwer C. van Barne- veld te IJselstein is een paard gesto len. Met hoeveel brutaliteit de dieven hierbij te werk zijn gegaan, blijkt uit het volgende verhaal van het „Utr. Dagblad": In den nacht, dat het paard' gestolen werd, waaien de landbouwer v. B. en zijn 'knecht tot 12 uur op geweest, om te waken bij een koe. De stal was goed gesloten, des morgens echter werd de achterdeur open gevondeai; bet paard, ruim 400 gulden waard, benevens een hoofdstel waren verdwenen. De dieven liad'den, zooals nader blijkt, het paard gespannen voor een kar, diie zij bij zich hadden. Zij waren cfloor den tol bij IJselstein gereden en zagen toen een Utrechtsch wagentje aan komen rijden. Het behoorde toe aan den landbouwer Griffioen, die van een bruiloft kwam, vergezeld van zijn vrouw. De dieven bemerkten, dat deze landbouwer een boerderij opreed. Zij reden langzaam door, een van die dieven keerde echter terug en toen hij zag, dat de boer zijn wagentje liet bui ten staan, waanschuwdie hij zijn kame raads. Zij besloten toen wat te wach ten, totdat de boer naar bed zou zijn gegaan., en spanden toen liet paard van die kar, terwijl zij het daarop voor het Utrechtsché wagentje span- deal. IJlangs reed men daarna voort. Het doel der reis wa/s België. De die ven verkochten het wagentje in Ant werpen an het paard voor 200 francs aan een paardenslager, een paar uur boven die stad wonendie. De slager vond' echter het paard te goed! om te slachten, hoewel het dlier zeer veel ge leden had door den langen tocht. De dief, die nu te Antwerpen zich in ar rest bevindt, heeft alles bekend. Hij zegt echter het paard niet te hebben gestolen, maar wel te hebben ver kocht. Dezer dagen zijn die landbou wers v. B. en Gr. met een rechercheur naar Antwerpen gereisd, om zoo mo gelijk hun eigendom terug te krijgen. Letteren en Kunst. Nederlandsche Opera. Floris V van Richard Hol. De Nederlandsche Opera zal zich de zer dagen andermaal verdienstelijk ma ken tegenover de natlonaal-muzikaal- dramatische kunst, door de opvoering van bovenstaande opera, waarvan mevr. Boddaert het libretto vervaardigde. Floris V is eene figuur in onze ge schiedenis die als „der Keerlen god" zeer populair is gebleven. Mevr. Boddaert en Richard Hol heb ben hiervan een,echt Nederlandsch mu ziekdrama gemaakt, dat niet zal nalaten op nieuw grooten indruk te maken.. Op nieuw, zeggen we, want voor een tiental jaren is dit werk in de voornaamste ste den van ons land met grooten bijval op gevoerd. In overleg met de directie der Ned. Opera hebben de schrijvers belangrijke veranderingen aangebracht, waardoor het 4e en 5e bedrijf met een groote oli- max worden te zamen getrokken. On der leiding van den, componist zeiven zal de eerste opvoering plaats hebben te 's- Gravenhage, zijn tegenwoordige woon plaats, op a.s. Donderdag 24 dezer, ver volgens Vrijdag 25 te Amsterdam, Maan dag 26 te Utrecht en Woensdag 30, te Rotterdam. Met grond mag worden verwacht, dat het muzikale Nederland het werkelijk schoone nationale opus van den nestor onzer Nederlandsche componisten, aan wien de toonkunst in 't algemeen zoo grooten dank heeft te brengen, met warmte zal ontvangen. Leger en Vloot. Schout-by-uacht De Brauw. f Het overlijden te Breda van den oud-schout bij nacht jhr. Th. E. de Brauw heeft in de marinekringen groote deelneming gewekt. Jhr. De Brauw, die na een zeer eervolle loop baan van ruim veertig jaren, den 1 November '1895 den zeedienst verliet, stond) bekend als een zeer kundig en ervaren zee-officier. In 1854 kwam liij als adelborst opde academie voor zee- en landmacht t.e Breda. Vijf ja- dokter liaar heele levensgeschiedenis. In een door bergen omgeven dorpje van Neder-Oostenrijk was zij opge groeid. Reedis vroeg wees, leefde zij bij haar grootvader, een oudi dorps dokter, die door tegenspoed voor zijn tijdi grijs was geworden. Hij prakti- zeerdle weinig meer, maar snuffelde des te ijveriger in oude folianten en maakte .natuurkundige proeven in zijn studeerkamer. Walburga groeide op ui® eeaii bergbloe nipje, eenzaam, on verzorgd, in smettelooze lieflijkheid. Met de dorpsbewoners bad zij geien omgang. Da oude, doove meid.' en den grootvader, nu en dian dien dorps geestelijke andere menschen sprak zij zelden. Vrij van alle zorg, huppelde zij als een lammetje rond', ovea* her- gen en heuvelen, door bosschen en dalen, overmoedig, maar schuw als die gemzen der Alpen. Nieuwsgierig gaapte zij Zondags de bezoekers aan', die uit het nabijgele gen stadje een uitstapje maakten. Maar van nadere kennismaking hield zij niet-. Dien grooten trek van toe risten naai* die bergen zag men des tijds nog niet. Gewoonlijk wanen het families met kinderen, bejaarde men schen, die stil en rustig wilden leven, welke 's zomers het dorpje opzochten. Het allen gslcens tot blozende maagd opgegroeide meisje was onopgemerkt gebleven, tot op zekeren dag een jong schilder lin hot plaatsje verscheen. Niet omdat het een feestdag was, maar alleen om een studie te maken van de schilderachtige dracht en krachtigen bouw dlea* Alpenbewoners, had! deze kunstenaar dit plekje uitge kozen. De schoon© maagd in haai* wit kleed trok zijn volle aandacht. Een boerin gaf hem bereidwillig inlichting wie zij wias. Den volg.en.dlen. d'ag ontmoette hij Walburga op een eernzaam bergpad. Zij kwam dien berg af, dien- hij met zijn sehilderBgereedlschap besteeg. Om het gesprek aan te knoopen, vroeg hij haar den weg. Zij wees hem dien aan. Kun gesprek was kort, evenals eiken volgenden keea*. Eigenaardig genoeg, de twee ontmoetten, elkaar bijna iede- ren dag. De schuchterheid van het na tuurkind prikkelde den verwenden vreemde. Zou dit bruin© boeren meisje niet op hem kunnen ver- lieven? Door wonderlijke verhalen uit die bonte wereld daar buiten, wast hij haar te boeien. En. teen hij haar had overgehaald bij hem te blijven zitten onder het schilderen, had hij gewonnen spel. Maar hoeveel nieuws en eigenaardigs zij oolc van hem hoor de het wonderlijkste ondervond zij zelf: zij werd in de korte zomerdagen door de eerste zthébegoochelende lief de van k'ind) tot vrouw. Sarth©r per soonlijk werdl meer en- meer aan liet flinke, frissche meisje gehecht. Dat was toch een ander schepsel dan dïoi steedschle modepoppen! Steeds langer rekte hij zijn verblijf. Eindelijk had hij van zijn vertrek gesproken. Vol- angst sloeg zij de armen om zijn hals. „.Blijf kalm," zei hij, „ik vertrek niet zonder jou". Maar daarvan wilde die grootvader niets hooren. Hij had geen fortuin. Walburga was nog ©en kind, en hij een kunstenaar zonder vooruitzichten, in onmin met zijn familie. Hij kende de wereld' en kon zulk een huwelijk niet goedkeuren. Zij drongen aan en smeekten om toestemming. Tever geefs! En toen trouwden zij zondea* in williging van den oude. In de eerste dagen van haar huwe lijk meende zij: zoo met hem 't leven te slijten, was het hoogste geluk op aarde. Helaas, het worden treurige jaren! Niets is lastiger te dragen dan armoedte, die men niet. mag doen blij ken. Dat ondervond Walburga ook. Adel bert Sarther was dte zoon ©ener rijke aristocratische familie uit Bre- rhen. Tegen den wil dhr zijnen was hij schilder geworden. Nog grooter tisch suilt en waaraan een puisometer bevestigd is, van waaruit twee buig zame buizen (een voor elk beest) loo- pen, die elk eindigen in vier busjes, waarin de uiertepels juist passen. Het toestel brengt een miging te weeg, welke veel gelijkt op het zui gen van een jong kalf, en de koeien wennen er zich, naar het schijnt,zeer gemakkelijk aan. Deze machline bespaart heel wat werkkrachten. Een man met een hulp kunnen daarmee in een uur zes tig koeien melken, en het meikon op deze wijze vermoeit de dieren in het geheel niet, terwijl daarenboven de melk, die nu verkregen wordt, niet blootgesteld is aan de lucht, daardoor dus geheel zuiver is en veel langer bewaard kan worden. Musolino. Het proces tegen Musolino, de bandiet, die te Lucca terecht staat, is in vollen gang. Hij blijft bij zijn verhooren dezelf de: hij praat met opgewondenheid over zijn heldendaden en declameert steeds luider, alles wat men hem ten laste legt, volledig bekennende, behalve als hel geldt diefstallen. Bij gelegenheid dat de president van het Hof hem voorhield dat hij een zijner slachtoffers had be roofd, werd hij woedend en verlangde naar zijn cel te worden teruggebracht want zulke dingen te moeten aanhoo- ren walgde hem! In de pauze wordt hij druk geïnterviewd; hij vertelde o. a. dat hij een brief had geschreven aan wijlen koningin Victoria, om haar te vragen of zij een fregat te zijnèr beschikking wilde stellen. Dergelijke verhalven versterken de indruk dat Musolino krankzinnig is of krankzinnigheid veinst. Maar er zijn vele deskundigen die heiveren, dat hij door een epileptisch lijden is aangetast. Nog moet er de aandacht op geves tigd worden, dat Musolino een uitzonde ring is in het volk van Italië, opdat men vooral niet. generaliseeren ga, zooals voor Italië door veel oud vooroordeel licht en vaak gebeurt. Later, wanneer het proces zijn verderen loop heeft ge had, zal het misschien mogelijk zijn, het voorkomen van deze uitzondering na der toe te lichten. De eerste getuige uit het eerste pro ces: een kolenbrander, die ©en o ogen blik in deze blanke omgeving uit zijn zwart bedVijf gebracht, zijn tramon- tana verliest. Eenmaal op zijn stoel, een schrale figuur in een goor pak, krijgt hij eenig zelfvertrouwen terug, murmelt door een oudien mond zijn Calabreesch (een van die leden van het hof, die uit diezelfde streek afkomstig, is, vertolkt) en gesticuleert met bee- nige, morsige handen en werpt telkens zijn hoofd achterover, de handen dan opgeheven, met de palmen naar die rechters toe, om de ontkenning te ver sterken. Dat is zijn voornaamste ant woord, want hij heeft het er blijkbaar op gezet niéts te antwoorden uit na- vrees vooa* Musolino, en verwart alles, of met hetzelfde opzet, of nog bevan gen door deze omgeving. De tolk komt los en in een dluo gaat het Calabreesch en het werkelijk Italiaansch; alleen de vloeken, die rijkelijk rollen, blijven o n vertaal dl. Lachwekkend zijn telkens de korte tusschenwerpsels, nu en dan een roep, zooalis ze die elkaar dooi* de pijnbosscluen, van. de eene open plek, waar de kolierthoop rookt, naar do an dere moeten toewerpen. Onder het koor v; gelach uit de zaal blijft dë getuige ernstig, geheel ingespannen om zich buiten de draden van zoo'n proces te houden, en verlaat miet over haasting het podium, dat hem onder de voeten gebrand moet hehben, zoo dicht bij de nachtmerrie in levenden lijven van dlie ApAohon van den As- premonte. De tweede getuige, ook al een lee- lijik persoon en ongunstig type, houdt zich aan het, telkens herhaald: „Non Signore!" e-n herkent M. niet. Deze, altijd op zijn qui-vive, merkt droogweg op, dat die getuige hem wel harkend zou hebben, als hij, M., maar* zijn eigen kleeren, zijn burgerkleeren droeg, zooals hij verlangd hadt Meer mediedeelingen, maar geheel onbe langrijke, uit die wereld) van kolen branders. M. volgt den loop met ischorpe belangstelling en grinnikt nu en dan over de domheid van die lie den, wier toevallig stamhoofd hij was. Wanneer hij zelf onderwijl opgeroepen wordt, antwoordt hij met groote cor rectheid, tevreden dat hij, dlie zich een man van eer, van edel hart en bloed noemt, zoo gunstig* bij al die stumpers kan afsteken. De dëi'dë getuige antwoordt stug. Er komt een twistgesprek tusschen aangeklaagde en getuige. Het Cala- werd deze afkeer, toen hij hun een meisje voorstelde van onbekende fa milie, een Oostenrijkse!)©. Verwend, aan een goed! leventje gewend, kon Adalbert zich nieLs ontzeggen. Hij leefde als „.grand seigneur", kocht zijn bruid' ile kostbaarste geschenken en rijke Idee ben. on dronk ie.deren dag champagne. Het fortuin begon te ver minderen, Wat voorheen had gediend om d!e hu ishoudlcosten te d'ekken, ver teerde Adetbert nu met zijn vrienden. Walburga's voorrekeningen waren doelloos. Hij verklaarde: zij verstond hern niet; een kunslenaarsgeest moest cle nood'ige afleiding hebben en kon zicii niet liet hoofd breken met zullce nietigheden) ovea* huishouding. Hoe gaarne zou Walburga hem alles gegund hebben, had /.ij o.r maar de kans toe gezien. 1-Iet stadsleven, met al zijn genoegens en afleiding, begreep de eenvoudige Alpendochter niet. Doch hoe jong zij oak was, toch wist zij te zwijgen. Zelfs wist zij den uiterlij- ken schijn van welstand' te bewaren, ofschoon het tegenovergestelde ai te zeer bego ndoor te schemeren, want dat was voor den trotschen maai al Ids. Twee kinderen had zij ham ge schonken. Beidien stierven jong. Tra nen lton Adalbert niet zien. Hij wil.de steeds een lustige vrouw hebben, die breescn bioea begun nun te zieden, zoo als ze daar weer, nadat jaren ue- dert de eerst© ontmoeting vprloopen zijn, tegenover elkaar staan. Bedrei gingen vliegen heen en weer en als er geen tralies en karalviniers tusschen hen warenzouden ze elkaar, zoo brom gebogen naar elkaar toe. fn de borst gegrepen hebben. De laatste getuige komt met. de lui- ce verklaring binnen dat bij niete meef weet, zich niets meer herinnert en legt dan den eed af. dat hij de waarheid^ en niebs dan die waarheid zal zeg gen Die beloofde waarheden ver schijnen bedeesd en po vei*; die getuige is zeker onder den ban van Musolino, di'e zich daarmee zeer ingenomen toont. Alle vier de getuigen hebben ver klaringen afgelegd', die verschillen van hetgeen zij eermaals voor dien rechter van instructie beweerd hebben. In deze week heeft de hoofdpersoon, Musolino. zijne groote dagen gehad. Men verwacht niet iets heel buitenge woons van de redevoeringen der advoca ten, die jong in hun carrière zijn en hier tot nog toe weinig proeven van bekwaam heid afgelegd hebben. Aanslag op spoortreinen. In den nacht van Zaterdag op Zondag zijn misdadige pogingen gedaan om den sneltrein van Ostende naar Bazel, en dien van Parijs naar Keulen te doen de- railleeren. Bij het station Alost was een groot hek, dat uit een naburigen tuin was gerukt, op de rails gelegd, maar de machine verbrijzelde den hinderpaal. En bij den Franschen trein werd een zwaar stuk steen op de locomotief ge slingerd en stootten de wielplaten ver derop tegen een balk, die op de rails was geplaatst. In geen dezer gevallen bemerkte hot publiek iets van de mislukte kwaadwil lige pogingen. Ernstige brand te Londen. Een hevige brand is in den nacht van Zaterdag op Zondag to Hackney, een zeer volkrijke buurt van Londen, uitge broken. Vóórdat de brandweer de ge noegzame hulp kon bieden, waren zeven menschen in de vlammen omgekomen. Alpenongelnk. In de Savooisclie Alpen is een treurig ongeluk geschied. Twee jongelieden, een Zwitser en een Amerikaan, beklommen den Dent du Midi, doch bleven zoolang weg, dat men op onderzoek uittoog. De gidsen konden hun spoor volgen, doch vonden beide alpenklimers als lijken te rug. Een nieuw spel. Te Melbourne heeft gedurendie het laatste seizoen een spelletje grooten opgang gemaakt, dat. den naam draagt van het „Theeblad". Er wordit een blad op tafel gezet met allerlei artikelen beladen, van den meestuiteenlo openden aard; van een trekpot tot een tandborstel, van een pijp tot een speldi, van een etuk zeep tot een dlasje, van oen deurknop tot een knoopen haak, men kan het zoo gek niet bedienken of het ligt erop, hoe bonter hoe liever. Over het blad. is, een kleedje gespreid. Wanneer nu al de gasten bijeen zijn, wordlt het kleed- weggenomen, en tracht ieder zich zoo veel mogelijk van do voorwerpen In het geheugen te prenten.- Na twee minu ten wordt het bladl weer toegedekt, .en worden er papiertjes en potloodên rondgedeeld). Wie die langste lijst van die op liet blad1 voorkomend© artikelen heeft opgemaakt, wint dear prijs. Als nu het kleedje weer weggenomieai wordt, lacht iedereen om zijn vergeet achtigheid!, cn om liet zonderlinge toeval, dat het een© voorwerp goh,oei doet vergeten,, om iets voel minder be langrijks dos t© vaster in liet geheu gen te prenten. Dit spel dóet ©enigs zins denken aan de wijze waarop de bekende goochelaar Houd'in zijn ge heugen placht te oefenen. Behalve goochelaar was hij namelijk ook ge- heugenlcunstenaar, in den geest van Stot-Taï en anderen, d'ie het hean la ter nadeden. Op zijn wandeling was Houdin gewoon, met zijn zoon met kalmen stap langs een winkel te loo- pen, en dlan te wedijveren, wie het nneeet van do uitgestalde voorwerpen onthouden had, Wie dit, voor do aar digheid eens wil probeeren, zal onder vinden dat dit kunstje lveel wat oefe ning vereischt. Wie weet dius, hoeveel, geliougenkunstenaars het Th.eebladspol nog zal vormen. hem opbeurde on afleiding wist, fe be zorgen. Zij beefde voor zijne uitval- Ion. En toch oefende hij eene eigen aardige kracht op baoa* uit. Eindelijk kwamen oogenscliijulijk betere dagen Een schilderij, dat Sairther in zijn va derstadl had tentoongesteld, vond daar algemaenun bijval. Hem werden de muurschilderingen opgedragen voor. eien nieuw .stedelijk museum. Zijn fa milie was ui (gel1 aten over deze onder, scheiding. Voor de eerste maal noo- dligdle zijn© ouders oolc Walburga uit. Zij kwam met haar derde kind, Nico, eanigszins beschroomd maar overge lukkig. Veel, wat haar eertijd© zorg had veroorzaakt, zou nu veranderen. En. zij hoopte zooveel goeds van de verzoening haara echtgcnoots, met de zijnen. Zij mochten hun intrek nomen In het ondierlijk huis. Nooit had Adob bert Sarther zooveel aanmerkingen ge- bad op zijne vrouw als thans, nu de eerste tijd hem meer in huis deed ver. blijven en hij dlue hare bezigheden meer van nabij moest gadeslaan, „Veel zit niet bij haar ,on manieren kent zij niet", wa© dte herhaald© uit roep der zijnen over Walburga. Den gevierdlen kunstenaar, dien kranigen man veroorloofd© men vrijere opvat, tóngen en gewoonten. Hij wist ook

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5