Tweede Blad,
ren later volgde zijné benoeming tot
liutenanfc ter zee 2e lel, In 1870 werd
hij bevorderd tot le klasse, in 1880 tot
kapitein-luütenant, in 1885 tot kapi
tein tor zee, en den 1 Aug. 1894 tot
schout-bij-nacht.
In de eerste jaren van zijn dienst
maakte jhr. De Brauw verschillende
reizen naar Oost- en West-Indië, nu
en dan onderbroken door detacheering
hier te lande, o.a. in '1872, toen hij
toegevoegd werd aan den chef der hy-
drographie. Twee jaren later werd
hem liet bevel opgedragen over het
opnemiingsvaatrtuig Hydrograaf, dat
beafei'uii was voor Oost-Tndië. Den 1
Mei 1878 werd hij andermaal gedeta
cheerd aan het marine-departement,
en wederom toegevoegd aan den chef
der hydtrographie. Omstreeks dezen
tijd werd hem tevens opgedragen de
opnam© van het zeegat aan den Hoek
van Holland. In 1885 volgde zijne de-
tachearing te Willemsoord, om tegen
woordig te zijn bij het gereed maken
van Hr. Ms. ..De Ruijter" over wel
ken bodem hem hetzelfde jaar het be
vel werd opgedragen. Een paar ja
ren later in 1887 werd de toen
malige kapitein ter zee jhr. De Brauw
geplaatst als commandant op het
wachtschip te Batavia, en later voer
de hij gelijk commando over het
wachtschip te Soerabaya.
Naar Nederland teruggekeerd, werd
jhr. De Brauw in 1889 gedetacheerd
in de maritieme directie te Willems
oord, ten einde zich voor te bereiden
te zijner tijd hot bevel over het korps
torpedisten over te nemen van den ka
pitein ter zeer Noltheniuis. Nog het
zelfde jaar trad 'hij als korps-com
mandant op. Als zoodanig werd zijn
standplaats eerst van Willemsoord
naar Amsterdam, en later vamdiaar
naar 's Gravenhage overgebracht.
Den 16 Februari 1892 werd de thans
ontslapen oud-zeeofficier van het ne
vel over het Torped'istenkorps eervol
ontheven, en met dien datum gedeta
cheerd bij het departement van mari
ne, en belast met de waarneming van
de betrekking van inspecteur van den
m ar in e-torpe do d'i east Als inspecteur
werd hij tevens benoemld1 in 1893
tot lid van de commissie tot het exa-
m in eer en van zee-officieren en adel
borsten. Met 2 Augustus 1894 werd
jhr. De Brauw eervol ontheven van
zijn detacheering bij het marine-de
partement, en als inspecteur van den
torpedo dienst, en toen werd hij belast
met de betrekking van directeur en
commandant der marine te Hellevoet-
sluis, te]ven(5 commandant 'dier stel
ling van de monden der Maas en van
het Haringvliet.
Laatstgenoemde betrekking bekleed
de hij tot 1 November 1896, toen hij
op zijn verzoek gepensioneerd werd
onder dankbetuiging voor de goede
en langdurige diensten, den lanidie be
wezen. Als jeugdig officier verwierf
jhr. De Brauw ter zake zijner verrich
tingen bij een gevecht tegen zeeroo-
vers in de haai van Lobo op 18 April
1862 de Militaire Willemsorde. In de
laatste jaren va.n zijne loopbaan ver
vulde hij gedurende e enig en tijd de
betrekking van permanent commissa
ris van het fonds voor dtek- en onder
officieren enz. der zeemacht. In 1893
werd jhr. De Brauw gecommitteerd
naar Berlijn en Kiel voor torpedo-aan
gelegenheden. Toen Hare Majestei
ten de Koninginnen in 1894 een bezoek
brachten aan Zeeland, voerde schout
bij-nacht jhr. D© Brauw het bevel
over de vier oorlogsschepen, welke
zich bij die gelegenheid voor Vlissdn-
gen be'vonden.
De overledene was ridldter in de orde
van den Nederlan dschen Leeuw en
voorts gerechtigd tot het dragen van
het eere-teeken met de gesp Atjeh
1873-'90.
Gemengd Nieuws.
Overstroomingen op Java.
In d'e Semarangsche „Locomotief'
leest men:
Om aan den nood der bevolking te
gemoet te komen, werd in het district
Klamboe reeds verscheiden dagen
gratis rijst verstrekt aan hen, die niets
meer hadden. Ook in Oendaan ge
beurt dit nu, notabene anders de
vrraadschuur van geheel Koedoes.
Een fout in de rijstbedeeling is weer,
dat er geen controle is; de dessahoof-
deri hebben vrij spel en het gevolg
daarvan is, dat er op ergerlijke wijze
wordt geknoeid.
Het goedle doel, door het gouverne
ment beoogd, wordt dus slechts ten
deele bereik.
Te Djoewana wordt ook gratis rijst
verstrakt. Het gouvernement heeft
liier een uitstekenden maatregel ge
nomen, en het ware te wénschen, dat
die over geheel Java en hoe eer zoo
beter werd. ingevoerd. Van bestuurs-
Wege n.l. wordt ze hier in het klein
tegen inkoopsprijs verkocht.
Men zegt, dat «Je toenmalige assis
tent-resident van Heutsz het ini
tiatief hiertoe heeft genomen, door
aan de regeering te vragen, hem
"100.900 pikoks rijst te zenden, om zon
der winst in ket klein aan den dessa-
man te verkoopen. liet gouverne
ment verschafte 50.000 pikols en de
firma Mc. Ncill stelde gratis haar sui
kerpakhuizen ter beschikking.
Ook hier kleefde een gebrek aan de
organisatie; wederom werden minder
inlandsche ambtenaren daarmede
belast; de nieuwigheid ging hun niet
al te vlot van het hart en bovendien
werden deze menschen aan hun eigen
lijken werkkring onttrokken. Ingrij
pende veranderingen werden door
i van Heutsz' opvolger, den controleur
lEinthoven, gemaakt. Speciaal daar
voor bezoldigde inlanders van hooge
afkomst werden met den verkoop be
last. Hun bezoldiging vond hij in
een aangevraagde en door den resi
dent iter,stond toegestane verhooging
van den verkoopprijs, die echter zoo
gering was, dlat de koopers er niets
van merkten; de prijs vermeerderde
per pikol van f 5.2i tot f 5.25. En al
les ging thans even vlot en vlug in
zijn werk.
Werkelijk, mdt dezen rijstverkoop
is iets ideaals tot stand gebracht; stel
u voor, dat overal op Java die kleine
man in de moeilijke maanden van het
jaar tegen lagen prijs rijst kan koo-
pen en niet in de handen valt van be
driegers en uitzuigers! Welle een'
prachtig vooruitzicht.. Het is te wen-
schen, dat op andere plaatsen even
eens deze maatregel worde ingevoerd.
Thans is f 500.000 ter beschikking
het bestuur van Demak gesteld, om
den dessaman bij wijze van voorschot
geldelijk te steunen in harde tijden,
welk voorschot hij na den. oogst met
pad,i moest aanzuiveren. Het plan is
het voorgeschotene met rente te laten
terugbetalen; lie\' werkkapitaal
wordt tegen het volgende jaar inplaas
van met geld op dezelfde wijze uitge
zet, terwijl de rente, cl. i. de pa-di, die
meer werd teruggegeven, dan de
schuld groot was, in daarvoor te bou
wen schuren wordt bewaard en tegen
zeer bjillijken prijs verkrijgbaar ge
steld, zoodra idle eigen voorraad ver
bruikt is.
Testgevallen.
De Engeisch-Indlische correspondent
van de „.Lancet" schrijft dd. 22 Maart:
In de laatste week is het getal sterf
gevallen aan pest gestegen van 23,715
tot 25,655, wat vooral veroorzaakt is
door die toeneming van de pest in de
Pendjab, waar 15,090 sterfgevallen
plaats vonden togen 12,544 in cbe vo
rige week. In andere gedeelten van
Indië is weinig verandering. Slechts
weinige gevallen gaan in Calcutta
naar de hospitalen en dien llen Maart
waren in alle hospitalen te Bombay
slechts 181 gevallen, niettegenstaande
er in de afgeloopen week te Calcutta
501 en te Bombay 856 sterfgevallen
voorkwamen. Het schijnt, schrijft de
correspondent, dat de lijders nu in hun
eigen woningen mogen sterven. Inen
ting- wordlt in sommige plaatsen krach
tig bevorderd, in andere geheel nage
laten. In de week van 14 Maart wer
den 44,179 dosis inentstof uit het labo
ratorium te Bombay verzonden.
Ook d'e hongersnood neemt eer too
dan af. Den lOeni Maart werden
400,000 personen ondersteund, voor
namelijk in de districten Bombay,
Radjpuhana en Centraal-fndië.
Machinaal melken.
Het is niet onaardig eens te weten
hoe twee ingenieurs te Glasgow een
machine, uitgevonden hebben, om de
koeien machinaal te melken. Deze
machine, de „cow-milker" genaamd,
is reeds met het meeste succes op ver
schillende landbouwinrichtingen in
Engeland, Schotland en Australië in
gebruik. Ze bestaat uit een pomp of
een pijp, om stoom te laten uitsiroo-
men, die voortdurend in beweging
wordt gehouden en de lucht opzuigt
in een lange buis, welke zich over de
geheele lengte bevindt van den stal,
boven de ruiven.
De koeien worden nu twee aan twee
van elkaar afgezonderd en een melk-
t o es tel tusschen haar geplaatst.
Dit toestel, de „cow-milker" bestaat
uit eeir kan van geslagen ij zei* en is
voorzien van een deksel, dat harme-
behoorende bij
„Hsarlent's Dagblad"
van
Donderdag 24 April 1902.
No. 5772
S ta d s n i euws
Electrisehe Centrale.
Toen eenige dagen geleden in een
van de bladen werd; medegedeeld, dat
de heeren Groot, van de Kamp, Mo-
doo cn Hofland een voorstel hadden
ingediend om alsnog een commissie
te benoemen in de zaak-Beijnes, heb
ben wij dat zonden* commentaar over
genomen, omdat wij bij dat stuk een
gemotiveerde toelichting verwachtten.
Thans ligt evenwel een afdruk van
hei, voorstel in zijn geheel voor ons
cn zien wij, dat er van een toelichting
feitelijk geen sprake is.
Waarop toch beroepen zich de voor
stellers? Op het schrij/ven van den
heer Doijer en op het' bekende artikel
in Eiectra. Maar daarin wordt im
mers niet de quaestie-Beijnes behan
deld. maar de vraag, of de Lichtcom-
ïuissie voldoende deskundige voor
lichting heeft gehad en gewild 'of ge
lijkstroom beter is dan draaistroom,
of de Centrale zonder hinder, groote
motoren kan drijven en zoo meer.
D!e technische qu aesti© derhalve,
die geheel naast de quaestie-Beijnes
staat, maar die de quaestie-Beijnes
Qiet i s 1
De voorstellers zien dat ook in,
want ze willen e|en Commissie van
deskundigen, maar waarvan... twee
te benoemen door den heea* Beijnes,
lie naar onze overtuiging met de
technische quaestie niet ta maken
heeft.
Zonderlinge verwarring, die evenwel
nog groote,r wordt, waar de voorstel
lers hetoogen dat niet alleen liet ge
meentebelang, doch ook het prestige
van den heer Doijer enz... op het spel
staat. Moet dus nu de Raad van Haar
lem toen commissie gaan benoemen
ter beoordeeling, onder anderen, van
het prestige van den heer Doijer?
Én gestoWl nu eens, dat deze Com
missie van deskundigen tot den Raad
zelj-: „de Lichtcommissi© heeft geen
voldoende vooailichlling .gehad en
draaistroom is beter dan gelijkstroom
zal dan de Raad den heer Doijer op
dragen een plan voor draaistroom te
ontwerpen of te beoor'dleelen en de pas
afgebouwde electrisclie fabriek dien
overeenkomstig- te veranderen, allicht
't kabelnet te wijzigen,kortom voor dui
zenden guldens veranderingen te gaan
maken?
Of zal men dan tot de Lichtcommis-
sie zeggen.- „jullie hebt nu eenmaal
(fen gelijkstroomisysteem gemaakt
(mfin, de boel is eer nu eenmaal, maar
doet me dat niet weer!"
„Als het blijken mocht, dat d©'Licht
bom missie in dezen minder juist is op
getreden," zeggen de voorstellers, „dan
ou dit een leerzame les voor den
toekoniist kunnen zijn."
Voor de toekomst (het woord is
Vrouwelijk: zegt men niet, dat aan de
'vrouw de toekomst behoort?) is deze
Commissie, dunkt mij, niet meer noo-
aig. Ook zonder deze, zal wat er
voorgevallen is voor meier dan een zijn
geweest een leerzame les. zooals de
fooi-stellers dat met krachtigen dub
belklank noemen.
Binne n 1 a n d.
Ongelukken bij den arbeid.
Te Rotterdam is bij het schoonma
ken van zijne vensters de werkman J.
C. C., wonende Zijlsteeg no. 18, met
een ladder door de ruiten gevallen en
beeft zich daarbij ernstig aan een hand
verwond. Hij is in het ziekenhuis
verhouden.
Te Rotterdam, aan den 's Graven-
d ij kwal heeft de gemeentewerker K.
H. S., wonende Schans 338, Zaterdag
middag een trottoirband op zijn lin
kerhand gekregen. Dat lichaamsdeel
is vrij ernstig gekwetst.
Te Rotterdam is Zaterdag op den
Nieuwen Binnenweg, nabij den 'sGra-
vendijkswal door een omnibus van de
Rottdrdamsche Tram maatschappij
overreden de conducteur P. K., wo
nende in de Jonk erf ransstraiat. De
Feuilleton.
Aan den voet der Bergen.
Naar het Duitsch van
SOPHIE CH. VON SELL.
3.
..Is u at lang weduwe, mevrouw?"
vroeg hij.
Haar bloed steeg haar naar het ge
laat. Vertrouwelijk zag ze liem aan.
..Mijn Nico's vader leeft. Maar wij
zijn voor altijd gescheiden'.
Ernstig keek d'e dokter in haar don
kere o ogen. ,.En moet die vader weg
blijven, als zijn kind
..Dokter" gilde Walburga uit. „Is
er dan geen hoop meer?"
Hij God is niets onmogelijk, me
vrouw. Ili'er schiet menschelijk© hulp
tekort".
Zij klampte zich vast aan de stoel
leuning om niet in elkaar te zakken.
..Ik heb het verdiend1", klaagden
haar bleek© lippen.
Medelijdend keek dokter Sterner
(laar aam.
J.Yalbuirga; lias dn dien blik een
vraag ,en dlaar zij gevoelde dat het
haar zou opluchten, vertelde zij den
man viel bij het springen op de trede
van het voorbalcon en kwam toen on
der den wagen terecht, Hij is naar
zijn woning gegaan, oogenschijnlijk
nie( ernstig gewond.
Brutale diefstal.
Van den landbouwer C. van Barne-
veld te IJselstein is een paard gesto
len. Met hoeveel brutaliteit de dieven
hierbij te werk zijn gegaan, blijkt uit
het volgende verhaal van het „Utr.
Dagblad":
In den nacht, dat het paard' gestolen
werd, waaien de landbouwer v. B. en
zijn 'knecht tot 12 uur op geweest, om
te waken bij een koe. De stal was goed
gesloten, des morgens echter werd de
achterdeur open gevondeai; bet paard,
ruim 400 gulden waard, benevens een
hoofdstel waren verdwenen. De dieven
liad'den, zooals nader blijkt, het paard
gespannen voor een kar, diie zij bij
zich hadden. Zij waren cfloor den tol
bij IJselstein gereden en zagen toen
een Utrechtsch wagentje aan komen
rijden. Het behoorde toe aan den
landbouwer Griffioen, die van een
bruiloft kwam, vergezeld van zijn
vrouw. De dieven bemerkten, dat
deze landbouwer een boerderij opreed.
Zij reden langzaam door, een van die
dieven keerde echter terug en toen hij
zag, dat de boer zijn wagentje liet bui
ten staan, waanschuwdie hij zijn kame
raads. Zij besloten toen wat te wach
ten, totdat de boer naar bed zou zijn
gegaan., en spanden toen liet paard
van die kar, terwijl zij het daarop
voor het Utrechtsché wagentje span-
deal. IJlangs reed men daarna voort.
Het doel der reis wa/s België. De die
ven verkochten het wagentje in Ant
werpen an het paard voor 200 francs
aan een paardenslager, een paar uur
boven die stad wonendie. De slager
vond' echter het paard te goed! om te
slachten, hoewel het dlier zeer veel ge
leden had door den langen tocht. De
dief, die nu te Antwerpen zich in ar
rest bevindt, heeft alles bekend. Hij
zegt echter het paard niet te hebben
gestolen, maar wel te hebben ver
kocht. Dezer dagen zijn die landbou
wers v. B. en Gr. met een rechercheur
naar Antwerpen gereisd, om zoo mo
gelijk hun eigendom terug te krijgen.
Letteren en Kunst.
Nederlandsche Opera.
Floris V van Richard Hol.
De Nederlandsche Opera zal zich de
zer dagen andermaal verdienstelijk ma
ken tegenover de natlonaal-muzikaal-
dramatische kunst, door de opvoering
van bovenstaande opera, waarvan mevr.
Boddaert het libretto vervaardigde.
Floris V is eene figuur in onze ge
schiedenis die als „der Keerlen god" zeer
populair is gebleven.
Mevr. Boddaert en Richard Hol heb
ben hiervan een,echt Nederlandsch mu
ziekdrama gemaakt, dat niet zal nalaten
op nieuw grooten indruk te maken.. Op
nieuw, zeggen we, want voor een tiental
jaren is dit werk in de voornaamste ste
den van ons land met grooten bijval op
gevoerd.
In overleg met de directie der Ned.
Opera hebben de schrijvers belangrijke
veranderingen aangebracht, waardoor
het 4e en 5e bedrijf met een groote oli-
max worden te zamen getrokken. On
der leiding van den, componist zeiven zal
de eerste opvoering plaats hebben te 's-
Gravenhage, zijn tegenwoordige woon
plaats, op a.s. Donderdag 24 dezer, ver
volgens Vrijdag 25 te Amsterdam, Maan
dag 26 te Utrecht en Woensdag 30, te
Rotterdam.
Met grond mag worden verwacht, dat
het muzikale Nederland het werkelijk
schoone nationale opus van den nestor
onzer Nederlandsche componisten, aan
wien de toonkunst in 't algemeen zoo
grooten dank heeft te brengen, met
warmte zal ontvangen.
Leger en Vloot.
Schout-by-uacht De Brauw. f
Het overlijden te Breda van den
oud-schout bij nacht jhr. Th. E. de
Brauw heeft in de marinekringen
groote deelneming gewekt. Jhr. De
Brauw, die na een zeer eervolle loop
baan van ruim veertig jaren, den 1
November '1895 den zeedienst verliet,
stond) bekend als een zeer kundig en
ervaren zee-officier. In 1854 kwam
liij als adelborst opde academie voor
zee- en landmacht t.e Breda. Vijf ja-
dokter liaar heele levensgeschiedenis.
In een door bergen omgeven dorpje
van Neder-Oostenrijk was zij opge
groeid. Reedis vroeg wees, leefde zij
bij haar grootvader, een oudi dorps
dokter, die door tegenspoed voor zijn
tijdi grijs was geworden. Hij prakti-
zeerdle weinig meer, maar snuffelde
des te ijveriger in oude folianten en
maakte .natuurkundige proeven in
zijn studeerkamer. Walburga groeide
op ui® eeaii bergbloe nipje, eenzaam, on
verzorgd, in smettelooze lieflijkheid.
Met de dorpsbewoners bad zij geien
omgang. Da oude, doove meid.' en
den grootvader, nu en dian dien dorps
geestelijke andere menschen sprak
zij zelden. Vrij van alle zorg, huppelde
zij als een lammetje rond', ovea* her-
gen en heuvelen, door bosschen en
dalen, overmoedig, maar schuw als die
gemzen der Alpen.
Nieuwsgierig gaapte zij Zondags de
bezoekers aan', die uit het nabijgele
gen stadje een uitstapje maakten.
Maar van nadere kennismaking hield
zij niet-. Dien grooten trek van toe
risten naai* die bergen zag men des
tijds nog niet. Gewoonlijk wanen het
families met kinderen, bejaarde men
schen, die stil en rustig wilden leven,
welke 's zomers het dorpje opzochten.
Het allen gslcens tot blozende maagd
opgegroeide meisje was onopgemerkt
gebleven, tot op zekeren dag een jong
schilder lin hot plaatsje verscheen.
Niet omdat het een feestdag was,
maar alleen om een studie te maken
van de schilderachtige dracht en
krachtigen bouw dlea* Alpenbewoners,
had! deze kunstenaar dit plekje uitge
kozen. De schoon© maagd in haai* wit
kleed trok zijn volle aandacht. Een
boerin gaf hem bereidwillig inlichting
wie zij wias.
Den volg.en.dlen. d'ag ontmoette hij
Walburga op een eernzaam bergpad.
Zij kwam dien berg af, dien- hij met
zijn sehilderBgereedlschap besteeg. Om
het gesprek aan te knoopen, vroeg hij
haar den weg. Zij wees hem dien aan.
Kun gesprek was kort, evenals eiken
volgenden keea*. Eigenaardig genoeg,
de twee ontmoetten, elkaar bijna iede-
ren dag. De schuchterheid van het na
tuurkind prikkelde den verwenden
vreemde. Zou dit bruin© boeren
meisje niet op hem kunnen ver-
lieven? Door wonderlijke verhalen
uit die bonte wereld daar buiten, wast
hij haar te boeien. En. teen hij haar
had overgehaald bij hem te blijven
zitten onder het schilderen, had hij
gewonnen spel. Maar hoeveel nieuws
en eigenaardigs zij oolc van hem hoor
de het wonderlijkste ondervond zij
zelf: zij werd in de korte zomerdagen
door de eerste zthébegoochelende lief
de van k'ind) tot vrouw. Sarth©r per
soonlijk werdl meer en- meer aan liet
flinke, frissche meisje gehecht. Dat
was toch een ander schepsel dan dïoi
steedschle modepoppen! Steeds langer
rekte hij zijn verblijf. Eindelijk had
hij van zijn vertrek gesproken. Vol-
angst sloeg zij de armen om zijn hals.
„.Blijf kalm," zei hij, „ik vertrek niet
zonder jou".
Maar daarvan wilde die grootvader
niets hooren. Hij had geen fortuin.
Walburga was nog ©en kind, en hij
een kunstenaar zonder vooruitzichten,
in onmin met zijn familie. Hij kende
de wereld' en kon zulk een huwelijk
niet goedkeuren. Zij drongen aan en
smeekten om toestemming. Tever
geefs! En toen trouwden zij zondea* in
williging van den oude.
In de eerste dagen van haar huwe
lijk meende zij: zoo met hem 't leven
te slijten, was het hoogste geluk op
aarde. Helaas, het worden treurige
jaren! Niets is lastiger te dragen dan
armoedte, die men niet. mag doen blij
ken. Dat ondervond Walburga ook.
Adel bert Sarther was dte zoon ©ener
rijke aristocratische familie uit Bre-
rhen. Tegen den wil dhr zijnen was
hij schilder geworden. Nog grooter
tisch suilt en waaraan een puisometer
bevestigd is, van waaruit twee buig
zame buizen (een voor elk beest) loo-
pen, die elk eindigen in vier busjes,
waarin de uiertepels juist passen.
Het toestel brengt een miging te
weeg, welke veel gelijkt op het zui
gen van een jong kalf, en de koeien
wennen er zich, naar het schijnt,zeer
gemakkelijk aan.
Deze machline bespaart heel wat
werkkrachten. Een man met een
hulp kunnen daarmee in een uur zes
tig koeien melken, en het meikon op
deze wijze vermoeit de dieren in het
geheel niet, terwijl daarenboven de
melk, die nu verkregen wordt, niet
blootgesteld is aan de lucht, daardoor
dus geheel zuiver is en veel langer
bewaard kan worden.
Musolino.
Het proces tegen Musolino, de bandiet,
die te Lucca terecht staat, is in vollen
gang. Hij blijft bij zijn verhooren dezelf
de: hij praat met opgewondenheid over
zijn heldendaden en declameert steeds
luider, alles wat men hem ten laste legt,
volledig bekennende, behalve als hel
geldt diefstallen. Bij gelegenheid dat de
president van het Hof hem voorhield
dat hij een zijner slachtoffers had be
roofd, werd hij woedend en verlangde
naar zijn cel te worden teruggebracht
want zulke dingen te moeten aanhoo-
ren walgde hem! In de pauze wordt hij
druk geïnterviewd; hij vertelde o. a. dat
hij een brief had geschreven aan wijlen
koningin Victoria, om haar te vragen of
zij een fregat te zijnèr beschikking wilde
stellen. Dergelijke verhalven versterken
de indruk dat Musolino krankzinnig is
of krankzinnigheid veinst. Maar er zijn
vele deskundigen die heiveren, dat hij
door een epileptisch lijden is aangetast.
Nog moet er de aandacht op geves
tigd worden, dat Musolino een uitzonde
ring is in het volk van Italië, opdat men
vooral niet. generaliseeren ga, zooals
voor Italië door veel oud vooroordeel
licht en vaak gebeurt. Later, wanneer
het proces zijn verderen loop heeft ge
had, zal het misschien mogelijk zijn, het
voorkomen van deze uitzondering na
der toe te lichten.
De eerste getuige uit het eerste pro
ces: een kolenbrander, die ©en o ogen
blik in deze blanke omgeving uit zijn
zwart bedVijf gebracht, zijn tramon-
tana verliest. Eenmaal op zijn stoel,
een schrale figuur in een goor pak,
krijgt hij eenig zelfvertrouwen terug,
murmelt door een oudien mond zijn
Calabreesch (een van die leden van het
hof, die uit diezelfde streek afkomstig,
is, vertolkt) en gesticuleert met bee-
nige, morsige handen en werpt telkens
zijn hoofd achterover, de handen dan
opgeheven, met de palmen naar die
rechters toe, om de ontkenning te ver
sterken. Dat is zijn voornaamste ant
woord, want hij heeft het er blijkbaar
op gezet niéts te antwoorden uit na-
vrees vooa* Musolino, en verwart alles,
of met hetzelfde opzet, of nog bevan
gen door deze omgeving. De tolk komt
los en in een dluo gaat het Calabreesch
en het werkelijk Italiaansch; alleen de
vloeken, die rijkelijk rollen, blijven
o n vertaal dl. Lachwekkend zijn telkens
de korte tusschenwerpsels, nu en dan
een roep, zooalis ze die elkaar dooi* de
pijnbosscluen, van. de eene open plek,
waar de kolierthoop rookt, naar do an
dere moeten toewerpen. Onder het
koor v; gelach uit de zaal blijft dë
getuige ernstig, geheel ingespannen
om zich buiten de draden van zoo'n
proces te houden, en verlaat miet over
haasting het podium, dat hem onder
de voeten gebrand moet hehben, zoo
dicht bij de nachtmerrie in levenden
lijven van dlie ApAohon van den As-
premonte.
De tweede getuige, ook al een lee-
lijik persoon en ongunstig type, houdt
zich aan het, telkens herhaald: „Non
Signore!" e-n herkent M. niet. Deze,
altijd op zijn qui-vive, merkt droogweg
op, dat die getuige hem wel harkend
zou hebben, als hij, M., maar* zijn
eigen kleeren, zijn burgerkleeren
droeg, zooals hij verlangd hadt Meer
mediedeelingen, maar geheel onbe
langrijke, uit die wereld) van kolen
branders. M. volgt den loop met
ischorpe belangstelling en grinnikt nu
en dan over de domheid van die lie
den, wier toevallig stamhoofd hij was.
Wanneer hij zelf onderwijl opgeroepen
wordt, antwoordt hij met groote cor
rectheid, tevreden dat hij, dlie zich een
man van eer, van edel hart en bloed
noemt, zoo gunstig* bij al die stumpers
kan afsteken.
De dëi'dë getuige antwoordt stug.
Er komt een twistgesprek tusschen
aangeklaagde en getuige. Het Cala-
werd deze afkeer, toen hij hun een
meisje voorstelde van onbekende fa
milie, een Oostenrijkse!)©. Verwend,
aan een goed! leventje gewend, kon
Adalbert zich nieLs ontzeggen. Hij
leefde als „.grand seigneur", kocht zijn
bruid' ile kostbaarste geschenken en
rijke Idee ben. on dronk ie.deren dag
champagne. Het fortuin begon te ver
minderen, Wat voorheen had gediend
om d!e hu ishoudlcosten te d'ekken, ver
teerde Adetbert nu met zijn vrienden.
Walburga's voorrekeningen waren
doelloos. Hij verklaarde: zij verstond
hern niet; een kunslenaarsgeest moest
cle nood'ige afleiding hebben en kon
zicii niet liet hoofd breken met zullce
nietigheden) ovea* huishouding.
Hoe gaarne zou Walburga hem alles
gegund hebben, had /.ij o.r maar de
kans toe gezien. 1-Iet stadsleven, met
al zijn genoegens en afleiding, begreep
de eenvoudige Alpendochter niet. Doch
hoe jong zij oak was, toch wist zij te
zwijgen. Zelfs wist zij den uiterlij-
ken schijn van welstand' te bewaren,
ofschoon het tegenovergestelde ai te
zeer bego ndoor te schemeren, want
dat was voor den trotschen maai al Ids.
Twee kinderen had zij ham ge
schonken. Beidien stierven jong. Tra
nen lton Adalbert niet zien. Hij wil.de
steeds een lustige vrouw hebben, die
breescn bioea begun nun te zieden,
zoo als ze daar weer, nadat jaren ue-
dert de eerst© ontmoeting vprloopen
zijn, tegenover elkaar staan. Bedrei
gingen vliegen heen en weer en als er
geen tralies en karalviniers tusschen
hen warenzouden ze elkaar, zoo
brom gebogen naar elkaar toe. fn de
borst gegrepen hebben.
De laatste getuige komt met. de lui-
ce verklaring binnen dat bij niete meef
weet, zich niets meer herinnert en legt
dan den eed af. dat hij de waarheid^
en niebs dan die waarheid zal zeg
gen Die beloofde waarheden ver
schijnen bedeesd en po vei*; die getuige
is zeker onder den ban van Musolino,
di'e zich daarmee zeer ingenomen toont.
Alle vier de getuigen hebben ver
klaringen afgelegd', die verschillen van
hetgeen zij eermaals voor dien rechter
van instructie beweerd hebben.
In deze week heeft de hoofdpersoon,
Musolino. zijne groote dagen gehad.
Men verwacht niet iets heel buitenge
woons van de redevoeringen der advoca
ten, die jong in hun carrière zijn en hier
tot nog toe weinig proeven van bekwaam
heid afgelegd hebben.
Aanslag op spoortreinen.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
zijn misdadige pogingen gedaan om den
sneltrein van Ostende naar Bazel, en
dien van Parijs naar Keulen te doen de-
railleeren. Bij het station Alost was een
groot hek, dat uit een naburigen tuin
was gerukt, op de rails gelegd, maar de
machine verbrijzelde den hinderpaal.
En bij den Franschen trein werd een
zwaar stuk steen op de locomotief ge
slingerd en stootten de wielplaten ver
derop tegen een balk, die op de rails was
geplaatst.
In geen dezer gevallen bemerkte hot
publiek iets van de mislukte kwaadwil
lige pogingen.
Ernstige brand te Londen.
Een hevige brand is in den nacht van
Zaterdag op Zondag to Hackney, een
zeer volkrijke buurt van Londen, uitge
broken. Vóórdat de brandweer de ge
noegzame hulp kon bieden, waren zeven
menschen in de vlammen omgekomen.
Alpenongelnk.
In de Savooisclie Alpen is een treurig
ongeluk geschied. Twee jongelieden, een
Zwitser en een Amerikaan, beklommen
den Dent du Midi, doch bleven zoolang
weg, dat men op onderzoek uittoog. De
gidsen konden hun spoor volgen, doch
vonden beide alpenklimers als lijken te
rug.
Een nieuw spel.
Te Melbourne heeft gedurendie het
laatste seizoen een spelletje grooten
opgang gemaakt, dat. den naam draagt
van het „Theeblad".
Er wordit een blad op tafel gezet
met allerlei artikelen beladen, van den
meestuiteenlo openden aard; van een
trekpot tot een tandborstel, van een
pijp tot een speldi, van een etuk zeep
tot een dlasje, van oen deurknop tot
een knoopen haak, men kan het zoo
gek niet bedienken of het ligt erop,
hoe bonter hoe liever. Over het blad. is,
een kleedje gespreid. Wanneer nu al
de gasten bijeen zijn, wordlt het kleed-
weggenomen, en tracht ieder zich zoo
veel mogelijk van do voorwerpen In het
geheugen te prenten.- Na twee minu
ten wordt het bladl weer toegedekt, .en
worden er papiertjes en potloodên
rondgedeeld). Wie die langste lijst van
die op liet blad1 voorkomend© artikelen
heeft opgemaakt, wint dear prijs. Als
nu het kleedje weer weggenomieai
wordt, lacht iedereen om zijn vergeet
achtigheid!, cn om liet zonderlinge
toeval, dat het een© voorwerp goh,oei
doet vergeten,, om iets voel minder be
langrijks dos t© vaster in liet geheu
gen te prenten. Dit spel dóet ©enigs
zins denken aan de wijze waarop de
bekende goochelaar Houd'in zijn ge
heugen placht te oefenen. Behalve
goochelaar was hij namelijk ook ge-
heugenlcunstenaar, in den geest van
Stot-Taï en anderen, d'ie het hean la
ter nadeden. Op zijn wandeling was
Houdin gewoon, met zijn zoon met
kalmen stap langs een winkel te loo-
pen, en dlan te wedijveren, wie het
nneeet van do uitgestalde voorwerpen
onthouden had, Wie dit, voor do aar
digheid eens wil probeeren, zal onder
vinden dat dit kunstje lveel wat oefe
ning vereischt. Wie weet dius, hoeveel,
geliougenkunstenaars het Th.eebladspol
nog zal vormen.
hem opbeurde on afleiding wist, fe be
zorgen. Zij beefde voor zijne uitval-
Ion. En toch oefende hij eene eigen
aardige kracht op baoa* uit. Eindelijk
kwamen oogenscliijulijk betere dagen
Een schilderij, dat Sairther in zijn va
derstadl had tentoongesteld, vond
daar algemaenun bijval. Hem werden
de muurschilderingen opgedragen voor.
eien nieuw .stedelijk museum. Zijn fa
milie was ui (gel1 aten over deze onder,
scheiding. Voor de eerste maal noo-
dligdle zijn© ouders oolc Walburga uit.
Zij kwam met haar derde kind, Nico,
eanigszins beschroomd maar overge
lukkig. Veel, wat haar eertijd© zorg
had veroorzaakt, zou nu veranderen.
En. zij hoopte zooveel goeds van de
verzoening haara echtgcnoots, met de
zijnen.
Zij mochten hun intrek nomen In
het ondierlijk huis. Nooit had Adob
bert Sarther zooveel aanmerkingen ge-
bad op zijne vrouw als thans, nu de
eerste tijd hem meer in huis deed ver.
blijven en hij dlue hare bezigheden
meer van nabij moest gadeslaan,
„Veel zit niet bij haar ,on manieren
kent zij niet", wa© dte herhaald© uit
roep der zijnen over Walburga. Den
gevierdlen kunstenaar, dien kranigen
man veroorloofd© men vrijere opvat,
tóngen en gewoonten. Hij wist ook