ALLERLEI. FEUILLETON. JLd 3132 IBir JSL® Het Industriegebouw. Het gezicht van het lijk was geheel onkenbaar, maar aan die kleeren her kende een ieder Bill. Men had hern het laatst met mij gezien, zijn ver meend lijk was niet ver van d'e bru- gevonden, waar wij hé't laatst hadden gezeten, en> tot overmaat van bewijs, droeg ik Bill's horloge, waarin zijn naam was gegraveerd. Iedereen, zelfs Liddy, hield mij voor schuldig en ik vond dat zeer begrijm lijk, menigmaal geloofde ik zelf, dat ik mijn vrienidl had' van kant gemaakt. Mike Mc. Quicq, die gemakkelijk de herkomst van het lijk had kunnen aantoonen, gevoelde daartoe geen bij zondere roeping en zoo bleef ik door gaan voor den moordenaar. Het waaien treurige dag&n voor mij van den dag af dat ik werd gevangen genomen, tot dien op welken ik dooj de jury werd) schuldig verklaard, maar de treurigste was de dag, waarop ik zou worden opgehangen. Een jonge feestelijke macht mij be zoeken. Hij meende dat ik niet zoo de eeuwigheid in mocht gaan; va neer ik mij niet bekeerde, mocht ik noch fn deze, noch in de andere wereld op vergeving hopen. Ik zei hem daar op, wat mijn hoop betrof voor dieze wereld, die liad ik al opgegeven, en in de andere die ik stellig hoop te be reikenzou ik zondier twijfel een rechtvaardiger en alwetend rechter vinden. De geestelijke, die mij stellig voor schuldig hield, wist daarop niets te antwoorden, en ging heen, bedroefd over mijn verstoktheid'. Het ophangen behoorde toen nog tot de openbare vermakelijkheden en het was het gebruik, d at ihen op zij n eigen doodkilst gezeten, naar die galg zou rij den, wat ik spreek uit ondervin ding een heel gemakkelijke reisge legenheid' was. Alleen de militairen en de muziek en al die menschen maak. ten me min of meer zenuwachtig, en ik sprak zoo tot me zelf: Ki Bunche, daar je nu eenmaal openlijk ter dood gaat. mijn jongen, zoo sterf als een man, het zal toch ook wel niet heel veel erger zijn dan dóór een beer om armd en dood'gedlrukt te worden. Ik liep rnstig de trap naar het scha vot op tusschen den sheriff en een zeer gemeenen kerel, dien hij had ge huurd1, om mij op te hangen. Dat de schurk, die nog dón moed' niet had een eerlijk man recht in het gelaat te zien. dó hand aan mij zou slaan, gei'de mij het meeste. Toen wij onder de galg gekomen waren, las de sheriff het doodvonnis voor. waarop de gemeene kerel mij de armen bondi en daarbij met zijn roo- dlen nous ovie.r mijn handen kwam, Toen legde hij me de strop om den hals en maakte een dikken knoop ach ter het rechteroor. Dat kittelde allesbehalve aange naam en het koude eind van den strop, welke onder mijn los hemd op den blooten rug neerhing, dleed mij rillen, maar ik hield mij dapper. Nu nam de beul uit z'm vallen zak een akelig zwart ding. dat er precies uitzag ais een berooide slaapmuts, maar zo-ui, kwast, en trok 't over mijn voorhoofd. Ilebt gij nog iets te zeggen? vroeg die sheriff. Niets meer dan wat ik altijd ge zegd heb: ik sterf onschuldig, woordde ik. Ga niet met een leugen de eeuwig heid in, riep nu iemand, terwijl hij naar me toekwam en me nog het beetje zonlicht ontnam, 't welk pas droevig uit de wolken te voorschijn kwam en dat ine mat aanzag. Dat ergerde mij. Hoort, riep ik, dat woord leugen heb ik nog van niemand geslikt en als de sheriff slechts een oogenblik mijn rechterarm wil vrijgeven en mij 'n hal ve minuut langer het leven laat, dan wil ik hem toenail, wat het ongeluk is. Maar vóór nog iemand antwoord' kon geven op mijn afscheidsrede, ontstond er beneden onder de galg een gestom mel, een schreeuwen en bokser^ en iemand wrong zich door de wachten en sprong op de treden van het scha vot, wierp den beul en den sheriff op zij en omhelsde mij Houdt op, houdt op, domme schepsels, schreeuwde hij, ik ben in het geheel niet dood. Geen menisch heeft mij vermoord of verslagen, en Ki Bunche is mijn beste vriend! uit heel Kentucky. Natuurlijk was het Bill Stemble, die zoo schreeuwde en mij' omarmde en mij den noodiLottigen strop met de zwarte muts van: 't hoofd trok. Stil daar, plaats gemaakt, riep de sheriff paars van woede, gij komt te laat met je voorwendsels en aan merkingen; het proces is al lang afge- loopen en die terechtstelling moet on middellijk voltrokken worden. Bij mijn buks, schreeuwde of lie ver brulde Bill, maar ik zeg u dat ik niet dóód ben. Goed, dat gaat mij niet aan, ant woordde de sheriff. Ik zeg u, dat alles met diezen Ki Bunche volgens recht is ;eschied en dat hij moet worden op gehangen, en daar ben ik sheriff voor. Bah, zei Bill, er is geen dónken aan hangen. Hij plaatste zich voor mij om me te verdedigen en zei: Pak hem nu eens aan. Ik kan me nog niet begrijpen, hoe het geval zoo goed afliep, want ik ge loof, dat die ezel van een sheriff me werkelijk zou hebben opgehangen voor ©en moord dien ik niet gepleegd had, alleen om ziln fooi niet t© verliezen, als niet squire Kemp was gekomen en plechtig verklaard had, dat men wel kon wachten met het ophangen tot een nieuw vonnis was uitgesproken. Daar liet volk dit doen moest, riep men een vertegenwoordiger dies volks tot ge tuige en deze verklaarde zich eindelijk schriftelijk voor het uitstellen der te rechtstelling verantwoordelijk. Ik werd in de gevangenis teruggebracht en het volk morde, want het had het tooneel gemist, dó sheriff was kwaad en d© schurk, die mij had1 willen han gen, had zijn werk voor niet gedaan, wat me nog het meest verheugde want ik had een grooten afkeer van dien vent Na een paar weken kwam er einde lijk een schriiveu, waarbij dó gouver neur m© vrijsprak van een moord, die niemand begaan hadl. Tusschen Bill en Lid'dy kwam de zaak in orde: trouwden samen en ik gun hun thans van harte hun geluk. Ik voor mij vond het beter nu op mijn beurt zoo ver mogelijk weg te trekken het al t© gewaagd te leven in dien tijd onder die wetten van 't goede Kentucky ..Hangen heeft geen haast". Het Machinegebouw. 'aren beslaat. Ds plechtige opening; Afrika, trok een door mine Lizzie geschiedde door den hertog van Con- pn,.|.liri naught, den broeder van koning fff™ costuum d°°r ward, vergezeld dóór zijne gemalin. 1lb 0I1,'C 16 eteekenis de grootste op- Na ©en kort© redevoering ontsloot {lei IHer^zaamheid. Het was meer dan 100 hertog met een voor deze gelegenheid!Jaar ouc* en speciaal vervaardigd voor van goud en diamanten vervaardigden- een bal, dat ter viering der overgave sleutel dien hoofdingang der tentoon-: van lord Cornwallis te Dorktown ge- stelling en verklaard© de expositiegeven werd. Het kleed was sinds dien daarmee geopend. tijd in de familie der eerste bezitster Het voornaamste gebouw op de tentoonstelling is het Industriegebouw, dat voortbrengselen bevat van alle in dustrieën uit het district Wolverhamp ton, maar bovendien ook tal van pro- duoten uit andere deelen van het Ver- eenigdl Koninkrijk, uit Indië, Japan en Denemarken. De Japansche regee ring heeft o. a. ingezonden een collectie paarlemoer, zilverwerk en borduur werk. Denemarken's bijdrage bestaat in porceleinen voorwerpen, en Indië heeft houtwerk en borduursels gezon den. Er is ook een afzonderlijk gebouw voor Canada. Aan dón ingang van de Canadleesche afdeeling is een collectie graan uit Canada geëxposeerd, be staande uit 10,000 monsters van meer dan 500 verschillend© soorten. De aandacht trekt voorts het machi negebouw ,dat tal van machines en machine-onderdteelen bevat, vervaar digd' i'n de locale fabrieken. De clou van deze tentoonstelling is een kunstmatige waterval van ongeveer 30 meter hoogt© bij een helling van 200 meter .terwijl eeni andere attractie is een spiraal-spoorweg, op welks top, die 30 meter boven den beganen grond ligt. men een prachtig uitzicht heeft over het geheele tentoonstellingster rein. Gp de platen geven we van d'e voor naamste gebouwen een afbeelding. Het Canadteesche gebouw. Die eeren hun vrouwen. YerateossstetSitsg te WaiwerbarnpSon. (Bij de platen). In de afigeloopon week is te Wolver hampton, in Engeland, een groote ten toonstelling van kunist en industrie ge opend ,die gebouwd is op een terrein, dat een oppervlakte van ruim 13 hec- De Bedouïnen, een zwervende volks stam in Arabië, houden hunna vrou wen, moeders en zusters buitenge woon hoog in eere. Een Bedouïn kan zich niet voorstel len, dat er mannen zijn, die hunne zuster onverzorgd kunnen laten. Hij vindt het ongeloofelijk, dat in Chris tenlanden broeders worden gevonden, die den plicht voor hunne zuster te zorgen, niet vervullen. Zoodra er ©ene vrouw tegenwoordig is of ook maar hare stem gehoord wordt, steekt men het uitgetrokken zwaard in de scheede. Wie een misdaad, zelfs een moord heeft gepleegd, kan op voorspraak van een vrouw vrijspraak verwerven. Ge lukt het hem te vluchten, tot bij de tent, waar die vrouwen aan het werk zijn, en roept hij: ,,Ik sta onder be scherming van den harem", dan roe pen de vrouwen uit de tent den ver volgers toe: „Laat hem gaan! Wijkt van hem!" en hij is gered. Zelfs als heit stamhoofd of al de ver gaderde mannen hem ter dood ver oordeeld hebben, wordt in dat geval 't vonnis niet voltrokken. bewaard en slechts bij heel bijzondere gelegenheden gedragen geworden. Toen miss Conklin het voor dit bal droeg, was het in geen veertig jaar gebruikt. Het kleed! is uit prachtig oud brokaat vervaardigd en met de fijnste, met. de hand verwerkte kanten bezet. Miss Antoinette Worlitz uit Balti more droeg bij een gemaskerd bal in die stad een costuum, dat zij zelve ontworpen had en uit ongeveer 30000 postzegels bestond, die op mousseline geplakt waren. Het verzamelen dezer postzegels nam verscheidene maandeu in beslag en alle landen der wereld, die postzegels uitgeven, hadden daar toe moeten bijdragen. Het rangschik ken der postzegels eischte een buiten gewonen smaak, de verschillende kleuren harmoniëerden volkomen met elkaar, zoodat het kleed een werkelijk artistieken eind-indruk maakte. Eene andere Amerikaansche schoo- ne, de dóchter van een der rijkste New- Yorker milionairs, bezit een balkleed, dat zijns gelijke niet heeft. Het is ge maakt van spinneweefsels; vele dui zenden waren daarvoor noodig. Zes- en-dertig vrouwen, allen bekwame zijde-werksters waren aan de vervaar diging bezig. De taille is met diaman ten en andere kostbare edelgesteenten bezet, op kunstvaardige wijze aange bracht. De waarde van dit buiteuge- wone kleedi kan men niet gemakkelijk bepalen; de edelgesteenten allen ver tegenwoordigen eene waarde van 48.000 Mark. Eene andere eerzuchtige Amerikaan sche bezit een nog veel kostbaarder, maar minder origineel balcostuum. Het moet tusschen de 220000 en 240000 Mark gekost hebben; het is als met juweelen bezaaid. Op de eene zijde is op een passenden grond haar fami lienaam aangebracht, op den anderen kant haar monogram, beide in kost bare steenen. De schoone dame moet een en ander afgezien hebben van vorstin Gartoryski, die eenigen tijd geleden een soortgelijk kleed te Parijs t maken. De vorstin had echter geen monogram. Gravin Pembroke is de trotsche be zitster van e©n costuum, dat een be langwekkende geschiedenis heeft en ook van geen geringe waarde is. Zij heeft een wit zilveren kleed, met VIaamsche kanten bezet, die 300 ja ren geleden door koningin Elizabeth van Engeland gedragen werden. Het costuum moet uit een oogpunt van kunst zijns gelijke niet heoben. Lincolns eerste loon. Hoe Abraham Lincoln, later de be roemde president der Vereenigde Sta ten, zijn eersten dollar verdiende, wordt in Ida Tarbells „Life of Lin coln" in zijne eigen woorden ver haald. Ik was omstreeks achttien jaren oud' en behoorde, zooals gij weet, tot wat men in liet. Zuiden „de tobbers" noemt. Menschen, die geen land of slaven bezitten, zijn daar niets. „Maar het was ons, voornamelijk door mijn werk, gelukt genoeg van het een en ander te kweeken om er de rivier mede af te varen en het te verkoopen. „Na lang praten had ik daartoe mijn moeders toestemming verkregen en eene boot gehuurd, groot genoeg om wat ik had naar New-Orleans te brengen. „Er voer een stoomboot de rivier af. Wij hebben, zooals gij weet, aan de rivieren in het Westen geen kaden of Eigenaardige balcostunms. Bij een bal te Dectertown, yi N.- Do spiraalspoorweg. Naar het Duitsch van CLARA YIEBIG. 25) Ja, ging ze eenigszins geprikkeld voort, hij wil me eens hooren zingen, daarin toont hij veel belangstelling. Misschien wil. hij mij wel engageeren voor zijn tournée naar Rusland. In spanning keek ze haar man aan wat zou hij wel zeggen? Bredenhofer begon luid te lachen. Wel ja, waarom niet? Haha, non sens! Zijn lachen beleedigde haar; ze ant woordde niets daarop, maar ze liep stom en uit haar humeur aan zijn arm door. Zonder glans gleed haar blik. langs de stille verlaten straten en dan naar den hemel. De sterren kon den niet tot haar recht komen, bij de volle, alles overstralende maan* ze flikkerden en sidderden; maar daar daar die een© schokte, en wan kelde, en nu schoot zij als een gouden vonk naar heneden in het bodemlooze Een ster, die verschoot. Lena drukte snel die hand op het hart nu iets wenschen, gauw een groote, gloeiende wensch, en hij was vervuld! Niets schoot haar te binnen. Daar de ster was al lang geval len. XIII. Lena ging erg opgewonden haar kamer op en neer. De vleugel stond open, bladen muziek waren op den grond gewaaid onder den achteruit- geschoven pianokruk. Hier, hier was hij opgesprongen in machtige verrukking, had in extase zijn melancholie geheel vergetend, uitgeroepen: O, de chaime, madame, u is geheel wat ik zoek! De jonge vrouw hield op met heen en weer loopen; ze bleef staan, drukte beide handen t§gen haar gloeiende wangen en staarde als in een droom naar den grond'. In haar ooren klon ken zijne woorden, hij had haar zoo veel prettigs en moois gezegd. Ze zag zichzelf al op het podium, aan haar voeten de luisterende me nigte. Klanken van bewondering, klonken haar in het oor. Wat ze in de handen klapten! Wat een zalig ge voel, dan te staan buigen! U moet een eenvoudig wit kleed dragen, heel eenvoudig, geheel glad en effen, en het haar zoo. En vlech ten, heel echt., heel Duitsch! U heet Fraulein, dat maken we er maar van, dat is beter; niemand geeft u meer dan zestien. O, u zal een suc ces hebben! Hij had zich de toppen van zijn vingers gekust en toen zijn oogen weer zoo zwaarmoedig opge slagen. U maakt de lui aan het hui len Een onbeschrijflijk blijde opgewon denheid doorsidderde Lena's zenuwen een extase was in haar, die haar al het andere vergeten deed. Ze liep weer de kamer op en neer; ze verzette wat hier en dlaar, kroop onder de piano, zocht de muziekbladen bij elkaar en wist. toch zelf niet, wat ze deed. Ze trok de la van de schrijftafel open, waarin ze haar huishoudgeld bewaarde, en telde en telde, er waren alleen nog maar een paar groschen in maar wat deed dat er toe? Gauw, gauw was het uit met dat vervelende gereken, Lavallo had haar schitteren de condities voorgeslagen. Als Richard nu toch maar thuis kwam! Hij was naar de kunstsalon Unter den Linden waar zijn schilderij geëxposeerd was. Daar kwam hij; zij hoorde zijn tred op de trap en ging gauw de gangdeur opendoen. Verwonderd keek hij haar aan. Zoo warm, zoo rood', Lena? Zij omhelsd© hem en trok hem de kamer in; in haar groote vreugde wachtte ze niet, tot hij hoed! en stok had weggelegd, ze vertelde hem da delijk het heele verhaal. Met opgetrokken wenkbrauwen hoorde hij haar aan, toen kuste hij haar op het voorhoofd: Lena, schat, is het daarbinnen niet heelemaal in orde? Wat naar Petersburg? Haha! Hij lachte, zooals hij eergisternacht op straat gelachen had. Zij liet zich niet in de war brengen; met den grootsten ernst droeg zij de zaak voor, het herhalen deed het haar nog heerlijker toeschijnen. Zooals een landschap bij meer dan een keer zien telkens weer nieuwe schoonheden openbaart, zoo ging het haar ook met Lavallo's voorstel; ze vond het hoe langer hoe verrukkelijker. En denk eens aan, eindigde ze met purperroode wangen, als er lieusch eens iets uit mij groeit! Hoe zou dat onze positie niet verbeteren en ons te genover de familie in een andere ver houding plaatsen! Ach, Richard, ik ben zoo blij! Ze drukte haar hand tegen zijn kloppend hart. En je denkt, dat ik je zal laten gaan? bromde hij tusschen zijn ge sloten lippen. Toornig rood steeg naar zijn voorhoofd' en kleurde zijn wangen met een paar ronde vlekken. Zij keek hem met groote oogen aan. Je zult je moet natuurlijk! Nu lachte hij weer, maar het was niet het lachen van ongeloovigen, goedmoedigen spot, een nijdige geër gerdheid klonk er doorheen. Nooit, zei hij, nooit. Dat zijn krankzinnigheden; jij bent mijn vrouw en behoort bij mij. Als die Lavallo nog eens komt, wijs ik hem de deur, ik smijt hem er uit, voegde hij heftig opvliegend er bij. Dat zal je niet doen, riep zij, bui ten zichzelve. Ik doe Let toch! O! Ze hief hartstochtelijk de handen op. Wil je me opsluiten? Geef mij mijn kunst terug, mijn vroolijke meisjesuren! Mijn broer heb je me ontnomen, mijn mijn en nu ook Ze snikte luide schreiend. Ga verder, zei hij driftig en greep haar polsen. Wat heb ik je ontno men? Jo broer en je je Lij om klemde haar vaster zeg op! O, niets, niets! Starend keek ze hem in 't gezicht; hij zag haar aan met een uitdrukking van vage, blinde woede. Hij liet haar polsen los en wendde zich af. Je wilt het me niet zeggen, maar ik weet het, ik heb je je geluk ont nomen! Met zwaren tred ging hij naar de kamerdeur; hij leek een oud man, zoo onzeker zijn beenen, zoo doorge zakt zijn rug. Richard, Richard! Ze snelde hem achterna met jammerend geween, ze hield' hem vast bij zijn jas. Richard, wees toch niet kwaad op me, ik ik Ze hield zich plotseling in, maar toen stiet ze toch uit in overstroomend leed: Ik ben ongelukkig Het woord was gevallen; een bang, afschuwelijk, zwijgen ontstond. Neen, neen! schreeuwde zij, toen hij stom, met bleeke, bevende lippen op haar neerzag. Het is niet waar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 7