Tweede Kantoor NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Groote Houtstraat 55, Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. bij de Peuzelaarsteeg. Geïllustreerd Zondagsblad. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 3JM* Faubourg Montmartre. 19e Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS ADVERTENTIËN Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit Blad verschijnt dagelijksBehalve op Zon- en Feestdagen Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02)4 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden 0.37)4 de omstreken en franco per post0.45 Van 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telofoonnummor der Administratie 122. Intercommunale aansluiting. Met primo Juni wordt een geopend voor de behandeling der zaken van de VENNOOTSCHAP LQUREMS COSTER en wei in de Dit kantoer aa! in het bijzonder bestemd zijn voor puttiicat.e van Bsalleiins, voor de aanneming van Advertentienen Aba namenten voor Haarlem's Dagblad, vin Advertentiën voor alle andere Blade.a in Binnen* en Buiten land en voor liet in ontvangst nemen van or ders op Drukwerken. In deze laatste branche hebben w>! onze zaken sedert eeüigen tijd zee" uitgebeeld, zoodat wij in staat zijn aan alle aanvragen op dat gebied, zoowel voor klein als groot werk volkome» te voldoen. Vennootschap Lourens Coster, J. C. PEERE.BOOE3, Dir. Haarlem's Dagblad ran 28 Mei lerat o. a.: Het rredesklobje en de reclame- bellen der correspondenten, Voor de vermoorde Keizerin, De Duit- selie gezant te Washington. Ver kiezingsvergadering. Bericht aan onze Abonné's op het "W ij deelen bij deze mede dat het formulier, hetwelk aan nummer 22 van het Geïllustreerd Zondags blad was toegevoegd en dat, na behoorlijke invulling en toezen ding als Bewijs van Aandeel strekt m de Gratis-Verloting van 1000.ook kan wor den ingeleverd ten kantore van ons blad. Onze Abonné's. die er dus de voorkeur aan mochten geven om hetzelve even bij ons aan te rei ken, dan wel per post aan het op- gegevene adres in te zenden, kun nen daarmede even goed volstaan. Voor onze stads-abonné's is dat ■wellicht gemakkelijker. Niemand verzuime om van deze waai lijk fraaie kans, welke gebeel gratis aangeboden wordt, gebruik te maken. DE ADMINISTRATIE. Poiitiek Overzicht. Wede, waair blijft gij?, met deze vraag zou men eiken dag bet Politiek Overzicht kunnèlï Aanvangen. Want in gfespannen verwachting luistert heel de wereld toe, of niet in de verte heel zacht en zilverhei het vredes- klokje begint te klingelen. Maar vruchteloos. Wat wij hooren is bet gelui met de reclamebei d'oor die correspondenten der verschillende bladen. Als een paar staaltjes van de tegen strijdigheid en dus onwaarde dier verhalen laten wij hier volgen de meening van de Standard en de Daily MaiL De Standard verneemt, dat in de Boereneischen geen enkel punt voor komt, dat van de Engelsche Regee ring de opoffering van een hoofdbe ginsel voor het herstel van den vrede zou noodig maken. De Daily Mail daarentegen deelt mede, dat de Engelsche Regeering be sloot, aan de onderhandelaars in Zuid Afrika te melden, dat de hoofdpunten van de Engelsche voorwaarden moe ten worden aangenomen, onveran derd. De Boerenleiders vroegen daar entegen een meer edelmoedige behan deling, nu zij den eiscb om onafhan kelijkheid hebben opgegeven. Doch de Engelsche Regeering weigerde iets meer toe te staan, dan in de oor spronkelijke voorwaarden was ver meld. Het schijnt, dat de Vrijstaters zich niiet goedschiks hebben neergelegd bij het denkbeeld, dat zij de onafhan kelijkheid moeten prijsgeven. De Vrij staters redeneeren aldus, naar Reu ter aan d'e Engelsche bladen meldt: „Nadat wij twee-en-een half jaar heb ben gevochten voor de onafhankelijk heid, zou het zwakheid' zijn de voor- deelen van dezen voortgezetten tegen stand op te geven, en de onafhanke lijkheid prijs te geven." De Transvalere daarentegen schij nen de overtuiging te hebben, dat het voortzetten van den strijd hopeloos is; zij willen echter de Vrijstaters niet in den steek laten, wanneer deze den strijd blijven volhouden, en deelden mede, dat. zij niet afzonderlijk met de Engelsche Regeeiring willen onder handelen. Sedert is er een modus vivendi ge vonden tusschen de beide Boerengroe pen en zijn hunne gedelegeerden met Kitchener en Milner in onderhande ling. De Standard zegt, dat op een oogen- blik de vrees bestond, dat de meerder heid der te Vereeniging aanwezige Boerenleiders zou terugvallen naar het onverzoenlijke standpunt; maar dat het geduld en de tact van Lord Kitchener de zaak heeft gered. De resultaten zoudten daardoor beter zijn dan men verwachtte, en de Mor ning Post publiceert: „het is beslist buiten twijfel dat de kroningsfeesten, zullen worden gevierd onder het lie felijk gelui der vredesklokken.'" Seddon, premier van Nieuw-Zeeland, kwam Maandag te Kaapstad aan. In ant woord op een toespraak van den burge meester zeide hij, dat hij voelde dat de vrede niet ver af was. De Times hecht groote waarde aan het telegram van Seddon, waarin hij rneldit, dat er geen nieuw contingent voor Zuid-Afrika meer noodig is. De Morning Past verneemt uit Pretoria, dat Seddon gezegd had: In dien de vrede niet wordt gesloten, op een gromd'slag, die een nieuwen oor log onmogelijk maakt, zullen de ko lonies ontevreden zijn, daar zij dan gevoelen, dat hare opofferingen tever geefs waren. ord Met.hu en verlangt ook hard naar den vrede. Hij wilde den oorlog tot het einde toe meemaken, altijd nog hopende op een gelegenheid! om Magersfontein uit te wisschen. Toen K.vam Tweehosch, hij werd gewona en voor den. dienst ongeschikt. Maar hij wilde althans in Zuid-Afrika blijven tot het vrede werd. Dat leek echter nog zoo ver in het verschiet te liggen, dat hij einde lijk besloten had den 21en dezer te vertrekken. Een reisje in Noorwegen stond al op het program. Maar nu *s het vertrek uitgesteld, want, de vrede is in zicht, kan elk oogenblik geslo ten worden. Er ;-s dus kans op, dat de ongelukkige generaal in Zuid-Afri ka nog het eind van den oorlog zal zien. Ach, als de Boeren nu maar wil den! Zouden zij geen vrede wollen sluiten, om Lord Metlmen dit genoe gen te gunnen? Generaal de la Reij is zoo'n edelmjoedig man. Misschien doet hij nog wel een goed! woordje voor zijn vijand). Maar wij vreezen voor Lord Methuem, dat hij teleurge steld zal worden. In het Engelsche Lagerhuis zeide de heer Balfour, dat hij niet kon aangeven, wanneer hij in staat zou zijn eenige ver klaring af te leggen betreffende den stand der onderhandelingen. Het Eng. Kabinet is tegen heden bij eengeroepen, naar men gelooft om het antwoord van Pretoria te overwegen. De „Echo" zegt, uit de meest vertrouw bare bron van iemand uit het Lagerhuis •te hooren dat men de graanbelasting zal opgeven, en dat de extra stuiver op de inkomstenbelasting waarschijnlijk ook zal worden opgegeven. Het blad voegt er bij: Dit wijst op het feit dat de vrede zoo goed als zeker is. De indruk te Durban omtrent den vre de is gunstig. In zaken straalt een hel derder toon door. De merkbare verslap ping der militaire beperkingen heeft een geruststellende uitw erking; men doet zijn voordeel met de onlangs afgekondigde ■kennisgevingen ten opzichte van de toe lating in de nieuwe koloniën van ande ren dan uitlanders. hetgeen wordt be schouwd als de eerste stap tot herstel van de vrijheid van het personen -en han delsverkeer. De handelsbetrekkingen tusschen Durban en den Rand komen weer op den voet van voor den oorlog, nu toenemende hoeveelheden goederen worden toegelaten tot vervoer per spoor. Het heerschen in Zuid-Afrika van een optimistische meening omtrent de te genwoordige onderhandelingen maakt het echter noodzakelijk er op te wijzen, dat deze meening nauwelijks gebaseerd is op gegronde feiten. Het rekken der conferentie behoeft niet bepaald een hoopvol teeken te zijn. De gedelegeerden hebben ofschoon zij alle hoop op het ver krijgen van onafhankelijkheid hebben laten varen, nog vele punten van ge schil met de Engelsche Regeering. Er blijft steeds een hardnekkige minderheid, die werkelijk het hervatten der vijande lijkheden als de beste oplossing in den tegenwoordigen toestand beschouwde. Ieder oogenblik kunnen deze punten van geschil verscherpt worden tot een wei gering om de onderhandelingen voort te zetten. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de voorstanders van den vrede den strijd zullen opgeven, zoo lang er een flinke minderheid is die den strijd wenscht voort te zetten. Al deze dissoneerende elementen moeten daarom in aanmer king worden genomen vóór het mogelijk is in eenig opzicht iets te voorspellen omtrent den afloop der onderhandelin gen. Buitenlandsch Nieuws. Weer een streek van de Engelschen Sergeant M. C Thomas van de vrijwil- ligers-compagnie der South Wales Bor derers, zegt in een brief van 25 April, geschreven te Klerksdorp: „Wij zijn hier met tusschen de zeventig- en tach tigduizend man troepen, allen wachten de op de la Reïj's antwoord op de vre desbijeenkomst (sic), en elk oogenbh1- verwachten wij, dat de vijanden hun onderwerping komen aanbieden... Al de bewegingen onzer troepen zijn opgehou den tot een zekeren dag, en hebben de Boeren zich dan niet onderworpen, dan zal het eenvoudig een moord wezen..." Hei aantal troepen, dat de schrijver opgeeft, is stellig grootelijks overdre ven, maar men mag er toch uit opma ken, dat het een leger is, dat te Klerks dorp wacht op het eerste teeken om de la Reij's commando's te overvallen. Zou den die intusschen niet naar Marico ge trokken zijn? Of zijn in de soort wapen stilstand, die er gesloten is, dergelijke troepenbewegingen verboden? Als de be paling voor beide partijen bindend zou wezen, stellig niet. De Engelsche troe pen bv., die in dezen tijd gedurig in de Zuid-Afrikaansche havens aankomen, zulen daar toch niet bijven. En het is ook niet aan te nemen, dat Lord Kitche ner zich verbonden heeft tijdens de on derhandelingen zijn troepen niet te ver plaatsen. Zouden de Boeren dan alleen gehouden zijn, op de plaats rust te ma ken? Re Dnitselie gezant te Washington De geestdrift over het standbeeld van Frederik dien Groote, dat die Kei zer aan de Amerikaansche natie ten geschenke wil geven, is in Amerika ondier mensehen, die weten welke rol Frederik in werkelijkheid' ten opzichte van d'6 jonige republiek heeft gespeeld, niet groot. Zelfs is er tegen de aan. neming van het geschenk een stroo-! ming gaandie, diie zich geuit heeft in een voorstel van Stephens, lid van het Congres, om heit monument niet op te stellen. Uit hoffelijkheid zal men dit natuurlijk in dien schoot van een com missie begraven. Maar in Duitschland ia men intus schen wrevelig geworden over de wei nig toeschietelijkheid waarmede Ame rika d'e oplettendheden van den Keizer beantwoordt. De „Vossische Ztg." smeedt er een wapen uit tegen den Duitschen ambassadeur te Washing ton, wiens handelingen aan weerszij den van den Oceaan al meer onvrien. delijk zijn beoordeeld. ,.Het moet zegt de „Vossische" bevreemding wekken dat d)e Duitscho ambassadeur te Washington de stem ming in het land, bij welks president, hij geaccrediteerd is, niet zoo goed hoeft gekend, om rechttijdig de gevol gen te voorspellen die zich thans la-1 ten gelden. Het zou zijn plicht zijn' geweest, te waarschuwen voor een geschenk, dat niet door het geheele volk met vreugde ontvangen zou wor den Ook hadden aan het aanbod1 van den Keizer vertrouwelijke ondierkan-, delingen van de diplomatie moeten1 voorafgaan, die over de stemming en voornemen van de ontvangers ophel dering gaven Reeds tijdens het ver blijf van prins Hèfcnrich in Amerika zijn vele fouten begaan die niet ge schikt waren, de sympathie voor Duitschland te versterken. Men zal het bijvoorbeeld niet begrijpen dat de am bassadeur von Holleben op den trein van den prins zelfs een plaats heeft ge weigerd! aan den vertegenwoordiger van het blad dat voor den broeder en vertegenwoordiger van den Duitschen Keizer bet grootsche pers feest te New. York aanrichtte Dergelijke bureau- t-ri be eigenaardigheden worden niet goedgemaakt dooi' een toost op d« mannen die „bijna gelijk staan met de commandeerend'e generaals". Als de ambassadeur bovendien verzuimd1 had op het onverkwikkelijke debat-dat het keizerlijke geschenk zou veroorzaken, de aandacht zou vestigen, dan zou zoodoende bet doorslaand bewijs zijn geleverd dat hij niet de rechte man op een belangrijke plaats is". Zeer juist .teekent de „Frankf. Ztg." hierbij aan. Het waarschuwen en voorspellen behoort tot da taak van een gezant, mits men hem geraad pleegd heeft en hij in de gelegenheid is geweest om te waarschuwen. Daarmede wil de „Frankf. Ztg.", nog wat scherper dan de „Vossische" het in haar bedekte woorden doet, zeggen dat het alweer dte schuld van de al te groote voortvarendheid ter hoogste plaatse, van d'e politiek der „Ploetzlichkoiten" is, dat Duitschland op het oogenblik tegenover Amerika zoo'n mal en opdringerig figuur slaat Keizer Wilhelm vertoeft op bet oogenblik nog steeds in het Rijksland en haalt daar, in weerwil van zijn pas gehouden sterk vredelievende redevoering, zijn hart op aan militaire manoeuvres en spie gelgevechten. Zaterdag heeft hij in eigen persoon aan het hoofd van een samengestelde divisie een aanval ge daan op de vesting Kaiserin en deze ten slotte stormenderhand genomen. De verovering was trouwens niet al te moeilijk, omdat werd aangenomen, dat de sterkte nog ongewapend' en niet afgebouwd was. Op de flanken van de belegerden werden, volgens de regelen van de tegenwoordig druk beoefende „Bóeren-tactiek", twee om trekkende bewegingen gemaakt, waar van het gevolg was, dat de sterkte na een hevig vuurgevecht voor de over macht van de aanvallers moest val len. Na het spiegelgevecht is de Kei zer uit de buurt van Metz naar Urville vertrokke* Voor de vermoorde Keizerin, Het onthullen van het gedieuMeekem voor keizerin Elisabeth, op die Rosen- platz te Montreux is in alle stil'te ge schied Het was somber weer, en nu en dan regende het. Om het stanct- beeld waren tezamen gekomen de Oos- tenrijlcsche gezant met de kanselarij- secretarissen, de Beiersche gezant, de leden van het comité, gemeentelijket autoriteiten en een niet talrijk publiek.' Op het voetstuk werd' een enorme krana van irissen en narcissen, uit Oosten rijk gezonden neergelegd. In de eigenlijke onthullingsredle zei het comité-lid. dlat de bevolking met het oprichten van dit beeld tweeërlei bedoeling had. Zij wilde die herinnen ring aan het herhaald verblijf van keizerin Elisabeth in Montreux ver eeuwigen, omdat dit een bijzonder dierbaar aandenken is voor de burge rij. die den eenvoud van deze vorstin, baar goedheid en haar werkelijke be langstelling voor het land en zijn be woners liefhadden. Maar het gedenk, teeken is niet alleen door de bevolking van Montreux gesticht; talrijke bur gers uit andere deelen van Zwitser land, behoorende tot alle standen,, be- ijverden zich om d'eel te nemen aan Fenllkton, Naar het Duitsch van CLARA VIEBIG. £7. Mijn schilderij, mijn schilderij! Mijn hoop, mijn hoopl Hij hurkte neer op den grond, een gebroken mensch en huilde. Het was koud in 't atelier, nog geen vuur brandde in de kachel, buiten joeg de wind loeiend voorbij en ram melde aan d'e ruiten, als wou hij ze indrukken. Ergens piepte een ver roest Scharnier; beneden klepperde de ijzeren stang der marquize aan het halcon; boven op zolder, stond een luik open, werd het raampje heen en weer geworpen. Een troostelooze mu ziek; de muziek van den winter, die nu gauw kwam en alle leven deedi in slapen. Huivering op huivering liep den een zame langs den rug. Zijn handen wa ren verstijfd, zijn voeten ook, hij had het koud, zoodat zijne tanden op elk ander klapperden, en toch leed hij vaa een groote kittei. Als een sneeuwlast zonk het op hem neereen reusachti ge witte doek viel langzaam uit den hemel, viel door het dak van het huis. door het plafond van de kamer, en viel over hem neer, zonder lucht, niet af te schudden. Een. lijkwa. De ongelukkige kreunde, hij sloeg in doodsangst om zich heen, hij kon het niet meer ontkomen. Een doods gevoel doorhuiverde hem een gevoel, dat hem nooit bekropen had, zoolang hij nog hoopte. Maar nu?! Sterven sterven, dat was het beste", fluisterde een stem in hem. Hij strekte den arm uit en hief de vuilst op tegen het lichter stuwde nog zoo veel bloed, er klopte nog zooveel le ven 'in hem, dat verlangde tot zijn recht te komen. Neen, niet stervenl O, neen! Hij sprong plotseling op uit zijne neergehurkte houding zijne voeten sliepen hij kon nauwelijks loopen. Voorzichtig stapte hij heen en weer, om zijn bloed weer aan den gang te maken, met den terugkeerenden, regel matig vloeienden stroom kreeg hij een meer levend gevoel. Nog was niet al le hoop verloren. Was het niet haast allen grooten mannen zoo gegaan? Hadden ze niet door de diepste diep ten moeten gaan, ontgoocheling na ontgoocheling moeten lijden, tot hun genie zich baan brak en in onbetwiste glorie straalde? Magnetisch er heen getrokken, trad hij voor den spiegel. Een donker, bleek gezicht met onnatuurlijk groote oogen zag hem aan een gezicht daar wat in zat. dat viel niet te ontkennen. Hier die donkere plooi tusschen de wenkbrauwen sprak van denken. Bredenhofer glimlachte en weef zich over de plooihet spiegelbeeld deed net zoo, en glimlachte ook. Neen, zeide bij hardop, maar niet den moed verloren! Ik zal me er wel doorslaan. Hij knikte zijn spiegel beeld toe, toen nam hij jas en hoed die in den hoek hingen. „Ik zal wat naar Reuter gaan, het dóet me goed te praten met iemand, die in me ge looft. Zacht opende hij de deur van het atelier, sloop over de gang en l'iep haastig de trap af. Gelukkig dat Lena het verwoesten van de schliderij niet gehoord had, dat ze hem niet was komen vragen, wat hij toch uit voerde. Hij zou grof zijn geworden, van vertwijfeling en van schaamte! Hij schaamde zich, haar zijn fiasco te bekennen, als hij aan haar verwon derde ontstelde eegan dacht, s'fcHh zijn hart dien slag uit En dan haar tranen! Ze had in den laatsten tijd oogen als een gewonde ree. Als een dlief sloop hij het huis uit. Bu'iten beving hem de snijdende lucht, die hij met gretige teugen inademde. Lena had wel het leven, het lawaai in het atelier van haar man gehoord een oogenblik kwam de gedachte bij haar op, naar boven te gaan en te vragen, wat er gebeurde. Maar ze was moe en afgemat, een koude onverschil ligheid verlamde haar. en maakte haar reeds het opstaan van den stoel, waar ze nu eenmaal in zat, moeielijk. Dat had ze tegenwoordig haast altijd zoo. Ze had ook zoo weinig te doen. Me vrouw Allenste'ïn kwam eiken dag, ze zuchtte over de trappen en haar ver moeidheid, maar ze lrwam toch. Zij administreerde het huishouden den c-ersten October was Greta wegge gaan, mevrouw Allenstein had de nieuwe meid gehuurd, een onschuld van het platteland, die met zware schoenen rondstapte, niets begreep en alles vallen liet. Maar ze was eerlijk en liet zich door mevrouw Allenstein gewillig commandeeren Het was een ongezellig leven. Eiken dag was het vleesch aangebrand en de »oep te zout. BreóenhofeFs gevoelige keel leed er onder, bij ging hoe langer hoe minder eten, maar Lena zei niets. Ze had in haar eigen huishouden niets meer 'te zeggen. Hoe kan je dat verdragen jam merde mevrouw Langen. Dat onbe schaamde mensch 1 Ze speelt heele- maal den baasze commandeert niet alleen de meid, ze commandeert Ri chard, ze commandeert jou I Daar houdt alles mee op ontzettend, treurig Ja, treurig, zei Lena eentonig. Laat maar, moeder, laat haar maar mij is alles hetzelfde. Mevrouw Allenstein behandelde haar schoonzuster, zooals men een kind behandelt, dat bovendien nog ziek is. Ze zeiLena-lief, laat dit maar. laat dat, je kunt het toch niet, kindje; ik zal dat wel ldaar spelen! En dan ruischte ze' de keuken in, deel de haar orders uit en regeerde tot 'in de kamer hoorde Lena eiken toon van de scherpe stem en kromp ineen. o< kwam met hoogroode wangen bin nen en liet zich doodaf neervallen in een hoek van do canapé. Soms ook streelde ze Lena over het haardeze huiverde telkens onder de aanraking der koude vingers. Me vrouw Allenstein had de nijdige uit vallen van haar schoonzuster niet al leen vergeven maar ook vergeten. Uit liefde voor Richard, zooals ze zei. Wat vermag de liefde niet? Suzanna's zenuwen hadden afwis seling brood noodig. Het was voor haar weer eens iets nieuws, in 't huis van haar broer den baas te spelen ze deed het met graagte en vond het pret tig zich over kleinigheden op te win den. Ze kreeg haar schoonzuster ge woon lief, die haar deze emoties be zorgde en zelf zoo stil in haar stoel hing. De oude. leer-oveTtrokken stoel uit liet ouderlijk huis. die was Lena's lie velingszitplaats. Daar zat ze vandaag nu ook weer, de wang geleund tegen de zijleuning en haar oogen strak voor zich uit. Goddank, mevrouw Allen stein wais er vandaag al geweest, die kwam niet. terug Ze had het middag eten besteld en een heel pak boodschap pen meegebracht. Lena was graag een Beetje uitgegaan en in de gezelli ge winkels een paar kleine inkoopen wezen doen maar ten eerste dacht mervrouw Allenstein al aan alles wat noodig was. en ten tweede had ze zelf in het minst geen geld, nog geen en kele mark. Gisteren nog had ze Ri chard om geld gevraagd, en eergister, en vooreergister hij had haar ge troost. En haar moeder mocht Z4i niets meer vragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1