Tweede Blad,
Spootweg Haaflöm-Zanüvoört.
behoor er de bij
„ir^srïana'a BagtoJ»?;»1
■van
Donderdag 81) Mei 10Ö'2,
Kg. 58®
Toen bij bet interviewen door het te-
Stuur van Burgerplicht van der» boer R.
van Hasselt deze laatst»' mededeelde,
dat het vervoer op de lijn Haarlem
Zand voort nooit zoo groot was geweest
als sedert de electrische tram er Is, klonk
ons deze opmerking al vreemd in de bo
ren en dachten wij aan een vergissing.
Sedert zijn ons van bevriende zijde
de officieele vervoercijfers verstrekt, ont
leend aan het „Weekblad de Ingenieur"
>Wij geven die hieronder op van Juli 1899
af (de maand, toen de dienst van de E.
N. E. T. op Zand voort geopend werd)
tot en met Juni 1900.
tjo hebben hczorgcl van ongeveer
I 4500. Uit dit groots getal blijkt ge
noegzaam, dat de kieviten, deze uit
sluitend nuttige vogels, nog lang niet
zijn uitgeroeid. Trouwens, als in Mei
ög nesten gespaard- worden, dan kan
non zonder bezwaar voort-gaan met
n A.pri 1 de eieren weg te nemen, «Jaar
dezelfde vogels toch in Mei voor een
tweede geleg, zorg dragen, terwijl als-
:lan door het meer gevorderde seizoen
het broedsel ook beter gelukt, dan
zulks in Maart of begin April het ge
val is.
1900 10.7S7.2S
11.108.8S5
5.095,505
1.602.175
1.170.48
1.228.7-15
1.101.245
1.200.70
1.424.59
2.292.55
4 170.42'"
6.124.27?
1901
Niinwbenrig omschreven.
Iemand, die bekeurd werd wegens
het na zonsondergang rijden op eeu
fiets zonder lichtgevende lantaren,
kreeg zijn vonnis met de volgende
nauwgezette overweging: „dat do zon
op 22 Maart des namiddags te 6 uur
14 minuten is ondergegaan en op 23
Maart des voorinkldags te 5 uur 59
minuten is opgegaan".
Juli 1809 14.075.65 Juli
Aug. 14.250.115 Aug.
Sept. 4 278.'115 Sept;.
Oct. 1.612.025 Out.
Nov. 1.148.42 Nov.
Dec. 1.038.68s Dec.
Jan. 1900 1.157.21» Jan.
Febr. 849.03 Febr.
Maart 1.138.77s Maart
April 1.728.00 April
Mei 2."4) 58 Mei
juni 6.680.70 Juni
Hieruit blijkt al dadelijk, dat het to
taal van de tweede cijferskolom lager
is, dan dat van de eerste kolom, zoodat
de modedeeling van den heer Van Has
selt waarschijnlijk op een vergissing
berust.
Volledigheidshalve voegen wij hierbij,
dat da vrachtprijzen niet zijn verlaagd,
d; alleen vcor enkele weken, blijkbaar
bij wijze van proef welke verlaging
men evenwel spoedig' weer heeft laten
varen.
De cijfers van Juli en Aug. 1900 waren
bij de Holl. Spoor resp. f 10.787.28* en
11.198 88', over diezelfde maanden van
1901 hebben we de cijfers nergens kun
nen vinden.
Eu nu we toch eenmaal aan 't cijfe
ren waren, hebben we de officieele cij
fers van 't personenvervoer der E. N. E.
T. naar Zandvoort eens nageslagen en
geven die hieronder, om den lezer te la
ten zien, welke een kolossale vooruit
gang in die cijfers van jaar tot jaar valt
waar te nemen.
1S99.
Juli f 12.693
Aug. 12 837
Sept3.929
Oct. 2.165
Nov. 1.714
Dec. 1,552
1900 1901
TanJ 1421 f 1833.
Febr1607 1602
Mrt. 2103 3034
April 3577 4097
Mei 4431 7921
Juni 9806 9224
Juli 14103 16814
Aug13747 17934
Sept. 6180 5938
Oct2406 3027
Nov1891 2320
Doc1873 2090
Uit deze cijfers blijkt gestadige voor
uitgang van 't vervoer.
Speeltafel.
De zaak van het balletjesspel ophot
wandelhoofd to Scheveningen zal den
3en Juni voor het kantongerecht ko
men. Zaterdag d. a. v. zal de eigen
lijke behandeling van de zaak in een
afzonderlijke zitting plaats hebben..
Als gemachtigde van den speeltafel
houder treedt op mr. D. van Houten.
Maandag 2 Juni komt de zaak van
den ontrouwen Scheveningschen brie
venbesteller d. H. voor de Rechtbank.
(Particuliere Correspondentie).
Binnenland.
Yerkenningsboril.
Naar de ,,TIjd" verneemt, is door de
directie der H. IJ. S. M. bepaald, dat
voortaan vóór eenige afstandsseinpalen
een zg. baak (verkenningsbord) zal
worden geplaatst: een langwerpig vier
kant bord, in vakken verdeeld, gedeel
telijk zwart en wit geschilderd. Deze
baken, aan den rechterkant van den
weg geplaatst, moeten op een afstand
van 850 M. van den afstandsseinpaal
worden aangebracht, en hebben ten
doel. aan te geven dat een voorbij de
baak rijdende trein den komenden af.
staodjèseinpaal tot op 850 M. heeft be
reikt Zoo nooriig moeten de machinis
ten in staat zijn. hun trein tot op 850
M. van bet eigenlijke signaal te doen
stoppen.
Bij proeven is gebleken, dat deze
borden, zelfs bij dikken mist, doorliet
personeel op de machine goed gezien
worden.
Het voordeel der kieviten.
Naar verschillende mededeellngen
kan bepaald worden, dat in dit jaar
ongeveer 30.000 kievitseieren van het
eiland Texel zijn verzonden, die aan
Men mag beweren, wat men wil,
maar ongetwijfeld is het eene dwa
ling te zeggen, dat men het in zijn le
ven absoluut kan stellen zonder eens
een kijkje in het buitenland te nemen
om daar méér schoons te genieten dan
ons Nederland aanbiedt. Plet valt
niet te ontkennen, dat het eigenaardi
ge, wat ons land oplevert, een zeer
geprononceerd karakter heeft, dat
dikwijls door vreemdelingen meer ge
waardeerd wordt dan door den land
genoot zelf. Dit is bijv. het geval met
onzen eigen Zaanstreek, waar de
eigenaardige trant van landschappen
en huizen vaak de pen van menig be
roemd schrijver in beweging bracht.
Elders, bijv. in sommige streken van
Noord-Holland, Zeeland en Friesland
trekken de typische kleedierdrachten
van de bewoners in hooge mate de
aandacht van den vreemdeling, die
niet nalaat in de tijdschriften zijns
lands volk en omgeving in woord en
beeld weer te geven en zoodoende jaar
lijks een stroom van toeristen tot ons
te doen komen. Maar laat mij daar
bij niet langer stilstaan. Men kan zich
niet beter overtuigen van mijne be
wering, dat ons eigen land uit het
bovengenoemd oogpunt een kijkje bui
tensland overbodig maakt, dan door
eens de reis le aanvaard-en om zich
persoonlijk van deze uit den aard der
zaak zeer vergeeflijke dwaling te ge
nezen uit den aard der zaak ver
geeflijk! Want wat trekt men liever
voor, dan het goede en schoone, van
zijn eigen vaderland?
Niets beters zou in dit geval een be-
ginneling-tourist, om het zoo eens te
noemen, kunnen doen, dan zijn schre
den te richten naar eene landstreek,
waarvan het centrum wordt gevormd
door do stad wier naam ik boven het
opstel plaats, dat ik thans liet genoe
gen heb voor de lezers van dit blad te
beschrijven. Men komt er zeer gemak
kelijk: de reis is in de eerste plaats
niet zeer groot en voorts heeft men
niet veel onkosten te maken, te meer
daar de spoorweg-maatschappijen al
les doen om hunne tarieven in over
eenstemming te brengen zelfs met de
middolmatigst gespekte beurs, wat
vooral gedurende de vacantietijden
der scholen plaats heeft. Het mag ech-
!ter gezegd, dat „gelukkig en wel za-
i lig" hij is, die het voorrecht heeft,
(behalve zijn eigen taal, in casu het
Ncderlandsch, ook nog een weinig
Fransch machtig te zijn, een geeste
lijke bezitting, welke hem bovendien
zelfs na een betrekkelijk kort verblijf
miet woeker wordlt terugbetaald, in
den vorm van eene meer uitgebreide
kennis van deze taal, die terecht een
wereldtaal mag worden gehéeten.
Verder is het verblijf in deze stre
ken niet duur. Men doet echter wel
zoekers en handelaars een voordeel-'nut, zich eenigszins te verplaatsen in
land en omgeving, alsmede in de ei
genaardigheden der bevolking. Gelijk
bekend ademt deze laatste een groot
deel van het fransclie karakter. Plet
moet echter gezegd, dat wanneer men
onzen Belgischen nabuur eenigszins
nader leert kennen, men eigenschap
pen in hem ontdekt, waarop elk volk
met trots mag bogen en die men zeker
bij andere naties niet altijd in die
hooge mate aantreft. Als algemeen
bekend mag ik ook aannemen, dat
Belgie bewoond wordt door twee ver
schillende rassen of hoofdstammen:
de Walen in bijna het geheèle gebied
der Maas en de Vlamingen in het go-
bied der Schelde. Men zou het beste
een grens tusschen heide kunnen
trekken door een rechte lijn, gaande
van Luik, zuidelijk, voorbij Brussel
en eindigend te Calais. Noordelijk
daarvan heerscht de Nederlandsche,
Zuidelijk de Fransch© taal. De sterkte
der beide stammen verhoudt zich onge
veer als drie tot vijf. Daarbij valt niet
te ontkennen, dat ondanks de pogin
gen om gelijke rechten te verkrijgen,
tot heden de Fransche taal overheer-
schend en zeer onbillijk ook de
officieele taai der Regeering is. De
oorzaak hiervan is cherchez la va-
nité zeer zeker in hoog© mate de
ijdelheid. Men vindt hier gewoonweg
het Fransch veel schooner dan not
Vlaamsch. Wie er gelijk heeft, zal ik
hier niet uitmaken. De smaak doet
in deze uitspraak.
Dit alzoo op zijn plaats latend, ga
ik over tot eenige opvallende karak
tertrekken van het Waalsche ras.
Luistert men naar de gesprekken in
café of op straat, dan wordt men ge
troffen door de radheid van tong en
levendigheid, waarmede deze worden
gevoerd. Plet fransch wordt zonder
opvallend dialect gesproken door de
meer ontwikkelde standen, die zich
reeds vanaf de tijdien der Kruistoch
ten van deze taal bedienden, de volks
taal is een zeer eigenaardig dialect,
zoo goed als een taal op zich zelf, die
door den klank aan het fransch duet
denken, maair in werkelijkheid een
samenstel is van verouderde taalvor
men en voor den vreemdeling totaal
onverstaanbaar, het zoogenaamde
Wallon of patois, het „rouchi fran
cais" zooals de Franschman zegt. Een
enkel voorbeeld daarvan tot slot dezer
uitwijding: De uitdrukking ,,11 y a
plus de boue que de poussière", luidt
in het Wallon: ,11 gna pu d'broüli ki
d'poussir", de klemtoon op de over
kapte lettergrepen.
<10e Walen zijn een stoer en zeer
ontwikkeld ras, begaafd met groote
bedrevenheid van hoofd en hand, een
voudig van levenswijze, vroolijk en
opgeruimd, arbeidzaam en volhar
dend. Men ontdekt dit reeds spoedig
aan hunne bloeiende industrieën, de
levendigheid van het verkeer, die door
een gTOote hoffelijkheid in den om
gang wordt gekenmerkt. Vooral treft
de groote werkzaamheid de aandacht.
Gaat men door de straten, dan wordt
men ook spoedig getroffen door het
werkzaam aandeel, dat de mindere
vrouwen hier in de samenleving be
kleed-en. Typisch bijv. is dat een
groot de-el der gemeente-reiniging aan
hare zorgen is toevertrouwd. Naast
de vuilnis-kar, een roode doek over
het hoofd en groote zware schoenen
aan de voeten, ledigen zij des mor
gens de bakken en emmers met afval,
welke door de bewoners voor hunne
huizen worden nedergezet, zij vegen
de straten, enz. enz. en brengen op
deze wijze nog een weekloon thuis
tot steun van den man, die in een der
(alrijke industrieën werkzaam is. In
hoofdzaak bestaan deze in de bewer
king van metalen. De landbouw in
het Walen-land beteekent weinig; al
les komt hier voort uit de kolen en
het ijzer. Zoowel de gewone spoorweg
rail tot het fijnste instrument wordt
hier gemaakt, de materialen ervoor
zijn overvloedig voorhanden, men
heeft ze om zoo te zeggen maar voor
het grijpen. Betreedt men omstreeks
het middaguur een der straten, dan
ziet men de werklieden zich bij hon
derden huiswaarts begeven, ook vele
vrouwelijke, die in kundigheid en er
varing de mannen naar de kroon ste
ken. Aan deze vrouwen is niet zoo
als meestal elders het. minste en ge
makkelijkste deel dier werkzaamheden
toevertrouwd. Neemt men eens een
kijkje in een fabriek voor de zoo moei
lijke metaalbewerking, dan ziet men,
dat zij tot zelfs de fijnste machines
evengoed bedienen als de mannen, een
voor een vreemdeling hoogst interes
sant gezicht Een eenigszins weemoe
dige gewaarwording ondervindt men,
wanneer men het gebied der kolenmij
nen betreedt, wier gangen honderden
meters onder den beganen grond zich
van uit de omstreken der stad tot
zelfs onder de haar doorsnijdende
Maas uitstrekken. Do vrouwen doen
hierbij evengoed dienst als de rauu-
nen. Een. doek over het hoofd gesla
gen en klompschoenen aan de voeten,
duwen zij de zwaar beladen kolenwa
gen tj es- óver de terreinen, tot de
plaatsen, waar de schatten der aarde
soms tot honderd meter hooge hoopen
worden opgestapeld. Een zekere vol
doening geeft het echter te vernemen,
dat deze stumperde niet gedwongen
worden om ook in do mijnen werk
zaam te zijn en hun uiterlijk niet di
rect teclcent naar gebrek of verdriet.
Zelfs dit zware werk verrichten zij
vlug en opgeruimd.
De bedrevenheid' van hoofd en hand
van den Waalschen Belg openbaart
zich ook nog in tal van andere zaken.
Niet alleen is hij met de geheimen van
de metaal-bereiding en bewerking
vertrouwd, hij is ook een groot bouw
meester. Wendt men bij een bezoek
aan deze groote en schoone stad met
hare onvergelijkelijk schoone omge
ving, den blik om zich heen, dan
staat rnen in die eerste plaats ver
stomd over de groote en schoone ge
bouwen, die men aantreft. Prachtige
klerken, verrukkelijk schoon uitge
voerde bouwwerken als stadhuis, uni
versiteit, gerechtshof, enz., stout ge
legde bruggen over de haar in hare
geheele lengt© doorsnijdende Maas
van een grootsche schoonheid en ver
heven architectonische opvatting
trekken de aandacht en doen eene
hooge achting koesteren voor hunne
ontwerpers en uitvoerders. Dit alles
gaat samen met een vooruitstrevend
denken en voelen van het volk. Het
nieuwste van het nieuwe wordt hier
onmiddellijk aangepakt en in toepas
sing gebracht. Geen enkel stadsdeel
is ontbloot van met groote snelheid
rijdende electrische trams, die door
hun pijlsnelle vaart den vreemdeling
soms met een angstig gevoel vervul
len, doch geen nood, alles is door den
uitvoerder ook met de meeste zorg
uitgefvoerd, zoodat nnen zich veilig
in de keurige wagens kan nederzet
ten, om zich voor een uiterst laag ta
rief in weinige minuten naar zijn doel
te doen vervoeren. Het aantal auto
mobielen die zich met haast te veel
snelheid *door de straten bewegen, is
zeer groot, en als de tallooze regenbui
en, die thans dagelijks op de stad
nederdalen, een oogenblik van de
lucht zijn, en het rijden weder moge
lijk is, kan men die puffende en rate
lende voertuigen In grooten getale de
stad in alle richtingen zien doorkrui
sen.
J.B.A.
Onderwijs.
Onderwijzers voor Indië.
Ter beschikking van den gouverneur-
generaal van Neclerlandsch-Indi'ë kun
nen worden gesteld achttien onderwij
zers ,om te worden benoemd tot onder
wijzer der derde klasse bij liet open
baar lager onderwijs voor Europeanen
daar te lande.
In aanmerking komen in die volgen
de orde:
lo. zij, die in het bezit zijn der hoofd
akte en van de akten voor de Fransch e
of voor de Engelsche taal en voor de
gymnastiek of de vrije en orde-oefe
ningen der gymnastiek;
2o. zij, die in het bezi't zijn der hoofd
akte en van d'e akte voor de Fransclie
of voor de Engelsche taal:
3o. zij, die in het bezit zijn van de
akten voor de Fransclie taal en voor
de Engelsche taal;
4o. zij, die in het bezit zijn van de
akte voor de Fransclie taal.
Zij, die ter beschikking van den
gouverneur-generaal van Ned.-Indië
worden gesteld, ontvangen:
a .een gratificatie voor uitrusting
ten bedrage van f 500;
b. vrijen overtocht naar Batavia als
gouvernements-passagier der le kl.
c. q. ook voor hun wettig gezin;
c. een voorloopig tractement van
f 100 's maands, ingaande met den dag
van aankomst te Batavia.
Wetenschap.
Voor Jan Pieter Minclielers.
Nederland is niet het land der uit-
vinders, en de weinige profeten van
dit genre worden hier heel weinig ver
eerd.
Des te meer toejuiching verdient
de poging van het comité te Maas
tricht. dat zich gevormd heeft op fniti-1
atief van B. en W. dier gemeente, en
ten doel heeft een gedenkteeken op te
richten voor Jan Pieter Minckelers,
den uitvinder van het steenkolenlicht-
gas.
MLnckelers werd geboren te Maas
tricht den 2en December 1748. Aan de
hoogeschool te Leuven bestudeerde hij
de natuurwetenschappen en de godge
leerdheid. Hij verwierf er den titel
van Baciieüer met zoodanige onder
scheiding (2e van 119 mededingers),
dat hij aangewezen werd als Bacca
laureus formatus et vacantiarum prior
en dat hij reeds in 1772, op 23-jari'gen
leeftijd, werd benoemd tot professor
in de natuurlijke philosophic», dat is
de natuurkunde, aan het collego „de
Valk" van genoemde universiteit.
Eenige jaren later ,in 1782, vonden
de gebroeders Montgolfier den luchtbaL
Ion uit. Zij deden hunne eerste open
bare proefneming den 5en Juni 1783,
waarbij zij gebruik maakten van ver
warmde lucht. Reeds in de maand
Augustus van hetzelfde jaar liet de
natuurkundige Charles een halion op,
die met waterstofgas gevuld was.
Die vinding en deze proefnemingen
haddien algemeene en groote belang
stelling gewekt. Zij gaven don Hertog
van Aremherg te Héverlé bij Leuven,
een beschermer van kunsten en weten
schappen, aanleiding om aan eene com
missie op te dragen een geschikt en
goedkoop gas te zoeken om ballons te
vullen. Deze commissie, werd gevormd
uit drie professoren aan de universi
teit van Leuven: uit Minckelers, die
bekend was wegens zijne bedrevenheid
in het doen van proeven, uit Bouchau-
te, professor in de scheikunde aan het
zelfde college „de Valk" en uit Thys-
baert, directeur van de Ecole des Arts
aan do universiteit van Leuven,
Minckelers ging met grooten ijver
aan het werk. nam tal van proeven en
smaakte weldra die voldoening zijn ar
beid met eene goecte uitkomst bekroond
to zien.
Hij gaf hierover een belangrijk
werkje uit.
De nieuwe vinding werd voor de eer
ste maal toegepast den 27en November
1783 in het park van het kasteel van
den hertog van Aremherg te Héverlé hij
Leuven, waar een kleine ballon, met
lichtgas gevuld, werd opgelaten.
Deze proefneming werd later, ook
rast groote ballons, met succes her
haald, o. a. reeds don 23en Februari
1784.
Het vraagstuk van het vinden van
een goedkoop en licht gas, dat geschikt
zou zijn voor de vulling van luchtbal
lons, was dus door Minckelers opge
lost. Doch het was zijne aandacht
niet ontgaan, dat van het steenkolen-
as nog op eene andere wijze een nut
tig gebruik kon worden gemaakt. Im
mers, reeds in het jaar 1785 verlichtte
hij zijne leszaal door middel van de uit
steenkool verkregen „brandbare
lucht".
Aan Minckelers, den Maastrichtschen
geleerde, komt alzoo de eer toe, ont
dekt te hebben, dat de kool, die in den
zwarten schoot der aarde ligt, eene rij
ke grondstof voor het heldere gaslicht
is Hij gaf den grooten stoot tot de
wording eener industrie, die in om
vang en in practisch en wetenschappe
lijk nut door geene andere overtroffen
wordt.
Bij de gedachte aan het vernuft, de
studie en den arbeid van den grond
legger der gasnijverheid, gevoelt on
getwijfeld elkeen, die aan deze indus
trie zijn bestaan wijdt, zich ertoe op
gewekt, om deel te nemen aan een eer
betoon aan dien geleerde. En ook zal
zeker elk wetenschappelijk lichaam,
elke technische vereeniging, elk ont
wikkeld persoon, die de ontzaglijke
voordeelen, welke, de samenleving uit
de vinding van Minckelers trekt, naar
waarde weet te schatten, zich willen
aansluiten aan de hudle, die beoogd
wordt.
Secretarissen van het comité zijn de
heeren: P. Bolsius, directeur der gas
fabriek te 's Hertogenbosch en gedele
geerde van de Vereeniging van gasfa-
brikanten in Nederland, en J. \V. IT.
Bauduin. directeur der gasfabriek te
Maastricht.
le stuurman Nb: van oo Condor last
om de bedoelde prauwen op te brengen
en hij volbracht dien last, maar onder,
een haglebui van uit het kreupelhout
op hem en zijne mannen afgeschoten
pijlen: eerst een salvo, gevolgd door
een snelvuur van do militairen, deed
de aanvallers afdeinzen, die eenige
dooden cn gewondc-n bekwamen, ter
wijl aan onze zijde, als door een won
der. niemand gr kwetst werd. Den 13en
April kwam de Condor met allen he-;
houden en do twee prauwen op sleep
te Padang terug.
Maat wat nu? Aan onzen eisch is
niet voldaan, inlandse he handelaren
van de Westkust kunnen op de Men-,
tawei-eilanden geen zaken doen zoo-
der gevaar voor hun leven of hun
eigendom. Wordt dit volkje niet ge
fnuikt. dan kunnen zij ons te avond
of morgen internationalen overlast be.
zorgen. Iloe noode ook, de regeering
zal er ten slotte de kosten van een on
vruchtbare bestuurs vestiging met mi
litairen steun aan moeten wagen. De
intermittent© bezoeken van oorlogssche
pen blijken al sedert 1852 op de Menta-
weiers geen indruk te maken.
Eclite diamanten.
Wilt gij weten, of uw diamanten
echt zijn, luister dan naar wat de
„Académie des Sciences" te Parijs
heeft medegedeeld:
Diamanten worden fluoresceerend,
(licht uitstralend) wanneer ze aan een
violet licht worden blootgesteld. Hoe
kostbaarder de edelgesteenten des te
krachtiger heeft dit plaats. Hetzelfde
geschiedt bij robijnen, die een heldor
rood licht uitstralen.
De weduwe van Botha.
In Freeman's Journal doen Michael
Davitt en Alfred Webb een oproeping om
geld bijeen te brengen ten einde de we
duwe van generaal Philip Botha, „die
met haar jongste kinderen in Natal in
diepe armoede verkeert", bij te staan.
Tiaar huis te Vrede is kort na den dood
van haar man door de Engelschen ver
brand. Haar twee oudste zonen, Charles
en Maurice zijn gewond geweest, maar
vechten weer mee. Indien mevrouw Phi
lip Botha "t zoo hard heeft, kan haar
dan ook uit ons land niet hulp
gebracht worden?
Gemengd Nieuws.
De Condor.
Een Nederlandsch oorlogsschip werd
dezer dagen uitgezonden naai* de Men-
tawei-eilanden om te tuchtigen. Dit
reisje is echter afgeloopen zonder dat
het doel ervan bereikt is. Toen de
controleur Rahder met het detache
ment militairen aan den wal kwam
o mde aan deze halve wilden opgeleg
de boete in vee op te eischcn, waren
de hoofden niet ie vinden en was van
het zoenoffer evenmin iets te bespeu
ren; de controleur liet daarop 't hoofd
der nabijgelegen kampong weten, dat
bijaldien aan den eisch van het gou
vernement te 12 uren des mididags niet
was voldaan, hij twee groote, aan het
strand liggendehandelsprauwen als
waarborgen zou meenemen. Toen het
Aardbevingen iu de Molukkou.
Uit Ternate word van 5 April aan de
„Mak. Ct." geschreven:
Zaterdag 29 Maart hebben we 's nachts
hier bijna zonder ophouden aardschok
ken gehad, waarvan sommige zeer he
vig, maar gelukkig zonder schade aan te
richten. Op Batjan heeft dit natuurver
schijnsel zich terzulfdertijd in veel ster
ker mato vertoond en zonder ophouden
tot heden toe. Onderscheiden inwoners
van Batjan zijn uit angst van daar ge
vlucht en met de mailboot vandaag te
Ternate komen aanzetten. De woning
van den vorst van Batjan is gescheurd
en hij zelf bulten de negerij op den berg
gaan wonen.
Een ingewikkelde geschiedenis.
Verleden week gebeurde het, zegt 't
„Bat. Nbld." van 26 April, dat een of
ficier te Tjimahi in garnizoen voor
een feestelijke gelegenheid éen taart
verlangde, en deze telegraphisch be
stelde bij de firma Vei-steeg, per spoor
te verzenden. Den volgenden dag
kwam een groote trommel van Ver
steeg. vergezeld van een groote reke
ning voor vijf taarten De officier zag
de rekening opnieuw in er stond wer
kelijk vijf taarten, hij keek in den
trommel en vond daar dan ook vijf
stuks van het heerlijkste gebak, llij
schreef onmiddellijk aan de firma
Veusteeg dat hij maar één taart had
besteld en zond vier terug. Wat moest
hij met al die zoetigheid doen?
De firma Versteeg kreeg de taarten
en den brief met bekwamen spoed,
keek er van op, zag er het telegram
nog eens op na, daar stond toch dui
delijk vijf taarten. En het onbegrijpe
lijke werd nu in eens duidelijk de
telegraafdienst had zich weder eens
vergist en vijf in plaats van éen ge
schreven.
De firma bedacht zich niet lang, en
schreef een brief aan den hoofdinspec
teur van den post- en telegraafdienst
onder aanbieding der stukken van
overtuiginghet telegram cn de vier
taarten. De hoofdinspecteur, niet ge
woon aan verrassingen buiten die wel
ke men hem dagelijks over de slechte
werking van den dienst brengt, keek
vreemd op, toen hem op het kantoor
vier taarten werden bezorgd, dacht
aan een aangename verrassing, doch
de glimlach bestierf op zijne lippen,
toon hij kennis had genomen van den
brief en hot telegram, llij zond den
brief met do taarten incluis, naar liet
j postkantoor to Weltevreden, ter fins
van onderzoek.
Toen de taarten het postkantoor
binnengedragen werden, keek het per-
gestelde uur verloopen was zonder dat
zich iemand had laten zien, kreeg de soneel, evenzeer geen andere dan on.
JFeniSictom
Naar hel Duitsch van
CLARA VIEBIG.
28.
llij kuste haar geruststellend, ook
hem verscheen zijn zuster opeens in
een ander licht.
Mijn arm© Lena, mijn arm lief
vrouwtje 1
Zij vlijde zich vaster tegen hem aan,
als een kind hing ze aan zijn borst.
Wie zal je het dan vragen stamel
de ze hulpeloos. O, zie je, hadt je
mij lessen laten geven, of Ze wilde
zeggen met Laval lo meegaan
maar ze slikte het in, ze weende.
Hij streek zich door hot haar en zag
somber voor zich uit.
Weet je wat, zei hij plotseling,
als oprijzend uit een droom, oom
Hernia i D e moet ons helpen, die zal
ons helpen ja, oom Herman En
jij moet naar hem toe, jij moet het
hem vragen
Ik Sfeïnme verbazing lag in
baar stem.
Ja, jij O, mijn zoet vrouwtje!
Hij drukte een kus op haar zacht ge
zicht en speelde met haar lokken.
Hij kan het jou niet weigeren wie
zou jou iels kunnen weigeren Vraag
het voor mij O, mijn schat 1 Vraag
jij Hij legde zijne handen om de
hare, en hief die vier ineengevouwen
aan zijn mond.
Zij glimlachte. Zijn woorden deden
haar goed. Ik zal gaan, zei ze.
Ja, ja, jou stem ontroert, jou
oogen zijn welsprekender dan duizend
woorden Ga, mijn lieveling I
Ik zal het hem vras-en, het zal,
het moet
Stralend van hoop trok Lena haar
man tot haar op elkaar innig omar
mend, liepen zo in 't donker op en
neer en bespraken de bijzonderheden
van het plan en van de reis. Een vre
dige stemming zweefde over hen bei
den; zo bespraken alles, zooals men
over een plezierreisje spreekt.
En als ik terugkom, zei Lena,
dan kom jij me van den trein halen
en we zijn geholpen.
Ja. geholpen, vie-I hij in, we zijn
dan uit alle moeielïjkheden, we zijn
gelukkig En de anderen houden wij
ons van het lijf. Morgen zal ik Su-
zanna zeggen, waar het op staat. Dan
houdt toch alles op, zij moet ons met
rust laten
Zc liepen in 't donker tegen iets aan,
ze deden zich pijn, en belden om licht.
Sloffend kwam Hulda, de landelijke
onschuld, bracht eindelijk de lamp,
struikelde, en liet haar midden op den
grond vallen. Het was een tooneel van
hcillooze verwarring. Gekletter van
ballons en lampeglas, de lamp doofde
walmend en stinkend op het kleed
een petroleumvlak. De onschuld stond
er bij, drukte den boezelaar in de
oogen en huilde luid.
De Bredenhofers moesten lachen,
wilden hun goed humeur nu niet be
dorven zien wat beteekende trouwens
ook een gebroken lamp tegenover de
hoopvolle toekomst, die hen wenkte
Scherven brengen geluk aan, zei
de jonge man, knielde en zocht de
stukken bijeen. Au I hij had zich ge
sneden Toen droop een blóeddirup-
pel en nog een, en nog een van zijn
hand af.
In stukken, net als je schilderij,
glimlachte Lena, maar uit de resten
stijgt een nieuw, een mooier. Ze wisch-
te het bloed met haar zakdoek van zijn
hand en kuste den gekwetsten vinger.
Eindelijk zaten ze naast elkaar op
de sofa, in plaats van de lamp flikker
den twee kaarsen, ze druppelden stea-
dine op do tafel. Ze hadden er plezier
overLena maakte leuke opmerkin
gen heel haar verrukkelijke meisjes,
achtigheid was er weer. Hij kon niet
genoeg naar haar kijkenhaar bleek
gezichtje zoo pikant, haar oogen zoo
ondeugend
Hij ging de laatste flesch wijn ha
len, die ze in huis hadden.
Laten we eens klinken op de ge
lukkige reis! Op de gelukkige toe
komst!
Lachend stieten ze de glazen tegen
elkaar kling, kling 1 Dat was een
vroolijk, opwekkend gehoor!
Buiten huilde de wind hij striemde
de huizengevels met veel lawaai, ruk
te pannen los en slingerde ze rinkelend
op de straat. Gemeen weer. Herfst
stormen, die nooit zonneschijn meer
brengen,
XV
Over de velden een rag van rijp
lange witte draden rukt de wind los
en jaagt ze door de grauwe lucht.
Geen stoppels meer. Alles al omge
ploegd, klaar voor het winlerzaad.
Op de grasbegroeide oevers langs
slooten en poelen verzamelen zich
geen ooievaars meerhun nesten op
de hooge daken van het dorp zijn ver
laten, het verwoestende spel der stor
men prijsgegeven. Do ooievaars zijn
alle heengevlucht naar betere landen.
Eén is er achtergebleven, een vleugel
lamme, zieke. Treurig staat hij op
éen been, boven op het dak van de
schuur, pluist zijn veeren en doet on
gelukkig. Of wel, hij hinkt over de
weide en zoekt karig voedselkikkers
zijn er niet meer en de muizen zitten
al in het winterkwartier. De jongens
maken jacht op den eenzamen vogel,
zo willen hem vangen in den leegen
■stal, maar hij is ze te vlug afdan
gooien ze met steenen naar hem. Iloe
lang nog en hij ligt dood. bevroren,
ginds in de dorpsstraat?
In het huis luidde het Angelus. De
menschen trokken zich in hunne hut
ten terugbuiten werd het al onge
zellig, vroeg donker er was niet meer
te werken. Op het goed, onder de ra
men van het heerenhuis schreeuwden
de dagloonerskinderen. Ilet was het
uur dat de heer van het dorp aan de
koffie zat of op de sofa lag, een pijp
rookend, de groote voeten in groene
pantoffels bengelend over. de leuning.
Juffrouw Jansje had die pantoffels ge
borduurd en was trots op haar werk.
Ze vertoonden van boven een grijs
kralenkrans je, dat een mopskop om
gaf. Die mops had oogen als roode
kralen en een rood halsbandje, dat
stond goed bij de groene vulling. AJs
Herman Bredenhofer, eigenaar van
Althöfchen, aan iets kracht wilde bij
zetten, dan placht hij de reusachtige
pantoffels uit te trekken en. ze met
welgevallen bekijkend, te zeggen:
Bij dien mopskop, het is zoo 1 Dan
hielp geen tegenspraak.
De kinderen waren op den zwen
gel van de pomp gaan zitten, die bij
het hek stopd, dat den tuin van het
voorplein van het goed acheiddet
Goed, is eigenlijk niet de juiste uit
drukking, het was niet anders dan
een groot, gemoedelijk boerenhuis met
rood pannendak en groene luiken.
De pomp plaste, de kinderen schom
melden op den zwengeleen bengel
stak het kopje met de wijd van het
hoofd staande ooren door het hek en
schreeuwde luid den tuin in. De heer
scheen niet thuis te zijn, ze werden
steeds brutaler, steeds ondeugender..
Lënaks iliaronymul kroop boven op
de spijlen, troisch zat hij daar met
aan ïederen kant een been en begon
te spuwen op het grindpad dat was
mooi, dat kon niet ieder De anderen
schreeuwden hem bewonderend toe.
Daar plotseling knarste iets, de
glazen deur der veranda ging open-
Ze stonden van schrik verstijfd. liet
geschreeuw F erf hun in de ooen