Tweede Blad, Spootweg Haaflöm-Zanüvoört. behoor er de bij „ir^srïana'a BagtoJ»?;»1 ■van Donderdag 81) Mei 10Ö'2, Kg. 58® Toen bij bet interviewen door het te- Stuur van Burgerplicht van der» boer R. van Hasselt deze laatst»' mededeelde, dat het vervoer op de lijn Haarlem Zand voort nooit zoo groot was geweest als sedert de electrische tram er Is, klonk ons deze opmerking al vreemd in de bo ren en dachten wij aan een vergissing. Sedert zijn ons van bevriende zijde de officieele vervoercijfers verstrekt, ont leend aan het „Weekblad de Ingenieur" >Wij geven die hieronder op van Juli 1899 af (de maand, toen de dienst van de E. N. E. T. op Zand voort geopend werd) tot en met Juni 1900. tjo hebben hczorgcl van ongeveer I 4500. Uit dit groots getal blijkt ge noegzaam, dat de kieviten, deze uit sluitend nuttige vogels, nog lang niet zijn uitgeroeid. Trouwens, als in Mei ög nesten gespaard- worden, dan kan non zonder bezwaar voort-gaan met n A.pri 1 de eieren weg te nemen, «Jaar dezelfde vogels toch in Mei voor een tweede geleg, zorg dragen, terwijl als- :lan door het meer gevorderde seizoen het broedsel ook beter gelukt, dan zulks in Maart of begin April het ge val is. 1900 10.7S7.2S 11.108.8S5 5.095,505 1.602.175 1.170.48 1.228.7-15 1.101.245 1.200.70 1.424.59 2.292.55 4 170.42'" 6.124.27? 1901 Niinwbenrig omschreven. Iemand, die bekeurd werd wegens het na zonsondergang rijden op eeu fiets zonder lichtgevende lantaren, kreeg zijn vonnis met de volgende nauwgezette overweging: „dat do zon op 22 Maart des namiddags te 6 uur 14 minuten is ondergegaan en op 23 Maart des voorinkldags te 5 uur 59 minuten is opgegaan". Juli 1809 14.075.65 Juli Aug. 14.250.115 Aug. Sept. 4 278.'115 Sept;. Oct. 1.612.025 Out. Nov. 1.148.42 Nov. Dec. 1.038.68s Dec. Jan. 1900 1.157.21» Jan. Febr. 849.03 Febr. Maart 1.138.77s Maart April 1.728.00 April Mei 2."4) 58 Mei juni 6.680.70 Juni Hieruit blijkt al dadelijk, dat het to taal van de tweede cijferskolom lager is, dan dat van de eerste kolom, zoodat de modedeeling van den heer Van Has selt waarschijnlijk op een vergissing berust. Volledigheidshalve voegen wij hierbij, dat da vrachtprijzen niet zijn verlaagd, d; alleen vcor enkele weken, blijkbaar bij wijze van proef welke verlaging men evenwel spoedig' weer heeft laten varen. De cijfers van Juli en Aug. 1900 waren bij de Holl. Spoor resp. f 10.787.28* en 11.198 88', over diezelfde maanden van 1901 hebben we de cijfers nergens kun nen vinden. Eu nu we toch eenmaal aan 't cijfe ren waren, hebben we de officieele cij fers van 't personenvervoer der E. N. E. T. naar Zandvoort eens nageslagen en geven die hieronder, om den lezer te la ten zien, welke een kolossale vooruit gang in die cijfers van jaar tot jaar valt waar te nemen. 1S99. Juli f 12.693 Aug. 12 837 Sept3.929 Oct. 2.165 Nov. 1.714 Dec. 1,552 1900 1901 TanJ 1421 f 1833. Febr1607 1602 Mrt. 2103 3034 April 3577 4097 Mei 4431 7921 Juni 9806 9224 Juli 14103 16814 Aug13747 17934 Sept. 6180 5938 Oct2406 3027 Nov1891 2320 Doc1873 2090 Uit deze cijfers blijkt gestadige voor uitgang van 't vervoer. Speeltafel. De zaak van het balletjesspel ophot wandelhoofd to Scheveningen zal den 3en Juni voor het kantongerecht ko men. Zaterdag d. a. v. zal de eigen lijke behandeling van de zaak in een afzonderlijke zitting plaats hebben.. Als gemachtigde van den speeltafel houder treedt op mr. D. van Houten. Maandag 2 Juni komt de zaak van den ontrouwen Scheveningschen brie venbesteller d. H. voor de Rechtbank. (Particuliere Correspondentie). Binnenland. Yerkenningsboril. Naar de ,,TIjd" verneemt, is door de directie der H. IJ. S. M. bepaald, dat voortaan vóór eenige afstandsseinpalen een zg. baak (verkenningsbord) zal worden geplaatst: een langwerpig vier kant bord, in vakken verdeeld, gedeel telijk zwart en wit geschilderd. Deze baken, aan den rechterkant van den weg geplaatst, moeten op een afstand van 850 M. van den afstandsseinpaal worden aangebracht, en hebben ten doel. aan te geven dat een voorbij de baak rijdende trein den komenden af. staodjèseinpaal tot op 850 M. heeft be reikt Zoo nooriig moeten de machinis ten in staat zijn. hun trein tot op 850 M. van bet eigenlijke signaal te doen stoppen. Bij proeven is gebleken, dat deze borden, zelfs bij dikken mist, doorliet personeel op de machine goed gezien worden. Het voordeel der kieviten. Naar verschillende mededeellngen kan bepaald worden, dat in dit jaar ongeveer 30.000 kievitseieren van het eiland Texel zijn verzonden, die aan Men mag beweren, wat men wil, maar ongetwijfeld is het eene dwa ling te zeggen, dat men het in zijn le ven absoluut kan stellen zonder eens een kijkje in het buitenland te nemen om daar méér schoons te genieten dan ons Nederland aanbiedt. Plet valt niet te ontkennen, dat het eigenaardi ge, wat ons land oplevert, een zeer geprononceerd karakter heeft, dat dikwijls door vreemdelingen meer ge waardeerd wordt dan door den land genoot zelf. Dit is bijv. het geval met onzen eigen Zaanstreek, waar de eigenaardige trant van landschappen en huizen vaak de pen van menig be roemd schrijver in beweging bracht. Elders, bijv. in sommige streken van Noord-Holland, Zeeland en Friesland trekken de typische kleedierdrachten van de bewoners in hooge mate de aandacht van den vreemdeling, die niet nalaat in de tijdschriften zijns lands volk en omgeving in woord en beeld weer te geven en zoodoende jaar lijks een stroom van toeristen tot ons te doen komen. Maar laat mij daar bij niet langer stilstaan. Men kan zich niet beter overtuigen van mijne be wering, dat ons eigen land uit het bovengenoemd oogpunt een kijkje bui tensland overbodig maakt, dan door eens de reis le aanvaard-en om zich persoonlijk van deze uit den aard der zaak zeer vergeeflijke dwaling te ge nezen uit den aard der zaak ver geeflijk! Want wat trekt men liever voor, dan het goede en schoone, van zijn eigen vaderland? Niets beters zou in dit geval een be- ginneling-tourist, om het zoo eens te noemen, kunnen doen, dan zijn schre den te richten naar eene landstreek, waarvan het centrum wordt gevormd door do stad wier naam ik boven het opstel plaats, dat ik thans liet genoe gen heb voor de lezers van dit blad te beschrijven. Men komt er zeer gemak kelijk: de reis is in de eerste plaats niet zeer groot en voorts heeft men niet veel onkosten te maken, te meer daar de spoorweg-maatschappijen al les doen om hunne tarieven in over eenstemming te brengen zelfs met de middolmatigst gespekte beurs, wat vooral gedurende de vacantietijden der scholen plaats heeft. Het mag ech- !ter gezegd, dat „gelukkig en wel za- i lig" hij is, die het voorrecht heeft, (behalve zijn eigen taal, in casu het Ncderlandsch, ook nog een weinig Fransch machtig te zijn, een geeste lijke bezitting, welke hem bovendien zelfs na een betrekkelijk kort verblijf miet woeker wordlt terugbetaald, in den vorm van eene meer uitgebreide kennis van deze taal, die terecht een wereldtaal mag worden gehéeten. Verder is het verblijf in deze stre ken niet duur. Men doet echter wel zoekers en handelaars een voordeel-'nut, zich eenigszins te verplaatsen in land en omgeving, alsmede in de ei genaardigheden der bevolking. Gelijk bekend ademt deze laatste een groot deel van het fransclie karakter. Plet moet echter gezegd, dat wanneer men onzen Belgischen nabuur eenigszins nader leert kennen, men eigenschap pen in hem ontdekt, waarop elk volk met trots mag bogen en die men zeker bij andere naties niet altijd in die hooge mate aantreft. Als algemeen bekend mag ik ook aannemen, dat Belgie bewoond wordt door twee ver schillende rassen of hoofdstammen: de Walen in bijna het geheèle gebied der Maas en de Vlamingen in het go- bied der Schelde. Men zou het beste een grens tusschen heide kunnen trekken door een rechte lijn, gaande van Luik, zuidelijk, voorbij Brussel en eindigend te Calais. Noordelijk daarvan heerscht de Nederlandsche, Zuidelijk de Fransch© taal. De sterkte der beide stammen verhoudt zich onge veer als drie tot vijf. Daarbij valt niet te ontkennen, dat ondanks de pogin gen om gelijke rechten te verkrijgen, tot heden de Fransche taal overheer- schend en zeer onbillijk ook de officieele taai der Regeering is. De oorzaak hiervan is cherchez la va- nité zeer zeker in hoog© mate de ijdelheid. Men vindt hier gewoonweg het Fransch veel schooner dan not Vlaamsch. Wie er gelijk heeft, zal ik hier niet uitmaken. De smaak doet in deze uitspraak. Dit alzoo op zijn plaats latend, ga ik over tot eenige opvallende karak tertrekken van het Waalsche ras. Luistert men naar de gesprekken in café of op straat, dan wordt men ge troffen door de radheid van tong en levendigheid, waarmede deze worden gevoerd. Plet fransch wordt zonder opvallend dialect gesproken door de meer ontwikkelde standen, die zich reeds vanaf de tijdien der Kruistoch ten van deze taal bedienden, de volks taal is een zeer eigenaardig dialect, zoo goed als een taal op zich zelf, die door den klank aan het fransch duet denken, maair in werkelijkheid een samenstel is van verouderde taalvor men en voor den vreemdeling totaal onverstaanbaar, het zoogenaamde Wallon of patois, het „rouchi fran cais" zooals de Franschman zegt. Een enkel voorbeeld daarvan tot slot dezer uitwijding: De uitdrukking ,,11 y a plus de boue que de poussière", luidt in het Wallon: ,11 gna pu d'broüli ki d'poussir", de klemtoon op de over kapte lettergrepen. <10e Walen zijn een stoer en zeer ontwikkeld ras, begaafd met groote bedrevenheid van hoofd en hand, een voudig van levenswijze, vroolijk en opgeruimd, arbeidzaam en volhar dend. Men ontdekt dit reeds spoedig aan hunne bloeiende industrieën, de levendigheid van het verkeer, die door een gTOote hoffelijkheid in den om gang wordt gekenmerkt. Vooral treft de groote werkzaamheid de aandacht. Gaat men door de straten, dan wordt men ook spoedig getroffen door het werkzaam aandeel, dat de mindere vrouwen hier in de samenleving be kleed-en. Typisch bijv. is dat een groot de-el der gemeente-reiniging aan hare zorgen is toevertrouwd. Naast de vuilnis-kar, een roode doek over het hoofd en groote zware schoenen aan de voeten, ledigen zij des mor gens de bakken en emmers met afval, welke door de bewoners voor hunne huizen worden nedergezet, zij vegen de straten, enz. enz. en brengen op deze wijze nog een weekloon thuis tot steun van den man, die in een der (alrijke industrieën werkzaam is. In hoofdzaak bestaan deze in de bewer king van metalen. De landbouw in het Walen-land beteekent weinig; al les komt hier voort uit de kolen en het ijzer. Zoowel de gewone spoorweg rail tot het fijnste instrument wordt hier gemaakt, de materialen ervoor zijn overvloedig voorhanden, men heeft ze om zoo te zeggen maar voor het grijpen. Betreedt men omstreeks het middaguur een der straten, dan ziet men de werklieden zich bij hon derden huiswaarts begeven, ook vele vrouwelijke, die in kundigheid en er varing de mannen naar de kroon ste ken. Aan deze vrouwen is niet zoo als meestal elders het. minste en ge makkelijkste deel dier werkzaamheden toevertrouwd. Neemt men eens een kijkje in een fabriek voor de zoo moei lijke metaalbewerking, dan ziet men, dat zij tot zelfs de fijnste machines evengoed bedienen als de mannen, een voor een vreemdeling hoogst interes sant gezicht Een eenigszins weemoe dige gewaarwording ondervindt men, wanneer men het gebied der kolenmij nen betreedt, wier gangen honderden meters onder den beganen grond zich van uit de omstreken der stad tot zelfs onder de haar doorsnijdende Maas uitstrekken. Do vrouwen doen hierbij evengoed dienst als de rauu- nen. Een. doek over het hoofd gesla gen en klompschoenen aan de voeten, duwen zij de zwaar beladen kolenwa gen tj es- óver de terreinen, tot de plaatsen, waar de schatten der aarde soms tot honderd meter hooge hoopen worden opgestapeld. Een zekere vol doening geeft het echter te vernemen, dat deze stumperde niet gedwongen worden om ook in do mijnen werk zaam te zijn en hun uiterlijk niet di rect teclcent naar gebrek of verdriet. Zelfs dit zware werk verrichten zij vlug en opgeruimd. De bedrevenheid' van hoofd en hand van den Waalschen Belg openbaart zich ook nog in tal van andere zaken. Niet alleen is hij met de geheimen van de metaal-bereiding en bewerking vertrouwd, hij is ook een groot bouw meester. Wendt men bij een bezoek aan deze groote en schoone stad met hare onvergelijkelijk schoone omge ving, den blik om zich heen, dan staat rnen in die eerste plaats ver stomd over de groote en schoone ge bouwen, die men aantreft. Prachtige klerken, verrukkelijk schoon uitge voerde bouwwerken als stadhuis, uni versiteit, gerechtshof, enz., stout ge legde bruggen over de haar in hare geheele lengt© doorsnijdende Maas van een grootsche schoonheid en ver heven architectonische opvatting trekken de aandacht en doen eene hooge achting koesteren voor hunne ontwerpers en uitvoerders. Dit alles gaat samen met een vooruitstrevend denken en voelen van het volk. Het nieuwste van het nieuwe wordt hier onmiddellijk aangepakt en in toepas sing gebracht. Geen enkel stadsdeel is ontbloot van met groote snelheid rijdende electrische trams, die door hun pijlsnelle vaart den vreemdeling soms met een angstig gevoel vervul len, doch geen nood, alles is door den uitvoerder ook met de meeste zorg uitgefvoerd, zoodat nnen zich veilig in de keurige wagens kan nederzet ten, om zich voor een uiterst laag ta rief in weinige minuten naar zijn doel te doen vervoeren. Het aantal auto mobielen die zich met haast te veel snelheid *door de straten bewegen, is zeer groot, en als de tallooze regenbui en, die thans dagelijks op de stad nederdalen, een oogenblik van de lucht zijn, en het rijden weder moge lijk is, kan men die puffende en rate lende voertuigen In grooten getale de stad in alle richtingen zien doorkrui sen. J.B.A. Onderwijs. Onderwijzers voor Indië. Ter beschikking van den gouverneur- generaal van Neclerlandsch-Indi'ë kun nen worden gesteld achttien onderwij zers ,om te worden benoemd tot onder wijzer der derde klasse bij liet open baar lager onderwijs voor Europeanen daar te lande. In aanmerking komen in die volgen de orde: lo. zij, die in het bezit zijn der hoofd akte en van de akten voor de Fransch e of voor de Engelsche taal en voor de gymnastiek of de vrije en orde-oefe ningen der gymnastiek; 2o. zij, die in het bezi't zijn der hoofd akte en van d'e akte voor de Fransclie of voor de Engelsche taal: 3o. zij, die in het bezit zijn van de akten voor de Fransclie taal en voor de Engelsche taal; 4o. zij, die in het bezit zijn van de akte voor de Fransclie taal. Zij, die ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië worden gesteld, ontvangen: a .een gratificatie voor uitrusting ten bedrage van f 500; b. vrijen overtocht naar Batavia als gouvernements-passagier der le kl. c. q. ook voor hun wettig gezin; c. een voorloopig tractement van f 100 's maands, ingaande met den dag van aankomst te Batavia. Wetenschap. Voor Jan Pieter Minclielers. Nederland is niet het land der uit- vinders, en de weinige profeten van dit genre worden hier heel weinig ver eerd. Des te meer toejuiching verdient de poging van het comité te Maas tricht. dat zich gevormd heeft op fniti-1 atief van B. en W. dier gemeente, en ten doel heeft een gedenkteeken op te richten voor Jan Pieter Minckelers, den uitvinder van het steenkolenlicht- gas. MLnckelers werd geboren te Maas tricht den 2en December 1748. Aan de hoogeschool te Leuven bestudeerde hij de natuurwetenschappen en de godge leerdheid. Hij verwierf er den titel van Baciieüer met zoodanige onder scheiding (2e van 119 mededingers), dat hij aangewezen werd als Bacca laureus formatus et vacantiarum prior en dat hij reeds in 1772, op 23-jari'gen leeftijd, werd benoemd tot professor in de natuurlijke philosophic», dat is de natuurkunde, aan het collego „de Valk" van genoemde universiteit. Eenige jaren later ,in 1782, vonden de gebroeders Montgolfier den luchtbaL Ion uit. Zij deden hunne eerste open bare proefneming den 5en Juni 1783, waarbij zij gebruik maakten van ver warmde lucht. Reeds in de maand Augustus van hetzelfde jaar liet de natuurkundige Charles een halion op, die met waterstofgas gevuld was. Die vinding en deze proefnemingen haddien algemeene en groote belang stelling gewekt. Zij gaven don Hertog van Aremherg te Héverlé bij Leuven, een beschermer van kunsten en weten schappen, aanleiding om aan eene com missie op te dragen een geschikt en goedkoop gas te zoeken om ballons te vullen. Deze commissie, werd gevormd uit drie professoren aan de universi teit van Leuven: uit Minckelers, die bekend was wegens zijne bedrevenheid in het doen van proeven, uit Bouchau- te, professor in de scheikunde aan het zelfde college „de Valk" en uit Thys- baert, directeur van de Ecole des Arts aan do universiteit van Leuven, Minckelers ging met grooten ijver aan het werk. nam tal van proeven en smaakte weldra die voldoening zijn ar beid met eene goecte uitkomst bekroond to zien. Hij gaf hierover een belangrijk werkje uit. De nieuwe vinding werd voor de eer ste maal toegepast den 27en November 1783 in het park van het kasteel van den hertog van Aremherg te Héverlé hij Leuven, waar een kleine ballon, met lichtgas gevuld, werd opgelaten. Deze proefneming werd later, ook rast groote ballons, met succes her haald, o. a. reeds don 23en Februari 1784. Het vraagstuk van het vinden van een goedkoop en licht gas, dat geschikt zou zijn voor de vulling van luchtbal lons, was dus door Minckelers opge lost. Doch het was zijne aandacht niet ontgaan, dat van het steenkolen- as nog op eene andere wijze een nut tig gebruik kon worden gemaakt. Im mers, reeds in het jaar 1785 verlichtte hij zijne leszaal door middel van de uit steenkool verkregen „brandbare lucht". Aan Minckelers, den Maastrichtschen geleerde, komt alzoo de eer toe, ont dekt te hebben, dat de kool, die in den zwarten schoot der aarde ligt, eene rij ke grondstof voor het heldere gaslicht is Hij gaf den grooten stoot tot de wording eener industrie, die in om vang en in practisch en wetenschappe lijk nut door geene andere overtroffen wordt. Bij de gedachte aan het vernuft, de studie en den arbeid van den grond legger der gasnijverheid, gevoelt on getwijfeld elkeen, die aan deze indus trie zijn bestaan wijdt, zich ertoe op gewekt, om deel te nemen aan een eer betoon aan dien geleerde. En ook zal zeker elk wetenschappelijk lichaam, elke technische vereeniging, elk ont wikkeld persoon, die de ontzaglijke voordeelen, welke, de samenleving uit de vinding van Minckelers trekt, naar waarde weet te schatten, zich willen aansluiten aan de hudle, die beoogd wordt. Secretarissen van het comité zijn de heeren: P. Bolsius, directeur der gas fabriek te 's Hertogenbosch en gedele geerde van de Vereeniging van gasfa- brikanten in Nederland, en J. \V. IT. Bauduin. directeur der gasfabriek te Maastricht. le stuurman Nb: van oo Condor last om de bedoelde prauwen op te brengen en hij volbracht dien last, maar onder, een haglebui van uit het kreupelhout op hem en zijne mannen afgeschoten pijlen: eerst een salvo, gevolgd door een snelvuur van do militairen, deed de aanvallers afdeinzen, die eenige dooden cn gewondc-n bekwamen, ter wijl aan onze zijde, als door een won der. niemand gr kwetst werd. Den 13en April kwam de Condor met allen he-; houden en do twee prauwen op sleep te Padang terug. Maat wat nu? Aan onzen eisch is niet voldaan, inlandse he handelaren van de Westkust kunnen op de Men-, tawei-eilanden geen zaken doen zoo- der gevaar voor hun leven of hun eigendom. Wordt dit volkje niet ge fnuikt. dan kunnen zij ons te avond of morgen internationalen overlast be. zorgen. Iloe noode ook, de regeering zal er ten slotte de kosten van een on vruchtbare bestuurs vestiging met mi litairen steun aan moeten wagen. De intermittent© bezoeken van oorlogssche pen blijken al sedert 1852 op de Menta- weiers geen indruk te maken. Eclite diamanten. Wilt gij weten, of uw diamanten echt zijn, luister dan naar wat de „Académie des Sciences" te Parijs heeft medegedeeld: Diamanten worden fluoresceerend, (licht uitstralend) wanneer ze aan een violet licht worden blootgesteld. Hoe kostbaarder de edelgesteenten des te krachtiger heeft dit plaats. Hetzelfde geschiedt bij robijnen, die een heldor rood licht uitstralen. De weduwe van Botha. In Freeman's Journal doen Michael Davitt en Alfred Webb een oproeping om geld bijeen te brengen ten einde de we duwe van generaal Philip Botha, „die met haar jongste kinderen in Natal in diepe armoede verkeert", bij te staan. Tiaar huis te Vrede is kort na den dood van haar man door de Engelschen ver brand. Haar twee oudste zonen, Charles en Maurice zijn gewond geweest, maar vechten weer mee. Indien mevrouw Phi lip Botha "t zoo hard heeft, kan haar dan ook uit ons land niet hulp gebracht worden? Gemengd Nieuws. De Condor. Een Nederlandsch oorlogsschip werd dezer dagen uitgezonden naai* de Men- tawei-eilanden om te tuchtigen. Dit reisje is echter afgeloopen zonder dat het doel ervan bereikt is. Toen de controleur Rahder met het detache ment militairen aan den wal kwam o mde aan deze halve wilden opgeleg de boete in vee op te eischcn, waren de hoofden niet ie vinden en was van het zoenoffer evenmin iets te bespeu ren; de controleur liet daarop 't hoofd der nabijgelegen kampong weten, dat bijaldien aan den eisch van het gou vernement te 12 uren des mididags niet was voldaan, hij twee groote, aan het strand liggendehandelsprauwen als waarborgen zou meenemen. Toen het Aardbevingen iu de Molukkou. Uit Ternate word van 5 April aan de „Mak. Ct." geschreven: Zaterdag 29 Maart hebben we 's nachts hier bijna zonder ophouden aardschok ken gehad, waarvan sommige zeer he vig, maar gelukkig zonder schade aan te richten. Op Batjan heeft dit natuurver schijnsel zich terzulfdertijd in veel ster ker mato vertoond en zonder ophouden tot heden toe. Onderscheiden inwoners van Batjan zijn uit angst van daar ge vlucht en met de mailboot vandaag te Ternate komen aanzetten. De woning van den vorst van Batjan is gescheurd en hij zelf bulten de negerij op den berg gaan wonen. Een ingewikkelde geschiedenis. Verleden week gebeurde het, zegt 't „Bat. Nbld." van 26 April, dat een of ficier te Tjimahi in garnizoen voor een feestelijke gelegenheid éen taart verlangde, en deze telegraphisch be stelde bij de firma Vei-steeg, per spoor te verzenden. Den volgenden dag kwam een groote trommel van Ver steeg. vergezeld van een groote reke ning voor vijf taarten De officier zag de rekening opnieuw in er stond wer kelijk vijf taarten, hij keek in den trommel en vond daar dan ook vijf stuks van het heerlijkste gebak, llij schreef onmiddellijk aan de firma Veusteeg dat hij maar één taart had besteld en zond vier terug. Wat moest hij met al die zoetigheid doen? De firma Versteeg kreeg de taarten en den brief met bekwamen spoed, keek er van op, zag er het telegram nog eens op na, daar stond toch dui delijk vijf taarten. En het onbegrijpe lijke werd nu in eens duidelijk de telegraafdienst had zich weder eens vergist en vijf in plaats van éen ge schreven. De firma bedacht zich niet lang, en schreef een brief aan den hoofdinspec teur van den post- en telegraafdienst onder aanbieding der stukken van overtuiginghet telegram cn de vier taarten. De hoofdinspecteur, niet ge woon aan verrassingen buiten die wel ke men hem dagelijks over de slechte werking van den dienst brengt, keek vreemd op, toen hem op het kantoor vier taarten werden bezorgd, dacht aan een aangename verrassing, doch de glimlach bestierf op zijne lippen, toon hij kennis had genomen van den brief en hot telegram, llij zond den brief met do taarten incluis, naar liet j postkantoor to Weltevreden, ter fins van onderzoek. Toen de taarten het postkantoor binnengedragen werden, keek het per- gestelde uur verloopen was zonder dat zich iemand had laten zien, kreeg de soneel, evenzeer geen andere dan on. JFeniSictom Naar hel Duitsch van CLARA VIEBIG. 28. llij kuste haar geruststellend, ook hem verscheen zijn zuster opeens in een ander licht. Mijn arm© Lena, mijn arm lief vrouwtje 1 Zij vlijde zich vaster tegen hem aan, als een kind hing ze aan zijn borst. Wie zal je het dan vragen stamel de ze hulpeloos. O, zie je, hadt je mij lessen laten geven, of Ze wilde zeggen met Laval lo meegaan maar ze slikte het in, ze weende. Hij streek zich door hot haar en zag somber voor zich uit. Weet je wat, zei hij plotseling, als oprijzend uit een droom, oom Hernia i D e moet ons helpen, die zal ons helpen ja, oom Herman En jij moet naar hem toe, jij moet het hem vragen Ik Sfeïnme verbazing lag in baar stem. Ja, jij O, mijn zoet vrouwtje! Hij drukte een kus op haar zacht ge zicht en speelde met haar lokken. Hij kan het jou niet weigeren wie zou jou iels kunnen weigeren Vraag het voor mij O, mijn schat 1 Vraag jij Hij legde zijne handen om de hare, en hief die vier ineengevouwen aan zijn mond. Zij glimlachte. Zijn woorden deden haar goed. Ik zal gaan, zei ze. Ja, ja, jou stem ontroert, jou oogen zijn welsprekender dan duizend woorden Ga, mijn lieveling I Ik zal het hem vras-en, het zal, het moet Stralend van hoop trok Lena haar man tot haar op elkaar innig omar mend, liepen zo in 't donker op en neer en bespraken de bijzonderheden van het plan en van de reis. Een vre dige stemming zweefde over hen bei den; zo bespraken alles, zooals men over een plezierreisje spreekt. En als ik terugkom, zei Lena, dan kom jij me van den trein halen en we zijn geholpen. Ja. geholpen, vie-I hij in, we zijn dan uit alle moeielïjkheden, we zijn gelukkig En de anderen houden wij ons van het lijf. Morgen zal ik Su- zanna zeggen, waar het op staat. Dan houdt toch alles op, zij moet ons met rust laten Zc liepen in 't donker tegen iets aan, ze deden zich pijn, en belden om licht. Sloffend kwam Hulda, de landelijke onschuld, bracht eindelijk de lamp, struikelde, en liet haar midden op den grond vallen. Het was een tooneel van hcillooze verwarring. Gekletter van ballons en lampeglas, de lamp doofde walmend en stinkend op het kleed een petroleumvlak. De onschuld stond er bij, drukte den boezelaar in de oogen en huilde luid. De Bredenhofers moesten lachen, wilden hun goed humeur nu niet be dorven zien wat beteekende trouwens ook een gebroken lamp tegenover de hoopvolle toekomst, die hen wenkte Scherven brengen geluk aan, zei de jonge man, knielde en zocht de stukken bijeen. Au I hij had zich ge sneden Toen droop een blóeddirup- pel en nog een, en nog een van zijn hand af. In stukken, net als je schilderij, glimlachte Lena, maar uit de resten stijgt een nieuw, een mooier. Ze wisch- te het bloed met haar zakdoek van zijn hand en kuste den gekwetsten vinger. Eindelijk zaten ze naast elkaar op de sofa, in plaats van de lamp flikker den twee kaarsen, ze druppelden stea- dine op do tafel. Ze hadden er plezier overLena maakte leuke opmerkin gen heel haar verrukkelijke meisjes, achtigheid was er weer. Hij kon niet genoeg naar haar kijkenhaar bleek gezichtje zoo pikant, haar oogen zoo ondeugend Hij ging de laatste flesch wijn ha len, die ze in huis hadden. Laten we eens klinken op de ge lukkige reis! Op de gelukkige toe komst! Lachend stieten ze de glazen tegen elkaar kling, kling 1 Dat was een vroolijk, opwekkend gehoor! Buiten huilde de wind hij striemde de huizengevels met veel lawaai, ruk te pannen los en slingerde ze rinkelend op de straat. Gemeen weer. Herfst stormen, die nooit zonneschijn meer brengen, XV Over de velden een rag van rijp lange witte draden rukt de wind los en jaagt ze door de grauwe lucht. Geen stoppels meer. Alles al omge ploegd, klaar voor het winlerzaad. Op de grasbegroeide oevers langs slooten en poelen verzamelen zich geen ooievaars meerhun nesten op de hooge daken van het dorp zijn ver laten, het verwoestende spel der stor men prijsgegeven. Do ooievaars zijn alle heengevlucht naar betere landen. Eén is er achtergebleven, een vleugel lamme, zieke. Treurig staat hij op éen been, boven op het dak van de schuur, pluist zijn veeren en doet on gelukkig. Of wel, hij hinkt over de weide en zoekt karig voedselkikkers zijn er niet meer en de muizen zitten al in het winterkwartier. De jongens maken jacht op den eenzamen vogel, zo willen hem vangen in den leegen ■stal, maar hij is ze te vlug afdan gooien ze met steenen naar hem. Iloe lang nog en hij ligt dood. bevroren, ginds in de dorpsstraat? In het huis luidde het Angelus. De menschen trokken zich in hunne hut ten terugbuiten werd het al onge zellig, vroeg donker er was niet meer te werken. Op het goed, onder de ra men van het heerenhuis schreeuwden de dagloonerskinderen. Ilet was het uur dat de heer van het dorp aan de koffie zat of op de sofa lag, een pijp rookend, de groote voeten in groene pantoffels bengelend over. de leuning. Juffrouw Jansje had die pantoffels ge borduurd en was trots op haar werk. Ze vertoonden van boven een grijs kralenkrans je, dat een mopskop om gaf. Die mops had oogen als roode kralen en een rood halsbandje, dat stond goed bij de groene vulling. AJs Herman Bredenhofer, eigenaar van Althöfchen, aan iets kracht wilde bij zetten, dan placht hij de reusachtige pantoffels uit te trekken en. ze met welgevallen bekijkend, te zeggen: Bij dien mopskop, het is zoo 1 Dan hielp geen tegenspraak. De kinderen waren op den zwen gel van de pomp gaan zitten, die bij het hek stopd, dat den tuin van het voorplein van het goed acheiddet Goed, is eigenlijk niet de juiste uit drukking, het was niet anders dan een groot, gemoedelijk boerenhuis met rood pannendak en groene luiken. De pomp plaste, de kinderen schom melden op den zwengeleen bengel stak het kopje met de wijd van het hoofd staande ooren door het hek en schreeuwde luid den tuin in. De heer scheen niet thuis te zijn, ze werden steeds brutaler, steeds ondeugender.. Lënaks iliaronymul kroop boven op de spijlen, troisch zat hij daar met aan ïederen kant een been en begon te spuwen op het grindpad dat was mooi, dat kon niet ieder De anderen schreeuwden hem bewonderend toe. Daar plotseling knarste iets, de glazen deur der veranda ging open- Ze stonden van schrik verstijfd. liet geschreeuw F erf hun in de ooen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5