NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. 19c Jaargang. Woensdag 4 Juni 1902. No. 5805 DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Yoor Haarlem per 3 maanden1.20 Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37)4 de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIEN Yan 15 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Ots. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlek rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bjj de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122. Interoommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Adverteptiën en Reclames betreffende Handel, Nij verheid en Geldwezen, opgedragen aan hét Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Faubourg Montmarlre. Haarlem'g Dagblad van 4 Juni Devat o. a.: De vredesvoorwaarden, De vre destijding in Engeland, Moordaan slag te Mniderberg, Het subsidie aan Haarlemscli Muziekkorps. Politiek Overzicht. Do Vrede. Het is smartelijk, diep smartelijk, om te moeten lezen van de snoeverij en brallerij, waarmede Koning Ed ward! in zijn proclamatie aan het En- gelsclie volk spreekt van „al zijn Zuid- Afrikaansche onderdanen." En alle kranten jubelen nu over de overwinning en in de kerken is zij werd) herdacht, waar het volkslied werd gezongen en in d!e straten was de menigte enthousiast en stak men vuurwerk af. De vrede, de onderwerping van het Hollandsche ras in Zuid-Afrika. De voorwaarden zijn nog niet be kend, maar laat ons voor een oogen- blik aannemen, dat die werkelijk voor Engeland een overwinning beteekent, wat zegt ons dit dan? Het zegt, dat die overweldiger, de geweldenaar en huichelaar, met zijn ontzettend'ei overmacht is neergesla gen op een handjevol strijdende Boe ren, die met mannenmoed, met taaie volharding en strijdend op hun uitge plunderd land, met het hart vol wee moed over alles wat de roover ze ont nomen had: dierbare levens, have en goed., toch voortgingen voor hun recht en onafhankelijkheid te kam pen. Juich nu maar, schetter nu maar tn de bladen van uw land over „den dapperen Tegenstandier", dien gij intusschen in stede van hem te eeren tot bloedens toe hebt vervolgd, ge hoond, bespot, zijn rechten met voe ten getreden, zijn oorlogsrecht en vol kenrecht als vuile vodden van u ge worpen! Dat de vrede nu eindelijk moest ko men, dat het handjevol niet opgewas sen k o n zijn tegen de Britsche macht wie heeft dat niet al lang gevreesd? Maar toch, wat hebben we ons laten gaan op de deining der ongewisse oor logskansen. Wat hebben we. ons als aan een stroohalm vastgeklemd aan elk verblijdend bericht in deze lange lij densgesch iedienis. Maar, ons niet blindstarend! met kinderachtig, naïef optimisme op den eindelijken zegepraal, omdat we dien gaarne wenschten, do oh nuchter de feiten beschouwend, konden we wel niet anders d!an denken, dat da over weldiger moest overwinnen, dat de wolf het lam verslinden moest. Wie zal het den Boeren ten kwade duiden, dat ze geen uitkomst meer ziende, ten slotte zich hebben overge geven? Immers niemandi, want het zou geen moed, doch afkeurenswaar dige overmoed zijn, nu nog te blijven volharden; het zou aan waanzin gren zen, wanneer ze ziendie dat hun on dergang toch aanstaande was, toch hieven doorstrijden. De hoeven zullen weer worden opge bouwd, da schade hersteld, de verdre ven Boeren weer naar hun landi kee- ren ©n kalmte en rust wederkeeren in het geteiterd Zuid-Afrika. Maar om een bekende Engelscbe vraag te doen: „Andl hereafter?" Zal nu dit alles, na alles, wat is voorgevallen, de strijd op de Trans vaal scha velden voorgoed volstreden zijn? Zal het Hollandsche ras zich nu voorgoed laten knechten door den En- gelschen overweldiger? Dat is een vraag, waar alleen een twijfelend antwoord op gegeven kan worden. En we mogen hier wijzen op het ant woord, dat Dr. Leyds en Fischer giste ren gaven aan mr. H. Louis Israels, den Parijschen correspondent van het „Han delsblad". Zij verklaarden nl. geen recht- streeksche berichten uit Zuid-Afrika te hebben ontvangen. Men had hen geheel en al buiten de onderhandelingen gela ten. Zij weten niets van de voorwaar den voor de overgave, maar hebben geen enkele reden om te twijfelen aan de offi- cieele Engelscbe berichten, en evenmin om niet te gelooven aan het eindigen der vijandelijkheden. Zij blijven over tuigd, dat, daar het Hollandsch-Alrikaan- der ras niet vernietigd is, de Boeren hunne liefde voor de vrijheid en de on afhankelijkheid zoowel als hun vertrou wen in de toekomst zullen behouden. Als de Boeren eenmaal tot rust e.n tot versterking gekomen zijn, zou dan een nieuw, krachtig verzet onmoge lijk wezen? Laat ons in elk geval hopen, dat bloei en welvaart en voorspoed het deel moge zijn van de dappere strij ders, die zooveel diep leed, zooveel droeve ontbering gekend' hebben. Nadat we dit schreven zijn de vre desvoorwaarden bekend geworden. Bal four heeft ze in het Lagerhuis voorgele zen. Geen schijn of schaduw van hoop blijft nu meer over. Er is geen vrij Boe renvolk in Zuid-Afrika meer. We laten de voorwaarden hier volgen: lo. De burgers te velde zullen onmid dellijk de wapenen neerleggen en alle geweren en ammunitie in hun bezit uit leveren. Zij zullen afzien van allen te genstand tegen het gezag des Konings, dien zij als hun wettigen souverein er kennen. 2o. Alle burgers te velde buiten de grenzen van Transvaal en de Oranjeri vier Kolonie en de krijgsgevangenen bui ten Zuid-Afrika die burgers zijn, zullen, als zij verklaren de positie van onder danen des Konings aan te nemen, terug gebracht worden naar hun huis, zoodra in het transport kan worden voorzien en de middelen van bestaan verzekerd zijn. 3o. De burgers, zoowel zij die zich overgeven als zij die terugkeere-n, zul len niet van hun persoonlijke vrijheid of bezittingen beroofd worden. 4o. Geen vervolging, noch civiel, noch crimineel, zal worden ingesteld tegen de burgers, zoowel die zich overgeven als die terugkeeren, voor eenige hande lingen in verband met het voeren van den oorlog, maar deze clausule is niet toepasselijk op zekere daden in strijd toet de oorlogsgebruiken, welke voor een krijgsraad zuilen behandeld worden na het sluiten der vijandelijkheden. 5o. De Hollandsche taal zal onderwe zen worden op de openbare scholen in Transvaal en de Oranjerivier Kolonie, waar de ouders van de kinderen zulks wenschen, en zal zoo noodig worden toegelaten in de gerechtshoven. 60. Het bezit van geweren zal geoor loofd zijn aan personen die ze noodig hebben voor hun bescherming, na ver kregen vergunning. 7o. Het militair bestuur zal zoo spoe dig mogelijk gevolgd worden door een burgerlijk bestuur, en zoodra de omstan digheden het toelaten, zullen vertegen woordigende instellingen leidende tot zelfbestuur worden ingevoerd. 80. In elk district zal een commissie worden benoemd om te helpen bij het terugbrengen der bevolking naar hare haardsteden en om haar te voorzien van het noodige tot wederopbouw der hoe ven. De Regeeing zal 3.000.000 pd. st. ter beschikking der commissieleden stel len, en boven en behalve deze vrije schenking, zal de Regeering bereid zijn, voorschotten ter leen te verstrekken tot dat doel, vrij van interest gedurende twee jaren, en terug te betalen over een pe riode van jaren tegen 3 pet. interest. Geen vreemdelingen of rebellen zullen van deze bepaling genieten. Ten aanzien van de behandeling der rebellen las lord Milner aan de Bóeren- gedelegeerden een verklaring'voor, waar van de hoofdzaak als volgt luidt: De behandeling van de Kaapsche en Natalsche rebellen, die zich nu overge ven, zal, als zij naar de koloniën terug keeren .bepaald worden door de koloni ale regeeringen in overeenstemming met de wetten der koloniën. De Kaapsche re geering is van meening, dat van de re bellen de gewone manschappen moeten gestraft worden met ontzetting uit het stemrecht voor het leven, en dat de veld- kornetten en alle rebellen die een voor namen rang bekleeden bij de vijandelij ke strijdmachten, wegens hoogverraad moeten terecht staan, doch de doodstraf zal in geen geval worden toegepast. De overeenkomst was geteekend door Kitchener en Milner voor de Regeering; door Steyn, De Wet, Olivier en rechter Hertzog voor den Vrijstaat; door Schalk Burger, Reitz, Louis Botha en De la Rey voor Transvaal. En nu ontvangt de Engelsche Koning telegrammen van gelukwensching van de gansche wereld; 0. a. van den Duit- schen Keizer, die den Pelgrim die Recht zocht de deur voor de neus dicht wierp; dezelfde Keizer ook die na den misluk ten Jameson-raid nota bene aan Paul Kruger een telegram van gelukwen sching zond. Het brute geweld heeft nu overwonnen onder de toejuiching van de mogendhe den die op hun beurt weer bruut geweld zullen plegen. Buitenlandsch Nieuws De vredestijding in Engeland Met groot gejuich, het afsteken van vuurwerk en het hijschen van vlaggen werd de kennisgeving van het minis terie van oorlog, diat de vrede te Pre toria geteekend was, begroet. Ook op Mansion House was het be richt aangeplakt. Daar werd de ge bruikelijke volksbetooging gehouden, met idle gebruikelijke toespraak van den lord-mayor. Brodrick heeft gezorgd, dat Kitche ner's telegram ruimschoots verspreid werd binnen- en buitenslands, en daarna een bezoek gebracht aan ko ning Eduaird, De Koning vaardigde daarop zijn proclamatie uit. De correspondenten in Zuid-Afrika seinen vooralsnog weinig. De corres pondent van de Daily Mail legt er nog eens nadiruk op, dat de leiders dier Boeren in Zuid-Afrika vrede slui ten buiten de leiders in Europa om, aangezien de Engelsche regeering het verzoek van die eerstgenoemd en om de vredesovereenkomst te onderwer pen aan de bekrachtiging der Boeren leiders in Europa beslist afgewezen heeft. De algemeen© volksjubel heeft ook de fondsen ter beurse doen stijgen. Algemeen wordt gevlagd, zelfs de kar ren op staat doen er aan mee. De scholen hiebben vacantia In de avond- go dsdii ©nstoef eninge/n zijn Zondag talrijke toespelingen op den vrede ge maakt, terwijl die torenklokken ter eere van den vrede luidden. Eenige gereedliggendle transportschepen gaan in allerijl naar Tafelbaai, om intijds wat keurtroepen over te brengen die bij de kroningsfeesten tegenwoordig moeten zijn. Alle kranten bevatten vredes-allegoriëeën, gelven kleurige inhoudlsbiljetten ui, enz. De geheele pers wijdt natuurlijk hoofdartikelen aan de groote gebeur tenis. De jingo-pers met de Times voorop, legt er nadiruk op dat de Boe ren zich onderworpen hebben, krach tens een conventie welke de eenige voorwaarde inwilligt, welke Engeland als inwilligbaar beschouwde. Alleen de liberale pers, o.a. de Daily News, zegt dat de dappere Boeren niet ver geefs hebben volgehouden, dJaar zij belangrijke concessies hebben gekre gen. De ramp op Martinique. Een door de Fransche regeering ge zonden deputatie heeft zich naar Gua deloupe begeven,, om na te gaan, of dit eiland gesch'ikt is. om een bepaald aan tal bewoners van Martinique op te' nemen. Vice-admiraal Servan deelde tele grafisch aan den Franschen minister van Marine mee, dat de Italiaansche kruiser „Calabria" in Fort de France is aangekomen. De Italiaansche re. goering zond dien kruiser om bij de overbrenging van de bewoners van Martinique behulpzaam te zijn. Do Fransche insehiving voor de slachtoffers bracht reeds meer dan drie kwart millioen op. De gouverneur van het Engelsche eiland St. Vincent meldt, dat er over vloedige regene gevallen zijn gedu rende drie dagende Soufrière spuwt nog met afwisselende kracht, maar er is geen hevige uitbarsting geweest se. dert 18 Mei. De gouverneur hoopt, dat het ergste voorbij is, maar de be volking is nog ongerust; en daar hij hen niet gerust kan stellen en zeggen, dat alle gevoar voorbij iis, blijven de uitgaven voor ui'tdeeling van levens middelen groothet vertrouwen kan slechts gaandeweg hersteld worden. Alle maatregelen voor de verpleging van de gekwetsten ondersteu ning van die nood!ij dienden, en behuizing van de menschen wor den, zegt de gouverneur, op bevredi gende wijze uitgevoerd. Volgens berichten uit Tacoma, in den Amerikaanschen staat Washing ton, stijgt uit den Mont Rebout in Alaska rook op. Ook werden vlammen gezien. De inboorlingen zijn eenige dagen geleden gevlucht, maar de blan. ken bleven. De asch valt mijlen ver. Algemeene Berichten. Het schijnt dat de zaak Dreyfus nog maar niet uit de gedachten en uit de harten wil gaan. Thans komt een be richtje, dat het Alfred Dreyfus, die een woning in Parijs zocht, onmogelijk ge maakt wordt een huis te vinden. Telkens als hij een woning gehuurd heeft komen de andere bewoners met klachten; on langs op de Boulevard Malesherbes, wei gerde de vertrekkende huurder, volgens gebruik, de sleutels aan den concierge af te geven ten einde den nieuwen huur der gelegenheid te geven de verdieping in oogenschouw te nemen. In Juni vertrekt de „Hohenzollern" met den Duitschen keizer aan boord naar het noorden, met Reval als bestemming; de kruiser Nymphe en twee torpedoboo ten vergezellen het keizerlijke jacht. In de laatste dagen zijn vele kolo niale troepen in Londen aangekomen, om de kroningsfeesten op te luiste ren. Een contingent Maltezertroepen, 100 man uit Singapore, Indo-Chinee- sche troepen en garde troepen van dien sultan van Pea-alk zijn aangekomen, in 's lands kleederdracht, zoodat de stakkerds in het, begin veel van de kou te lijden hadden in hun primitie ve kampementen in Alexandra Park. Door sommige kroningsvierders is al gemopperd en een zekere wanorde heeft al geheerscht, omdat de vreem de krijgers geen voeding genoeg naar hun zin ontv'ingen. In Warzeith zijn dertig Afrikaansche krijgers uit het hartje van het Zwarte Werelddeel aan gekomen, ook op weg naar Londen. Wat president Roosevelt, blijkens nadere berichten, te Arlington gezegd heeft over de mogelijkheid, dat Je Fi- lipijnsche eilanden ten slotte onafhan kelijkheid zouden verkrijgen, belooft nog niet veel. Het was nog niet mo- geiijk, meende de President, te beslis sen, of de Filipijnen onafhankelijk konden worden van de Vereen igde Staten, of met de Vereenïgde Staten verhonden zouden blijven d'oor banden van vriendschap en gemeenschappelij- ke belangen eerst moeten zij bewe- zen hebben, dat ze geschikt zijn voor volkomen vrijheid en zelfbestuur. Het is niet duidelijk, wat voor uit breiding naar Roosevelt's opvatting, gegeven moet worden aan de begrip pen zelfbestuur en onafhankelijkheid; helder blijkt alleen, dat er voorshands yoor de Filipino's niet de minste kans is. op den voet der Cubanen behandeld te worden. Ten aanzien van de gruwelen, op de Filipijnen door do Amerikanen ge pleegd, vinden wij in het verslag der rede iets vermeld, waarvan wij niet kunnen gelooven, dat iemand als Roo sevelt het ooit zeggen zou deze gru welen. „die de vijand door zijn ver raderlijk optreden heeft uitgelokt", zouden volgens Roosevelt minder af keuring verdienen, dan de lynch-jus. titie in de> Vereenigde Staten! Stadsnieu ws Haarlem, 3 Juni 1902. Het subsidie aan Haarlemscli Muziekkorps. Vlak vóór de Raadsverkiezingen hebben de democraten in onzen Ger meenteraad dén fakkel dei* zuinigheid aangevat en zwaaien daarmee in het gezicht van de op dit licht zoo verzotte kiezers. Zullen dezen zich daardoor laten verlokken, om als onschuldige muggen in de vlam te vliegen? Of "zullen zij, den fakkel naderbij beschouwende, be merken. dat ze geen constant licht geeft maar opvlamt als een stroovuurtje, om cdaarna even plotseling weer ineen te zinken? Welke goede eigenschappen de de mocratische Raadsleden ook mogen sieren ijver*, slagvaardigheid, durf, zoodra zij zich den mantel der zuinig, beid gaan omhangen, maken zij een zonderling figuur. Niets ig een sociaal, democraat minder dan zuinig. Hij wil van zijn bestrijders liet. argument, dat zijn plannen geld kosten, een voudig niet hooren, finantieeic bezwaren bestaan voor hem niet Met een keizerlijk handgebaar en een vaag„och, er is geld genoeg in de wereld"', tracht hij die bezwaren weg te wuiven in het ijle. Waai-om willen nu de voorstellers f 5000 afknagen van het toch al matig subsidie van ons muziekkorps Om die som voor nuttiger dingen te beste den, zeggen ze, en noemen er meteen enkple op. De overbevolking van de scholen maar eilieve, er is immers, reeds tot den houw van een nieuwe school beslotenDe verhooging van loon voor de gemeente-werklied en. maar daarvoor is immers reedia een plan in bewerking? dia schoolbaden, maar die Raad beeft immers nog niet eens beslist, of die er komen zullen En al was dit alles zoo niet, wat zouden dan nog die f5000 baten? We zeiden, dat de democraten in onzen Raad durf aan den dag leggen en zouden er kunnen bijvoegen, dat zij dien, als alle goede dingen, wel eens overdrijven. Er behoort wel groo- ten moed toe, om een ingrijpend voor stel te doen met zoo een broodmager toelichtinkje. De heer Schram heeft reeds bij de behandeling van de begrooUing voor 1900 er op gewezen, dat hier „gegooid" werd met muziek. Toegegeven kan worden, dat het niet bepaald, noodig Feuilleton. Naar het Duitsch van CLARA VIEBIG. 33. Mevrouw Langen zag er uit als een sneeuwpop op haar koude voeten on rustig heen en weer loopend deed ze haar mantel af en legde haai* pakjes neer. Kijk eens, Lena, hier heb ik wat gelei voor Richard gekocht, daar zijn wat sinaasappelen, en voor jou nog wat kerstkoek. Och, arm kind, je hebt heelemaal geen kerstmis gehad, zuchtte ze plotseling. En hier ze hield haar dochter aarzelend een in gepakte1 flesch voor hier is die oude wijn, die de goede Frits voor mij ge stuurd heeft, om weer wat aan te ster ken. Neem die ook maar 1 Neen moederLena kruiste de armen over de bonst. Dien kan ik niet aannemen. Het is erg lief van u dat u hem mij wilt geven, en neen, ik kan het n'iet aannemen, zei ze plotseling. Hij heeft mij liefdeloos van zich gestooten, hij heeft zich niet meer om mij bekommerd, ik wil zijn wijn niet. Doe hem weg, moeder, ik kan hem niet zien Mevrouw Langen zuchtte twee maal en heel diepmet erg teleurgesteld gezicht verborg ze de flesch onder haar mantel. Och, dat je nog altijd zoo haat dragend bentje moest Frits' brieven eens lezen Ik wil ze niet l'ezen Je moest eens weten, hoe goed en liefdevol hij schrijft. Aan het einde van eiken brief vraagt hij naar jou, je kan zijn belangstelling in je en zijn verdriet om je, er in lezern Nooit maakt hij me er een verwijt van, dat ik op jelui hand blijf. Hij is een ge voelig mensch, zoo goed, zoo goed, 0 zoo goed. Als ik bedenk, hoe jelui vroeger met elkaar waart, en hoe alles bedorven is door dat ongelukkige hu welijk Ik kan geen uur meer vroo- lijk zijn, ik kan niet gerust meer ster ven, als ik-jelui beiden niet verzóend weet. Hoe anders zou je het nu toch kunhen hebben. Het is toch al te treurig Lena keek haar moeder strak aan. Moeder, u doet me verdriet „Ach, mijn arm, arm kind, neen, •dat wil i:k zeker n'iet. Mevrouw Lan gen sloeg heelemaal om de stem van haar dochter sneed haai* door de ziel. Och, mijn kind, wat slecht van mij I Neen, ik wil je kruis waarachtig niet nog moeielijker te dragen maken Mijn lieve, lieve Lena, ik bewonder je toch al, hoe je je in deze dagen van beproeving staande houdt. Hoe gaat liet nu met. Richard, vandaag. Wat doet hij Kan ik bij hem gaan Nu niet moeder, hij slaapt en hoor, hij roept I Ze vloog weg, de huiskamer in. Door die deur, die aanstond, hoorde me vrouw Langen de stem van den pa- tieDt. Hij was uit zijn humeur, zijn vroo- lijk stemgeluid had een nijdigen klank. Wie is daar? Ik heb wel hooren hellen. Jelui maakte zoo'n leven hier naast. Ik droomde net zoo heerlijk, och. zoo heerlijkWeet je Lena, die heerlijke melodie tfit Jessonda hoe is het ook weer Bald bin ich ein Geist geworden. Mevrouw Langen hield den adem in, zij luisterde. Haar dochter zei iets, maar ze kon haar gefluister niet ver staan. Tranen kwamen- haar in de oogen wat moest dat arme kind lij den Ook al zou de genezing zonder twijfel binnenkort intreden, haar schoonzoon had haai* gister nog ver teld, dat de dokter dat gezegd had dan was het toch nog een moeielijke, vreeselijk moeielijke tijd En dat zoo midden in den winter De stem van den zieke in de andere kamer klonk weer. Ik zeg je, ze zon gen heerlijk. En toen zei een engel tegen me'Dass du so krank gewe- sen. wer hat es denn gemacht?1 Ik begrijp niet, waarom je dat lied nooit meer zingt, Lena., je weet toch, dat 't mijn lievelingslied is. Hij sprak boos. Dat is toch geen offer, dat ik van je vraag Je kon het nu wel even voor me zingen. Neen, mu niet, Richard, smeekte de stem der jonge vrouw ©enigszins bevend. Moeder is er. Later, van avond, als je wilt. O, is moader daar Vindt je het niet prettig, wil je haar liever n'iet zien Voor mijn part, zei hij lang uit gehaald en moe, het is toch weer eens een afwisseling. Zoo lang zal ze toch niet blijven ik heb iets te doen. Zorg. dat je pen en inkt bij de hand hebt. Vandaag ben ik in de goeie stemming om mijn boek over Schumann te be ginnen. Mijn droom zal ik als inlei ding gebruiken. Die stem klonk zoo zoet, ik hoor ze nog steeds, dass du so krank geworden, wer hat es denn ge Een hevige hoestbui belette hem om verder te spreken. Lena kwam de slaapkamer weer binnen. Als u nu wilt komen, moeder Mevrouw Langen liep op haar tee- nen. Hoe gaat er mee, Richard? zei ze op verdriet->schorren toon. U hoeft niet zoo zachtjes te lo'o- pen, zeide hij. U doet. alsof 'ik op sterven lig. Dat moet u niet doen, ik moet vroolijke gezichten om mij heen zien. Och, het gaat nog al, zei hij verder, toen zijn moeder een gedwon gen vroolijk gezicht zette en nog eens vroeg, hoe hij het maakte. Je moet niet altijd zoo den zieke spelen, dat brengt je heelemaal er onder. Daar heb ik geen tijd voor, ik heb veel te veel te doen. Neem me niet kwalijk, moeder, dat ik in d'it toilet ben, hij wees op zijn kale jas. Mijn goeie wou ik graag een beetje netjes houden. Met he.t voorjaar, als het weer lang licht is. en ik door mijn schilderij vi sites in mijn atelier krijg, moet ik er toch fatsoenlijk uitzien. Niet waar? Jij zegt zoo niets, Lena, wendde hij zich tot zijn vrouw. Vindt jij het niet zoo? Waarom zeg je niets? Ze knikte zenuwachtig. Jawel, jawel 1 Hij keek haar strak aan. Je moest altijd lachen, Lena, dan zie je er veel aardiger uit. Die kuil tjes in je wangen zijn het mooist©, wat je hebt Hij draaide zich naar zijn schoonmoeder. Vindt u niet, ma, dat Lena er te genwoordig altijd zoo bleek en ver moeid uitziet? Ik weet.niet waarvan ze heeft toch geen vermoeiend' leven. Ik heb al eens gedacht als ik in April of Mei zoo ver met mijn werk ben op geschoten, ga 'ik met haar naar Luga no of Como. Daar ben ik vroeger nog e&ns geweest, het is er heerlijk, een paradijsdaar zal het je best beval len. Niet waar, Lena? Dat vindt je toch wel prettig, hè? Hij stak haar zijn hand toe. Mevrouw Langen verwonderde zich in stilte over haar dochter, dat niet een blij der rood haar wangen tintte. O ja, zei Lena kort. Maar ze liet haar hand in die van haar man ha re vingers omklemden zijn koude, was- bleeke hand, als Wilden zij ze vast houden. Lach nu, Lena, lach nuik wil weer eens die kuiltjes zien 1 En Lena lachte.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1