NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
19c Jaargang.
Woensdag 4 Juni 1902.
No. 5805
DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Yoor Haarlem per 3 maanden1.20
Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37)4
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIEN
Yan 15 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Ots. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlek rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bjj de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
Interoommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Adverteptiën
en Reclames betreffende Handel, Nij verheid en Geldwezen, opgedragen aan hét Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Faubourg Montmarlre.
Haarlem'g Dagblad van 4 Juni
Devat o. a.:
De vredesvoorwaarden, De vre
destijding in Engeland, Moordaan
slag te Mniderberg, Het subsidie
aan Haarlemscli Muziekkorps.
Politiek Overzicht.
Do Vrede.
Het is smartelijk, diep smartelijk,
om te moeten lezen van de snoeverij
en brallerij, waarmede Koning Ed
ward! in zijn proclamatie aan het En-
gelsclie volk spreekt van „al zijn Zuid-
Afrikaansche onderdanen."
En alle kranten jubelen nu over de
overwinning en in de kerken is
zij werd) herdacht, waar het volkslied
werd gezongen en in d!e straten was
de menigte enthousiast en stak men
vuurwerk af.
De vrede, de onderwerping van het
Hollandsche ras in Zuid-Afrika.
De voorwaarden zijn nog niet be
kend, maar laat ons voor een oogen-
blik aannemen, dat die werkelijk voor
Engeland een overwinning beteekent,
wat zegt ons dit dan?
Het zegt, dat die overweldiger, de
geweldenaar en huichelaar, met zijn
ontzettend'ei overmacht is neergesla
gen op een handjevol strijdende Boe
ren, die met mannenmoed, met taaie
volharding en strijdend op hun uitge
plunderd land, met het hart vol wee
moed over alles wat de roover ze ont
nomen had: dierbare levens, have en
goed., toch voortgingen voor hun
recht en onafhankelijkheid te kam
pen.
Juich nu maar, schetter nu maar
tn de bladen van uw land over „den
dapperen Tegenstandier", dien gij
intusschen in stede van hem te eeren
tot bloedens toe hebt vervolgd, ge
hoond, bespot, zijn rechten met voe
ten getreden, zijn oorlogsrecht en vol
kenrecht als vuile vodden van u ge
worpen!
Dat de vrede nu eindelijk moest ko
men, dat het handjevol niet opgewas
sen k o n zijn tegen de Britsche macht
wie heeft dat niet al lang gevreesd?
Maar toch, wat hebben we ons laten
gaan op de deining der ongewisse oor
logskansen. Wat hebben we. ons als
aan een stroohalm vastgeklemd aan
elk verblijdend bericht in deze lange
lij densgesch iedienis.
Maar, ons niet blindstarend! met
kinderachtig, naïef optimisme op den
eindelijken zegepraal, omdat we dien
gaarne wenschten, do oh nuchter de
feiten beschouwend, konden we wel
niet anders d!an denken, dat da over
weldiger moest overwinnen, dat de
wolf het lam verslinden moest.
Wie zal het den Boeren ten kwade
duiden, dat ze geen uitkomst meer
ziende, ten slotte zich hebben overge
geven? Immers niemandi, want het
zou geen moed, doch afkeurenswaar
dige overmoed zijn, nu nog te blijven
volharden; het zou aan waanzin gren
zen, wanneer ze ziendie dat hun on
dergang toch aanstaande was, toch
hieven doorstrijden.
De hoeven zullen weer worden opge
bouwd, da schade hersteld, de verdre
ven Boeren weer naar hun landi kee-
ren ©n kalmte en rust wederkeeren in
het geteiterd Zuid-Afrika.
Maar om een bekende Engelscbe
vraag te doen: „Andl hereafter?"
Zal nu dit alles, na alles, wat is
voorgevallen, de strijd op de Trans
vaal scha velden voorgoed volstreden
zijn?
Zal het Hollandsche ras zich nu
voorgoed laten knechten door den En-
gelschen overweldiger?
Dat is een vraag, waar alleen een
twijfelend antwoord op gegeven kan
worden.
En we mogen hier wijzen op het ant
woord, dat Dr. Leyds en Fischer giste
ren gaven aan mr. H. Louis Israels, den
Parijschen correspondent van het „Han
delsblad". Zij verklaarden nl. geen recht-
streeksche berichten uit Zuid-Afrika te
hebben ontvangen. Men had hen geheel
en al buiten de onderhandelingen gela
ten. Zij weten niets van de voorwaar
den voor de overgave, maar hebben geen
enkele reden om te twijfelen aan de offi-
cieele Engelscbe berichten, en evenmin
om niet te gelooven aan het eindigen
der vijandelijkheden. Zij blijven over
tuigd, dat, daar het Hollandsch-Alrikaan-
der ras niet vernietigd is, de Boeren
hunne liefde voor de vrijheid en de on
afhankelijkheid zoowel als hun vertrou
wen in de toekomst zullen behouden.
Als de Boeren eenmaal tot rust e.n
tot versterking gekomen zijn, zou dan
een nieuw, krachtig verzet onmoge
lijk wezen?
Laat ons in elk geval hopen, dat
bloei en welvaart en voorspoed het
deel moge zijn van de dappere strij
ders, die zooveel diep leed, zooveel
droeve ontbering gekend' hebben.
Nadat we dit schreven zijn de vre
desvoorwaarden bekend geworden. Bal
four heeft ze in het Lagerhuis voorgele
zen. Geen schijn of schaduw van hoop
blijft nu meer over. Er is geen vrij Boe
renvolk in Zuid-Afrika meer.
We laten de voorwaarden hier volgen:
lo. De burgers te velde zullen onmid
dellijk de wapenen neerleggen en alle
geweren en ammunitie in hun bezit uit
leveren. Zij zullen afzien van allen te
genstand tegen het gezag des Konings,
dien zij als hun wettigen souverein er
kennen.
2o. Alle burgers te velde buiten de
grenzen van Transvaal en de Oranjeri
vier Kolonie en de krijgsgevangenen bui
ten Zuid-Afrika die burgers zijn, zullen,
als zij verklaren de positie van onder
danen des Konings aan te nemen, terug
gebracht worden naar hun huis, zoodra
in het transport kan worden voorzien
en de middelen van bestaan verzekerd
zijn.
3o. De burgers, zoowel zij die zich
overgeven als zij die terugkeere-n, zul
len niet van hun persoonlijke vrijheid of
bezittingen beroofd worden.
4o. Geen vervolging, noch civiel, noch
crimineel, zal worden ingesteld tegen
de burgers, zoowel die zich overgeven
als die terugkeeren, voor eenige hande
lingen in verband met het voeren van
den oorlog, maar deze clausule is niet
toepasselijk op zekere daden in strijd toet
de oorlogsgebruiken, welke voor een
krijgsraad zuilen behandeld worden na
het sluiten der vijandelijkheden.
5o. De Hollandsche taal zal onderwe
zen worden op de openbare scholen in
Transvaal en de Oranjerivier Kolonie,
waar de ouders van de kinderen zulks
wenschen, en zal zoo noodig worden
toegelaten in de gerechtshoven.
60. Het bezit van geweren zal geoor
loofd zijn aan personen die ze noodig
hebben voor hun bescherming, na ver
kregen vergunning.
7o. Het militair bestuur zal zoo spoe
dig mogelijk gevolgd worden door een
burgerlijk bestuur, en zoodra de omstan
digheden het toelaten, zullen vertegen
woordigende instellingen leidende tot
zelfbestuur worden ingevoerd.
80. In elk district zal een commissie
worden benoemd om te helpen bij het
terugbrengen der bevolking naar hare
haardsteden en om haar te voorzien van
het noodige tot wederopbouw der hoe
ven. De Regeeing zal 3.000.000 pd. st.
ter beschikking der commissieleden stel
len, en boven en behalve deze vrije
schenking, zal de Regeering bereid zijn,
voorschotten ter leen te verstrekken tot
dat doel, vrij van interest gedurende twee
jaren, en terug te betalen over een pe
riode van jaren tegen 3 pet. interest.
Geen vreemdelingen of rebellen zullen
van deze bepaling genieten.
Ten aanzien van de behandeling der
rebellen las lord Milner aan de Bóeren-
gedelegeerden een verklaring'voor, waar
van de hoofdzaak als volgt luidt:
De behandeling van de Kaapsche en
Natalsche rebellen, die zich nu overge
ven, zal, als zij naar de koloniën terug
keeren .bepaald worden door de koloni
ale regeeringen in overeenstemming met
de wetten der koloniën. De Kaapsche re
geering is van meening, dat van de re
bellen de gewone manschappen moeten
gestraft worden met ontzetting uit het
stemrecht voor het leven, en dat de veld-
kornetten en alle rebellen die een voor
namen rang bekleeden bij de vijandelij
ke strijdmachten, wegens hoogverraad
moeten terecht staan, doch de doodstraf
zal in geen geval worden toegepast.
De overeenkomst was geteekend door
Kitchener en Milner voor de Regeering;
door Steyn, De Wet, Olivier en rechter
Hertzog voor den Vrijstaat; door Schalk
Burger, Reitz, Louis Botha en De la Rey
voor Transvaal.
En nu ontvangt de Engelsche Koning
telegrammen van gelukwensching van
de gansche wereld; 0. a. van den Duit-
schen Keizer, die den Pelgrim die Recht
zocht de deur voor de neus dicht wierp;
dezelfde Keizer ook die na den misluk
ten Jameson-raid nota bene aan Paul
Kruger een telegram van gelukwen
sching zond.
Het brute geweld heeft nu overwonnen
onder de toejuiching van de mogendhe
den die op hun beurt weer bruut geweld
zullen plegen.
Buitenlandsch Nieuws
De vredestijding in Engeland
Met groot gejuich, het afsteken van
vuurwerk en het hijschen van vlaggen
werd de kennisgeving van het minis
terie van oorlog, diat de vrede te Pre
toria geteekend was, begroet.
Ook op Mansion House was het be
richt aangeplakt. Daar werd de ge
bruikelijke volksbetooging gehouden,
met idle gebruikelijke toespraak van
den lord-mayor.
Brodrick heeft gezorgd, dat Kitche
ner's telegram ruimschoots verspreid
werd binnen- en buitenslands, en
daarna een bezoek gebracht aan ko
ning Eduaird, De Koning vaardigde
daarop zijn proclamatie uit.
De correspondenten in Zuid-Afrika
seinen vooralsnog weinig. De corres
pondent van de Daily Mail legt er
nog eens nadiruk op, dat de leiders
dier Boeren in Zuid-Afrika vrede slui
ten buiten de leiders in Europa om,
aangezien de Engelsche regeering het
verzoek van die eerstgenoemd en om
de vredesovereenkomst te onderwer
pen aan de bekrachtiging der Boeren
leiders in Europa beslist afgewezen
heeft.
De algemeen© volksjubel heeft ook
de fondsen ter beurse doen stijgen.
Algemeen wordt gevlagd, zelfs de kar
ren op staat doen er aan mee. De
scholen hiebben vacantia In de avond-
go dsdii ©nstoef eninge/n zijn Zondag
talrijke toespelingen op den vrede ge
maakt, terwijl die torenklokken ter
eere van den vrede luidden. Eenige
gereedliggendle transportschepen gaan
in allerijl naar Tafelbaai, om intijds
wat keurtroepen over te brengen die
bij de kroningsfeesten tegenwoordig
moeten zijn. Alle kranten bevatten
vredes-allegoriëeën, gelven kleurige
inhoudlsbiljetten ui, enz.
De geheele pers wijdt natuurlijk
hoofdartikelen aan de groote gebeur
tenis. De jingo-pers met de Times
voorop, legt er nadiruk op dat de Boe
ren zich onderworpen hebben, krach
tens een conventie welke de eenige
voorwaarde inwilligt, welke Engeland
als inwilligbaar beschouwde. Alleen
de liberale pers, o.a. de Daily News,
zegt dat de dappere Boeren niet ver
geefs hebben volgehouden, dJaar zij
belangrijke concessies hebben gekre
gen.
De ramp op Martinique.
Een door de Fransche regeering ge
zonden deputatie heeft zich naar Gua
deloupe begeven,, om na te gaan, of dit
eiland gesch'ikt is. om een bepaald aan
tal bewoners van Martinique op te'
nemen.
Vice-admiraal Servan deelde tele
grafisch aan den Franschen minister
van Marine mee, dat de Italiaansche
kruiser „Calabria" in Fort de France
is aangekomen. De Italiaansche re.
goering zond dien kruiser om bij de
overbrenging van de bewoners van
Martinique behulpzaam te zijn.
Do Fransche insehiving voor de
slachtoffers bracht reeds meer dan
drie kwart millioen op.
De gouverneur van het Engelsche
eiland St. Vincent meldt, dat er over
vloedige regene gevallen zijn gedu
rende drie dagende Soufrière spuwt
nog met afwisselende kracht, maar er
is geen hevige uitbarsting geweest se.
dert 18 Mei. De gouverneur hoopt, dat
het ergste voorbij is, maar de be
volking is nog ongerust; en daar hij
hen niet gerust kan stellen en zeggen,
dat alle gevoar voorbij iis, blijven de
uitgaven voor ui'tdeeling van levens
middelen groothet vertrouwen kan
slechts gaandeweg hersteld worden.
Alle maatregelen voor de verpleging
van de gekwetsten ondersteu
ning van die nood!ij dienden,
en behuizing van de menschen wor
den, zegt de gouverneur, op bevredi
gende wijze uitgevoerd.
Volgens berichten uit Tacoma, in
den Amerikaanschen staat Washing
ton, stijgt uit den Mont Rebout in
Alaska rook op. Ook werden vlammen
gezien. De inboorlingen zijn eenige
dagen geleden gevlucht, maar de blan.
ken bleven. De asch valt mijlen ver.
Algemeene Berichten.
Het schijnt dat de zaak Dreyfus nog
maar niet uit de gedachten en uit de
harten wil gaan. Thans komt een be
richtje, dat het Alfred Dreyfus, die een
woning in Parijs zocht, onmogelijk ge
maakt wordt een huis te vinden. Telkens
als hij een woning gehuurd heeft komen
de andere bewoners met klachten; on
langs op de Boulevard Malesherbes, wei
gerde de vertrekkende huurder, volgens
gebruik, de sleutels aan den concierge
af te geven ten einde den nieuwen huur
der gelegenheid te geven de verdieping
in oogenschouw te nemen.
In Juni vertrekt de „Hohenzollern"
met den Duitschen keizer aan boord naar
het noorden, met Reval als bestemming;
de kruiser Nymphe en twee torpedoboo
ten vergezellen het keizerlijke jacht.
In de laatste dagen zijn vele kolo
niale troepen in Londen aangekomen,
om de kroningsfeesten op te luiste
ren. Een contingent Maltezertroepen,
100 man uit Singapore, Indo-Chinee-
sche troepen en garde troepen van dien
sultan van Pea-alk zijn aangekomen,
in 's lands kleederdracht, zoodat de
stakkerds in het, begin veel van de
kou te lijden hadden in hun primitie
ve kampementen in Alexandra Park.
Door sommige kroningsvierders is al
gemopperd en een zekere wanorde
heeft al geheerscht, omdat de vreem
de krijgers geen voeding genoeg naar
hun zin ontv'ingen. In Warzeith zijn
dertig Afrikaansche krijgers uit het
hartje van het Zwarte Werelddeel aan
gekomen, ook op weg naar Londen.
Wat president Roosevelt, blijkens
nadere berichten, te Arlington gezegd
heeft over de mogelijkheid, dat Je Fi-
lipijnsche eilanden ten slotte onafhan
kelijkheid zouden verkrijgen, belooft
nog niet veel. Het was nog niet mo-
geiijk, meende de President, te beslis
sen, of de Filipijnen onafhankelijk
konden worden van de Vereen igde
Staten, of met de Vereenïgde Staten
verhonden zouden blijven d'oor banden
van vriendschap en gemeenschappelij-
ke belangen eerst moeten zij bewe-
zen hebben, dat ze geschikt zijn voor
volkomen vrijheid en zelfbestuur.
Het is niet duidelijk, wat voor uit
breiding naar Roosevelt's opvatting,
gegeven moet worden aan de begrip
pen zelfbestuur en onafhankelijkheid;
helder blijkt alleen, dat er voorshands
yoor de Filipino's niet de minste kans
is. op den voet der Cubanen behandeld
te worden.
Ten aanzien van de gruwelen, op de
Filipijnen door do Amerikanen ge
pleegd, vinden wij in het verslag der
rede iets vermeld, waarvan wij niet
kunnen gelooven, dat iemand als Roo
sevelt het ooit zeggen zou deze gru
welen. „die de vijand door zijn ver
raderlijk optreden heeft uitgelokt",
zouden volgens Roosevelt minder af
keuring verdienen, dan de lynch-jus.
titie in de> Vereenigde Staten!
Stadsnieu ws
Haarlem, 3 Juni 1902.
Het subsidie aan Haarlemscli
Muziekkorps.
Vlak vóór de Raadsverkiezingen
hebben de democraten in onzen Ger
meenteraad dén fakkel dei* zuinigheid
aangevat en zwaaien daarmee in het
gezicht van de op dit licht zoo verzotte
kiezers.
Zullen dezen zich daardoor laten
verlokken, om als onschuldige muggen
in de vlam te vliegen? Of "zullen zij,
den fakkel naderbij beschouwende, be
merken. dat ze geen constant licht geeft
maar opvlamt als een stroovuurtje,
om cdaarna even plotseling weer ineen
te zinken?
Welke goede eigenschappen de de
mocratische Raadsleden ook mogen
sieren ijver*, slagvaardigheid, durf,
zoodra zij zich den mantel der zuinig,
beid gaan omhangen, maken zij een
zonderling figuur. Niets ig een sociaal,
democraat minder dan zuinig. Hij
wil van zijn bestrijders liet. argument,
dat zijn plannen geld kosten, een
voudig niet hooren, finantieeic
bezwaren bestaan voor hem niet
Met een keizerlijk handgebaar en een
vaag„och, er is geld genoeg in de
wereld"', tracht hij die bezwaren weg
te wuiven in het ijle.
Waai-om willen nu de voorstellers
f 5000 afknagen van het toch al matig
subsidie van ons muziekkorps Om
die som voor nuttiger dingen te beste
den, zeggen ze, en noemen er meteen
enkple op. De overbevolking van de
scholen maar eilieve, er is immers,
reeds tot den houw van een nieuwe
school beslotenDe verhooging van
loon voor de gemeente-werklied en.
maar daarvoor is immers reedia
een plan in bewerking? dia
schoolbaden, maar die Raad
beeft immers nog niet eens beslist, of
die er komen zullen En al was dit
alles zoo niet, wat zouden dan nog die
f5000 baten?
We zeiden, dat de democraten in
onzen Raad durf aan den dag leggen
en zouden er kunnen bijvoegen, dat
zij dien, als alle goede dingen, wel
eens overdrijven. Er behoort wel groo-
ten moed toe, om een ingrijpend voor
stel te doen met zoo een broodmager
toelichtinkje.
De heer Schram heeft reeds bij de
behandeling van de begrooUing voor
1900 er op gewezen, dat hier „gegooid"
werd met muziek. Toegegeven kan
worden, dat het niet bepaald, noodig
Feuilleton.
Naar het Duitsch van
CLARA VIEBIG.
33.
Mevrouw Langen zag er uit als een
sneeuwpop op haar koude voeten on
rustig heen en weer loopend deed ze
haar mantel af en legde haai* pakjes
neer. Kijk eens, Lena, hier heb ik
wat gelei voor Richard gekocht, daar
zijn wat sinaasappelen, en voor jou
nog wat kerstkoek. Och, arm kind, je
hebt heelemaal geen kerstmis gehad,
zuchtte ze plotseling. En hier ze
hield haar dochter aarzelend een in
gepakte1 flesch voor hier is die oude
wijn, die de goede Frits voor mij ge
stuurd heeft, om weer wat aan te ster
ken. Neem die ook maar 1
Neen moederLena kruiste de
armen over de bonst. Dien kan ik
niet aannemen. Het is erg lief van u
dat u hem mij wilt geven, en
neen, ik kan het n'iet aannemen, zei
ze plotseling. Hij heeft mij liefdeloos
van zich gestooten, hij heeft zich niet
meer om mij bekommerd, ik wil zijn
wijn niet. Doe hem weg, moeder, ik
kan hem niet zien
Mevrouw Langen zuchtte twee maal
en heel diepmet erg teleurgesteld
gezicht verborg ze de flesch onder haar
mantel.
Och, dat je nog altijd zoo haat
dragend bentje moest Frits' brieven
eens lezen
Ik wil ze niet l'ezen
Je moest eens weten, hoe goed en
liefdevol hij schrijft. Aan het einde
van eiken brief vraagt hij naar jou, je
kan zijn belangstelling in je en zijn
verdriet om je, er in lezern Nooit
maakt hij me er een verwijt van, dat
ik op jelui hand blijf. Hij is een ge
voelig mensch, zoo goed, zoo goed, 0
zoo goed. Als ik bedenk, hoe jelui
vroeger met elkaar waart, en hoe alles
bedorven is door dat ongelukkige hu
welijk Ik kan geen uur meer vroo-
lijk zijn, ik kan niet gerust meer ster
ven, als ik-jelui beiden niet verzóend
weet. Hoe anders zou je het nu toch
kunhen hebben. Het is toch al te
treurig
Lena keek haar moeder strak aan.
Moeder, u doet me verdriet
„Ach, mijn arm, arm kind, neen,
•dat wil i:k zeker n'iet. Mevrouw Lan
gen sloeg heelemaal om de stem van
haar dochter sneed haai* door de ziel.
Och, mijn kind, wat slecht van mij I
Neen, ik wil je kruis waarachtig niet
nog moeielijker te dragen maken
Mijn lieve, lieve Lena, ik bewonder
je toch al, hoe je je in deze dagen van
beproeving staande houdt. Hoe gaat
liet nu met. Richard, vandaag. Wat
doet hij Kan ik bij hem gaan
Nu niet moeder, hij slaapt en
hoor, hij roept I
Ze vloog weg, de huiskamer in. Door
die deur, die aanstond, hoorde me
vrouw Langen de stem van den pa-
tieDt.
Hij was uit zijn humeur, zijn vroo-
lijk stemgeluid had een nijdigen klank.
Wie is daar? Ik heb wel hooren
hellen. Jelui maakte zoo'n leven hier
naast. Ik droomde net zoo heerlijk,
och. zoo heerlijkWeet je Lena, die
heerlijke melodie tfit Jessonda hoe
is het ook weer
Bald bin ich ein Geist geworden.
Mevrouw Langen hield den adem in,
zij luisterde. Haar dochter zei iets,
maar ze kon haar gefluister niet ver
staan. Tranen kwamen- haar in de
oogen wat moest dat arme kind lij
den Ook al zou de genezing zonder
twijfel binnenkort intreden, haar
schoonzoon had haai* gister nog ver
teld, dat de dokter dat gezegd had
dan was het toch nog een moeielijke,
vreeselijk moeielijke tijd En dat zoo
midden in den winter
De stem van den zieke in de andere
kamer klonk weer. Ik zeg je, ze zon
gen heerlijk. En toen zei een engel
tegen me'Dass du so krank gewe-
sen. wer hat es denn gemacht?1 Ik
begrijp niet, waarom je dat lied nooit
meer zingt, Lena., je weet toch, dat 't
mijn lievelingslied is. Hij sprak boos.
Dat is toch geen offer, dat ik van
je vraag Je kon het nu wel even voor
me zingen.
Neen, mu niet, Richard, smeekte
de stem der jonge vrouw ©enigszins
bevend. Moeder is er. Later, van
avond, als je wilt.
O, is moader daar
Vindt je het niet prettig, wil je
haar liever n'iet zien
Voor mijn part, zei hij lang uit
gehaald en moe, het is toch weer eens
een afwisseling. Zoo lang zal ze toch
niet blijven ik heb iets te doen. Zorg.
dat je pen en inkt bij de hand hebt.
Vandaag ben ik in de goeie stemming
om mijn boek over Schumann te be
ginnen. Mijn droom zal ik als inlei
ding gebruiken. Die stem klonk zoo
zoet, ik hoor ze nog steeds, dass du
so krank geworden, wer hat es denn
ge Een hevige hoestbui belette hem
om verder te spreken.
Lena kwam de slaapkamer weer
binnen.
Als u nu wilt komen, moeder
Mevrouw Langen liep op haar tee-
nen. Hoe gaat er mee, Richard?
zei ze op verdriet->schorren toon.
U hoeft niet zoo zachtjes te lo'o-
pen, zeide hij. U doet. alsof 'ik op
sterven lig. Dat moet u niet doen, ik
moet vroolijke gezichten om mij heen
zien.
Och, het gaat nog al, zei hij
verder, toen zijn moeder een gedwon
gen vroolijk gezicht zette en nog eens
vroeg, hoe hij het maakte. Je moet
niet altijd zoo den zieke spelen, dat
brengt je heelemaal er onder. Daar
heb ik geen tijd voor, ik heb veel te
veel te doen. Neem me niet kwalijk,
moeder, dat ik in d'it toilet ben, hij
wees op zijn kale jas. Mijn goeie wou
ik graag een beetje netjes houden.
Met he.t voorjaar, als het weer lang
licht is. en ik door mijn schilderij vi
sites in mijn atelier krijg, moet ik er
toch fatsoenlijk uitzien. Niet waar?
Jij zegt zoo niets, Lena, wendde hij
zich tot zijn vrouw. Vindt jij het niet
zoo? Waarom zeg je niets?
Ze knikte zenuwachtig. Jawel,
jawel 1
Hij keek haar strak aan.
Je moest altijd lachen, Lena, dan
zie je er veel aardiger uit. Die kuil
tjes in je wangen zijn het mooist©,
wat je hebt Hij draaide zich naar
zijn schoonmoeder.
Vindt u niet, ma, dat Lena er te
genwoordig altijd zoo bleek en ver
moeid uitziet? Ik weet.niet waarvan
ze heeft toch geen vermoeiend' leven.
Ik heb al eens gedacht als ik in April
of Mei zoo ver met mijn werk ben op
geschoten, ga 'ik met haar naar Luga
no of Como. Daar ben ik vroeger nog
e&ns geweest, het is er heerlijk, een
paradijsdaar zal het je best beval
len. Niet waar, Lena? Dat vindt je
toch wel prettig, hè? Hij stak haar
zijn hand toe.
Mevrouw Langen verwonderde zich
in stilte over haar dochter, dat niet
een blij der rood haar wangen tintte.
O ja, zei Lena kort. Maar ze liet
haar hand in die van haar man ha
re vingers omklemden zijn koude, was-
bleeke hand, als Wilden zij ze vast
houden.
Lach nu, Lena, lach nuik wil
weer eens die kuiltjes zien 1
En Lena lachte.