aieisial met mKumming is In hooger ne-
roep gegaan tegen dat vonnis.
Woensdag avond hield de
af deeling Haarlem van liet N. O. G.
sene vergadering in liet Nutsgebouw.
Vot bestuurslid werd gekozen de heer
fh. Sorgdrager, die de benoeming in
oedenlcing houdt. Voor de verkiezing
van twee afgevaardigden naar de Alg.
Verg. werden gekozen de heeren G.
Sorners en J. Mulder, tot plaatsvervan
gers die heeren J. Brandesburg en J.
W. 11. Habermehl.
Hierna vangt do heer Sorgdrager
zijne bespreking aan van de electrische
en het electrisch licht in onze gemeen
te. De heer S. zeg,!, dat hij zal geven
eenvoudige begrippen van electriciteit.
daarna do electriciteit als beweeg
kracht zal behandelen en ten slotte- iets
over 't electrisch licht.
Spreker vangt aan met de beschou
wing van den magneet en zijn polen
en de richting van de vrij draaiende
horizontaal opgehangen magneet en
de werking van magneten onderling.
Een stuk week ijzer kan tijdelijk een
magneet zijn, als zij bij eon magneet
gehouden wordt. Het kan ook op an
dere wijze in een magneet veranderd
worden. Hiertoe is noodig een elec
trische stroom. Spreker wijdt over de
'opwekking van stroom niet nader uit.
Een draad, waarvan do einden aan
een clectriciteitsbron verbonden zijn,
heeft wonderlijke eigenschappen. Zij
doet bijv. een magneetnaald uit haar
stand wijken, als ze er bij gehouden
wordt. Deze afwijking is niet altijd
dezelfde. Men spreekt, met het oog
daarop, van een electrischen stroom,
en schrijft daaraan ook een richting
toe, en noemt de richting, waarin de
noordpool afwijkt, links t. o. v. den
stroom. De richting van den stroom
volgt daaruit gemakkelijk. Een stuk
ijzer, waarom een geïsoleerde draad
geleiding gewikkeld! is. wordt een mag.
neet, zoolang er stroom door den
draad gaat. De richting van den
stroom heeft invloed op d'e plaats van
poord- en zuidpool. Zulk een magneet
boot een electromagneet.
Op de werking van deze magneten
zijn de electr. motoren gebaseerd».
Wordt tusschen de polen van een
electr. hoefmagneet een beweeglijke
electr. magneet geplaatst, dan zal als
jie stroom door den draad gaat. de
buitenste vaststaande de binnenste
con bepaalden stand doen aannemen.
Wordt nu op dit oogenblik door eene
door don bowegenden magneet mede
verplaatste toestel de richting van den
stroom in de binnenste klos omge
keerd, dan worden de polen van den
binnensten magneet omgekeerd en zal
hij zich opnieuw verplaatsen. Zoo kan
hij in een voortdurende draaiende be
weging geraken. Dit draaiende deel
noemt men het anker. Het toestel, die
in deu binnensten magneet den stroom
doet keeren, heet stroomwisselaar of
commutator.
Met behulp van dezen draaienden
magneet kunnen allerlei werktuigen
in beweging gebracht worden en zoo
wordt ook de electrische tram voortge
dreven.
De stroom wordt aan eiken motor,
die in een rijtuig aanwezig is, toege
voerd langs de in de straten opgehan.
f en luch Heldingen en de in de straten
iggende rails. Wordt de stroom ver
hinderd in zijn baan, door dat de ge
leidende boog niet meer raakt aan de
gelciddraad of raakt de tram uit de
rails, dan houdt de werking op. Bo
vendien kan in eiken wagen de
stroomloop afgebroken worden of een
hinderpaal in den stroom gevoegd
worden, waardoor de beweging geheel
of ton deele ophoudt.
Overgaande tot de bespreking van
het electrisch licht, wijst spreker erop,
dat de voorgaande werkingen buiten
•Jen draad plaats hadden. Ook in den
draad heeft een werking plaats. Door
Jen elecirischen stroom wordt in den
geleiödraad steeds warmte ontwik
keld. Meestal is zo gering of wordt
ze direct door geleiding of straling
aan den draad onttrokken.
Is de draad dun en niet in de gele
genheid de warmto gemakkelijk te
Verliezen, dan kan ze gaan gloeien en
zelfs verbranden. Zoo kan. op groo.
ten afstand brand gesticht, worden en
ook berust hierop het bekende electr.
Joeilampje, Hierin is een draad van
„ooi in een luchtledige ruimte geplaatst
waardoor zo wel kan gloeien maar
niet verbranden.
Bij de booglamp wordt licht, gege
ven, doordat twee stukken kool met
elkaar in aanraking gebracht worden,
waardoor de plaatsen van aanraking
beginnen te gloeien. Ze verbranden
daarbij en raken elkaar niet meer.
maar de stroom blijft, als de afstand
slechts klein blijft, toch doorgaan en
de gloeiende uiteinden blijven gloeien,
terwijl ei* in do ruimte tusschen de
spitsen een sterke vlam blijft bestaan.
Dc afstand der koolspitsen wordt
hierbij geregeld door ec-n mechanis
me. dat in de lamp aanwezig is.
De nieuwste booglamp heeft kool.
die minder scheikundig werkende
lichtstralen uitstraalt, waardoor ze
minder onaangenaam voor het oog
wordt, terwijl de nieuwste gloeilamp
kg:
een draaa neeft uit onbrandbare stof.
die meer licht uitstraalt dan kool, en
niet in een luchtledige ruimte behoeft
te worden opgesloten.
De belangwekkende recle werd toe
gelicht door proeven, waarbij de he
isproken verschijnselen werden ver
toond en waarbij door teekeningen en
modellen da inrichting van motoren
en een tram met bovengrondsche ge
leiding, van gloei- en booglamp enz.
werd verduidelijkt.
Met applaus dankle men den spre
ker voor het gehoorde.
Uit de Omstreken.
Bennebroek.
Omtrent de plechtige installatie van
den nieuwbenoemde» Burgemeester Mr.
B. J. D. Zubli, zij nog het volgende ge
meld:
Op den grens der gemeente hadden
zich 4 meisjes van de verschillende scho
len opgesteld, om bij het overschrijden
daarvan Mevrouw Zubli namens den
Raad een bloemstuk aan te bieden, het
welk geschiedde door de jongejuffrouw
Janna Wentholt; de namen der andere
waren Lientje van Es, Maria van der
Vossen en Catharina van der Aar. Daar
na werd naar het Raadhuis gereden.
Nadat de heer Wentholt zijn in ons vo
rig nummer medegedeelde rede had ge
houden, nam Mr. Zubli het woord en
sprak ongeveer als volgt:
Mijn welgemeende dank moet ik uit
spreken voor de welwillende woorden
tot mij gericht. Op dit oogenblik gevoel
ik geheel de verantwoordelijkheid, welke
ds gewichtige betrekking van burgemees
ter medebrengt. Het zal mijn ernstig
streven zijn steeds de belangen van Ben
nebroek te dienen. In de vorige verga
dering is gezegd, dat het voor den nieu
wen burgemeester zeer moeilijk zal zijn
den afgetredenen te vervangen; met Gods
hulp hoop ik de voetstappen van mijn
voorganger te drukken. Ik zal niet trach
ten een vriend te worden van allen, po
pulair te zijn is niet mijn streven; doch
van allen en voor allen zal ik zijn een
burgemeester. Allen bedank ik voor de
bloemen bij mijn intrede aan mijne echt-
genoote geschonken. Als ik plannen heb
voor de toekomst, dan richt ik in de
allereerste plaats het oog op Hem, van
wien alle wijsheid komt en van wien
alle dingen zijn, en daarna vertrouw ik
op de medewerking van den Raad. Een
ieders inzichten zal ik eerbiedigen en tot
den bloei der gemeente medewerken.
Hoewel ik nog niet allen persoonlijk
ken, wil ik toch tot enkele leden een
woord spreken, en wel een woord van
deelneming tot den heer Wentholt, we
gens het voor eenige dagen plaats ge
had hebbend sterfgeval in zijn familie,
en een woord van dank tot den wethou
der van der Vossen, voor hetgeen hij als
waarnemend burgemeester gedaan heeft.
Ten slotte betuigde spr. zijn blijdschap
over het herstel van het Hoofd van den
Staat. (Applaus).
Daarna werd overgegaan tot benoe
ming van een ambtenaar van den Bur
gerlijken Stand.
Met algemeene stemmen werd de heer
Zubli daartoe benoemd, waarna de ver
gadering werd gesloten, met een woord
van dank aan alle aanwezigen.
Na sluiting der vergadering werd de
eerewijn aangeboden.
De vergadering werd o. m. bijgewoond
door Mevrouw Zubli, door den am
bachtsheer den heer Willink, en door
den predikant den heer Gerth van Wijck.
Binnenland,
Parlementaire Praatjes.
De beide Kamers der Staten-Gene-
raal waren gisteren den ganschen
dag bijeen en er zijn aan beide zijden
van het Binnenhof dus ettelijke ko
lommen van de Handelingen volge
praat.
Dit verplicht ons tot kortheid. In
de Eerste Kamer waren allereerst de
militaire pen'sioen- en bevorderings-
wetten aan de orde. En tegen de
grondslagen daarvan bestond bij die
Kamer allerminst bezwaar. Integen
deel, de sprekers erkenden, dat deze
wetten aanzienlijke verbeteringen in
hielden. De aanmerkingen van de
heeren van Alphen, van Boneval Fau-
re, en van Asch van Wijck waren dan
ook op <dte détails van enkele der wets
ontwerpen gericht. Zij werden door
de beide militaire ministers beant
woord). Alleen de heer Hovy bracht
een principieele zaak ter sprake, de
bestrijding van het duel. Hij zou uit
daging en duel met schorsnig van pro
motie gestraft hebben willen zien. Zoo
ver ging die minister niet. Diens ant
woord was echter een beetje ontwij
kend. Weigering om te veenten kon
z.i. nooit leiden tot het terechtstaan
voor een raad van eer. Maar voor het
overige hield de minister zich wel een
weinig alsof het ook door hem veroor
deelde duel bij onze officieren niet
voorkwam.
Werden dleze 4 wetten zonder stem
ming goedgekeurd, niet alzoo de wet
van dien heer Lobman, betreffende de
niet-oproeping der lichtingen 1895 en
1S9G. Hiertegen traden de heeren
Godin de Beaufort. Hovy en van der
Biesen in liet veld. De eerste zou te
genstemmen, omdat hij nóch rechts-,
nóch billijkiieidsgronden zag; de 2de
stelde zich op het ideale standpunt,
dat men zjch niet aan een plicht moet
onttrekken, maar zou ton slotte niet
tegenstemmen; en idle derde, die in 't
algemeen niet aan de wet wilde zien
getornd, meende, dat door het voor
stcl-Lohman c.s. peT slot van reke
ning 's lands belang niet zoo heel ern
stig werd geschaad.
De heer Lohman, in de Eerste Ka
nier aanwezig ter verdediging van dit
voorstel, beriep zich enkel op da gron
den van billijkheid ook in dc andere
Kamen- door hem aangevoerd en be
toogde dat hij allerminst voor de agi
tatie was gezwicht, wèl in zijn zijn sys
teem was versterkt door den twijfel
van bekwame rechtsgeleerden aan de
rechtsgeldigheid der oproeping.
Het ontwerp werd nadat de Min.
van oorlog ook thans verklaard had,
zich van advies te moeten onthouden
aangenomen met 29 tegen 5 stem
men.
De Eerste Kamer is nu tot 16 dezer
uiteengegaan, komt dan voor een
paar dagen weder en zal dan opnieuw
in de laatste dagen der maand terug
komen, alvorens zomar-vacantie te
nemen.
De Tweede Kamer begon met een
interpellatie van den heer Melchers
over de uitzetting van Hollanders uit
Pruisen. De feiten waren de volgen
de:
Den 7en Mei ontvingen twee werk
lieden te Itheine, Broen en Hajé, me-
dedeeling, dat zij met e.en aangewe
zen trein den 9eu Mei het Pruisisch
gebied moesten verlaten, onder betlre,-
ging anders met hun gezinnen uitge
zet te worden. De aankondiging
kwam even onverwacht, met één dag
tusschenruimte (den 8en Mei was He-
melvaaartsdag) als ongelegen; zij
j konden in 12 uren niet alles in orde
brengen; een der uitgezetten, Hajce,
vroeg uitstel, wat hem alleen voor de
vrouw werd toegestaan, mits hij ge
noeg huisraad achterliet voor haar
onderhoud. De man weigerde dit. De
beide mannen gingen heen. Spreker
geeft een schet svan het werkzaam en
ordelijk leven dezer heide mannen,
die niet aan politiek deden. Beiden
hadden gunstige getuigschriften, wa
ren geheel-onthouders en hadden
nooit eenige aanleiding gegeven om
als lastige vreemdelingen te worden
beschouwd. Zij stonden niet op de.
lijst der voor uitwijzing in aanmer
king komende vreemdelingen. Toch
worden zij als zoodanig uitgewezen.
Waarom? Zij hadden blijkbaar door
een schrijven in „Recht door Zee" te
gen de aanvraag van onderkruipers
door de firma Van Heek te Enschede
zich de uitwijzing op den hals ge
haald. Blijkbaar heeft do firma Van
Heek invloed op de Pruisische regee
ring uitgeoefend om de uitzetting te
bewerken.
Dit thema nader uitgewerkt, hebben
de, betoogde de spr. dat de menschen
schade hadden geleden, vroeg wat der
Reg. van de zaak bekend was, of zij
schadevergoeding had gevraagd, en
zoo neen, wat zij voornemens was te
doen.
De Minister van Buiten] andsche Za
ken hoorde voor het eerst van de
zaak; hij had er geen klacht over ont
vangen en dus ook geen inlichtingen
gevraagd. Maar thans had hij, hoe
wel erkennende het recht der Pruisi
sche regeering op volkenmchtcrlijke
gronden, den gezant te Berlijn inlich
tingen gevraagd. Wat hij op grond
daarvan kon doen, was niet vooraf
tc zeggen.
Do heer Melchers, door dit antwoord
teleurgesteld, stelde nu voor de inter
pellatie te schorsen.
Daartoe besloten zijnde, kwam In
behandeling d'e conclusie op een adres
van de heeren Mounier c.s., die aan
vankelijk deel uitmaakten van een
consortium voor een drinkwaterlei
ding te Soerabaja, daarvoor kosten
hadden gemaakt, maar die, nu de
Staal ó'e leiding zelf maakte, restitutie
daarvan verzochten. De conclusie der
Commissie luidde om da kosten van
het plan der leiding te restitueeren,
als een daad van billijkheid. Noch de
Min. van koloniën Grémer, noch zijn
opvolger konldlen zich daarmede ver
eenigen; beiden ontkenden eenig recht
op schadevergoeding en waarschuw
den tegen het precedent De heeren
Fokker, Mees en Hordijk spraken vóór
de conclusie, die met 38 tegen 29 stem
men werd aangenomen.
De Kamer behandelde daarna nog
een groot deel van het ontwerp hou
dende machtiging tot het sluiten eener
overeenkomst voor het onderhouden
van een geregelden stoomvaartdienst
tusschen Java, China en Japan. En
kele wijzigingen werden er in ge
bracht. Zoo is ondier de aanleghavens
Sjanghai opgenomen, behoudens het
recht van den Gouv.-Gen. om daarvan
ontheffing te verleenen. Zoo is be
paald, dat. als gezagvoerdesr, stuur
lieden en machinisten ook leden van
de inlandsche bevolking kunnen be-
hooren, behalve Nederlanders. En
eveneens is beslist, d'at te Hongkong
de vertegenwoordiger een Nederlan
der moet zijn.
Heden voortzetting.
Dinsdag eindstemming over de
Mil. straf- en tuchtwetten.
G. Jr.
H. M. de Koningin.
Maandag zal dr. Roessingh uit 's-Gra-
venhage weer een bezoek brengen op
Het Loo. De hofarts Pot bezoekt thans
alleen 's morgens en 's avonds H. M.
Aead, Examens.
Leiden Geslaagd is voor het can-
didaats-examen in de Godgeleerdheid
2de gedeelte, de heer M. A. G. Vorst
man.
Utrech tTh eer. apoth. ex. de heer
J. C. Eisma.
Groningen Geslaagd voor het 1ste
gedeelte van het arts-examen de heer
J. H. A. T. Treslingbevorderd tot
arts de heer A. E. Sissingh, cand. arts
geb. te Groningen.
I\ed. Journalistenkring.
Door de Britsche autoriteiten is één
plaats in de Westminster Abdij beschik
baar gesteld voor een Nederlandschen
journalist, ter gelegenheid van de kro
ning van Koning Edward VII.
Die vertegenwooidiger van de Neder-
landsche pers moet het bestuur van den
„Ned. Journalistenkring" worden voor
gedragen aan onzen gezant te Londen.
De redacties der bladen, die voor deze
vertegenwoordiging in aanmerking wen-
sehan te komen, worden uïtgenoodïgd,
daarvan mededeeling te doen aan den
secretaris van den Kring, C. K. Elout.
Badhuisweg 24a (Witte Brug) te 's-Gra-
venhage, met volledige vermelding van
naam en woonplaats van den door hem
te zenden verslaggever, uiterlijk Maan
dag 9 Juni.
Komngiïi-Mocaer gezonden, evenzeer
een teïegrafischsn groet aan de Zwit
serse he Vrouwen.vereenigi.iig, te Bern
in vergadering bijeen.
Uit de verslagen van secretaresse en
pennïngmeesteresse blijkt dlat de Bondl
in bloei vooruitgaat maar steeds be
hoefte blijft toonen aan die middelen
om haar jaarlijks aangroei en den. ar
beid! to vervullen.
In de namiddag-vergadering werden
brievan voorgelezen over het werk in
Oost-Indië en in Curagao. Mevr. Klerck
deed mededeeling van een adires van
het Prot. Kerkbestuur in Indië om
den steun der kerken te vragen in 't
belang der openbare zedelijkheid. Het
gaat uit van de Vereeniging tot be
vordering dier zedelijkheid in de Ned.
overzccsche bezittingen.
Mevr. Engelberts geb. Quarles van
Ufford. lid van bet hoofdbestuur, leïdi-
de het vereenigingsleven, dL w. z. het
nut van den Bond is. Levensvoorwaar
de van een bondi is medewerking van
alle leden, speciaal geregeld! samenko
men van de led'en van iedere afd'eeling
om plaatselijke belangen te bespreken
en het hoofdbestuur van advies te dlie-
nen
Nadat dit referaat nog aanleiding
tot eenige bespreking had! gegeven.,
werden de afgevaardigden in de gela
gen li eidl gesteld mededeeling van haar
werk te doen.
Rotterdam's scheepvaart..
In Mei kwamen den nieuwen Water
weg binnen 566 schepen, metende.
537.571 netto rcg. ton, waarvan 13 zeil
schepen met 7857 netto rag. ton en 9
zeelichters, met 5874 netto reg. ton.
Voor Rotterdam waren hiervan be
stemd 558 schepen, met 532,663 netto
reg. ton. In Mei 1901 kwamen den
Nieuwen Waterweg binnen 646 sche
pen. metende 576.441 nrito reg. ton.
waarvan 21 z-eilsch. met 11543 netto reg.
ton en 6 zeelichters met 3888 net
to reg. ton. Voor Rotterdam waren
hiervan bestemd 634 schepen, met.
570.256 netto reg. ton. Sedert 1 Jan.
van dit jaar waren voor den Nieuwen
Waterweg bestemd 253G schepen, me
tende 2,332,275 neilo ree. ton tegen
2808 schepen, metende 2.530.335 netto
reg. ton in de 5 maanden van 1901.
Alzoo voor den Nieuwen Waterweg
een vermindering van 272 schepen en
198.040 netto reg. ton, en voor Rotter
dam eene vermindering van 263 sche.
pen en 191264 netto reg. ton.
President Kroger.
In strijd met een bericht in een bui
tenlandse!). blad, dat President Kruger
te Utrecht wegens een vrij ernstige on.
gesteldheid het bed moest houden
vernemen wij van betrouwbare zijde,
dat de President een goede gezondheid
geniet.
Vrouwenbond.
De Nederland scha Vrouwenbond tot
verhooging van het Zedelijk Bewust
zijn hield te Harderwijk zijn achttien
de jaarvergadering, bijgewoond door
afgevaardigden uit 16 plaatsen. Op
voorstel van de presidente werden tele
grammen van buide en gelukwensch
aan II. II. M. M. de Koningin en de
De Deputatie.
De „Daily Mail" klaagde er Woens
dag over, dat de censuur rustig heer-
schen blijft, al is de oorlog gedaan.
Dat is wel merkbaar, want de deputa
tie uit die Z.-A. republieken heeft zoo
min als president Kruger en dr.
Leyds nog iets van haar regeeringen
over dm vrede gehoord.
De Engelsche regeering belet nog aL
tijd. dat d'e (gewezen) regeeringen der
republieken hun vertegenwoordigers
in Europa van d'e gebeurtenissen ken
nis geven, al wc-et nu de geheel e we
reld. dat alleen cïoor het verbod! van
Engeland dleze mannen hier buiten
den gang van zaken worden gehou-
diem
De voorstelling, op weinig waardige
wijze ijverig door de Engelsche regee
ring gepropageerd, dat- deze mannen
hier alle vertrouwen en invloed bij
die ginds verloren hebben, is onhoud
baar gebleken, omdat de president nog
telkens rapporten van zijn. regeering
en van dio commandanten te velde
kree-- en ook dir. Leyds en do deputa
tie gedurig van die zijde inlichtingen
en mededeelingan. ontvingen.
Het is om haar figuur te redden ge
weest .d'at dc Engelsche regeering ge
weigerd! heeft tijdens de onderhande
lingen den telegraafkabel ter beschik
king van dc Boeren hier en ginds te
stellen ,al heeft zij waarschijnlijk ook
gevreesd', d'at. d'e onderhandelaars uit
Europa goeden raad konden krijgen.
Het smadelijke telegram, d'at Reu
ter Woensdag uit Londen overgeseind
heeft en er als een officieus© mededee
ling uitziet, is niet verwonderlijk na
al den hoon, dien Engelsche ministers
over dc deputatie uitgestort hebben.
Dat Engeland' geen gedelegeerden, er
kent. is een fraze. De leden dor do-
puf ut ie waren afgevaardigden van de
negeeringen van die republiekenDaar
aan verandert Engelands erkenning of
niet.-erkenn.ing niets. En zij houden op
ge-delegeerdien te zijn. waar hun regen,
ringen ophoudlen te bestaan.
Het zijn nu ambtelooze burgers, en
hebben zij Engelands verlof noodig
om terug te keeren, naar hun land,
dan zullen zij dienken wij, om dat ver
lof vragen. Ons dunkt, dat die tijd om
deze mannen, die hun plicht gedaan
hebben, te beleedigen nu minder ge
schikt is dan ooit..
BINNENLAND.
Het volgendie voorstel is dooi' dir. A
Borgman aa.n die arbeiders te Ensche
dé voorgelegd!.
Stakers en uitgesloten en van de fir.
ma Van Heek en Co. en van de firma
G. J. van Heek Zn. wenschen den
arbeid in verschillende fabrieken van
genoemde firma's t© hervatten volgens
het -door deze firma's bepaajde loons-
tarief, indien door deze firma's worden
aangenomen dé twee volgende voor
waarden: dat zij hare arbeiders en ar
beidsters binnen, dén korst mogelijker
tijd zooveel doenlijk weer aan den ar
beidJ plaatst; dat de firma's alle arbei
ders en arbeidsters weer aannemen,
indien dit volgens de firma's doenlijfc
is. doch mocht dit niet kunnen, dal
dan niet meer dan drie personen won
den uitgesloten. De arbeiders namen
nog geen beslissing.
De vorige maand! overtrof het bij da
postspaarbank te Enschedé er, de daar
onder nessorteerondle hulpkantoren te
ruggehaalde bedrag wederom f 9371.55
den inleg.
Naar aanleiding van deze cijfers en
die der vorige maand1, benevens tenge
volge van de bomer lang, dat elk jaar-
in het voorjaar wel mieer zal worden
gehaald dan gebracht met het oog op
die betaling van pacht, rente van liy.
potheken enz., en daarom deze gevallet
niet Ln d'e eerste plaats zijn te beschou
wen als in verband staande met de
werkstaking, geven wij de cijfers over
drie achtereenvolgende jaren:
a Higelegd, Teruggehaald.
April 1900 16,502.02 15,930.52
April 901 17,500.75 14,860.16
April 1902 18,365.93 24,315.91
Mei 1900 23.920.17 20,910 51
Mei 1091 27,587.35 21,332.30
Mei 1902 19,962.58 29,334.13
BUITENLAND.
De mijnwerkstaking in Pennsylva
nië neemt steeds grooter uitbreiding
aan. De maatschappijen moeten ei
op bedacht zijn haar bezittingen te
gen de vijandige stakers te bescher
men. Zij hebben derhalve 4000 gewa
pende mannen in dienst genomen en
lieten bovendien d'e toegangen tot de
mijnen door ijzerdraadversperringen
afsluiten, waar een electrische stroom
door werd gevoerd, genoeg om een
mensch te dooden. Dan worden nog
gepantserde treinen in gereedheid! ge
houden.
Flauwe grappenmakers.
In den nacht na den Kaatsbondwed-
strijd te Wommels (Fr), had te Wes
tergo het volgende plaats
Een ingezetene werd uit het bed ge
klopt met de boodschap, dat de pasto
rie der gereformeerde gemeente in
brand stond. Geheel onthutst stond
die man op. begaf zich naar buiten
maar zag geen brand. Een ander in
woner werd opgeklopt met de tijding,
dat zijn schoonzoon plotseling hevigen
niin had gekregen. Met den meesten
spoed begaf do schoonvader zich der
waarts en vond alles in diepe rust.
Een melkrijder, die voor een boe-ruit
het naburig d'orp Osterend de melk
aan de fabriek t© Wommels bezorgt
werd gewekt met de mededeeling. dat
dio hoer was overleden, en dat hij
direct, moest komen, om het lijk te
bekleedcn. Een kruidenier word opge
klopt met de boodschap, dat hij den
volgenden morgen tien pond meel naa.r
een boer, die op ruim een kwartier
afstands van Wommels woont, moest
brengen. Toen hij smorgens rnet. liet
meel bij den boer kwam, deelde deze
hem mede, dat hij geen bestelling ge
daan had. Ilefc is aan de politie ge
lukt, d? flauwe grappenmakers op te
sporen en tegen hen ïs proces-verbaal
ongemaakt
Uit de Arbeiderswereid
Leger en Vloot.
De minister van marine brengt tei
kennis van belanghebbenden, dat
krachtens Kon. besl. van 18 Maart 1902
no. 34 in dit jaar zes jongelingen bit
de opleiding vgn adspirant-administra-
teurs bij de Koninklijke Nederlandsche
zeemacht kunnen worden geplaatst.
Voor bijzonderheden zie men de Sta
Ct. No. 130.
Rechtzaken.
Effecten-verduistering.
Max Stern, de commissionair in -ef.
fecten, wien verduistering van ef fee jen
ten nadeele van dis- Gezelle Meerberg
en dr. Holleman te Watergraafsmeet
was ton laste gelegd, i-s door d-e- Am-;
sterdamsche rechtbank veroordeeld tot
2 jan-en gevangenisstraf.
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Reaactie wh niet aansprakeli jk.
Van ingezonden stukken, geplaatst o
niet geplaatst, viordt de kopy
den inzender niet leruggege ven.
Militairen, Politic, Brandweer.
Wat hebben wij tegenwoordig het
meeste noodig? Brandweer gelukkig
bijna niet. Politie is blijkbaar te
zwak om Haarlem „veilig" te krijgen,
dus onze hoop is de militairen
mach tl, welnu, laat er dan stemmen
op gaan om hulp, wanneer er in op
roerige tijden hulp van militairen ge
vraagd wordt, is dat a 11 ij d verleend
en „Moord en inbraak" is nog wel zóc
ernstig als een gewoon op roert je
Het zoude de welvaart van Haarlem
belemmeren, wanneer men hoort ir
Haarlem, doen ze niets dan inbreker
en moorden, want men overdrijft gaarne
maar tó'cbmen zoude zich bedenken
alvorens men in Haarlem kwam wonen
Steller dezes weet niet hoeveel sol
daten, hoeveel huza ren, hoe
veel paarden er 's nachts niets
doen, maar hij is van meening, da*
d i e overdag kunnen slapen en Haar.
lem's burgers rustige nachten kunnen
schenken, 't Is misschien beneden det
rang van het militairisme, maar wa«
nood!, waar hulp noodig is moet die
verleend worden, door wie dan ook.
EEN MENSCHENVRIEND.
Haarlem, 4 Juni 1902.
stoel heen en weer, hij knipte -en draai
de met zijn oogen. of er in hun mooi.
helder blauw iets pijnlijks was ver
dwaald geraakt. Pardon, beste oom,
zei hij, en legde zijn goedverzorgde
hand met die netjes gepolijste nagels
ze was blank en week als een vrouwe-
hand op die mouw van zijn rok. Sta
mij als dokter ook een woord' toe!
Mijn best© schoonzusje heeft tot dusver
zooveel flinkheid en wearstandsvcrmo
gen aan den dag gelegd, dal ik vast
overtuigd ben. dlat zij zicli voortaan te
gen haar tank opgewassen zal toornen;
Ik
Karei/laat ons nu maar
Ditmaal lette hij in 't geheel niet op
zijn vrouw; onverstoorbaar ging hij
verder, zijn glanzenden baard stree-
tend. Als dokter mag ik in géén ge
val toestaan, dat oen vrouw in dezen
tijd van het jaar, bij zulk een veran
dering ook nof volkomen haar gewone
leefwijze wijzigt. Ze moet onvoor
waardelijk onder de oude omstandig-
aedon blijven, elke verandlerLng moet
zoo ver mogelijk van haar gehouden
worden; dat is do eerste eisch. Ze moet
lïier blijven, leven, zoo als ze will
Een „Ah!" van uitkomst wou over
Lena's lippen dringen; haar kramp
achtig in elkaar geknelde handle®, ont
handen zich1 en dankbaar zag zij Al-
lensteim aan.
Haar oom was van ziin stuk ge
bracht. Nou dan werkelijk, als je
denkt jammer, jammer! Wat denk
jij er varu Suzanna? In spanning keek
hij zijn nicht aan.
Ik dlenk heel maal niets. Mevrouw
Allenstein haalde de schouders op.
Nou idlan niet Oom Herman
sprak met een langen uithaal, men
kon het hem aanzien, hoe moeilijk het
hem viel, zijn plan op te geven. Maar
dat zeg ik je, miet het lessen geven en
d'at afjakkeren is het niets gedaan! Jij
krijgt alle maanden een vaste som;
och, wat heeft zoo'n vrouw alleen
eigenlijk noodig?! Richard zal zich niet
in zijn graf omdraaien en zeggen, dat
de familie zijn weduwe in den steek
laat. Nee! Daar zal ik wel voor oppas
sen. En of ze nou hier Berlijn woont
of op AJthöfchen dat »s mijn zaak.
Je kunt elke week je verse he eitjes
krijgen, nicht, en roomboter; Berlijn
is het eind van de wereld niet. Ik zorg
voor alles, punctum!
Onwillekeurig gleed! er een huive
ring over Lena's rug. ze wilde opsprin
gen, die vuisten hallen en gillend
schreeuwen: Hou jelui je weldaden
maar voor je, ik heb ze niet noodig!
Als door een dikken, ondoordringba-
ren muur hoorde ze een stem dof klin
ken: „Dasz du so krank geworden
en dan. nog doffer en zwakker: „Sie
lassen micli nicht ruhn
De jonge vrouw kwam in opstand!
Jelui hebben ons nooit met rust gela
ten ,ons beiden; laat nu tenminste mij
imet rust!
Had ze het geschreeuwd'? Neton!
Haar lippen preste ze stevig op elkaar.
Zij boog het, hoofd, diep, als een wee
moedige bloem; een stem sprak in
haar: Om der wille van hot- kind!
En nu bespraken ze nog veel din
gen.
Oom Herman kon het niet laten,
oven- den jongen te fanlaseeren; hij
was in een. erg weeke stemming. Bo
vendien sprak hij opeen zeurige» toon
en streek de jonge weduwe met zijn
breed© hand over de kin en streelde»
haar zacht© vingers. Richard moet hij
heetem, wat? Ik wil volstrekt niet heb
ben. dat hij Herman heet neen.
naar zijn vader! Stuur mij maar al
de rekeningen, nichtje, ik kom op
voor den heelen boel. Och, och, och!
Hij zuchtte diep en maakte een vlijtig
gebruik van den roodlen zakdoek met
de gele stippels.
Mevrouw Suzanna was ook poeslief.
Ze huilde en klaagde over haar zenu
wen, drukte haar schoonzuster do hand
en hield) d'ie in dé hare; als halten om
klemden haar de vochtige, koude, ze
nuwachtige vingers. Ze zei: „Mijn
lieve Lena, .troost je, en dan huilde ze
weer en klaagde-
Zoo was er al een heele tijd verloo-
pen. Lena kreeg het langzamerhand
warm- in haar omslagdoek; maar toch
wou ze hem ni'gt graag afdoen; ze
voelde zich hier niet thuis. Zou ze nu
nóg niet weg kunnen? Een niet te zeg
gen angst ovorviol haar.
Richard, kreunde ze op eens, en
legde het hoofd op da tafel.
Ze waren werkelijk poeslief voor
haar; ze deden al het mogelijke voor
haar en spraken er van, altijd voor
haar te zorgen. Oom Herman stalde
voor. haar morgen in een rijtuig af te
kernen halen en met haar naar liet
kerkhof te rijden; dan zouden ze met
een bij den steenhouwer een mooi kruis'
voor Richard bestellen.
Zij schudkJe stom afwijzend het
hoofd; het idee alleen al stuitte haar
tegen de borst. Zij kon nu nog niet
er heen rijden, zei ze slokkend.
Eindelijk kon Lena afscheid; nemen.
Eindelijk sloop zo wear over de
straat.
Eindelijk was ze weer alleen!
De vroege voorjaarszonneschijn
schitterde op de steenen, opgedirkte
moeders met opgedirkt© kinderen li ene
haar voorbij. Op de straathoeken, in
de manden der bloemenverkoopsters,
anemonen en diepblauwe viooltjes.
Kwetterende musschen bij dé wacht-
plaatsen van rijtuigen. En die lucht
zoo zoel, zoo weemoedig zacht; stroo
iend' speelde de wind! om die zwarte
gestalte.
Een ontzetendi heimwee trok Lena's
hart samen. Ze wenkte het naaste rij
tuig en liet zich naai- huiten. naar 't
kerkhof rijden. Ze moest haar heim
wee stillen.
Dooi' eindelooze straten reed ze. ze
stommelde over die rails van de paar
de-tram. door dï-ukte en lawaai. Ze
merkte niets van dat alles. Voor haar
uit joeg het heimwee, en keek haar
aan met grafdonkere, verlangende
oogen.
Eindelijk de laatste huizen. Nu een
onbebouwd veld; en daar was de muur
va nhet kerkhof. Knarsend ging het
hek open.
Komt allen tot mij, dio belast en
beladen zijt. Ik zal u verkwikken,"
stond! boven den inga®g
Lena hief dien blik op en las de in
goudlen letters blinkende woorden.
De zon gaf nog haar glans aan dien
grindweg, dia taxis aan weerskanten
had frisch, jong groen er bij gekregen.
Maai' geen bosch n tiend© hooi»
zijn takken uit over de graven; den
winterwinden prijsgegeven, eten zonne,
gloed blootgesteld!, lagen deze bedden
in den tuin van d'en dood.
Nu was de lucht mild' en stil; in de
verte zong oen vogel. De eenzame haal.
de diep adem. en sloeg haar sluien
naar achteren; moeizaam liep zij ver
dier. Al veel, veei rijen daar, zijn
graf!
De kransen waren haast nog versci
en heelemaal niet verwelkt; witte ro
zen en palmtakken en laurierbladeren,
z-ooals hij ze tijdens zijn leven nooii
plukte.
De oogen toedrukkend', de armen
wijd uitgestrekt, zonk de jonge vrouw-
langzaam neer, op de knieën.
Een teere schemerschijn lag op het
onbebouwde veld toen Lena het kerk
hof verliet. De zon gaf geen glans
meer aan d'en grindweg, maar goud
schitterden nog d'e woorden boven de
poort.
(Wordt vervolgd),;