NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
Het Einde*
IPe Jaargang.
Zaterdag 14 Juni 1902.
No. 5814
HAARLEM'S EAfiBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN
Yoor Haarlem per 3 maanden1.20 Oi^l Yan 15 regels 50 Ofce.; iedere regel meer 10 Ots. Buiten het Arrondissement Haarlem
Yoor de dorpen ih den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1.30 jk Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 llh 1 Reclames 30 Cent per regel.
Afzonderlijke nummers. 0.02fjl Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.3724 Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
de omstreken en franco per post0.45 Interoommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijKs, behalve op Zon- en Feestdagen,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONESSucc., Parijs 31K* Faubourg Montmartre.
tfa&rlem'B Dagblad van 14 Jnni
beiat oa.:
Een motie van Schalk Burger,
Uit Zuid Afrika, De Franscne
Kamer, Moord te Tilburg, Een
eigenaardig geval, Het Gemeente
lijk slachthuis.
Advertentiën
VOOE HET
Zaterdagavondnummer.
Meermalen zijn wij tot ons leedwe
zen genoodzaakt Ad/vetrtentiën af te
wijzen voor het Zaterdagavondnum
mer, die des Zaterdagsmorgens pas
worden bezorgd.
Wil men zeker zijn van de plaatsing
dan is inzending op Vrijdagavond noo-
dig, uitgezonderd natuurlijk kleine ad
vertenties of familieberichten, die
moeilijk vooraf kunnen worden inge
leverd.
De ADMINISTRATIE.
Het gemeentelijk slachthuis.
De Raadscommissie ter voorbereiding
van een gemeentelijk slachthuis heeft
ons gisteren een teleurstelling bezorgd.
Niet alleen, omdat zij nu in de plaats
van drie en een halven ton gouds, zooals
vroeger was toegestaan, vijf en een hal
ven noodig meent te hebben voor een
goed slachthuis, maar vooral omdat zij
ronduit verklaart, dat de exploitatie
rekening over het eerste jaar zal sluiten
met een nadeelig saldo.
Deze teleurstelling moet voor vriend
en vijand van het abattoir groot wezen.
Daaraan heeft niemand gedacht. Meer
malen hebben wij, de oprichting van een
gemeentelijk slachthuis als overbodig
bestrijdende, van de voorstanders te hoo-
ren gekregen: „wat praat je toch? Het
slachthuis zal aan de gemeente immers
geen geld kosten, de slachtloonen zullen
zóo worden berekend, dat ze alle uitga
ven volkomen dekken. Niet meer (want
er mag aan een slachthuis niet verdiend
worden) maar ook niet minder.
Dit was inderdaad een argument van
beteekenis voor de oprichting van het
abattoir. Het valt evenwel totaal weg, nu
de Commissie met prijzenswaardige
openhartigheid ons voorbereidt op een
nadeelig saldo van het eerste jaar. Welis
waar zet zij die becijfering eenigszins
vreemd op en trekt nl. van het nadee
lig saldo een som van f 5000 af, omdat
die zou moeten worden uitgegeven voor
uitbreiding van den gemeentelijken keu
ringsdienst, indien er geen slachthuis
tot stand kwam, een uitbreiding waar
toe de Raad natuurlijk nog niet eens be
sloten heeft.
Zij komt zoodoende over het eerste
jaar tot een nadeelig saldo van J 7325.
Maar hoe in de volgende jaren? De toe
lichting van de deskundigen zegt: „men
verkrijgt in verband met de bovenge
noemde cijfers weliswaar in de eerste
jaren een verlies
In de eerste jaren. Derhalve niet
over het eerste jaar alleen. De belasting
betaler heeft maar weer pal te staan. Wij
betwijfelen zeer, of het slachthuis een
meerderheid in den Raad zou hebben
verkregen, wanneer dat van te voren
bekend was geweest. Nu de zaak een
maal zoover is gekomen, terrein is aan
gekocht, een directeur benoemd, in be
ginsel tot den bouw is besloten, staart, de
Raad voor een moeilijk geval.
Hij kan de slachtloonen verhoogen,
maar daar wil de Commissie, die deze
waarschijnlijk al hoog genoeg vindt,
klaarblijkelijk niet aan.
Hij kan besluiten tot de uitvoering van
het aanvankelijke, kleinere plan, maar
zal huiverig wezen daartoe te besluiten,
omdat de Commissie thans voor een
goed plan zooveel hoogier eischen stelt
en de Raad dus gevaar zou loopen, half
werk te dp en.
Het eerste rapport over den bouw van
een slachthuis, opgemaakt door de hee-
ren Leijh en van Oijen, dateert van drie
jaar her. Dat sedert dien tijd door zien
en hooren, deze zelfde rapporteurs hoo-
gere eischen stellen, achten wij verklaar
baar. Alleen zouden wij wel hebben ge-
wenscht, dat het verschil niet bijna 2 ton
ware gewenscht. Haarlem zou langza
merhand den naam krijgen, dat het met
zijn ramingen voor groote werken niet
gelukkig is.
Voor ons allen is het een harde noot
om te kraken. En hoewel wij niet gaar
ne alarmeerende noodkreten slaken, vra
gen we toch: „waar gaan wij op die ma
nier met onze belastingen heen? Wat
moet er van ons financieel evenwicht
worden, wanneer een stichting, die zich
zelf behoort te bedruipen, jarenlang aan
de gemeentekas geld kosten zal?"
Politiek Overzicht.
Thans iis zooals men weet de Engel-
sche „Standard/' weer gekomen niet
een motie van Schalk Burger, aan de
Boeren over de onderwerping op 31
Mei te Vereendging aangenomen.
In de motie wordt betreurd, dat de
Engelsche voorwaarden moeten worden
aangenomen zooals zij daar liggen,
of afgewezen zonder meer betreurd
wordt de weigering der Engelschen
om te onderhandelen op den grond,
slag van onafhankelijkheid, en zich in
verbinding te stellen met de vertegen
woordigers 'in Europa. De motie zegt
verder, dat er niet langer een aan
neembare re dan beistaat, dat een vo ort,
zetting van den oorlog de onafhanke
lijkheid zal verzekeren, en dat een
verlenging van de vijandelijkheden
niet gerechtvaardigd is. Daarom wor
den de voorwaarden aangenomen, ter
wijl het vertrouwen wordt uitgespro
ken, dat de toestand spoedig verbete
ren zal, en het volk het volle genot-
verkrijgt van de privileges waarop liet
recht heeft.
Men ziet er weer uit, hoeveel waar
'is van het beweren, als zouden de
Boeren het einde van den oorlog op
deze wijzg, bij,na toejuichen; het is
ook gebleken uit de door de „Stan
dard" gepubliceerde brieven van Boe
renleiders.
Lord Kitchener seinde den lOen de
zer uit Pretoria
Gisteren hebben de commando's
van Tonder en; van Heerden zich bij
Ventersdorp overgegeven. In het
kampconcert, dat later gegeven werd.
zongen de Boeren Aul-d Lang Syne
en God save the King. Verdere- over
gave 'in W.-Transvaal167 geweren
en 23.000patronen. In het district Er-
melo 302 geweren en in Zoutpansberg
136 geweren, makende sinds mijn
laatste rapport in het geheel 1023 in
geleverde geweren.
Waajrom geeft Kitchener nu het
aantal ingeleverde geweren en niet 't
aantal burgera op Men heeft gezien
dat er niet zooveel geweren ingeleverd
worden als er burgers inkomenin
vele gevallen zijn er münder geweren
dan burgers. Moet het misschien
moeie-lijk gemaakt worden uit offi-
cieele getallen op te maken, hoe sterk
de commando's nog waren?
Laffan seint uit Pretoria den lOen,
dat al ruim 8000 Boeren zich hebben
overgegeven. De meesten schijnen in
uitmuntenden staat te verkeeren. Zij
zeggen, dat zij volop kost hadden.,
broodven vleesch,, maar het was zeer
moeielijlt aan ldeeren te komen, Het
is hun vooral te doen om hun vrouw
en kinderen terug te zien. Als zij hun
wapens afgelegd' hebben galop poeren
zij naar het naaste vluchtelingenkamp
en vragen naar hun mensehen.
Reuter seinde den 11 den uit Kaap
stad Commandant Kemp, de wel be.
keilde luitenant van de la Rey, heeft
zich te Mafeking met een aantal van
zijn mannen overgegeven.
Buitenlandsch Nieuws
Uit Zuid-Afrifea.
Men leest in de „Times"
„Het departement van oorlog ont
vangt vele vragen om inlichtingen be
treffende het vrijlaten van krijgsge
vangenen in gevangenschap of op pa
rool, de verstappliig van de bepaling
voor de uitgifte van verloven om in
Zuid-Afrika te mogen landen en de-
censuur op telegrammen e-n brieven.
Het verzoekt nu ons blad' te melden,
dat Kr. Mis. regeering deze vragen be
hoorlijk zal overwegen, en dat, voor
er een besluit is genomen om den be-
staanden regel te veranderen, geen
aanvragen van bizondere behandeling
in indiv.id'ueele gevallen ingewilligd
kunnen worden."
In dit verband' deelen wij nog mede.
dlat een landgenoot, die hier te
lande bij een agent van een stoom
vaartlijn op Zuid-Afrika inlichtingen
ingewonnen had. het volgende ant
woord kreeg Hiermee moeten wij u
mededeelen, dat passagiers naar Zuid
Afrika alvorens hun passagebiljet uit
gereikt wordt, ten kantore van den
Engelschen consul de verklaring moe.
ton teekenen „I have never been a
Burgher, or taken out Burghei- rights
in the late South African Republic or
Orange Free State". (Ik ben nooit
burger geweest of heb nooit burger
rechten verkregen in de voormalige
ZuicLAfilLkaansche Republiek of Oran
je Vrijstaat) De Engelsche consul
heeft bij zijn gouvernement aange
vraagd, of deze instructie van kracht
bleef.
Behalve deze verklaring is, gelijk
men w&c't. nog een bijzonder verlof om
in Zuid-Afrika te landen, noodig.
Het transportschip Canada, dat gis
teren uit Southampton ils vertrokken,
brengt eenige troepen en reizigers
naar Kaapstad over». Het schip zal St.
Helena aandoen en daar eenige krijgs
gevangenen aan boord nemen, om hen
naar Zuid-Afrika te brengen.
Volgens de Refit Bleu komen be
halve Louis Botlia, ook Reitz en Lu
cas Meyer binnenkort in Europa.
De Randtmijneni hebben in Mei
138,602 ons goud opgeleverd tegen
119,588 in ApriL
De correspondent van Reuter te Pre
toria seint nog: „Het is eigenaardig
om de Boeren te hooren over de
vreemdelingen die hen geholpen heb
ben. Over het algemeen spreken zij
hun, hartelijke minachting voor hen
allen uit, behalve voor die Amerika
nen. Een groot aantal, zeggen zij,
waren zuiver avonturiers, die er al
leen op geld uit waren. Van de Duit-
schers sprekende zeide een der voor
name commandanten: ze wanen, alleen
goed om do paarden een ze eren rug
te bezorgen".
Behalve de Amerikanen, dat
spreekt. Dat zijn „Angelsaksers". bij
na zoo goed als Britten. Zoudien de
Boeren ook minachtend gesproken
hebben over - Slegtkamp, dien zij tot
aanvoerder van een korps Boeren ge
kozen hebben? Maar, de Boeren zullen
cte Hollanders niet als vreemdelingen
beschouwd hebben. En dan, van wien
komt het heele bericht? Een Engelsch
correspondent. Het I's wel Bennet Bur
leigh van de „Daily Telegraph" niet
van wien e<on voornaam Afrikaner
gezegd heeft: Ik ken hem goed, het
is een knap schrijver, maar een snoe
ver en hij zou iemand kunnen dood
liegen in Zuid-Afrika geven zij el
kaar over het geheel echter niet veel
toe.
Wat de oorlog gekost heeft.
Dinsdagavond; is aan het Engelsche
Lagerhuis meegedeeld in den vorm
van een witboek hoe groot de mili
taire uitgaven zullen zijn gedurende de
jaren 1902 en 1903 in Zuid-Afrika, bij
benadering.
Behalve de 145,000,000 gulden, uit
gegeven in d'e maanden April en Mei,
blijft er nog te betalen een som van
350 millioen gulden,. Hiervan is ruim
100 millioen bestemd voor soldijen en
helooningen, ruim 50 millioen voor te
rugvoer der troepen naar Engeland
25 millioen voor transport naar de
koloniën e-n 90 millioen voor levens-
middelen.
Uit de Fransche Kamer.
In de Donderdag gehouden Kamerzit
ting waren de tribunes overvol. De afge
vaardigde Bussière hield zijn interpella-
tie over de algemeene politiek der Re
geering. Hij zeide, dat het kabinet Wal-
deck-Rousseau de rust op straat herstel
de, en noodigde het nieuwe kabinet uit,
een offensieve houding aan te nemen, en
zijn programma geheel uit te voeren.
Spreker eischte voor alles van de Regee
ring een billijker belastingverdeeling.
De afgevaardigde Jaurès zeide, dat het
Regeeringsprogramma den socialisten
bevredigend toeschijnt. Voor alles moet
men zich beijveren het evenwicht in de
begrooting te herstellen ;hij eischt ver
der de strenge toepassing der wet op de
vereenigingen.
Jaurès zeide verder, dat de socialisten
voor het leger het militie-stelsel zuilen
voorstellen. Hij dringt aan op het goed
keuren der Brusselsche suiker-co nventie,
en op de scheiding van kerk en f-iaat.
De socialisten zullen wetsontwerpen in
dienen om hunne theorieën in de wetge
ving in toepassing te brengen.
Spreker houdt een lang pleidooi ten
gunste van de ontwapening, waarbij hij
zich grondt op de resultaten der Haag-
sche conferentie.
De afgevaardigde Sembat bestrijdt de
ministerieele verklaring, en eischt de
hervorming der rechtspraak, waarvan de
zaak-Humbert de noodzakelijkheid be
wijst.
De afgevaardigde Lasies bestrijdt de
theorieën over de ontwapening, daar een
oorlo dichterbij kan zijn, dan men meent.
De minister-president Combes ant
woordde, dat het alemeen stemrecht zich
duidelijk uitsprak voor de staatkunde
va nhet kabinet-Waldeck-Rosseau. Hij
vraatg der KameT die staatkunde voort
te zetten, totdat de vijanden er van tot
onmacht zijn gebracht. Het clericale ge
vaar is, dank zij Waldeck-Rosseau en
André, veel verminderd; maar een deel
der geestelijkheid bleef niet binnen de
grenzen harer bevoegdheid.
„Het behoud van generaal André als
minister van oorlog toont welke houding
de Regeering tegenover de nationalisti-
I sche woelingen wil aannemen; het leger
willen wij onttrekken aan den geest van
favoritisme. Het leger moet nationaal
en niet nationalistisch zijn.
De Regeering zal de wet op de con
gregaties zonder zwakheid toepassen.
Wij zijn vast besloten onze beloften 1e
houden. De meerderheid kent ons uro
gram, zij zal zeggen of wij haar vertrou
wen genieten".
Deze verklaring werd door de linker
zijde met langdurige toejuiching begroet.
De oud-minister Ribot protesteert te
gen een staatkunde van represailles.
De Regeering verklaart zich te vereeni
gen met een motie, voorgesteld door Co-
det en Jaurès, waarin wordt gezegd:
„De Kamer, vertrouwende op de Re
geering voor de toepassing van een
strenge anti-clericale staatkunde, van
fiscale hervormingen en van sociale so
lidariteit, gaat over tot de orde van den
dag".
Het eerste deel der motie, uitspreken
de het vertrouwen der Kamer op de Re
geering wordt aangenomen met 319 te
gen 124 stemmen, en de geheele motie
daarna bij acclamatie goedgekeurd.
Masolino.
Het proces tegen den beruchten
roover Muso Lino is Woensdag
een behandeling van drie maanden
beëindigd. D.e jury acht alle ten laste
gelegde misdaden bewezen en is niet
van meaning, dat Musolino ontoereke
ningsvatbaar is.
Zij veroordeel die hem tot levenslange
detentie en acht jaren celstraf.
Musolino heeft van dit vonnis cas
satie aangeteekenidi.
Algemeene Berichten.
Een ernstige pokken-epidiemi© woedlt
in de streken van Vitry, bij het Pas-
de-Calais. In sommige gemeente zijn
gansche huisgezinnen aangetast. Ge
vallen met doodielijkne afloop zijn ook
reedis voorgekomen.
Stadsnieuws
Haarlem, 13 Juni 1902.
Chr. Nat Werkmansbond.
Donderdagavond hield d'e afd. Haar
lem van den Chr. Nation alen Werk
mansbond haar 4e huishoudelijke jaar
vergadering in het Rrongebouw, met
welwillende medewerking van liet Chr.
Fanfare-corps „Kunst na Arbeid", dir.
de heer Geor" Schmidt, en het Ned;.
Herv. Zangkoor, onderafd. van dein
Bond!
De voorziter, de heer J. W. Ililbrau-
der .opende de vergadering met allen
een hartelijk welkom toe te roepen.
Hiet deed spreker goed1 zooveel leden
te zien. dat stemt blijmoedig, geeft re
den tot dankbaarheid, zeide hij. Van
onze afdeelin- kan eene groote kracht
uitgaan, als men maar eensgezind,1
blijft, d'och dut is helaas niet altijd'
het geval. Meer dingen zouden tot
stand' gekomen zijn, wanneer or mee*
gemeenschappelijk gevoelen was ge
weest. Waarom werken, zoo weinig
chistelijk werklieden mede tot de in
standhouding dezer organisatie? Dat
komt omdat er geen meerdere kracht
van ons uitgaat, omdat er alleen be
geerte is naar de groote kas. Onze
bond toch stelt zich ten doel niet al
leen de stoffelijke, maar ook de gees
telijke belangen der leden te beharti
gen. Ten slotte zeidie spr.: „God geve
ons een genoeglijk uur van samenzijn"
waarna hij de 4e jaarvergadering voor
geopend verklaarde.
Daarna kreeg dis. Hulsman, van
Zandfvoort. bij afwezigheid van dien
eere-voorzitter, den heer Van Hennep,
hel woord.
Deze spreker herinnerde in zijne
feestrede aan het laatste boek van
Mater li nek, waarin d/eze het leven der
bijen overbrengt op den toestandi onzer
maatschappij. In een bijenkorf toch
treft men aan het symbool van het
geluk, de Koningin. Onder haar staan
honderden! nietsdoeners, doch daar
naast staan duizenden werkbijen. En
zoo is het ook in onze maatschappij.
In een bijenkorf worden de nietsdoe
ners doodgemaakt, wij willen d'it ech
ter niet doen, maar wel zullen wij zo
minachten. Maar tegenover die hon
derden nietsdoeners staan in de maat
schappij dlufzendien in alle rangen en
standen, diie werken met hot hoofd', of
met de hand. Het devies onzer maat
schappij is dan ook: „Laat ons wer
ken", De liefde voor den arbeid ala
zoodanig moet in aller harten zijn.
Maar laat ons diaarhij niet vergeten,
dat wij den steun van boven, van den
Koning der Kaningen noodig nebben,
die ons in onzen, arbeid kan sterken.
Ten slotte schetste spr. die aankomst
van onze geëerbiedigde Koningin. Wil
helm ina te Schaumburg, die na Haar
gelukkig herstel, daar Haar verloren
krachten hoopt te herwinnen.
Wij allen hopen, dat Zij" spoedig
haar oude krachten terugkrijst, zeide
spr. Want aan het. hoofd van den
Staat i's noodig eene Vorstin, eene Ko
ningin.
Met daverende toejuichingen werd
dieze met geestdrift uitgesproken rede
begroet.
Daarna ward het programma ver
der afgewerkt en gaven bovengenoem
de muziek- en zangverc-enigingen vele
nummers ten beste. Voor die ledein
was het een avond vol genot
Feuilleton.
Eene Vertelling uit Monte-Carlo,
naar ERNST GEORGY.
In Café de Paris te Monte-Carlo
speelde de muziek vroolijke wijsjes.
Alle tafeltjes waren bezet. De electri-
sche tram, die met krijschend geluid
van Condaniine kwam, bracht tel
kens nieuwe scharen bezoekers. Een
deel hunner snelde terstond, de stra
lende, hel verlichte trappen van het
Casino op en verdiween in het hooge
voorportaal. Eenigen wandelden lang
zaam door die heerlijke palmenlanen,
die van het Casino naar het kleine
Paleis van het Crédit Lyonnais voer
de. Natuur-1 lefhebbers begaven zich
naar de plantsoenen, die vol bloemen
geur waren, en op de terrassen nabij
de zee gelegen waren. Het was eene le
vendige b e weging, dat af- en aan ge
drentel der elegante menigte, het
heen en weer rijden der equipages,die
op geld beluste spelers naar de speel
holen brachten, of kunstminners in
het mooie, stralende paleisje dat was
gewijd) aan allerlei kunst.
Uit, den voortuin van het prachtige
hotel de Paris trad een paar, op ze
keren afstand door een bediende ge
volgd. Deze droeg de overjas en het
witte manteltje van den heer en dame,
die nu bleven staan en om zich heen
zagen.
De heer, een krachtvolle, ernstige,
mannelijke verschijning, was dehan-
delsraad Venecke, een der Duitsehe
groot-in dustricelen. Lachend keek hij
naar zijne slanke, schoons vrouw, die
in dien aanblik van het heerlijke uit
zicht verzonken was, en zei:
Nu, lieve Jutta, heb ik je te veel
verteld? Is het niet wonderbaar?
Het. is als een fata morgana, een
sprookje uit Duizend en een nacht,
antwoordde zij langzaam.
O, maar je zult eerst oogen op
zetten, als wij d'aar binnengaan! Deze
speelholen met haar verblindende
luxe
Hij wees naar het Casino.
Neen, Frans, vandaag niet! alsje
blieft niet. Lach niet om je klein
provinciaal gansje, want ik ben tot
dusver niet over de Duitsehe grenzen
geweest. En nu deze reis, deze aldoor
afwisselende en voortjagende schoon
heden. Wij blijven nog zoolang hier
Dat Casino zal ik later nog wel eens
zien. Laat mij dit eerst nog eens goed
genieten, en met alle bijzonderheden
in mij opnemen.
Zooals je wilt, Jutta! Laat mij
je nu maar eens rondvoeren. Ik ken
hier iedere plek. Dus eerst daar rechts
naar beneden, voorbij liet Casino,door
de palmenlaan. Dan langs de zee. Een
uitzicht als je daar hebt, neen, eenig.
Beneden Condamine, hoog boven,
rechts Monaco, voo,r ons de diepblau
we zee, en achter ons het witte Casi
no. Kom, Ga nu mee, liefste!
De jonge wouw nam zijn arm en
liet zich alles zien. Van tijd: tot tijd
legde hij uit. Meest echter liepen zij
zwijgend voort. Venecke bewonderde
stil en tevreden bet ernstige doch be
koorlijke gezichtje van zijn verrukt
jong vrouwtje. Dit huwelijk met de
dochter van zijn inspecteur, die zon
dier midldelen was, had hem wel wat
toespelingen en spotternijen gekost,
maar hij liet d'e boosheid van zijn fa
milie, den hoonlach dar wereld, die
hem een verlliefden dichter noemdne,
kalmpjes over zich gaan.
Jutta ontving in een voornaam meis
jespensionaat 'die laatste opvoeding.1
die haar van nature harmonisch we
zen nog ontbroken had. Zij werd de
groote dame, die in verschillende ta
len gemakkelijk praten kon. En zij
bleef dat kinderlijk vertrouwende
schepseltje tegenover hem.
Jutta schonk hem twee prachtige
kinderen, regeerde in zijn vorstelijk
tehuis met onnavolgbare waardigheid
en was de verpersoonlijking van zijn
geluk. Zoolang Louis© en Wilhelm
klein waren, had de zorgzame moe-
dier zich niet van hen willen verwij
deren. Maar nu zij vier en vijf jaren
oud waren, had zij graag aan den
wensch van haar man gehoor gege
ven. Hij had met haar Italië door
reisd! en wilde nu aan de Riviera ge
heel tot kalmte komen. En haai-voort
durende geestdrift voor al het schoone
maakte voor hem het sinds lang be
kende wedier nieuw, bezienswaardig
en mooi.
Licht leunend op de balustrade keek
zij nu naar de wiegelende zee. Van
het café drongen de gracieus© wals-
wijzen van den Weenschen meester
tot hier dloar. De stemmen der voor
bijgangers klonken in de klare nacht
lucht dubbel duidelijk, afgebroken
deelen van gesprekken op zich zelf
staande woorden in allerlei talen wer
den van tijd tot tijd gehoord. Plotse
ling deden eenige bijzonder duidelijke
Duitsehe woorden mevrouw Venecke
haastig omzien. Ook haar eichtge-
jnoot hoorde ze.
Nu, voordien duivel, dat moet gij
dan maar aan mijnheer von Blohne
vragen! Die zal het wel weten!
I O, die.Ontzaggelijk verach
tend klonken deze beide kleine woor
den.
Ilij was toch bij de cavallerie,
dus hij zal je best kunnen raden!
Neem 'dank je, zoover
De bei die heeren verwijderden zich
en verdwenen achter 't pittoreske rau-
ziekpaviljoen.
Venecke en zijn echtgenoote keken
elkaar lachend aan. Maar toch werd
haar gezicht met een gloeiend rood
bedekt
O, o, Jutta, dreigde hij spot
tend, dat beteekant wat Den eersten
avond in Monte Carlo hoor je al den
naam van je voormalige vlam! Wie
wget <of je hem nidt zult weerzien..
Von Blohne en cavalerie-officier, dat
kan toch uitkomen...
Zij vleide zich zacht tegen hem aan.
Die vlam is al lang uitgebrand,
lieve. Ik kan hem kalm wederzien.
Ook al was hij nog even schoon en
overmoedig als voorheen, voor mij is
hij ongevaarlijk geworden. .Ik heb jou
toch en onze kinderen!
Do geheimraad drukte haar arm
vaster tegen den, zijne en zag haar
gelukkig aan:
Ja, kind!, jij hebt een hart van
goud! Van jou ben ik zeker!
Maar het is in elk geval goed, dat
jij weet, dat hij hier is, als wij hem
wellicht onder de spelers dlaar ginds
ontmoeten. Wie weet of het wel Her-
bert Blohne is. Maar wij hebben heel
weinig dragers van dien naam in het
leger!
Nu ja, dan moge het zoo zijn,
Frans, Ik geloof zelfs, dat het mij zou
verheugen. Zio mij eens aan, ik ben
toch niet meer het zeer laag onder
hjem staande, halfbeschaafde, arme
meisje van vroeger. Ik ben zooveel
geworden door jou. Zelfs meer dan
hij. Want Zijne Majesteit heeft aan
mijn tafel gegeten, en als vriend met
mij gesproken. Zij lachte. Nu
ziet gij hoe trotsch en ij del ik ben.
Zacht streek hij haar met de hand
langs de wangen:
Neen, Jutta, je dtoet hem onrecht.
Blohne heeft je toch, niettegenstaan
de het standverschil, warm en oprecht
gedurende langen tijd liefgehad. En,