zullen In de week voor de kermis eenige duizenden tract aten verspreid worden. Voorts zuilen iederen avond anti-kermis- vergaderingen gehouden worden voor ie dere jongeling toegankelijk. Het aantrek kelijk van dien avonden zal bestaan in het houden van voordrachten en samen spraken, afgewisseld door zang- en mu ziekstukjes, terwijl de noodige verver- Behingen niet zullen ontbreken. Op een der avonden zal een wedstrijd in het voordragen gehouden worden. Op een der andere avonden en wel op de Dins dagavond zal er eene openbare feest avond plaats hebben in het Brongebouw, terwijl het geheel besloten zal worden door een boottocht langs de schoone Vechtstreek naar Utrecht met een der groote salonbooten van de maatschappij „Carspens" uit Leiden In Utrecht zal eenige uren vertoeft worden. Palest r in a- koor. Dinsdag 15 J u- li a.s 's avonds te 8 uur, zal het Utrecht- sche Palestrinakoor in de Groote Kerk een concert geven. De netto-opbrengst zal worden bestemd ten bate van onver mogende borstlijders in het sanatorium te Hellendoorn en van het Koningin- Emmafonds, dat hetzelfde doel beoogt. Een dubbele aanbeveling, dus om het concert bij te wonen. Tegen 23 dezer zijn wederom tal van personen voor het kantongerecht gedagvaard die, zonder vergunning' te hebben, als huurder van eigenaars van huizen, die de vergunning betalen, de vergunning uitoefenen De reeds veroor deelden zullen voorloopig niet in hooger beroep gaan, doch trachten door een ander contract te sluiten, als zetbaas van den eigenaar, te ontkomen aan de bepalingen der wet S lagersgezellen-vereeni. gi ng ..O n s Belang'. Donderdag, avond had in het gebouw „St. Bavo' eene openbare vergadering plaats van slagersgezellen. Op deze vergadering waren ook die patroons uitgenoodigd. Velen hadden daaraan gevolg gege ven. Na opening, der vergadering door den voorzitter, den heer J. v. Dalen, die zeidie dat deze bijeenkomst in hoofd zaak was belegd om te spreken over het noodzakelijke van Zondagsrust, kreeg die heer D. de Klerk, lid der Tweede Kamer, het woord. Deze zette uiteen dat overal de vraag naar Zondagsrust meer en meer ingang gaat vinden. Heit is noodig dat men één dag in de week rust heeft en men. evenals de troen. nu en dan een bivouac vindt Zondags moet men in 't huisgezin rustig kunnen doorbrengen. Zoowel voor den geest als voor het lichaam is Zondagsrust noodiig, die ook is in 't belang van het werk. En daarom is het vreemd dat nog niet ge noeg Zondagsrust door de gezellen kan worden genoten En wait is daarvan die reden? Daarvoor zijn er verschillende Een van dfö groote vijanden der Zon dagsrust is de onverschilligheid. Door onverschilligheid en daarnevens paart zich onnadenkendheid, is menigmaal het verschaffen van Zondagsrust ver ijdeld. Wij erkennen heel goed d'at het voor verschillende werklieden moei lijk is Zaterdagavond nog bood'sei pen te gaan doen en deze liever Zondags gaan. maai- ook daarin kan verandering en verbetering komen, wanneer alle patroons hunne uitbeta lingen op Zaterdag vervroegen of op Vrijdae stellen. Door onnadenkendheid wordt mede voor een groot deel de Zondagsrust van anderen door anderen opgeofferd B.v een werkman die zeer goed Zaterdag avond naar den barbier kan gaan, ste'lt dit dikwijls onnadenkend uit tot Zon dag. Maar de grootste vijand dei1 Zondagsrust is nog de concurrentie. De hatelijke concurrentie tusschen de patroons onderling heeft reeds menig maal pogingen tot verkrijging der Zondagsrust doen verijdelen. Maar wanneer de patroons desniet temin doordrongen zijn van de nood zakelijkheid van Zondagsrust en met hun medemenschen meegevoelen, dan zal de Zondagsrust voorzeker toch ko men. Heit. is in het belang van den arbeid, van den patroon en van den gezel, dat één dag per week rust wordt genoten. Wanneer ge niet uit u zelf rust neemt op Zondag, dan eisckt ten slotte de na tuur hot. De opeengehoopte Inri'chtin. gen van zenuwlijders geven het bewijs daarvan, zege-en u dat rust dringend nood'ig is. En hiervan moeten de pa troons doordrongen zijn en worden. Het rustelooze voortjagen vraagt krachten van uw lichaam, en wanneer spr dit ziet. dan denkt hij steeds aan het woord ..dividend". Ja, dat wordt wellicht iets hooger, wanneer aan de gezellen de noodige rust wordt ont houden. maar dit mogen de patroons niet vergen, wanneer zij weten dat daarmede de gezondheid1 en de krach ten der gezellen worden gesloopt. Hier te Haarlem is het voor de ge- zeilen geenszins rooskleurig, wat be treft de Zondagsrust. De patroons be weren dat zij om de klanten buiten te behouden, zij deze ook Zondag moe ten bedienen Maar zijn er in onzen tijd van uitvindingen dan geen werk tuigen. die voorkomen dat het vleesch Zaterdag bezorgd, bederft? Zekei\ Zon dagsrust kan er zijn. wanneer allen maar eensgezind zijn en de nood zakelijkheid daarvan inzien. Er wordt wei eens gezegd dat die slagersgezellen ruwe lieden zijn, die zich kenmerken door groote onverschilligheid. Doch dit is geheel onwaar. Wanneer men hun den dekmantel afwerpt, en dringt in het gemoedsleven van den slagers gezel. dan ontwaart men dat er een edel karakter zit in den slagersgezel. De patroons mogen dus geenszins het wapen van onverschilligheid toepas sen om den fezellen de noodige Zon dagsrust te onthouden. Zij is drin gend noodig. Geeft ons derhalve de Zondagsrust, onze Zondagsrust, die gij aan de maat schappij hebt ontnomen; geeft ons dien dag. opdat wii hem in ons gezin kun nen doorbrengen, opdat wij kunnen voldoen aan den eisch der natuur, op dat wij ons kunnen ontwikkelen, opdat wij kunnen genieten van hetgeen de aarde geeft te genieten. Geeft ons die Zondagsrust, zou spreker den patroons willen toeroepen, op ieder programma komt zij thans voor. Door dé Vereeni- ging tot bevordering der Zondagsrust wordt veel propaganda daarvoor ge maakt. Ook de tegenwoordige regee ring is voor invoering der Zondags rust. Bemoedigende vooruitzichten be staan er dus voor ons. Maar toch moet thans nog de stem der gezellen voor Zondagsrust aanhoudend gehoord wor den. Spr. hoopt door zijn voordracht iets er toe te hebben bijgebracht, om de algeheele Zondagsrust spoedig te Haar lem ingevoerd te zien. De heer Hartel zeide dat de Zon dagsrust hier ter stede reeds 8 maan den per jaar was ingevoerd en merkte op dat de gezellen dikwijls dézen dag niet als rustdag maar atv dronkemans dag beschouwep. De heer De Klerk zegt dat uit het weinig debat valt af te leiden, dat de slagersgezellen het geheel met hem eeais zijn. dat Zondagsrust voor hen nood. zakelijk is. Ook van de patroons mag voorzeker hetzelfde gezegd worden. Want niemand van hen. die toch in ontwikkeling boven de gezellen staan, en die wat zij tegen de Zondagsrust hebben, toch wel gezegd zouden heb ben. heeft iets in 't midden gebracht. Vandaar dat spreker op de instemming der patroons met Zondagsrust rekent. Wat het gezegde van den heer Hartel betreft, spr. zou. wanneer hij perso neel in dienst hadl, dat 's Zondags be schonken liep ze onder handen nemen en tot inkeering trachten te brengen; ze onder het oog houdlen, d'at dit ook in 't nadeel van zijn zaak is. Maar daar voor is noodiig da,t die patroon meer voeling houdt met den gezel. Daarop sprak de heer H. de gezellen toe en zeide dat wanneer er onder hen hij vertrouwde van niet, gezellen waren, die 's Zondags dronken wa ren. hij allen zou aanraden deze ge zellen te bekeeren. want zij staan de goede zaak van allen in dien weg- Be denkt dit allen, sluit u aan hij de. ver- eeniging. die zich ten doel stelt ver hooging van heit zedelijk gehalte. En dus opgepast dat nimmer meer dronkenschap als een motief tegen het verkrijgen van Zondagsrust wordt aan gegeven. Nogmaals sprak de heer De Klerk als zijn wensch uit, daft de Zondags rust spoedig algemeen lii'er zal worden ingevoerd. Daarna kreeg de heer L. de Wied, voorz. van d'en Ned. Slagersgezelleai- bond liet woord. Deze herinnerde aan den gildentijd en de middeleeuwien. toen de toestanden der slagersgezellen veel beter waren dan thans en U vak in hooger aanzien stond. Thans be schouwde het publiek zoowel de sla gerspatroons als de gezellen dikwijls met minachting, d'at betreurt spr. voor het vak en hii hoopt vurig, dat dit zoo niet zal blijven. Voorts wees spr. op de misstanden in het vak. als daar zijn de 100 a 110 diensturen per week; de lage loonen. en het exploiteerven van de gezellen als wielrijders. Ook deze spreker wees in antwoord op het geen de heer Hartel zeide, er op dat de slagersgezellen wel i:s waar d'ikwij ls ruw en onverschilig zijn, maar dat dit hun vak medebrengt, maar dat zij des niettemin een edel haai, hebben en dat ii. wanneer hun op hun plicht wordt gewezen .wel voor verbetering vatbaar zijn. Maai- daarvoor moeten de pa troons aan de billijke eischen dér ge zellen ook iets toegeven en niet gedoo gen, dat zij 100 uren en langer per week en des Zondags moeiten werken; dat zij in den kost werken en gebruikt worden als boodschapjongens. Dit zijn ernsti ge grieven der gezellen. Door"samen werking met de patroons kan evenwel veel verbetering komen en dfeze samen werking is mogelijk, want de patroons hebben door hun opkomst getoond, dat zij een open oor hebben voor de grie ven der gezellen. Daarna wekte spr. allen krachtig op zich aan ite sluiten bij de Slagersgezel- len-vereeniging. die eenigste corpora-' tie. die hunne belangen bij de patroons, kan verdédigen. Aan het hierop volgend débat nam wederom deel die heer Hartel. die zij. ne bovengenoemde motieven tegen de Zondagsrust der gezellen bleef hand haven. Nadat de laatste spreker er op ge antwoord had. dat die heer H. zeker wel wat overdreef, stond) een der pa troons. de heer H. J. Daudeij op, die niet alleen dit laatste gezegde geheel onderschreef, maar bovendien verkon digde dat wat de heer Hartel omtrent de slagersgezellen had' gezegd, leugen-' iaal was. Juist Hartel was de per soon. die alle patroons, die voor in-j voering der Zond'agsrusit waren, in den weg stond; hij was het, die alle besluiten der patroonsvereeniging, waarvan hij ook lid) was. dwarsboom- ,de. door toch zijn winkel open te hou den. En nu wil hij het doen voorko men of dronkenschap van de slagers gezellen de invoering van de Zondags rust. in den weg staat; maar dlit zijn alle onware argumenten, door den heer Hartel in het debat gebracht om zijn persoon te redden, om den onwi', die steeds van hen uitgaat, te verbloemen. Een ernstig woord van protest tegen het optreden vam den heer Hartel moet hier dan ook van de zijd'e der patroons gehoord worden. Daarop nam de laatste spreker wed'er het woord en hekelde nu niet minder dien heer Har tel. die- door onware voorsteilinge zijn ter. die door onware voorstellingen zijn den. Nadat de patroons verzekerd had den dat zij a.s. Dinsdag in eene huis- lu -ude vergadering over invoering van Zondagsrust zouden spreken, werd de vergadering gesloten Uit de Omstreken. Heemstede. Zondag 13 Juli herdenkt de gemeen- te-veldwachlter G. Bouman alhier den dag, waarop hij voor 25 jaar geledne in politiedienst trad. Op 13 Juli 1877 aangesteld, tot agenlt van politie 3e kl. te Haarlem en op 1 Januari 1879 be vorderd tot 2e kl. werd hij op 4 Ja nuari 1881 benoemd tiolt gemeente veldwachter alhier. Gedurende zijn diensttijd alhier heeft hij zich doen kennen als een flink politieman; hij behoorde o.a. tot het, drietal politiebeambteln. dat in den nacht van 16 Juni 1891, de des tijds zoo beruchte en gevreesde inbre ker Coolen, aan den Rijksstraatweg alhier, arresteerden, voor welk feit hij in het Algemeen Politieblad van 23 Juni d.a.v. door Z.Ex. den heer mi nister van justitie! eervol werd ver meld. Velsen. Bij den landbouwer P. Blad alhier is miltvuur ontstaan onder de runde ren éen koe is reeds gestorven. IJmuiden. Reeds veertien vereenigingen, zoowel hier als te Beverwijk en te Velsen, heb ben zich opgegeven om Hendrik Slegt- kamp feestelijk te ontvangen als hij uit Zuid-Afrika hier terugkomt, Uit naam van IJmuiden's burgerij zal hem een aan denken aangeboden worden. Verschillen de Haarlemsche vereenigingen zullen me dedoen aan hei huldebetoon. Binnenland. Hofberichten. De lijfarts der Koningin, dr. Roes- singh, is Donderdagochtend uit den Haag naar Scliaumbuirg veritrokken, ten einde H. M. te bezoeken. Z. K. H. de Prins der Nederlanden is Donderdagavond te Schaumburg aangekomen. Z. K. H. heeft eenige dagen doorge bracht op zijn landgoed .Dobbin" n Mecklenburg. - sfe -j;; Prins Hendrik der Nederlanden is Don derdagavond om 9 uur aan het station Diez aangekomen, waar hij door koning in VVilhelmina werd ontvangen. De Ko ningin en haar gemaal begaven zich naar het slot Schaumburg. De minister van buitenlandsche zaken neeft, als gevolg van een met den minister van justitie gepleegd overleg, tot de com missarissen der Koningin de uitnoo- diging gericht om voortaan slechts aan Nederlanders buitenlandsche pas poorten uit te reiken, tenzij de vreem deling, die zoodanig paspoort ver zochit, mocht blijken een aanvrage om naturalisatie te hebben ingediend. Neerbosch. Helt bestuur zag zich gedrongen tot ingrijpende reorganisatieplannen, In te gaan Juli 1903 bij de eerstkomende jaarvergadering (de veertigste) werd op diens verzoek eervol ontslag ver leend aan den directeur-stichter, den heer Joh. van 't Lindienhout; eveneens op haar verzoek op datzelfde tjj stip in te gaan aan de direarlee mevrouw Van 't LindenhoutKoper, die na dei dood harer schoonmoeder in die func tie was opgetreden, terwijl ook aan haar echtgenoot, den heen- Jacob van 't Lindenhouft, eervol ontslag uit zij ne onderscheidene werkzaamheden op denzelfden datum in te gaan, werd verleend. Naar huis. De heer C. H. Toewater, chef van trac tie bij de Zuid-Afrikaansche Spoorweg- Mij., die sinds twee jaar gevangen zat op Cuylon, is op de Hamburg naar Ne derland vertrokken. Vlissingen bloeit niet. In de zitting van de Kamer van Koophandel te Vlissingen werd het jaarverslag over 1901 overgelegd, waaraan wij het volgende ontleenen Toen in 1875 de nieuwe havenwer ken gereed waren gekomen, werd al gemeen verwacht, dat Vlissingen een groote toekomst tegemoet ging en dat die stad een ernstige concurrente zou worden voor Rotterdam en Antwer pen Vlissingeai immers was zeer gunstig gelegen aan den breeden Scbeldemond, zoodat de plaats bij storm en mist veilig te bereiken was, van belemmering door ijs bij strengen vorst was geen isprake en de havens voldeden voor dien tijd aan de hoog ste eischen. Nochtans werd men in die ver wachtingen geheel teleurgesteldin de eerste jaren weliswaar verscheepte de firma Krupp te Esschen belangrij ke hoeveelheden materieel over Vlis singen. maar te Rotterdam werden aan die firma zeer groote faciliteiten aangeboden en zij verliet de Vlissing- scho haven in dien zelfden tijd wer den belangrijke hoeveelheden vee naar Engeland verscheept, doch dit Meld op door verbodsbepalingen in England. Later is door eenige ondernemende mannen de Hollandsche Scheepvaart- Maatschappij opgericht, die twee goe derenbooten in de vaart bracht om daarmede van Vlissingen op Shields te varen door de sterke concurrentie echter moest die maatschappij het op geven en werd de lijn naar Rotterdam verplaatst. Verder zijn gedurende eenige jaren vrij groote hoeveelheden petroleum van uit Amerika uitgevoerd, naar de hier bestaande tank-inrichtingen, doch dat heeft grootendeells opgehouden. Overigens werd de Vlissingsche ha ven in al die jaren slechts sporadisch bezocht. Er moeten ernstige ponden zijn waarom de haven te Vlissingen niet aan haar verwachtingen voldoet en het kan zijn nut hebben die gron den op te sporen. Jn de eerste1 plaats zijn er te Vlissin gen geen handelshuizen, die koopwa ren aan te voeren of te verzeilden heb ben en kooplieden van elders zullen slechts door den nood gedrongen hun schepen naar die haven zenden. In de tweede plaats heeft Vlissingen weinig industrie, zoodat deze de is cheep vaart weinig kan voeden in d'e. derde plaats is het vervoer voor Vlis singen veel duurder dan van Rotter dam en Antwerpen, zoodat de transi toh an del geen enkele reden heeft om van de Vlissingsche haven gebruik te maken. Tn de vierde plaats, omdat te Vüssöngen, ingevolge een contract tusschen het Rijk en de Kon. Maatsch. De Schelde" havengeld wordt gehe ven, terwijl de andere rijkshavens vrij zijn. yrije Universiteit enlTheol. school Naar het ,,N. v. d. D.'" met zekerheid verneemt, is in de dezer dagen gehouden jaarlijksche vergadering der curatoren van de Theologische school te Kampen ook het bekende en in de Gereformeerde Kerken zooveel beweging veroorzakende ontwerp-contract der ineensmelting van Vrije Universiteit en Theol. School ter sprake gekomen. O.m. kwam de vraag aan de orde, of de curatoren daarover al dan niet een advies aan de Generale Synode zouden uitbrengen. Na langdurige besprekingen werd ten slotte het voorstel gedaan om te advisee- ren, dat als voorwaarde zou gesteld wor den, dat de benoeming van professoren alleen door de kerken zou geschieden en dat de Synode over de vereeniging van Theologische School en Vrije Universi teit geen beslissing zou nemen, tenzij deze met. eenparigheid van stemmen zou kunnen geschieden. Dit voorstel werd echter verworpen met staking van stemmen, De verhouding tus schen vóór- en tegenstanders blijkt dus daar dezelfde te zijn als in het college van professoren. Engel sclie lomperds. Een passagier van het stoomschip Sta tendam, van New-York te Rotterdam bin nengekomen, deelt aan de „N. Ct." het volgende mede: Vlak bij Wight gekomen, ontdekte de gezagvoerder, kapitein Bakker, een En- gelsch oorlogsschip under the lee of the land, een tweede-klasse-kruiser. Kapitein Bakker vroeg, met behulp van zijn sig naalvlaggen, naar den toestand van den Koning, doch men was Engelsch-onwel- voeglijk genoeg de vraag niet te beant woorden; de Statendam is door den krui ser opgemerkt, anders had de kruiser het saluut der Nederlandsche vlag niet beantwoord. Eenige minuten later pas seerde men het signaal-station van Wight waarheen dezelfde vraag gericht werd en nu kwam het antwoord, dat de Koning het best maakte en de gezagvoerder voor zijn beleefdheid werd bedankt. Een dergelijke handelwijze van de zij de van een oorlogsschip, men zou kun nen zeggen van een officieele zijde, wordt door de zeelui als zeer onhebbe lijk beschouwd- De laatste zeiltocht op de Haar lemmermeer. Een ooggetuige schreef een en ander aan ,,De Tijd" over de eersten-steen-leg ging voor het stoomgemaal „de Leegh- water" aan de Kaag bij Leiden voor het droogmalen van het Haarlemmermeer. Hij begaf zich met zijn vader en een ouderen broeder per jacht langs de Zijl van Leiden naar de Kaag, waar tal van jachten vereenigd waren, het eene al mooier dan het andere, van Amsterdam, Rotterdam, s-Gravenhage, Leiden, ja van waar al niet. Baron van Pallandt legde als vertegen woordiger van onzen geëerbiedigden Ko ning den eersten steen. Een daartoe uit verkoren jonge dame bond hem het fijn lederen schootsvel voor, terwijl een werkman hem een mahonie'houten bakje met kalk en een gouden troffel aanbood. Verscheidene heeren en dames, ook onze zegsman, legden op hun beurt een steen, waarna al de aanwezige jachten een zeil tocht hielden op het dien dag begun stigd door het fraaiste weer voor het laatst bevaarbare meer. Ook was er een jacht uit Leiden met de muziek van de lanciers aan booTd. Midden op het meer liet dit jacht de ankers vallen, en onder de lustige tonen der muziek gingen alle jachten er omheen liggen. De vader van onzen ooggetuige voegde toen zijn twee zonen toe: „Jongens, jul lie bent nog jong. maar dat zal je nooit beleven dat zij dat meer droog krijgen!" En ruim drie jaren later liep hij zelf over den drooggelegden waterplas, en nog tal van jaren heeft hij in den Haar lemmermeerpolder zaken gedaan. Het stoomgemaal Leeghwater had acht pompen en elke pomp wieTp zestig oks hoofden water uit per minuut; de acht pompen te zamen dus verwijderden niet minder dan 480 maal 60 gelijk 28,800 okshoofden per uur. Wanneer, zooals van tijd tot tijd gebeurde, een ketting van een der pompen afknapte, kon men den knal op verren afstand hooren. „Daar het meer ruim van baars was voorzien, is een waarheid," schrijft de zegsman van de „Tijd" verder. „De Lei- denaars wandelden in den zomer 's mid dags naar het Warmonderhek, kregen in het bekende koffiehuis bij de brug hen gels en gingen bij de brug visschen, want de baars kwam door de Haarlemmervaart 's avonds daarlangs en zoodoende ging geregeld ieder visscher met 'n mooie vangst naar huis." Terug. De vermiste 14-jarige zoom van den hoofdinspecteur van politie te Leiden den heer Pronk, heeft zich te Rotter dam gemeld op het politic-bureau in de Witie-de-Wïthstraat, met zijn boe ken nog onder den arm. Na te zijn weggeloopen, omdat hij in de tweede klas van die H. B. S. was blijven ztiL ten, nam de jongen zijn weg over den Haag en Delft, sliep 'snachts in een weide en kwam den volgenden dag loopende te Rotterdam aan, met de bedoeling om, zoo mogelijk, op een schip een plaatsje te vinden. De hon ger dïeef hem er ten slotte toe. zich op een politiebureau aan te melden. Hij is natuurlijk dadelijk naar Leiden teruggebracht. Vervroegde winkelsluiting. Uit Amsterdam meldt men: Ter voorbereiding der bespreking van het vraagstuk der vervroegde winkelslui ting op het Middenstandcongrets heeft de Amsterdamsche Winkeliers-vereeniging een onderzoek ingesteld. Aan 6000 Amsterdamsche winkeliers werd antwoord verzocht op de hier vol gende vragen: Welk bedrijf oefent gij uit? Hoe laat opent gij uw winkel? Hoe laat sluit gij uw winkel? Zijt gij voor een wettelijk geregelde sluiting? Zoo gij hier voor zijt, om welke reden? Zoo gij hier tegen zijt, om welke reden? Hoe laat zoudt gij het sluitingsuur ge regeld wenschen te zien? In welken tijd van het jaar zoudt gij het voor uw beroep noodzakelijk achten later open te zijn? Wat acht gij wenschelijker: gemeente verordening of rijks-wetgeving? Reeds is een zeer groot deel der circu laire beantwoord teruggekomen. Zooals de zaak zich thans laat aanzien, schijnt de meerderheid der winkeliers gestemd te zijn voor een wettelijk gere geld sluitingsuur. Gevonden. Dezer dagen werd gemeld, dat te Venlo een meisje, 't welk in een restaurant diende, spoorloos verdwenen was, naar men vermoedde, ontvoerd. De dader is thans gevonden. Een der twee heeren, die sedert eenige dagen in datzélfde ho tel te Venlo hadden gelogeerd, was nl. aan het station aldaar om er zijn koffers in ontvangst te nemen, waar hij werd aangehouden. Voor den commissaris van politie gebracht, verklaarde hij dat juffrouw D., qud 19 jaar, door hem te Aken was gebracht. Voorloopig in arrest gehouden, ten ein de omtrent zijn voorgeven nadere inlich tingen in te winnen, werd het meisje aan het opgegeven adres te Aken gevon den, en is zij, tot vreugde harer ouders, te Sittard teruggebracht. De dader, zekere W. E„ oud 32 jaar, van beroep artiest, is thans, op aan klacht van den vader, ter beschikking van den officier van justitie gesteld, wegens ontvoering van een minderjarig meisje. Handel in haring. Naar men met zekerheid verneemt, is te Amsterdam door een drietal fL nanciers een combinatie gevormd, welke zal trachten den aanvoer van haring en den handel daarin weder alhier te doen herleven. Daar Amsterdam bijzonder gunstig voor transport naar het buitenland ge legen is (met Ymuiden als aanvoer- plaats) 'is besloten de directie te Am sterdam te vestigen en filialen te IJmuiden op te richten. Dit jaar zal alleen handel in haring gedreven wor den en zullen voorbereidende; maatre gelen genomen worden om een eigen stoomvaart te formeeren. De directie zal opgedragen worden aan de firma Fred. Backer en Co., te Amsterdam, welke reeds uitgebreide relatiën heeft met groote ansjovishan- delaars. Een ridder. Donderdagavond arriveerde te 6.30 het stoomschip „Koning Willem I" binnen de pieren te IJmuiden. Aan boord be vond zich de wachtmeester cavalerie M. Cohen, geboren te Goes den 24en Novem ber 1877. Nadat de terugkeerende onderofficie ren en manschappen door den bevelvoe renden sergeant-majoor op twee gelede ren waren opgesteld, heette de heer Wijn malen hen allen welkom, speciaal den wachtmeester Cohen. „Als gewoon cavalerist zag ik u in 1896 naar Indië vertrekken, opgewekt, vroolijk. Al spoedig vernamen wij dat gij uit het hout gesneden waart, waarvan men goede soldaten snijdt. Dit toondet gij op Lombok in 1899, toen ge u zoo on- derscheidet, dat ge eervol vermeld werdt, en de gouden kroon op uw expeditie- kruis mocht dragen. Spoedig daarop werdt ge brigadier en verplaatst naar Atjeh, waar nog steeds kwaadwilligen onze brave soldaten veel te doen geven. Bij de vermeestering van de vijandelij ke stelling Tjot Kala gaaft ge weer blij ken van grooten moed, van veel beleid, van goede Hollandsche trouw en van ge zonde kameraadschap. Dien moed, dit be leid en die trouw bewonderen wij, maar even hoog schat ik de door u betoonde kameraadschap. Zeker, de discipline is de ziel van den militairen stand, maar de kameraadschap is er het sieraad van, en den belangloozen opofferenden ijver van den een om den ander van dienst te zijn, ziet men nergens beter dan van een soldaat te velde. Men redt daar soms zoo terloops elkanders leven met eigen den nadruk leggende op die woorden. Och. waartoe zou dat dienen mompelde John, ik hecht niets meer aan fortuinHet was niet voor mij, voegde hij erbij, terwijl hij haar, die zijn hart gebroken had. strak aanzag Je moét het doen, herhaalde Ka tie. die zijn blik doorstond. John werd als door een electrische schok aangegrepen. Zijn oogen on dervroegen het jonge meisje, dat haar schijnbare kalmte behield. Waarom vroeg hij buiiten zich zelf, Omdat de toekomst in handen van God is, antwoordde zij. terwijl ze zich langzaam verwijderde. John bleef onbeweeglijk staan, als door den donder getroffen eensklaps vielen zijn oogen op de bloemen, d'ie zij had laten vallen Bloemen van Horacedacht hij. Zijn lippen herhaalden werktuigelijk die woorden, zonder er een beteekenis aan te hechten, toen eensklaps, liep hij de zaal uit, als een. schuldige, die vlucht. Na zijn overjas te hebben aangetrokken, ging hij naar de deur. toen hij eensklaps tegenover Franlc- ley stond, die juist binnenkwam Met sneeuw bedekt, bleek, met doffe oogen, als iemand, die niet geslapen heeft, geleek Horace het gepersoni fieerde ongeluk. Wat is er? riep John uit, meer ontroerd dan hij het elk ander oogen- blik zou geweest zijn. Ik heb vrienden die ongelukkig zijn, ik kon niet eerder komen. Is iedereen vertrokken? Neen, antwoordde May. Adieu. Hij verdween, niet in staat nog langer den blik van Horace Ite verdra gen. Deze, nog een weinig verwonderd, had den tijd niet John's zenuwachtig heid te bemerken; hij hoorde Katie luid lachen in het aangrenzend salon en de jongelieden met haar instem men. O, God! dacht Frankley, heb me delijden met hen, die lijden! Katie verscheen op den drempel. O, wat was ze mooi, vroolijk, ele gant! Zij heeft mijn bloemen nielt bij zich! dacht Horace. Hij naderdJe haar en groette. Heb je ze niet ontvangen? vroeg hij zachtjes terwijl zij zich haar mantel over de schouders liet han gen. Wie? zei ze uit de hoogte. De bloemen! -O. die? Ja. Ik heb ze verloren. Maar mijnheer Frankley, waar komt u vandaan? U ziet er uiit als een ijs beer! U ziet er niet verkwikkelijk uit voor menschen die juist zulke heerlij ke muziek hebben gehoord. Ik heb stappen moeten doen voor vrienden, zei Frankley, vriendien, ,ue niet in staat zijn zelf iets te doen, ik heb niet eerder kunnen komen; wil mij dius excuseer en. Natuurlijk! U is reeds geëxcu seerd! antwoordde Katie met dezelfde hooghartige welwillendheid als waar mede zij een aalmoes zou hebben ge geven. Dat is anders de 'tweede keer in acht dagen, dat het u overkomt! Kan ik je morgen zien? vroeg hij onderworpen, hoewel zijn bloed kookte. Zij babbelde en lachte melt de jon gelieden die haar gevolg uitmaakten, en hij kon haar slechts eenige woor den toevoegen. Wanneer je Idlat wilt Haar rijltuig werd afgeroepen, zij nam den sleep van haar japon op, en begaf zich naar de dieur. Terwijl rij den stoep afging zed ze tot Horace, die haar voorgegaan was, en bloots hoofds in de sneeuw stond. U hebt niet verstandig gedaan, met weg te blijven. U weet ntet, hoe veel u verloren hebt! Hij kon haar nielt naderen; twee ga lante ridders onder steunden haar reeds, op dat zij niet zou uitglijden; zij steeg in haar rijtuig en reed weg. Horace zeltte zijn hoed op, en knoopte zijn jas dicht. Met groote stappen begaf hij zich naar zijn woning, ter wijl de sneeuw in groote vlokken m hem heen dwarrelde. Hij dacht aan Kalt ie en vergeleek haar bij de sneeuw. Blank en koud, zei hij bij zich zelf... En toch houdt ze van mij! Waar om zou zij anders met mij willen trouwen? XXVI. Mevrouw Cobbard rustte onder de sneeuw, die dalt jaar zeer dicht ge vallen was. Door de moeilijke trein verbindingen watten haar kinderen verhinderd geweest, de begrafenis bij te wonen; men hoorde over niets anders spreken dan over inge sneeuwde en onderweg gebleven trei nen. Horace en Ella waren dus de eenigen die alle noodzakelijke maat regelen namen. De zoon van de oude dame schreef een zeer beleefden brief aan het jonge meisje, waarin hij haar verzochlt In liet huis zijner moeder te blijven, tot dat hij het in beyt zou komen nemen tegen de maand Mei of Juni. Ella stemde erin toe; vóór den dood van haar vriendin had zij haar huis te Cambridge weten te verhuren, het geen haar kapitaaltje vermeerderde, en zij gaf er de voorkeur aan te leven in dat eerbiedwaardige hu te, voor haar zoo vol van heilige herinnerin gen, te midden 'dier oude dienstbo den, liever dan het rumoerige hotel leven, het eenige wat haar anders over zou zijn gebleven. Soms kwam Horace haar opzoeken maar niet dikwijls. Hij gaf aan zijn studie al den tijd, die hem het onverbiddlelijke wereld- sche leven overliet. John May was naar New-York te ruggekeerd, miss Mot)ter was niet an ders dan gewoonlijk en toch voelde Frankley zich hoe. langer hoe meer aangegrepen door een onbegrijpelijke jalouzie. Hij was jaloersch zonder te weten van wie hetgeen de ergste soort van jalouzie is. Hij leed in sjtilte, meer dan hij dacht dat moge lijk was, en niet alleen durfde hij er geen woord van aan Katie te zeggen, maar hij kon het oolc met zich zelf niet eens worden. Zij houdt nielt van mijdacht hij elk oogenblik bij zich zelf. Hij kon haar dat niet zeggen, want hij zag haar nooit meer alleen. Als hij haar ging opzoeken, vond hij het salon al tijd vol menschen; helt waren galante jonge mannen, coquette jonge meisjes een kring van Bostonsche sterren, de een nog schitterender dan de ander, en waarboven Kaftie zich verhief. En hoe kon hij dan spreken van zijn liefde, van zijn leed, van zijn ja loersch ongeduld? Een vrouw die niet wil dat men haar ergens over spreekt kan er zeker van zijn dit ook nooit te hooren, want zij kan helt gemakkelijk zóó inrichten, dat ze nooit alleen is, en dit is misschien nog meer het ge val in Amerika dan ergens anders, dank zij de ontwikkeling van het mondaine leven. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 2