zullen In de week voor de kermis eenige
duizenden tract aten verspreid worden.
Voorts zuilen iederen avond anti-kermis-
vergaderingen gehouden worden voor ie
dere jongeling toegankelijk. Het aantrek
kelijk van dien avonden zal bestaan in
het houden van voordrachten en samen
spraken, afgewisseld door zang- en mu
ziekstukjes, terwijl de noodige verver-
Behingen niet zullen ontbreken. Op een
der avonden zal een wedstrijd in het
voordragen gehouden worden. Op een
der andere avonden en wel op de Dins
dagavond zal er eene openbare feest
avond plaats hebben in het Brongebouw,
terwijl het geheel besloten zal worden
door een boottocht langs de schoone
Vechtstreek naar Utrecht met een der
groote salonbooten van de maatschappij
„Carspens" uit Leiden
In Utrecht zal eenige uren vertoeft
worden.
Palest r in a- koor. Dinsdag 15 J u-
li a.s 's avonds te 8 uur, zal het Utrecht-
sche Palestrinakoor in de Groote Kerk
een concert geven. De netto-opbrengst
zal worden bestemd ten bate van onver
mogende borstlijders in het sanatorium
te Hellendoorn en van het Koningin-
Emmafonds, dat hetzelfde doel beoogt.
Een dubbele aanbeveling, dus om het
concert bij te wonen.
Tegen 23 dezer zijn wederom
tal van personen voor het kantongerecht
gedagvaard die, zonder vergunning' te
hebben, als huurder van eigenaars van
huizen, die de vergunning betalen, de
vergunning uitoefenen De reeds veroor
deelden zullen voorloopig niet in hooger
beroep gaan, doch trachten door een
ander contract te sluiten, als zetbaas
van den eigenaar, te ontkomen aan de
bepalingen der wet
S lagersgezellen-vereeni.
gi ng ..O n s Belang'. Donderdag,
avond had in het gebouw „St. Bavo'
eene openbare vergadering plaats van
slagersgezellen. Op deze vergadering
waren ook die patroons uitgenoodigd.
Velen hadden daaraan gevolg gege
ven.
Na opening, der vergadering door
den voorzitter, den heer J. v. Dalen,
die zeidie dat deze bijeenkomst in hoofd
zaak was belegd om te spreken over
het noodzakelijke van Zondagsrust,
kreeg die heer D. de Klerk, lid der
Tweede Kamer, het woord.
Deze zette uiteen dat overal de
vraag naar Zondagsrust meer en meer
ingang gaat vinden. Heit is noodig dat
men één dag in de week rust heeft en
men. evenals de troen. nu en dan een
bivouac vindt Zondags moet men in 't
huisgezin rustig kunnen doorbrengen.
Zoowel voor den geest als voor het
lichaam is Zondagsrust noodiig, die
ook is in 't belang van het werk. En
daarom is het vreemd dat nog niet ge
noeg Zondagsrust door de gezellen kan
worden genoten En wait is daarvan die
reden? Daarvoor zijn er verschillende
Een van dfö groote vijanden der Zon
dagsrust is de onverschilligheid. Door
onverschilligheid en daarnevens paart
zich onnadenkendheid, is menigmaal
het verschaffen van Zondagsrust ver
ijdeld. Wij erkennen heel goed d'at
het voor verschillende werklieden moei
lijk is Zaterdagavond nog bood'sei
pen te gaan doen en deze liever
Zondags gaan. maai- ook daarin kan
verandering en verbetering komen,
wanneer alle patroons hunne uitbeta
lingen op Zaterdag vervroegen of op
Vrijdae stellen.
Door onnadenkendheid wordt mede
voor een groot deel de Zondagsrust van
anderen door anderen opgeofferd B.v
een werkman die zeer goed Zaterdag
avond naar den barbier kan gaan, ste'lt
dit dikwijls onnadenkend uit tot Zon
dag. Maar de grootste vijand dei1
Zondagsrust is nog de concurrentie.
De hatelijke concurrentie tusschen de
patroons onderling heeft reeds menig
maal pogingen tot verkrijging der
Zondagsrust doen verijdelen.
Maar wanneer de patroons desniet
temin doordrongen zijn van de nood
zakelijkheid van Zondagsrust en met
hun medemenschen meegevoelen, dan
zal de Zondagsrust voorzeker toch ko
men. Heit. is in het belang van den
arbeid, van den patroon en van den
gezel, dat één dag per week rust wordt
genoten.
Wanneer ge niet uit u zelf rust neemt
op Zondag, dan eisckt ten slotte de na
tuur hot. De opeengehoopte Inri'chtin.
gen van zenuwlijders geven het bewijs
daarvan, zege-en u dat rust dringend
nood'ig is. En hiervan moeten de pa
troons doordrongen zijn en worden.
Het rustelooze voortjagen vraagt
krachten van uw lichaam, en wanneer
spr dit ziet. dan denkt hij steeds aan
het woord ..dividend". Ja, dat wordt
wellicht iets hooger, wanneer aan de
gezellen de noodige rust wordt ont
houden. maar dit mogen de patroons
niet vergen, wanneer zij weten dat
daarmede de gezondheid1 en de krach
ten der gezellen worden gesloopt.
Hier te Haarlem is het voor de ge-
zeilen geenszins rooskleurig, wat be
treft de Zondagsrust. De patroons be
weren dat zij om de klanten buiten te
behouden, zij deze ook Zondag moe
ten bedienen Maar zijn er in onzen
tijd van uitvindingen dan geen werk
tuigen. die voorkomen dat het vleesch
Zaterdag bezorgd, bederft? Zekei\ Zon
dagsrust kan er zijn. wanneer allen
maar eensgezind zijn en de nood
zakelijkheid daarvan inzien. Er wordt
wei eens gezegd dat die slagersgezellen
ruwe lieden zijn, die zich kenmerken
door groote onverschilligheid. Doch
dit is geheel onwaar. Wanneer men
hun den dekmantel afwerpt, en dringt
in het gemoedsleven van den slagers
gezel. dan ontwaart men dat er een
edel karakter zit in den slagersgezel.
De patroons mogen dus geenszins het
wapen van onverschilligheid toepas
sen om den fezellen de noodige Zon
dagsrust te onthouden. Zij is drin
gend noodig.
Geeft ons derhalve de Zondagsrust,
onze Zondagsrust, die gij aan de maat
schappij hebt ontnomen; geeft ons dien
dag. opdat wii hem in ons gezin kun
nen doorbrengen, opdat wij kunnen
voldoen aan den eisch der natuur, op
dat wij ons kunnen ontwikkelen, opdat
wij kunnen genieten van hetgeen de
aarde geeft te genieten. Geeft ons die
Zondagsrust, zou spreker den patroons
willen toeroepen, op ieder programma
komt zij thans voor. Door dé Vereeni-
ging tot bevordering der Zondagsrust
wordt veel propaganda daarvoor ge
maakt. Ook de tegenwoordige regee
ring is voor invoering der Zondags
rust. Bemoedigende vooruitzichten be
staan er dus voor ons. Maar toch moet
thans nog de stem der gezellen voor
Zondagsrust aanhoudend gehoord wor
den. Spr. hoopt door zijn voordracht
iets er toe te hebben bijgebracht, om de
algeheele Zondagsrust spoedig te Haar
lem ingevoerd te zien.
De heer Hartel zeide dat de Zon
dagsrust hier ter stede reeds 8 maan
den per jaar was ingevoerd en merkte
op dat de gezellen dikwijls dézen dag
niet als rustdag maar atv dronkemans
dag beschouwep.
De heer De Klerk zegt dat uit het
weinig debat valt af te leiden, dat de
slagersgezellen het geheel met hem eeais
zijn. dat Zondagsrust voor hen nood.
zakelijk is. Ook van de patroons mag
voorzeker hetzelfde gezegd worden.
Want niemand van hen. die toch in
ontwikkeling boven de gezellen staan,
en die wat zij tegen de Zondagsrust
hebben, toch wel gezegd zouden heb
ben. heeft iets in 't midden gebracht.
Vandaar dat spreker op de instemming
der patroons met Zondagsrust rekent.
Wat het gezegde van den heer Hartel
betreft, spr. zou. wanneer hij perso
neel in dienst hadl, dat 's Zondags be
schonken liep ze onder handen nemen
en tot inkeering trachten te brengen; ze
onder het oog houdlen, d'at dit ook in 't
nadeel van zijn zaak is. Maar daar
voor is noodiig da,t die patroon meer
voeling houdt met den gezel.
Daarop sprak de heer H. de gezellen
toe en zeide dat wanneer er onder hen
hij vertrouwde van niet, gezellen
waren, die 's Zondags dronken wa
ren. hij allen zou aanraden deze ge
zellen te bekeeren. want zij staan de
goede zaak van allen in dien weg- Be
denkt dit allen, sluit u aan hij de. ver-
eeniging. die zich ten doel stelt ver
hooging van heit zedelijk gehalte.
En dus opgepast dat nimmer meer
dronkenschap als een motief tegen het
verkrijgen van Zondagsrust wordt aan
gegeven.
Nogmaals sprak de heer De Klerk
als zijn wensch uit, daft de Zondags
rust spoedig algemeen lii'er zal worden
ingevoerd.
Daarna kreeg de heer L. de Wied,
voorz. van d'en Ned. Slagersgezelleai-
bond liet woord. Deze herinnerde aan
den gildentijd en de middeleeuwien.
toen de toestanden der slagersgezellen
veel beter waren dan thans en U vak
in hooger aanzien stond. Thans be
schouwde het publiek zoowel de sla
gerspatroons als de gezellen dikwijls
met minachting, d'at betreurt spr. voor
het vak en hii hoopt vurig, dat dit zoo
niet zal blijven. Voorts wees spr. op
de misstanden in het vak. als daar
zijn de 100 a 110 diensturen per week;
de lage loonen. en het exploiteerven
van de gezellen als wielrijders. Ook
deze spreker wees in antwoord op het
geen de heer Hartel zeide, er op dat
de slagersgezellen wel i:s waar d'ikwij ls
ruw en onverschilig zijn, maar dat dit
hun vak medebrengt, maar dat zij des
niettemin een edel haai, hebben en dat
ii. wanneer hun op hun plicht wordt
gewezen .wel voor verbetering vatbaar
zijn. Maai- daarvoor moeten de pa
troons aan de billijke eischen dér ge
zellen ook iets toegeven en niet gedoo
gen, dat zij 100 uren en langer per week
en des Zondags moeiten werken; dat zij
in den kost werken en gebruikt worden
als boodschapjongens. Dit zijn ernsti
ge grieven der gezellen. Door"samen
werking met de patroons kan evenwel
veel verbetering komen en dfeze samen
werking is mogelijk, want de patroons
hebben door hun opkomst getoond, dat
zij een open oor hebben voor de grie
ven der gezellen.
Daarna wekte spr. allen krachtig op
zich aan ite sluiten bij de Slagersgezel-
len-vereeniging. die eenigste corpora-'
tie. die hunne belangen bij de patroons,
kan verdédigen.
Aan het hierop volgend débat nam
wederom deel die heer Hartel. die zij.
ne bovengenoemde motieven tegen de
Zondagsrust der gezellen bleef hand
haven.
Nadat de laatste spreker er op ge
antwoord had. dat die heer H. zeker
wel wat overdreef, stond) een der pa
troons. de heer H. J. Daudeij op, die
niet alleen dit laatste gezegde geheel
onderschreef, maar bovendien verkon
digde dat wat de heer Hartel omtrent
de slagersgezellen had' gezegd, leugen-'
iaal was. Juist Hartel was de per
soon. die alle patroons, die voor in-j
voering der Zond'agsrusit waren, in
den weg stond; hij was het, die alle
besluiten der patroonsvereeniging,
waarvan hij ook lid) was. dwarsboom-
,de. door toch zijn winkel open te hou
den. En nu wil hij het doen voorko
men of dronkenschap van de slagers
gezellen de invoering van de Zondags
rust. in den weg staat; maar dlit zijn
alle onware argumenten, door den heer
Hartel in het debat gebracht om zijn
persoon te redden, om den onwi', die
steeds van hen uitgaat, te verbloemen.
Een ernstig woord van protest tegen
het optreden vam den heer Hartel moet
hier dan ook van de zijd'e der patroons
gehoord worden. Daarop nam de
laatste spreker wed'er het woord en
hekelde nu niet minder dien heer Har
tel. die- door onware voorsteilinge zijn
ter. die door onware voorstellingen zijn
den.
Nadat de patroons verzekerd had
den dat zij a.s. Dinsdag in eene huis-
lu -ude vergadering over invoering
van Zondagsrust zouden spreken, werd
de vergadering gesloten
Uit de Omstreken.
Heemstede.
Zondag 13 Juli herdenkt de gemeen-
te-veldwachlter G. Bouman alhier den
dag, waarop hij voor 25 jaar geledne
in politiedienst trad. Op 13 Juli 1877
aangesteld, tot agenlt van politie 3e kl.
te Haarlem en op 1 Januari 1879 be
vorderd tot 2e kl. werd hij op 4 Ja
nuari 1881 benoemd tiolt gemeente
veldwachter alhier.
Gedurende zijn diensttijd alhier
heeft hij zich doen kennen als een
flink politieman; hij behoorde o.a. tot
het, drietal politiebeambteln. dat in
den nacht van 16 Juni 1891, de des
tijds zoo beruchte en gevreesde inbre
ker Coolen, aan den Rijksstraatweg
alhier, arresteerden, voor welk feit
hij in het Algemeen Politieblad van
23 Juni d.a.v. door Z.Ex. den heer mi
nister van justitie! eervol werd ver
meld.
Velsen.
Bij den landbouwer P. Blad alhier
is miltvuur ontstaan onder de runde
ren éen koe is reeds gestorven.
IJmuiden.
Reeds veertien vereenigingen, zoowel
hier als te Beverwijk en te Velsen, heb
ben zich opgegeven om Hendrik Slegt-
kamp feestelijk te ontvangen als hij uit
Zuid-Afrika hier terugkomt, Uit naam
van IJmuiden's burgerij zal hem een aan
denken aangeboden worden. Verschillen
de Haarlemsche vereenigingen zullen me
dedoen aan hei huldebetoon.
Binnenland.
Hofberichten.
De lijfarts der Koningin, dr. Roes-
singh, is Donderdagochtend uit den
Haag naar Scliaumbuirg veritrokken,
ten einde H. M. te bezoeken.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden
is Donderdagavond te Schaumburg
aangekomen.
Z. K. H. heeft eenige dagen doorge
bracht op zijn landgoed .Dobbin" n
Mecklenburg.
- sfe -j;;
Prins Hendrik der Nederlanden is Don
derdagavond om 9 uur aan het station
Diez aangekomen, waar hij door koning
in VVilhelmina werd ontvangen. De Ko
ningin en haar gemaal begaven zich
naar het slot Schaumburg.
De minister
van buitenlandsche zaken neeft, als
gevolg van een met den minister van
justitie gepleegd overleg, tot de com
missarissen der Koningin de uitnoo-
diging gericht om voortaan slechts
aan Nederlanders buitenlandsche pas
poorten uit te reiken, tenzij de vreem
deling, die zoodanig paspoort ver
zochit, mocht blijken een aanvrage om
naturalisatie te hebben ingediend.
Neerbosch.
Helt bestuur zag zich gedrongen tot
ingrijpende reorganisatieplannen, In
te gaan Juli 1903 bij de eerstkomende
jaarvergadering (de veertigste) werd
op diens verzoek eervol ontslag ver
leend aan den directeur-stichter, den
heer Joh. van 't Lindienhout; eveneens
op haar verzoek op datzelfde tjj stip
in te gaan aan de direarlee mevrouw
Van 't LindenhoutKoper, die na dei
dood harer schoonmoeder in die func
tie was opgetreden, terwijl ook aan
haar echtgenoot, den heen- Jacob van
't Lindenhouft, eervol ontslag uit zij
ne onderscheidene werkzaamheden
op denzelfden datum in te gaan, werd
verleend.
Naar huis.
De heer C. H. Toewater, chef van trac
tie bij de Zuid-Afrikaansche Spoorweg-
Mij., die sinds twee jaar gevangen zat
op Cuylon, is op de Hamburg naar Ne
derland vertrokken.
Vlissingen bloeit niet.
In de zitting van de Kamer van
Koophandel te Vlissingen werd het
jaarverslag over 1901 overgelegd,
waaraan wij het volgende ontleenen
Toen in 1875 de nieuwe havenwer
ken gereed waren gekomen, werd al
gemeen verwacht, dat Vlissingen een
groote toekomst tegemoet ging en dat
die stad een ernstige concurrente zou
worden voor Rotterdam en Antwer
pen Vlissingeai immers was zeer
gunstig gelegen aan den breeden
Scbeldemond, zoodat de plaats bij
storm en mist veilig te bereiken was,
van belemmering door ijs bij strengen
vorst was geen isprake en de havens
voldeden voor dien tijd aan de hoog
ste eischen.
Nochtans werd men in die ver
wachtingen geheel teleurgesteldin
de eerste jaren weliswaar verscheepte
de firma Krupp te Esschen belangrij
ke hoeveelheden materieel over Vlis
singen. maar te Rotterdam werden
aan die firma zeer groote faciliteiten
aangeboden en zij verliet de Vlissing-
scho haven in dien zelfden tijd wer
den belangrijke hoeveelheden vee naar
Engeland verscheept, doch dit Meld
op door verbodsbepalingen in England.
Later is door eenige ondernemende
mannen de Hollandsche Scheepvaart-
Maatschappij opgericht, die twee goe
derenbooten in de vaart bracht om
daarmede van Vlissingen op Shields
te varen door de sterke concurrentie
echter moest die maatschappij het op
geven en werd de lijn naar Rotterdam
verplaatst.
Verder zijn gedurende eenige jaren
vrij groote hoeveelheden petroleum
van uit Amerika uitgevoerd, naar de
hier bestaande tank-inrichtingen, doch
dat heeft grootendeells opgehouden.
Overigens werd de Vlissingsche ha
ven in al die jaren slechts sporadisch
bezocht. Er moeten ernstige ponden
zijn waarom de haven te Vlissingen
niet aan haar verwachtingen voldoet
en het kan zijn nut hebben die gron
den op te sporen.
Jn de eerste1 plaats zijn er te Vlissin
gen geen handelshuizen, die koopwa
ren aan te voeren of te verzeilden heb
ben en kooplieden van elders zullen
slechts door den nood gedrongen hun
schepen naar die haven zenden.
In de tweede plaats heeft Vlissingen
weinig industrie, zoodat deze de
is cheep vaart weinig kan voeden in d'e.
derde plaats is het vervoer voor Vlis
singen veel duurder dan van Rotter
dam en Antwerpen, zoodat de transi
toh an del geen enkele reden heeft om
van de Vlissingsche haven gebruik te
maken. Tn de vierde plaats, omdat te
Vüssöngen, ingevolge een contract
tusschen het Rijk en de Kon. Maatsch.
De Schelde" havengeld wordt gehe
ven, terwijl de andere rijkshavens
vrij zijn.
yrije Universiteit enlTheol. school
Naar het ,,N. v. d. D.'" met zekerheid
verneemt, is in de dezer dagen gehouden
jaarlijksche vergadering der curatoren
van de Theologische school te Kampen
ook het bekende en in de Gereformeerde
Kerken zooveel beweging veroorzakende
ontwerp-contract der ineensmelting van
Vrije Universiteit en Theol. School ter
sprake gekomen.
O.m. kwam de vraag aan de orde, of
de curatoren daarover al dan niet een
advies aan de Generale Synode zouden
uitbrengen.
Na langdurige besprekingen werd ten
slotte het voorstel gedaan om te advisee-
ren, dat als voorwaarde zou gesteld wor
den, dat de benoeming van professoren
alleen door de kerken zou geschieden en
dat de Synode over de vereeniging van
Theologische School en Vrije Universi
teit geen beslissing zou nemen, tenzij
deze met. eenparigheid van stemmen zou
kunnen geschieden.
Dit voorstel werd echter verworpen met
staking van stemmen, De verhouding tus
schen vóór- en tegenstanders blijkt dus
daar dezelfde te zijn als in het college
van professoren.
Engel sclie lomperds.
Een passagier van het stoomschip Sta
tendam, van New-York te Rotterdam bin
nengekomen, deelt aan de „N. Ct." het
volgende mede:
Vlak bij Wight gekomen, ontdekte de
gezagvoerder, kapitein Bakker, een En-
gelsch oorlogsschip under the lee of the
land, een tweede-klasse-kruiser. Kapitein
Bakker vroeg, met behulp van zijn sig
naalvlaggen, naar den toestand van den
Koning, doch men was Engelsch-onwel-
voeglijk genoeg de vraag niet te beant
woorden; de Statendam is door den krui
ser opgemerkt, anders had de kruiser
het saluut der Nederlandsche vlag niet
beantwoord. Eenige minuten later pas
seerde men het signaal-station van Wight
waarheen dezelfde vraag gericht werd en
nu kwam het antwoord, dat de Koning
het best maakte en de gezagvoerder voor
zijn beleefdheid werd bedankt.
Een dergelijke handelwijze van de zij
de van een oorlogsschip, men zou kun
nen zeggen van een officieele zijde,
wordt door de zeelui als zeer onhebbe
lijk beschouwd-
De laatste zeiltocht op de Haar
lemmermeer.
Een ooggetuige schreef een en ander
aan ,,De Tijd" over de eersten-steen-leg
ging voor het stoomgemaal „de Leegh-
water" aan de Kaag bij Leiden voor het
droogmalen van het Haarlemmermeer.
Hij begaf zich met zijn vader en een
ouderen broeder per jacht langs de Zijl
van Leiden naar de Kaag, waar tal van
jachten vereenigd waren, het eene al
mooier dan het andere, van Amsterdam,
Rotterdam, s-Gravenhage, Leiden, ja van
waar al niet.
Baron van Pallandt legde als vertegen
woordiger van onzen geëerbiedigden Ko
ning den eersten steen. Een daartoe uit
verkoren jonge dame bond hem het fijn
lederen schootsvel voor, terwijl een
werkman hem een mahonie'houten bakje
met kalk en een gouden troffel aanbood.
Verscheidene heeren en dames, ook onze
zegsman, legden op hun beurt een steen,
waarna al de aanwezige jachten een zeil
tocht hielden op het dien dag begun
stigd door het fraaiste weer voor het
laatst bevaarbare meer. Ook was er een
jacht uit Leiden met de muziek van de
lanciers aan booTd. Midden op het meer
liet dit jacht de ankers vallen, en onder
de lustige tonen der muziek gingen alle
jachten er omheen liggen.
De vader van onzen ooggetuige voegde
toen zijn twee zonen toe: „Jongens, jul
lie bent nog jong. maar dat zal je nooit
beleven dat zij dat meer droog krijgen!"
En ruim drie jaren later liep hij zelf
over den drooggelegden waterplas, en
nog tal van jaren heeft hij in den Haar
lemmermeerpolder zaken gedaan.
Het stoomgemaal Leeghwater had acht
pompen en elke pomp wieTp zestig oks
hoofden water uit per minuut; de acht
pompen te zamen dus verwijderden niet
minder dan 480 maal 60 gelijk 28,800
okshoofden per uur. Wanneer, zooals
van tijd tot tijd gebeurde, een ketting
van een der pompen afknapte, kon men
den knal op verren afstand hooren.
„Daar het meer ruim van baars was
voorzien, is een waarheid," schrijft de
zegsman van de „Tijd" verder. „De Lei-
denaars wandelden in den zomer 's mid
dags naar het Warmonderhek, kregen in
het bekende koffiehuis bij de brug hen
gels en gingen bij de brug visschen, want
de baars kwam door de Haarlemmervaart
's avonds daarlangs en zoodoende ging
geregeld ieder visscher met 'n mooie
vangst naar huis."
Terug.
De vermiste 14-jarige zoom van den
hoofdinspecteur van politie te Leiden
den heer Pronk, heeft zich te Rotter
dam gemeld op het politic-bureau in
de Witie-de-Wïthstraat, met zijn boe
ken nog onder den arm. Na te zijn
weggeloopen, omdat hij in de tweede
klas van die H. B. S. was blijven ztiL
ten, nam de jongen zijn weg over den
Haag en Delft, sliep 'snachts in een
weide en kwam den volgenden dag
loopende te Rotterdam aan, met de
bedoeling om, zoo mogelijk, op een
schip een plaatsje te vinden. De hon
ger dïeef hem er ten slotte toe. zich
op een politiebureau aan te melden.
Hij is natuurlijk dadelijk naar Leiden
teruggebracht.
Vervroegde winkelsluiting.
Uit Amsterdam meldt men:
Ter voorbereiding der bespreking van
het vraagstuk der vervroegde winkelslui
ting op het Middenstandcongrets heeft de
Amsterdamsche Winkeliers-vereeniging
een onderzoek ingesteld.
Aan 6000 Amsterdamsche winkeliers
werd antwoord verzocht op de hier vol
gende vragen:
Welk bedrijf oefent gij uit?
Hoe laat opent gij uw winkel?
Hoe laat sluit gij uw winkel?
Zijt gij voor een wettelijk geregelde
sluiting?
Zoo gij hier voor zijt, om welke reden?
Zoo gij hier tegen zijt, om welke reden?
Hoe laat zoudt gij het sluitingsuur ge
regeld wenschen te zien?
In welken tijd van het jaar zoudt gij
het voor uw beroep noodzakelijk achten
later open te zijn?
Wat acht gij wenschelijker: gemeente
verordening of rijks-wetgeving?
Reeds is een zeer groot deel der circu
laire beantwoord teruggekomen.
Zooals de zaak zich thans laat aanzien,
schijnt de meerderheid der winkeliers
gestemd te zijn voor een wettelijk gere
geld sluitingsuur.
Gevonden.
Dezer dagen werd gemeld, dat te Venlo
een meisje, 't welk in een restaurant
diende, spoorloos verdwenen was, naar
men vermoedde, ontvoerd. De dader is
thans gevonden. Een der twee heeren,
die sedert eenige dagen in datzélfde ho
tel te Venlo hadden gelogeerd, was nl.
aan het station aldaar om er zijn koffers
in ontvangst te nemen, waar hij werd
aangehouden. Voor den commissaris
van politie gebracht, verklaarde hij dat
juffrouw D., qud 19 jaar, door hem te
Aken was gebracht.
Voorloopig in arrest gehouden, ten ein
de omtrent zijn voorgeven nadere inlich
tingen in te winnen, werd het meisje
aan het opgegeven adres te Aken gevon
den, en is zij, tot vreugde harer ouders,
te Sittard teruggebracht.
De dader, zekere W. E„ oud 32 jaar,
van beroep artiest, is thans, op aan
klacht van den vader, ter beschikking
van den officier van justitie gesteld,
wegens ontvoering van een minderjarig
meisje.
Handel in haring.
Naar men met zekerheid verneemt,
is te Amsterdam door een drietal fL
nanciers een combinatie gevormd,
welke zal trachten den aanvoer van
haring en den handel daarin weder
alhier te doen herleven.
Daar Amsterdam bijzonder gunstig
voor transport naar het buitenland ge
legen is (met Ymuiden als aanvoer-
plaats) 'is besloten de directie te Am
sterdam te vestigen en filialen te
IJmuiden op te richten. Dit jaar zal
alleen handel in haring gedreven wor
den en zullen voorbereidende; maatre
gelen genomen worden om een eigen
stoomvaart te formeeren.
De directie zal opgedragen worden
aan de firma Fred. Backer en Co., te
Amsterdam, welke reeds uitgebreide
relatiën heeft met groote ansjovishan-
delaars.
Een ridder.
Donderdagavond arriveerde te 6.30 het
stoomschip „Koning Willem I" binnen
de pieren te IJmuiden. Aan boord be
vond zich de wachtmeester cavalerie M.
Cohen, geboren te Goes den 24en Novem
ber 1877.
Nadat de terugkeerende onderofficie
ren en manschappen door den bevelvoe
renden sergeant-majoor op twee gelede
ren waren opgesteld, heette de heer Wijn
malen hen allen welkom, speciaal den
wachtmeester Cohen.
„Als gewoon cavalerist zag ik u in
1896 naar Indië vertrekken, opgewekt,
vroolijk. Al spoedig vernamen wij dat gij
uit het hout gesneden waart, waarvan
men goede soldaten snijdt. Dit toondet
gij op Lombok in 1899, toen ge u zoo on-
derscheidet, dat ge eervol vermeld werdt,
en de gouden kroon op uw expeditie-
kruis mocht dragen. Spoedig daarop
werdt ge brigadier en verplaatst naar
Atjeh, waar nog steeds kwaadwilligen
onze brave soldaten veel te doen geven.
Bij de vermeestering van de vijandelij
ke stelling Tjot Kala gaaft ge weer blij
ken van grooten moed, van veel beleid,
van goede Hollandsche trouw en van ge
zonde kameraadschap. Dien moed, dit be
leid en die trouw bewonderen wij, maar
even hoog schat ik de door u betoonde
kameraadschap. Zeker, de discipline is
de ziel van den militairen stand, maar
de kameraadschap is er het sieraad van,
en den belangloozen opofferenden ijver
van den een om den ander van dienst
te zijn, ziet men nergens beter dan van
een soldaat te velde. Men redt daar soms
zoo terloops elkanders leven met eigen
den nadruk leggende op die woorden.
Och. waartoe zou dat dienen
mompelde John, ik hecht niets meer
aan fortuinHet was niet voor mij,
voegde hij erbij, terwijl hij haar, die
zijn hart gebroken had. strak aanzag
Je moét het doen, herhaalde Ka
tie. die zijn blik doorstond.
John werd als door een electrische
schok aangegrepen. Zijn oogen on
dervroegen het jonge meisje, dat haar
schijnbare kalmte behield.
Waarom vroeg hij buiiten zich
zelf,
Omdat de toekomst in handen
van God is, antwoordde zij. terwijl ze
zich langzaam verwijderde.
John bleef onbeweeglijk staan, als
door den donder getroffen eensklaps
vielen zijn oogen op de bloemen, d'ie
zij had laten vallen
Bloemen van Horacedacht hij.
Zijn lippen herhaalden werktuigelijk
die woorden, zonder er een beteekenis
aan te hechten, toen eensklaps, liep
hij de zaal uit, als een. schuldige, die
vlucht. Na zijn overjas te hebben
aangetrokken, ging hij naar de deur.
toen hij eensklaps tegenover Franlc-
ley stond, die juist binnenkwam
Met sneeuw bedekt, bleek, met doffe
oogen, als iemand, die niet geslapen
heeft, geleek Horace het gepersoni
fieerde ongeluk.
Wat is er? riep John uit, meer
ontroerd dan hij het elk ander oogen-
blik zou geweest zijn.
Ik heb vrienden die ongelukkig
zijn, ik kon niet eerder komen.
Is iedereen vertrokken?
Neen, antwoordde May. Adieu.
Hij verdween, niet in staat nog
langer den blik van Horace Ite verdra
gen.
Deze, nog een weinig verwonderd,
had den tijd niet John's zenuwachtig
heid te bemerken; hij hoorde Katie
luid lachen in het aangrenzend salon
en de jongelieden met haar instem
men.
O, God! dacht Frankley, heb me
delijden met hen, die lijden!
Katie verscheen op den drempel.
O, wat was ze mooi, vroolijk, ele
gant!
Zij heeft mijn bloemen nielt bij
zich! dacht Horace. Hij naderdJe haar
en groette. Heb je ze niet ontvangen?
vroeg hij zachtjes terwijl zij zich haar
mantel over de schouders liet han
gen.
Wie? zei ze uit de hoogte.
De bloemen!
-O. die? Ja. Ik heb ze verloren.
Maar mijnheer Frankley, waar komt
u vandaan? U ziet er uiit als een ijs
beer! U ziet er niet verkwikkelijk uit
voor menschen die juist zulke heerlij
ke muziek hebben gehoord.
Ik heb stappen moeten doen voor
vrienden, zei Frankley, vriendien, ,ue
niet in staat zijn zelf iets te doen, ik
heb niet eerder kunnen komen; wil mij
dius excuseer en.
Natuurlijk! U is reeds geëxcu
seerd! antwoordde Katie met dezelfde
hooghartige welwillendheid als waar
mede zij een aalmoes zou hebben ge
geven. Dat is anders de 'tweede keer
in acht dagen, dat het u overkomt!
Kan ik je morgen zien? vroeg
hij onderworpen, hoewel zijn bloed
kookte.
Zij babbelde en lachte melt de jon
gelieden die haar gevolg uitmaakten,
en hij kon haar slechts eenige woor
den toevoegen.
Wanneer je Idlat wilt
Haar rijltuig werd afgeroepen, zij
nam den sleep van haar japon op, en
begaf zich naar de dieur. Terwijl rij
den stoep afging zed ze tot Horace,
die haar voorgegaan was, en bloots
hoofds in de sneeuw stond.
U hebt niet verstandig gedaan,
met weg te blijven. U weet ntet, hoe
veel u verloren hebt!
Hij kon haar nielt naderen; twee ga
lante ridders onder steunden haar
reeds, op dat zij niet zou uitglijden;
zij steeg in haar rijtuig en reed weg.
Horace zeltte zijn hoed op, en knoopte
zijn jas dicht. Met groote stappen
begaf hij zich naar zijn woning, ter
wijl de sneeuw in groote vlokken m
hem heen dwarrelde.
Hij dacht aan Kalt ie en vergeleek
haar bij de sneeuw.
Blank en koud, zei hij bij zich
zelf... En toch houdt ze van mij! Waar
om zou zij anders met mij willen
trouwen?
XXVI.
Mevrouw Cobbard rustte onder de
sneeuw, die dalt jaar zeer dicht ge
vallen was. Door de moeilijke trein
verbindingen watten haar kinderen
verhinderd geweest, de begrafenis bij
te wonen; men hoorde over niets
anders spreken dan over inge
sneeuwde en onderweg gebleven trei
nen. Horace en Ella waren dus de
eenigen die alle noodzakelijke maat
regelen namen.
De zoon van de oude dame schreef
een zeer beleefden brief aan het jonge
meisje, waarin hij haar verzochlt In
liet huis zijner moeder te blijven, tot
dat hij het in beyt zou komen nemen
tegen de maand Mei of Juni.
Ella stemde erin toe; vóór den dood
van haar vriendin had zij haar huis
te Cambridge weten te verhuren, het
geen haar kapitaaltje vermeerderde,
en zij gaf er de voorkeur aan te leven
in dat eerbiedwaardige hu te, voor
haar zoo vol van heilige herinnerin
gen, te midden 'dier oude dienstbo
den, liever dan het rumoerige hotel
leven, het eenige wat haar anders
over zou zijn gebleven.
Soms kwam Horace haar opzoeken
maar niet dikwijls.
Hij gaf aan zijn studie al den tijd,
die hem het onverbiddlelijke wereld-
sche leven overliet.
John May was naar New-York te
ruggekeerd, miss Mot)ter was niet an
ders dan gewoonlijk en toch voelde
Frankley zich hoe. langer hoe meer
aangegrepen door een onbegrijpelijke
jalouzie. Hij was jaloersch zonder te
weten van wie hetgeen de ergste
soort van jalouzie is. Hij leed in
sjtilte, meer dan hij dacht dat moge
lijk was, en niet alleen durfde hij er
geen woord van aan Katie te zeggen,
maar hij kon het oolc met zich zelf
niet eens worden.
Zij houdt nielt van mijdacht hij
elk oogenblik bij zich zelf. Hij kon
haar dat niet zeggen, want hij zag
haar nooit meer alleen. Als hij haar
ging opzoeken, vond hij het salon al
tijd vol menschen; helt waren galante
jonge mannen, coquette jonge meisjes
een kring van Bostonsche sterren, de
een nog schitterender dan de ander,
en waarboven Kaftie zich verhief.
En hoe kon hij dan spreken van
zijn liefde, van zijn leed, van zijn ja
loersch ongeduld? Een vrouw die niet
wil dat men haar ergens over spreekt
kan er zeker van zijn dit ook nooit te
hooren, want zij kan helt gemakkelijk
zóó inrichten, dat ze nooit alleen is,
en dit is misschien nog meer het ge
val in Amerika dan ergens anders,
dank zij de ontwikkeling van het
mondaine leven.
(Wordt vervolgd.)