NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
FRANKLEY.
20e Jaargang
V-ijdag IN Juli 1902.
No. 5843
HAAKLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN:
Voor Haarlem per 3 maandenL20 Van 15 regels 50 Cta.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waav een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prija der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maandenL30 Groote lettere naar plaatsruimte. Bq Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door het geheele Rqk, per 3 maandenL65 Reclames 30 Cent per regel.
Afzonderlijke nummers0.02Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider BuitenSpaariie No.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37££ Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoounnuimer der Administratie 128.
de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het BuitenlandOompagme Générale de PvMicité Etrangèrt O. Ia DAUBE Co. JOHN F. JONES, Svcci, Parijs 31Mt Faubourg Monmartré.
Haarlem's Dagblad van 18 Joli
bevat o.
Moeilijkheden in Zuid-Afrika,
Beleediging van Keizer Wilhelm,
Atjeh, Leerplicht, Nabetrachting
ea Vervolg Gemeenteraad.
NABETRACHTING
van den
GEMEENTERAAD.
De middagzon scheen fel op de ruiten
van de benauwde en bekrompen Raads
zaal en de ventilatie kon de atmosfeer
niet frisch houden, zoodat de gasvlam
men ten slotte, allicht uit pure wanhoop,
met kleine plofjes gingen flikkeren. Was
het die warmte, die aanleiding gaf, dat
de stemming bij de debatten gezellig en
genoegelijk was en dat er zooveel werd
afgedaan?
't Is zou ik haast zeggen in geen maan
den gebeurd, dat we bijna dertig punten
onder de knie hebben gekregen. Er is er
maar een uitgesteld en dat was het abat
toir-voorstel, omdat de teekeniagen niet
ter visie hebben gelegen, 't Gold hier
eigenlijk een quaestie van deftigheid. De
heer Stolp had, zoo verklaarde hij, de ge
woonte, om wanneer hij iets niet bij de
stukken vond, dat hij toch zien. wou, per
bode daarom te laten vragen bij den Se
cretaris; de heer Roog was van oordeel,
dat dit niet te pas kwam en dat, de
Raadsleden die stukken compleet in de
Leeskamer behoorden te vinden. Ik voor
mij zou het nóg deftiger vinden, wanneer
de stukken den leden die dat wenschten,
per deftige equipage door een bode in
sierlijk costuum werden thuisgebracht,
maar dat heeft misschien om practische
redenen bezwaren. De heer Roog kreeg
in elk geval zijn zin en de teekeningen
zullen voor den dag gehaald worden. Dit
Raadslid is in den laatsten tijd zoo in 't
oog loopend in de oppositie, dat er een
verwonderd .,a ha!" door de vergadering
ging, toen hij bij een van de voorstellen
van B. en W. een betuiging van instem
ming gaf. Ook de heer Beijnes, al voer
de hij dan ook het woord niet, was blij
kens zijn stem in de oppositie. Ik kan
mij dat wel verklaren. Als je zoo lang
niet in de gelegenheid bent geweest om
te opponeeren, dan valt er op een gege
ven oogenblik heel wat schade in te ha
len.
Toch was er een les van nederigheid
in deze Raadszitting te halen. De heer
Van Styrum, correct als altijd, wees er
op, dat de Raad niet, zooals aanvankelijk
gedacht en verwacht werd, invloed op de
détails van de stationsplannen zou kun
nen hebben. Eerst zou de Holl. Sp. ze ter
goedkeuring krijgen, daarna B. en W.
en ten slotte de Minister, die dus het
laatste woord zal hebben. En nu zei de
heer Van Styrum wel vergoelijkend, dat
dit geen bezwaar zou opleveren, omdat
immers de Minister niet licht wijzigin
gen brengen zou in wat de Holl. Spoor
en het gemeentebestuur waren overeen
gekomen, de mogelijkheid is niet buiten
gesloten en die had de Raad te slikken.
Ik moet erkennen, dat deze den pil met
gratie door het keelgat liet glijden. De
tweede pil gaf de heer Hofland in. toen
hij vroeg of de gemeente niet een ge
deelte van haar bijdrage reserveeren kon
voor 't geval, dat de Holl. Spoor haar ver
plichtingen niet zou nakomen. Immers
de Voorzitter kon hem geen beteren
troost geven, dan deze dat de gemeente
dan schadevergoeding zou kunnen ei-
schen. Dus procedeeren, jawel! En de
derde pil diende de heer Sneltjes. die
trouwens oud-apotheker is, zijn medele
den toe, toen hij er op wees, dat de Staat
ingeval van naasting der Holl. Spoor wel
bevoegd, maar niet verplicht is de wer
ken uit te voeren en de heer Van Styrum
er op wees, dat de wet het aldus voor
schreef en niet anders. Maar men moest
de Holl. Spoor vertrouwen, klonk het
van verschillende kanten. Ik wil in de
mate van te besteden vertrouwen niet
onder doen, maar evenmin verbergen,
dat we vrijwel met handen en voeten ge
bonden aan anderen zijn overgeleverd en
dat we, als alles zonder haken en oogen
afloopt, het dankbaar mogen loven.
Zooveel is zeker, dat de hulde, die de
heer de Breuk den burgemeester toe
zwaaide. geen holle phrase was. De Bur
gemeester heeft de zaak met veel geduld
en tact behandeld en zich daarvoor veel
moeite gegeven.
In elk geval stond de gedachtewisse
ling over dit punt hooger, dan het iet
wat klungelige debatje over den onder
stand aan de weduwe de Roo. De heer
Bijvoet deed een goed werk, door toen
bleek dat 1 6 niet gegeven zou worden,
f 4.50 voor te stellen en zoodoende al
thans te beletten, dat de toelage daalde
tot f 3. maar verheffend zijn deze discus
sies toch niet en ze doen hartelijk ver
langen naar het afkomen van de vaste
regeling.
Zal die er eerder wezen dan de hulp-
school in 't oude Huis van Bewaring? De
heer Hugenholtz zette zijn oppositie
daartegen, op grond van de ongelukkige
plaats, krachtig voort, maar zonder suc
ces. En de wethouder van onderwijs, zich
weer even handig verdedigende als altijd,
zei dat de Raad gemakkelijk praten had
met zijn kritiek op de voorgestelde ter
reinen, de Raadsleden zelf wezen immers
ook geen betere terreinen aan! Daar is
nu wel wat van aan, maar het mag ook
gezegd, dat B. en W. niet altijd gebruik
maken van aangeboden terreinen. Zoo
wees het College indertijd het aanbod van
een huis in de KI. Houtstraat voor Stads
apotheek af, hoewel het direct aan 't
gasthuis grensde en allicht goedkooper
was, da nhet later gekochte terrein aan
den Kampersingel. En zoo weet ik ook.
dat B. en W. onlangs nog een aanbod
van een flink huis met tuin aan dienzelf
den Singel afwezen, nog vóór een prijs
was, dan het later gekochte terrein aan
goed voor schóól had kunnen dienen.
Dat het voorstel-Groot om rekening en
verantwoording te vragen van de 110.000
voor het gemeentelijk Muziekkorps, val
len. zou, sprak van zelf. Het was een van
die voorstellen, waaraan je geen houvast
hebt en toen de heer Van Styrum boven
dien nog betoogde, dat het om redenen
van vorm niet aannemelijk was, glipte
het den voorsteller heelemaal uit de hand.
Toen de openbare zitting uit was had
de Raad er nóg niet genoeg van en ging
nogeens wat vergaderen in comité. O,
blakende ijver van geblakerde Raadsle
den! Ze krijgen nu denkelijk wel de be
looning voor hun vlijt in een week of wat
vacantie van Raadszittingen De heer
Rasch, het nieuwbenoemde lid. had die
maar vast genomen, zoodat de heer
Thijssen in zijn eentje geïnstalleerd
werd.
Politiek Overzicht.
Er komen onrustwekkende berichten
uit Zuid-Afrika, berichten, die niet ai-
leen irx Engeland' met bezorgdheid zul
len worden vernomen.
Na een hardnekkigen en bewonde
ring afdwingenden strijd van twee en
een half jaar, zagen de Boerenleiders
de ojimogelijkhend' in om voor heit
oogenblik den oorlog voort te zetten.
Het blokhuizenstelsel belemmerde hun
ne vrijheid: van beweging; het aantal
doodien, gewonden en gevangenen wer
te groot; bovendien stond het gevaar
voor ontvolking en voor bet uitsterven
van helt ras door d'e opsluiting dei-
vrouwen in concentratiekampen, te
wachten. En de Boerenleiders beraad
slaagden met elkander en met de En-
gelsche bevelhebbers over de mogelijk,
heid) om den strijd' te Staken.
Dit besluit en de uitvoering hebben
aanvankelijk instemming gevonden bij
de Boeren in de republieken; en zelfs
de- Engelsche bevelhebbers verwonder-
dn zich ovr d'e volgzaamheid en ae
loyauteit waarmede de Boeren d'e be
palingen der acte van overgave uit
voerden.
Nu komt echter zooals wij gisteren
meldden blijkens de berichten uit
Pretoria, dereactie, na liet gevoel van
opluchtin gover bet eindigen der vij
andelijkheden komt nu het gevoel van
spijt, dat de onafhankelijkheid der
Republieken prijsgegeven is.
Daarbij komt nog, dat het nationali
teitsgevoel. voor een oogenblik inge
sluimerd tengevolge van de omzwer
vingen en ontberingen, wakker wordt
nu men de gevolgen van den oorlog
aan huis en hof, en wellicht ook in den
huiselijken kring ontwaart. Er is bijna
geen gezin in de Republieken, waarin
niet hier de zoon, daar de broeder, gin.
der de vader, of een ander familielid
ontbreekt, gesneuveld, gestorven, weg
gerukt van de zijde der zijnen. En nu
de oorlog geëindigd is. en de gezinnen
weder bij elkaar komen, worden die
verliezen zwaarder en voelbaarder. De
hand. die straks nog het onfeilbare
musket voerde, dat moest worden afge
geven aan den Engelsckman. balt zich
in den zak; en in het hart rijst dat ge
voel van rnachtelooze woede op, de eer-
ste opwelling die leiden zal tot verzet...
Het is niet te verwachten dat dit
verzet nu reeds komen zal. Maar het is
een angstig verschijnsel, wanneer de
berichten den toestand juist weerge
ven. dat er nu reeds sporen van merk
baar worden.
Wat zal Engeland daartegen doen?
Zal het met wapengeweld, met machts
vertoon. met harde wetten, pogen die
sporen van verzet te onderdrukken?
Of zal het. door kalm overleg, door ge
matigd optreden, door begrip van den
toestand te toonen. pogen den Boeren
het zware verlies hunner vrijheid en
nationaliteit te vergoeden en te doen
vergeten?
De eerste handelingen van de En
gelsche regeering waren in dit opzicht
bemoedigend. De wijze, waarop de
verzorging der overwonnen geregeld
werd, maakte een uitnemenden indruk;
de weigering, om de constitutie in de
Kaapkolonie op te heffen, toont dat. de
Engelsche regeering niet arbitrair wil
te werk gaan. En nu wedler toont hert.
besluit, om het Wetgevend Lichaam
voor Transvaal, waarin aanvankelijk
uitsluitend Engelschen benoemd wer
den. uit te breiden, en daarin ook
Transvalere op te nemen, dat een bree.
de opvatting gehuldigd wordt.
Het is voor de toekomst van Zuid-
Afrika te hopen dot. de opgewonden
heid tot bedaren gebracht kan worden,
en de rust die pas hersteld is en zoo
noodig blijkt voor de ontwikkeling van
het Afrikaansche land1 en volk. thans
niet worde verstoord.
Buitenlandsch Nieuws
Uit Zuid-Afrika.
In het Eng. Lagerhuis deelde de mi
nister van oorlog mede, dat de gevan
gen Boeren, die bereid zijn den eed van
trouw af te leggen en middelen van be
staan hebben, op eigen kosten naar Z.-
Arrika kunnen terugkeeren, als lord
Milner er niet tegen heeft. Zij mogen
ook elders heengaan, maar zij verliezen
dan alle aanspraak op terugkeer naar
hun land op kosten der regeering. Zij
zullen ook geen vergunning bekomen om
naar Zuid-Afrika terug te keeren, als ze
vertrekken zonder een verklaring van
trouw af te leggen.
In het Engelsche Lagerhuis is het ver
gemakkelijken van de emigratie naar Z.
Afrika ter sprake gekomen. Lord Onslow,
onder-secretaris van koloniën, verzekerde
dat 'de rijksregeering zoowel als de
Transvaalsche regeering deze zaak van
zeer groot belang achten. De regeering,
die reeds groote uitgestrektheden gronds
heeft aangekocht, zal aan Lord Milner
allen steun verschaffen, en deze is ge
neigd om een kolonisatieplan op groote
schaal ten uitvoer te leggen.
Er is een gemengde commissie, uit le
den van de ministeriën van oorlog en
van koloniën bestaande, aangewezen
om de kwestie grondig te bestudeeren.
De regeering wil ook de vestiging van
Engelsche vrouwen in Zuid-Afrika bevor
deren.
Uit Johannesburg wordt gemeld, dat
daar door de blanke werklieden een be
weging op touw gezet wordt, met politie
ke doeleinden, tegen de kapitalisten ge
richt. De beweging gaat uit, zegt Ren
ter's correspondent, van den onlangs op-
gerichten mijnwerkersbond.
Een deputatie van Kaapsche parle
mentsleden heeft Dinsdag haar opwach
ting gemaakt bij den gouverneur, om bij
dezen aan te dringen op vervulling der
bestaande vacatures. De gouverneur ant
woordde dat hij de kwestie aan zijn
raadslieden zou voorleggen.
Beleediging van keizer Wilhelm
In het officieel politieblad van Praag
is een beleediging van den Duitschen
Keizer afgedrukt. Het is volkomen on-
begriinoiijk dat men daar aan het ver
zoek. nog wel gedaan bij een geauto-
grafeerde briefkaart uit een Duïtsch-
Poolsche gemeente aan de Russische
grens afkomstig, beeft voldaan, om
in dat blaci een stuk op te nemen van
den volgenden inhoud;
..Keizer Wilhelm, zoon van den te
Charlottenburg bij Berlijn wonenden
Keizer Friedrich, die in het gesticht
van dr. von Buclow (Bülow?) te Ber
lijn opgesloten was, is eenige geleden
van (laar ontvlucht, en wordt sinds
dien vermist. Eenige dagen geleden
werd hij te Mariënberg gezien.
Gelieve naar hem met ijver te zoeken
en den uitslag bekend te maken".
De met aangeduide woorden,
welke het ..Berk T." niet durft afdruk
ken. bevatten stellig uitdrukkingen diie
op krankzinnigen betrekking hebben.
De briefkaart was in het Duitsch ge
schreven en aan het gemeentebestuur
van Praag gericht, dat haar naar het
hoofd der politie zond. Daar schijnt
men haar zoo maar zonder ze nauw
keurig te hebben gelezen, in het blad
te hebben doen opnemen, zonder eenig
begrip dat er een hatelijkheid op 's kei
zers rode van Mariënburg in te lezen
was. Den ambtenaar die met heit toe
zicht op d'it blad belast, is. heeft de
regeering nu voor 6 weken geschorst.
De directeur' van politie heeft b" den
Duitschen consul te Praag een bezoek
gebracht, en hem verzekerd dat. bij den
schuldigen ambtenaar geenerlei boos
onzet bestaan heeft.
Een koerier is met een extra-trein
naar Berlijn "ezo-ndten om aan het hof
inlichtingen te geven.
De reis van den koning van Italië
De Czaar en de koning van Italië kwa
men Woensdag voormiddag om 11 uur
aan onder de saluutschoten van de Rus
sische en Italiaansche schepen en be
zochten het pantserschip Carlo Alberto,
waar Marconi den Czaar zijne toestellen
verklaarde en in werking liet zien,
ook eenige van Kaap Lizard overgesein
de vonkentelegrammen voorlegde. Tn den
salon van admiraal Mirabello toostte de
Czaar op den admiraal, het prachtige
pantserschip en op de geheele Italiaan
sche marine.
Na een bezoek aan het keizerlijke
jacht, de Poolster, gingen Hunne Majes
teiten terug naar Peterhof.
Generaal Herzog.
De correspondent van de Telegraaf
te Kaapstad heeft daar een bijeen
komst bijgewoond, waarin generaal
Herzog sprak voor de burgers op pa
rool. Hij schrijft o.m.:
De heer Herzog was vergezeld van
een paar Kaapsche vrienden: den
heer Schultz, den bestuurder van de
Ons Landsdrukkerij, den man die ge
durende den oorlog al de geschenken
voor de gevangenen onitving en ver
zond1; den heetr Mich au, procureur
die zelf eenige maanden onschuldig
in de tronk zat en later menigen A-
frikaander in nood trachtte te verde-
digen; den heer De Villier%, redac
teur van heit Advertentieblad, toen
Malan in de gevangenis was, vroe
ger onder- redacteur van Ons Land.
Heel alleen nam de generaal op de
verhevenheid! plaats aan het kleine
tafeltje.
Een pittige, pootige kerel, die ge-
ner&al. Ik heb hem niet gekend
vóór den oorlog, maar ik kan me
niert; voorstellen, dat een rechter r
zoo sterk en gezond kan uitzien. Alle
Vrij staters zeiden dan ook, dat Her
zog er nog nooit zoo frisch" uitge
zien had. Zijn spieren waren sterk
geoefend in den langen strijd; be
slistheid teekendie den heelen per
soon. De ronde kop, met rechtop ge
kamde, zwarte haren, de scherpe,
vaste, sprekende blik, de vierkante
schouders, de beenen licht gekromd,
alsof pas van paard gestegen, dat
alles zochten we in verband te bren
gen met zijn vele en gelukkige toch
ten door de kolonie. Ja, zoo'n man
was een generaal.
Na eenige inlichting zei Herzog
m.
..Er is iemand hier gekomen uit
Zuid-Amerika met mooiel aanbiedin-
dingen om u daar te gaan vestigen.
Broeders, ik moet u daartegen waar
schuwen. De oorlog heeft niet ge
bracht wat we verwachtten, heit is he
laas zoo, maar laten we als mannen
dragen wat niet anders kan. De strijd
in het veld is voorbij, een andere
wacht ons. Het is uw eigen belang
te blijven. Mannelijk hebben we ge
streden, u en ik, het zou onmanne
lijk zijn nu weg te loopen. We heb
ben den eerbied afgedwongen van
onzen sterkeren vijand en van de ge
heele werld, blijft hand aan hand
staan.
De grenzen van Transvaal en Vrij
staat zijn er niet meer; er zijn nu an
dere grenzen. Een taak staat voor
ons, grooter dan die in het veld. Strij
den in 't veld1 is gemakkelijk, de
hartstochten leiden u van zelf. Har
der is de strijd, waar het geldt een
vijand, die nu een vriend is, en men
zorgen moet de perken der vriend
schap niet te buiten te gaan. On9
volk blijve hier en moet vooruit; wij
de leiders van den oorlog hebben be
sloten hier te blijven en alles te doen
om het land vooruit te brengen. Zuid-
Afrika moet toch voor de Zuid-Afri-
kaanders zijn. De vrienden in Euro
pa zullen zich niet beklagen ons hun
vrietndfschap geschonkrejn te hebben.
En wij hebben recht op wat wij mee-
nen. Lord Kitchener heeft ons te
Pretoria gezegd: ,,Gij sluit een vrede
met eer. Uw volk zal gerespecteerd
worden." Bedenkt, dat Australië en
Canada ook tot het Britsche rijk be-
hooren. U staat voor een voldongeD
feit. Ondierwfe(rp<t u als onderdanen
van den koning, geeft hem de ver
schuldigde gehoorzaamheid, en ver
der blijven wij die we zijn. Naast
onze nieuwe vrienden zullen we
voortgaan ons zelf vooruit te bren
gen. Maar gaat nu niet uit mismoe
digheid het land verlaten. Er is een
groott werk te voltooien. In tijden
toen we het hard te verantwoorden
hadden, heb ik soms aan Shakespea
re gedacht:
,.To thine own self be true", wees
getrouw aan uzelf; vecht om uw
rechten als mannen.
Feuilleton.
Naar het Fransch
van
HENRI GREVILLE.
Hij kruiste de armen en hernam:
Zij heeft mij bedrogen, ik ver
geef het haar.
Ella beefde en voelde haar hart in
een peilloozen afgrond zinken.
Ik vergeef haar alles, wat ze mij
gedaan heeft, vervolgde Franklev ik
vergeef haar de daad. die mij bijna
gedood heeft, die mij gedood zou heb
ben zonder jou, lief kind. Ik vergeef
haar alles - behalve het feit, dat ze
mijn vriend slecht heeft gemaakt,. Ik
heb gestreden en ik heb overwon
nen, Ik heb geen wrok tegen haar
maar zij heeft een ziel verdorven,
edeler en grooter dan elke andere
en dat, zie je, dat vergeef ik haar nie'.
Maar. zei Ella beschroomd, als
zij er eens berouw over had
- Ze kent geen berouw, antwoordde
Horace, ze beeft een slecht hart. Zij
had veel goeds kunnen doen zij zal
veel kwaads doen.
Ella bleef zwijgen. Zij voelde haar
hoop weer herleven.
- Ik heb haar geheel begrepen en
haar geoordeeld, door aan jou te den
ken Ella, hernam Frankley. Jouw ne
derige en geduldige toewijding, jouw
geheel vergeten van jezlf hebben me
geleerd wat een vrouwenhart waard is.
Jij bent een vrouw, de ware vrouw,
geroepen om lief te hebben, om te
troosten, om te vergeven Jouw
hand is vol zegeningen, je oogen vol
medelijdende tranen, je hart vol edel
moedige gedachtenIk ben je het
leven verschuldigd. Ella. Maar je
hebt meer dan mijn leven gered, ie
hebt mijn ziel gered.
Ooh, zwijg toch, zei Ella op bijna
on verstaan baren toon.
Het was buiten duister geworden,
en de eerste .sterren vertoonden zich
aan het zenithde tranen van het
jonge meisje vielen op hare handen,
zonder dat iemand het zag.
Je hebt mijn ziel gered, herhaal
de Horace zonder jou zou ik slecht
geworden zijn. De schok was hevig,
dat weet jehet is een wonder, dat ik
er het verstand niet bij verloren heb.
Toen ik jou zag, zoo goed, zoo een
voudig, heb ik aan John gedacht, van
wien ik hield eens toen ik in Parijs
ziek was, heeft hij mij verpleegd met
zulk een hartelijken eenvoud, dat het
heel gemakkelijk scheen. Bij de her
innering daaraan is de woede gewe
ken ik heb toen gevoeld, dat ik weer.
niet gelukkig, inaar ten minste goed
kou worden.
Je. zult gelukkig worden, beste
Horace. zei ze: later zal je een andere
vrouw liefhebben en je zult bemind
worden.
Ik zal niet meer liefhebben, zei
Frankley ernstig. de wond is te diep
om ooit geheel te genezen. Ik heb
een illusie gehad; ik had de liefde op
een voetstuk gezet, ik had er het be
gin en het einde van alles van ge
maakt. 't Was een dwaling. En nu zal
ik voor iets anders gaan leven.
Waarvoor dan? vroeg Ella, beide
handen tegen haar brekend hart druk
kend.
Voor de kunst
De oogen van den jongen man ves
tigden zich op de sterren, die nu het
uitspansel geheel bezaaiden.
Ik za Ivoor de kunst leven, even
als jij voor die barmhartigheid zult le
ven.
Maar. zei ze zacht, zonder een
gezin is het leven onvolmaaktZal
ie altijd zonder eigen haard, zonder
kinderen leven
Maar! riep Frankley uit. welke
vrouw zou mij nu willen trouwenö Ik
zou haar een teleurgesteld, sceptisch
hart geven't Zou een misdaad! ziju.
mij te laten liefhebben, nu ik zelf niet
zou kunnen beminnen! Ik zou dan een
egoïst zijn en God behoede de mensch-
heid! voor egoïsme.
Vriendschap zou voldoende zijn,
zei Ella, en ie zoudt dan niet alleen
zijn! Ik bezweer je. Horace. doe geen
afstand van het geluk dat een gedeeld
bestaan meebrengt: laat me hopen dat
ie nog eens gelukkig zuDt worden
ders misschien dan ie gehoopt had...
maar toch gelukkig. O. ik heb zoo
voor je gebeden, gedurende je ziekte!
Je hebt me gezegd dat ik je ziel gered
heb- laat megelooven dat ik hem geheel
gered heb. Horace boog zich over haar
rein voorhoofd heen en kuste het.
Ik hoop dat je wensch vervuld:!
wordt! zei hij Ik voor mij geloof het
niet! Maar de goddelijke barmhartig
heid is groot.
Ella ging zóó zachtjes de kamer uit
dat hij het nauwelijks bemerkte. Ge-
zeten op die vensterbank, mijmerde
I hii lang en zonder bitterheid: hij had
het gezegd: de kunst zou voortaan de
meesteres zijn die hij zou dienen. Het
was een strenge meesteres, maar die
hen. die haar zonder bijgedachte die
nen. weet te beloonen.
De Junizon brandde op zijn hevigst.
Mevrouw Alcott had zich dan ook be
schut door een groote witte parasol, en
ook Ella droeg een zonnescherm,
maar eleganter dan dat van haar
vriendin. Ella zag er bleek en erg ver
magerd uit. De twaalf of vijftien
nachten die zij doorgebracht had met
bij Frankley te waken, haddén haar in
't geheel geen goed gedaan.
Sommige dames, gekleed in lichte
japonnen, schenen het erg warm te
hebben; de heeren, in zwarte rok,
schenen meer op hun gemak te zijn.
Eindelijk, nadat dé redevoeringen wa
ren afgeloopen. werd de zege uitge
sproken: ïedëreen wierp met de zilve
ren troffel wat kalk op den nieuwen
steen en nien wisselde handdrukken.
Ziezoo, die is gelegd, die eerste
steen! zei een vriend tot mevrouw Al
cott.
Deze drukte Frankley de hand met
een ernstigen blik die meer zeidte dan
alle woorden. De held van den dag
keerde zich toen naar Ella.
Zonder jou, zei hij, zouden noch
het gebouw, noch de architect dezen
da" beleefd hebben.
Zij beantwoordde zijn handdruk met
e' lief glimlachje, lief zooals altijd,
maar zoo zwak en zoo treurig. Een
vroege lunch werd onder een tent op-
gedischt :want de hitte had de inrich
ters van het feest genoodzaakt het
oogenblik te kiezen waarop de zon nog
niet al te warm was. De kinderen van
het bestaande weeshuis defileerden op
het terrein van hun toekomstig toe
vluchtsoord en zongen liederen, en de
aardwerk er s begonnen dadelijk met
hun werk. 't Was een vroolijke bewe
ging. die toch niet den indruk van
nietsdoen gaf In plaats van een voor
wendsel tot luiheid te zijn. toondle deze
plechtigheid eerder het initiatief te
zijn van den arbeid.
Eenige uren daarna vertrokken de
rijtuigen met de genóodigden, de
nieuwsgierigen verspreidden zich en
mevrouw Alcott steeg in een lan
dauer waarin Ella naast haar ging
zitten.
Mijnheer Frankley, u gaaft toch