NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De Ster Tan liet ZniflBii
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
20e Jaargang
Zaterdag 2(i Juli 1902.
No. 5850
AHLEIFS DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maandenL30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maandenL65
Afzonderlijke nummers0.02^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^£
de omstreken en franco per poet0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regelt 50 Cte.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Boraaox: G«bonw Het Spaame. Zulder Buitenspadroe No. 6.
Telefoonnummer der Redactie 600. reieroonnuntmer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T'A MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad. verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère O, L. DAUBE Co. JOHN F. J0NE&, Succ., Parijs 31*** Faubourg Monanartre.
Haarlem's Dagblad van 26 Juli
bevat o. a.:
Gebrek aan arbeidskrachten in
de goudmijnen, Ensland en Turkije,
Keizer Wilhelm en koning Edward
De agitatie in Frankryk, Een be
langrijk congres. Te Muiderberg,
Nederl. Landbouw-comité.
Advertentiën
VOOE HET
Zaterdagavondnummer.
Meermalen zijn wij tot ons leedwe
zen genoodzaakt Advertentiën af te
wij ren voor bet Zaterdagavondnum
mer, die dea Zaterdagsmorgens pas
worden bezorgd.
Wil men zeker zijn van de plaatsing
éan is inzending op Vrijdagavond noo-
üg, uitgezonderd natuurlek klein® ad
vertenties of familieberichten, dis
moeilijk vooraf kunnen worden Inge
leverd.
De ADMINISTRATIE.
Politiek Overzicht.
De .Times' -correspondent te Johan
nesburg herhaalt zijn klacht, dat de be
hoefte aan arbeiderskrachten in de goud
mijnen aan den Rand zich hoe langer
hoe meer doet voelen. En daar zwarte
arbeiders niet te krijgen zijn, ziet men
naar blanke om.
De vredesverklaring m Zuid-Afrika
kwam juist op een tijdstip, dat geploegd
en gezaaid moest worden, en in die
maanden zijn de inboorlingen gewoon
naar hun woonplaatsen te trekken en
daar bij oogst en nieuwen uitzaai be
hulpzaam te zijn. Zoolang het oorlog
was werd hun geen vergunning gegeven
Johannesburg te verlaten, zoodat zij,
van de gelegenheid gebruik maakten om
naar hun kralen terug te keeren. Het
resultaat is, dat reeds weken lang groot
toen de vrede in het land was, dadelijk
gebrek aan arbeidskrachten in de mij
nen heerscht; terwijl de daartoe inge
stelde commissie niet meer dan 4 tot
5000 arbeiders maandelijks kan afleveren,
zijn er 70 tot 80.000 man noodig.
Lord Kitchener deed aan de hand de
na den oorlog ontslagen ongeregelde
troepen bij den mijnarbeid in dienst te
nemen. Het bezwaar bestond wel dat
dan blanken naast zwarten zouden ar
beiden, waartegen juist in Zuid-Afrika
ernstige grieven zijn; maar de mijn-eige
naars hebben een oplossing gevonden
door de blanke en zwarte ploegen geheel
afzonderlijk van elkaar te laten werken.
De Johannesburger Kamer van Mijnwer
ken heeft daarop aan de ontslagen onge
regelde troepen een dagloon van 5 sh.
aangeboden voor arbeid boven den grond;
later stijgt dit loon tot 9 sh. per dag. De
blanke arbeider werkt natuurlijk duur
der dan de zwarte, die op 2 sh. per dag
komt te staan. Doch het is voor de mij
nen zeer noodig, dat in den kortst moge
lijken tijd aan het werk wordt gegaan.
Dit blijkt wel uit den herhaalden op
roep van den ,,Times"-correspondent, die
de toestanden ter plaatse kan beoordee-
len, en die het aantal benoodigde ar-
beidskrachten op 100.000 schat. Zooals hij
aangeeft, zou de Engelsche regeering de
arbeiders kunnen uitzenden met dezelf
de schepen, waarmede'de terugkeerende
troepen worden thuisgebracht. Hij wil
de goudmijnwerkers dus uit Engeland
zelf aanwerven. Waaruit wel blijkt, dat
het succes in Zuid-Afrika, om blanke ar
beiders voor den mijndienst aan te wer
ven, al heel gering is; ook onder de ont
slagen vrijwilligers.
Zooals reeds Is meegedeeld heeft de
Turksche Porte op Ruslands eisch om
930.000 Turksche" ponden schadevergoe
ding te voldoen voor het te late betalen
der oorlogschatting met een besliste wei
gering geantwoord.
Gewoonlijk zijn deze Russische ma-
ningsnota s zeer geschikte politieke hulp
middelen als de regeering te Petersburg
een druk wil oefenen op de Turksche re
geering. Men weet in Rusland, dat de
geldquaesties steeds alleronaangenaamst
op de Turksche verbeelding werken en
gewoonlijk de Ottomaansche regeering
zeer toegevend stemmen.
Nauwelijks heeft de Porte dan ook het
fiat geweigerd op de Russische rekening
of de Russische pers begint den aan
val. De voorvallen aan de Russisch-Mon-
tenegrijnsche grens, waar zooals men"
weet gevochten is, bieden een welkome
gelegenheid, om de grieven, als vurige
kolen, op het hoofd van den Sultan te
stapelen. Te Konstantinopel beweert,
men wel, dat de Montenegrijnen begon
nen zijn door in sterken getale de gren
zen over te trekken en de Turksche mi
litaire posten aan te vallen, maar Rus
land houdt zich aan de voorstelling, die
in Cettinje van het voorgevallene wordt
gegeven, dat de Turken aanvallers wa
ren, dat de Montenegrijnsche grensbewo
ners zich slechts verdedigden en dat de
geheele verantwoordelijkheid van het ge
beurde op Hamdi Pacha valt.
De klacht van den Montenegrijnschen
gezant te Konstantinopel wordt gesteund
door de Russische pers; de Petersburg-
sche Beurscourant wil, dat de mogend
heden een collectieve nota inzenden om
Montenegro bij te staan en het terug
trekken der Turksche troepen van de
grenzen te ei6Chen; de „Novoje Vremia"
beweren zelfs, dat een en ander de vol
komen verwarring bewijst, die in oud-
Servië en Albanië heerscht, zoodat de
vrede op het Balkan-schiereiland gevaar
loopt.
En te gelijk komt een nota van den
Russischen en Oostenrijk-Hongaarschen
gezant te Konstantinopel de Porte herin
neren aan haar belofte om hervormingen
in Macedonië in te voeren.
De Sultan heeft dadelijk daarop een
commissie ingesteld, waarin de Groot-
Vizier, en de ministers van binnen- en
buitenlandsche zaken zitting hebben, en
haar opgedragen een onderzoek in te
stellen naar de hervormingen, die in
Macedonië kunnen worden ingevoerüd,
ten einde de orde te herstellen en nij
verheid en landbouw te bevorderen.
Turkije geeft dus op dit punt aan Rus
lands verlangen toe, in de hoop het daar
mee voorloopig weer tevreden te stellen.
En heel ernstig zal ook al het andere
wel niet worden.
Maar het is teekenend genoeg om te
doen zien aan welke zorgen de zieke
man in Turkije voortdurend bloot staat.
Buitenlandsch Nieuws
Gebrek aan arbeidskrachten aan
den Rand.
De Times" verneemt uit Johannes
burg .dat die blanke arbeiders hoog
noodig worden voor den arbeid in de
mijnen; minstens 100,000 zijn noodig,
die de Engelsche regeering zou kun
nen uitzenden met de schepen, welke
die troepen naar Engeland terugbren
gen. Voldoende negers zijn niet te krij
gen.
Oneenigheid.
Toen lord Salisbury aftrad als eerste
minister liep het gerucht dat er on
eenigheid gerezen was tusschen hem en
den Koning Dit gerucht werd als
een, praatje beschouwd, en gewicht
werd er dus niet m het minst aan ge
hecht
De parlementaire rediacteur van de
„Daily News" de oud-hoofdredacteur
van de „Daily Chronicle" zegt thans,
d.a+ die geruchten wel degelijk waar
heid' bevatten De oneenigheid is vol
gens hem ontstaan door de uitdeeling
der decoraties ter gelegenheid van de
kroning.
Er zijn twee zaken behandeld op
een wijze die indruischt tegen de par
lementaire gebruiken, lo. is de lijst
der gedecoreerden bekend gemaakt,
juist alsof zij regelrecht kwam van den
Koning, en 2o. is er geen melding ge
maakt in de hofberichten van de dien
sten door lord Salisbury aan den lan-
die bewezen.
Keizer Wilhelm en Koning
Eduard.
Ofschoon niets officieels ei- van be
kend is, gelooft men in Engeland stel
lig aan een bezoek van Keizer Wilhelm
aan Koning Eduard in Cowes, dat op
den 3en Augustus zou plaats hebben.
Deze beleefdhei'dsvisite van neef aan
oom zal slechts één dag duren.
De Koning wordt den 6en Aug. in
Londen verwacht. Hij zal met zijn
gemalin voor de geestelijken in West-
minster-Abdy een proefkroning hou
den. Behalve zeer nauwe bloedver
wanten .worden geen vorstelijke per
sonen uit het buitenland veafwachlt.
Alle decoraties zullen op den grooten
dag verdwenen zijn. Alleen zal 's av.
een algemeene illuminatie ontstoken
worden. De City verliest door het niet
plaats vinden van den omgang des ko-
nings 22,000 pond. De weg die geno
men zal worden van de Westminster
Abdy naar het paleis is nog niet offi
cieel vastgesteld.
De artsen achten 's Konings gezond
heid zóó bevredigend, dat hij den weg
heen en terug niet zal behoeven af te
leggen in een ziekenwagen, doch dat
h:: in zijn gewoon rijtuig zal kunnen
plaats nemen. Alleen zal de estrade
in de kerk. waarop de kroning ge
schiedt. afgebroken worden. De ko
ninklijke zetel zal op den beganen
grond komen te staan, om Eduard de
vermoeienis te besparen van .een paar
trapjes te klimmen.
De „Daily Chronicle" alleen spreekt
deze gunstige berichten pertinent te
gen. Dit blad zegt dat er nog geen
sprake van geweest is dat koning
Eduard gewandeld heeft op het dek
van zijn jacht. Alle mooie berichten
zijn niets dan speculaties van hen,
die tribunenplaatsen trachten te ver
huren.
E011 belangrijk congres.
Te Manchester vergadert sedert eenige
dage het vijfde congres van den Inter
nationalen Coöperatieven Bond. Reeds
vroeger hadden soortgelijke congressen
plaats, nl. in 1895 te Londen, 1896 te Pa
rijs, 1897 Delft, en voor de tweede maal
te Parijs in 1900.
De Bond verdient in hooge mate zijn
naam van internationaal, want hij omvat
coöperatieve vereenigingen en leden in
Duitschland, Engeland, Frankrijk, Bel
gië, Holland, Denemarken. Zweden, Rus
land, Oostenrijk, Italië. Spanje, Zwitser
land. Servië, de Ver. Staten, Engelsch-
Indië en Oost-Indië.
Op hét oogenblik telt de bond 290 En
gelsche vereenigingen, 120 meer dan in
1900, 69 Nederlandsche, 8 minder dan in
1900, 56 Fransche, 16 meer dan in 1900,
31 Duitsche, 1 meer dan in 1900; sedert
het congres van Parijs in 1900 zijn nog
nationale afdeelingen gesticht in België,
Denemarken, Zweden en Zwitserland,
terwijl sedert dat jaar, toen er te zamen
242 vereenigingen en 100 gewone leden
waren, op het oogenblik 369 vereenigin
gen en 118 leden zijn. Uit deze cijfers
mag niet beoordeeld worden de kracht
der coöperatie, daar dit slechts zijn de
vereenigingen, die tot den internationa
len bond zijn toegetreden, om haar on
dervindingen, haar pogingen, haar werk
kracht tot een gemeenschappelijk doel
te kunnen aanwenden.
Aan de officieele publicatie van het Cen
traal comité ontleent de „Temps" een
en ander over den vooruitgang der coö
peratie in verschillende landen. De coö
peratie in 't groot (Wholesale-societies)
van Engeland en Schotland blijft groote
vorderingen maken. De productie coöpe
ratie daarenteegen maakt slechts lang
zaam vorderingen, doch krijgt vasten
voet in den landbouw.
Wat de woning-coöperatie betreft, er
zijn reeds 60 millioen gebruikt om meer
dan 250.000 arbeiderswoningen te bou
wen.
In Frankrijk is het eigenaardige der
beweging, volgens het door de „Temps"
aangehaalde rapport van professor Char,
les Gide, de ontwikkeling der coöperatie
ve productie. Deze rekent vooral op de
cliènteele van den staat en der gemeen
ten, in plaats van débouché's te zoeken,
zooals in Engeland, bij de verbruikers
coöperaties. Zij wijdt zich vooral aan
de bouwindustrie, aan het schilderen
van bouwwerken en aan het vervaardi
gen van meubelen. Bij gelegenheid van
de wereldtentoonstelling van 1900 hebben
de Staat en de stad Parijs haar groote
bestellingen gedaan.
De verbruiks-coöperatie, die tot in 1885
weinig vooruitgang maakte, is na dat
jaar met reuzenschreden vooruit gegaan;
vooral de coöperatieve bakkerijen, die
reeds een derde vormen van de gezamen
lijke vereenigingen.
In België bestaat de coöperatie, vol
gens Emile Vandervelde, uit twee scherp
van elkaar gescheiden kampen: de ste
delijke coöperatie, die de ruggegraat
vormt voor de arbeiderspartij en het so
cialisme in België, en de landelijke coö
peratie, die gesticht, gereglementeerd en
gedisciplineerd wordt door de parochiale
geestelijkheid.
Op het congres te Manchester zal men
een nog breeder overzicht verkrijgen van
den vog'uitgang der coöperatie, waar
van het denkbeeld iets meer dan een hal
ve eeuw geleden door Rob'.rt Owen v.prq
aangegeven, en waarvan de christelijke
socialisten Maurice, Kingsley. Thomas
Hughes met hun in 1848 aangevangen po
gingen niet konden vermoeden, dat het
door hen vol hoop uitgestrooide zaad
reeds zoo spoedig vrucht zou dragen en
zulk een rijken oogst zou afwerpen.
Bij zijn openingswoord op het Man
chester-congres schilderde de voorzitter
Henry Wolff de reusachtige uit
breiding der coöperatie over de gehee
le wereld; in Engeland, zeide hij, komt
op elke twintig personen één coöpera-
tor voor.
De agitatie in Frankrijk.
Verschillende bladen beweren, dat
de paus het voornemen heeft aan de
Fransche regeering een protest te zen
den tegen de invoering van de wet op
de congregatiés.
Het is wednig waarschijnlijk, dat
zulk een protest wordt uitgevaardigd,
het zal althans niet door de Fransche
regeering worden aanvaard. Deze
heeft den Heiligen Stoel doen weten,
dat zij, krachtens het concordaat, wei
gert., 'in debat te treden omtrent deze
zaak.
De „Liberté" verbaalt dat Woens
dagavond in den omtrek van Quimper
ernstige incidenten zijn voorgevallen.
De boeren van het land trokken naar
de stad en begaven zich naar de pre
fectuur, cm te protesteeren tegen de
uitzetting van de zusters. Na het be
zoek aan de prefectuur liepen de boe
ren. die de ruwe uitztting wijten aan
dn afgevaardigde Lebail, voor diens
woning te hoop en wierpen daar de
ruiten in. De politie en gendarmes
moesten optreden, waarop een ernsti
ge vechtpartij volgde.
Tegen de sluiting der geestelijke
scholen wordt in Finistere een ernstL
ge tegenstand georganiseerd. Er zijn
eenige daden van geweld gepleegd.
De zusters sluiten zich in de scholen
up. De inwoners bewaken haar in af
wachting van de komst van politie en
gendarmerie.
Te Ploudaniel, Folgoet en St. Me
ton verklaarden de zusters, dat zij
slechts voor geweld zullen wijken.
Noodlottige ontploffing.
Bij de proeven over de uitzetting van
buskruit voor de geniesoldaten te Ver
sailles had onverwacht een ontploffing
plaats. Een luitenant en vier onder
officieren zijn gedood, vijftien man
zijn zwaar gewond.
Stadsnieuws.
Haarlem, 25 Juli 1902.
In de Donderdagavondgehou
den vergadering van de liberale kiesver-
eeniging Haarlem werd het Bestuur ge
machtigd, te trachten met de besturen
van de andere kiesvereenigingen alhier,
een gezamenlijke lijst op te maken van
candidaten voor de Commissie voor de
grensregeling.
Hierdoor hoopt men, zooals wij meld
den, een kostbare en lastige verkiezing
te ontgaan.
Benoemd tothoofd derschool
te Beverwijk, onze vroegere stadgenoot,
de heer M. H. Beekelaar.
Onze stadgenootdeheerJ. H.
Poppink is met ingang van 1 Augustus
benoemd als ingenieur bij de Maatschap
pij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen,
standplaats Zwolle.
Vanwege het ministerie van
waterstaat, handel en nijverheid, werd
heden aan 't gebouw van het Provinciaal
bestuur alhier aanbesteed:
Het egaliseeren van de duinen in den
zeereep onder de gemeente Callantsoog,
bezuiden de bebouwde kom, behoorend©
tot de Rijkszeewerken in Noord-Holland.
Het grootst aantal uren werkens van
een arbeider met het noodige materieel
werd aangeboden door G. Ringewaard
te Egmond aan Zee, en wel 6700 uren.
voor het totaal bedrag van twee duizend
gulden.
Stokken van den Gemeenteraad
Voordracht voor leeraar in geschiede
nis aan de H. B. S. met 5- en 3jarigen
cursus, tevens bevoegd tot het geven van
onderricht in Ned. taal en letterk. en
aardrijkskunde:
1. Dr. M. Bruijel, Leiden.
2. J. A. N. Knuttel, Voorschoten.
Idem voor leeraar in wis- en natuur
kunde:
L. van der Vegt, alhier.
Verzoek van Dr. J. J. G. Vtlrtheim
om hem, wegens zijne benoeming tQt
conrector aan het gymnasium te Utrecht,
eervol ontslag te verleenen als leeraar
aan 't gymnasium alhier en lid van de
Comm. van Toezicht op het Lager On
derwijs.
OnzestadgenootdeheerC. H.
B. Tollenaar slaagde voor het examen
der Ned. Toonkunstenaars-vereeniging
voor piano.
Donderdagavond was voor
heft eerst het terrein der gemeetntelicht-
fabrieken gedeeltelijk electrisch ver
licht. Het leverde een aardig gezicht,
dat verlichte gedeelte in die donkere
Veerpolder.
Den Ten October a.a zal,
naar wij vernemen de zeer eerw. heer
Bosman, pastoor der nieuwe kathe
drale kerk alhier, den dag herdenken,
waarop hij vóór 25 jaar de priesterwij
ding ontving.
Donder dagmiddagomstreeks
half twee raakte een 5-jarige knaap te
water in cben Obstsingel nabij de hulp
brug. Een voorbijkomend werkman
van de werf Conrad" slaagde er in
hem op het droge te brengen.
A.s. Zondagmiddag van2 1/2
tot 4 1/2 uur zal. naar wij vernemen,
het Haarleansch Muziekkorps ..Or-
Feuilleton.
Vertaald uit het Italiaansch.
Don Luigi vervolgde: Ten slotte
droeg hij mij dus op, mij met de
zaak te belasten en allereerst bij zij
11e zuster, de jonge hertogin Cesina,
een poging te doen om haar te bewe
gen het geld te verschaffen. Hij zeide
mij, dat zij de som gemakkelijk kon
bekomen, als zij wilde, ik moest haar
maar verzoeken zich tot haar moeder
te wenden.
En waar blijven wij dan?
Luister slechts verder. Ik beloof
de hem natuurlijk alles te doen, wat
in mijn vermogen was en ik had ook
werkelijk de bedoeling, voor den vorm
nog hedenavond een bezoek op het
kasteel te brengen. Daar werpt die
botterik mij in het. water, waardoor
ik natuurlijk verhinderd ben, mij
naar hertogin Cesina te begeven.
Dat het bezoek achterwege is ge
bleven, daar zie ik niet zooveel kwaad
in.
Misschien waren de vrouwen bij
machte geweest, het geld te geven en
wij hadden dan achter het net ge-
vischt.
Toch dienen wij dat bezoek te
brengen, zij het dan ook alleen met
de bedoeling, te verhinderen, dat
hertog Attilio zich zelf itot zijn zuster
wendt.
Natuurlijk moet men het daarbij
zoo aanleggen, dat er nietts van komt
en Attilio in zijn verlegenheid geen
anderen toevlucht meer heeft dan
ons.
Goed, ik zal in uw plaats naar
het kasteel gaan en met de jonge d&^
me spreken.
De jonge Castaldi zag zijn vader
verrast aan. Toen zeide hij verlegen:
„Het is er nu reeds te laat voor.
Waarom? Om een broer te red
den, is het nooit te laat
Doe het liever niet. Morgenoch
tend is het nog vroeg genoeg, en mor
genochtend zal ik zelf wel in staat
zijn hét te verrichten.
Waarom toch? Het is 'immers
precies hetzelfde, of ik of gij
Neen, papa, dat is niet hetzelfde.
Ge moogt niet vergeten, dat het on
der ons jongelui het karakter van een
vriendschapsdienst zou hebben, ter
wijl men in u aanstonds den man
van zaken bespeurt. Ook heeflt hertog
Attilio mij een brief voor zijn zuster
meegegeven, dien ik haar noodzake
lijk zelf moet ter hand stellen. Mor
genochtend denk ik heft bed weer te
verlaten en ga ik direct naar het kas
teel.
Goed, zeide Castaldi onverschil
lig. belast gij er u dan mee. Maar
wees handig en toon, wart ge bij mij
hebt geleerd.
n.
Zoo snel als het was opgekomen,
had het onweer ook uitgeraasd en
over het heerlijke Capri scheen la
chend de zon. Ook de zee begon zich
reeds weer te effenen.
Twee elegant gekleede heeren daal
den den rottsweg af, die van de stad
Capri naar beneden leidt, naar de
kleine haven van het eiland.
De fijne verlakte salonlaarsjes.wel
ke zij droegen schenen even weinig
gemaakt te zijn voor den met scherpe
I keisteentjes bezaaiden weg als de bei
de heeren zelf bij het eiland pasten.
Zij spraken het. NapoHtaansch dia
lect, maar ook afgezien daarvan zou
een geoefend oog hen dadelijk voor
Napolitanen van het zuiverste Tas
herkend hebben.
De levendige, ietwat begeerige, al
tijd onbevredigde oogen, de min of
meer gebogen neus en de waskleurige
gelaatskleur karakteriseerden heb
genoegzaam. Voor de prachtige, ko
lossale cactussen, waarmee de wegen
als met een haag omzoomd zijn, had
den zij geen oog. en evenmin voor de
heerlijke natuur, die hen omringde.
Zij schenen te zeer in hun aangele
genheden verdiept, om daarop te let
ten.
Waarom hebt ge toch zoo'n
haast om weer te Napels terug te ko
men? vroeg de een van de beiden, die
ongeveer zes tot acht jaar jonger
scheen te zijn dan zijn metgezel. Heb
ben wij onzen tijd hier niet uitstekend
besteed en hertog Attilio dei Tibaldi
in betrekkelijk korten tijd van onge
veer honderdduizend lire ontlast. Mij
dunkt, gij kunt u nu wel eenigen tijd
rust gunnen.
De ander anwoordde niets. Hij
scheen maar half te verstaan, wat zijn
métgezel zeide. Uit zijn trotsche, har-
da trekken en vooruit gerichte oogen
sprak 'n superioriteit, 'n energie en
kracht, die den man onder zekere
omstandigheden tot een zeer gevaar
lijken tegenstander konden maken.
Luistert gij niet, don Romeo?
vroeg de jongste weer.
Bij het hooren van zijn naam hief
de ander eensklaps zijn hoofd op en
zeide kortaf en barsch:
Wat is dat toch voor 'n belache
lijk aanwendsel iemand telkens bij
den naam te noemen? De naam is
voor een mensch, wat de kleur voor
een hond is of het posftstemple voor
een brief. Men kan er zich niet weer
van ontdoen. Hij is een eeuwige
controle.
Maar
Zwijg. Ik heet nieft don Romeo.
Ik ben voor u. evenals voor ieder die
mij kent de generaal, en daar is de
zaak mee uit. Een hertog dei Tibal
di wordt reeds in de wieg ge
legd, wat voor een menschenhart
maar begeerlijk is, wart het leven ge
makkelijk en aangenaam maakt.
Maar wij, aan wier wieg nood, el
lende en een hard lot stonden, wij,
die met alle mogelijke kunstgrepen
met list en slimheid, vermettelheid en
taaie volharding voor ons bestaan
moeten kampen, wij, die eeuwigdu
rend strijd voeren tegen weft en orde,
omdat ze ons tot hongerlijders en
werkslaven willen maken, wij, die al
den jammer van eeuwenlang wanbe
heer en onderdrukking in ongoede
koninkrijk Napels hebben geërfd, wij
wij hebben geen naam noodig. Wij
zijn de naamloozen, de geboren ea
rn orrist en.
De ander stïeft een verwensching
uit, zooals alleen het Napolitaansche
dialect er kan voortbrengen, en zei
de: Natuurlijk, walt konden, wat
zouden wij anders zijn? Daarom moe
ten wij juist naar ons beste vermogen
de luimen van het noodlot trachtten
te corrigeeren, dat aan anderen alles
en aan ons niets gaf.
De generaal knikte.
Die hertog dei Tibaldi! Hij bezit
een halve provincie.
En wij en duizenden van onze
lotgenooten niet zooveel, om ons op
onzen eigen gTOnd te kunnen neer
leggen.
Dat zijn juist de stuiJtende tegen
stellingen in ons volksleven. De diep-
ste armoede en de jammerlijkste el-