NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
is Ster yan liet Mleii
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
20e Jaargang
Dinsdag 29 Juli 1902.
No. 5852
HAARLEMS DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN:
"Voor Haarlem per 3 maandenL20 jSjgSSfr Van 15 regels 50 Cte.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75. elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1,65 xff H^Bb Reclames 30 Cent per regeL
Afzonderlijke nnmmei's0.02^ jij BureauxGebouw Het Spaarne, Ztllder Buitenspaame No. 6.
Geïllustreerd Zoudagsblad. voor Haarlem, per 3 maanden0.37K Telefoonnummer der Redactie 600. feieroonnanimer der Administratie 122.
de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën wórden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan hefc Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31Faubourg Monanartre.
Haariem's Dagblad vaii 29 Jnli
bevat o. a.:
Over Salisbury's aftreden. De
agitatie in Fraukrijk. üit Zuid-
Afrika, Weer een conflict, Tehuis
voor ontslagen gevangenen, Ned.
Onderwijzers-Genootschap, Prov.
Meeting, Courses te Woestduin.
Üllicieele benciuen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Haarlem, doen te weten, dat bij
hunne beschikking van 22 Juli j.l. aan
Gebr. Moolenaars vergunning is ver
leend tot oprichting van eene smederij
in het perceel Baljuwslaan No. 23 en aan
T. Blesgraaf tot oprichting van eene pe-
troleumbewaarplaats in het perceel
Houtmarkt No. 1.
Haarlem, 26 Juü 1902.
Burgemeester en Wethouders voorn.
BOREEL.
de Secretaris,
J. W. VAN BILDERBEEK, 1. s.
Polmek Overzicnu
De geruchten over de redenen, die
lord Salisbury noopten als premier af
te treden, nemen hoe langer hoe meer
een vasten vorm aan, zoodat men het
wel er voor mag houden, dat tusschen
den zieken koning en zijn grijzen raads
man ernstige meeningsgeschillen moe
ten zijn gerezen, waarop het aftreden
van den eersten minister volgen moest.
Reeds maanden geleden was bekend,
dat lord Salisbury tot na de kroning van
zijn vorst wilde wachten om dehooge be
irekking, welke hij veertien jaren ach
tereen bekleed had, neer te leggen.
Waarom hij dezen stap dus deed slechts
weken vóór den officieelen kronings
dag op 9 Augustus, vindt zijn verkla
ring in een opmerking in een „Times"-
artikel, dat op denzelfden dag verscheen
als de openbaarmaking van de lijst van
onderscheidingen, verleend in verband
met de (uitgestelde) kroningsplechtig
heid.
Naar het schijnt is lord Salisbury zeer
ontstemd geweest, dat deze lijst door
den koning werd opgemaakt, zonder dat
hij, als eerste raadsman van de kroon,
er in gekend was. Of lord Salisbury wel
licht bezwaren had tegen de onderschei
dingen van enkelen der bevoorrechten,
blijft natuurlijk een onbeantwoorde
vraag; maar wel neemt men aan, dat de
premier eenige gemeente-autoriteiten in
den adelstand had willen verheven
zien, als dank voor de krachtige hulp die
vele burgemeesters aan de conservatieve
regeering bij haar laatste verkiezings
overwinningen hadden verleend.
Dat de verstandhouding tusschen Ko
ning en eerste-minister wel geleden
moet hebben, leidt men ook af uit het
zwijgen van het officieele Kofblad, dat
met geen enkel woord melding maakte
van de groote verdiensten van den
scheidenden premier.
Door sommigen werd deZe opvallende
daad als een ongenade beschouwd
doch deze opvatting wordt wel eenigs-
zins te niet gedaan, door de benoeming
van Lord Salisbury's eigen neef als zijn
opvolger.
De Engelsche pers heeft met veel in
genomenheid de benoeming begroet der
Commissie, die in Zuid-Afrika een on
derzoek gaat instellen naar de door
krijgsraden gewezen vonnissen.
In herinnering wordt gebracht, dat bij
het bekend worden van het sluiten van
den vrede men algemeen de verwachting
uitsprak, dat een geheime ciausuxe in het
vredesverdrag was opgenomen, dat de
Kaapsche rebellen geamnestieerd zouden
worden bij gelegenheid van de Engel
sche kroning. Men meende te mogen
aannemen, dat dit onderstelde beding
niet weinig had bijgedragen om de Boe
ren te bewegen, de wapenen neer te leg
gen en van verderen tegenstand af te
zien.
De Engelsche bladen beschouwen nu
de benoeming der rechtsgeleerde com
missie als de vervulling van een dusda
nige belofte. De ..Daily Express" zegt,
dat het uitzenden der commissie alge
meen wordt toegejuicht, en het blad ge
looft, dat men er toe is overgegaan, om
dat de vredesvooruitzichten zich veel be-
fer laten aanzien, dat men eerst voor mo
gelijk hield. „Het is daarom echte wijs
heid, juristen als de lord-opperrechter
mr. Bigham en sir John Ardagh uit te
zenden om na te gaan, hoe ver de uit
breiding eener goede verstandhouding
door verzachting der vonnissen gebaat
kan worden."
De Daily Telegraph'" meent, dat de
commissie slechts in zulke gevallen ge
nade kan schenken, waar veroordeeling
door den krijgsraad volgde, ofschoon in
tijd van vrede het bewijs voor de schuld
niet als volkomen steekhoudend zou be
schouwd zijn. En de „Times" schrijft:
„Het krijgsrecht is in het gunstigste ge
val een wat ruw wapen, dat slechts voor
geval van nood te gebruiken is. Dit ge
val van nood is gelukkig aan het vermin
deren en het beantwoordt geheel aan de
gerechtigheid, welke te gelijker tijd de
trots en de kracht van het Engelsche
rijk vormt, dat men bij de eerste gele
genheid schreden onderneemt om de
hoogste juridische wijsheid en ervaring
in die gevallen te laten optreden, die
aanleiding schijnen te geven voor revi
sie".
De „Times" vermijdt het woord „am
nestie" te noemen, waarvan oorspronke
lijk steeds sprake was, en juicht nu de
„revisie" reeds als een daad van clemen
tie toe. Wanneer de commissie, die uit
zeer kundige Engelsche rechtsgeleerden
is samengesteld, haar arbeid met ernst
opvat, zal waarschijnlijk menig veroor
deelde zijn straf nog gewijzigd zien...
behalve de ongelukkige gevallen, dat de
krijgsraad het doodvonnis uitsprak en
dit uitgevoerd werd.
buitenlandsch Nieuws
Uit Zuid-Afrika.
Louis Botha en generaal De la Rey
spraken heden voor vergaderingen te
Paarl.
Botha wees er op dat geheel Zuid-
Afrika nu ondier één vlag is en stelde
de vraag: „Zijn wij overwonnen?"
Tot antwoord op deze vraag zeide hij
ongeveer het volgende:
Wij hebben geen duister© toekomst
voor ons. geloof en hoop zullen ons lei
den door de moeielijkheden. Afrika is
ons vaderland door geboorte en erf
recht, wij moeten er naar streven het
te maken tot een gelukkig land en sa-
menwerken om het komend geslacht
zóó op te voeden dat het een plaats
zal hebben onder die toekomstge re
geerders van ons land.
De la Rey zeide dat hij eerbied ge-
vielt voor eLken Britschen tegenstan
der maar zijn hart bloedde als hij
dacht aan de „National Scouts". De
Afrikaander naam moge een verwijt
in houden, evenals eertijds d'e naam
Hugenoot, hij zal zeker eenmaal een
geëerde naam wordien
De agitatie iti Frankrijk.
Met het oog op de aangekondigde
betooging der Christelijke F ranse he
vrouwen op de Place de la Concorde
te Parijs waren tal van agenten en
een detachement van de republikein,
scire garde opgesteld m dein tuin der
Tuilerieën en in liet Elysée. Om drie
uur kwamen -die katholieken op de
Place d'e la Concorde, roepende: „Le
ven de zusters!" Ze wei-den onringd
dioor socialisten, roependie A bas la ca
lotte!, doch deze werden door de bere
den garde uiteengejaagd'.
Tegen vier uur bezetten die katho
lieken het terras van de Tuilerieën dat
de Place de la Concorde beheerscht en
wierpen van daar stoelen op de hoof
den van hun tegenstanders. Een deel
van dezen liep op de aanvallers toe,
die evenwel de vlucht namen. Daarop
bezetten de socialisten onder gejuich
het plein. De politie deed het terras
ontruimen.
De afgevaardigde Jules Roche en de
liberale republikeinen van het Rhone-
diepartement hadden te Lyon een be
tooging georganiseerd om te protestee-
ren tegen de maatregelen van de re
geering tegen de congregaties. De
socialistische vereenigingen van Lyon
hadlden hun leden saamgeroepen voor
de zaal van die „Folies Bergères" tot
een tegenbetooging. Groepen socialis
ten liepen, te hoop voor die deur van
het vergaderlokaal .Toen aan enkele
personen de toegang tot de zaal werd
geweigerd, wilden de socialisten bin
nendringen. De politie deed daarop de
deur sluiten. Er hadden een paar bot
singen plaats en werden wat klappen
gewisseld. De municipale garde char
geerde en nam enkelen in hechtenis.
In een vergadering, georganiseerd
door dien „Ligue pour la Patrie Fran-
caise" werden te Rijssel voor een ge
hoor van dxiizenden personen protest-
redevoeringen tegen die sluiting van
de geestelijke scholen gehouden. Na
afloop van de vergadering werd e
optocht gevormd, die weldra stuitte op
een tegenbetooging. De politie char
geerde en er werd heel wat met wandel
stokken geslagen. Veel rustverstoor-
ders zijn in hechtenis genomen De gen-
darmerie dreef de menigte uiteen,
waarop de stad tot hare gewone kalm
te terugkeerde.
Dank zij den maatregelen door den
prefect van politie genomen, hebben
de betoogingen zich aldaar niet uitge
breid. Omstreeks zes uur was alles
voorbij; slechts liepen hier en daar
nog een paar groepjes.
Het Hbld. zegt in zijn Overzicht hier
van
Bij al het mAsbaar dat de Fransche
clericalen en nationalisten maken
over gelijk zij zich uitdrukken
het geweld dat aan de weerlooze zus
ters wordt gepleegd, is het misschien
niet ondienstig nog eens duidelijk aan
te wijzen tegen wie de maatregelen der
Regeermg zijn gericht. Zij gelcv-u
geenszins de petites Soeurs, de te
recht bemiiide zusters van liefdadig
heid die in stillen eenvoud haars weegs
gaande lafenis brengen waar geleden
wordt; zij gelden alleenlijk de zusters
die al of niet gediplomeerd zich
onledig houden met het geven van on
derwijs. Daarom heeft de minister
president Combes in zijn jongste
rondschrijven aan d'e prefecten er nog
eens met nadruk op gewezen, dat door
het sluitingsdecreet niet worden ge
troffen instellingen die liefdadigheid
beoefenen of hospitalen ook niet
kinderbewaarscholen. Zelfs wenscht
de heer Combes dat niet gesloten zul
len worden geestelijke instellingen wel
ke in volle oprechtheid gelooven dat
ze vergunning hebben om te blijven
voortbestaan, noch dezulke welke pa-
tronaatsbrieven hebebn of gemachtigd
zijn geschenken aan te nemen en even
min de openbare congregationistische
instellingen welke gebruik wenschen
te maken van de gelegenheid, in do
wet geboden om binnen het jaar zich
te hervormen tot een leekenschool. Men
ziet uit deze voorschriften: dat van ruw
geweld .geen sprake kan zijn alleen
de betrokken personen moeten zich
onderwerpen aan de wet op straffe
van verwij dering.
Tot zoover het Hbld. De betoogin
gen geven evenwel den indruk, dat
met de laatste maatregelen al steu.
rum ze dan ook op de wet wel de-
gelijk diep in 't hart van vele Fran
sehen wordt gegrepen.
Immers we lezen in „Het Centrum":
„De tyrannieke sluuing van 2500 a
300 congregatie-scholen in Frankrijk
wekt terecht bij alle weidenkenden diepe
verontwaardiging en ernstige onrust.
Zulk een brutale schending van het recht
zulk een draconische aanslag op de vrij
heid is onbegrijpelijk in onzen tijd, in
dien de sektehaat der vrijdenkersbent,
die. wederom over een aanzienlijke meer
derheid in de Fransche Kamer beschikt,
niet tot alles in staat kon geacht worden.
Wèl mocht Fransois Coppée bij een der
manifestaties, welke deze week in de
straten van Parijs plaats hadden, met
de klaagstem van een Jeremias uitroe
pen: „Het. schijnt, dat het nationale ge
weten dood is; dat het woord: vrijheid
geen enkelen echo meer wakker roept
in de harten, nu men. in het eertijds zoo
ridderlijke Frankrijk, vrouwen laat ver
volgen, heilige en edelmoedige vrouwen
die nooit anders dan het goede hebben
gedaan en onderwezen."
Algemeene Berichten.
Volgens de Times of India worden
te Bender Abbas dagelijks aardbevin
gen waargenomen. SeCfcealt den 9en
Juli kampeeren de inwoners aan het
strand. De stad zelf heeft veel schade
geleden, de oude vesting Orrnuz is
verwoest, de stad Khischna liglt in
puin. Men weet nog niet, of er men-
schen zijn omgekomen.
Een zeer ernstig ongeluk is ge
beurd op den Pennsylvania-spoorweg
De sneltrein vanNew-York naar Chi
cago liep bij Trebelns in Ohio op een
kolenwagen die van een vorigen trein
was losgeraakt:. Een tank met sa
mengeperst lichtgas sprong, de wagen
boven dezen tank werd geheel ver
brijzeld en vatte vuur. Het bleek niet
mogelijk «te zijn, de vlammen te doo-
ven; drie uur later was de geheele
trein met uitzondering van twee Pull
man-wagens, in de asch gelegd. Ze
ven reizigers kwamen in de vlammen
om, velen werden gewond.
Uit Shangai wordt aan de Times se-
seind. dat de Chineesche regeerina;
soedgekeurd heeft de afschaffing van
de Lukin-belasting, in het geheele
Keizerrijk. Hiermee is dus de door
voer van vreemde en inlandsche koop
waren vrij van rechten.
Een voorstel zal gedaan worden tot
verhooging van invoer- en uitvoer
rechten.
Een eerste groep slachtoffers van d
scheepsramp bij Hamburg is Vrijdag
onder ontzaggelijke belangstelling be
graven. Uit alle deelen van de stad
waren duizenden en nog eens duieen-
den toegestroomd naar de straten
waar de stoet zou voorbijkomen.
Op elke kist was een krans van he:
ondersteuningscomité gelegd.
De Times verneemt, dat de kans op
het tot stand komen van den weke-
iijkschen dienst van snelvarende boo.
ten tusschen Canada en Groot-Brittan
nië niet zeer groot is. Het bedrag der te
verleenen subsidie wordt bepaald naar
de snelheid der booten. Voor een
twintig-knoops vaart kan de Canadee-
sohe regeering 175.000 pd. st. subsidie
toekennen, en zal de Britsche regeering
voorstellen de helft daarbij te voegen.
In den passagiersdienst zal worden
voorzien door vier booten, waarbij zul
len komen tien of twaalf vrachtbooten.
De schepen zullen in den zomer van
Quebec vertrekken, in den winter van
Halifax zij zullen 'in tijd van oorlog
ter beschikking zijn als gewapende
kruisers. Het aanbod tot het inrichten
van den dienst is gedaan door de Ca
nadian Spoorweg-maatschappij.
Stadsnieuws.
Haarlem, 23 Juli 1902.
Vacantiekaarten. Het personeel
van de Hollandsche Spoor schijnt niet
op vacantiekaarten gesteld te zijn. Een
onzer, die Zondag naar Deventer ging,
kreeg van den conducteur de navolgende
vraag:
„Gaat u doornaar Deventer? Dan hoef
ik niet telkens om dat ding te komen za
niken."
Daar de reiziger werkelijk doorging.
was de conducteur van het zaniken ont
slagen.
's Avonds terugkeerende hoorde de rei
ziger aan een van de controleplaatsen,
waar hel druk was, van den controleur
de opmerking: ..ook doorgaan?" jawel
hoor 't is goed," en dat met een gezicht
als een oorwurm.
Blijkbaar hebben de vacantiekaarten
de eer niet, het personeel der H. S. M.
te behagen!
Van Zat erdag opZondagis in
de nieuwe electrische centrale voortdu
rend proef gedraaid en dat met het beste
gevolg. Alles liep rustig en goed en ge
breken kwamen niet voor. De onderdi
recteur de heer Bellaar Spruyt. was lan
ger dan 24 uur aaneen in touw.
Vandaag en morgen worden de boog
lampen geprobeerd, op uren die de di
rectie liever niet gepubliceerd ziet, om
dat anders de werkzaamheden allicht
door de aanwezigheid, van veel belang
stellenden zouden kunnen worden be
lemmerd.
Tot klerk aan het bureau van
politie alhier is benoemd de heer C. K.
L. Dokter te Goea.
Gisteren (Zondag) reden de ex-
prestreinen wegens den hevigen wind
met twee machines.
Door den grooten waterval der laatste
dagen zijn in de omstreken verschillen
de polderstoomgemalen en watermolens
in beweging gesteld moeten worden;
voorzeker zeldzaam in het laatst van
Hooimaand!
Stemming Commissie. Het be
stuur van de kiesvereeniging Haarlem
heeft er geen gras over laten groeien,
maar reeds Zaterdagavond jl. met de
besturen van de andere kiesvereenigin-
gen vergaderd tot het bespreken van de
mogelijkheid om een gezamenlijke lijst
van candidaten in te dienen voor de ver
kiezing van 25 leden der Commissie voor
de grensregeling.
Over het beginsel waren uit den aard
der zaak alle aanwezigen het eens. De
moeilijkheid lag in de verdeeling van de
zetels naar de politieke richting. De heer
Dr. J. Timmer, die als voorzitter fun
geerde, deed namens de lib. kiesvereeni
ging het voorstel, de plaatsen te verdee-
len als volgt:
Liberalen S; R. Katholieken 4; Burger
plicht 3; S. D. A. P. 3; Volkskiesv. 3;
Antirev. Kiesv. 2; Prot. Kiesv. 2.
Deze cijfers vonden wel instemming,
alleen wenschte Burgerplicht nog een ze
tel van de liberale kiesvereeniging,
waartoe na eenige bespreking besloten
werd. zoodat aan de liberalen nu 7 en
aan Burgerplicht 4 zetels toevallen.
Een en ander is geschied onder voor
behoud van de goedkeuring der kiesver-
eenigingen.Wordt deze verkregen, waar
aan wel niet kan worden getwijfeld, dan
zullen de besturen de gezamenlijke lijst
van candidaten indienen zoodat dezen
dan zonder stemming (aangezien er
geen tegencandidaten zullen zijn) geko
zen kunnen worden verklaard.
Fceillrtoil.
Vertaald uit het Italiaansch.
In haai' uiterlijke verschijning tot
een zekere trotsche ongenaakbaar
heid: geneigd, waartoe haair hooge
gestalte niet weinig bijdroeg, had zij
een buitengewoon zacht en ontvanke
lijk gemoed. Gelijk alle Zuid-Italia
nen was zij in hooge mate muzikaal
niet alleen in zooverre zij zelve groo
te vaardigheid bezat in het bespelen
van piano en mandoline, jnaar ook
wat haar talent betrof, muzikaal
schoon te waardeeren.
Hertogin Cesina was toenmaals
negentien jaar. Natuurlijk sprak
baar hart luid en duidelijk, in eenza
me uren zelfs stormachtig en verlan
gend, maar zij was een veel te voor
name dame, dan dat haar uiterlijk
in het bijzijn van anderen daarvan
ie&s zou verraden hebben.
Hertogin Cesina zat in haar toren
kamer en luisterde door het open
venster naar heit eigenaardig gefluis
ter der pijnboomen. met hunne lom
merrijke kruinen, hetwelk haar uit
het park van helt kasteel, dat zich
van de rots naar beneden uitstrekte,
tegenruischte.
Een mandoline, waarop zij pas had
gespeeld, was van de chaise-longue,
waarop zij in half liggende houding
zat, op den grond gegleden, en haar
donkere, ietwat dwepend© oogen rust
ten in Stille overpeinzing en genoeg
lijk gemijmer op het landschap dat
zich voor haar blikken uitstrekte.
Eensklaps trad een dienstmeisje
binnen en stoorde haar meesteres in
haar zoete droomerijen.
Wat wilt gij. GonceÜta,
Het jonge meisje trad op haar mees
teres toe en bood haar een visite
kaartje aan.
Deze heer wenscht u te spreken,
hertogin, zeide zij.
Min of meer verstrooid nam de
jonge dame het kaartje aan en las
den naam.
Luigi Castaldi van Napels, zei
de dame. Wie is dat? Wat wil hij? Ik
ken dien man niét.
Het is een jonge heer, die den
arm in een verband' draagt en zegt,
dat bij een boodschap van hertog At-
tilio aan u heeüt.
Van Attilio? Hoe vreemd. Stuurt
Attilio mij zoo'n wildvreemd niensch,
op den hals. Toen voegde zij er half
wrevelig mét een kleine zucht bij;
Laat hem binnenkomen.
Concetta ging heen en kort daarop
trad don Luigi binnen in die volle Na-
politaansche elegantie.
Hij had' mét nog meer zorg dan ge
woonlijk toilet gemaakt, de verlakte
laarsjes blonken onberispelijk, en een
vuuTroode das, welke hij voor bijzon
der mooi scheen te houden, gaf door
den weerschijn aan zijn bleeke, slap
pe trekken, een zachtroode tint. die
hij maar al te goed kon gebruiken.
Hij gaf zich de grootste moeite, zijn
hinkenden gang te verbergen, maar
dift gelukte hem niet te best.
Hertogin Cesina stond dadelijk op
en zag hem vluchtig aan.
Gij komtij van mijn broeder,
mijnheer Castaldi? vroeg zij afgeme
ten en bijna streng.
Ja, geëerde freule, aan hem
dank ik hét geluk voor u te staan.
Wat wil Attilio van mij?
Wilt gij de goedheid hebben de
zen brief, welke hij mij voor u heeft
medegegeven, in ontvangst te nemen.
Hij reikte haar een gesloten schrij
ven over, dat zij tamelijk onverschil
lig aannam en opende. Iedereen had
gemakkelijk kunnen zien, dat het be
zoek, zoo het haar al niet juist on
aangenaam was, haar toch al ver
droot. Ook don Luigi zag dat wel,
maar hij geloofgde niet aan hetgeen
haar uiterlijk uitdrukte. Veeleer
maakte hij zich diets, dat hertogin
Cesina, deze levendige en geeétvolle
schoone, zich in die diepe afzonde
ring van Positano geducht moest ver
velen en dat zijn bezoek haar dien
tengevolge hoogst welkom moest zijn.
Ik geloof, geëerde freule, ging
hij met eenige gemaaktheid voort,
dat er sprake is van een dienst, waar
om mijnheer uw broeder u verzoekt.
Cesina had intusschen den brief
opengevouwen en las:
Mijn hartje!
Ik zit in den brand en heb vrij
dringend een groolbe som noodig
waarom ik onze moeder door uwe
tusschenkomst vriendelijk zou willen
verzoeken. Gij behoeft haar slechtste
zeggen, dat zij brenger dezes een chè-
que meegeeft op haar bankier te Na
pels. De som, die ik momenteel uog
niet juist ken, vul ik dan zelf wel in.
Wees nu eens een lief zusje en bewijs
mij dezen dienst. Zeg er niets van
aan vader en verscheur voor alle ze
kerheid dezen brief, na hem gelezen
te hebben.
Ontvang een hartlijken gToetenden
dank van uw liefhebbenden broeder
Attilio.
Langzaam en nadenkend vouwde
Cesina den brfef weer dicht en ver
scheurde hem daarna in kleine stuk
jes, welke zij achteloos het een na
het ander uiit venster naar beneden
wierp in het park.
Gij kent den inhoud van dezen
brief, mijnheer Castaldi? vroeg her
togin Cesina.
Als ik het wel heb. handelt de
brief over een kleine leening,
welke uw broeder, die zich momen
teel in verlegenheid schijnt te bevin
den, hij u wenscht aan te gaan, ant
woordde don Luigi. Maar u hebt,
waarvan er ook sprake mag zijn,voor
indiscretie mijnerzijds niet te vree
zen, geëerde freule. Integendeel, ik
zal mij door uw vertrouwen zeer ver
eerd gevoelen en v, daar ik onderstel
dat gij u in dergelijke zaken niet als
gansch competent kunt beschouwen,
gaarne melt goeden raad dienen.
En waarin zou deze bestaan,
mijnheer Castaldi?
Don Luigi had het gewaagd in zijn
toon eenige vertrouwelijkheid te leg
gen, maar hij had daarmede al heel
weinig succes, daar de jonge dame,
ongenaakbaar en trdtsch, zoo koud
als ijs voor hem bleef staan.
Mag ik er u op attent maken,
dat het eene, ook voor rijke menschen
aanzienlijke som betreft, antwoordde
hij langzaam, en dat het mijns in
ziens daarom niet geraden is, zoo
maar klakkeloos aan het verzoek van
uw broeder te voldoen, al was het
maar alleen, om hem een herhaling
van een dergelijk verzoek zoo
pijnlijk mogelijk te maken. Want
wikkelt de aangelegenheid zich van
daag zonder noemenswaarde moei
lijkheid af, dan is het tien tegen een,
dat uw broeder na korter of langer
ïijd opnieuw den weg betreedt, dien
het hem zoo licht wordt gemaakt te
bewandelen. Waarheen dat zou lei
den, geëerde freule, zult gij béter be
seffen. dan ik het u zeggen kan.
(Wordt vervolgd).