fls Sier laa liet Zuiden
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
20c Jaargang
Woensdag 30 Juli 1902.
No. 5853
DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maandenL20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
.Franco door het gebeele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 mannden0.37Jjj
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Van. 15 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prigs dear Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Gent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider Buiteuspaarae No. 6.
Telefoonnummer der Redactie 600, Telefoonnummer der Administratie l£S.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Couranbiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère Gr. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31W» Faubourg Monanartre.
Haarlem's Dagblad ian 30 Juli
bevat o. a.:
^Engeland in Zuid-Afrika, Terug
gekeerde krijgsgevangenen, Nood
weer in Duitscliland, De agitatie
in Frankrijk, Alg Ned. Bond van
Schoenfabrikanten.
Polilick Overzicht.
Wat generaal Botha in de Paarl ge
zegd heeft, is opmerkelijk. Heel Zuid
Afrika, zeide hij. is nu onder éene
vlag. Dat is een feit. wat Duitsch-
land en Portugal van Zuid-Afrika be
zitten, wordt in den regel buiten be
schouwing gelaten. Dat is het Zuid-
Afrika. dat de Afrikaander weinig tot
het Zuiden heeft gemaakt. Dat heeft
hij niet op Kaffers en wilde dieren ver
overd. Zuid-Afrika is het land van
den Afrikaander, en de Engelschman
heeft het hem door overmacht7 ontwel
digd. Dat heele Zuid-Afrika is nu on
der Engelsche vlag. Met die uitspraak
stelt Botha ejenvoudig de werkelijk
heid vast.
Maar dan Moeten wij zeggen, dat
we overwonnen zijn? Neen. Dat is
een fier woord en een waar woord.
Waarom de Boeren den strijd gestaakt
hebbenheeft men kunnen lezen in
het besluit dat hun afgevaardigden te
Vereeniging genomen hebben. Maar
de Engelsche wapenen hebben de Boe
ren overwonnen. Generaal Botha, ge
neraal de Wet, en de anderen in de
republieken, de aanvoerders in de
Kaapkolonie, zij zijn geen verslagen
vijanden, de burgers zijn op het oor
logsveld niet de minderen geweest.
Wat zal men in Engeland van dat
getuigenis van Botha zeggen Kort
na den vrede hadden je Engelsche1
bladen en de regeeringspeTsonen geen
woorden van lof genoeg voor de voor
mannen der Boeren. Denk hoe Kit
chener Botha en de anderen prees om
hun verzoeningsgezinde taal. Men
hoopte maar. dat de burgers hun raad
en daad volgen zouden. Maar in de
laatste dagen komt uit. dat die voor
mannen. hoewel zich bij den toestand
neerleggende, en met de Engelsche re
geering willende samenwerken, niets
toonen \an den deemoedigen geest,
die men hun aanvankelijk toeschreef.
En nu is het al zoover gekomen, dat
Reuter Vrijdag uit Johannesburg sein
de .Er is alle aanwijzing voor dat er
niet te veel aandacht behoeft geschon
ken te worden aan de uitlatingen van
de Boerenleiders, die de menigte van
het volk maar weinig raken, die me
nigte bekommert zich slechts om zijn
hoeve en land en vee." De uitlatin
gen van de leiders der Boeren, ons
eerst lang en breed als zoo merkwaar
dig overgeseind, hebben nu al hun be
langrijkheid verloren
Het doet ook goed. generaal de la
Reij de Nationale Verkenners te hoo-
ren veroordeelen. Men behoeft er dan
ook niet voor te vreezen, dat die scha
vuiten ooit weer als broeders onder
het volk opgenomen zuilen worden.
Heette Hartebeestfontein. waarvan de
inwoners "in den oorlog van 1880 en
1881 zich slechts onzijdig hielden, niet
sedert Klein-Engeland. en werd de
plek er niet om geminacht tot heden
toe? De mannen, die nu de Engel
sehen geholpen hebben, zullen een uit
vaagsel blijven onder het Boerenvolk
Aan de Times is uit Shanghai ge
seind, dat de onderhandelingen over
het handelsverdrag tusschen Engeland
en China zoo goed als geëindigd mo
gen worden beschouwd.
Reeds in de vorige week had Lord
Lansdowne in het Hoogerhuis eenige
mededeel'ingen gedaan. die hierop
neerkwamen, dat de handel in het
verre Oosten zich mocht spitsen op het
verkrijgen van grooter veiligheid en
nieuwe uitbreiding. Blijkbaar bedoel
de de leider der Engelandische buiten-
landsche zaken daarmede, dat de on
derhandelingen, die tusschen de En
gelsche ccmmisSie, waarin Sir James
Makay en de heeren Dudgeon en Cock-
burn zitting hadden, en de Chineesche
regeering gevoerd werden op den goe
den weg waren.
Een van de gewichtigste punten,
waarover men het reeds eens was ge
worden, was de afschaffing der Chi
neeache belasting, die algemeen onder
den naam l'ikin bekend is. Deze be
lasting. was weinige jaren na het ver
drag van Tien-Tsin door de Chinee
sche autoriteiten ingevoerd toen ech
ter scheen zij wel eenigszins gerecht
vaardigd door de ontzettende verwar
ring. die over het Keizerrijk was ge
bracht door den opstand der Tai-
Pings, ofschoon waarschijnlijk niet
ten onrechte, als het eigenlijke doel
ervan beschouwd werd. den consessies
die in het tarief van 1858 aan den
Europeeschen handel waren verleend,
haar kracht te ontnemen. De likin
bestond uit een soort van tolgeld, dat
geheven werd bij het doorvoeren van
koopmansgoederen in het binnenland.
Er waren zooveel van die tollen, dat
er bijvoorbeeld tusschen Sjanghai en
Soetsjan over een afstand van 128 K.
M. niet mindier dan 10 moesten wor
den betaald. De hinder voor den euro
peeschen handel in het binnenland laat
zich hierdoor verklaren. En de af
schaffing van de likin is dus een voor
China zeer belangrijke schrede ge
weest. waarin men ongetwijfeld den
goeden wil van prins Tsjeng weer mag
herkennen.
Tegelijk is besloten, dat een lijst zal
worden opgemaakt der andere nog be
staande binnenlandsche douanen, d!ie
alleen gehandhaafd zullen blijven,
doch niet zullen mogen vermeerderd
worden en bovendien komen te staan
onder de zeerechten, die. zooals men
weet. op Europeeschen voet ingericht
en bestierd worden.
In ruil daarvoor zou China een ver
hooging mogen leggen op Europeesche
artikelen, waarvan het bedrag nog niet
bekend is gemaakt.
Buitenlandsch Nieuws
Uit Zuid-Afrika.
De Wet is Maandag te Kaapstad aan
gekomen.
Botha, die met De la Rey een be
zoek bracht aan Stellingbosch, hield
daar een redevoering, waarin hij na
druk legde op bef belang van de op
voeding voor de Afrikaanders. De la
Rey verklaarde, dat allen gelukkig
konden zijn in Zuid-Afrika onder En.
gelsche vlag.
Koning Edward.
De Standard" geeft geen al te beste
berichten over den gezondheidstoestand
van Koning Edward, en Reynold's News
paper schijnt het dus bij het rechte eind
gehad te hebben.
Zou de kroning weer kans hebben te
worden uitgesteld?
Zaterdag is er op het koninklijke jacht,
dat voor Cowes lag, een bijeenkomst van
den geheimen raad geweest. Daartoe wa
ren de hertog van Devonshire en Lord
James van Hereford aan boord gekomen.
Aangezien er voor het afdoen van zaken
minstens drie leden van den raad tegen
woordig moeten zijn, sloot de prins van
Wales, die reeds aan boord was, zich
bij hen aan Feitelijk het eenige wat er
gedaan werd was het ieenenen van twee
proclamaties. De eene bepaalde de krèo-
ning op 9 Augustus, de andere maakte
dien dag tot een beursvacantiedag.
Zaterdag is Whitelaw Reid, die de Ver-
eenigde Staten bij de kroning vertegen
woordigen zon, naar zijn land terugge
keerd. Had hij geen tijd om tot den 9en
Augustus te wachten of vreest hij ook
dan nog geen kroning te zullen zien?
De agitatie in Frankrijk.
Volgens inlichtingen van het depar
tement van binnenlandsche zaken heb
ben in meer dan 50 departementen alle
niet geautoriseerde geestelijke instel
lingen waarop de jongste circulaire
van den minister-president doelde,
voldaan aan wat van haar verlangd
werd. Al deze instellingen hebben zich
vrijwillig ontbonden, zoodat er geen
aanleiding bestaat te haren opzichte
bijzondere besluiten uit te vaardigen
overeenkomstig dat van 25 Juli voor
de geestelijke scholen in de departe
menten van de Seine en de Rhone, die
geweigerd hebben zich te voegen naai
de ministerieele aanschrijvingen en
dus ambtshalve gesloten moesten
worden.
Maandagavond was in de manege
aan de hue d'Enghien te Parijs een
vergadering georganiseerd door het
..Liberaal-republikeinsche Comit van
Acte", om te protesteeren tegen ee uit
zetting van de zusters. De vergadering
werd druk bezocht. Er waren zeer uit
gebreide ordemaatregelen genomen
De vergadering nam, na tal van re
devoeringen van Frangois Coppée. den
afgevaardigde Lerolle. den oud-afge
vaardigde Pion, waarin hoofdzakelijk
werd geprotesteerd tegen de houdin;.
der regeering, lof werd gebracht aan
de zusters, en verzet gepredikt, een
motie aan, waarin de regeering werd
gelaakt, bewondering voor de zusters
uitgesproken, en besloten, zonder ver
wijl het verzet tegen de regeerings-
maatregelen te organiseeren. De heer
Coppee liet zich in ziin rede vijandig
uit tegenover president I.oubet. Ver
volgens werd besloten een grootsche
betooging te houden.
Een kleine betooging had plaats in
de Rue d'Hauteville omstreeks half
tien. Duizenden contra-betoogers be.
gaven zich naar de Rue d'Enghien.
doch werden door de politie uiteenge
dreven. Om half elf kwamen de re
publikeinen in de Rue d'Englïien bij
een, roepende A bas la calotte. Zij
werden teruggedreven naar Faubourg
Saint Denis, waar zij bleven betoogen.
Amerikanen in Canada.
Lord Onslow, ondersecretaris van ko
loniën, heeft in het Hoogerhuis op aan
dringen van Lord Burghclere, die zich
ongerust maakte over de toestrooming
van Amerikanen in Canada, waar zij
zich op groote schaal van het landbezit
meester maken, dienaangaande eenige
mededeelingen gedaan. De minister er
kende, dat de landverhuizing van Ame
rikanen naar Canada sedert 1896 gaan
deweg toeneemt. In 1897 kwamen er 712,
9119 in 1898, 11,900 in 1899, 15.500 in 1900,
17,897 in 1901 en nu zijn er in dit jaar al
24.100 over de grens gekomen. De reden
is voornamelijk, dat het land in de Ver-
eenigde Staten ongelijk veel duurder is
dan in Canada. Zoo wist lord Burghclere
te vertellen van boeren uit Minnesota,
die hun land tegen 8 of 10 pd. st. de acre
verkochten, en in de graanstreken van
Canada weer land kochten tegen 1 of 2
pd. st. de acre. De minister zeide nog
vergoelijkend, dat er zich ook vele land
verhuizers uit Europa, met name uit En
geland zelf, in het vruchtbare westen
van Canada neerzetten.
Noodweer in Duitscbland.
In de buurt van Keulen is Zaterdag
middag tijdens een zwaar onweer een
wervelstorm losgekomen, die in een
wijden omtrek onbeschrijflijke verwoes
ting heeft aangericht. De storm, dito
een pad! van 2 K.M. breed volgde, trok
van KschweüerJülich in noordooste
lijke richting naar den Rijn, en over
LeverkusenOpladen het land vat*
Berg in. Afgeknapte en ontwortelde
boomen. ingestorte gevels, omgerukte
schuren, weggewaaide daken, verniel
de oogstvelden en tuinen wijzen den
wee aan dien de draaistomi genomen
heeft. In de buurt van Keulen hebben
bijzónder zwaar geleden die plaatsjes
Bocklemünd, Wild'e.rsdorf, B rauw ei Ier,
Sinthern, Geyen, die gehuchten Alten
hof. Stöckheimer Hof. Pesch, Longe-
rich. Grooss- en Klein-Lachem en het
allerergst het dorpje Merkenich. In
de eerstgenoemde plaatsen waren van
bijna alle huizen aan den westkant,
de ruiten en daken vernield door ha-
gelsteenen die met kracht van grooie
kiezelsteenen neerkletterden. De te
velde staande vruchten van haver,
tarwe en rng<re ziin platgeslagen, de
aren zijn door den hagel gedorscht.
kool- en beetwortel velden in een mod
derpoel veranderd. Te Clessen was het
dak van de kerk zoo erg beschadigd
dat er Zondag geen dienst kon gehou
den worden. Veel menschen en paar
den, die in het vrije veld waren, zijn
door de hagelsteenen deerlijk gewond.
Alleen te Bocklemünd moesten drie
paarden, om hun wond'en. afgemaakt
worden. Langs dto heirwegen zag men
tal van omgewaaidle telegraafpalen
en vruchtboomen. De schade aan het
gewas is niet te schatten Alle boeren
zijn bang dat zij geen voer zullen heb
ben voor hun vee. De storm moet, toen
hij d'e spoorlijn van Keulen naar Kre-
feid overtrok, met groot geweld boven
de gehuchten Gross- en Klein-Lachem
en het dorp Merkenich aan den Rijn
huisgehouden hebben. De hoeven c-n
de woonhuizen zien er uit, alsof zij lan
gen tijd aan kanonvuur zijn blootge
steld geweest .Te Merkenich is van ve-
,1e huizen de eevel ingewaaid. Versche-.
dene schuren, waaronder een van 50
M. lengte, ziin ingestort. Er werden
daar ook veel menschen gewond door
dakpannen of hagelsteenen. Menschen.
die het noodweer zagen aankomen en
wilden vluchten, zijn een eind; weegs
door de lucht gevoerd.
Te Jülich zijn veel fabrLeksschoor-
steenen omvergevallen en twee men
schen onder het puin gedood. Te Esch-
weiler ligt een heele fabriek in puin.
Een aantal arbeiders die hun loon
kwamen halen, konden nog bijtijds
naar buiten vluchten, waar zij plat
op den grond gingen liggen om niet
weg te waaien.
Te Aken zijn telefoonleidingen,
plantsoenen enz. vernield, een hooge
fabrieksschoorsteen werd er door een
bliksemstraal getroffen en brak af. Ge
lukkig kwam hij neer op een vrij ter
rein.
Oostenryk-Hongarije.
De Keizer heeft een nieuwe poging in
't werk gesteld om de eindelooze onder
handelingen tusschen Oostenrijk en
Hongarije tot een besluit te brengen. Hij
heeft daartoe von Koerber en Szell op
zijn villa te Ischl ontboden, in gezelschap
van Goluchowski, en de beide eerstge-
noemden in de gelegenheid gesteld hem
eens te vertellen hoe het nu met hun be
sprekingen stond.
De conferentie duurde drie uur en
droeg het karakter van een echten
kroonraad. Goluchowski's aanwezieheid
wordt verklaard door de veronderstel
ling, dat ook de kwestie der hernieuwing
of opzegging van de handelsverdragen
met andere staten ter sprake is gebracht.
Dit is intusschen slechts een gissing,
want er wordt het diepste stilzwijgen
over het verhandelde op de conferentie
bewaard. De indruk is evenwel, dat de
onderhandelingen geen stap verder zijn
gebracht, wat een groote teleurstelling
voor den ouden Keizer moet zijn. Het
zoude hem opnieuw de tragische vraag
op de lippen brengen. „Heb ik dan vijf
tig jaar vergeèfs geregeerd?" Want als
hij de economische scheiding tusschen
Hongarije en Oostenrijk moet beleven,
dan meent de Keizer( dat zijn bewind
slechts een onvruchtbaar neerschersle-
ven zal geweest zijn. Aan niets hangt
zijn hart zoo als aan het behoud van
den band, die nu de beide deelen der
monarchie nog vereenigt.
Teruggekeerde krijgsgevangenen
Reuter seint uit Johannesburg eeni
ge bijzonderheden over den toestand
van de Boeren, met name van de te-
rugkeexende krijgsgevangenen. Wij
ontleenen aan dat telegram het vol
gende:
„De gevangenen die terug zijn ge
komen, zijn rustig en onderworpen, en
bezitten niet denzelfden wakkeren trots
op hun nationaliteit als d'e anderen.
Zij verklaren verrast te zijn over den
toestand waarin het land verkeert. Ve
len hebben hun fortuin tengevolge van
den oorlog verloren. Anderen zijn door
gewetenlooze agenten die de zaken
verkeerd hebben voorgesteld, bepraat
om hun hoeven voor belachelijke som
men te verkoopen. Dientengevolge zijn
een aantal hunner terneergeslagen
Zij spreken van vestiging in Argenti
nië of Noord-Amerika. Het gros van de
Boeren van liet platteland zijn thans
echter uitstekend in staat, om Engelsch
bestuur te ontvangen en te waardeeren
indien dit oordeelkundig wordt inge
voerd. Alle pogingen om het nationale
gevoel te onderdrukken zouden nood
lottig zijn, maar bij een verst a n di ge
wetgeving is er veel kans dat het zijn
natuurlijken dood zal sterven.
„Een groot aantal bijwoners zijn op
het oogenblik geheel zonder middelen.
De regeering geeft het meerend'eel
grootmoediglijk leeftocht en onderko
men in de concentratie-kampen. Een
goed aantal hebben aanstellingen ge
kregen bij de spoorwegen, bij de politie
en in de gevangenissen. Velen hebben
werk gevraagd aan de mijnen, maar
er blijven er nog een croot aantal over
voor wier toekomst de regeering moet
zorgen.
..Enkelen schijnen vastbesloten, zich
tot het uiterste te verzetten tegen alles
wat het nationale gevoel zou kunnen
verminderen; dit zijn meest leeraren
van d'e Hervormde kerk en de beroeps
standen in de steden Beide standen
hebben veel invloed over het platte
land, en beide zijn blijkbaar besloten
te doen als de Hollanders aan de Kaap
en een sterke. Bóeren-partij te vormen.
„Naar hetgeen ik heb kunnen uit-
vorschen, is het zeer onwaarschijnlijk
dat Botha een plaats in den Wetgeven-
den Raad zou aannemen, als die hem
werd aangeboden."
-.Li
Turksehe toestanden.
Turksehe toestanden worden op een
zeer eigenaardige wijze toegelicht door
de ervaring welke thans is opgedaan
bij de zoogenaamde Anatolische spoor
wegen, de lijnen die in Klein-Azië door
Europeanen zijn aangelegd en onder
Europeesch beheer staan. De spoor
wegdirectie heeft tot voeding harer
lijnen een Turkscbe stoombootmaat
schappij in de gelegenheid gesteld haar
dienst te' verbeteren en daartoe het
geld voorgeschoten, echter onder voor
waarde van toezicht op de ontvang
sten. Ofschoon de tourniquets voor 't
doorlaten van i'eizigers eerst na eeni-
gen tijd konden worden aangebracht,
steeg de ontvangst met 35 pCt., in de
eerste maand, nadat de nieuwe admi
nistratie hare taak had begonnen.
Even sprekend is het bericht hoe
verrast de beambten waren toen zij hun
salaris op den iaatsten dag der maand
uitbetaald kregen, en nauwelijks de
verzekering gelooven konden, dat dit
geregeld elke maand zou gebeuren.
Tot dusver hadden zij altijd ten min
ste een half jaar op hun loon moeten
wachten.
AJgemeene Berichten.
In Lissabon is men bevreesd voor
een ministerieele crisis, ten gevolge
van d'e daar thans bestaande financi.
eele quaestie.
De officieele lijst van de oologsche-
psn. welke deel zullen nemen aan de
revue, te houden ter gelegenheid van
de kroning van koning Eduard is
thans gepubliceerd. Deze lijst spreekt
van een en twintig pantser.se hepen,
vier en twintig kruisers, zestien kanon-
neerbooten. twee en dertig torpedoboo
ten eu tien opleidingsschepen.
Er is weer eens duchtig geklopt op de
Servisch-Turksche grens tusschen Servi
sche grenswachters en boeren aan de
eene en Albaneezen en Turksehe infan
teristen aan de andere zijde. De Turken,
die de aanvaller waren, brachten de Ser-
WulHtleK.
Vertaald uit het Italiaansch.
Zoo, antwoordde Cesina kortweg.
Gij zoudt het dus voor practisch hou
den, wanneer ik mijn broeder in den
steek liet'?
—Dat heb ik nu juist niet gezegd, ik
heb er u alleen op willen wijzen, dat
het geen zaak 'is, hem zijn pogen om
zich achter den rug van hertog Cesare
geld te verschaffen, al te gemakke
lijk te maken, ten einde hem niet
te gewennen aan het schulden maken.
He kan er gerust bijvoegen, dat de
sommen, die dan misschien zouden
moeten verstrekt worden, zeer aan
zienlijk zouden kunnen zijn zoodat zij
uwe eigen belangen zouden kunnen
benadeelen.
Don Luigi was op zijn manier slim.
Hij dacht dat het geld. in zijn kringen
de hoogste god, de spil, waar alles om
draait, ook in de hertogelijke familie
een factor van gelijke beteekenis was.
Hij dacht, door te wijzen op de verlie
zen, welke eventueel ook het erfdeel
van de hertogin konden treffen, deze
te bewegen, op het verzoek van haren
broeder afwijzend te beantwoorden.
Cecine's sclioone lippen krulden zich
tot een licht, bijna miinachtend» lachje.
Het is wel vriendelijk van u.
mijnheer Castaldi, zeide zij met hoog
hartige kalmte, dat ge u op deze wijze
voor mijne belangen interesseert, al
kan ik ook niet inzien, wat er u het
recht toe geeft.
O. ik vraag u excuus, geëerde freu
le, wanneer 'ik
Dat is onnoodig, waarde heer,
viel zij hem in de rede. intusschen
komt het mij wenschelijk voor, dit
punt te laten rusten. Wat den dienst
betreft, die mijn broeder van mij
vraagt, zoo
Zij hield op en fluisterde een oogen
blik. Voor de portière klonk de haas
tige krachtige tred van een man, in
het volgende oogenblik trad haar va
der het vertrek binnen.
Hertog Cesare, het hoofd van het
geslacht der Tibaldi, was een zestiger,
die zich echter bijzonder goed gecon
serveerd had. Het kortgeknipte haar
was wel reeds sterk vergrijsd, maar
de baard was nog donkerde oogen
waren nog scherp en doorborend en
naar deze te oordeelen begreep men
gemakkelijk, waarom hertog Attilio
beducht was het met zijn vader aan
den stok te krijgen. De man die. zoo
als don Luigi gezegd had. te trotsch
was. om zijn eigen schaduw naast zich
te dulden, had blijkbaar een opvlie
gend karakter en was in hooge mate
streng en onbuigzaam.
Ah, ge zijt niet alleen, Cesina,
zeide hij eenigszins verrast, ik wist 't
niet en vraag u om verschooning, als
ik u stoor.
Gij stoort ons volstrekt niet. pa
pa, zeide zijne dochter, niet zonder
eenige verlegenheid. Dat is mijnheer
Luigi Castaldi. wien Attilio met een
dringende boodschap aan mij heeft
belast.
Hertog Cesare zag den jongen man.
die diep en onderdanig boog, slechts
vluchtig aan.
Castaldi? vroeg hij na een korte
pauze. Zijt gij rle zoon van den advo
caat Fiet.ro Castaldi te Napels, mijn
heer?
Om uwe edelheid te dienen, ant
woordde don Luigi met eenige be
klemdheid. Het was de eerste keer.
dat hij tegenover den hertog stond, cn
diens indrukwekkende persoonlijk
heid en 'inzonderheid zijn strenge,
schrandere, vorschende oogen mistten
hun uitwerking niet op hem.
Mijnheer Castaldi, zeide hertog
Cesare weer op zijn ëigenaardigen
scherpen toon, het doet mij leed van
uwe diensten op geenerlei wijze ge-
bruk te mogen maken
Mijnheer de hertog
Geen woord meer. als ik u mag
verzoeken. Ik ken uw vader zeer goed
en betreur het levendig, juist daarom
uwe vriendelijke bemoeiingen voor At
tilio of voor iemand anders van mijn
huis te moeten afwijzen. Ik geef er
de voorkeur aan Attilio dadelijk
naar huis te laten roepen en persoon
lijk met u te spreken over de zaak.
waarover hij u zond.
Daarbij boog hertog Cesare beleefd,
maar niet zekere ironische deftigheid
voor den jongen Napolitaan.
Don Luigi kon met den besten wi
de beteekenis daarvan niet misver
staan.
Hertog Cesare achtte het niet noo-
dig de vormen in acht te nemen. Het
was een beleefd maar ondubbelzinnig
afscheid. Men wilde niets van hem
weien. Een verlegen lachje speelde
om don Luigi's bieeke lippen, maar in
zijn oog gloeide een doodelijke haat,
heftige wTaakzucht. over een ondervon
den beleediging.
Dan heb ik hier niets meer te
doen. zei hij langzaam, tenzij de ge-
eerde freule ulit belang voor haar
broeder er de voorkeur aan mocht
geven
„Ik zal u, als het noodie mocht zijn.
schriftelijk mijn antwoord doen toe
komen, haastte deze zich te antwoor
den, waarop don Luigi den terug
tocht aannam.
Eigenlijk had hij zeer tevreden moe
ten zijn. juist, cmdat zijn zending to
taal mislukt was. Hij had het immers
daar zelf op toegelegd, maar hij had
daarbij ook nog andere bedoelingen
gehad, welker schipbreuk lijden hem
te zeer hinderde, dan dat hij tevre
den had kunnen zijn. Hij had zich
het resultaat van zijn bezoek bij her
togin Cesina zoo gansch anders voor
gesteld en gedroomd.
Wat is er met. Attilio, vroeg hertog
Cesare, nadat don Luigi zich had
verwijderd
Papa, antwoordde deze aazelend
en verlegen.
Het is ook hetzelfdehet mag
wezen wat het wil. ik begrijp in geen
geval, hoe Attilio zich kan inlaten met
menschen. wier levensdoel slechts geld-
verdienen is. Ge kunt niet gelooven.
tot welk een ontzettend lagen trap de
Napolitanen zinken, als zij hun leven
alleen aan geldverdienen wijden. De
hyena's der woestijn zijn onschuldige
lammeren, vergeleken bij hen. Zij
kennen geen moraal, geen menschelijk-
heid. geen gerechtigheid, noch trouw
noch plicht, als 't om hun voordeel
gaat. Neem u voor zulke lieden toch
in acht, mijn kind. Zij naderen nooit
zonder leed te berokkenen, of u van
illusiën in een ander opzicht te be-
rooven.
Maar papa, ik verzeker u.
Laat maar, ik doe u immers geen
verwijt. Ik wil u slechts waarschu
wen. Den ouden Castaldi ken ik
heel goed. Hij is een bloedzuiger,
een woekeraar, een rechtsverdraaier
en een bedrieger van de ergste
soort, die zich met behulp van de pa-
ragraphen der wet meester maakt ven
de have en goed van lichtzinnige en
onvoorzichtige menschen. en ze aau
den bedelstaf brengt. Ik verkies niet.
dat. ge mot zulke lieden op eenigerlei
wijze in aanraking komt.
Ik zal wel op mijn hoede zijn.
papa
De hertog kuste zijn dochter op het
voorhoofd. Dat weet ikv dat weet ik
wel. Met Attilio zal ik persoonlijk
spreken.
Hij heeft zeker niet geweten,
r venals ik.
(Wordt vervolgd).