NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Db Ster nan het Zuiden Meestgelezen. Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 20e .laargang Woensdag G Augustus 1902. No. 5859 HEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maandenL65 Afzonderlijke nummers0.02^ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden037% de ometreken en franco per post0.46 ADVERTENTIEN Van 15 regels 50 Ote.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prjja der Advertenfciën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regeL BureauxGebouw Het Spaarne, Znider Buitenspaaroe No. 6. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 128. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3P** Faubourg Monanartre. Haariem'8 Dagblad van 6 Ang. bevat o. a.: Uit Zuid-Afrika, De agitatie in Frankrijk, Bond van 0nd-0nder- officieren, De held van Spioenkop, Lncas Meyer. Officieele Berichten. NATIONALE MILITIE HERHALINGS-OEFENINGEN. De BURGEMEESTER van HAAR LEM roept bij deze op den milicien, verlofganger WILLEM GERRIT VAN GUILIK uit de gemeente Haarlem, van de lich ting 1879. toebehoorende tot het le reg. Veld-artillerie, om zich op 20 Augus tus aanstaande, des namiddags vóór vier ure. te bevinden te Amersfoort, bij zijn korpis, voorzien van al de voor werpen van kleeding en uitrusting, door hem bij zijn vertrek niet groot verlof medegenomen, ten einde in werkelijken dienst te worden gesteld. Haarlem, 4 Augustus 1Ö02. De Burgemeester voornoemd BOREEL. NATIONALE MILITIE. HERHALINGSOEFENINGEN. De BURGEMEESTER van HAAR LEM roept bij deze op den milicien verlofganger JOSEPHUS WILHELMUS KOKS uit de gemeente Dreumel. van de lich ting 1897, behoorende tot het le reg. Veld-artillerie, om zich op 20 Augustus a.s. des namiddags vóór éen uur, te bevinden te Amersfoort, bij zijn korps voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hem bij zijn vertrek met groot verlof medege nomen. ten einde 'in werkelijken dienst te worden gesteld. Haarlem. 4 Augustus 1902. De Burgemeester voornoemd BOREEL. Politiek Overzicht. Naar hetgeen vernomen wordt omtrent het werkprogramma der door den heer Balfour dezer dagen aangestelde en quête-commissie voor den oorlog in Z. Afrika, valt van haar arbeid niet veel te verwachten. Ten minste men hoort van een aantal beperkende bepalingen, waar naar de commissie zich te gedragen beeft. Zoo zal zij haar onderzoekingen naar de krijgsbedrijven niet mogen uitstrek ken verder dan tot de bezetting van Pre toria, waardoor natuurlijk een enquête over de refugié-kampen en al hun gru welen is buitengesloten, hoewel deze kampen tot in October 1901 onder mili tair toezicht stonden. Ook zijn van het onderzoek buitengesloten de krijgsopera ties ten oosten van Pretoria, dan de mis lukte troepenconcentratie bij Belfast, en de mislukte vervolging over Pelgrims Rust; ook de totale ongeschiktheid der hulptroepen uit Rhodesia, om de bele gerde garnizoenen aan de Transvaalsche westgrens te ontzetten. Verder mag geen onderzoek worden ingesteld naar de En- gelsche nederlagen in West-Transvaal, niet naar den opstand der Kaapsche Hol landers... en nog naar zooveel meer, waar de commissie zich buiten heeft te hou den. Men vraagt zich af waarom men in Engeland niet liever deze geheele zaak in den doofpot stopte nu het eindresul taat van den oorlog toch voor het land bevredigend is; nu komt men al, vóór het aanvangen van haar arbeid door de commissie, onder den indruk, dat al die beperkingen noodig zijn om de al te groote flaters te bemantelen! De „Voss. Ztg." herinnert, dat deze commissie feitelijk de voortzetting is van die in 1900 werd in het leven geroepen om dienst te doen bij de algemeene par lementsverkiezingen; zij speelde toen een gewichtige rol, die echter steeds vermin derde hoe sterker de oorlogspartij werd. Zal deze commissie dezelfde diensten moeten bewijzen, nu de regeering wat huiverig is geworden bij het succes, dat de liberalen door de insschentijdsche verkiezingen hebben gehad? Men zou het haast denken als men de samenstelling der commissie nagaat: één officier van marine en één infanterle-officier als de eenige technici en lord Elgin als voor zitter. Deze laatste is zonder twijfel een zeer achtenswaardig man, die onderko ning in Indië is geweest, doch van krijgs zaken al heel weinig op de hoogte heet te zijn. Buitenlandsch Nieuws Uit Zuid-Afrika. De Central Repatriation Board, die belast is met de regeling van den te ruekeer der Boeren naar hun hoeven, zetelt, volgens een Reuter-telegram. te Pretoria onder leiding van kapitein Hughes. In elk district is een plaatse lijke commissie, onder voorzitterschap van den magistraat. De taak 'its twee ledig schadeloosstelling en terugbren ging. De Boeren worden uitgenoodigd hun eicshen om schadeloosstelling wegens het verbranden van hoeven en andere verliezen in te zenden. Wan neer een hoeve verbrand is, heeft de belanghebbende twee beëedigde ver klaringen in te dienen, nl. of de hoeve door Engel schen of door Boeren ver brand is. en ten tweede de waarde van het huisraad, dat zich tijdens de ver woesting in het huis bevond. De eiiech zelf wordt voldaan door een propor tioneel bedrag uit de 3.000.000 pond st. die voor dit doel beschikbaar zijn. De commissie streeft er naar aan onmid- delijken nood door onmiddellijken bij stand tegemoet te komen. Als een Boer naar zijn hoeve wenscht terug te keeren. en zaad en landbouwgereed schappen noodig heeft, dan wordt on derzoek gedaan, en wordt zijn aan vraag ind'ien vocjr bewilliging aanbe volen. naar de Centrale commissie ge zonden, die een order geeft aan het meest nabijzijnde uitdeelingsdepot. Groote moeielijkheden levert het ge mis aan vee om te ploegen op. De commissie raadit. aan om enkel aan hen. die voldoende vee hebben, verlof te geven naar hun plaatsen terug te keeren en zij dringt er bij de Boeren op aan, dat zij elkaar op het veld zul len helpen. Er is reeds gezegd, dat Milner erg in zijn maag zit met de zoo- genaamde bijwoners. Deze hebben huis noch geld. Daarbij komt, dat de Boeren, die hoeven hebben, beslist weigeren, om bijwonen-,, die bij de Na tionale Verkenners gediend hebben, weer op hun plaatsen toe' te laten. De meesten leven nu nog in de concentra tiekampen. op kosten van de regeering. Het plan is. ze in kleine kolonies od het platteland te plaatsen. Een EngeLsch blad weet te vertel len. dat Botha, de M at en de la Rev in Engeland verscheidene belangrijke samenkomsten zullen hebben met Bal four en Chamberlain. Zii zouden o.a. trachten een leening van 8.000.000 pel. st. te sluiten, en gedaan zien te krij gen, dat het plan om een deel \an Transvaal bij Natai te voegen, worde opgeheven. Central News zegt. dat het verboet om buitenlandsche bladen alle be halve de Jingo-bladen. in Zuid-Afri ka in te voeren, is opgeheven. Het transportschip Englishman is Zaterdagmorgen niet een aantal Boe ren uit Bombay naar Zuid-Afrika ver trokken. Het stoomschip Carinthia heeft te Fiume 150 in Hongarije gebouwde spoorwagens ingeladen die bestemd zijn voor de Transvaalsche spoorwegen. De St. James Gazette bestrijdt de be wering. dat de z.g. standbeelden van Boeirensitaatsüeden en generaals, die Kitchener naar Engeland heeft meege bracht. buit zijn. Kitchener heeft ze ten geschenke gekregen van Samuel Marks, die ze eerst aan de stad Preto ria heeft willert cadeau maken. Het blad bevestigt dan dat, het eene standbeeld de (onvoltooide) figuur van Kruger is, en de andere geen bijzon dere personen, dus niet Steyn, Botha en Cronjé, voorstellen. Zelfs van de „Long Toms" aan wier echtheid ook reeds getwijfeld is blijft niet veel over Kitchener heeft een paar Boerenkanonnen, die. de Jin go üstli schei St. James is aan 't woord niet veel meer waren dan oud roest, op zijn kosten laten herstel len. En ten slotte is de staatsie-ossen wagen van president Kruger (sic niets dan Kitcheners eigen ossenwagen en nooit eigendom van den heer Kru ger geweest. Dit getuigenis van een onvervalscht Jingo-blad is zeker voldoende, om de gelukkige bezitters der oorlogsreli- quiën van alle illusiën te berooven. Op het te Manchester gehouden con gres van de British Medical Associa tion heeft de officier van gezondheid Hamilton medegedeeld, dat Buller in 1881 reeds Roode Kruis-wagens in Transvaal gebruikt heeft om munitie te vervoeren. Ze waren zelfs vergezeld van een gewapend escorte om ze zoo noodig te verdedligen. Die praktijk- was dus niets nieuws in dezen oor log. De agitatie in Frankrijk. Aan de uitnoodiging van den abt Gar- nier, voorzitter van de „Union Nationale" om Zaterdagavond een meeting te hou den in het „Maison du Peuple francais" hadden een 700 a 800 jongelieden gehoor gegeven. De sprekers en vooral Francois Coppée werden zeer toegejuicht. Het terrein buiten de vergaderzaal was afgezet door agenten en de burger wacht. Achter deze haag van verdedigers stonden duizende republikeinen, die de „Internationale" zongen De heer Sembat nam een vijftien hon dercl van hen mee naar een naburige zaal, waar een anti-clericale betooging plaats vond. Botsingen hadden niet plaats, dank zij de voorzorgsmaatregelen door de politie genomen. Na twaalf uur, toen het grootste deel der politie inge rukt was, drong een socialistische bende het „Maison du Peuple francais" bin nen om den boel kort en klein te slaan. De agenten sloegen met hun stokken, en een schoot er zelfs met zijn revolver. Een onschuldig voorbijganger werd ernstig aan zijn been verwond. Het is wel eens van Delang te publicee- ren het artikel der wet op de congrega ties waarop in den huidigen strijd beide partijen zich gronden. Dat is art. 13, al dus luidend: „Geen geestelijke orde kan tot stand komen zonder een machtiging verleend door een wet welke de voorwaarden van haar werkzaamheid zal bepalen. „Zij zal geen enkele nieuwe inrichting kunnen vestigen dan uit kracht van eer' door den Raad van State gegeven be schikking. „De ontbinding der orde of de sluiting van elke inrichting zullen kunnen wor den uitgesproken bij een in den minister raad genomen besluit". De vraag is nu of onder dit artikel val len een door orde-broeders of zusters be stierde school, welke gevestigd is in een school, die particulier eigendom is. Waldeck Rousseau, de maker van de wet, meent van neen. Een inrichting, waarbij het lokaal en de geldmiddelen door derden worden verstrekt, zou niet bedoeld zijn in art. 13b, al wordt het onderwijs er ook door geestelijken gegeven. Dezen werden ge acht in dienst dier derden te staan. Maar na ingewonnen advies van den Raad van State heeft Waldeck Rousseau zelf nog een omzendschrijven (6 Februari) aan de prefecten gericht, volgens het welk de laatstbedoelde inrichtingen, ge sticht na 1 Juli 1901, wel degelijk de be schikking van art. 13b hadden te vragen De 125 inrichtingen welke toen aan dezen wenk geen gehoor hebben gegeven, zijn bij presidentieel besluit van 27 Juni ge sloten geworden. Het naar aanleiding daarvan in de Kamer gevoerde debat (4 Juli) is besloten geworden met de aan neming der door de regeering verlangde motie en de aanplakking in Frankrijk's zes- en-dertigduizend gemeenten der re devoering. waarmede de premier Com bes de interpellanten beantwoord heeft. De sluiting van deze inrichtingen, zei- de toen de premier, was een eerste daad, welke zeer spoedig door andere daden zou worden gevolgd. Nieuwe daden wa ren in het vooruitzicht gesteld en in alle gemeenten had die verklaring te lezen gestaan. Algemeene Berichten. In het „Morgenblad", een dagblad in Christiania, deelt de heer Baldwin mee, da; zijn poging om de Noordpool te be reiken. mislukt is. Doch hij gevoelt zich niet ontmoedigd door de moeilijkheden, welke hij ondervond. In 1903 zal hij op nieuw een poging wagen. Baldwin bouw de drie groote opslagplaatsen voor de provisie, wat hem vein veel nut zal zijn op deze volgende expeditie. Op het Frans Joseph-eiland waren het geheele jaar de anders bevaarbare wate ren versperd door ijsschotsen, zoodat het schip niet verder kon. Door dit opont houd moesten de steenkool en suiker- reserves aangesproken worden. Van een langer blijven mocht dus geen sprake zijn. De heer Baldwin heeft de hut van Nansen gevonden. Hij bereikte een noor derbreedte van 81 graden 44 minuten. De generaals Botha, De Wet en De la Rey vaardigden, voor zii de reis naar Europa ondernamen, een geschrift uit, waarin zij bevestigden dat de reden van him reis was fondsen bijeen te brengen voor de weduwen, weezen en gewonden. Zij verzochten het volk in het land te blijven en op God te blijven vertrouwen. In de Italiaansche hofkringen wordt erteld dat het tegenbezoek van Czaar Nicolaas aan Rome plaats zal hebben in Januari of Februari, een maand na de bevalling van koningin Helena. De Czaar zal met een groot gevolg komen. De politie neemt nu reeds haar maat regelen en houdt streng toezicht op de anarchisten, voornamelijk op de Itali aansche anarchisten die in het buiten land vertoeven. Aan het station Khatauli nabij Meer ut in Engelsch-Indië heeft Donderdag een ernstig spoorwegongeluk plaats gehad De locomotief, de voorste bagagewagen, een tweede klasse-rijtuig en een groote derde klasse-wagen van een gemengden trein zijn ontspoord door onbekende oor oorzaak. 16 inlanders zijn gedood, en negen Europeanen benevens 21 inlanders ernstig gewond. Te Berlijn is een ambtelijke mededee- ling ontvangen, dat de Engelsche legatie te Darmstadt zal worden opgeheven. Er blijft daar slechts een Britsch consulaat. Allan Johnstone, die nu Engelsch gezant bij het Hessische hof is, vertrekt uit Darmstadt in September. Generaal Lukas Meyer vertrekt heden uit Londen en gaat direct door naar Karlsbad om een kuur te ondergaan. De voornaamste Zwitsersche locomo tief-fabrieken en de vereeniging van eJec- trische fabrieken hebben een commissie benoemd, om een onderzoek in te stel len over de praktische toepassing van electrische trekkracht op spoorwegen. De ingenieur Tissot van Bazel is tot voor zitter gekozen. Stadsnieuws. Haarlem, 5 Augustus 1902. Wandeling in den Hout. Het Lid van den Raad, de heer Van Linden Tol, is op het practische denk beeld gekomen met den heer Springer eens een wandeling in den Hout te gaan maken, om daar op het terrein zelf diens plannen tot reorganisatie nader te be spreken. In der haast legde hij een brief je neer m de kamer, waar eenige leden des Maandags bijeenkomen om de stuk ken te lezen en het gevolg was, dat he den Dinsdagmorgen te tien uur eenige Raadsleden zich achter Hótel Scholten vereenigden, om met den heer Springer een en ander te zien en te bespreken. Het waren, behalve de heer Tol, de hee ren De Lanoy, Laane, Loomeijer, Dr. Tjeenk Willink. Roog en van den Berg. Deze heeren hadden de vriendelijkheid om onzen hoofdredacteur in hun gezel schap op te nemen. Wij behoeven de plannen des heeren Springer, die reeds zoo vaak zijn om schreven en besproken, hier niet op nieuw in hun geheel mede te deelen. Overbodig is het zeker ook wel om te zeggen, dat hier niet alleen voorstan ders, maar ook tegenstanders van zijn plannen aanwezig waren. Zooveel is zeker, dat de heer Springer kwalijk een geschikter moment had kun nen treffen De niet beharde wegen in den Hout waren rondweg gezegd een modderpoel. Dat bleek al toen de archi tect aanwees, hoe hij de bocht in den rijweg achter Hótel Scholten wegnemen wilde, dezen weg recht doortrekken door den Hout heen om hem met fraaie boch ten bij den Wagenweg te doen eindigen. Daaraan loopt het z.g. Werkmanspad, dat er in zijn beharden toestand naast de modderpoelen recht behagelijk uit zag. eenigen tijd evenwijdig en wendt zich er daarnaar links van af. Natuurlijk ontbrak het niet aan vragen. „Kan", zoo vroeg men, „deze rijweg niet even practisch geschikt gemaakt worden en toch zandweg blijven?" Maar de heer Springer wees er op, dat dit op dezen bodem niet gaat. „En wat de verharding betreft, men praat van schelpen, maar ik wil volstrekt geen schelpen gebruiken die sluiten lucht en water af. Het be harden moet geschieden met fijn grint, dat beide voldoende doorlaat. De oude, thans bestaande rijweg, wordt in dit plan opgeheven en door een grasveld vervan gen". Hoe het dan stond met de hoornen, die voor den nieuwen aanleg van dezen rij weg zouden moeten vallen. Het ant woord stelde zeker niemand te leur. „Niet meer dan vier," zei de architect en wees ze daarbij stuk voor stuk aan. Al leen zou nog wat hakhout moeten val len. Maar daar kon geen van de aanwe zigen leed van hebben, want het aange wezen hakhout was verwaarloosd, opge schoten en uit hun kracht gegroeide sta ken. Ieder begreep, dat hiervoor dicht hakhout in de plaats te brengen, het ge heel verfraaien en den Hout een indruk van grooteren omvang geven zou. 't Was een merkwaardige toevalligheid. Feuilleton. Vertaald uit het Italiaansch. 12) Ge keert vermoedelijk vandaag rog naar Napels terug Ja papa. dadelijk na den eten. Maar Attilio, verzocht hem zijn zuster, tot morgen zoudt .ge misschien toch kunnen blijven, nu ge toch een. maal hier zijt. Ik kan niet. Cesina. Morgen vroeg, om 8 uur, als gij nog in de veeren ligt. ben ik alweer op het college over het Romeinsche recht. Wat wist Cesina van Romeinsch recht. Het was haar niet euvel te duiden, dat zij het recht van een zus ter op haar broeder veel hooger stelde en zij vertrok den mond tot een gut tig spottend lachje, dat van weinig eerbied getuigde voor den professor in het Romeinsche recht. Des ie meer was Attilio's antwoord naar den smaak var. zijn vader, die welwillend ztide Het zal u wel onaangenaam zijn, uw moeder niet te kunnen spre ken. Attilio, maar zij kan u niet ont vangen. De dokter was zooeven hier en constateerde een lichte koorts. Daarom heeft zij zich te bed gegeveu en slaapt reeds. Nu, zoo mogelijk zie ik haar we! dc volgende week te Napels. Ge komt toch ovei1 voor de weldadighefdlsvoor- stelling :n San Carlo Zij belooft zeer grootsch te worden. Zeker, wij komen. Hertog Cesare weidde uit over het te verwachten genot bij de tooneel- voorstelling, maar Attilio was plotse ling wonderbaar stil geworden en luis terde slechts met een half oor. Men had bijna gedaan met eten en Attilio werd steeds onrustiger. Hij scheen zich met iets bezig te houden, dat hem geheel in beslag nam. Ten slotte schoof hij elk bord dat de be diende gereed zette terug, stond haas tig op en zeide Excuseer mij een ocgenblik. Ik wil even gaan zien, of ik een goeden rij ezel naar Castelmare krijg. Als het half donker is, ziet men r-iet meer, wat men neemt. Maar dat kan Dominico of Fran cisco immers wel beredderen, riep zijn vader hem na, doch Attilio was reeds weg en scheen hem niet meer te hoouea. Het duurde ongeveer tien minuten, eer hij haastig, gejaagd en ademloos terugkwam. Zijn vadeT gaf hem een wissel van 2000 francs, dien hij intus- 4chen had ingevuld, en Attilio stak hem verstrooid in zijn vestzak. Toen nam hij afscheid, en dat deed hij ook ep een verwarde manier. Herhaalde lijk scheen hij zijn zuster iets te wil- len zeggen, en begonWanneer gij of .Cesina, het is maar voor eenige dagen, tot ik.... maar telkens brak hij weer af. Ten laatste zeide hij _tct haar Nu. in elk geval zien wij elkaar de volgende week te Napels, nietwaar Cesina Cesina zag hem verwonderd en glim lachend aan, Ja. als ge zoo goed wilt zijn, mij in de loge te komen op zoeken, zal ik dat genoegen zeker wel hebben, antwoordde zij. Toen kuste hij haar verstrooid en terloops, mompelde nog een paar on verstaanbare woorden, en verwijderde zich ijlings. Wat zou hij toch hebben, vroeg Cesina zich nog lang te vergeefs af. VII. Het was schemeravond. De advo caat Pietro Castalda daalde de donke rt steenen wenteltrap, die naar zij a kieine hut eau ldidde. af en ging de straat op. Het was een van die smal le. enge. onzindelijke straten, met vui le huizen van vijf of zes verdiepingen, zooals ze in het oude Napels nog bij honderden zijn te vinden en die de sluiphoeken vormen waar zich nood en ellende, jammer en misdaad ver bergen. Om Godswil, Excellentie, zeide tegen hem niet matte, huilende stem een in lompen gehulde vtouw met hol le wangen, bleeke en ziekelijke trek ken. vergezeld van drie kleine kinderen van welke er slechts een loopen kon. cm Godswil, mijnheer, heb medelijden met een arm verhongerd gezin. Eén soldo. Excellentie, éen soldo maar. om brood te koopen, voor mijn kinde ren. Erbarmen, erbarmen. Castaldi hief driftig zijn stok op. Pak je weg oude slons, dat is altijd bi delen, bedelen. Kun je niet werken? Weg. scheer je naar den duivel of ik sla er op los De arme vrouw bleef verschrikt staan er. liet Castaldi met rust. De straat, waarin deze zijn bureau had. Jag in de nabijheid van de haven, zoodat hij kort daarop in de Strada del Molo op het terrein van de havendrukte kwam. Het was een echt Napolitaansch tafe reel, dat zich hier voor hem ontwik kelde. Met volle longen en schelle stem prezen de handelaren hunne waren aan. en groote massa menschen vulde, elkaar langzaam voorbijschui vende. de straten en pleinen, ezels zwoegden voor zware karren, waarop de vrachtgoederen van en naar de haven werden, vervoerd, de groote ijzeren kranen lieten haar geknars liooren. de tramkoetsiers toederden op schellen, merg en been doordringen- gen toon op hun horens. Halfnaakte kinderen renden heen en weer en zochten naar de sigareneindjes, die de voorbijgangers hadden weggewor pen. Venters met oranjeappelen, luci fers. vijgen, water, meloenen, bedel liedjes en kranten, krioelden door eL kaar en schreeuwden in dollen wed ijver. Nergens wordt de strijd om het bestaan luidruchtiger en zenuwachti ger gevoerd dan te Napels. Per carita, per carita. mompelde naast den heer Castaldi weer een ha- velooze man die lui op den havenmuur lag en niet eens opstond, toen hij zijn hoed bedelend vooruitstak. Castaldi zag den man een seconde scherp aan. Het was iemand van on geveer veertig jaar. in wijden groeze- lgen mantel gewikkeld. Aan de voetwn had hij een soort van sandalen, zooals door de bewoners van de Campagna en in de bergen gedragen worden. Op het hoofd droeg hij een spitsen, met roode en blauwe linten omwonden hoed. Het gezicht was woest en trotsch, door een stoppeligen baard cmgeven, waar de oogen sluw en lis tig uitblikten. Kortom, het was een van die menschen. die men niet gaanre op eenzame wegen ontmoet, Carluccio. vroeg Castaldi zacht, zijt gij het? De ander zeide niets meer maar knip oogde alleen sluw en bleef zijn hoed vooruit houden, waarin Castaldi nu eenige muntstukken wierp. Wat doet ge hier? Zijt ge dol? Waarom? Zijt ge niet b£ng herkend te zul len worden Ebbene, wat dan Men brengt je achter slot. Je bent een Camorist." De kerel lachte onbeschaamd en uit dagend. Castaldi zag om zich heen en sloeg zijn mantel voor het gezicht (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1