NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Bb Ster Tan Bet Ziiöen Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. ADVERTENTIËN '20e .laargang Dinsdag 12 Augustus 1902. No. 5864 HAARLEM'S DAfiBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per 3 maandenL20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het gekeele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02^ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maandenff 037^4 de omstreken en franco per post0.45 Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cta. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prgs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote lettere naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat» Reclames 30 Cent per regel Bureaux: Gebouw Het Spanme. Zuider Buitenspaarne No. 6. Telefoonnummer der Redactie 600. reiotoonnammer der Administratie 1182. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Conrantiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T.A MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31W* Faubourg Monanartre. Haarlem's Dagblad Fan 12 Aug. bevat o. a.: De kroning van Koning Edward. Het leven in Johannesburg. De agitatie in Frankrijk. Dubbel- getapte verkiezingen. Moordaan slag. President Steijti. Courbes te W oestdnin. Politiek Overzicht. De Engelsehe kroning. Het program in de Westminster Abdy is feilloos afgewerkt.Bijzondere voorvallen, die het relaas van de plechtigheid schilderachtiger hadden kunnen maken dan een dorre opsom ming van de nummers van het pro gram noodzakelijkerwijs is, zijn er niet geweest. De Koning heeft zich uitstekend, en het weer heeft zich wij goed gehouden. Bij vorige kroningen is er wel eens spanning en ontstentenis geweest over noodlottige verzuimien. George III vertrok veel te laat naar de Ahdij, omdat men vergeten had het zwaard en het baldakijn, die in de plechtig heid paraisseeren, mee te brengen. Bij de kroning van George II hadden de deken en het kapittel van West minster den kelk vergaten, enz. De sensatie van deze kroning is er echter reeds geweest, toen zij plotseling moest uitgesteld wordJen. Vandaag heet alles naar wensch te zijn gegaan. De stemming was er, toen het ka nongebulder Londen wekte, voor zoo ver het sliep, want velen hadden langs den weg van den stoet over nacht. In Engeland begint de kroning pas nadat het volk zijn toestemming gegeven heeft. Volgens het oude cere monieel sprak de aartsbisschop van Canterbury, vergezeld van den Lord Chancellor, Lord Great Chamberlain, Lord: High Constable en Earl Mars hal, nadat de Koningen de Koningin plaats hadden genomen op de zetels voor den troon, de aanwezigen als volgt toe: „Mijneheetren, Ik stel u hier Ko ning Eduard, den onbe.twisten Ko ning, van dit rijk, voor; daarom, gij allen die vandaag zijt gekomen om uwe hulde te betoonen, zijt gij bereid hetzelve te doen?" Luide en herhaalde toejuichingen volgden, en de vergadering riep als uit één mond: „Godi save King Ed ward." Eerst daarna nam de godsdienstige plechtigheid een aanvang. De preek was ditmaal weggevallen, om de plechtigheid te bekorten, en dadelijk nadat Z.M. den eed had afgelegd, kon dus de zalving beginnen. Terwijl vier ridders van den Kouseband hem den baldakijn boven het hoofd hiel den, zalfde de aartsbisschop den Ko ning in den vorm van een kruis met „heilige olie": lo. op de kruin van het hoofd, zeggende „Zij uw hoofd gezalfd met heilige olie, zooals konin gen, priesters en profeten gezalfd werden; 2o. op de borst, zeggende: ,,Zij uwe borst gezalfd met heilige olie"; 3o. op de palmen van beide handen, zeggende: „Mogen uwe han den gezalfd worden met heilige olie". Voor de zalving was de Koning ont daan van zijn karmozijnen gewaad en zijn gtautsie-muts, en na de zal ving trok hij het Colobium Sindonis aan (een tunica zonder mouwen), en de Supertunica, het overkleed van goudlaken met een gordel van dezelf de stof. Het volgende ceremonieel was de aanbieding van de Sporen en hett Zwaard van Staat en de omgor ding en wijding van dit laatste wa pen. Dan volgde de bekleeding met de Armilla (armband) en rijksmantel en de overhandiging van den rijksappel. (De appel onder het kruis beteekent dat de geheele wereld onderworpen is aan de macht en het rijk van Christus den Verlosser). Vervolgens werd aan den vinger van 's Konings rechterhand de ring gestoken, zinne beeld van de koninklijke waardig heid en van de verdediging des ge- loofe. De schepter met het kruis werd in 's Konings rechterhand ge steld, terwijl de aartsbisschop zeide: „Ontvang den koninklijken schepter, het teeken van koninklijke macht en gerechtigheid"; en de schepter met de duif in de linkerhand, onder de woordlen: „Ontvang de roede van billijkheid en genade." Het was eenige minuten na twaal ven, toen de aartsbisschop, staande voor het alitaar, de kroon in de han den nam, en die opnieuw voor het altaar leggende, sprak: „O God, de kroon van den geloovige: zegen, wij smeeken U, en heilig dezen Uwen dienstknecht. Eduard, onzen Koning en, daar Gij dezen dag een kroon van louter goud op zijn hoofd plaatst zoo verrijk zijn koninklijk hart met Uwe overvloeiende genade, en kroon hem met alle vorstelijke deugden, door middel van den Koning die eeu wig is, Jezus Christus, onzen Heer, Amen." Nu ging de Koning in ko ning Edwards zetel zitten; terwijl kwam de aartsbisschop met al de an dere bisschoppen van het altaar. De deken van Westminster bracht de ki-oon, en de aartsbisschop nam haar eerbiedig over en plaatste haar op 's Konings hoofd. Dit ziende, riepen alle aanwezigen opnieuw luide: „God save the King!" De pairs en wapen koningen zetten hun kroontjes op,de trompetten schaldten, en op een gege ven teeken donderden de groote ka nonnen van den Tower. Toen de toejuichingen verstomd waren, zeide de aartsbisschop: „Wees sterk en van goeden moed. Houd God's geboden en wandel Zijne heilige wegen. Strijd den goeden sifcrijd des geloofs en verwerf u het eeuwige leven; dat gij in deze wereld gekroond moogt worden met voor spoed en eer, en, als gij uwen levens loop geëindigd! hebt, een kroon van iv(chtv aardigheid moogt ontvangien, die God, de rechtvaardige rechiter, I u op dien dag zal geven." Het koor hief aan: ,,Be sirong and play the man: Keep the command ments of the Lord thy God, and walk in His ways". Het was op dat oogenblik ruim 20 minuten over twaalven. Nadat de Koning den bijbel ontvangen had, sprak de aartsbisschop de zegenbede uit, waarin o.rn. deze woorden voor komen: „De Heer geve u een vruchtbaar land en gezonde seizoenen, overwin nende vloten en legers, en een rustig rijk; een getrouwen Senaat, wijze en oprechte raadslieden en magistraats personen; een trouwen adel en ge hoorzame eerste-burgers; een vrome en geleerde en nuttige geestelijkheid; een eerlijke, vlijtige en gehoorzame burgerij. Amen." De Koning keerde vervolgens naar zijn troon terug, om de hulde van prinsen en rijksgrooten te ontvangen De woorden van hulde zijn: „ik (her tog of graaf, enz.) woru uw leenman met leven en lijf en aardsche veree ring, in trouw en waarheid zal ik u dienen, op leven en dood, tegen aller hande volken. Zoo helpe mij God". Na de huldliging roffelden de troms, klonken de trompetten en riep al het volk in de abdij: „God save King Edward! Long live King Edward! May the King live for ever!" Daarna werd de Koningin door den aartsbisschop van York gekroond en zetten de pairsvrouwen hun kroon tjes op. De plechtigheid werd, nadat de Koningin, gaande naar haren troon, eerbiedig voor haren heer den Koniiig gebogen had, besloten met de toediening van de heilige commu nie aan H.H. M.M. uit gouden vaat werk. En toen stelde zich de stoet in be weging naar de westelijke deur van de Abdy, Koning en Koningin met de kroon op het hoofd; de Koning dra gende in zijn rechterhand den schep ter niet het kruis, en in zijn linker den rijksappel, de Koningin in hare rechterhand haren schepter met het kruis en in hare linkeT de ivoren roe de met de duif; alle pairs volgende met hun kroontjes op het hoofd. Buiten daverden kanonschoten, luidden de klokken en juichte al het volk. Tijdens de kroning was de aarts bisschop van Canterbury erg aange daan. Zijn ontroering "was ten slotte zoo groot, dat hij met moeite den Koning den ring aandeed; en toen hij de kroon in zijn bevende vingers had, kon hij slechts met moeite het hoofd van den Koning bereiken. De aartsbisschop was ook de eerste die neerknielde om zijn Souverein hulde te bewijzen. Maar. de Koning moest hem de hand reiken om hem •te helpen opstaat, daar hij op het punt was van in zwijm te vallen. Men moest hem daarna bijna van den troon naar het altaar dragen, waar zijn geestelijkheid1 hem omringde. Dadelijk na den aartsbisschop be wees de prins van Wales zijn vader hulde. Bij het heengaan, hield zijn vader hem nog een oogenblik terug, omarmde hem en drukte hem harte lijk de hand. Alle edellieden raakten de kroon aan en kusten den Koning op de wang. Een zee van electrisch licht be straalde in de abdij al het goud, de edelgesteenten en de schitterende uni formen en gewaden. Onbeweeglijk zat de koning op den troon van Eduard den Belijder, terwijl het koor de vreugde-hymne aanstemde. Lord Salisbury was, wegens een lichte ongesteldheid, niet onder de pairs in de kerk. Om 6 minuten over tweeën verlie ten de Koning en de Koningin Abdij. Do geestdrift van de menigte bij het paleis na den terugker des Konings was zoo groot, dat beiden, de Konin gin en de Koning, zich op het balkon van het paleis begaven. Daarop barst te opnieuw de geestdrift voor den Koning los. De illuminatie was 's avonds prach tig; vooral het gebouw van de Engel sehe Bank, de beurs en Mansion Hou se in de city; en de groote clubge bouwen der aristocratie en ook de militaire clubs in het West-End,waar bovendien talrijke heea-enhuizen de straten overstroomen met een zee van licht; ook de andere huizen in de hoofdstraten waren bijna alle ge ïllumineerd. al waren ze nieft alle zoo schitterend. Verscheidene winkejs gaven een heerlijk schouwspel te zien. De straten waren opgepakt met ontelbare drommen volk, die slteeds luidruchtiger worden. Het weer was fraai, maar dreigend. Na de kroning is bericht, dat de Koning de inspanning zeer goed door staan had en dat geen bulletins meer zullen worden uitgegeven. Het koningspaar woonde Zondag ochtend de godsdienstoefening bij in de kapel van St. James. In de ka thedraal van St. Paul werd een plech tige dankdienst gehouden, dien o.a. de Lord-Mayor en de Sheriffs in ambtsgewaad bijwoonden. Het paleis Osbornet-Housei, uitge zonderd de particuliere vertrekken van koningin Victoria, heeft de Ko ning voor nationale doeleinden voor namelijk als herstellingsoord voor of ficieren, beschikbaar gesteld. Ruitenlandsch Nieuws Het leven te Johannesbnrg. De Johannesburgsche correspondent van Reuter meldt: De quaestie van den civielen dienst in de Transvaal en Oranjerivier koloniën wordt door de bevolking hier druk be praat, daar zooveel afhangt van behoor lijke keuzen. Tot nu toe heeft het kolo niale kantoor een klein aantal beambten geleverd. Indië verscheiden, en andere zijn in Zuid-Afrika aangesteld. Het zal een tijd duren eer lord Milner al de vaca turen kan vullen, daar hij er ten stellig ste op uit is om de beste ambtenaren te bekomen die te krijgen zijn; maar de groote hinderpaal voor het bekomen der beste lieden vindt men in de traktemen ten, die ellendig klein zijn, als men de kosten van levensonderhoud hier in aan- merg neemt. Huishuur, zelfs als de gebouwen zoo nederig mogelijk zijn, is ontzettend duur, bijna nooit onder 300 pd. st. "s jaars; koks krijgen 7 tot 10 pd. st. per maand; kaffer huisjongens 4 tot 6 pd. st. per maand: een paard te houden kost ten minste 60 pd. st. 's jaars: vleesch uit de koelkamers Is. a Is. 2 d. per pond, en versch geslacht is niet te bekomen; spoor- wegreizen eerste klas 3 d. per mijl. Uit die cijfers kan men zich een denkbeeld maken van de moeilijkheid voor een ge huwd civiel ambtenaar die van 500 tot 700 pd .st. 's jaars trekt, om rond te ko men. Erger nog is het voor een militair officier, die schoon vrij van betaling van invoerrechten, de Transvaal een onmo gelijke plek moet achten om in te wonen als hij geen eigen middelen heeft. Geluk kig zijn de manschappen dank zij kolo nel Morgan's kantienstelsel er beter aan toe. Dit stelsel heeft reeds een winst op geleverd van 400.000, pd. st., die men be steden zal voor de behoeften der solda ten in Zuid-Afrika. Een bedrag van 40.000 pd. st. is toegewezen voor een verfris- schingszaal en een zwembad bij de nieu we kazernes die men aan den heuvel be zuiden de stad gaat oprichten. De koningin van Helgië. Te Spa liep een gerucht, dat de hartkwaal van de koningin verergerd was Het tegendeel wordt gemeld1. De geneesheer constateerde juist grooten vooruitgang in dien toestand. De agitatie in Frankrijk. De bisschop van Meaux heeft uit naam van de katholieken van zijn bis dom aan den President der Republiek een krachtig protest gezonden tegen de verdrijving der zusters Een overste bij het 2e regiment ja gers. in garnizoen, te Pontivy. i's uit zijn bevel ontheven, omdat hij gewei gerd heeft een escadron te zenden naar Ploërmel, om de overheid te helpen bij de uitvoering van decreten betref fende de zustersscholen. De overste zal wegens weigering van gehoorzaamheid voor den krijgsraad' worden gebracht. De minister van oorlog heeft hem in middels vestingstraf opgelegd. De prefect van de Seine heeft aan de Parijsche bladen medegedeeld dat in dit departement vijftien geestelijke scholen zijn gesloten, waar 32-17 kinderen onder wijs ontvingen. Na de vacantie zijn op de openbare scholen in de buurten van de gesloten scholen 4825 plaatsen vrij, zoodat er voor de kinderen, welke de zusterscholen bezochten, ruimschoots ge legenheid bestaat om onderwijs te ont vangen. Het Engelsehe Ministerie. Hier volgen enkele wijzigingen ln het Engelsehe ministerie. De volgende benoemingen zijn nog niet telegrafisch gemeld: W. Hayes-Fisher wordt finan cieel secretaris van de schatkist, in plaats van Austen Chamberlain; Sir A. Acland- Hood vervangt Walrond als parlementair secretaris van de schatkist; H. W. Tor ster vervangt Hayes-Fisher als Lord Com missioner of the Treasury; graaf Percy wordt onderstaatssecretaris voor Indiö (in plaats van graaf Hardwicke); Cochra ne is benoemd tot onder-staatssecretaris van binnenlandsche zaken. De volgende heeren treden voorgoed af: Sir John Gorst als vice-president of the Council (minister van onderwijs), Lord Raglan, parlementair secretaris van oorlog en Jesse Collings, parlementair secretaris van binnenlandsche zaken. Stadsnieuws. Haarlem, 11 Aug. 1902. Politiebond. De 31ste vergadering der Provinciale afdeeling Noordholland van den Algemeerten Nederlandschen Po litiebond, zal gehouden worden op Vrij dag 22 Augustus 1902, 's middags 12 1/2 uur, in café Brinkmann. alhier. Onder de punten van behande ling komt voor behandeling van ingekomen stukken, i. z. Ingezonden re- questen betreffende traktementsverhoo- gïng, verkiezing van een bestuurslid, we gens het bedanken van den president Jhr. A. M. A. van Humalda van Eysinga, be noeming van een afgevaardigde en plaatsvervanger voor de algemeene ver gadering en bespreking van den beschrij vingsbrief. Naar beweerd wordt heeft de Holl. Spoor de stoomtram Haarlem—Alkmaar overgenomen. Wanneer dat juist is dan is daarmee de invloed van de Holl. Spoor in deze pro vincie. waar zij toch bijna het monopolie al heeft, weer niet onbelangrijk vergroot. De reserve 2e luitenant van der Heijden, van het bataljon infanterie alhier in garnizoen, die tij delijk in werkelijken dienst is ge* weest, is weder in het genot van ver lof gesteld. Zondag avond is een reeds bejaarde man bij het Verwulft door een landauer over den voet gereden- Hij is door kennissen die bij hem wa ren naar huis gebrachü. Wegens den kermis-Maan- dag, waarop vele inrichtingen geheel of gedeeltelijk gesloten zijn, moeiten een paar vaste rubrieken in dit num mer achterwege blijven. Feuilleton. Vertaald vit het Jtaliaanseh. Kom maar. Wij zijn er reeds, antwoordde Carluccio. Mooi is het hier juist niet, maar veilig. Daarbij stapte Carluccio voorzich tig eenige vochtige, smerige trappen op en bleef staan voor een gesloten huisdeur, welke naar het scheen, reeds menigen storm beleefd had. Er was geen slot of klink aan en even min een bel. Carluccio had zulke dingen ook niet noodig. Hij floot eerst zacht en op een eigenaardige wijze, zoodait 't geleek op het verwijderde gekrijsch van 'n roofvogel en riep toen: Tante, Tante! Onmiddellijk hoorde men slepende schreden e-n een volle langzame vrou wenstem vroeg: Wie is daar? Neven van u. Doe open. Nu hoorde Checco, dat er binnen een dwarsbalk van de deur werd af geschoven, waarop Carluccio haar open duwde. Een oude dlikke vrouw met vriendelijke schier geestige trek ken verscheen van achter de deur. Zij was, evenals bijna alle vrouwen uit het volk, gekleed in een wit lin nen rok en in een soortgelijk jak, maar hare kleeding vertoonde tegelij kertijd de spijskaart van de laatste 3 of vier weken. Wijn, appelmoes, maccaroni, olie, fruit, asch, roet van alles was er in mee rof minder groote hoeveelheid nog op te zien. Zijt gij het, mijn duifje? vroeg de vrouw, maar terstond! voegde zij er verwonderd bij: Wie is daar? en zij wees daarbij op Checco. Een nieuweling, zeide Carluccio zacht. Toen wendde zij zich om naar Checco. die aarzelend bij den ingang was blijven staan. Nu? Ben je bang? Denk je dat we je zullen spietsen en braden? De vrouw lachte hartelijk, zoodat haar dikke wangen schudden. Kom, schep maar moed, zeide zij, de zaak is niet zoo erg als zij wel lijkt. We worden hier niet lastig ge vallen. Ben je een moederskindje? Checco werd verlegen; hij trad bin nen en de deur werd weer achter hem gesloten. IX. Op het kasteel dei Tibaldii had de diefstal van de kostbaarheden geen geringe verslagenheid verwekt in haar eerste schrik was Cesina van plan geweest hét verlies geheim te houden, opdat hare verregaande on achtzaamheid bij het opbergen van het geschenk harer moeder anders aan het licht moest komen. Zij had nie<t alleen bij het verlaten van haar kamer het raam opengelaten, maar ook den sleutel in het slot van de kast laten steken. Toch kon zij e<r zich mee 'troosten, dat haar fout te verontschuldigen was. Nog nooit was er zoo iets in het kasteel voorgeko men, het dienstpersoneel was oud en trouw en beproefd, en bovendien was de kamer van hertogin Cesina van wege haar hooge ligging van buiten haast ontoegankelijk. Ook begreep Cesina bij nadere overweging, dat door het verzwijgen van den diefstal de zaak niet beter werd, maar er in tegendeel allerlei verwikkelingen kon den ontstaan, waarvoor zij de verant woordelijkheid niet wensclite op zich te nemen. En daarom had zij haar ouders met het gebeurde in kennis gesteld. Hertog Cesare was buiten zichzelf, niet alleen wegens de waarde die de sieraden hadden, maar vooral wegens hun historische bdteekenis voor de familie. Hij had zich dadelijk met den procureur-generaal te Napels in kennis gesteld en deze zond dan ook onmiddellijk een rechterlijk ambte naar, om ter plaatse een eei-ste onder zoek in te stellen. Reeds in den avond van den vol genden dag kwam deze ambtenaar te Positano aan. Hij heette Romualdo Ghilazzi, was ruim 50 jaar oud! en ging door -voor zeer schrander en er varen in zijn vak te zijn, voor iemand die niet alleen van de Itoestanden in Zuid-Ttalië goed op de hoogte was, maar ook veel menschenkennis bezat en door zijn langdurige ambtsbezig heden door en door vertrouwd met de schuilhoeken en de praktijken van de camorra te Napels. Het bestudee- ren van de camorra, deze geheimzin nige, telkens op een andere wijze en in nieuwe vormen optredende broe derschap der gauwdieven van Napels was om zoo te zeggen zijne speciali teit. Mijnheer Ghilazzi begaf zich bij zijn aankomst te Positano allereerst naar de politie, die hem in kennis stelde met hetgeen don Luigi had aangegeven, vervolgens ging hij naar het kasteel, waar hij in tegenwoordig heid van hertog Cesare en zijne doch ter den stand van zaken opnam. Bei den waren geneigd, ondanks de steile muren, aan een inbraak van de park zijde te denken. Zijt gij zeker van uw dienstpet soneel, hertog? vroeg de heer Ghi lazzi. Volkomen zeker, antwoordde deze. Toch zal ik zoo vrij zijn uwe dienstboden in verhoor te nemen en ze over een en ander te ondervragen. Ik wil u niet verhelen, mijnheer, dat dit mijnerzijds reeds is geschied, helaas zonder Tesultaat Zooals gij wel zult begrijpen, zijn dio menschen eenigszins huiverig zich in zulke aan gelegenheden vrij uit te laten, maar toch geloof ik, dat er van hen niets bijzonders te vernemen is. Zij weten eenvoudig niets. Het maaklt 'n verschil, hertog, of gij uw dienstboden ondervraagt dan of ik het doe. Zou het ook mogelijk kunnen zijn, dat iemand in uw huis betrekking met ld'e| Camorra onder hield en wij dus mét een schelmstuk van deze gauwdieven hebben te doen? Ik kan daarop noch ja, noch neen antwoorden, mijnheer, ik weet het niet. Maar zelfs, wanneer dit het geval was, zelfs wanneer een dieven bende zich van de sieraden had mees ter gemaakt, dan zou ik dat voor geen heel gelukkige operatie van haar houden, want het te gelde maken van de steenen zou vermoedelijk alleen mo gelijk zijn, wanneer men ze stuk sloeg en in kleine stukjes verkochit of beleende. Een steen als de „Ster van het Zuiden" kan niet verborgen blij ven. Waarom niet? Hij is eenig in zijn soort en zelfs de stukken ervan zouden nog gemak kelijk te herkennen zijn. Ik zou er mij ten minste niet in vergissen. Vlei u daar niet mee, hertog. Gij weet niet, waartoe de camorra al niet in staat is. Ik ben er zeker van, dat men niet tegen de uitgaaf van eenige duizenden lire zou opzien en dien steen in Zuid-Amerika of elders zou trachten van de hand te doen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1