NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Bb Ster Tan Bet Ziiöen
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
ADVERTENTIËN
'20e .laargang
Dinsdag 12 Augustus 1902.
No. 5864
HAARLEM'S DAfiBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maandenL20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het gekeele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maandenff 037^4
de omstreken en franco per post0.45
Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cta. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prgs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote lettere naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat»
Reclames 30 Cent per regel
Bureaux: Gebouw Het Spanme. Zuider Buitenspaarne No. 6.
Telefoonnummer der Redactie 600. reiotoonnammer der Administratie 1182.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Conrantiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T.A MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31W* Faubourg Monanartre.
Haarlem's Dagblad Fan 12 Aug.
bevat o. a.:
De kroning van Koning Edward.
Het leven in Johannesburg. De
agitatie in Frankrijk. Dubbel-
getapte verkiezingen. Moordaan
slag. President Steijti. Courbes
te W oestdnin.
Politiek Overzicht.
De Engelsehe kroning.
Het program in de Westminster
Abdy is feilloos afgewerkt.Bijzondere
voorvallen, die het relaas van de
plechtigheid schilderachtiger hadden
kunnen maken dan een dorre opsom
ming van de nummers van het pro
gram noodzakelijkerwijs is, zijn er
niet geweest. De Koning heeft zich
uitstekend, en het weer heeft zich
wij goed gehouden.
Bij vorige kroningen is er wel eens
spanning en ontstentenis geweest over
noodlottige verzuimien. George III
vertrok veel te laat naar de Ahdij,
omdat men vergeten had het zwaard
en het baldakijn, die in de plechtig
heid paraisseeren, mee te brengen.
Bij de kroning van George II hadden
de deken en het kapittel van West
minster den kelk vergaten, enz. De
sensatie van deze kroning is er echter
reeds geweest, toen zij plotseling
moest uitgesteld wordJen. Vandaag
heet alles naar wensch te zijn gegaan.
De stemming was er, toen het ka
nongebulder Londen wekte, voor zoo
ver het sliep, want velen hadden
langs den weg van den stoet over
nacht.
In Engeland begint de kroning
pas nadat het volk zijn toestemming
gegeven heeft. Volgens het oude cere
monieel sprak de aartsbisschop van
Canterbury, vergezeld van den Lord
Chancellor, Lord Great Chamberlain,
Lord: High Constable en Earl Mars
hal, nadat de Koningen de Koningin
plaats hadden genomen op de zetels
voor den troon, de aanwezigen als
volgt toe:
„Mijneheetren, Ik stel u hier Ko
ning Eduard, den onbe.twisten Ko
ning, van dit rijk, voor; daarom, gij
allen die vandaag zijt gekomen om
uwe hulde te betoonen, zijt gij bereid
hetzelve te doen?"
Luide en herhaalde toejuichingen
volgden, en de vergadering riep als
uit één mond: „Godi save King Ed
ward."
Eerst daarna nam de godsdienstige
plechtigheid een aanvang. De preek
was ditmaal weggevallen, om de
plechtigheid te bekorten, en dadelijk
nadat Z.M. den eed had afgelegd,
kon dus de zalving beginnen. Terwijl
vier ridders van den Kouseband hem
den baldakijn boven het hoofd hiel
den, zalfde de aartsbisschop den Ko
ning in den vorm van een kruis met
„heilige olie": lo. op de kruin van
het hoofd, zeggende „Zij uw hoofd
gezalfd met heilige olie, zooals konin
gen, priesters en profeten gezalfd
werden; 2o. op de borst, zeggende:
,,Zij uwe borst gezalfd met heilige
olie"; 3o. op de palmen van beide
handen, zeggende: „Mogen uwe han
den gezalfd worden met heilige olie".
Voor de zalving was de Koning ont
daan van zijn karmozijnen gewaad
en zijn gtautsie-muts, en na de zal
ving trok hij het Colobium Sindonis
aan (een tunica zonder mouwen), en
de Supertunica, het overkleed van
goudlaken met een gordel van dezelf
de stof. Het volgende ceremonieel
was de aanbieding van de Sporen en
hett Zwaard van Staat en de omgor
ding en wijding van dit laatste wa
pen.
Dan volgde de bekleeding met de
Armilla (armband) en rijksmantel en
de overhandiging van den rijksappel.
(De appel onder het kruis beteekent
dat de geheele wereld onderworpen
is aan de macht en het rijk van
Christus den Verlosser). Vervolgens
werd aan den vinger van 's Konings
rechterhand de ring gestoken, zinne
beeld van de koninklijke waardig
heid en van de verdediging des ge-
loofe. De schepter met het kruis
werd in 's Konings rechterhand ge
steld, terwijl de aartsbisschop zeide:
„Ontvang den koninklijken schepter,
het teeken van koninklijke macht en
gerechtigheid"; en de schepter met
de duif in de linkerhand, onder de
woordlen: „Ontvang de roede van
billijkheid en genade."
Het was eenige minuten na twaal
ven, toen de aartsbisschop, staande
voor het alitaar, de kroon in de han
den nam, en die opnieuw voor het
altaar leggende, sprak: „O God, de
kroon van den geloovige: zegen, wij
smeeken U, en heilig dezen Uwen
dienstknecht. Eduard, onzen Koning
en, daar Gij dezen dag een kroon
van louter goud op zijn hoofd plaatst
zoo verrijk zijn koninklijk hart met
Uwe overvloeiende genade, en kroon
hem met alle vorstelijke deugden,
door middel van den Koning die eeu
wig is, Jezus Christus, onzen Heer,
Amen." Nu ging de Koning in ko
ning Edwards zetel zitten; terwijl
kwam de aartsbisschop met al de an
dere bisschoppen van het altaar. De
deken van Westminster bracht de
ki-oon, en de aartsbisschop nam haar
eerbiedig over en plaatste haar op
's Konings hoofd. Dit ziende, riepen
alle aanwezigen opnieuw luide: „God
save the King!" De pairs en wapen
koningen zetten hun kroontjes op,de
trompetten schaldten, en op een gege
ven teeken donderden de groote ka
nonnen van den Tower.
Toen de toejuichingen verstomd
waren, zeide de aartsbisschop:
„Wees sterk en van goeden moed.
Houd God's geboden en wandel Zijne
heilige wegen. Strijd den goeden
sifcrijd des geloofs en verwerf u het
eeuwige leven; dat gij in deze wereld
gekroond moogt worden met voor
spoed en eer, en, als gij uwen levens
loop geëindigd! hebt, een kroon van
iv(chtv aardigheid moogt ontvangien,
die God, de rechtvaardige rechiter, I
u op dien dag zal geven."
Het koor hief aan: ,,Be sirong and
play the man: Keep the command
ments of the Lord thy God, and walk
in His ways".
Het was op dat oogenblik ruim 20
minuten over twaalven. Nadat de
Koning den bijbel ontvangen had,
sprak de aartsbisschop de zegenbede
uit, waarin o.rn. deze woorden voor
komen:
„De Heer geve u een vruchtbaar
land en gezonde seizoenen, overwin
nende vloten en legers, en een rustig
rijk; een getrouwen Senaat, wijze en
oprechte raadslieden en magistraats
personen; een trouwen adel en ge
hoorzame eerste-burgers; een vrome
en geleerde en nuttige geestelijkheid;
een eerlijke, vlijtige en gehoorzame
burgerij. Amen."
De Koning keerde vervolgens naar
zijn troon terug, om de hulde van
prinsen en rijksgrooten te ontvangen
De woorden van hulde zijn: „ik (her
tog of graaf, enz.) woru uw leenman
met leven en lijf en aardsche veree
ring, in trouw en waarheid zal ik u
dienen, op leven en dood, tegen aller
hande volken. Zoo helpe mij God".
Na de huldliging roffelden de troms,
klonken de trompetten en riep al het
volk in de abdij:
„God save King Edward!
Long live King Edward!
May the King live for ever!"
Daarna werd de Koningin door
den aartsbisschop van York gekroond
en zetten de pairsvrouwen hun kroon
tjes op. De plechtigheid werd, nadat
de Koningin, gaande naar haren
troon, eerbiedig voor haren heer den
Koniiig gebogen had, besloten met
de toediening van de heilige commu
nie aan H.H. M.M. uit gouden vaat
werk.
En toen stelde zich de stoet in be
weging naar de westelijke deur van
de Abdy, Koning en Koningin met de
kroon op het hoofd; de Koning dra
gende in zijn rechterhand den schep
ter niet het kruis, en in zijn linker
den rijksappel, de Koningin in hare
rechterhand haren schepter met het
kruis en in hare linkeT de ivoren roe
de met de duif; alle pairs volgende
met hun kroontjes op het hoofd.
Buiten daverden kanonschoten,
luidden de klokken en juichte al het
volk.
Tijdens de kroning was de aarts
bisschop van Canterbury erg aange
daan. Zijn ontroering "was ten slotte
zoo groot, dat hij met moeite den
Koning den ring aandeed; en toen
hij de kroon in zijn bevende vingers
had, kon hij slechts met moeite het
hoofd van den Koning bereiken.
De aartsbisschop was ook de eerste
die neerknielde om zijn Souverein
hulde te bewijzen. Maar. de Koning
moest hem de hand reiken om hem
•te helpen opstaat, daar hij op het
punt was van in zwijm te vallen. Men
moest hem daarna bijna van den
troon naar het altaar dragen, waar
zijn geestelijkheid1 hem omringde.
Dadelijk na den aartsbisschop be
wees de prins van Wales zijn vader
hulde. Bij het heengaan, hield zijn
vader hem nog een oogenblik terug,
omarmde hem en drukte hem harte
lijk de hand. Alle edellieden raakten
de kroon aan en kusten den Koning
op de wang.
Een zee van electrisch licht be
straalde in de abdij al het goud, de
edelgesteenten en de schitterende uni
formen en gewaden. Onbeweeglijk
zat de koning op den troon van
Eduard den Belijder, terwijl het koor
de vreugde-hymne aanstemde.
Lord Salisbury was, wegens een
lichte ongesteldheid, niet onder de
pairs in de kerk.
Om 6 minuten over tweeën verlie
ten de Koning en de Koningin
Abdij.
Do geestdrift van de menigte bij het
paleis na den terugker des Konings
was zoo groot, dat beiden, de Konin
gin en de Koning, zich op het balkon
van het paleis begaven. Daarop barst
te opnieuw de geestdrift voor den
Koning los.
De illuminatie was 's avonds prach
tig; vooral het gebouw van de Engel
sehe Bank, de beurs en Mansion Hou
se in de city; en de groote clubge
bouwen der aristocratie en ook de
militaire clubs in het West-End,waar
bovendien talrijke heea-enhuizen de
straten overstroomen met een zee
van licht; ook de andere huizen in
de hoofdstraten waren bijna alle ge
ïllumineerd. al waren ze nieft alle zoo
schitterend. Verscheidene winkejs
gaven een heerlijk schouwspel te
zien. De straten waren opgepakt met
ontelbare drommen volk, die slteeds
luidruchtiger worden. Het weer was
fraai, maar dreigend.
Na de kroning is bericht, dat de
Koning de inspanning zeer goed door
staan had en dat geen bulletins meer
zullen worden uitgegeven.
Het koningspaar woonde Zondag
ochtend de godsdienstoefening bij
in de kapel van St. James. In de ka
thedraal van St. Paul werd een plech
tige dankdienst gehouden, dien o.a.
de Lord-Mayor en de Sheriffs in
ambtsgewaad bijwoonden.
Het paleis Osbornet-Housei, uitge
zonderd de particuliere vertrekken
van koningin Victoria, heeft de Ko
ning voor nationale doeleinden voor
namelijk als herstellingsoord voor of
ficieren, beschikbaar gesteld.
Ruitenlandsch Nieuws
Het leven te Johannesbnrg.
De Johannesburgsche correspondent
van Reuter meldt:
De quaestie van den civielen dienst in
de Transvaal en Oranjerivier koloniën
wordt door de bevolking hier druk be
praat, daar zooveel afhangt van behoor
lijke keuzen. Tot nu toe heeft het kolo
niale kantoor een klein aantal beambten
geleverd. Indië verscheiden, en andere
zijn in Zuid-Afrika aangesteld. Het zal
een tijd duren eer lord Milner al de vaca
turen kan vullen, daar hij er ten stellig
ste op uit is om de beste ambtenaren te
bekomen die te krijgen zijn; maar de
groote hinderpaal voor het bekomen der
beste lieden vindt men in de traktemen
ten, die ellendig klein zijn, als men de
kosten van levensonderhoud hier in aan-
merg neemt. Huishuur, zelfs als de
gebouwen zoo nederig mogelijk zijn, is
ontzettend duur, bijna nooit onder 300 pd.
st. "s jaars; koks krijgen 7 tot 10 pd. st.
per maand; kaffer huisjongens 4 tot 6 pd.
st. per maand: een paard te houden kost
ten minste 60 pd. st. 's jaars: vleesch uit
de koelkamers Is. a Is. 2 d. per pond, en
versch geslacht is niet te bekomen; spoor-
wegreizen eerste klas 3 d. per mijl. Uit
die cijfers kan men zich een denkbeeld
maken van de moeilijkheid voor een ge
huwd civiel ambtenaar die van 500 tot
700 pd .st. 's jaars trekt, om rond te ko
men. Erger nog is het voor een militair
officier, die schoon vrij van betaling van
invoerrechten, de Transvaal een onmo
gelijke plek moet achten om in te wonen
als hij geen eigen middelen heeft. Geluk
kig zijn de manschappen dank zij kolo
nel Morgan's kantienstelsel er beter aan
toe. Dit stelsel heeft reeds een winst op
geleverd van 400.000, pd. st., die men be
steden zal voor de behoeften der solda
ten in Zuid-Afrika. Een bedrag van 40.000
pd. st. is toegewezen voor een verfris-
schingszaal en een zwembad bij de nieu
we kazernes die men aan den heuvel be
zuiden de stad gaat oprichten.
De koningin van Helgië.
Te Spa liep een gerucht, dat de
hartkwaal van de koningin verergerd
was Het tegendeel wordt gemeld1.
De geneesheer constateerde juist
grooten vooruitgang in dien toestand.
De agitatie in Frankrijk.
De bisschop van Meaux heeft uit
naam van de katholieken van zijn bis
dom aan den President der Republiek
een krachtig protest gezonden tegen de
verdrijving der zusters
Een overste bij het 2e regiment ja
gers. in garnizoen, te Pontivy. i's uit
zijn bevel ontheven, omdat hij gewei
gerd heeft een escadron te zenden naar
Ploërmel, om de overheid te helpen
bij de uitvoering van decreten betref
fende de zustersscholen. De overste zal
wegens weigering van gehoorzaamheid
voor den krijgsraad' worden gebracht.
De minister van oorlog heeft hem in
middels vestingstraf opgelegd.
De prefect van de Seine heeft aan de
Parijsche bladen medegedeeld dat in dit
departement vijftien geestelijke scholen
zijn gesloten, waar 32-17 kinderen onder
wijs ontvingen. Na de vacantie zijn op
de openbare scholen in de buurten van
de gesloten scholen 4825 plaatsen vrij,
zoodat er voor de kinderen, welke de
zusterscholen bezochten, ruimschoots ge
legenheid bestaat om onderwijs te ont
vangen.
Het Engelsehe Ministerie.
Hier volgen enkele wijzigingen ln
het Engelsehe ministerie. De volgende
benoemingen zijn nog niet telegrafisch
gemeld: W. Hayes-Fisher wordt finan
cieel secretaris van de schatkist, in plaats
van Austen Chamberlain; Sir A. Acland-
Hood vervangt Walrond als parlementair
secretaris van de schatkist; H. W. Tor
ster vervangt Hayes-Fisher als Lord Com
missioner of the Treasury; graaf Percy
wordt onderstaatssecretaris voor Indiö
(in plaats van graaf Hardwicke); Cochra
ne is benoemd tot onder-staatssecretaris
van binnenlandsche zaken. De volgende
heeren treden voorgoed af: Sir John
Gorst als vice-president of the Council
(minister van onderwijs), Lord Raglan,
parlementair secretaris van oorlog en
Jesse Collings, parlementair secretaris
van binnenlandsche zaken.
Stadsnieuws.
Haarlem, 11 Aug. 1902.
Politiebond. De 31ste vergadering
der Provinciale afdeeling Noordholland
van den Algemeerten Nederlandschen Po
litiebond, zal gehouden worden op Vrij
dag 22 Augustus 1902, 's middags 12 1/2
uur, in café Brinkmann. alhier.
Onder de punten van behande
ling komt voor behandeling van
ingekomen stukken, i. z. Ingezonden re-
questen betreffende traktementsverhoo-
gïng, verkiezing van een bestuurslid, we
gens het bedanken van den president Jhr.
A. M. A. van Humalda van Eysinga, be
noeming van een afgevaardigde en
plaatsvervanger voor de algemeene ver
gadering en bespreking van den beschrij
vingsbrief.
Naar beweerd wordt heeft de Holl.
Spoor de stoomtram Haarlem—Alkmaar
overgenomen.
Wanneer dat juist is dan is daarmee de
invloed van de Holl. Spoor in deze pro
vincie. waar zij toch bijna het monopolie
al heeft, weer niet onbelangrijk vergroot.
De reserve 2e luitenant
van der Heijden, van het bataljon
infanterie alhier in garnizoen, die tij
delijk in werkelijken dienst is ge*
weest, is weder in het genot van ver
lof gesteld.
Zondag avond is een reeds
bejaarde man bij het Verwulft door
een landauer over den voet gereden-
Hij is door kennissen die bij hem wa
ren naar huis gebrachü.
Wegens den kermis-Maan-
dag, waarop vele inrichtingen geheel
of gedeeltelijk gesloten zijn, moeiten
een paar vaste rubrieken in dit num
mer achterwege blijven.
Feuilleton.
Vertaald vit het Jtaliaanseh.
Kom maar. Wij zijn er reeds,
antwoordde Carluccio. Mooi is het
hier juist niet, maar veilig.
Daarbij stapte Carluccio voorzich
tig eenige vochtige, smerige trappen
op en bleef staan voor een gesloten
huisdeur, welke naar het scheen,
reeds menigen storm beleefd had. Er
was geen slot of klink aan en even
min een bel.
Carluccio had zulke dingen ook
niet noodig. Hij floot eerst zacht en
op een eigenaardige wijze, zoodait 't
geleek op het verwijderde gekrijsch
van 'n roofvogel en riep toen: Tante,
Tante!
Onmiddellijk hoorde men slepende
schreden e-n een volle langzame vrou
wenstem vroeg:
Wie is daar?
Neven van u. Doe open.
Nu hoorde Checco, dat er binnen
een dwarsbalk van de deur werd af
geschoven, waarop Carluccio haar
open duwde. Een oude dlikke vrouw
met vriendelijke schier geestige trek
ken verscheen van achter de deur.
Zij was, evenals bijna alle vrouwen
uit het volk, gekleed in een wit lin
nen rok en in een soortgelijk jak,
maar hare kleeding vertoonde tegelij
kertijd de spijskaart van de laatste 3
of vier weken. Wijn, appelmoes,
maccaroni, olie, fruit, asch, roet
van alles was er in mee rof minder
groote hoeveelheid nog op te zien.
Zijt gij het, mijn duifje? vroeg
de vrouw, maar terstond! voegde zij
er verwonderd bij: Wie is daar? en
zij wees daarbij op Checco.
Een nieuweling, zeide Carluccio
zacht. Toen wendde zij zich om naar
Checco. die aarzelend bij den ingang
was blijven staan.
Nu? Ben je bang? Denk je dat we
je zullen spietsen en braden?
De vrouw lachte hartelijk, zoodat
haar dikke wangen schudden.
Kom, schep maar moed, zeide
zij, de zaak is niet zoo erg als zij wel
lijkt. We worden hier niet lastig ge
vallen. Ben je een moederskindje?
Checco werd verlegen; hij trad bin
nen en de deur werd weer achter hem
gesloten.
IX.
Op het kasteel dei Tibaldii had de
diefstal van de kostbaarheden geen
geringe verslagenheid verwekt in
haar eerste schrik was Cesina van
plan geweest hét verlies geheim te
houden, opdat hare verregaande on
achtzaamheid bij het opbergen van
het geschenk harer moeder anders
aan het licht moest komen. Zij had
nie<t alleen bij het verlaten van haar
kamer het raam opengelaten, maar
ook den sleutel in het slot van de
kast laten steken. Toch kon zij e<r
zich mee 'troosten, dat haar fout te
verontschuldigen was. Nog nooit was
er zoo iets in het kasteel voorgeko
men, het dienstpersoneel was oud en
trouw en beproefd, en bovendien was
de kamer van hertogin Cesina van
wege haar hooge ligging van buiten
haast ontoegankelijk. Ook begreep
Cesina bij nadere overweging, dat
door het verzwijgen van den diefstal
de zaak niet beter werd, maar er in
tegendeel allerlei verwikkelingen kon
den ontstaan, waarvoor zij de verant
woordelijkheid niet wensclite op zich
te nemen. En daarom had zij haar
ouders met het gebeurde in kennis
gesteld.
Hertog Cesare was buiten zichzelf,
niet alleen wegens de waarde die de
sieraden hadden, maar vooral wegens
hun historische bdteekenis voor de
familie. Hij had zich dadelijk met
den procureur-generaal te Napels in
kennis gesteld en deze zond dan ook
onmiddellijk een rechterlijk ambte
naar, om ter plaatse een eei-ste onder
zoek in te stellen.
Reeds in den avond van den vol
genden dag kwam deze ambtenaar te
Positano aan. Hij heette Romualdo
Ghilazzi, was ruim 50 jaar oud! en
ging door -voor zeer schrander en er
varen in zijn vak te zijn, voor iemand
die niet alleen van de Itoestanden
in Zuid-Ttalië goed op de hoogte was,
maar ook veel menschenkennis bezat
en door zijn langdurige ambtsbezig
heden door en door vertrouwd met
de schuilhoeken en de praktijken van
de camorra te Napels. Het bestudee-
ren van de camorra, deze geheimzin
nige, telkens op een andere wijze en
in nieuwe vormen optredende broe
derschap der gauwdieven van Napels
was om zoo te zeggen zijne speciali
teit.
Mijnheer Ghilazzi begaf zich bij
zijn aankomst te Positano allereerst
naar de politie, die hem in kennis
stelde met hetgeen don Luigi had
aangegeven, vervolgens ging hij naar
het kasteel, waar hij in tegenwoordig
heid van hertog Cesare en zijne doch
ter den stand van zaken opnam. Bei
den waren geneigd, ondanks de steile
muren, aan een inbraak van de park
zijde te denken.
Zijt gij zeker van uw dienstpet
soneel, hertog? vroeg de heer Ghi
lazzi.
Volkomen zeker, antwoordde
deze.
Toch zal ik zoo vrij zijn uwe
dienstboden in verhoor te nemen en
ze over een en ander te ondervragen.
Ik wil u niet verhelen, mijnheer,
dat dit mijnerzijds reeds is geschied,
helaas zonder Tesultaat Zooals gij wel
zult begrijpen, zijn dio menschen
eenigszins huiverig zich in zulke aan
gelegenheden vrij uit te laten, maar
toch geloof ik, dat er van hen niets
bijzonders te vernemen is. Zij weten
eenvoudig niets.
Het maaklt 'n verschil, hertog, of
gij uw dienstboden ondervraagt dan
of ik het doe. Zou het ook mogelijk
kunnen zijn, dat iemand in uw huis
betrekking met ld'e| Camorra onder
hield en wij dus mét een schelmstuk
van deze gauwdieven hebben te doen?
Ik kan daarop noch ja, noch
neen antwoorden, mijnheer, ik weet
het niet. Maar zelfs, wanneer dit het
geval was, zelfs wanneer een dieven
bende zich van de sieraden had mees
ter gemaakt, dan zou ik dat voor
geen heel gelukkige operatie van haar
houden, want het te gelde maken van
de steenen zou vermoedelijk alleen mo
gelijk zijn, wanneer men ze stuk
sloeg en in kleine stukjes verkochit of
beleende. Een steen als de „Ster van
het Zuiden" kan niet verborgen blij
ven.
Waarom niet?
Hij is eenig in zijn soort en zelfs
de stukken ervan zouden nog gemak
kelijk te herkennen zijn. Ik zou er
mij ten minste niet in vergissen.
Vlei u daar niet mee, hertog. Gij
weet niet, waartoe de camorra al niet
in staat is. Ik ben er zeker van, dat
men niet tegen de uitgaaf van eenige
duizenden lire zou opzien en dien
steen in Zuid-Amerika of elders zou
trachten van de hand te doen.
(Wordt vervolgd).