NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Da Sier ra i
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
20e .Jaargang
Dinsdag 1!) Augustus 1902.
No. 5870
BLEM'S DAGBLA
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Haarlem per 3 maanden 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37%
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regels 50 Ota.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prqs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spnnrne. ZllidCT BuitdlSpaarne No.
Telefoonnummer der Redactie 600. feioroo»nummer der Administratie 15ÏÜ.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31hu Faubourg Monimartre.
Haarlem'» Dagblad van 19 Aug.
bevat o. a.:
De komst van de generaals, De
agitatie in Frankrijk, JSlegtbamp
over Zuid-Afrika. Protestmeeting,
Begrafenis ('onrad, Concours Har
monie- en Faufarecorpsen te Pnr-
merend.
buiiL-nlanilscii Nieuws
De komst van de Generaals.
De generaals zijn aangekomen te
Southampton, met Brebner, Ferreira,
mevrouw De la Rey en andere dames.
De heer Fischer voer met een tender
de Saxon tegemoet. Er kwam echter
ook iemand aanhoord om do generaals
uit te noodigen aan boord van cle Ni
geria te komen. Aldus deden zij. On
derweg werden zij toegejuicht.
Chamberlain, Roberts en Kitchener
verwelkomden de generaals met groot
vertoon \an hartelijkheid. Toen de
generaals echter uitgenoodigd werden
mee te gaan naar de vlootrevue, be
dankten zij beleefdelijk. De uitnoodi-
ging om aan den koning te worden
voorgesteld, namen zij voor Zondag
aan. Vandaag gaan de generaals naar
Londen en binnenkort over Nederland
naar Brussel.
De vlootrevue is dus gelukkig af;e-
ketst
Do generaals hebben uithoofde van
den rouw voor Lucas Meyer, bedankt
voor aile hun aangeboden feestelijk,
beden. Zij zouden echter Zondag den
Koning op zijn jacht een bezoek bren
gen, op diens uitdrukkelijk verlangen
Het woord „verlangen" zal wel een
fout zijn van den correspondent. Het
zal wel „verzoek" moeten zijn. De ko
ning van Engeland heeft niets van hen
te verlangen.
Bij de aankomst der Boerengeneraals
te Londen was het station het tooneel
van een merkwaardig schouwspel.
Een geweldige menschenmassa ver
welkomde de generaals met even groo
te hartelijkheid als Roberts en Kite he
ner was te beurt gevallen. Kreten als
„goeje, ouwe de Wet" en ..onze vrien
den de Vijand, allen dappere soldaten"
werden dikwijls vernomen onder al
het gejubel en gejuich. De Wet was
vrijwel in het nauw gedrongen door de
opgewonden menigte en moest bevrijd
worden door de politie, die met geweld
een pad voor hem baande, voor het
portier van het salonrijtuig. De ge
neraals beantwoordden de ovatie door
den hoed af te nemen, maar .ze wei
gerden te spreken. Ten slotte waren
de generaals genoodzaakt aan den ach
terkant uit te stappen, en achter den
trein langs den weg te komen, maar de
menschen volgden hen en liepen me
met den omnibus, die de generaals
naar hun hotel bracht.
Geen enkel journalist werd door hen
ontvangen.
Het reisplan van de generaals staat
Ang niet vast. maar waarschijnlijk ge
schiedt het volgende Zoo mogelijk
vertrekken zij Maandagmiddag met
een der Batavier's naar den Hoek van
Holland. andeTs toch Dinsdag Het
plan is ovc-rwogen om naar Rotterdam
op te stoomen. en vandaar naar den
Haag door te reizen. Als er uit Rot
terdani eenige pressie op de eeneraa:?
uitgeoefend wordt, zal misschien de
weg over Rotterdam gekozen worden
Men wil echter geen feestelijke ont
vangst. net gezelschap zou van de boot
naar het station rijden.
In den Haag zal een bezoek gebracht
werden aan president Steyn, daarop
volgt een bezoek aan president Kruger
te Utrecht, en van daar zullen waar
schijnlijk de generaals naar Brussel
reizen voor de begrafenis van gene
raal Meyer. Overigens is Amsterdam
de eenige stad van Nederland, die. vol
gens de nu gemaakte voorloopige rege
ling, zeker bezocht zal worden.
In gezelschap van de generaals be
vinden zich Brebner. waarnemend
staatssecretaris van den Vrijstaat, ds.
Kestell, advocaat Ferreira, secretaris
van De la Rey, van Velden, secretaris
van den Transvaalschen Tweeden
Volksraad, dr. Tielemann. de Duitsche
dokter, die bij Botha is geweest.
De Boeren-generaals, vergezeld van ad
vocaat Ferreira (secretaris van De la
Reij) vertrokken Zondagmorgen om 9.30
uit Londen naar Cowes, om den Koning
op diens uitnoodiging een bezoek te
brengen aan boord van zijn jacht. Bij
hun vertrek was weinig publiek aanwe-
Lord Roberts en Kitchener ontvingen
de Boeren-generaals bij aankomst te
Southampton en geleidden hen aan boord
van een marinejacht, dat hen aan boord
van het koninklijk jacht te Cowes bracht.
Toen de generaals aan boord van het
koninklijk jacht kwamen, ging de Ko
ning hen te gemoet en drukte hun allen
de hand. De Koningin en prinses Victo
ria ontvingen ook de generaals, die ver
volgens de vloot langs stoomden en met
generaal Kitchener lunchten.
Om 6:.50 keerden zij te Londen terug,
met denzelfden trein waarmede lord Ro
berts en Kitchener reisden. Bij het uit
stappen ging lord Kitchener naar het
salonrijtuig van de Boeren om hun vaar
wel te zeggen.
Door journalisten ondervraagd, zeiden
Botha en de la Reij dat de Koning hen
minzaam had ontvangen en dat de ont
vangst hun veel genoegen had gedaan.
Aan het station juichte het publiek de
generaals levendig toe. Brebner. de se
cretaris van Botha, stelde de volgende
mededeeling beschikbaar:
..De generaals zijn uiterst tevreden
over de ontvangst door den Koning. Het
gesprek was in het minst niet officieel,
er was geen sprake van politiek of iets
van dien aard. Het onderhoud duurde
zeer kort".
Slegtkamp over Zuid-Afrika.
De redacteur van de Deutsche Wo-
chenzeitung in die Nie der landen heeft
de moeite genomen, Henri Slegtkamp
in een langdurig onderhoud zijn oor-
logservarjngen nog eens van a to-t z
te laten vertellen. In het verhaal tref
fen vooral twee punten.
Om de Engelschen in hun hoogen
dunk van De Vet te versterken, zoo
vertelde Slegtkamp, hadden wij afge
sproken, als gevangen Engelschen
aan onze menschen vroegen, wie hen
gevangen genomen had. steeds den
naam van De Wet te noemen. Dien
tengevolge konden zich de Engel
schen niet verklaren, hoe het -moge
lijk was dat De Wet hen vandaag
hier en morgen honderd mijlen ver
der klopte, om op den derden dag
weer op een andere plaats op te dui
ken. Zoodoende had zich onder de
Engelschen zelfs het gerucht ver
spreid. dat hij als khaki vermomd
met den spoor reisde.
Verder gaf Slegtkamp de. volgende
opheldering over wat er -tusschen
hem en het commando van veldkor-
net Visagie was voorgevallen, toen
dit op weg was om zich over te ge
ven. Men weet dat in Engetsche bla
den heeft gestaan, dat Slegtkamp en
zijn mannen, toen zij Visagie's bur
gers ontmoetten, de wapens van deze
laatsten stuksloegen en hun paarden
wegnamen. ,,De nood, zeide Slegt
kamp, had ook veldkornet Visagie
gedwongen zich met zijn afdeeling
over te geven. Ik kwam hem tegen,
toen hij op weg naar de Engelschen
was en nam hem paarden en wapens
af. die wij beter gebruiken konden
dan de Engelschen"
Na het sluiten van den vrede, ver
telde Slegtkamp nog, wilden zich nog
om en bij de honderd burgers bij mijn
commando aansluiten, om door te
vechten, maar het ging niet, het zou
dwaasheid' geweest zijn. Zoo togen
wij dan naar Balmoral, om onze wa
pens neer te leggen. Door de ont
vangst waren wij werkelijk aange
naam verrast. Geen hoera van over
moedige khaki's; zij kwamen op ons
toe, schudden ons de hand, brachten
koffie, bier, wijn, eten. De officieren
noodigden mij uit to-t een diner en
juichten te mijner eere; kortom, het
was een oprecht huldebetoon, dat
men ons bewees.
De agitatie in Frankrijk.
De oppositie, die opkomt tegen het
sluiten der zusterscholen, laat zich niet
aanleunen, wat Combes heeft verklaard,
nl. dat het verzet in Bretagne aan het
stoken van de royalisten zou moeten
worden toegeschreven. De Mun, door de
„Gaulois" geïnterviewd, noemt deze ui
ting een nieuw bewijs voor den toestand
van verdwazing, waarin de regeering
verkeert, die hier speculeert op de licht-
geloovigheid der menigte. Maar die ma
noeuvre is immers al te doorzichtig
zegt de Mun en de bewering van een mo
narchistisch complot is tegenover de fei
ten eenvoudig niet staande te houden.
De beweging tegen de verdrijving der
zusters is opgekomen uit het volk, ge
heel vrijwillig en de bezittende klasse
heeft zich uit overtuiging aangesloten
bij de verontwaardigde volksmenigte.
Een politieke achtergrond is ten eenen-
male afwezig, het geweten der godvruch-
tigen komt in opstand tegen het geweld,
dat hier geschiedt en waar de zusters
verdreven worden daar roept het volk als
protest: leve de vrijheid! Leve de zusters!
en daar wordt de Marseillaise gezongen.
De regeering is verlegen met den toe
stand, dien zij zelf heeft geschapen, en
nu tracht zij de publieke meening ten
haren gunste te keeren door de voorstan
ders van het vrije onderwijs voor roya
listen uit te maken, maar niemand zal
zich zoo laten vangen, de verantwoorde
lijkheid van minister Combes komt zon
neklaar aan het licht, hij zal die verant
woordelijkheid dragen en het zal hem
niet gelukken haar van zich af te schui
ven.
Vlootrevue.
Het koninklijk jacht, met den Koning
aan boord, vertrok van Cowes om twee
uur. Zoodra het jacht in het gezicht kwam
loste elk schip op zijn beurt 21 saluut
schoten; daarna stoomde het jacht tus
schen de oorlogsschepen door.
De vloot bestond uit 20 slagschepen, 24
kruisers, 15 kanonneerbooten, 32 torpe
dojagers. Er waren vier vreemde oorlogs
schepen tegenwoordigd. Geweldige men-
schenmassa's op den wal waren getuige
van het schouwspel.
Tegen den tijd, dat de vloot geïllumi
neerd zou worden, brak een hevige on
weersbui boven Portsmouth los, die de
illuminatie grootendeels deed mislukken.
Marokko.
Uit Fez komen verontrustende berich
ten. De stam der Ajudzi's schijnt door
een of andere oorzaak in oproer geko
men te zijn. Ze hebben den gouverneur
vermoord en vrouwen en kinderen weg
gesleept. De broeder van den minister
van oorlog Kaid Omar is met het herstel
der orde belast.
Russische beterschap.
Prins Mesjtsjerski, de redacteur van
den „Grazjdanin", is na een maand lanj
den toestand op het platteland te hebben
bestudeerd weer in Petersburg terugge
keerd. Wat men in buitenlandsche bladen
vertelde, dat hij van den Czaar de op
dracht zou hebben gekregen om een stu
diereis te maken en de gezindheid der
plattelandsbevolking te leeren kennen,
daaraan wordt hier niet gelooft. De te
genstanders van Mesjtsjerski hadden
hem steeds verweten, dat hij over toe
standen van "t volk dorst meespreken
zonder 't volk te kennen, zonder ooit
op het land geweest te zijn, want behal
ve in St. Petersburg vertoefde de prins
gewoonlijk in Spa of in Parijs, vanwaar
hij wel artikelen over Russische toestan
den op 't platteland schreef. Hij is nu
teruggekeerd en bedankte in zijn blad
den heer die hem in 't „Nowoje Wremja"
had aangevallen om zijn gebrekkige ken
nis van 't Russische plattelandsleven,
omdat hij zich daardoor gedrongen voel
de, deze studiereis te maken. Hij geeft
toe, dat hij zich de zaken heel anders
had voorgesteld en zegt dat hem een
blinddoek voor de oogen is weggenc-men.
Uit Venezuela.
De commandanten der voor Puerto Ca-
bello liggende vreemde oorlogsschepen
van den Duitschen kruiser Falke. den
Amerikaarisehen kruiser Topeka, de Ne-
derlandsche kanonneerboot Suriname
hebben, in overleg met den commandant
van Puerto Cabello, voor "t geval dat de
stad door de opstandelingen veroverd
mocht worden, het volgende vastgesteld:
De forten zullen het stadsgedeelte, waar
in de eigendommen der vreemdelingen
geleden zijn. niet beschieten: met den
meesten nadruk wordt geprotesteerd te
gen de beschieting van dat stadsgedeelte
door Venezolaansche oorlogsschepen
Een mogelijk bombardement moet 24
uren te voren worden aangekondigd De
vreemde oorlogsschepen behouden hun
ankerplaats en zijn bereid landgenooten
aan boord op te nemen: zij zullen in ge
val van nood wachttroepen aan wal zet
ten tot bescherming der landgenooten.
Stadsnieuws.
Haarlem, 18 Aug. 1902.
Zondagavond aan het s t a-
tion. 't Was nog niet. eens laat. acht
uur ongeveer, toni we Zondagavond
aan 't Haarlemsche spoorwegstation
waren en toch stond her perron toen
ai zwart van menschen. de meesten
blijkbaar op weg naar huis.
Van IJmuiden kwam er een trein
aan. bestemd1 naar Amsterdam. Hij
had maar een stuk of wat wagens,
veel te weinig otn al die nienschen op
te nemen. Dat kon je zoo met t bloote
oog wel zien En niemand kan dat
gauwer uitrekenen dan de menschen
me mee willen zelf De trein stond dan
ook nauwelijks stil. of ze bestormden
de wagens, zoodat de uitstappenden
haast teruggedrongen werden.
Dat gaf een ge dring, gestomp en ge
mopper van menschen, die m angst.-
ge haast kinderen meezeulden, zich
zelf en elkander zenuwachtig op de
loopplank hese hen en maar gingen
zitten, waar ze een plaatsje, kouden
vinden.
't Duurde dan ook niet lang of die
hoofdconducteur joeg er verscheidene
uit da tweede klasse, die een derde
klas kaartje hadden en zei daarbij
dreigend: „als 't weer gebeurt zal ik
procesverbaal opmaken!' Hun plaat
sen waren a] dadelijk ingenomen door
eclue tweede klas passagiers.
Maar die arme derde. klas-
sers sjouwden als gehaaste kippen op
't perron heen en weer. van voren naar
achteren en werden kriebelig eu kilt;-,
loorig D - hoofdconducteur riep wel
voortdurend: derde klasse achteruit!"
maar ze. or niet bij. dat er nieuwe wa
gens 'in aantocht waren. Eindelijk
verzamelden zich de overgeschotenen
in een geduldige groep aan 't achter
eind van den trein en wachtten tot
er een stuk of drie wagens langzaam
kwamen aanrollen en met een schok
en een klinkklank van metaal werden
vastgekoppeld
In een paar seconden waren de rei
zigers door cl'e leege wagens opgeslokt
en rolde de trein weg. Een kwartier
was er zeker mee heengegaan. Wij
vroegen ons af. of het nipt beter zou
wezen wanneer de Maatschappij voor
af zorgde voor voldoende ruimte, op
den avond van een regenloozen zo-
merzondag. wanneer ze toch weten
kan. dat er te Haarlem veel passa
giers zullen wezen.
Niet zoozeer in het belang van de
reizigers, want dat schijnt een zwak
argument t wezen, maar ui 't belang
van de maatschappij zelf. Reizigers,
die een paar maal zoon Sturm und
Drang-p- iixle. hebben meegemaakt.
krijgen allicht tegenzin in zulke uit
stapjes.
Naar ra en ons mededeelt is
het waarschijnlijk, dat omstreeks half
September Frans Rosier terecht zal
staan, wegens de afdreiging bij mej.
Van Dregt
Winkelvereeniging. Naar
wij vernemen, bestaat er een plan tot
oprichting van een Haarlemsche Win
kelvereeniging.
Zou d.t plan. hoe loffelijk ook op
zichzelf, niet een ongewenschte vetr-
deeling van krachten te weeg brengen?
lininers de Haarlemsche Hand'els-
vareenigiing streeft ook naar bevorde
ring d.er belangen van winkeliers en
neringdoenden. En dat. dunkt ons,
niet zonder succes.
Wielerwedstrijd.
De uitslag van de Zondag gehouden
wielerwedstrijden op den Amsterdam
sehen straatweg alhier is aldus:
No. l. 5 KM. wielrijden om het kampi
oenschap van Haarlem.
Kampioen van Haarlem werd met een
mooien eindspurt de heer G. H. Stou
ten; 2. J. Venniker; 3. J. Tulleken; 4. Jac.
Hulscher.
No. 2. 5 KM. Wielrijden voor iederen
wielrijder.
Ie prijs: G. Roos. Amsterdam: 2e prijs:
W. Mulder, Amsterdam; 3e prijs: J. Lub-
be, Amsterdam.
No. 3. 500 meter wielrijden.
Ie prijs: W. Mulder, Amsterdam; 2e pr.:
G. Roos, Amsterdam; 3e prijs: J. Lubbe,
Amsterdam.
No. 4. 5 KM. Wielrijden voor hen, die
nog nimmer een eersjen prijs wonnen.
Ie prijs: Lacroix, Amsterdam: 2e prijs:
Harders, Amsterdam: 3e prijs: Ter Haar,
Amsterdam.
Voor deze wedstrijden waren 50 renners
ingeschreven.
K i e s r e c ht meeting. Was door
den wad. Burgemeester Mr. Th. de Haan
Hugenholtz verlof verleend tot het hou
den van een optocht onder voorwaarde,
dat het advies van den Commissaris van
Politie daartoe gunstig luidde, thans is
bericht ingekomen dat de optocht niet
zal mogen worden gehouden, waar
schijnlijk ten gevolge van een ongunstig
advies Met de terreinen is men ook al
niet gelukkig. Het land aan den Ouden
Weg, bet terrein aan het Kleverpark, en
het land bij Bosch en Vaart, waarvan
ook nog sprake was, zijn alle achtereen
volgens afgezegd, zoodat de Regelings
commissie nu nog maar alleen overblijft
de open vlakte aan den Raamsingel, wel
ke haar zeer ongeschikt voorkomt, daar
dit land moeielijk kan worden afgeslo
ten.
Het eind van alles zal nu wel zijn, dat
de bijeenkomst in de groote zaal der
Sociëteit Vereeniging wordt gehouden.
In aansluiting op dit bericht deelt de
heer F W. N. Hugenholz ons nog mede,
dat het hem zeer bevreemdt, dat de
eerst verleende vergunning tot het
houden van een optocht is ingetrok
ken en wel om de volgende reden
Toen de lieer H. zich bij B. en W. ver
voegde om toestemming daarvoor te
verkrijgen, gaf de wnd. burgemeester.
Feuilleton.
VertaoMl uit het Italiaansch.
22)
De heer De Vries was een man uit
de groote wereld. Met een zeker goed
hartig sans gêne ontsloeg hij de hee-
ren van de eenigszins stijve vormelijk
heid. waarmee zulke voorstellingen
gepaard plegen te gaan, en hertog At
tilio draalde niet, zich naast mejuf
frouw De Vries neer te zetten.
Als ik mij niet vergis, hertog, zoo
begon de jonge dame het gesprek, dan
heb ik u vandaag al gezien.
En ik heb u bewonderd, freule,
antwoordde hij.
Waarom? vroeg zij naïf?
Omdat nog nooit iemand zulk
een diepen indruk op mij gemaakt
heeft als gij, mejuffrouw De Vries.
Een goeden indruk
Een wegslependen.
Foei hertog 1 Ge wilt me vleien.
Voor zoover ik weet. heb ik nog nooit
iemand meegesleept
Dan ben ik de eerste.
Dat betwijfel ik.
Gelooft gij mij niet?
Ik zal mij er wel voor wachten.
Wat moet ik doen. mejuffrouw,
om mij door u te doen gelooven?
Maar hertog, dat mag ik niet
gelooven, en strikt genomen moogt ge
het mij ook niet zeggen.
Moet ik dan jokken, als ge er
mij naar vraagt?
Men zegt dat niet zoo rechtuit.
Niet En het was mij te moede,
als moest ik het van de daken ver
kondigen.
Maar hertog, Dat ontbrak er nog
maay aan
Inderdaad ontbreekt er nog ie's
aan. dit namelijk, dat gij mij wilt ge
looven. Kom ik u zoo weinig geloof
waardig voor?
Zijn diepe donkere oogen hingen
met vurige vereering aan haar gestal
te en zoo vragende met smeekende
stem, maakte hij een beminnelijken
indruk waaraan ook zeker mejuf
frouw Ds Vries zich niet. kon onttrek
ken. maar zij was voorzichtig genoeg,
er niets van te laten merken. Zij sloeg
de oogen neer en zei zachtGij
gelooft er morgen misschien zelf niet
meer aan, hertog. Een stroovuur is
spoedig uitgedoofd.
De vergelijking gaat mank, me
juffrouw. Hier is geen sprake van
een gril. van een voorbijgaande nei
ging. Stel mij op de proef. Wilt ge
Zij ontweek zijn vraag. Wie is dio
jonge dame daar in uw loge, hertog?
Mijn zuster Cesina. Mag ik u
met haar in kennis brengen?
Ik weet niet, of het uw zuster
wel aangenaam zou zijn.
Maar ik weet, dat zij het wenscht.
Hebt gij er reeds met haar over
gesproken
Den geheelen avond.
Zijn woorden en gebaren hadden
iets gejaagds en beslists, alsof hij on
der den drang van een met moeite be
dwongen hartstocht handelde. Het
zuidelijk bloed werkte in hem met een
kracht, welke hij haast niet kon be
teugelen. Mejuffrouw De Vries merk
te dit zeer goed op.
Zij speelde eenigszins verlegen met
haar waaier, leunde achterover in haar
stoel en zag hem van tijd tot tijd ter
sluik aan.
Uw zuster is nog niet gehuwd'
vroeg zij als ter afleiding.
Neen, nog niet.
Maar men heeft mij toch gezegd,
dat men te Napels op betrekkelijk
jeugdigen leeftijd trouwt.
Dat doet men er ook. al heeft mijn
zuster het nog niet gedaan. En hoe
denkt men er in uw vaderland over.
mejuffrouw De Vries? Waaraan zoudt
gij de voorkeur geven, aan een vroeg
of een laat?
Dat hangt geheel van de omstan
digheden af.
Vaa. welke
Bij een goed huwelijk komt het
er niet op aan, wanneer het wordt
gesloten, maar wie het sluiten. Het
is dus geen kwestie van tijd, maar een
kwestie van personen.
En welk soort van een man zou
het moeten zijn, die u zou kunnen
overreden tot een vroeg huwelijk of
tot een huwelijk in het algemeen
O. hertog, dat is een strikvraag,
zei ze schalks.
Zoudt ge aan esn bewoner van
het Zuiden de voorkeur geven boven
iemand uit het Noorden
Dat geloof ik haast niet. ant
woordde zij plaagziek.
Ik ongelukkige antwoordde hij.
met een grappige vertwijfeling het
hoofd schuudende. Toen ging hij
weer plotseling met zijn gewone
kwikzilverachtige onrust voort
Maar als ik u mag verzoeken,
zeg mij. hoe moet de man er uit zien,
om uwe genegenheid te verwerven
„Welnu, zetde zij in overmoedige
scherts, hij moet een zwarten knevel
hebben en blond haar
Maar dat komt immers niet voor.
mejuffrouw. Gij houdt me maar wat
voor den mal.
Welnu dan, zeide zij. den schert
senden toon latende varen, op het
uiterlijk komt het er minder aan.
maar de man, die mij zal bevallen,
moet voor alles oprecht, openhartig en
eerlijk zijn, onberispelijk van gedrag,
beschaafd, aangenaam in den omgang,
en vriendelijk voor zijn omgeving.
Hertog Attilio wendde den blik. dien
hij voortdurend op haar gevestigd had.
een oogenblik verlegen af. Eerst na
een kleine pauze zeide hij Dat
spreekt immers van zelf. mejuffrouw
Op dit oogenblik stond de heer De
Vries, die intusschen met graaf Tozzo
een gesprek had gevoerd, op.
Wij gaan uw vader een bezoek
brengen, hertog. Wilt gij ons verge
zellen, of geeft ge er de voorkeur aan
hier te blijven?
Attilio zag mejuffrouw De Vries
vragend aan.
O. we gaan natuurlijk mee zeide
deze haastig. Ge stelt me aan uw zus
ter voor, nietwaar hertog?
Attilio wist niet, of zij een alleenzijn
met hem in de loge wenschte te ver
mijden. dan of zij hem zijn zooeven
gedaan verzoek wilde toestaan. Onder
zoekend zagen zijn donkere oogen
haar aan. toen hij haar de hanl reikte,
om haar behulpzaam te zijn bij het
opstappen van het trapje, dat naar
den achtergrond van de loge leidde.
De consul en graaf Tozzo gingen
vooruit. Eenige oogenblikken later
stond hij met haar alleen op den ach
tergrond der loge. Hii hield haar
hand nog altijd stevig vast.
Deze hand is voor mij de poort
tot het paradijs, sprak hij zacht, maar
hartstochtelijk en gejaagd.
O, gij zoudt ze. plat drukken in
uwe opgewondenheid, sprak ze even
eens zacht en ontroerd.
Kan ik het helpen, dat mijn zui
delijk temperament u mijn hart op de
vleugelen eener stormwind tegemoet
voert
En het mijne in dien storm ver.
br ijzelt.
Zacht, heel zacht werd he' gefluis
terd, maar hij verslond het zeer goed.
In het volgende oogenblik was zij
reeds buiten op den corridor. Hij
moest haar volgen. En loch was zijn
hart nog zoo vol, had tiii haar nog zoo
oneindig veel te zeggen, maar zij ont
week hem. Hij kon hot wantrouwen,
dat zijn hartstochtelijkheid haai- in
boezemde. niet wegnemen.
(Wordt vervolgd).