NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Da Sier ra i Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. 20e .Jaargang Dinsdag 1!) Augustus 1902. No. 5870 BLEM'S DAGBLA ABONNEMENTSPRIJS: Voor Haarlem per 3 maanden 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37% de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIËN Van 15 regels 50 Ota.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prqs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spnnrne. ZllidCT BuitdlSpaarne No. Telefoonnummer der Redactie 600. feioroo»nummer der Administratie 15ÏÜ. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31hu Faubourg Monimartre. Haarlem'» Dagblad van 19 Aug. bevat o. a.: De komst van de generaals, De agitatie in Frankrijk, JSlegtbamp over Zuid-Afrika. Protestmeeting, Begrafenis ('onrad, Concours Har monie- en Faufarecorpsen te Pnr- merend. buiiL-nlanilscii Nieuws De komst van de Generaals. De generaals zijn aangekomen te Southampton, met Brebner, Ferreira, mevrouw De la Rey en andere dames. De heer Fischer voer met een tender de Saxon tegemoet. Er kwam echter ook iemand aanhoord om do generaals uit te noodigen aan boord van cle Ni geria te komen. Aldus deden zij. On derweg werden zij toegejuicht. Chamberlain, Roberts en Kitchener verwelkomden de generaals met groot vertoon \an hartelijkheid. Toen de generaals echter uitgenoodigd werden mee te gaan naar de vlootrevue, be dankten zij beleefdelijk. De uitnoodi- ging om aan den koning te worden voorgesteld, namen zij voor Zondag aan. Vandaag gaan de generaals naar Londen en binnenkort over Nederland naar Brussel. De vlootrevue is dus gelukkig af;e- ketst Do generaals hebben uithoofde van den rouw voor Lucas Meyer, bedankt voor aile hun aangeboden feestelijk, beden. Zij zouden echter Zondag den Koning op zijn jacht een bezoek bren gen, op diens uitdrukkelijk verlangen Het woord „verlangen" zal wel een fout zijn van den correspondent. Het zal wel „verzoek" moeten zijn. De ko ning van Engeland heeft niets van hen te verlangen. Bij de aankomst der Boerengeneraals te Londen was het station het tooneel van een merkwaardig schouwspel. Een geweldige menschenmassa ver welkomde de generaals met even groo te hartelijkheid als Roberts en Kite he ner was te beurt gevallen. Kreten als „goeje, ouwe de Wet" en ..onze vrien den de Vijand, allen dappere soldaten" werden dikwijls vernomen onder al het gejubel en gejuich. De Wet was vrijwel in het nauw gedrongen door de opgewonden menigte en moest bevrijd worden door de politie, die met geweld een pad voor hem baande, voor het portier van het salonrijtuig. De ge neraals beantwoordden de ovatie door den hoed af te nemen, maar .ze wei gerden te spreken. Ten slotte waren de generaals genoodzaakt aan den ach terkant uit te stappen, en achter den trein langs den weg te komen, maar de menschen volgden hen en liepen me met den omnibus, die de generaals naar hun hotel bracht. Geen enkel journalist werd door hen ontvangen. Het reisplan van de generaals staat Ang niet vast. maar waarschijnlijk ge schiedt het volgende Zoo mogelijk vertrekken zij Maandagmiddag met een der Batavier's naar den Hoek van Holland. andeTs toch Dinsdag Het plan is ovc-rwogen om naar Rotterdam op te stoomen. en vandaar naar den Haag door te reizen. Als er uit Rot terdani eenige pressie op de eeneraa:? uitgeoefend wordt, zal misschien de weg over Rotterdam gekozen worden Men wil echter geen feestelijke ont vangst. net gezelschap zou van de boot naar het station rijden. In den Haag zal een bezoek gebracht werden aan president Steyn, daarop volgt een bezoek aan president Kruger te Utrecht, en van daar zullen waar schijnlijk de generaals naar Brussel reizen voor de begrafenis van gene raal Meyer. Overigens is Amsterdam de eenige stad van Nederland, die. vol gens de nu gemaakte voorloopige rege ling, zeker bezocht zal worden. In gezelschap van de generaals be vinden zich Brebner. waarnemend staatssecretaris van den Vrijstaat, ds. Kestell, advocaat Ferreira, secretaris van De la Rey, van Velden, secretaris van den Transvaalschen Tweeden Volksraad, dr. Tielemann. de Duitsche dokter, die bij Botha is geweest. De Boeren-generaals, vergezeld van ad vocaat Ferreira (secretaris van De la Reij) vertrokken Zondagmorgen om 9.30 uit Londen naar Cowes, om den Koning op diens uitnoodiging een bezoek te brengen aan boord van zijn jacht. Bij hun vertrek was weinig publiek aanwe- Lord Roberts en Kitchener ontvingen de Boeren-generaals bij aankomst te Southampton en geleidden hen aan boord van een marinejacht, dat hen aan boord van het koninklijk jacht te Cowes bracht. Toen de generaals aan boord van het koninklijk jacht kwamen, ging de Ko ning hen te gemoet en drukte hun allen de hand. De Koningin en prinses Victo ria ontvingen ook de generaals, die ver volgens de vloot langs stoomden en met generaal Kitchener lunchten. Om 6:.50 keerden zij te Londen terug, met denzelfden trein waarmede lord Ro berts en Kitchener reisden. Bij het uit stappen ging lord Kitchener naar het salonrijtuig van de Boeren om hun vaar wel te zeggen. Door journalisten ondervraagd, zeiden Botha en de la Reij dat de Koning hen minzaam had ontvangen en dat de ont vangst hun veel genoegen had gedaan. Aan het station juichte het publiek de generaals levendig toe. Brebner. de se cretaris van Botha, stelde de volgende mededeeling beschikbaar: ..De generaals zijn uiterst tevreden over de ontvangst door den Koning. Het gesprek was in het minst niet officieel, er was geen sprake van politiek of iets van dien aard. Het onderhoud duurde zeer kort". Slegtkamp over Zuid-Afrika. De redacteur van de Deutsche Wo- chenzeitung in die Nie der landen heeft de moeite genomen, Henri Slegtkamp in een langdurig onderhoud zijn oor- logservarjngen nog eens van a to-t z te laten vertellen. In het verhaal tref fen vooral twee punten. Om de Engelschen in hun hoogen dunk van De Vet te versterken, zoo vertelde Slegtkamp, hadden wij afge sproken, als gevangen Engelschen aan onze menschen vroegen, wie hen gevangen genomen had. steeds den naam van De Wet te noemen. Dien tengevolge konden zich de Engel schen niet verklaren, hoe het -moge lijk was dat De Wet hen vandaag hier en morgen honderd mijlen ver der klopte, om op den derden dag weer op een andere plaats op te dui ken. Zoodoende had zich onder de Engelschen zelfs het gerucht ver spreid. dat hij als khaki vermomd met den spoor reisde. Verder gaf Slegtkamp de. volgende opheldering over wat er -tusschen hem en het commando van veldkor- net Visagie was voorgevallen, toen dit op weg was om zich over te ge ven. Men weet dat in Engetsche bla den heeft gestaan, dat Slegtkamp en zijn mannen, toen zij Visagie's bur gers ontmoetten, de wapens van deze laatsten stuksloegen en hun paarden wegnamen. ,,De nood, zeide Slegt kamp, had ook veldkornet Visagie gedwongen zich met zijn afdeeling over te geven. Ik kwam hem tegen, toen hij op weg naar de Engelschen was en nam hem paarden en wapens af. die wij beter gebruiken konden dan de Engelschen" Na het sluiten van den vrede, ver telde Slegtkamp nog, wilden zich nog om en bij de honderd burgers bij mijn commando aansluiten, om door te vechten, maar het ging niet, het zou dwaasheid' geweest zijn. Zoo togen wij dan naar Balmoral, om onze wa pens neer te leggen. Door de ont vangst waren wij werkelijk aange naam verrast. Geen hoera van over moedige khaki's; zij kwamen op ons toe, schudden ons de hand, brachten koffie, bier, wijn, eten. De officieren noodigden mij uit to-t een diner en juichten te mijner eere; kortom, het was een oprecht huldebetoon, dat men ons bewees. De agitatie in Frankrijk. De oppositie, die opkomt tegen het sluiten der zusterscholen, laat zich niet aanleunen, wat Combes heeft verklaard, nl. dat het verzet in Bretagne aan het stoken van de royalisten zou moeten worden toegeschreven. De Mun, door de „Gaulois" geïnterviewd, noemt deze ui ting een nieuw bewijs voor den toestand van verdwazing, waarin de regeering verkeert, die hier speculeert op de licht- geloovigheid der menigte. Maar die ma noeuvre is immers al te doorzichtig zegt de Mun en de bewering van een mo narchistisch complot is tegenover de fei ten eenvoudig niet staande te houden. De beweging tegen de verdrijving der zusters is opgekomen uit het volk, ge heel vrijwillig en de bezittende klasse heeft zich uit overtuiging aangesloten bij de verontwaardigde volksmenigte. Een politieke achtergrond is ten eenen- male afwezig, het geweten der godvruch- tigen komt in opstand tegen het geweld, dat hier geschiedt en waar de zusters verdreven worden daar roept het volk als protest: leve de vrijheid! Leve de zusters! en daar wordt de Marseillaise gezongen. De regeering is verlegen met den toe stand, dien zij zelf heeft geschapen, en nu tracht zij de publieke meening ten haren gunste te keeren door de voorstan ders van het vrije onderwijs voor roya listen uit te maken, maar niemand zal zich zoo laten vangen, de verantwoorde lijkheid van minister Combes komt zon neklaar aan het licht, hij zal die verant woordelijkheid dragen en het zal hem niet gelukken haar van zich af te schui ven. Vlootrevue. Het koninklijk jacht, met den Koning aan boord, vertrok van Cowes om twee uur. Zoodra het jacht in het gezicht kwam loste elk schip op zijn beurt 21 saluut schoten; daarna stoomde het jacht tus schen de oorlogsschepen door. De vloot bestond uit 20 slagschepen, 24 kruisers, 15 kanonneerbooten, 32 torpe dojagers. Er waren vier vreemde oorlogs schepen tegenwoordigd. Geweldige men- schenmassa's op den wal waren getuige van het schouwspel. Tegen den tijd, dat de vloot geïllumi neerd zou worden, brak een hevige on weersbui boven Portsmouth los, die de illuminatie grootendeels deed mislukken. Marokko. Uit Fez komen verontrustende berich ten. De stam der Ajudzi's schijnt door een of andere oorzaak in oproer geko men te zijn. Ze hebben den gouverneur vermoord en vrouwen en kinderen weg gesleept. De broeder van den minister van oorlog Kaid Omar is met het herstel der orde belast. Russische beterschap. Prins Mesjtsjerski, de redacteur van den „Grazjdanin", is na een maand lanj den toestand op het platteland te hebben bestudeerd weer in Petersburg terugge keerd. Wat men in buitenlandsche bladen vertelde, dat hij van den Czaar de op dracht zou hebben gekregen om een stu diereis te maken en de gezindheid der plattelandsbevolking te leeren kennen, daaraan wordt hier niet gelooft. De te genstanders van Mesjtsjerski hadden hem steeds verweten, dat hij over toe standen van "t volk dorst meespreken zonder 't volk te kennen, zonder ooit op het land geweest te zijn, want behal ve in St. Petersburg vertoefde de prins gewoonlijk in Spa of in Parijs, vanwaar hij wel artikelen over Russische toestan den op 't platteland schreef. Hij is nu teruggekeerd en bedankte in zijn blad den heer die hem in 't „Nowoje Wremja" had aangevallen om zijn gebrekkige ken nis van 't Russische plattelandsleven, omdat hij zich daardoor gedrongen voel de, deze studiereis te maken. Hij geeft toe, dat hij zich de zaken heel anders had voorgesteld en zegt dat hem een blinddoek voor de oogen is weggenc-men. Uit Venezuela. De commandanten der voor Puerto Ca- bello liggende vreemde oorlogsschepen van den Duitschen kruiser Falke. den Amerikaarisehen kruiser Topeka, de Ne- derlandsche kanonneerboot Suriname hebben, in overleg met den commandant van Puerto Cabello, voor "t geval dat de stad door de opstandelingen veroverd mocht worden, het volgende vastgesteld: De forten zullen het stadsgedeelte, waar in de eigendommen der vreemdelingen geleden zijn. niet beschieten: met den meesten nadruk wordt geprotesteerd te gen de beschieting van dat stadsgedeelte door Venezolaansche oorlogsschepen Een mogelijk bombardement moet 24 uren te voren worden aangekondigd De vreemde oorlogsschepen behouden hun ankerplaats en zijn bereid landgenooten aan boord op te nemen: zij zullen in ge val van nood wachttroepen aan wal zet ten tot bescherming der landgenooten. Stadsnieuws. Haarlem, 18 Aug. 1902. Zondagavond aan het s t a- tion. 't Was nog niet. eens laat. acht uur ongeveer, toni we Zondagavond aan 't Haarlemsche spoorwegstation waren en toch stond her perron toen ai zwart van menschen. de meesten blijkbaar op weg naar huis. Van IJmuiden kwam er een trein aan. bestemd1 naar Amsterdam. Hij had maar een stuk of wat wagens, veel te weinig otn al die nienschen op te nemen. Dat kon je zoo met t bloote oog wel zien En niemand kan dat gauwer uitrekenen dan de menschen me mee willen zelf De trein stond dan ook nauwelijks stil. of ze bestormden de wagens, zoodat de uitstappenden haast teruggedrongen werden. Dat gaf een ge dring, gestomp en ge mopper van menschen, die m angst.- ge haast kinderen meezeulden, zich zelf en elkander zenuwachtig op de loopplank hese hen en maar gingen zitten, waar ze een plaatsje, kouden vinden. 't Duurde dan ook niet lang of die hoofdconducteur joeg er verscheidene uit da tweede klasse, die een derde klas kaartje hadden en zei daarbij dreigend: „als 't weer gebeurt zal ik procesverbaal opmaken!' Hun plaat sen waren a] dadelijk ingenomen door eclue tweede klas passagiers. Maar die arme derde. klas- sers sjouwden als gehaaste kippen op 't perron heen en weer. van voren naar achteren en werden kriebelig eu kilt;-, loorig D - hoofdconducteur riep wel voortdurend: derde klasse achteruit!" maar ze. or niet bij. dat er nieuwe wa gens 'in aantocht waren. Eindelijk verzamelden zich de overgeschotenen in een geduldige groep aan 't achter eind van den trein en wachtten tot er een stuk of drie wagens langzaam kwamen aanrollen en met een schok en een klinkklank van metaal werden vastgekoppeld In een paar seconden waren de rei zigers door cl'e leege wagens opgeslokt en rolde de trein weg. Een kwartier was er zeker mee heengegaan. Wij vroegen ons af. of het nipt beter zou wezen wanneer de Maatschappij voor af zorgde voor voldoende ruimte, op den avond van een regenloozen zo- merzondag. wanneer ze toch weten kan. dat er te Haarlem veel passa giers zullen wezen. Niet zoozeer in het belang van de reizigers, want dat schijnt een zwak argument t wezen, maar ui 't belang van de maatschappij zelf. Reizigers, die een paar maal zoon Sturm und Drang-p- iixle. hebben meegemaakt. krijgen allicht tegenzin in zulke uit stapjes. Naar ra en ons mededeelt is het waarschijnlijk, dat omstreeks half September Frans Rosier terecht zal staan, wegens de afdreiging bij mej. Van Dregt Winkelvereeniging. Naar wij vernemen, bestaat er een plan tot oprichting van een Haarlemsche Win kelvereeniging. Zou d.t plan. hoe loffelijk ook op zichzelf, niet een ongewenschte vetr- deeling van krachten te weeg brengen? lininers de Haarlemsche Hand'els- vareenigiing streeft ook naar bevorde ring d.er belangen van winkeliers en neringdoenden. En dat. dunkt ons, niet zonder succes. Wielerwedstrijd. De uitslag van de Zondag gehouden wielerwedstrijden op den Amsterdam sehen straatweg alhier is aldus: No. l. 5 KM. wielrijden om het kampi oenschap van Haarlem. Kampioen van Haarlem werd met een mooien eindspurt de heer G. H. Stou ten; 2. J. Venniker; 3. J. Tulleken; 4. Jac. Hulscher. No. 2. 5 KM. Wielrijden voor iederen wielrijder. Ie prijs: G. Roos. Amsterdam: 2e prijs: W. Mulder, Amsterdam; 3e prijs: J. Lub- be, Amsterdam. No. 3. 500 meter wielrijden. Ie prijs: W. Mulder, Amsterdam; 2e pr.: G. Roos, Amsterdam; 3e prijs: J. Lubbe, Amsterdam. No. 4. 5 KM. Wielrijden voor hen, die nog nimmer een eersjen prijs wonnen. Ie prijs: Lacroix, Amsterdam: 2e prijs: Harders, Amsterdam: 3e prijs: Ter Haar, Amsterdam. Voor deze wedstrijden waren 50 renners ingeschreven. K i e s r e c ht meeting. Was door den wad. Burgemeester Mr. Th. de Haan Hugenholtz verlof verleend tot het hou den van een optocht onder voorwaarde, dat het advies van den Commissaris van Politie daartoe gunstig luidde, thans is bericht ingekomen dat de optocht niet zal mogen worden gehouden, waar schijnlijk ten gevolge van een ongunstig advies Met de terreinen is men ook al niet gelukkig. Het land aan den Ouden Weg, bet terrein aan het Kleverpark, en het land bij Bosch en Vaart, waarvan ook nog sprake was, zijn alle achtereen volgens afgezegd, zoodat de Regelings commissie nu nog maar alleen overblijft de open vlakte aan den Raamsingel, wel ke haar zeer ongeschikt voorkomt, daar dit land moeielijk kan worden afgeslo ten. Het eind van alles zal nu wel zijn, dat de bijeenkomst in de groote zaal der Sociëteit Vereeniging wordt gehouden. In aansluiting op dit bericht deelt de heer F W. N. Hugenholz ons nog mede, dat het hem zeer bevreemdt, dat de eerst verleende vergunning tot het houden van een optocht is ingetrok ken en wel om de volgende reden Toen de lieer H. zich bij B. en W. ver voegde om toestemming daarvoor te verkrijgen, gaf de wnd. burgemeester. Feuilleton. VertaoMl uit het Italiaansch. 22) De heer De Vries was een man uit de groote wereld. Met een zeker goed hartig sans gêne ontsloeg hij de hee- ren van de eenigszins stijve vormelijk heid. waarmee zulke voorstellingen gepaard plegen te gaan, en hertog At tilio draalde niet, zich naast mejuf frouw De Vries neer te zetten. Als ik mij niet vergis, hertog, zoo begon de jonge dame het gesprek, dan heb ik u vandaag al gezien. En ik heb u bewonderd, freule, antwoordde hij. Waarom? vroeg zij naïf? Omdat nog nooit iemand zulk een diepen indruk op mij gemaakt heeft als gij, mejuffrouw De Vries. Een goeden indruk Een wegslependen. Foei hertog 1 Ge wilt me vleien. Voor zoover ik weet. heb ik nog nooit iemand meegesleept Dan ben ik de eerste. Dat betwijfel ik. Gelooft gij mij niet? Ik zal mij er wel voor wachten. Wat moet ik doen. mejuffrouw, om mij door u te doen gelooven? Maar hertog, dat mag ik niet gelooven, en strikt genomen moogt ge het mij ook niet zeggen. Moet ik dan jokken, als ge er mij naar vraagt? Men zegt dat niet zoo rechtuit. Niet En het was mij te moede, als moest ik het van de daken ver kondigen. Maar hertog, Dat ontbrak er nog maay aan Inderdaad ontbreekt er nog ie's aan. dit namelijk, dat gij mij wilt ge looven. Kom ik u zoo weinig geloof waardig voor? Zijn diepe donkere oogen hingen met vurige vereering aan haar gestal te en zoo vragende met smeekende stem, maakte hij een beminnelijken indruk waaraan ook zeker mejuf frouw Ds Vries zich niet. kon onttrek ken. maar zij was voorzichtig genoeg, er niets van te laten merken. Zij sloeg de oogen neer en zei zachtGij gelooft er morgen misschien zelf niet meer aan, hertog. Een stroovuur is spoedig uitgedoofd. De vergelijking gaat mank, me juffrouw. Hier is geen sprake van een gril. van een voorbijgaande nei ging. Stel mij op de proef. Wilt ge Zij ontweek zijn vraag. Wie is dio jonge dame daar in uw loge, hertog? Mijn zuster Cesina. Mag ik u met haar in kennis brengen? Ik weet niet, of het uw zuster wel aangenaam zou zijn. Maar ik weet, dat zij het wenscht. Hebt gij er reeds met haar over gesproken Den geheelen avond. Zijn woorden en gebaren hadden iets gejaagds en beslists, alsof hij on der den drang van een met moeite be dwongen hartstocht handelde. Het zuidelijk bloed werkte in hem met een kracht, welke hij haast niet kon be teugelen. Mejuffrouw De Vries merk te dit zeer goed op. Zij speelde eenigszins verlegen met haar waaier, leunde achterover in haar stoel en zag hem van tijd tot tijd ter sluik aan. Uw zuster is nog niet gehuwd' vroeg zij als ter afleiding. Neen, nog niet. Maar men heeft mij toch gezegd, dat men te Napels op betrekkelijk jeugdigen leeftijd trouwt. Dat doet men er ook. al heeft mijn zuster het nog niet gedaan. En hoe denkt men er in uw vaderland over. mejuffrouw De Vries? Waaraan zoudt gij de voorkeur geven, aan een vroeg of een laat? Dat hangt geheel van de omstan digheden af. Vaa. welke Bij een goed huwelijk komt het er niet op aan, wanneer het wordt gesloten, maar wie het sluiten. Het is dus geen kwestie van tijd, maar een kwestie van personen. En welk soort van een man zou het moeten zijn, die u zou kunnen overreden tot een vroeg huwelijk of tot een huwelijk in het algemeen O. hertog, dat is een strikvraag, zei ze schalks. Zoudt ge aan esn bewoner van het Zuiden de voorkeur geven boven iemand uit het Noorden Dat geloof ik haast niet. ant woordde zij plaagziek. Ik ongelukkige antwoordde hij. met een grappige vertwijfeling het hoofd schuudende. Toen ging hij weer plotseling met zijn gewone kwikzilverachtige onrust voort Maar als ik u mag verzoeken, zeg mij. hoe moet de man er uit zien, om uwe genegenheid te verwerven „Welnu, zetde zij in overmoedige scherts, hij moet een zwarten knevel hebben en blond haar Maar dat komt immers niet voor. mejuffrouw. Gij houdt me maar wat voor den mal. Welnu dan, zeide zij. den schert senden toon latende varen, op het uiterlijk komt het er minder aan. maar de man, die mij zal bevallen, moet voor alles oprecht, openhartig en eerlijk zijn, onberispelijk van gedrag, beschaafd, aangenaam in den omgang, en vriendelijk voor zijn omgeving. Hertog Attilio wendde den blik. dien hij voortdurend op haar gevestigd had. een oogenblik verlegen af. Eerst na een kleine pauze zeide hij Dat spreekt immers van zelf. mejuffrouw Op dit oogenblik stond de heer De Vries, die intusschen met graaf Tozzo een gesprek had gevoerd, op. Wij gaan uw vader een bezoek brengen, hertog. Wilt gij ons verge zellen, of geeft ge er de voorkeur aan hier te blijven? Attilio zag mejuffrouw De Vries vragend aan. O. we gaan natuurlijk mee zeide deze haastig. Ge stelt me aan uw zus ter voor, nietwaar hertog? Attilio wist niet, of zij een alleenzijn met hem in de loge wenschte te ver mijden. dan of zij hem zijn zooeven gedaan verzoek wilde toestaan. Onder zoekend zagen zijn donkere oogen haar aan. toen hij haar de hanl reikte, om haar behulpzaam te zijn bij het opstappen van het trapje, dat naar den achtergrond van de loge leidde. De consul en graaf Tozzo gingen vooruit. Eenige oogenblikken later stond hij met haar alleen op den ach tergrond der loge. Hii hield haar hand nog altijd stevig vast. Deze hand is voor mij de poort tot het paradijs, sprak hij zacht, maar hartstochtelijk en gejaagd. O, gij zoudt ze. plat drukken in uwe opgewondenheid, sprak ze even eens zacht en ontroerd. Kan ik het helpen, dat mijn zui delijk temperament u mijn hart op de vleugelen eener stormwind tegemoet voert En het mijne in dien storm ver. br ijzelt. Zacht, heel zacht werd he' gefluis terd, maar hij verslond het zeer goed. In het volgende oogenblik was zij reeds buiten op den corridor. Hij moest haar volgen. En loch was zijn hart nog zoo vol, had tiii haar nog zoo oneindig veel te zeggen, maar zij ont week hem. Hij kon hot wantrouwen, dat zijn hartstochtelijkheid haai- in boezemde. niet wegnemen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1