NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 18 Sier let Zniflen Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 20e .laargang Zaterdag 23 Augustus 1902. No. 5874 14AlLElfS DASBLAD ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Vail 15 regels 50 Cte.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Adrertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bg Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door het geheele Rijk, per 3 maandenL65 Reclames 30 Cent- per regel. Afzonderlijke nummers0.02^ Bureaux: Gebonw Het Spaarne, Zttider Buitenspaarue ISO. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37J£ Telefoonnummer der Redactie 600. feiexoounummer der Administratie 122. de omstreken en franco per poBt0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, iiucc., Parijs Faubourg Monanartre. Kaan em's Dagblad van 23 Aug. bevat o. a.: Uit Zuid-Afrika. De agitatie in Frankrijk, De Boerengeneraals in Nederland, Uit de krijgsgevangen schap ontslagen, Baldadigheid, Roode Krnis. Advertentiën VOOE HET Zaterdagavondnummer. Meermalen zijn wij tot ons leedwezen genoodzaakt Advertentiën al te wijzen voor het Zaterdagavondnummer, die des Zaterdagsmorgens pas worden bezorgd. Wil men zeker zijn van de plaatsing dan is inzending op Vrijdagavond noo- dig, uitgezonderd natuurlijk kleine ad vertenties ol familieberichten, die moei lijk vooral kunnen worden ingeleverd. DE ADMINISTRATIE. fcSuilenlandscti Nieuws Engeland. De staatsie,waarmede de sjah van Perzië in Engeland ontvangen wordt de leesten die men hem aanbiedt be wijzen wel, dat men in Engeland zelf den Sjah nieit alleen voor zijn gen gekomen acht, maar de held waarneemt, om een wit voetje bij hem te krijgen. Bij de mededin ging met Rusland is er de Engel- schen veel aan gelegen, de gunst van den Sjah ibe winnen. Gisteren is de Sjah naar Portsmouth geweest, waar koning Ediuard hem op zijn jacht ont ving. De prinsen van Wales en Con- naught reisden van Londen mede. Toen de oorlogsschepen in de ha ven van Portsmouth hun salvo voor den koning afgaven later volgde er een voor den sjah gebeurde er op de Victory een ongeluk. Een ka non ging te vroeg af en schoot een matroos, die voor den mond stond, in zee; een ander verloor een duim. Het kanon was een voorlader. De lezing van de Londensche bla den is wel göscbikt om den indruk te wekken, dat het er in de Kaapkolonie voor de Afrikaanders lang niet slecht uitziet. De jingobladen klagen steen en been over de bijeenkomst van het Parlement en nog harder over de hou ding van Sir Gordon Sprieg, wien men zelfs aanwrijft, dat hij bereid is te vol doen aan het verlangen van den Afri- kaanderbond en zal voorstellen de be noeming van een koloniale commissie tot onderzoek van schade geleden door de krijgswet. De progressistische par tij is bijzonder gebeten op den pre mier, omdat hij de tien vacatures in het parlement niet heeft doen aanvul len, natuurlijk met progressisten, en zoo groot is hun ontevredenheid, dal de Daily Mail gelooft, dat hun dagen geteld zijn. Het schijnt dat de pro gressistische partij echter vreest, dat in zijn plaats een Afrikaander zal tre den en deze vrees maakt Sir Gordon's positie werkelijk sterker. Wel beweert de Daily Telegraph,, dat de voorstan ders van de schorsing der grondwet geen Afrikaander-ministerie zullen dulden, maar deze partij is i n de min derheid, en kan dus niet beter doen dan te beletten, dat de heer Sprigg valt. Hoezeer de macht van den Afrikaan- derbond nog wordt gevreesd, blijkt wel uit den telegrafisch reedis vermel den jammerkreet van den Times-cor respondent, die strenge wetten tegen oproerige handelingen, ook in bet ver leden. en een regeling van den invoer van munitie en wapens onverbiddelijk noodzakelijk acht. Dat de Jingo-parii] draconische maatregelen wensc.it, kan niet anders worden beschouwd dan als een gunstig teeken voor de kracht der Afrikaander partij. De Engelische marine is in do laatste tijden zeer ongelukkig. Elk oogenblik "komen er berichten van aan varingen en zware beschadigingen. Ter eere van de kroning zou een alge. meene illuminatie plaats hebben van alle schepen. Een hevige donderbui wilde het anders. Maandag zouden de eigenlijke grootsche manoeuvres een heerlijk schouwspel aanbieden Een hevige storm en regen Wilden het an ders. Gisteren kwam de Shah van Per zië in de haven van Portmouth, De Koning ging hem met zijn jacht.Vic toria and: Albert" tegemoet. De oor logschepen, welke hij langs vaarde, vuurden een salvo. Een matroos op de „Victory scheen dit onhanoig te doen. Althans het schot ging te vroeg af en hij werd op de plaats doodgescho ten. Van een collega werd een duim weggeschoten. De „Standart" meldt, dat de heer Steyn, na een verblijf te Neuenahr, lp de eerste dagen van October een bezoek zal brengen aan Londen. Een bericht dat zeker, in aanmerking genomen den gezondheidstoestand van den ex. president, onder voorbehoud moet wor den aangenomen. Frankrijk. De agitatie in Frankrijk. Woensdagavond is er te Charonne een bijeenkomst gehouden op de speelplaats van de school der zusters van de Voor zienigheid, onlangs van overheidswege gesloten, waar de barones Reille en Francois Coppée voor een duizendtal menschen hebben gesproken. Barones Reille richtte haar woorden tot de vrou wen van Frankrijk; deze moesten dat eindloos jammerklagen over de treurige tijden staken, maar zich liever werpen in het strijdgewoel en tegen dé verdruk kers pal staan: wij zullen overwinnen, want wij stellen tegenover sektehaat onze moederliefde en ons geloof. Francois Coppée spoorde de katholie ken aan, te weigeren belasting te beta len: Met ons geld, met het geld van onze spaarzaamheid en onzen arbeid worden de ministers betaald, die de wetten voor bereiden, waarmede we worden onder drukt, en de kamerleden en senatoren, die de wetten aannemen, het staatshoofd dat er zijn handteekening onder plaatst, de rechters, die ze toepassen en de agen ten, die er de uitvoering van verzekeren. Als een huisvader zoo ging de oude dichter voort door den een of anderen hartstocht verblind wordt en de zijnen bedreigt met eerloosheid en verderf, dan wordt hem de beschikking ontnomen over het vermogen, dat hij zoo slecht be steedt. Zóo staan wij thans tegenover onze bestuurders en om hen te verhinde ren hun slooperswerk voort te zetten, kunnen wij niet beter doen, dan hun ons geld weigeren. Als zij geen geld meer hebben, zijn wij baas. Francois Coppée zou gaarne zien, dat zijn medeburgers zich vereenigden in georganiseerde groepen, scliouder aan schouder staan de in hun verzet tegen den fiscus. België. Generaal Botha kwam te half zeven hier aan. De pe-rrons werden bestormd door een zoo talrijke me nigte, dat de delegaties, die waren gekomen om den generaal te ontvan gen, d'en trein niet konden naderen. Toen. de generaal was uitgestapt, werd hij door de menigte letterlijk gedragen naar den uitgang, terwijl men riep „Leven de Boeren! Leve Botha!" Onder ben die gekomen waren om deen generaal te ontvangen, waren eenige leden van het Nederlandsche gezantschap. Botha reed met zijn echtgenoote en zijn zoontje naar het huis. dat zijn vrouw bewoont. Rusland. De Russische regeering maakt op een bijzonder eigenaardige iwijze ge bruik van de voordeelen van een betere handelsverbinding. Dooi den bouw van den Oost-Siberischen spoorweg zijn de kosten van aanvoer van Chineesche thee belangrijk verminderd. Men zou nu den ken dat dit voordeel, zij het dan ook niet geheel, in elk geval ten goede zou komen aan de theedrinkende nevolking van Rusland. Maar de Russische regeering verstaat dit anders. Zij wenscht dat. de over land aangevoerde thee even duur zal zijn als de over zee aangevoerde en heeft daarom besloten van de eerste soort een invoerrecht van drie roebel te heffen op den hiervoor aangegeven grond. Het besluit tot heffing van dit. recht vermeldt alleen deze reden met voorbijzien van de omstandigheid, dat de schatkist uit het recht een som van vijf tot zes mill, roebel per jaar slaat. Eenige dagen geleden meende men, dat Tolstoï Rusland zou verlaten en zich gaan vestigen in Hongarije. Thans wordt uit Petersburg geseind aan de ,,Ind. Bei ge", dat de Russische overheid gewei gerd heeft Tolstoï een paspoort te geven, zoodat het hem onmogelijk gemaakt is het land te verlaten. Zuid-Afrika. Lord Mikter heeft te Bavberton nog een redevoering gehouden, waar over een Reu ter-telegram eendg bericht brengt. Hij bad de klachten aange hoord van vertegenwoordigers van de kamers van koophandel en mijnwezen, over liet gebrek aan Kaffers, die strem ming in het spoorwegverkeer en zoo meer. Lord Mijner antwoordde zeer terecht, dat hij in een moeilijk geval verkeerde. Aan d'en eenen kant drong men er bij hem op aan ten spoedigste gewichtige maatregelen te nemen, en aan den anderen kant om geen her vorming in te voeren zonder alle klas sen der samenleving gehoord te heb ben. Hi;i beloof die bekwamen spoed en kondigend'e o. a. een nieuwe goudwet aan; een c-ommissie van voorbereiding as hard aan 't werk. De correspondent van Reuter te Johannesburg heeft den 26en Juli een brief geschreven over bet slechte leven aan den Rand. en zegt o. a.„De hoo- ge invoerrechten op voedingsmiddelen en cte hooge spuorvrachkni, waarover men onder het Kruger-bewind klaagde enz. zijn nog niet verminderd."Men be grijpt wel, dat in een paar weken na het einde van den oorlog, niet alles gedaan kan worden, maar vraagt zich toch bezorgd af of het publiek, na al wat het doorstaan heeft, nu eindelijk van den nieuwen stand van zaken fi nancieel voordeel zal hebben. Men klaagt nu ook over het verbod van ..pegging" (het voor zich afpalen van grond' waar men naar goud. wil gra ven). Een groot deel van de prospec- teurs is daardoor zonder verdienste en hun gezinnen lijden gebrek. Men zegt dat. zonder dat „pegging" de meeste menschen nooit een kans zullen krij gen Want bij open markt tegen de ka pitalisten en syndicaten opbieden, kunnen zij toch niet. Ziehier een ander getuigenis over den toestand op den Rand. De corres pondent van de Daily Mail te Pieten-- maritzburg semdie Dinsdag, dat brie ven uit Johannesburg een somber beeld van den toestand ophangen. Een schrijver, die een paar maanden, geleden naar den Rand' is gegaan, komt terug. Hij schrijft dat het leven 50 pel. duurder is geworden en de arbeidsmarkt ovex'laden is. Er is sterke neiging om de loonen te verlagen; de ontevredenheid wast en er is veel far- ■soenlijke armoede. ..Voor Kerstmis zal er kostelooze sniisuitdeeling wezen en binnen het jaar de poppen aan 't dan sen gaan." De Daily Mail verneemt uit Kaap stad. diat men aan de Kaap zeer ver legen is met die duizenden, die uit de ongeregelde korpsen ontslagen en nu werkeloos zijn. Er zijn overal arbeids- bureau's opgericht en zoo hoopt men werk voor hen te vinden, maar dit kan slechts tijdelijk helpen. Réuter's correspondent schrijft d.d. 21 Juli uiif Johannesburg, dat de Boeren bang zijn voor aanvallen van (door de Engelschen eerst gewapende) Kaffers. Er zijn eenige gevallen ge rapporteerd van het vermoorden van Boeren, die naar hun haardsteden te ruggingen'. Wat geweldpleging op blanke vrouwen betreft., daar zijn, volgens den bemmnelijken Engel schen correspondent,, méést Boeren schuld aan. Maar hoe het zij, onder Boeren en Engelschen heexscht ver wonderlijke eenstemmigheid' over de noodzakelijkheid' van eilken naturel in Zuid-Afrika ite ontwapenen. Dit zal betrekkelijk gemakkelijk gaan, daar er nog zooveel troepen in het land zijn. De South African News is D onder- ddg weer voor het eerst t© Kaapstad verschenen. De bijzondere correspondent van de Times te Johannesburg houdt in een brief van 28 Juli een beschouwing over dte militaire spoorwegen gedu rende den oorlog. Hij dtelt de ver dienste van het stelsel en de werking dier spoorwegen in het licht, en ver telt daarbij hoe de Boeren hun aan slagen op de treinen uitvoerden. Al dus: Den 7en Juni 1900 begon de eerste van een reeks aanvallen op den spoorweg, die gedurende biet opruk ken naar Pretoria door de Boeren on aangeroerd was gelaten. Nu streiek De Wet neer op het station Roodewal nam de militie van Derbyshire gevan gen, vernielde de bruggen over de Leeuwspruit en de Rhenosterrivier en bezette Vredefort-weg. De eerstvol gende drie weken was er nagenoeg geen verkeer tusschen Kroonstad en de Vaal. Een volgende aianval op Virginia-Siding, tusschen Kroonstad en Bloemfontein, en helt vernielen en buitmaken van verscheiden treinen des nachts hadden tengevolge, dat er tusschen Bloemfonltein en de Vaal des nachts geen treinen meer liepen. In October hield het nachtverkeer ten Zuiden van Bloemfonltein op en ten slotte oP 1 Januari 1901 over het ge heele- spoorwegnet... Van hun gemakkelijke nachtelijke prooi beroofd, wijdden de Boeren hun aandacht aan het buitmaken van trei nen overdag. De eenvoudige manier, die zij in het donker toepasten, om de sporen los te breken, ze on'dlerste- boven te keerem of bloot verscheidene laschplaten weg te nemen,slaagdendet meer, aangezien de lijn 's ochtends vroeg door trollies afgereden werd. Een vermetele manier, door dén vij and gevoegd, waa| een trelin op te wachten waar hij een steilte lang zaam. moestopgaan. hem achterop te rijden en dan de vacuum-rem af te koppelen. De 'trein werd op die wijze tot stilstand gebracht en dan snel omringd. Het. antwoord daarop was diait. men een geleide meenam achter in den trein, in een gepantserden goederenwagen, die niet aan de ram verbonden was. Toen werden kontakt-mijnen alge meen. Men nam het slot van een MaiiiimiTI enriï-geweervfc-Jrwij dlerde den trekker-beschermer en deed er een patroon in, gevuld met dynamiet of nitro-glycerine. inplaats van de gewone lading. De heel© zaak deed men dan ondier een spoor, de trekker rustende tegen den onderkant van het spoor. Cylinders met nitro-glyce rine werden overal in de rondte ge legd, de steenen tusschen de dwars liggers weer terechit gelegd en alles werd gedaan om de teekenen, dat de steenen van hun plaats waren ge weest, te doen verdwijnen. Door heit wijken van het spoor, veroorzaakt doordat een trein er over reed, ont plofte dan de mijn. Om dit te keer te gaan werden goederenwagens, leteg of verzwaard met sporen of ander materiaal, voor de locomotief gezet. Deze kregen de ontploffing, terwijl de locomotief en die andere wagens gemeenlijk vrij bleven. Het toppunt van Boerenvinding- rijkheid werdi bereikt met de waarne- mingsmijn. Verborgen in lang grias of achter een rotsblok in de buurt van den spoorweg, deed een Boer de mijn springen door middel van een draad op elk oogenblik dat bet hem behaagde. Eens liet* de vijand een loodstrein, een gepantserden trein en een maillfcrein voorbij en hij blies dien vierden trein, die levensmiddelen be vatte, op en maaklte hem buit. Tegen deze manier was er geen ander ver weer dan de uitbreiding van het blok hui sstelsel. Toen het aantal blokhui zen langs den spoorweg vermeerder de, werd deze hoe langer hoe minder verstoord, tot in de laatste maanden van den oorlog de treinen weer gere geld dag en nacht liepen. De schrijver zegt nog, dat de ge pantserd© treinen, waarvan er ten slotte twintig waTen, gewichtige diensten hebben bewezen, o.a. bij de drijfjachten: met de blokhuizen maak ten zij de spoorwegen tot „een niet over te komien sluitboom". Behalve dat de Boeren tot 't laatst den spoor weg wisten over ito steken. Volgens d'en correspondent vonden de Engelschen bij de bezetting van Bloemfontein 26 locomotieven, 342 trucks en 22 personenwagens; maar niet veel meer dan 13 locomotieven waren in orde. Te Johannesburg en Pretoria werden nog wat locomotie ven en trucks gevonden (toch niet veel?) maar de groot-site buit werd in September 1902 bij Komiatipoort ge maakt: 222 locomotieven en 4250 trucks werden in die maand Ite Koma- tipoort genomen. Stadsnieuws. Haarlem, 22 Aug. 1902. Door den heer W. A. J. van de Kamp is een voorstel ingediend om den heer Engelbert van Bevervoorde, die door B. en W. daartoe wordt voorgedragen, niet te benoemen tot gemeente-bibliothecaris. (N. R. Ct.). Geslaagd. Onze stadgenooten, de heeren C. en J. J. Meijerink, zijn beiden geslaagd voor het examen M. O. Gymna stiek, te Utrecht gehouden. Donder middag omstreeks 6 uur is een broodbakkerswagen van den heer Wernik. beladen met brood te wa ter gereden. Door hulp van eenige bur gers is de kar en inhoud opgevischt. J u b x 1© u m. Op den 4en September hoopt den werkman J. Wijkhui zen. werkzaam bij d'e firma Cohen en Van der Laan. den dag te herdenken Feuilleton. Vertaald uit het Italiaansch. De Franciscaner wenkte hem bij zich, en terwijl hij onderzoekend met de hand in de visschen tastte, al? wilde hij er van koopen, zeidie hij haastig: PinoKto! Ziet gij dien heer daar met die parelgrijze handschoe nen? De visscher gaf een bevestigend teeken. Neem hem in het vizier; verlies hein niet uit, helt oog! Let scherp op, Pietro aan de markt betaalt uw rap port. Ga. v Nu ging graaf Tozzo over de Piazza del Municipio in die richting van het station, terwijl Attilio de Via di San Roco insloeg, om den ouden Semmo- la op te zoeken. „AJiiiitsch! AUiiitsch! schreeuwde de visscher weer als bezeten en rende eveneens de Piazza diel Municipio over. Kort. daarna stond Attilio voor een armoedig en bouwvallig huisje met een oud gescheurd uithangbord, dat pronkend verkondigde, dat er eene „Banea popolare" 2) gevestigd was. Drie roode kogels, in het bovenstuk van het bord geschilderd, meldden verder aan die zaakkundigen, dat hier öen p'andjeshuishoudler zijne zaken dleed. Voordat Attilio den winkel binnen ging, zag hij nog eens om en bemerk te weer een Franciscaner, die juist zij een groentevrouw stond en vijgen scheen te koopen. Doch er zijn te Na pels zooveel monniken, da/t Attilio verder geen acht op hem sloeg. Hij trad den winkel binnen. Is mijnheer Semmola er in? vroeg hij aan een klein gebocheld mannetje, dat, achter de toonbank zat te schrijven. Mijnheer Semmola is tehuis, op zijn kantoor. Wilt u maar naar binnen gaan? Attilio ging nu door den winkel naar een als deur dienend klein vuil groen gordijn, waardoor hij in een vertrek kwam, dat door een raam, uitziende op een binnenplaats, slechts spaarzaam werd verlicht, en welks eenig meubilair bestond uit een paar van ouderdom zwakke stoelen, een schrijflessenaar, en een ijzeren geld kist. Aan den lessenaar zat een man van ongeveer zestig tot vijf-en-zestig jaar, diep gebukt over zijn schrijf werk. Hij was zoo mager en uitge droogd, dat het scheen, alsof zijn kleederen aan een kapstok hingen. Een kolossale lis stak boven uit de kraag van een afgedragen jas, zoodat men op het idee kon komen, dat men het heele mannetje aan deze lis kon optillen en hem hier of daar tegen den wand ophangen. Maar pas had hij den hertog gezien, of hij sprong van zijn stoel op en kwam met de diepste en oncBerdanigste buigingen naa.r zijn bezoeker toe. o, mijnheer de hertog! riep hij geagiteerd, miet kruipenden eerbied, welk een gunst, welk een eer bewijst u mij met uw bezoek! Laat die fratsen achterwege Semmola, en geef liever acht op het geen ik u heb te zeggen, antwoordde Attilio een weinig korzelig. Ik kom om mijn pand in te lossen. Het is toch nog hier? o, al zoo gauw. mijnheer de hertog, al zoo gauw? En dacht u nog verder van dienst te mogen we zen. O. nu al! U hebt het geld dus bij u? Natuurlijk is het pand wel be waard. U weet, mijnheer de hertog, dat u zich op mij kunt verlaten. Ik weet de eer van zulk een klandizie op prijs te stellen. Mijn principe in za ken is eerlijkheid en trouw. Ik hoop, dat u daaraan niet twijfelt. Tot mijn spijt heb ik nog niet de heele som bijeen. Ik geef u hier voorloopig een aanwijzing van vijf tigduizend lire op de bank van Na pels. Geef mij daarvoor kwitantie. O, o. natuurlijk, dadelijk een kwitantie, excellentie, dadelijk. Maar bet pand, mijnheer d© hertog, het pand mag ik toch houden, tot de gan- sche som Maak toch niet zooveel praatjes. Ge zoudt mij immers het pand toch niet geven, al vorderde ik het ook tienmaal op vóór alles is betaald. Maar ge krijgt vandaag nog de heele som. hoort ge. Vandaag nog. Ver wacht mij heden avond en richt het zoo in, dat ik het pand dadelijk in ontvangst kan nemen. o, zeker, ik ben steeds ter be schikking van uwe excellentie, u kunt komen wanneer u verkiest, mijnheer de hertog. En de kwitantie? Nog iets, Sem mola. Gij weet, dat ik zonder veel te vragen al uwe voorwaarden heb aangenomen en slechts bedongen heb dat er van deze leening, die ik bij u aanging, wat er ook gebeuren mochtt, geen woord werd gerept. Maar mijnheer de hertog, dat spreekt immers vanzelf. O, o, ge looft u, dat ik zoo weinig man van zaken ben, dat ik op mijn ouden dag als een schoolmeisje zou gaan babbe len? Ik ken mijn vak, ik weet wat ik jegens een hoogen klant schuldig ben. En al mocht heel Napels instor ten, van de zaken die ik doe, wordt niemand iets gewaar. U kunt volko men gex-ust zijn mijnheer de hertog. Ik leg er bij zonderen nadruk op Semmola, omdat gij misschien door de drukte, die er in d'e laatste dagen over liet pand is gemaakt- bang zoudt kunnen worden, inzondlerheid wan neer er soms vanwege het gerecht gespionneerd mocht worden. Luister dtus naar hetgeen ik u zeg. Als gij mijne klandizie en die van mijne vrienden wilt behouden, zwijg da-n onvoorwaardelijk, als het graf. O, o, natuurlijk, mijnheer de hertog. Als het graf. Als gij er daarentegen toe mocht overhellen, met. de politie zaken te doen, dan weet gij immers vooruit, hoever gij met haaT komt. Maar, mijnheer de hertog! Neen, hoe kunt u ook maar een oogenblik denken, dat ik ook maar het gering ste met- de pupazzi te doen zou willen hebben. Ik heb liever d© koorts, dan dat ik de politie bij me zie. O, o, zoo waar als ik leef, liever de andierdaag- sche koorts, dan de politie. Goed', goed. Tot vanavond dus. Semmola. En houd uw woord, dat raad ik u. Gij verdient gee nsoldo meer, als gij geen woord houdt. Mijnheer de hertog, ik ben een eerlijk man en wat. ik beloofd heb, dait houd ik. Met een vluchtig hoofdknikje ver wijderde zich Attilio. Bij Semmola echter ging het afscheid nemen van zijn bezoeker wat meer omslachtig in zijn werk. Aan zijn strijkages scheen geen einde te komen, en daar hij blijkbaar van louter respect en onderdanigheid niet Wist. wat hij zeggen zou, her haalde hij daarbij voortdurend op zijn eigenaardige zenuwachtige ma nier: O, o, mijnheer de hertog, steeds ten dienste van uwe excellentie verlaat u gerust op mij, uwe genade tot Attilio weg was. Toen kwam Semmola heel spoedig tot bedaren. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1