NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
18 Sier let Zniflen
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
20e .laargang
Zaterdag 23 Augustus 1902.
No. 5874
14AlLElfS DASBLAD
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN
Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Vail 15 regels 50 Cte.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Adrertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bg Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maandenL65 Reclames 30 Cent- per regel.
Afzonderlijke nummers0.02^ Bureaux: Gebonw Het Spaarne, Zttider Buitenspaarue ISO.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37J£ Telefoonnummer der Redactie 600. feiexoounummer der Administratie 122.
de omstreken en franco per poBt0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen
Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, iiucc., Parijs Faubourg Monanartre.
Kaan em's Dagblad van 23 Aug.
bevat o. a.:
Uit Zuid-Afrika. De agitatie in
Frankrijk, De Boerengeneraals in
Nederland, Uit de krijgsgevangen
schap ontslagen, Baldadigheid,
Roode Krnis.
Advertentiën
VOOE HET
Zaterdagavondnummer.
Meermalen zijn wij tot ons leedwezen
genoodzaakt Advertentiën al te wijzen
voor het Zaterdagavondnummer, die des
Zaterdagsmorgens pas worden bezorgd.
Wil men zeker zijn van de plaatsing
dan is inzending op Vrijdagavond noo-
dig, uitgezonderd natuurlijk kleine ad
vertenties ol familieberichten, die moei
lijk vooral kunnen worden ingeleverd.
DE ADMINISTRATIE.
fcSuilenlandscti Nieuws
Engeland.
De staatsie,waarmede de sjah van
Perzië in Engeland ontvangen wordt
de leesten die men hem aanbiedt be
wijzen wel, dat men in Engeland zelf
den Sjah nieit alleen voor zijn
gen gekomen acht, maar de
held waarneemt, om een wit voetje
bij hem te krijgen. Bij de mededin
ging met Rusland is er de Engel-
schen veel aan gelegen, de gunst van
den Sjah ibe winnen. Gisteren is de
Sjah naar Portsmouth geweest, waar
koning Ediuard hem op zijn jacht ont
ving. De prinsen van Wales en Con-
naught reisden van Londen mede.
Toen de oorlogsschepen in de ha
ven van Portsmouth hun salvo voor
den koning afgaven later volgde
er een voor den sjah gebeurde er
op de Victory een ongeluk. Een ka
non ging te vroeg af en schoot een
matroos, die voor den mond stond,
in zee; een ander verloor een duim.
Het kanon was een voorlader.
De lezing van de Londensche bla
den is wel göscbikt om den indruk te
wekken, dat het er in de Kaapkolonie
voor de Afrikaanders lang niet slecht
uitziet. De jingobladen klagen steen
en been over de bijeenkomst van het
Parlement en nog harder over de hou
ding van Sir Gordon Sprieg, wien men
zelfs aanwrijft, dat hij bereid is te vol
doen aan het verlangen van den Afri-
kaanderbond en zal voorstellen de be
noeming van een koloniale commissie
tot onderzoek van schade geleden door
de krijgswet. De progressistische par
tij is bijzonder gebeten op den pre
mier, omdat hij de tien vacatures in
het parlement niet heeft doen aanvul
len, natuurlijk met progressisten, en
zoo groot is hun ontevredenheid, dal
de Daily Mail gelooft, dat hun dagen
geteld zijn. Het schijnt dat de pro
gressistische partij echter vreest, dat
in zijn plaats een Afrikaander zal tre
den en deze vrees maakt Sir Gordon's
positie werkelijk sterker. Wel beweert
de Daily Telegraph,, dat de voorstan
ders van de schorsing der grondwet
geen Afrikaander-ministerie zullen
dulden, maar deze partij is i n de min
derheid, en kan dus niet beter doen
dan te beletten, dat de heer Sprigg valt.
Hoezeer de macht van den Afrikaan-
derbond nog wordt gevreesd, blijkt
wel uit den telegrafisch reedis vermel
den jammerkreet van den Times-cor
respondent, die strenge wetten tegen
oproerige handelingen, ook in bet ver
leden. en een regeling van den invoer
van munitie en wapens onverbiddelijk
noodzakelijk acht. Dat de Jingo-parii]
draconische maatregelen wensc.it, kan
niet anders worden beschouwd dan
als een gunstig teeken voor de kracht
der Afrikaander partij.
De Engelische marine is in do
laatste tijden zeer ongelukkig. Elk
oogenblik "komen er berichten van aan
varingen en zware beschadigingen.
Ter eere van de kroning zou een alge.
meene illuminatie plaats hebben van
alle schepen. Een hevige donderbui
wilde het anders. Maandag zouden de
eigenlijke grootsche manoeuvres een
heerlijk schouwspel aanbieden Een
hevige storm en regen Wilden het an
ders. Gisteren kwam de Shah van Per
zië in de haven van Portmouth, De
Koning ging hem met zijn jacht.Vic
toria and: Albert" tegemoet. De oor
logschepen, welke hij langs vaarde,
vuurden een salvo. Een matroos op
de „Victory scheen dit onhanoig te
doen. Althans het schot ging te vroeg
af en hij werd op de plaats doodgescho
ten. Van een collega werd een duim
weggeschoten.
De „Standart" meldt, dat de heer
Steyn, na een verblijf te Neuenahr, lp
de eerste dagen van October een bezoek
zal brengen aan Londen. Een bericht
dat zeker, in aanmerking genomen
den gezondheidstoestand van den ex.
president, onder voorbehoud moet wor
den aangenomen.
Frankrijk.
De agitatie in Frankrijk.
Woensdagavond is er te Charonne een
bijeenkomst gehouden op de speelplaats
van de school der zusters van de Voor
zienigheid, onlangs van overheidswege
gesloten, waar de barones Reille en
Francois Coppée voor een duizendtal
menschen hebben gesproken. Barones
Reille richtte haar woorden tot de vrou
wen van Frankrijk; deze moesten dat
eindloos jammerklagen over de treurige
tijden staken, maar zich liever werpen
in het strijdgewoel en tegen dé verdruk
kers pal staan: wij zullen overwinnen,
want wij stellen tegenover sektehaat onze
moederliefde en ons geloof.
Francois Coppée spoorde de katholie
ken aan, te weigeren belasting te beta
len: Met ons geld, met het geld van onze
spaarzaamheid en onzen arbeid worden
de ministers betaald, die de wetten voor
bereiden, waarmede we worden onder
drukt, en de kamerleden en senatoren,
die de wetten aannemen, het staatshoofd
dat er zijn handteekening onder plaatst,
de rechters, die ze toepassen en de agen
ten, die er de uitvoering van verzekeren.
Als een huisvader zoo ging de oude
dichter voort door den een of anderen
hartstocht verblind wordt en de zijnen
bedreigt met eerloosheid en verderf, dan
wordt hem de beschikking ontnomen
over het vermogen, dat hij zoo slecht be
steedt. Zóo staan wij thans tegenover
onze bestuurders en om hen te verhinde
ren hun slooperswerk voort te zetten,
kunnen wij niet beter doen, dan hun ons
geld weigeren. Als zij geen geld meer
hebben, zijn wij baas. Francois Coppée
zou gaarne zien, dat zijn medeburgers
zich vereenigden in georganiseerde
groepen, scliouder aan schouder staan
de in hun verzet tegen den fiscus.
België.
Generaal Botha kwam te half
zeven hier aan. De pe-rrons werden
bestormd door een zoo talrijke me
nigte, dat de delegaties, die waren
gekomen om den generaal te ontvan
gen, d'en trein niet konden naderen.
Toen. de generaal was uitgestapt,
werd hij door de menigte letterlijk
gedragen naar den uitgang, terwijl
men riep „Leven de Boeren! Leve
Botha!"
Onder ben die gekomen waren om
deen generaal te ontvangen, waren
eenige leden van het Nederlandsche
gezantschap.
Botha reed met zijn echtgenoote en
zijn zoontje naar het huis. dat zijn
vrouw bewoont.
Rusland.
De Russische regeering maakt op
een bijzonder eigenaardige iwijze ge
bruik van de voordeelen van een betere
handelsverbinding. Dooi den bouw van
den Oost-Siberischen spoorweg zijn de
kosten van aanvoer van Chineesche thee
belangrijk verminderd. Men zou nu den
ken dat dit voordeel, zij het dan ook niet
geheel, in elk geval ten goede zou komen
aan de theedrinkende nevolking van
Rusland. Maar de Russische regeering
verstaat dit anders. Zij wenscht dat. de
over land aangevoerde thee even duur
zal zijn als de over zee aangevoerde en
heeft daarom besloten van de eerste
soort een invoerrecht van drie roebel te
heffen op den hiervoor aangegeven
grond. Het besluit tot heffing van dit.
recht vermeldt alleen deze reden met
voorbijzien van de omstandigheid, dat
de schatkist uit het recht een som van
vijf tot zes mill, roebel per jaar slaat.
Eenige dagen geleden meende men,
dat Tolstoï Rusland zou verlaten en zich
gaan vestigen in Hongarije. Thans wordt
uit Petersburg geseind aan de ,,Ind. Bei
ge", dat de Russische overheid gewei
gerd heeft Tolstoï een paspoort te geven,
zoodat het hem onmogelijk gemaakt is
het land te verlaten.
Zuid-Afrika.
Lord Mikter heeft te Bavberton
nog een redevoering gehouden, waar
over een Reu ter-telegram eendg bericht
brengt. Hij bad de klachten aange
hoord van vertegenwoordigers van de
kamers van koophandel en mijnwezen,
over liet gebrek aan Kaffers, die strem
ming in het spoorwegverkeer en zoo
meer. Lord Mijner antwoordde zeer
terecht, dat hij in een moeilijk geval
verkeerde. Aan d'en eenen kant drong
men er bij hem op aan ten spoedigste
gewichtige maatregelen te nemen, en
aan den anderen kant om geen her
vorming in te voeren zonder alle klas
sen der samenleving gehoord te heb
ben. Hi;i beloof die bekwamen spoed en
kondigend'e o. a. een nieuwe goudwet
aan; een c-ommissie van voorbereiding
as hard aan 't werk.
De correspondent van Reuter te
Johannesburg heeft den 26en Juli een
brief geschreven over bet slechte leven
aan den Rand. en zegt o. a.„De hoo-
ge invoerrechten op voedingsmiddelen
en cte hooge spuorvrachkni, waarover
men onder het Kruger-bewind klaagde
enz. zijn nog niet verminderd."Men be
grijpt wel, dat in een paar weken na
het einde van den oorlog, niet alles
gedaan kan worden, maar vraagt zich
toch bezorgd af of het publiek, na al
wat het doorstaan heeft, nu eindelijk
van den nieuwen stand van zaken fi
nancieel voordeel zal hebben. Men
klaagt nu ook over het verbod van
..pegging" (het voor zich afpalen van
grond' waar men naar goud. wil gra
ven). Een groot deel van de prospec-
teurs is daardoor zonder verdienste en
hun gezinnen lijden gebrek. Men zegt
dat. zonder dat „pegging" de meeste
menschen nooit een kans zullen krij
gen Want bij open markt tegen de ka
pitalisten en syndicaten opbieden,
kunnen zij toch niet.
Ziehier een ander getuigenis over
den toestand op den Rand. De corres
pondent van de Daily Mail te Pieten--
maritzburg semdie Dinsdag, dat brie
ven uit Johannesburg een somber
beeld van den toestand ophangen.
Een schrijver, die een paar maanden,
geleden naar den Rand' is gegaan,
komt terug. Hij schrijft dat het leven
50 pel. duurder is geworden en de
arbeidsmarkt ovex'laden is. Er is sterke
neiging om de loonen te verlagen; de
ontevredenheid wast en er is veel far-
■soenlijke armoede. ..Voor Kerstmis zal
er kostelooze sniisuitdeeling wezen en
binnen het jaar de poppen aan 't dan
sen gaan."
De Daily Mail verneemt uit Kaap
stad. diat men aan de Kaap zeer ver
legen is met die duizenden, die uit de
ongeregelde korpsen ontslagen en nu
werkeloos zijn. Er zijn overal arbeids-
bureau's opgericht en zoo hoopt men
werk voor hen te vinden, maar dit kan
slechts tijdelijk helpen.
Réuter's correspondent schrijft d.d.
21 Juli uiif Johannesburg, dat de
Boeren bang zijn voor aanvallen van
(door de Engelschen eerst gewapende)
Kaffers. Er zijn eenige gevallen ge
rapporteerd van het vermoorden van
Boeren, die naar hun haardsteden te
ruggingen'. Wat geweldpleging op
blanke vrouwen betreft., daar zijn,
volgens den bemmnelijken Engel
schen correspondent,, méést Boeren
schuld aan. Maar hoe het zij, onder
Boeren en Engelschen heexscht ver
wonderlijke eenstemmigheid' over de
noodzakelijkheid' van eilken naturel
in Zuid-Afrika ite ontwapenen. Dit
zal betrekkelijk gemakkelijk gaan,
daar er nog zooveel troepen in het
land zijn.
De South African News is D onder-
ddg weer voor het eerst t© Kaapstad
verschenen.
De bijzondere correspondent van
de Times te Johannesburg houdt in
een brief van 28 Juli een beschouwing
over dte militaire spoorwegen gedu
rende den oorlog. Hij dtelt de ver
dienste van het stelsel en de werking
dier spoorwegen in het licht, en ver
telt daarbij hoe de Boeren hun aan
slagen op de treinen uitvoerden. Al
dus:
Den 7en Juni 1900 begon de eerste
van een reeks aanvallen op den
spoorweg, die gedurende biet opruk
ken naar Pretoria door de Boeren on
aangeroerd was gelaten. Nu streiek
De Wet neer op het station Roodewal
nam de militie van Derbyshire gevan
gen, vernielde de bruggen over de
Leeuwspruit en de Rhenosterrivier
en bezette Vredefort-weg. De eerstvol
gende drie weken was er nagenoeg
geen verkeer tusschen Kroonstad en
de Vaal. Een volgende aianval op
Virginia-Siding, tusschen Kroonstad
en Bloemfontein, en helt vernielen en
buitmaken van verscheiden treinen
des nachts hadden tengevolge, dat er
tusschen Bloemfonltein en de Vaal des
nachts geen treinen meer liepen. In
October hield het nachtverkeer ten
Zuiden van Bloemfonltein op en ten
slotte oP 1 Januari 1901 over het ge
heele- spoorwegnet...
Van hun gemakkelijke nachtelijke
prooi beroofd, wijdden de Boeren hun
aandacht aan het buitmaken van trei
nen overdag. De eenvoudige manier,
die zij in het donker toepasten, om
de sporen los te breken, ze on'dlerste-
boven te keerem of bloot verscheidene
laschplaten weg te nemen,slaagdendet
meer, aangezien de lijn 's ochtends
vroeg door trollies afgereden werd.
Een vermetele manier, door dén vij
and gevoegd, waa| een trelin op te
wachten waar hij een steilte lang
zaam. moestopgaan. hem achterop te
rijden en dan de vacuum-rem af te
koppelen. De 'trein werd op die wijze
tot stilstand gebracht en dan snel
omringd. Het. antwoord daarop was
diait. men een geleide meenam achter
in den trein, in een gepantserden
goederenwagen, die niet aan de ram
verbonden was.
Toen werden kontakt-mijnen alge
meen. Men nam het slot van een
MaiiiimiTI enriï-geweervfc-Jrwij dlerde
den trekker-beschermer en deed er
een patroon in, gevuld met dynamiet
of nitro-glycerine. inplaats van de
gewone lading. De heel© zaak deed
men dan ondier een spoor, de trekker
rustende tegen den onderkant van
het spoor. Cylinders met nitro-glyce
rine werden overal in de rondte ge
legd, de steenen tusschen de dwars
liggers weer terechit gelegd en alles
werd gedaan om de teekenen, dat de
steenen van hun plaats waren ge
weest, te doen verdwijnen. Door heit
wijken van het spoor, veroorzaakt
doordat een trein er over reed, ont
plofte dan de mijn. Om dit te keer te
gaan werden goederenwagens, leteg
of verzwaard met sporen of ander
materiaal, voor de locomotief gezet.
Deze kregen de ontploffing, terwijl
de locomotief en die andere wagens
gemeenlijk vrij bleven.
Het toppunt van Boerenvinding-
rijkheid werdi bereikt met de waarne-
mingsmijn. Verborgen in lang grias
of achter een rotsblok in de buurt
van den spoorweg, deed een Boer de
mijn springen door middel van een
draad op elk oogenblik dat bet hem
behaagde. Eens liet* de vijand een
loodstrein, een gepantserden trein en
een maillfcrein voorbij en hij blies dien
vierden trein, die levensmiddelen be
vatte, op en maaklte hem buit. Tegen
deze manier was er geen ander ver
weer dan de uitbreiding van het blok
hui sstelsel. Toen het aantal blokhui
zen langs den spoorweg vermeerder
de, werd deze hoe langer hoe minder
verstoord, tot in de laatste maanden
van den oorlog de treinen weer gere
geld dag en nacht liepen.
De schrijver zegt nog, dat de ge
pantserd© treinen, waarvan er ten
slotte twintig waTen, gewichtige
diensten hebben bewezen, o.a. bij de
drijfjachten: met de blokhuizen maak
ten zij de spoorwegen tot „een niet
over te komien sluitboom". Behalve
dat de Boeren tot 't laatst den spoor
weg wisten over ito steken.
Volgens d'en correspondent vonden
de Engelschen bij de bezetting van
Bloemfontein 26 locomotieven, 342
trucks en 22 personenwagens; maar
niet veel meer dan 13 locomotieven
waren in orde. Te Johannesburg en
Pretoria werden nog wat locomotie
ven en trucks gevonden (toch niet
veel?) maar de groot-site buit werd in
September 1902 bij Komiatipoort ge
maakt: 222 locomotieven en 4250
trucks werden in die maand Ite Koma-
tipoort genomen.
Stadsnieuws.
Haarlem, 22 Aug. 1902.
Door den heer W. A. J. van de Kamp
is een voorstel ingediend om den heer
Engelbert van Bevervoorde, die door B.
en W. daartoe wordt voorgedragen, niet
te benoemen tot gemeente-bibliothecaris.
(N. R. Ct.).
Geslaagd. Onze stadgenooten, de
heeren C. en J. J. Meijerink, zijn beiden
geslaagd voor het examen M. O. Gymna
stiek, te Utrecht gehouden.
Donder middag omstreeks 6
uur is een broodbakkerswagen van den
heer Wernik. beladen met brood te wa
ter gereden. Door hulp van eenige bur
gers is de kar en inhoud opgevischt.
J u b x 1© u m. Op den 4en September
hoopt den werkman J. Wijkhui
zen. werkzaam bij d'e firma Cohen en
Van der Laan. den dag te herdenken
Feuilleton.
Vertaald uit het Italiaansch.
De Franciscaner wenkte hem bij
zich, en terwijl hij onderzoekend met
de hand in de visschen tastte, al?
wilde hij er van koopen, zeidie hij
haastig: PinoKto! Ziet gij dien heer
daar met die parelgrijze handschoe
nen?
De visscher gaf een bevestigend
teeken.
Neem hem in het vizier; verlies
hein niet uit, helt oog! Let scherp op,
Pietro aan de markt betaalt uw rap
port. Ga. v
Nu ging graaf Tozzo over de Piazza
del Municipio in die richting van het
station, terwijl Attilio de Via di San
Roco insloeg, om den ouden Semmo-
la op te zoeken.
„AJiiiitsch! AUiiitsch! schreeuwde
de visscher weer als bezeten en rende
eveneens de Piazza diel Municipio
over.
Kort. daarna stond Attilio voor een
armoedig en bouwvallig huisje met
een oud gescheurd uithangbord, dat
pronkend verkondigde, dat er eene
„Banea popolare" 2) gevestigd was.
Drie roode kogels, in het bovenstuk
van het bord geschilderd, meldden
verder aan die zaakkundigen, dat hier
öen p'andjeshuishoudler zijne zaken
dleed.
Voordat Attilio den winkel binnen
ging, zag hij nog eens om en bemerk
te weer een Franciscaner, die juist
zij een groentevrouw stond en vijgen
scheen te koopen. Doch er zijn te Na
pels zooveel monniken, da/t Attilio
verder geen acht op hem sloeg. Hij
trad den winkel binnen.
Is mijnheer Semmola er in?
vroeg hij aan een klein gebocheld
mannetje, dat, achter de toonbank zat
te schrijven.
Mijnheer Semmola is tehuis, op
zijn kantoor. Wilt u maar naar
binnen gaan?
Attilio ging nu door den winkel
naar een als deur dienend klein vuil
groen gordijn, waardoor hij in een
vertrek kwam, dat door een raam,
uitziende op een binnenplaats, slechts
spaarzaam werd verlicht, en welks
eenig meubilair bestond uit een paar
van ouderdom zwakke stoelen, een
schrijflessenaar, en een ijzeren geld
kist. Aan den lessenaar zat een man
van ongeveer zestig tot vijf-en-zestig
jaar, diep gebukt over zijn schrijf
werk. Hij was zoo mager en uitge
droogd, dat het scheen, alsof zijn
kleederen aan een kapstok hingen.
Een kolossale lis stak boven uit de
kraag van een afgedragen jas, zoodat
men op het idee kon komen, dat men
het heele mannetje aan deze lis kon
optillen en hem hier of daar tegen
den wand ophangen. Maar pas had
hij den hertog gezien, of hij sprong
van zijn stoel op en kwam met de
diepste en oncBerdanigste buigingen
naa.r zijn bezoeker toe.
o, mijnheer de hertog! riep hij
geagiteerd, miet kruipenden eerbied,
welk een gunst, welk een eer bewijst
u mij met uw bezoek!
Laat die fratsen achterwege
Semmola, en geef liever acht op het
geen ik u heb te zeggen, antwoordde
Attilio een weinig korzelig. Ik kom
om mijn pand in te lossen. Het is
toch nog hier?
o, al zoo gauw. mijnheer de
hertog, al zoo gauw? En dacht u
nog verder van dienst te mogen we
zen. O. nu al! U hebt het geld dus bij
u? Natuurlijk is het pand wel be
waard. U weet, mijnheer de hertog,
dat u zich op mij kunt verlaten. Ik
weet de eer van zulk een klandizie op
prijs te stellen. Mijn principe in za
ken is eerlijkheid en trouw. Ik hoop,
dat u daaraan niet twijfelt.
Tot mijn spijt heb ik nog niet de
heele som bijeen. Ik geef u hier
voorloopig een aanwijzing van vijf
tigduizend lire op de bank van Na
pels. Geef mij daarvoor kwitantie.
O, o. natuurlijk, dadelijk een
kwitantie, excellentie, dadelijk. Maar
bet pand, mijnheer d© hertog, het
pand mag ik toch houden, tot de gan-
sche som
Maak toch niet zooveel praatjes.
Ge zoudt mij immers het pand toch
niet geven, al vorderde ik het ook
tienmaal op vóór alles is betaald.
Maar ge krijgt vandaag nog de heele
som. hoort ge. Vandaag nog. Ver
wacht mij heden avond en richt het
zoo in, dat ik het pand dadelijk in
ontvangst kan nemen.
o, zeker, ik ben steeds ter be
schikking van uwe excellentie, u kunt
komen wanneer u verkiest, mijnheer
de hertog.
En de kwitantie? Nog iets, Sem
mola. Gij weet, dat ik zonder veel
te vragen al uwe voorwaarden heb
aangenomen en slechts bedongen heb
dat er van deze leening, die ik bij u
aanging, wat er ook gebeuren mochtt,
geen woord werd gerept.
Maar mijnheer de hertog, dat
spreekt immers vanzelf. O, o, ge
looft u, dat ik zoo weinig man van
zaken ben, dat ik op mijn ouden dag
als een schoolmeisje zou gaan babbe
len? Ik ken mijn vak, ik weet wat ik
jegens een hoogen klant schuldig
ben. En al mocht heel Napels instor
ten, van de zaken die ik doe, wordt
niemand iets gewaar. U kunt volko
men gex-ust zijn mijnheer de hertog.
Ik leg er bij zonderen nadruk op
Semmola, omdat gij misschien door
de drukte, die er in d'e laatste dagen
over liet pand is gemaakt- bang zoudt
kunnen worden, inzondlerheid wan
neer er soms vanwege het gerecht
gespionneerd mocht worden. Luister
dtus naar hetgeen ik u zeg. Als gij
mijne klandizie en die van mijne
vrienden wilt behouden, zwijg da-n
onvoorwaardelijk, als het graf.
O, o, natuurlijk, mijnheer de
hertog. Als het graf.
Als gij er daarentegen toe mocht
overhellen, met. de politie zaken te
doen, dan weet gij immers vooruit,
hoever gij met haaT komt.
Maar, mijnheer de hertog! Neen,
hoe kunt u ook maar een oogenblik
denken, dat ik ook maar het gering
ste met- de pupazzi te doen zou willen
hebben. Ik heb liever d© koorts, dan
dat ik de politie bij me zie. O, o, zoo
waar als ik leef, liever de andierdaag-
sche koorts, dan de politie.
Goed', goed. Tot vanavond dus.
Semmola. En houd uw woord, dat
raad ik u. Gij verdient gee nsoldo
meer, als gij geen woord houdt.
Mijnheer de hertog, ik ben een
eerlijk man en wat. ik beloofd heb,
dait houd ik.
Met een vluchtig hoofdknikje ver
wijderde zich Attilio. Bij Semmola
echter ging het afscheid nemen van
zijn bezoeker wat meer omslachtig in
zijn werk.
Aan zijn strijkages scheen geen
einde te komen, en daar hij blijkbaar
van louter respect en onderdanigheid
niet Wist. wat hij zeggen zou, her
haalde hij daarbij voortdurend op
zijn eigenaardige zenuwachtige ma
nier: O, o, mijnheer de hertog, steeds
ten dienste van uwe excellentie
verlaat u gerust op mij, uwe genade
tot Attilio weg was. Toen kwam
Semmola heel spoedig tot bedaren.
(Wordt vervolgd).