lis Star fat Hst ZDidan
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in. Haarlem en Omstreken.
20e ïaargang Dinsdag 9 Sep ember 1902, No. 5888
HAARLEMS DAOBLAH
ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN
Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Van 1—5 regels 50 Cte.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prqs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door het geheele Rjjk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regei.
Afzonderlijke nummers0.02^ Bureaux: Gebouw Het Spaarne. Zaider Buiteuspaariie No. fc.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37& Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
ti de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiera. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Burean A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Gotnjpagtxie Générale de Publicité Etrangére G. Li DAÜBE Co. JOHN F. JONES, Suec., Parijs 3it>ig Faubourg Monwuxrtre.
Haarh'iu's Dagblad van 9 Sept.
bevat o. a.
Uit Zuid-Afrikaeen staartje
van de agitatie in Frankrijk, Con
ferentie voor gezondheidsleer te
Amsterdam. Het congres van vak-
vereenigingen te Londen, l)e zang-
wedstrijd 111 „Orphéon", Voetbal
wedstrijd om den zilveren bal.
Buitenlandsch Nieuws
Zuid-Afrika.
De bijeenkomst tusschen de Boe
rengeneraals en Chamberlain en Lord
Kitchener, Vrijdagmiddag op liet de
partement, van koloniën gehouden,
eindigde om 5 uur en duurde 2 uur.
De heer Fischer was er niet bij, wel
een secretaris van le generaals.
Wat er op de bijeenkomst verhan
deld is, weten we niet. Het blauwboek,
waarin, naar Chamberlain's verkla
ring, een volledig verslag van de bij
eenkomst gegeven zal worden, kan nog
niet aanstonds verschijnen. Want het
is niet waarschijnlijk, dat de onder
handelingen, tusschen Chamberlain en
de Boerengeneraals gevoerd, met deze
eene bijeenkomst zullen afloopen. Het
is 'intosschen mogelijk van wel. en
dan zou het blauwboek spoedig uit
■sluitsel kunnen geven.
Het zou echter niet te verwonderen
zijn, dat wij al voordien in de Engel-
sche bladen het een en ander over de
bijeenkomst krijgen te lezen niet al
leen verzinsels of redelijke veron
derstellingen. maar ook juiste be
richten. Evengoed als de Engelsche
bladen, die dezer dagen betoogd heb
ben, dat de generaals geenerlei erken
de volmacht hebben, om uit naam van
•de Boeren te spreken, en dat Engeland
al edelmoedig genoeg geweest is. en
nu eerst zijn eigen zonen in Zuidafrika
moet helpen, m die richting van de
zijde der regeering een wenk hebben
gekregen, zullen er nu op waarheid be
rustende inlichtingen wel hun weg
haar eenige redacties vinden.
Trouwens wat Engelsche bladen al
gemeld hebben over de eischen. die
de generaals zouden stellen, en de
aanzoeken, die zij zouden doen, is ze
ker niet alleen uit het vruchtbare brein
van ijverige correspondenten hier te
lande en in Brussel of de redactie zelf
voortgekomen, maar heeft blijkbaar
zijn oorsprong gehad in Londensche
kringen, waar men op de hoogte is
van wat de Boeren verlangen en wat
hun grieven zijn.
Zonder ons te beroepen op inlichtin
gen. kunnen wij wel begrijpen, dat de
generaals 'in hoofdzaak tweeërlei aan
de Engelsche regeering voorgelegd heb
ben. Vooreerst zullen zij denkelijk ge
zegd hebben, dat de finantieele hulp. in
de vredesvoorwaarden beloofd, ge
heel onvoldoende i,s om hen te behoe
den voor den ondergang waarmee de
verwoesting van het land hen bedreigt
en zij zullen vragen om meer. En ten
andere zullen zij aandringen op eerlij,
ke uitvoering van de verbintenissen en
beloften, die Engeland aangegaan is.
Want 't blijkt uit al de berichten wel,
dat daar nog al iets aan hapert.
Of de generaals in hun zending zul
len slagen, iis een andere vraag. De
man, tfie in Zn id-Afrika de vredesvoor
waarden moet uitvoeren, is Lord Mil-
ner. En over hem meenen de Boeren
tem deze anders te mogen oordeelen
clan over Lord Kitchener. En Lord
Milner heeft te Londen nog- altijd een
grooten invloed. Indien hij zegtals
jij mij niet laat begaan, als gij mij
met nieuwe verbintenissen de handen
binclt. sta ik er niet voor in, dat ik
de zaken hier in orde breng, dan legt
hij den generaals een zwaar blok in
den weg. En nog meer gelei en zelfs
s'eel geid van Engeland los te krijgen,
na de .schatten, die de oorlog gekost
heeft, en bij de schatten, die Zuid-
Afrika nog kost en nog lang kosten
zal, dat zal een harde dobber wezen.
Er is een ding dat de generaals hel
pen zal. De Times en andere Engel
sche bladen hebben in den laatsten
tijd zoo herhaaldelijk en met zooveel
nadruk gezegd, dat de generaals en in
bet algemeen de Boeren in Engeland
en niet 'elders in Europa hun eenige
ware vrienden hebben te zoeken de
berichten in eenige bladen over de ont
vangst van de generaals in Engeland
en hier te lande en te Brussel, waren
er zoo blijkbaar op aangelegd, datzelf
de te bewijzen, dat wij gerustelijk mo
gen aannemen, dat men er in Enge
land zeer op gesteld is, dat de gene
raals aansluiting zoeken bij de Engel-
schen en niet bij de andere volken. En
die aansluiting beteekent hier vooral
ook geldelijke hulp. Wil Engeland
het Boerenvolk jn deze afdoende heL
pen, dan zullen de generaals waar
schijnlijk hun reis door de wereld om
de berooide burgers van het bankroet
te redden, en behoeftige weduwen en
weezen te ondersteunen er gaarne
aan geven. Maar het is te vreezen. dat
een beroep der Boeren op de mildda
digheid van de wereld miet overbodig
zal wezen.
België.
Na bevestigdi te hebben de alge-
heele mislukking van die conferentie
van de Bóeren-generaals met minister
Chamberlain, spreekt de „Petit Bleu"
tegen dat die Boeren voornemens zou
den zijn in massa te emigreer en naai
de Duitsche bezittingen in Zuid-Afrika
of naar Angola. Zij zijn integendeel
vast besloten zich aaneen te sluiten
voor de verheffing van hun volk en
zullen zich wenden tot het vasteland',
van Europa en de Vereenigde Staten
om hulp. Binnenkort, zullen zij daar
toe een proclamatie uitvaardigen. De
Boeren-generaals zullen naar 's Gra-
venhage terugkeeren en Donderdag de
monsterbetoogihg te hunner eer bijwo
nen. Vrijdag komen zij te Brussel
aan ,waar zij eenige dagen, zullen blij
ven.
man en mijn geweten, zoo sprak de
beklaagde ik wist welke vreeseüj-
"ke gevolgen het- weigeren van gehoor
zaamheid zou meebrengen. Ik wist,
dat ik mij zou hebben te onderwerpen
aan uw oordeel, maar dat ik mij ook
nog aan een ander oordeel had te on
derwerpen, aan het oordeel Gods.
Voor den toon, waarin, de verdedi
ging werd gevoerd, is nog wel merk
waardig een enkele zinsnede aan te
halen van den advocaat Gireaud'eau.
De advocaat, geroerd, dat hij op
treedt als de verdediger eener zoo no
bele zaak, wijdt er op, dat bet hier
een oproeping geldt van de burgerlij
ke overheid, geen militair bevel, en
dan nog was het geen oproeping in
den wettelijken zin des woords; ge
neraal Frater heeft niets anders ge
daan als den kolon el mededeel en, dat
hij die oproeping van den prefect ont
vangen had. Gehoorzamn zou in Pt
geval strijdig geweest zijn met het
devies van het legioen van eer, waar
van hij de versierselen draagtt, met de
Grondwet, met. de rechten van den
mehsch. Hoe zou op een officier de
verplichting kunnen rusten een kloos
ter te besltormen, indien eer en gewe
ten het hem verbieden?
De advocaat eindigd'e met de.woor
den: Gij moet dezen ridderlijken
krijgsman vrijspreken, edelachtbare
heeren! En gij, kolonel, gij zultt uw
rang aan het'hoofd van uw fraai re
giment weer innemen; en als u het
geluk te beurt, valt het aan te voeren
op den diag der revanche, misschien
zal dan uw schultsengel zijn een van
die smettelooze zusters, tegen welke
u den degen niet hebt willen trekken.
In zijn repliek merkte de ambte
naar van het openbaar ministerie op,
dat hier van een aanval geen sprake
was geweest. Willed we met den ver
dediger meegaan, dan zouden We dus
moeten zeggen, dat alle officieren,die
hun bijsliand hebben verleend, bij de
toepassing der wet, van nu voortaan
eerloos zijn.
Rnsland.
Prins George van Griekenland,
gouverneur van Kreta, heeft te Pe
tersburg een langdurig onderhoud
gehad met den minister van buiten-
landscke zaken, graaf Lamsdorf.
reeds vooruitgereden.. Het keizerlijke
paar werd (zegt het officieuse bericht)
door een stormachtig gejuich van het
saamgestroom.de volk begroet, en vooral
de keizer dankte buitengemeen vriende
lijk, glimlachend en wuivend, voor die
hulde. Aan het station sprak de keizer
dan nog in het oogloopend lang met
den opperpresident en den eerste burge
meester van Posen. Laatstgenoemde
heeft uit naam van den keizer een zeer
vriendelijk gestelde proclamatie van
dank voor de ontvangst door de Posen-
sche bevolking laten aanplakken.
Stadsnieuws.
Haarlem, 8 Sept. 1902.
De arrondisse me n t s-s c h o o 1-
opziener te Purmerend is aangewezen,
om gedurende de afwezigheid van den
districts-schoolopziener te Haarlem als
diens plaatsvervanger op te treden.
Frankrijk.
Overste de Saint-Remy heeft voor
den krijgsraad te Nantes terecht ge-
sitaa-n en is nog dienzelfden dag ver
oordeeld tot 1 dag gevangenisstraf.
De Saint-Remy is, naar men zich zal
herinneren, de officier, die geweigerd
had troepen te zenden tot hulp van
de politie bij helt ontruimen der zus
terscholen. Het verhoor van den be
klaagde is zeer kort geweest, daar het
vaststellen der feiten geen enkele
moeilijkheid) opleverde: Ik had 'te kie
zen tusschen mijn plicht als kvijgs-
Dnitschland.
De keizer, de keizerin en de kroon
prins zijn te Potsdam teruggekeerd.
Tot het laatst toe is het bezoek aan
Posen vergezeld gegaan van hetzelfde
vertoon van persoonlijke minzaamheid,
als tegenwicht van 's keizers scherpe ver
klaringen ten aanzien van zijn politieke
program. Zaterdagmorgen om half
twaalf reed de keizer uit het huis van
den commandant-generaal van Posen
naar de Kaiser Wilhelm bibliotheek,
waar hij ontvangen werd door den op
perpresident en andere autoriteiten. Een
kwartier later begaf de keizerlijke stoet
zich naar het station; de kroonprins was
Een van onze abonnés die
te Zandvoort verblijf houdt, vertelde
ons hoe dezer dagen een wagen en
paard van de firma Paul Kaiser door
de trappen bij de Passage naar het
station is afgetuimeld-
De wagen was zwaar beschadigd,
paard1 van die firma Paul Kaiser van
wel het lang daarna van schrik nog
op de pooten stond te beven.
B ij het 2e t o e 1 a t i n g se x a-
men itot de H. B. S. met 5- en 3-jar.
cursus slaagden:
Voor de ie klasse: C. M. J. Baat,
Theodora P. de Graaff, Anna S. W.
Polman Moov, H. Peltenburg, T. K.
Scholten, J. Schouten;
Voor de 2e klasse-, M. Eugene Du
bois, Emrna Jas, en (voor enkele vak
ken) J. P. C. de Jonge;
Voor de 3e klasse: J. Mellema, J.
H. Muller, J. D. Snethlage, en
Voor de 4e klasse: P. W. L. Nannin-
ga en J. H. V. Ploem;
en na gehouden her-examens wer
den bevorderd tolt de le klasse: F. Bo
as Berg, J. M. F. Dubois, J. v. Eden,
A. Elffers, H. Folmer, H. J. M. Fran
cken, A. Huetink, Henrieitte Konijn,
Francina Vrijer, Anna G. Zijm;
tot de 2e klasse: II. H. v. Bilder-
beek. II. G. A. van Götz, W. J. Saeys,
W. G. Stroband, H. J. Vermeulen;
tot de 3e klasse: II. C. Asjes, J. Do
zy, C. Heemskerk, A. C. Kanne, L. J,
Moggenstorm, K. V. v. Oosterzee, J.
Weber; en tot' 3e klasse D.: J- D.Hinz-
Ier, II. C. Verkruysen, J. E. Voet;
tot. de 4e klasse: M. A. v. d. Boon,
F. K. van Dijk, Marie Dozy, W. van
Gogh, J. H. Smidt van Gelder, C. J.
Snijders, J. Witkop;
tot die 5e klasse: Al bei-tin a Beek
man, A. C. Bouten. W. A. Cats, W. F.
G. van de Graaff, P. J. A. Esser, Wil
li elmina Köler, A. v. d. Maaren Jans
zen, E. II. Menke, W. M. Meyer, Chris
tina Mulder en Eliza van Vloten.
(Reeds in een gedeelte van ons vorig
nummer opgenomen).
Maandelljksch overzichtvaii
de Vereeniging „Weldadigheid naar Ver-
mogen". Boekjaar: 1 November 1901—31
October 1902.
Voor behoeftigen werd toegestaan:
Aan brood en levensmiddelen: in Nov
1901 198.25'; in Dec. 1901 1 296.53; in Jan
1902 f 450.20'; in Febr. 1902 1 361.42; in
Maart 1902 277.27', in April 1902 t 353 63
in Mei 1902 f 268.78'; in Juni 1902 f 264.65'.
in Juli 1902 311.36'; in Ajjg. 1902 f 191.43';
Aan brandstoffen: in Nov. 1901 f 14.96.
in Dec. 1901. f 163.68: in Jan. 1902 J 62.48,
in Febr. 1902 J 166.76; in Maart 1902 f 9.24
in April 1902 f 3.96; in Mei 1902 f 0.—.
in Juni 1902 0.—; in Juli 1902 f0—
in Augustus 1902 f 0.—.
Aan ligging- en kleedingstukken: in
Növ. 1901 f 17.50; in Dec. 1901 f 20.50; in
Jan. 1902 t 15.95; in Febr. 1902 f 16.55; in
Maart 1902 f 0.—; in April 1902 f 0.—, In
Mei 1902 14.75; in Juni 1902 t 4.80;
in Juli 1902 3.70; in 'Aug. 1902 f 0.—.
In geld: in Nov. 1901 f 47S.15; in Deo
1901 631.50; in Jan. 1902 t 793.14; in Febr
1902 f 781.85; in Maart 1902 474.79'; in
April 1902 f 634.95, in Mei 1902 f 535.10.
in Juni 1902 568.35; in Juli 1902 f 575.95;
in Augustus 1902 f 349.97'.
Aan verplegingskosten en diversen: iu
November 1901 J 0.in Dec. 1901 f 10; In
Jan. 1902 1 0.—; in Febr. 1902 f 0.—; In
Maart 1902 f 0.—; in April 1902 f 12.50
in Mei 1902 J 25.00; in Juni 1902 f 60.00;
in Juli 1902 f 0.—: in Aug. 1902 f 61.30;
Aan administratiekosten: in Nov. 1901
f 89.72'; in Dec. 1901 J 101.45; in Jan. 1902
114.32'; in Febr. 1902 f95.01; in Maart
1902 f 336.05; in April 1902 f 122.30, in
Mei 1902 128.29'; in Juni 1902 f 82.17'; in
Juli 1902 82.00; in Augustus 1902 f 89.50.
Totaal van 1 November 190131 Augus
tus 1902 f 10722.40'.
welwillend het hof latende maken
door een paai- oude heeren. om zich
ten slotte te ontpoppen als een tot over
de ooren verliefd jongmensch. waar
lijk een dankbare rol die door den.
heer Delmonte met gepaste overdrij
ving tot groot vermaak der aanwezi
gen gespeeld werd.
Mochten wij een goeden raad geven,
het zoude er een zijn aan velen, die
wanneer zij uitgaan, daarvoor om
verschillende redenen, gaarne den
Zondagavond uotkiezen Komt niet
alleen wanneer dë misdaad rondwaart
op het tooneel. de deugd beloond en
de ondeugd' gestraft wordt, komt ook
wanneer ge oeins hartelijk kunt
lachen. Dat doet zoo goed en dagen
daarna brengt het nog wat vrootijk
heid in uw huis wanneer ge u d)e dolle
klucht herinnert.
Het gezelschap van den heer Bigot
is voor diergelijke stukken als geknipt.
De naam van dein artistiek en leider,
aan wien wij reeds zoo menig vroo-
liïk uurtje te danken hebben, i's daar
voor borg.
Gevonden voorwerpen.
Een rozenkrans, een rrouden ring
met steen, een gouden oorbelletje, een.
gouden mansring. een bruin gladharig
hondje, een wit strooien ooppenhoecL
Schouwburg.
Detante vaü Cliarley.
De herfst begint, wanneer de Ko
ninginnedag achter den rug is. Aan
de natuur merkt men het niet. Na een
tiental Zondagen genoten te hebben
van den malschen zomerregen, in
groote boeveelheden uitgegoten op de
nederige speelhallen van de wisselaar-
de luimen der zomergoden. laat de na
tuur nog even zien dat zij hare heer
lijkheden netjes bewaard heeft en dat,
al had het den schijn er van. de voor
raad niet was uitverkocht. Geen ein
de, neen. het begin van den zomer,
was de vreugdekreet der zwaar be
proefden. doch op ons wereldje is al
les geordend'. Daar houdt men geene
rekening met wisselvalligheden; als
een klok is alles geregeld. 1 Septem
ber eindiigt de rust. Scholen en kan
toren worden weer bevolkt, en trappe
lend van ongeduld, komen die lieden
van het tooneel om andere verstrooiin
gen aan te bieden. Haarlem's schouw
burg doet mede aan d/ien regel matigen
gang van zaken en opende gisteren
avond de reeks harer Zondag-avond
voorstellingen niet het reuzensucces-
blijspel „De tante van Charley". Eene
allervermakelijk9te farce. Een student
die voor eene oude millioenentante
doorgaat, zich vergast aan de hartsge
heimen van een paar aardige jonge
meisjes, heel hartelijk doende met
vriendelijk gestreel en klinkende kus
sen. zich ter wille van de goede zaak
Eene overrompeling. Naar
nten ons meldt heeft het ongeval met
P. v. d. P.. die een loterijbriefje zou
gaan wisselen in Den Haag, zich al
dus toegedragen.
Toen v. d. P. aldaar in den omtrek
van het Spui aan helt wandelen was,
is hij een proeflokaal binnengegaan
en heeft daar iets gebruikt. Onder
wijl maakte hij een praatje met den
kastelein over verschillende zaken,
waarna v. d. P. bij vertrek aan den
kagtelein vroeg om een bankbiljet van
zestig gulden te wisselen, waaraan
deze voldeed. Toen de kastelein ziel?
hiervoor verwij dterdie, kwam een als
heer gekleed persoon binnen meteen
hond bij zich en mengde zich na de
terugkomst van den kasttelein ook in
het gesprek, en vertelde o.ct. dat hij
ook kastelein was en indien hij van
daag of morgen eens in Haarlem
kwam, ook bij v. d. P. eens een
glaasje zou komen drinken.
Toen v. d. P. bemerkte, dat 't tijd
werd naar het station te gaan, wilde
hij vertrekken, waarop de als heer
gekleede persoon hem verlttelde, djajt
hij met hem zoover medeglng, omdat
hij ook dien koers uit'moest; ook de
kastelein van het proeflokaal ging
mede, omdat deze toevallig ook een
bood/schap dien weg uit moest doen.
Onderweg ontmoetten zij een koet
sier en de als heer gekleede persoon,
welke die koetsier goed scheen te
kennen, zeid/e tegen hem, ,,Je moest
ons even naar hët station rijden,
maar rij dit dan eerst even naar mijn
huis", waar de koetsier genoegen
mede nam.
Aan het café van den onbekende
gekomen, stegen zij uti, en werd voor
hen allen een glaasje ingeschonken,
waarvoor v. d. P. evenwel bedankte,
dioch door het opdringen van ge-
JF «3 ui 11t o n.
Vertaald uit het Italiaanscfi.
40)
Zijt gij daar! riep de man Checco
kortaf en gebiedend toe.
Checco draaide zich om. Hij kende den
man wel. Hij was eerst voor eenige da
gen in de bergen verschenen, en werd
door zijn makkers met het grootste re
spect behandeld en door hen kortweg Ti
genoemd. Ti scheen het bevelen gewoon
te zijn, en Checco had opgemerkt, dat al
zijn andere lotgenooten hem onvoorwaar
delijk gehoorzaamden.
Wat is er? vroeg Checco.
Gij zijt uit Positano?"
Ja.
Gij kent dus de streek nauwkeurig?
Natuurlijk. Ik ben er opgegroeid.
Ook den omtrek van het kasteel dei
Tibaldi?
Zeker. Het kasteel ligt toch dicht
bij Positano.
Goed. Ge zult niet verlangen, dat wij
u maar altijd door voor niets den kost
geven.
Wat moet ik doen? vroeg Checco
eenigszins onthutst.
Wat u gezegd wordt. Maak u intus-
schen g-ereed. Binnen een uur vertrek
ken wij.
Waarheen?
Naar Positano?
Maar
Zwijg. Gij zult daar onze gids zijn.
Overigens hebt g'ij u volstrekt niet be
zorgd te maken. U zal geen leed ge
schieden. Wij zijn waarschijnlijk van
nacht reeds terug.
Wat hebt gij voor?
Dat zult ge wel zien, kom!
Daarmee draaide Ti zich haastig om
en klauterde vooruit. Met moeite volgde
hem Checco. Hij waagde' het niet tegen
te spreken, wat hem zeker ook slecht zou
bekomen zijn, want hij wist zeer goed,
dat Ti niet met zich liet gekscheren.
In het hol, waarin zij gewoonlijk over
nachten, aangekomen, zag hij tot zijn
verbazing nog eenige mannen, die hij
daar vroeger nog niet had opgemerkt.
Er waren nu in het geheel acht perso
nen, allen evenals Ti als Calabrische
landlieden gekleed. Ook Checco moest
zulk eene reeds voor hem gereed gelegde
kleeding aandoen, zoodat de gansche
troep er uitzag als eene schaar uit de
wijnbergen terugkeerende boeren.
Nauwelijks een uur later daalden
zij uit hun schuilplaats af in de vlak.
ts van Paestum. die zij in de richting
naar Salerno doorschreden.
De oud:e hertog Cesar e died Tibaldi
was een voorbeeld van strenge plichts
betrachting. Hij zocht aan zijn leven
de meest mogelijke innerlijke en zede
lijke waarde te geven. In tegenstelling
met die meesten van zijn gelijken in
Benedten-Itali'ë had hij er een afkeer
van. zich met nietigheden en allerlei
ij-dele en onbeduidende formaliteiten
bezig te houden, maar controleerde
nauwkeurig het beheer zijner uitge
strekte goederen. Hij stond bekend
als die beste o econoom van Benedeu-
Italië en werd als zoodanig zoowel
d;oor personen van zijn stand' als dooi
de autoriteiten gaarne» geraadpleegd.
Zijn eenige uitspanning, wanneer hij
te Positano verblijf hield, wat zes of
zeven maanden van het jaar het geval
was. was de jacht. In den vroegen
morgen, nog voor zonsopgang, als de
schaduwen van den nacht nog op da
len en bergkloven lagen, als er nog
een dichte, witte nevel over de zee
hin- de sterren droefgeestig aan den
hemel verbleekten, en de dierenwereld'
ontwaakte om haar voedsel te zoeken,
dan sloop hertog Cesare alleen, of
door een bediende, soms ook door At
tilio vergezeld, met het geweer in den
arm door de bergen, om hier een zee
arend, daar een lijnx. een bunzing of
een ander roofdier te schieten.
Daar de jacht in Italië vrij is en
dientengevolge een ied'er, die een ge
weer bezit, naar believen op de jacht
kan gaan, kon hertog Cesare er niets
tegen doen, wanneer hij nu en dan zij_
no jachtgronden met andere jagers
moest deelen. Toch was hertog Cesare
er zeer verwonderd overgeweest. reeds
eenigen tijd den jongen Luigi Castald'i
telkens op zijn wegen te ontmoeten.
Het scheen dat die jonge kwast plotse-
l'in"- eveneens een passie voor de jacht
had gekregen. Nu hij in de gevange
nis zat. liep hertog Cesare natuurlijk
geen gevaar meer hem tegen te ko
men.
Attilio was des avonds naar Posi
tano overgekomen ,om zijn vader ver-
sla-T te doen over den stand van het
onderzoek van den rechter van instruc
tie en daar hij wist. dat zijn vader
het gaarne zae d'at hij hem op zijn
jachtuitstapjes vergezelde, sloot hij
zich dien volgenden morgen bij hem
aan. om in zijn gezelschap zijn geluk
te beproeven.
Zij gingen behoedzaam voort over
smalle rotspadien dicht bij de zee, ge-
ruischloos en in diep zwijgen, om het
wilds niet te vroeg op te jagen. Een
zee-arend diie vrij hoog in de lucht zij
ne majestueuse kringen beschreef en
naar buit uitzag, kwam hun het eerst
onder schot Attilio legde op een stil
len wenk zijns vaders aan. vuurde en
miste. Terstond1 er op knalde het schot
van den hertog en de arend tuimelde
met doorschoten vleugels naar bene
den helaas in een ontoegankelijke
rotskloof, waar niemand hem kon uit
halen.
Zij schoven nieuwe patronen in hun
geweren en gingen verder. Na ver
loop van een kwartier hoorden zij tot
hun groote verwondering in hun on
middellijke nabijheid een kort schel
gefluit, en het volgende oogenbli'k zag
Attilio. dat eenige Sciosciari van ach
ter een rots te voorschijn sprongen, en
bliksemsnel zijn vader het geweer uit
de hand rukten en hem op d'en grond
wierpen. Attilio was eerst van schrik
als verlamd, doch ook maar een paar
seconden. Terstond' begreep hij. dat
het hier een rooversaanslag gold. hij
wierp het geweer aan de wang en
schoot op een d'er roovers. die ker
mend neerstortte.
Halt! Geen schot, meer of gij zijt
een kind dies doods! riep hem een man
toe, die een half masker voor het ge.
zicht droeg Attilio schoot nu ook den
tweeden loop van zijn geweer af. doch
miste ditmaal.
Terug gespuis! schreeuwde hij in
vertwijfeling en snelde met opgeheven
geweerkolf zijn vader te hulp. Op het
zelfde oogenblik flikkerde nu een
schot tusschen dë rotsen enAttilio voel
de een vlijmende pijn in den rug. Zijn
krachten begaven hem, het werd hem
donker voor dë oogen en na nog een
paar schreden gedaan te hebben, viel
hij bewusteloos. Hij rolde eenige voe
ten ver over rotspui'n omlaag en bleef
bij een rotsblok voor dood liggen.
Schurken! steundte hertog Cesare
weerloos, wat wilt gl.'r van ons? Mijn
arme zoon. mijn eenige zoon!
Wat wij van u willen, hertog, dat
zult gij spoedig vernemen. Wat uw
zoon betreft, die heeft zich zijn onge
luk zelf te wijten, sprak een der man
nen. die bezig waren, den hertog met
touwen de handen op den rug te bin
den.
Om der wille van 's Hemels barm
hartigheid. ziet naar hem om! kreet
hertog Cesare. Misschien is hij slechts
gewond. Ik bon een rijk man redt
hem. Ik zal het u dankbaar vergel
den.
(Wordt vervolgd).