lis Star fat Hst ZDidan NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in. Haarlem en Omstreken. 20e ïaargang Dinsdag 9 Sep ember 1902, No. 5888 HAARLEMS DAOBLAH ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Van 1—5 regels 50 Cte.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prqs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden1.30 Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door het geheele Rjjk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regei. Afzonderlijke nummers0.02^ Bureaux: Gebouw Het Spaarne. Zaider Buiteuspaariie No. fc. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37& Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122. ti de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiera. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Burean A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Gotnjpagtxie Générale de Publicité Etrangére G. Li DAÜBE Co. JOHN F. JONES, Suec., Parijs 3it>ig Faubourg Monwuxrtre. Haarh'iu's Dagblad van 9 Sept. bevat o. a. Uit Zuid-Afrikaeen staartje van de agitatie in Frankrijk, Con ferentie voor gezondheidsleer te Amsterdam. Het congres van vak- vereenigingen te Londen, l)e zang- wedstrijd 111 „Orphéon", Voetbal wedstrijd om den zilveren bal. Buitenlandsch Nieuws Zuid-Afrika. De bijeenkomst tusschen de Boe rengeneraals en Chamberlain en Lord Kitchener, Vrijdagmiddag op liet de partement, van koloniën gehouden, eindigde om 5 uur en duurde 2 uur. De heer Fischer was er niet bij, wel een secretaris van le generaals. Wat er op de bijeenkomst verhan deld is, weten we niet. Het blauwboek, waarin, naar Chamberlain's verkla ring, een volledig verslag van de bij eenkomst gegeven zal worden, kan nog niet aanstonds verschijnen. Want het is niet waarschijnlijk, dat de onder handelingen, tusschen Chamberlain en de Boerengeneraals gevoerd, met deze eene bijeenkomst zullen afloopen. Het is 'intosschen mogelijk van wel. en dan zou het blauwboek spoedig uit ■sluitsel kunnen geven. Het zou echter niet te verwonderen zijn, dat wij al voordien in de Engel- sche bladen het een en ander over de bijeenkomst krijgen te lezen niet al leen verzinsels of redelijke veron derstellingen. maar ook juiste be richten. Evengoed als de Engelsche bladen, die dezer dagen betoogd heb ben, dat de generaals geenerlei erken de volmacht hebben, om uit naam van •de Boeren te spreken, en dat Engeland al edelmoedig genoeg geweest is. en nu eerst zijn eigen zonen in Zuidafrika moet helpen, m die richting van de zijde der regeering een wenk hebben gekregen, zullen er nu op waarheid be rustende inlichtingen wel hun weg haar eenige redacties vinden. Trouwens wat Engelsche bladen al gemeld hebben over de eischen. die de generaals zouden stellen, en de aanzoeken, die zij zouden doen, is ze ker niet alleen uit het vruchtbare brein van ijverige correspondenten hier te lande en in Brussel of de redactie zelf voortgekomen, maar heeft blijkbaar zijn oorsprong gehad in Londensche kringen, waar men op de hoogte is van wat de Boeren verlangen en wat hun grieven zijn. Zonder ons te beroepen op inlichtin gen. kunnen wij wel begrijpen, dat de generaals 'in hoofdzaak tweeërlei aan de Engelsche regeering voorgelegd heb ben. Vooreerst zullen zij denkelijk ge zegd hebben, dat de finantieele hulp. in de vredesvoorwaarden beloofd, ge heel onvoldoende i,s om hen te behoe den voor den ondergang waarmee de verwoesting van het land hen bedreigt en zij zullen vragen om meer. En ten andere zullen zij aandringen op eerlij, ke uitvoering van de verbintenissen en beloften, die Engeland aangegaan is. Want 't blijkt uit al de berichten wel, dat daar nog al iets aan hapert. Of de generaals in hun zending zul len slagen, iis een andere vraag. De man, tfie in Zn id-Afrika de vredesvoor waarden moet uitvoeren, is Lord Mil- ner. En over hem meenen de Boeren tem deze anders te mogen oordeelen clan over Lord Kitchener. En Lord Milner heeft te Londen nog- altijd een grooten invloed. Indien hij zegtals jij mij niet laat begaan, als gij mij met nieuwe verbintenissen de handen binclt. sta ik er niet voor in, dat ik de zaken hier in orde breng, dan legt hij den generaals een zwaar blok in den weg. En nog meer gelei en zelfs s'eel geid van Engeland los te krijgen, na de .schatten, die de oorlog gekost heeft, en bij de schatten, die Zuid- Afrika nog kost en nog lang kosten zal, dat zal een harde dobber wezen. Er is een ding dat de generaals hel pen zal. De Times en andere Engel sche bladen hebben in den laatsten tijd zoo herhaaldelijk en met zooveel nadruk gezegd, dat de generaals en in bet algemeen de Boeren in Engeland en niet 'elders in Europa hun eenige ware vrienden hebben te zoeken de berichten in eenige bladen over de ont vangst van de generaals in Engeland en hier te lande en te Brussel, waren er zoo blijkbaar op aangelegd, datzelf de te bewijzen, dat wij gerustelijk mo gen aannemen, dat men er in Enge land zeer op gesteld is, dat de gene raals aansluiting zoeken bij de Engel- schen en niet bij de andere volken. En die aansluiting beteekent hier vooral ook geldelijke hulp. Wil Engeland het Boerenvolk jn deze afdoende heL pen, dan zullen de generaals waar schijnlijk hun reis door de wereld om de berooide burgers van het bankroet te redden, en behoeftige weduwen en weezen te ondersteunen er gaarne aan geven. Maar het is te vreezen. dat een beroep der Boeren op de mildda digheid van de wereld miet overbodig zal wezen. België. Na bevestigdi te hebben de alge- heele mislukking van die conferentie van de Bóeren-generaals met minister Chamberlain, spreekt de „Petit Bleu" tegen dat die Boeren voornemens zou den zijn in massa te emigreer en naai de Duitsche bezittingen in Zuid-Afrika of naar Angola. Zij zijn integendeel vast besloten zich aaneen te sluiten voor de verheffing van hun volk en zullen zich wenden tot het vasteland', van Europa en de Vereenigde Staten om hulp. Binnenkort, zullen zij daar toe een proclamatie uitvaardigen. De Boeren-generaals zullen naar 's Gra- venhage terugkeeren en Donderdag de monsterbetoogihg te hunner eer bijwo nen. Vrijdag komen zij te Brussel aan ,waar zij eenige dagen, zullen blij ven. man en mijn geweten, zoo sprak de beklaagde ik wist welke vreeseüj- "ke gevolgen het- weigeren van gehoor zaamheid zou meebrengen. Ik wist, dat ik mij zou hebben te onderwerpen aan uw oordeel, maar dat ik mij ook nog aan een ander oordeel had te on derwerpen, aan het oordeel Gods. Voor den toon, waarin, de verdedi ging werd gevoerd, is nog wel merk waardig een enkele zinsnede aan te halen van den advocaat Gireaud'eau. De advocaat, geroerd, dat hij op treedt als de verdediger eener zoo no bele zaak, wijdt er op, dat bet hier een oproeping geldt van de burgerlij ke overheid, geen militair bevel, en dan nog was het geen oproeping in den wettelijken zin des woords; ge neraal Frater heeft niets anders ge daan als den kolon el mededeel en, dat hij die oproeping van den prefect ont vangen had. Gehoorzamn zou in Pt geval strijdig geweest zijn met het devies van het legioen van eer, waar van hij de versierselen draagtt, met de Grondwet, met. de rechten van den mehsch. Hoe zou op een officier de verplichting kunnen rusten een kloos ter te besltormen, indien eer en gewe ten het hem verbieden? De advocaat eindigd'e met de.woor den: Gij moet dezen ridderlijken krijgsman vrijspreken, edelachtbare heeren! En gij, kolonel, gij zultt uw rang aan het'hoofd van uw fraai re giment weer innemen; en als u het geluk te beurt, valt het aan te voeren op den diag der revanche, misschien zal dan uw schultsengel zijn een van die smettelooze zusters, tegen welke u den degen niet hebt willen trekken. In zijn repliek merkte de ambte naar van het openbaar ministerie op, dat hier van een aanval geen sprake was geweest. Willed we met den ver dediger meegaan, dan zouden We dus moeten zeggen, dat alle officieren,die hun bijsliand hebben verleend, bij de toepassing der wet, van nu voortaan eerloos zijn. Rnsland. Prins George van Griekenland, gouverneur van Kreta, heeft te Pe tersburg een langdurig onderhoud gehad met den minister van buiten- landscke zaken, graaf Lamsdorf. reeds vooruitgereden.. Het keizerlijke paar werd (zegt het officieuse bericht) door een stormachtig gejuich van het saamgestroom.de volk begroet, en vooral de keizer dankte buitengemeen vriende lijk, glimlachend en wuivend, voor die hulde. Aan het station sprak de keizer dan nog in het oogloopend lang met den opperpresident en den eerste burge meester van Posen. Laatstgenoemde heeft uit naam van den keizer een zeer vriendelijk gestelde proclamatie van dank voor de ontvangst door de Posen- sche bevolking laten aanplakken. Stadsnieuws. Haarlem, 8 Sept. 1902. De arrondisse me n t s-s c h o o 1- opziener te Purmerend is aangewezen, om gedurende de afwezigheid van den districts-schoolopziener te Haarlem als diens plaatsvervanger op te treden. Frankrijk. Overste de Saint-Remy heeft voor den krijgsraad te Nantes terecht ge- sitaa-n en is nog dienzelfden dag ver oordeeld tot 1 dag gevangenisstraf. De Saint-Remy is, naar men zich zal herinneren, de officier, die geweigerd had troepen te zenden tot hulp van de politie bij helt ontruimen der zus terscholen. Het verhoor van den be klaagde is zeer kort geweest, daar het vaststellen der feiten geen enkele moeilijkheid) opleverde: Ik had 'te kie zen tusschen mijn plicht als kvijgs- Dnitschland. De keizer, de keizerin en de kroon prins zijn te Potsdam teruggekeerd. Tot het laatst toe is het bezoek aan Posen vergezeld gegaan van hetzelfde vertoon van persoonlijke minzaamheid, als tegenwicht van 's keizers scherpe ver klaringen ten aanzien van zijn politieke program. Zaterdagmorgen om half twaalf reed de keizer uit het huis van den commandant-generaal van Posen naar de Kaiser Wilhelm bibliotheek, waar hij ontvangen werd door den op perpresident en andere autoriteiten. Een kwartier later begaf de keizerlijke stoet zich naar het station; de kroonprins was Een van onze abonnés die te Zandvoort verblijf houdt, vertelde ons hoe dezer dagen een wagen en paard van de firma Paul Kaiser door de trappen bij de Passage naar het station is afgetuimeld- De wagen was zwaar beschadigd, paard1 van die firma Paul Kaiser van wel het lang daarna van schrik nog op de pooten stond te beven. B ij het 2e t o e 1 a t i n g se x a- men itot de H. B. S. met 5- en 3-jar. cursus slaagden: Voor de ie klasse: C. M. J. Baat, Theodora P. de Graaff, Anna S. W. Polman Moov, H. Peltenburg, T. K. Scholten, J. Schouten; Voor de 2e klasse-, M. Eugene Du bois, Emrna Jas, en (voor enkele vak ken) J. P. C. de Jonge; Voor de 3e klasse: J. Mellema, J. H. Muller, J. D. Snethlage, en Voor de 4e klasse: P. W. L. Nannin- ga en J. H. V. Ploem; en na gehouden her-examens wer den bevorderd tolt de le klasse: F. Bo as Berg, J. M. F. Dubois, J. v. Eden, A. Elffers, H. Folmer, H. J. M. Fran cken, A. Huetink, Henrieitte Konijn, Francina Vrijer, Anna G. Zijm; tot de 2e klasse: II. H. v. Bilder- beek. II. G. A. van Götz, W. J. Saeys, W. G. Stroband, H. J. Vermeulen; tot de 3e klasse: II. C. Asjes, J. Do zy, C. Heemskerk, A. C. Kanne, L. J, Moggenstorm, K. V. v. Oosterzee, J. Weber; en tot' 3e klasse D.: J- D.Hinz- Ier, II. C. Verkruysen, J. E. Voet; tot. de 4e klasse: M. A. v. d. Boon, F. K. van Dijk, Marie Dozy, W. van Gogh, J. H. Smidt van Gelder, C. J. Snijders, J. Witkop; tot die 5e klasse: Al bei-tin a Beek man, A. C. Bouten. W. A. Cats, W. F. G. van de Graaff, P. J. A. Esser, Wil li elmina Köler, A. v. d. Maaren Jans zen, E. II. Menke, W. M. Meyer, Chris tina Mulder en Eliza van Vloten. (Reeds in een gedeelte van ons vorig nummer opgenomen). Maandelljksch overzichtvaii de Vereeniging „Weldadigheid naar Ver- mogen". Boekjaar: 1 November 1901—31 October 1902. Voor behoeftigen werd toegestaan: Aan brood en levensmiddelen: in Nov 1901 198.25'; in Dec. 1901 1 296.53; in Jan 1902 f 450.20'; in Febr. 1902 1 361.42; in Maart 1902 277.27', in April 1902 t 353 63 in Mei 1902 f 268.78'; in Juni 1902 f 264.65'. in Juli 1902 311.36'; in Ajjg. 1902 f 191.43'; Aan brandstoffen: in Nov. 1901 f 14.96. in Dec. 1901. f 163.68: in Jan. 1902 J 62.48, in Febr. 1902 J 166.76; in Maart 1902 f 9.24 in April 1902 f 3.96; in Mei 1902 f 0.—. in Juni 1902 0.—; in Juli 1902 f0— in Augustus 1902 f 0.—. Aan ligging- en kleedingstukken: in Növ. 1901 f 17.50; in Dec. 1901 f 20.50; in Jan. 1902 t 15.95; in Febr. 1902 f 16.55; in Maart 1902 f 0.—; in April 1902 f 0.—, In Mei 1902 14.75; in Juni 1902 t 4.80; in Juli 1902 3.70; in 'Aug. 1902 f 0.—. In geld: in Nov. 1901 f 47S.15; in Deo 1901 631.50; in Jan. 1902 t 793.14; in Febr 1902 f 781.85; in Maart 1902 474.79'; in April 1902 f 634.95, in Mei 1902 f 535.10. in Juni 1902 568.35; in Juli 1902 f 575.95; in Augustus 1902 f 349.97'. Aan verplegingskosten en diversen: iu November 1901 J 0.in Dec. 1901 f 10; In Jan. 1902 1 0.—; in Febr. 1902 f 0.—; In Maart 1902 f 0.—; in April 1902 f 12.50 in Mei 1902 J 25.00; in Juni 1902 f 60.00; in Juli 1902 f 0.—: in Aug. 1902 f 61.30; Aan administratiekosten: in Nov. 1901 f 89.72'; in Dec. 1901 J 101.45; in Jan. 1902 114.32'; in Febr. 1902 f95.01; in Maart 1902 f 336.05; in April 1902 f 122.30, in Mei 1902 128.29'; in Juni 1902 f 82.17'; in Juli 1902 82.00; in Augustus 1902 f 89.50. Totaal van 1 November 190131 Augus tus 1902 f 10722.40'. welwillend het hof latende maken door een paai- oude heeren. om zich ten slotte te ontpoppen als een tot over de ooren verliefd jongmensch. waar lijk een dankbare rol die door den. heer Delmonte met gepaste overdrij ving tot groot vermaak der aanwezi gen gespeeld werd. Mochten wij een goeden raad geven, het zoude er een zijn aan velen, die wanneer zij uitgaan, daarvoor om verschillende redenen, gaarne den Zondagavond uotkiezen Komt niet alleen wanneer dë misdaad rondwaart op het tooneel. de deugd beloond en de ondeugd' gestraft wordt, komt ook wanneer ge oeins hartelijk kunt lachen. Dat doet zoo goed en dagen daarna brengt het nog wat vrootijk heid in uw huis wanneer ge u d)e dolle klucht herinnert. Het gezelschap van den heer Bigot is voor diergelijke stukken als geknipt. De naam van dein artistiek en leider, aan wien wij reeds zoo menig vroo- liïk uurtje te danken hebben, i's daar voor borg. Gevonden voorwerpen. Een rozenkrans, een rrouden ring met steen, een gouden oorbelletje, een. gouden mansring. een bruin gladharig hondje, een wit strooien ooppenhoecL Schouwburg. Detante vaü Cliarley. De herfst begint, wanneer de Ko ninginnedag achter den rug is. Aan de natuur merkt men het niet. Na een tiental Zondagen genoten te hebben van den malschen zomerregen, in groote boeveelheden uitgegoten op de nederige speelhallen van de wisselaar- de luimen der zomergoden. laat de na tuur nog even zien dat zij hare heer lijkheden netjes bewaard heeft en dat, al had het den schijn er van. de voor raad niet was uitverkocht. Geen ein de, neen. het begin van den zomer, was de vreugdekreet der zwaar be proefden. doch op ons wereldje is al les geordend'. Daar houdt men geene rekening met wisselvalligheden; als een klok is alles geregeld. 1 Septem ber eindiigt de rust. Scholen en kan toren worden weer bevolkt, en trappe lend van ongeduld, komen die lieden van het tooneel om andere verstrooiin gen aan te bieden. Haarlem's schouw burg doet mede aan d/ien regel matigen gang van zaken en opende gisteren avond de reeks harer Zondag-avond voorstellingen niet het reuzensucces- blijspel „De tante van Charley". Eene allervermakelijk9te farce. Een student die voor eene oude millioenentante doorgaat, zich vergast aan de hartsge heimen van een paar aardige jonge meisjes, heel hartelijk doende met vriendelijk gestreel en klinkende kus sen. zich ter wille van de goede zaak Eene overrompeling. Naar nten ons meldt heeft het ongeval met P. v. d. P.. die een loterijbriefje zou gaan wisselen in Den Haag, zich al dus toegedragen. Toen v. d. P. aldaar in den omtrek van het Spui aan helt wandelen was, is hij een proeflokaal binnengegaan en heeft daar iets gebruikt. Onder wijl maakte hij een praatje met den kastelein over verschillende zaken, waarna v. d. P. bij vertrek aan den kagtelein vroeg om een bankbiljet van zestig gulden te wisselen, waaraan deze voldeed. Toen de kastelein ziel? hiervoor verwij dterdie, kwam een als heer gekleed persoon binnen meteen hond bij zich en mengde zich na de terugkomst van den kasttelein ook in het gesprek, en vertelde o.ct. dat hij ook kastelein was en indien hij van daag of morgen eens in Haarlem kwam, ook bij v. d. P. eens een glaasje zou komen drinken. Toen v. d. P. bemerkte, dat 't tijd werd naar het station te gaan, wilde hij vertrekken, waarop de als heer gekleede persoon hem verlttelde, djajt hij met hem zoover medeglng, omdat hij ook dien koers uit'moest; ook de kastelein van het proeflokaal ging mede, omdat deze toevallig ook een bood/schap dien weg uit moest doen. Onderweg ontmoetten zij een koet sier en de als heer gekleede persoon, welke die koetsier goed scheen te kennen, zeid/e tegen hem, ,,Je moest ons even naar hët station rijden, maar rij dit dan eerst even naar mijn huis", waar de koetsier genoegen mede nam. Aan het café van den onbekende gekomen, stegen zij uti, en werd voor hen allen een glaasje ingeschonken, waarvoor v. d. P. evenwel bedankte, dioch door het opdringen van ge- JF «3 ui 11t o n. Vertaald uit het Italiaanscfi. 40) Zijt gij daar! riep de man Checco kortaf en gebiedend toe. Checco draaide zich om. Hij kende den man wel. Hij was eerst voor eenige da gen in de bergen verschenen, en werd door zijn makkers met het grootste re spect behandeld en door hen kortweg Ti genoemd. Ti scheen het bevelen gewoon te zijn, en Checco had opgemerkt, dat al zijn andere lotgenooten hem onvoorwaar delijk gehoorzaamden. Wat is er? vroeg Checco. Gij zijt uit Positano?" Ja. Gij kent dus de streek nauwkeurig? Natuurlijk. Ik ben er opgegroeid. Ook den omtrek van het kasteel dei Tibaldi? Zeker. Het kasteel ligt toch dicht bij Positano. Goed. Ge zult niet verlangen, dat wij u maar altijd door voor niets den kost geven. Wat moet ik doen? vroeg Checco eenigszins onthutst. Wat u gezegd wordt. Maak u intus- schen g-ereed. Binnen een uur vertrek ken wij. Waarheen? Naar Positano? Maar Zwijg. Gij zult daar onze gids zijn. Overigens hebt g'ij u volstrekt niet be zorgd te maken. U zal geen leed ge schieden. Wij zijn waarschijnlijk van nacht reeds terug. Wat hebt gij voor? Dat zult ge wel zien, kom! Daarmee draaide Ti zich haastig om en klauterde vooruit. Met moeite volgde hem Checco. Hij waagde' het niet tegen te spreken, wat hem zeker ook slecht zou bekomen zijn, want hij wist zeer goed, dat Ti niet met zich liet gekscheren. In het hol, waarin zij gewoonlijk over nachten, aangekomen, zag hij tot zijn verbazing nog eenige mannen, die hij daar vroeger nog niet had opgemerkt. Er waren nu in het geheel acht perso nen, allen evenals Ti als Calabrische landlieden gekleed. Ook Checco moest zulk eene reeds voor hem gereed gelegde kleeding aandoen, zoodat de gansche troep er uitzag als eene schaar uit de wijnbergen terugkeerende boeren. Nauwelijks een uur later daalden zij uit hun schuilplaats af in de vlak. ts van Paestum. die zij in de richting naar Salerno doorschreden. De oud:e hertog Cesar e died Tibaldi was een voorbeeld van strenge plichts betrachting. Hij zocht aan zijn leven de meest mogelijke innerlijke en zede lijke waarde te geven. In tegenstelling met die meesten van zijn gelijken in Benedten-Itali'ë had hij er een afkeer van. zich met nietigheden en allerlei ij-dele en onbeduidende formaliteiten bezig te houden, maar controleerde nauwkeurig het beheer zijner uitge strekte goederen. Hij stond bekend als die beste o econoom van Benedeu- Italië en werd als zoodanig zoowel d;oor personen van zijn stand' als dooi de autoriteiten gaarne» geraadpleegd. Zijn eenige uitspanning, wanneer hij te Positano verblijf hield, wat zes of zeven maanden van het jaar het geval was. was de jacht. In den vroegen morgen, nog voor zonsopgang, als de schaduwen van den nacht nog op da len en bergkloven lagen, als er nog een dichte, witte nevel over de zee hin- de sterren droefgeestig aan den hemel verbleekten, en de dierenwereld' ontwaakte om haar voedsel te zoeken, dan sloop hertog Cesare alleen, of door een bediende, soms ook door At tilio vergezeld, met het geweer in den arm door de bergen, om hier een zee arend, daar een lijnx. een bunzing of een ander roofdier te schieten. Daar de jacht in Italië vrij is en dientengevolge een ied'er, die een ge weer bezit, naar believen op de jacht kan gaan, kon hertog Cesare er niets tegen doen, wanneer hij nu en dan zij_ no jachtgronden met andere jagers moest deelen. Toch was hertog Cesare er zeer verwonderd overgeweest. reeds eenigen tijd den jongen Luigi Castald'i telkens op zijn wegen te ontmoeten. Het scheen dat die jonge kwast plotse- l'in"- eveneens een passie voor de jacht had gekregen. Nu hij in de gevange nis zat. liep hertog Cesare natuurlijk geen gevaar meer hem tegen te ko men. Attilio was des avonds naar Posi tano overgekomen ,om zijn vader ver- sla-T te doen over den stand van het onderzoek van den rechter van instruc tie en daar hij wist. dat zijn vader het gaarne zae d'at hij hem op zijn jachtuitstapjes vergezelde, sloot hij zich dien volgenden morgen bij hem aan. om in zijn gezelschap zijn geluk te beproeven. Zij gingen behoedzaam voort over smalle rotspadien dicht bij de zee, ge- ruischloos en in diep zwijgen, om het wilds niet te vroeg op te jagen. Een zee-arend diie vrij hoog in de lucht zij ne majestueuse kringen beschreef en naar buit uitzag, kwam hun het eerst onder schot Attilio legde op een stil len wenk zijns vaders aan. vuurde en miste. Terstond1 er op knalde het schot van den hertog en de arend tuimelde met doorschoten vleugels naar bene den helaas in een ontoegankelijke rotskloof, waar niemand hem kon uit halen. Zij schoven nieuwe patronen in hun geweren en gingen verder. Na ver loop van een kwartier hoorden zij tot hun groote verwondering in hun on middellijke nabijheid een kort schel gefluit, en het volgende oogenbli'k zag Attilio. dat eenige Sciosciari van ach ter een rots te voorschijn sprongen, en bliksemsnel zijn vader het geweer uit de hand rukten en hem op d'en grond wierpen. Attilio was eerst van schrik als verlamd, doch ook maar een paar seconden. Terstond' begreep hij. dat het hier een rooversaanslag gold. hij wierp het geweer aan de wang en schoot op een d'er roovers. die ker mend neerstortte. Halt! Geen schot, meer of gij zijt een kind dies doods! riep hem een man toe, die een half masker voor het ge. zicht droeg Attilio schoot nu ook den tweeden loop van zijn geweer af. doch miste ditmaal. Terug gespuis! schreeuwde hij in vertwijfeling en snelde met opgeheven geweerkolf zijn vader te hulp. Op het zelfde oogenblik flikkerde nu een schot tusschen dë rotsen enAttilio voel de een vlijmende pijn in den rug. Zijn krachten begaven hem, het werd hem donker voor dë oogen en na nog een paar schreden gedaan te hebben, viel hij bewusteloos. Hij rolde eenige voe ten ver over rotspui'n omlaag en bleef bij een rotsblok voor dood liggen. Schurken! steundte hertog Cesare weerloos, wat wilt gl.'r van ons? Mijn arme zoon. mijn eenige zoon! Wat wij van u willen, hertog, dat zult gij spoedig vernemen. Wat uw zoon betreft, die heeft zich zijn onge luk zelf te wijten, sprak een der man nen. die bezig waren, den hertog met touwen de handen op den rug te bin den. Om der wille van 's Hemels barm hartigheid. ziet naar hem om! kreet hertog Cesare. Misschien is hij slechts gewond. Ik bon een rijk man redt hem. Ik zal het u dankbaar vergel den. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1