M Huis lier ie Zee
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Familie TEIJLER,
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
Stamboom van da
20e Jaargang
Zaterdag 20 September 1902.
No. 0898
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Yoor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.371a
de omBtreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regels 50 Ofca.; iedere regel meer 10 Ots. Buiten bet Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per régel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider i5lliteuspa»rne No. 6.
Telefoonnnmmer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiera. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recbt tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DATJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van 20 Sept.
bevat o. a.
De Eugelsche Pers en de Doe
rengeneraalsParlem. Praatjes,
De pers over de inillioenenrede,
De uitslag der herstemmingen.
Verschenen:
benevens advies van Mrs. J.
WERTHE1M, M PIJNAP
PEL, en J. 0. DE VRIES, groot
29 bladzijden.
In alle Boekwinkels te Haarlem
verkrijgbaar en aan onze Bureaux
Groote Houtstraat 55 en Zuider
Buitenspaarne 6.
Prijs 0,50.
Naar buiten Ir. p. p., na toe
zending van postwissel a 0,55.
Buitenlandsch Nieuws
Zaid-Airiha.
De krijgswet in de Kaapkolonie is
dan eindelijk buiten werking getreden,
na dne en een halve maand onwettig
geheerscht te hebben. Want alleen als
er een toestand is van feitelijke vijan
delijkheden is zij van kracht. Aldus
heeft nog onlangs de Privy Council
in Engeland zelf uitgemaakt, in de
zaak van Marais. Maar, het wordt van
Engelschen kant niet verbloemd, de
krijgswet is aangehouden om de Afri-
kaanders te dwingen eerst alle on
grondwettige daden van de Kaapsche
regeerihg achteraf goed te keuren. De
Bondspartij heeft die pil geslikt.
Tegelijk is weer de wet tot behoud
des vredes van 1878 afgekondigd'. Deze
wet geeft o. a. de regeering de volle
dige beschikking over alle wapenen en
munitie in de Kolonie en toezicht op
den invoer daarvan. Al wie geen bij
zonder verlof voor het bezit heeft, moet
wapenen en munitie aan den magis
traat inleveren. Ziedaar een van zijn
bepalingen. Gordon Sprigg had' wel ge
lijk, toen hij de progressieven ant
woordde, dat een nieuwe wet niet noo-
dig was.
Nu komen in het Kaapsche Parle
ment de amnestie en de schadevergoe
ding aan de orde. Chamberlain heeft
gezegd, dat de rijksregeering zich niet
verzetten zou tegen de grootmoedig
heid die de regeeringen van Natal en
Kaapkolonie zullen willen toonen. Wel
nu, de Bondspartij zal nu voorstellen
volledige amnestie te verleenen, de
deuren der gevangenis open te wer
pen, en dan op ruime schaal schade
vergoeding te verleenen, bv. ook in ge
vallen waar de militairen goederen ge
commandeerd en er niet voldoende
voor betaald hebben.
Frankrijk.
In 1897 verbood de toenmalige Fran-
sche minister van hinnenlandsche za
ten, Louis Barthou, de oprichting in
i de gemeente Pin-en-Mange, van het
I standbeeld van Cathelineau. den krijgs-
1 man die in den opstand in Bretagne
I streed het beeld stond wel op een ter.
I rein aan de familie behoorende, maar
toen deze weigerde het door een hek
van den openbaren weg af te scheiden,
liet de regeering het 'beeld wegnemen
en in het stadhuis opbergen. Nadat
Barthou was afgetreden is het beeld
weer op zijn voetstuk geplaatst, maar
onder de tegenwoordige omstandighe
den heeft de prefect van het Mainé-et-
Loire departement weer bevolen het
beeld weg te nemen.
Telkens nog worden er burgemeesters
geschorst in verband met de troebelen
ter zake van de kloosterscholen. Zoo is
de maire van Longchamps (Cöte-d'Or),
Charbonnier, geschorst omdat hij gewei
gerd heeft Combes' rede te laten aan
plakken op de deur van het gemeente
huis, Charbonnier was vroeger al ver
oordeeld tot 70 hoeten van 5 fres., toen
hij zijn werklieden gedwongen had om
op den 14en Juli, den nationaail-republi-
keinschen feestdag, te arbeiden.
Graaf du Laz, burgemeester van
Cleden-Poher, in Finistère, is geschorst
omdat hij geprotesteerd heeft tegen net,
regeeringsbesluit betreffende de meisjes
school aldaar.
De algemeene raad van Angers heeft
een crediet van 5000 francs toegestaan
ter pensioneering van de geestelijke on
derwijzers die minstens vijftien jaren
dienst hebben gedaan In weerwil van
het verzet van den prefect, nam de raad
vervolgens deze motie aan, door een
der leden ingediend:
,,De voorsteller, overwegende dat de
reêeering in de Kamer verklaard heeft,
ten einde toe te zullen gaan op den weg
der onverdraagzaamheid en der gods
dienst-vervolging. stelt aan den Raad
voor: lo. door een opzettelijk votum zijn
volkomen vertrouwen uit te spreken in
zijn permanente commisssie, en het ..co
mité van toezicht en waakzaamheid"
uit die commissie geluk te wenschen,
dat met de grootste aandacht de toepas
sing van de maatregelen betreffende de
scholen in het. departement beboort te
blijven volgen: 2o. aan die commissie
de opdracht te verstrekken zich zoo noo-
dig als inter-departementale commissie
te constitueeren, met de algemeene ra
den van de westelijke departementen die
dezelfde gevoelens toegedaan zijn".
In sommige gemeenten blijven de uit
de scholen verdreven geestelijke zusters
haar vroegere leerlingen onderwijzen!,
door aan deze bij tien of twaalf tegelijk
in particuliere huizen les te geven. De
politie zal echter maatregelen daartegen
nemen.
Een Hollander, Herman Taalenberg, in
1831 geboren, vestigde zich in"" 1865 te
Parijs. Twee jaar later werd hij tot zes
maanden gevangenisstraf veroordeeld
omdat hij geroepen had: „Leve de Re
publiek!" Na voleindiging van zijn straf
tijd werd hij uit het land gezet. Sedert
kwam hij 27 maal in Frankrijk terug en
telkens werd hij weer veroordeeld we
gens overtreding van het verbod om in
Frankrijk terug te keer,en. Onlangs
keerde hij op deze wijze voor de 28e
maal terug en zocht zijn onderdak in
de Rue de Condamïne, BatignolJes, mei
zijn oude 97-jarige moeder. Hij is wéér
verschenen voor den strafrechter
maar ditmaal was de prefectuur van
politie goedertieren tegenover de kop
pigheid van den ouden Hollander en gaf
hem vergunning om te Parijs te blijven.
Duitschland.
De „Nat. Ztg." verneemt van goed in
gelichte zijde dat de Duitsche regeering
besloten is bij het aanstaand bezoek der
Bóeren-generaals geen anti-Engedsche
betoogingen toe te laten.
De regeering heeft berichten ontvan
gen over den afloop van de groote Ka
meroen-expeditie. Het rapport van lui
tenant-kolonel Pavel is den 8en Juni uit
Garoea gedagteekend. Den 26en Maart
was men van daar vertrokken, had in de
Ngo'ölo- en Lebeleba-bergen gevechten
geleverd, bereikte Dikoa den 21en April
en het Tsjad-meer den 3en Mei. De te
rugtocht ging langs de Logon, den 7en
Juni kwam de expeditie weer te Garoea
aan. Sultan Zoeberoe van Jola werd
tweemaal verslagen, het gelukte eenter
niet, hem gevangen te nemen.. Te Di
koa, Koeseri en Goelfeï lagen Frausche
bezettingen, die echter deze plaatsen
ontruimden, toen zij vernamen dat de
grensregelingscommïssie ze aan Duitsch-
land heeft toegewezen. Op de belang
rijkste posten werd een Duitsch garni
zoen achtergelaten.
Overste Pavel klaagde over de houding
van de Engelschen. Dezen beletten de
uit het noorden komende karavanen, het
Duitsche gebied te betreden, en hebben
den sultan van Dikoa overgehaald, met
zijn volk die plaats te verlaten en zich
op Engelsch grondgebied te vestigen.
Pavel heeft nadrukkelijk protest aange-
teekend bij de Engelsche overheid.
Het binnenland van Kameroen, lot
aan het Tsjad-meer, is nu feitelijk door
Duitschland in bezit genomen.
Rusland.
Eindelijk komen er wedler eens be
richten over Ruslands plannen met
Mandsjoerije. Volgens de Engelsche
bladen hebben de Russische gezant te
Peking, Von Lesjar, de commandant
van Port Arthur en de ddrecteur-gene-
raal der Mandsjoerijsche spoorwegen
ondier voorbehoud dat de Russische
regeering haar toestemming geeft
besloten die Nioet-Sjwang-spoorlijn
dien Sen October aan China terug te
geven. Een soortgelijke overeenkomst
is getroffen betreffende de ontruiming
der zuidelijke provincie van Mands
joerije.
Indien deze voornemens bevestigd
en uitgevoerd worden zal. de twijfel
aan de eerlijke bedoeling van Rusland'
om zijn troepen uit Mandsjoerije terug
te trekken, eindelijk wel verstommen.
Maar dit is de vraag nog. Want de
verschillende Russische bladen waren
zoo gewoon geworden over Mandsjoe
rije als een Russisch bezit te spreken,
dat de ontruiming er van zeker ont
stemming zal veroorzaken. Nog on
langs heeft, d'e Kraj het „een levensbe
lang" voor Rusland genoemd den rech
teroever van de Arno er tp bezitten, om
dat het zonder dat bezit niet gerust kon
zijn over de veiligheid in zijn Oostazia-
tische eigendommen. En de „Bvrsehi
wi.ia Wjedomosti voorspelt, eene her
haling der onlusten, die in Februari
1900 uitbraken, als Mandsjoerije dooi
de Russische troepen ontruimd wordt.
Het is vooral de Mandsjoerijsche
spoorweg waarover het blad zich onge
rust mankt. En het dringt er op aan
dat, voordat d'e Regeerihg toestem
ming geeft tot de ontruiming, waarbor
gen gegeven worden dat een herhaling
der onlusten van 1900 voorkomen zal
worden.
Die waarborgen zijn moeilijk te ge
ven; en dientengevolge zal Rusland in
het ontbreken daarvan allicht, een aan
leiding kunnen vinden, om de ontrui
ming nog ©enigen tijd uit te stellen.
De „Nowoje Wremya" wil ook maat
regelen genomen zien om de beweging
tegen de vreemdelingen zooveel moge
lijk tegen te gaan. En daarom betreurt
dit blad het sluiten van het handels
verdrag tusschen Engeland en China,
waarin de likin-heffingen en andere
moeilijkheden voor het handelsverkeer
zijn opgeheven.
,,Deze concessies", zoo redeneert de
„Nowoje Wremya", „kunnen aanlei
ding geven tot een levendiger handels
verkeer tusschen Europeanen en Chi-
neezen, wat echter niet leiden zal tot
vermindering der oude vooroordeelen,
maar tot verscherping van den rassen
haat. ITet ware heter zoo zij nooit tot
stand gekomen waren".
Het blad geeft verder toe1, dat d'e
waarborgen, door do „Birschewija
Wjedomosti"" geëischt. niet kunnen
worden gegeven, en dat daarom de
Russische bezetting van Mandsjoerije
ook in de toekomst noodzakelijk zal
blijven. Dan kan Rusland elke bewe
ging- tegen de vreemdelingen dadelijk
onderdrukken, en bovendien ook nog
waken tegen het toenemen van den
Japanschen invloed in China.
Drie redenen voor een dïts. om tot
de ontruiming nog niet over te gaan.
En zoo kan van uitstel afstel komen.
Yereenigde Staten,
Men verzekert dat het succes van
president Roosevelt als candidaat voor
liet nieuwe presidentschap in de Re-
publikeinsche Nationale conventie ver
zekerd is. Alle artikelen van zijn pro
gramma met inbegrip van zijn ver
klaring tegen de trusts zullen worder,
aangenomen.
Maandag heeft president Roosevelt
in zijn buitenverblijf Oisler Bay eet)
publieken ontvangdag gehouden. Hoe
wel indertijd beweerd is, dat het han
den-geven door het staatshoofd zou
worden afgeschaft, in verband met de
mogelijkheid, dat weer een sluipmoor
denaar den argeloozen president zou
kunnen naderen, heeft Roosevelt het
oude gebruik weer ingevoerd en heeft
hij op dien éenen dag 10.000 handdruk
ken met zijn medeburgers gewisseld.
Vier defectieven waakten voor de pre.
sidentieele veiligheid.
Engeland.
De Engelsche pers is weer danig aan
dengang over de Boerengeneraals
De breuk met de onverzoeuJijken is nu
volkomen. Om zoo min mogelijk met
hen te maken te hebben, zulïen de ge
neraals zoo spoedig mogelijk naar
7uidafrika terugkeeren. Nu, dit laat
ste is waar. Generaal de Wet heeft
het reeds te Amsterdam gezegd. Lan
ger dan noodig is, zullen zij niet uit
Zn id-Afrika wegblijven. Maar die nieu
we berichten over oneenigheicl zijn na
tuurlijk gekonkel. Er is niets van aan.
De generaals gaan niet telkens pre
sident Kruger raadplegen, merken de
Engelsche bladen op. Wat weten zij
ervan, of het ondershands gebeurt
Maar al gebeurde het niet de president
is oud en gaat welhaast voor zijn ge
zondheid naar het Zuiden. Hij kan
en mag buiten de uitvoering van de
zending van de generaals blijven.
Deze zijn uit den aard der zaak beter
van de behoeften van het Boerenvolk
op de hoogte.
En wat de breuk met den heer Reitz
aangaat. Deze heeft onlangs aan
iemand van de Petit Bleu en dezer
dagen aan iemand van de Frankforter
Zeitung kort en juist gezegd hoe hei j
er mee staat. Ilij en de generaals
denken over wat nu 't beste is, ver
schillend. De generaals willen zwij
gen, hij wil spreken. En hij mag dat
vrijelijk doen. meent de heer Reitz, hij
is een onafhankelijk man, aan geen
zending gebonden. Hij staat alleen en
keert niet eens als Britsch onderdaai.
naar Zuidafrika terug. Hij hoopt op
Madagaskar aan 't boeren te gaan.
Twee zijner zoons gaan er eerdaags
heen. (De derde, die voor den oorlog
te Amsterdam gestudeerd heeft, zal.
naar men verneemt, zijn studie daar
voortzetten.) Maar hij blijft goede
vrienden met de generaals, die hem
overigens, natuurlijk, niet raadplegen
en hij van zijn kant biedt geen raad
aan. Hij gaat zijns weegs.
En dan gaan de berichtgevers na
tuurlijk ook tegen dr. Lcyds te keet'.
Van hem willen de generaals ook niets
weten. Verzinsel. "De Natlonal-Zei-
tung verbindt aan deze berichten
het blad hoopt, dat ze waar zijn een
artikel zoo nijdig valsch, dat een Dai
ly Mail er jaloersch op mag wezen.
Daarin wordt telkens gesproken van
„dr. Leyds und seine Genossen". Wie
die genooten zijn, is niet recht duide
lijk. Wij denken, dat niemand mlinder
dan president Kruger en de deputatie
daaronder gerekend worden. Want
tegenover de dappere generaals worden
die anderen gesteld, „die op rek lam e-
achtige manier ten tooneele versche
nen, zoolang men zich althans door
hen liet dupeeren". Dit wordt dan ge
zegd van de mannen, die door hun re
geeringen, o.a. door de generaals, uit
gezonden zijn, met opdracht om bemid
deling van de mogendheden te ver
kil j gen.
Ou een andere plaats wordt presi
dent Kruger er niet bij gerekend, want
dan beet het, dat dr. Leyds en zijn
genooten eerst Kruger tot den oorlog
hebben aangezet en toen nog bijtijds
hun leven en hun bezit in veiligheid
hebben gebracht. En „zij dreven de
komedie zoo ver, dat ook de grootste
dwepers moesten twijfelen aan de
eerlijkheid dezer „diplomaten die
men nog voor weinig maanden ovaties
wilde bereiden".
Kan men 'in korter bestek meer on
waarheid en leelijker beleediging op
tasten De -.diplomaten" tusschen
aanhalingsteekens zijn dan dr Levds
en de deputatie. Nu. wij gelooven.
dat er onder hen zijn, die in «staats
manskunst menig befaamd Europeesch
politicus in den zak kunnen steken
Maar die hatelijkheid van de Natio-
nal-Zöitung is een kleinigheid bij het
andere.
Heeft de deputatie haar bezit in vei
hgheid gebracht De Engelschen heb
ben beslag gelegd op al het onroerend
bezit van den he©r Wessels, om dezen
te noemen zijn geld inbegrepen. Zijn
vee en paarden hebben zij weggevoerd.
Zijn houtaanplant vernield. De hee-
ren Fischer en Wolmarans kunnen er
ook van meespreken, wat de Engel
schen met hun plaats en vee gedaan
hebben. Maar verder, dr. Leyds was
gezant al lang voor de oorlog uitbrak.
Hij heeft zijn ieven en bezit, niet bij
tijds in veiligheid gebracht, maar hij
woonde in Europa en moest daar blij
ven. De president en de leden van de
deputatie zijn allen in den oorlog ge
weest. Men herinner© zich uit het be
gin van den oorlog nog een artikel van
de Volksstem, die betoogde, dat. de
leden der regeering in Pretoria hoorden
en hun leven niet in gevaar mochten
brengen. President Kruger is in den
Vrijstaat bijna den Engelschen in han
den gevallen. En ten slotte zijn zij
alle vier uitgezonden met een opdracht,
waarvan zij zich met allen ijver ge
kweten hebben. Het is een gro.ot blad
als de National-Zeitung, dat een repu
tatie van gezag en fatsoen heeft, on
waardig om zich, in haar ijver, om
voor hare partij de nationaal-liberale,
de genadige goedkeuring van de aller
höchste Stelle te Winnen, tot verach
telijke verdachtmaking te leenen.
Men heeft ook gelezen, hoe de Natio
nal-Zeitung den generaals, van wier
schroomvalligheid, om Engeland geen
aanstoot te geven ieder nu overtuigd
kan wezen, waarschuwt, dat zij in
Duitschland geen betoogingen tegen
Engeland moeten uitlokken, Het blad
heeft al van goede zijde vernomen, dat
de DuMsche regeering het niet dulden
zal. Als de generaals niet oppassen,
krijgen zij met de Polizei te doen En
dan" wordt maar voor zeker aangeno
men, dat ook dr. Kuyper den generaals
dringend aangeraden heeft, binnen de
perken te blijven. Gelukkig dat
gelijk in December 1901 bij het bezoek
Van president Kruger, het Duitsche
volk bij de ontvangst van de gene
raals wel bewijzen zal. dat het anders
denkt, dan de Koln. Zeitung, de Na-
tional-ZeRuns- en genooten.
Stadsnieuws.
Haarlem, 19 Sept. 19.2.
Haarlem. Zeer waarschijnlijk zal
de liberale kiesvereeniging „Haarlem"
a.s. Woensdag vergaderen tot het stel
len van een candidaat in district II.
In de hedenmiddag te houden be
stuursvergadering zal deze datum defi
nitief worden vastgesteld.
De 2e luitenant Baron Van
Voorst tot Voorst van het bataljon in
fanterie, alhier in garnizoen, wordt den
len October a.s. gedetacheerd te 's-
I-Iage tot het volgen van een cursus bij
de normaal-schietschool.
Gevonden voorwerpen: Een
blauw koralen kettinkje met gouden
sluiting. Een zilveren armband. Een
zak aardappelen. Een keeshond. Een
zweep. Een hamer.
De grensregclings-commis-
sie alhier zal hare. tweede vergadering
houden ten stadhui ze op Maandag 22
diezer, 's middags te 1 1/2 uur.
Haarlemseh Operette Ge
zeischap. Ook dit koor is van plan,
spoedig een concert te geven, in de
groote zaal der sociëteit Vereeniging.
met medewerking van solisten. Daar
bij zal natuurlijk de uitvoering van
„Een stem 'in Rama" en „Vendredi
Saint", de beide concoursnummers, op
den voorgrond staan.
Zang en Vriendschap. De
Koninklijke liedertafel viert heden-
Feuilleton.
door
MAX PEMBERTON.
HOOFDSTUK I.
Waarin Jasper Begg vei*klaart,
I waarop hij een reis maakt naar de
Stille Zuidzee, en hij het stoomschip
„Zuiderkruis1' bevrachtte voor Philip?.
Westbury en Co.
Velen hebben mij reeds gevraagd, 'le
geschiedenis te schrijven van Ken's
Eiland en voor zoover ik daartoe in
staat ben, wil ik het dan ook doen. Ik
j ben zeeman van beroep en heb niet
j meer kennis, dan een lagere school
geven kan. Daarom valt het mij niet
zoo heel gemakkelijk, om anderen over
te brengen, de wonderlijke dingen, die
ik gezien heb, en zoo duidelijk te maken
als noodig is, om het goed verloop dei-
zaken. Maar ik zal hier toch neer
schrijven, wat ik ervan weet, en ik
twijfel niet, of de nieuwsbladen- en
dagbladschrijvers zullen de rast wel
doen.
Welnu dan. Het was op den derden
dag van Mei 1899 en juist zes dagen
van de eerste hondenwacht, dat Harry
Doe, onze bootsman, het eerst land
zag aan bakboordzij, en mij mededeeL
de, dat onze reis ten einde was. Wij
waren toen vijftig dagen onderweg ge
weest, sedert wij Southampton had
den verlaten, en al dien tijd wist geen
enkele der bemanning van het „Zui
derkruis", waarheen wij gingen of
waarom schipper Jasper Begg hem
had aangemonsterd) voor een reis naai
de Stille Zuidzee, 't Was een plezierige
reis, altijd in aanmerking genomen,
dat ik steeds op particuliere jachten
had gevaren, van af den tijd, dat ik
wegliep van school, en werd aange
monsterd door schipper Higg, die Lord
Kanton's schoener bestuurde. Maar
niemand begreep hoe een man als
Jasper Begg er toe1 kwam en het geld
yond om met een schip van 500 tonnen
uit te gaan, om Philips, Westbury en
Co, en gelijk op te deelen met eiken
scheepsmaat, die zin had in 't uitstap
je. Deze vragen zal ik hierna wel be
antwoorden, Maar de eguipage werd
tevreden gesteld niet nu en dan een
toespeling op een dame, voor wier be
langen de reis ondernomen werd, en
dat wekte hun nieuwsgierigheid op.
Mijnheer Jacob, mijn eerste officier,
en Peter Bligh, (die zich had laten
aanmonsteren, wijl ik volgens zijn
'zeggen de eenige was, die hem van
drinken afhield) vermoedden wel iets,
al wisten zij nergens van. Zij hadden
beiden onder in ij gediend op Ruth Bel-
lenden's jachtgeen hunner had ver
geten, dat Ruth Bellenden's echtgenoot
zoover oostwaarts ging voor een hu
welijksreis. Als zij de hoofden'teza
men staken, en zeiden dat Ruth Bel
lenden's zaken en het stoomschip
„Zuiderkruis" in verband stonden met
het doel der reis, dan kon ik ze niet
tegenspreken. Het was echter in mijn
belang mijn mond te houden tot er
land in 't zicht was, en dat deed ik dan
ook in Ruth Bellenden's zaak.
Het was dan op den 3den Mei en zes
dagen van de eerste hondenwacht, dat
Harry Doe, de boutsman, land meldde,
aan bakboordzijde en naar de achter
steven kwam, om te hooren, wat ik
hem te zeggen had. Mijnheer Jacob
in zijn hut, want hij had de wacht
hiervoor gehad, en Peter Bligh, diie
op de brug liep, had halve kracht ge
commandeerd, in den tijd, dat ik naar
buiten kwam, om mijn opmetingen ten
opzichte van het eiland te doen. Wij
waren dat moet ik erbij vertellen
op 150 gr. oosterlengte van Greenwich
bij 30 gr. noorderbreedte, en mijn eer-
si e gedachte was, dat mij de Ganges-
groep was gemeld, gelijk zoo vaak ge
beurt op schepen, die reizen van Fris
co naar Japan maar toen ik even naar
het land had gekeken, speciaal naai
de lage rotsen in 't Noorden, begreep
ik. dat dit werkelijk de Ken Archipel
was, en dat onze reis was geëindigd.
Jongens, zei ik, dat is onze ha
ven. 't Goede weer is ons fortuinlijk
geweest, en voor wij drie dagen verder
zijn, kunnen wij naar land terugkee
ren.
Dat gaf een blijdschap en Peter
Bligh, dlie al knapjes oud werd keek
zoo vroolijk als iemand, die plotseling
van een zwaren last bevrijd wordt.
Dat doet mij plezier, zei hij Ik
hoop onder alle omstandigheden mijn
plicht te doen, mijnheer Begg, maar
deze zonneschijn maakt een me\--ch
dol, Zullen wij hier enteren, mijn
heer, of wat verder?
Nog een eindje verder landwaarts
alsjeblieft, mijnheer Bligh. sprak ik
de kaart geeft zeventienduizend vade
men aan rondom de riffen Wij zul
len water genoeg hebben, en wafer is
een goed ding, zooals ge zult erk°«m-»'i.
Als er niets anders voorhanden
is, moet ik het wel gebruiken en
voel ik mij een beter mensch, mijn
heer. hernam hij nadenkend. Maar
ik was alweer aan het opnemen, 't was
er nog niet de tijd na om te keuvel=n
Aan de andere zijde van de haven
vormde een groep eilanden onze hori
zont, en wierpen schaduwen op het
glanzend watervlak. Ik kon ook een
groote massa klippen ten Zuiden zien,
en ten Noorden de rotsen, waarvan
ik sprak. De zon ging achter ons
der in een lucht van oranje en karmo
zijn, en het was wonderschoon hei
licht in gouden stralen te zien spelen
len op de donkere massa van hooge
rotsen, wegvagend de schaduwen en
voortvloeiend als vurig water. Ik zag
vele prachtige vergezichten, bij kali.»
weer of storm, het weer van God of
van den duivel, maar ik zal nooit ver
geten dien zonsondergang, toen ik aa"
Ken's Eiland ankerde met mijn vreem
de zending. Het diepe blauw van den
hemel, de verre horizont, de zon en
de eilanden, die als uit de diepte op
rezen, en daarbij de nieuwsgierigheid,
die mij den verrekijker al maar aan
't oog deed houden, vormden een uui
dat ik haast niet beschrijven kan.
Werkelijk, ik heb vreemde landen ge
zien, en vaak richtte ik mijn verrekij
ker naar onbekenden luister. Maar
daarginds lag het tehuis van Ruth
Bellenden en de dag van morgen zou
mij vertellen, wat zij wilde. Ik was
van Engeland vertrokken, om dit te
weten.
Intuschen was mijnheer Jacob, de
eerste officier, op de brug gekomen
om over een ankerplaats te spreken,
en hij. die altijd een voorzichtig man
was* stelde voor om een en ander tot
morgen uit te stellen.
In Uien minuten zijn wij het dag
licht kwijt, en ik zie geen haven, zei
hij. 't Is beter daar niet heen te gaan,
mijnheer, klippen wijken niet, zelfs
niet ter wille van een dame.
Mijnheer Jacob, zei ik, want al
was hij klein van stuk, toch was hij
op zijn manier nog geestig, de da
me zal wel erg blij zijn, als zij de1 klip..
p<n kan ontwijken. Enfin, dan wach
ten wij maar tot morgen. Daar heb
je Peter Bligh, die is zoo vroolijk nis
een schooljongen, dat er land in zicht
is. /.eg hem maar eens, dat hij niet
aan .'and gaat vannacht, dan zal hij er
je dankbaar voor zijn. Hola. Peter
denk jij er net zoo over als Jacob
Zullen we in mijn hut een glas drin
ken, of wachten, tot de inboor/ngen
daarginder ons wat zullen opd.sscn i
Peter Bligh schoof zijn dijker met
een slag dicht.
(Wordt vervolgd).