NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Iet lis oiier fle Zee Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 2Ge Jaargang Dinsdag 23 September 1902. No. 5900 RLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waai- een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02^ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37)4 de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIËN Van 15 regels 50 Ots.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat» Reclames 30 Cent per regeL Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider Buiteuspaarne No, 6. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. I>it blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3P** Faubourg Monvmccrtre. Haanem's Dagblad van '23 Sept. bevat o. a. Uit België, Nederland en de Alliantie, Brand te Zaandam, Ned. Ver. voor wettelijke bescherming der arbeidersTentoonstelling, Wagn er-Concert. Officieele Bencnten. De BURGEMEESTER van. Haarlem, brengt bij deze ter kennis van de inge zetenen dezer gemeente, dat bet op den 17en September jl. executoir verklaard kohier no. 4 op de bedrijfsbelasting dezer gemeente, dienst 1902—1903, op heden aan den ontvanger der directe belastin gen is ter hand gesteld. Wordende de ingezetenen tevens her innerd, dat de belastingschuldigen ver plicht zijn hunnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Haarlem, 20 September 1902. De Burgemeester voom., DE HAAN HUGENHOLTZ, L. B. Buitenlandsch Nieuws Zuid-Aiïika. Brunner, een dier leden voor Zoe- loeland in de Wetgevende vergadering van Natal (dezelfde, die zich indertijd zoo krachtig verzet heeft tegen het mengen der Zoeloes in den oorlog), heeft in een interview te Pietermarïtz- burg hoog opgegeven van de minerale •hulpbronnen van Zoeloeland. De Euro- peesche bevolking van dat deel der kolonie nam toe, maar het was moei lijk land te krijgen door de rechten der afferkapiteins op den grond. Ten slot* vertelde Brunner,. dat sedert het doo- den van kaffers door Boeren in net district Vrijheid (of omgekeerd!) de stam van Dim'zoeloe zeer bitter was gestemd en dat de geheele, stam, naar zijn overtuiging, niet meer te vertrou wen is. Wiens schuld is dat? mag men vra gen. De Natalsche pers is verontwaar digd ,dat die krijgswet in de Kaapko lonie is ingetrokken, maar m Natal nog van la-acht is, waar zij. zeggen de bladen ,veel mater noodlg is. Zij dringt daarom op onverwijlde afschaf fing aan. Er zal in Transvaal weldra een ver ordening verschijnen op het vrijwilli- gerswezen. De vrijwilligers krijgen daarbij zekere voorrechten: zij worden vrijgesteld' van dien hoofdelijken om- slap- van de verplichting om lid; van een jury te zijn en kunnen reizen 'Ce- gen het voor militairen bepaalde ta rief. Zij kunnen nieit worden opgeroe pen om aan de overzijde van de Vaal dienst te doen en zijn als zij uit Trans vaal gaan vrij van verderen dienst. Engeland. Men zoekt in Engeland naar een nationalen feestdag voor heel het Brit- sche rijk. Men heeft den 24en Mei voorgesteld' ,den geboortedag van ko ningin Victoria. Lord Milner heeft den" 18en Augustus aan Lord Meath geschreven, dat hij dien dag 't best vond. Een van de zelfregeerende ko loniën moest maar beginnen. En dezer dagen werd uit Kaapstad geseind, dat. het Parlement daar den 24en Mei als feestdag had aangewezen. Nu, bij den dood der Koningin, heeft een geschil tusschen koning Le opold en zijn dochter Stephanie op zien gewekt. De correspondent te Spa van de Patriolte seint, dat prinses St'phanie tegenwoordig was bij de aankomst d&s Konings, die echter weigerde haas- te woord te staan en haar het paleis deed verlaten. Prinses Stéphanie werd door prinses Clémentine wegge bracht in een rijtuig dat ter harer beschikking was gesteld en kwam schreiende terug in het hotel Belle- vue; vervolgens pakte zij haar kof fers en vertrok om 6.20 in een huur rijtuig naar het station; met den 'trein van half zeven kwam zij te Brussel aan, waar zij een apparte ment in het hotel de- Flandre had be sproken. De menigte riep bij het ver trek van den trein: Leve prinses Ste phanie! Leve prinses Lónyay! De prin ses antwoordde aan het portier: Dank waarde medeburgers. Volgens de Chronicle lag prinses Sttéphanie te bidden in de Chapelle Ardente, toen de koning aankwam., die verlangd© dat de prinses héén" zou' gaan voordat bij binnenging. Prinses Clémentine ging hare zuster halen. Geen enkele hofdügnitaris kwam prinses Stéphanie bij haar vertrek begroeten. Onmiddellijk na bet heengaan van Stéphanie ging de Koning de kapel binnen me(t Clémentine en bad daar gedurepde 25 minuten; vervolgens ging hij heen en gaf bevel dat het pu bliek zou worden toegelaten om voor de lijkkist te defileeren. De koning zeide dat hij den stap van gravin Lónyay niet afkeurde, maar dat hier mede de familiequaestie niet was verdwenen. De Réforme vertelt, dat het vertrek van Stéphanie zou plaats gehad heb ben na een gesprek met Clémentine in de chapelle ardente. De beide zus ters kwamen naar buiten,elkander bij de hand' houdende, liepen het park door en richtten zich naar het rijtuig waar Stéphanie snikkende instapte. Hetzelfd'e blad zegt, dat prinses Wincüsch-G.raetz, «Se dochter van Sté phanie, met haar man zich naar Stéphanie te Brussel zullen begeven. Het gerucht van den twist verbreid de zich snel, en bij aankomst van den trein stond er een ontzaglijke menig te aan hët station. Toen de prinses uit den waggon stapteboog iedereen met ontblooten hoofde; er werd herhaal delijk geroepen: Leve prinses SJtépha- nie! Leve gravin Lónyay! Buiten het station begon het gejuich opnieuw toen de prinses in een landauer stap te. Men zegt dat Stéphanie morgen avond naar Hongarije vertrekt en dat haar echtgenoot niet naar Brussel zal komen. Frankrijk. De minister-president Combes woonde Zondag een feestmaal ter eer© van de overwinning der republikeinen in Cha- rente Inférieure bij. Hij hield daar een redevoering,waarin hij der republikeinen geluk wenschte met hun succes tegen de nationalistische en clerical© reactie. Spr. zette het program der regeering uiteen, en bestreed de critiek tegen het optre den der regeering. Wat betreft de poli tiek op godsdienstig gebied, zeide hij, dat de regeering het concordaat zal eerbie digen, hetwelke alle waarde schijnt ver loren te hebben voor de verdedigers der congregatiën, maar de xegeering vat het ook aldus op, dat het concordaat moet geëerbiedigd worden en zal dit toornen bij de heropening der Kamers. Verder beijvert spreker zich om aan ze kere redevoeringen die onlangs zijn uit gesproken in het vuur der improvi satie, elk politiek karakter te ontnemen waarvoor het kabinet zou kunnen aan sprakelijk gesteld worden. De regeering, wier politiek ten doel heeft de goede be trekkingen met het buitenland te hand haven en te versterken, weet haar ge drag in overeenstemming te brengen met hare woorden. De tegenstanders slaan munt uit. het bedoelde incident, maar het kan hun toch niet, onbekend zijn dat de regeering nooit gebonden is door individueel© verklaringen der mi nisters. De leider van het kabinet alleen iis'aan de Kamer en het land verantwoor ding schuldig voor de politieke richting; het geheele ministerie kan niet aan ban den gelegd worden door een slecht weer gegeven phrase. Waar 't de buitenland- sche politiek betreft, heeft de minister van huitenlandsche zaken alleen tot taak te spreken. Onze plannen zijn gebleven wat zij waren toen wij aan het bewind kwamen. Onze ministerieel© verklaring behelst ons- program, en dat is intact ge bleven. Wij achten het voldoende om de vreemde natiën te overtuigen dat wij even begeerig zijn als zij zeiven om de meest openhartige betrekkingen te on derhouden, en dat wij bereid zijn met haar mede te werken om ten beste te re gelen onze wederkeerige belangen en rechten, en alle conflicten en incidenten die in staat zouden zijn den vrede te ver storen. Duitscblanci. Bebel heeft op het congres te Mun ch en een groote rede gehouden, waar in bij achtereenvolgens over mil taire en maritieme zaken, de buitenlandsche politiek en de binnenlandschè aangele genheden sprak. Hij drong erop aan, met alle macht aan den aanstaanden verkiezingsstrijd deel te nemen. Er moest veel geld bijeen gebracht wor den. In alle districten moesten de so ciaal-democraten met eigen candida- ten komen. Blijft het douanetarief op het program staan, dan kan het cen- trum onder geen omstandigheden on dersteund worden, meende Bebel. Komt. het erop aan, dan zou men zelfs geen steun mogen verleenen aan de volkspartij. Bebel achtte het zeer mogelijk, dat vóór de op 1903 bepaalde aJgemeene verkiezingen de Rijksdas: ontbonden zou worden. Indien het daartoe' kwam, zouden de socialisten bij de verkiezingen alle troeven in hun hand hebben, want de massa van het volk, en zelfs de gezeten burgerij komt reeds in opstand tegen de verhooging van levensmiddelen, d'ie te voorzien zou zijn als de regeering in haar toeleg slaagde. Alle Duitsehe Staten hebben tekorten, wegens de geldverspilling voor militaire doeleinden. Met de aan Frankrijk in 1870 ontnomen milliarden zeide Bebel. heeft men forten gebouwd die thans als nutteloos beschouwd worden. 170 millioen aan kanonnen besteed en cavalerieregimenten opge richt, die thans erkend worden van ondergeschikte beteekenis te zijn. Bebel maakte in dit verband een toe speling op de voorliefde van den Kei zer voor de cavalerie, een voorliefde, die door andere deskundigen niet ge deeld wordt, nu de oorlog in Zuidafri. ka een geheel anderen kijk op somrai ge militaire vraagstukken mogelijk heeft gemaakt, dan men vroeger bail. liuslaud. Een telegram uit Weenen zegt, dat graaf Lamsd'orf naar Koersk ontboden is geweest, om te ond erhandelen o vel den bouw van een spoorwegstelsel in •Perzia onder Russische controle. Als dit bericht van „Central News waar fs, moet men zeggen, dat Rus land voorloopig het meesie genoegen heeft van zijn oplettendheden voor den in alle Europeesche hoofdsteden, waar hij zijn voet gezet, heeft, gevier- den en gevleiden oosterling. Maar zulk een concessie van dien "Sjah up dit oogenblik zoudie niet zeer tactvol zijn tegeover zijn andere gastheereri, met name Engeland, dat zich meer dan eenig ander land uitgesloofd heelt om d'en Sjah te paaien en zijn sym pathie te winnen. Bovendien is net bekend, dat er in de omgeving van oen Perzisch en heerschar eene sterke En- gelschgezinde partii is, hetgeen het ook niet waarschijnlijk maakt dat in de paar dagen, die de Sjah in Rusland heeft doorgebracht, zoo maar even tjes een zoo gewichtige zaak als die bouw van een geheel spoorwegstelsel tusschen beïdle landen beklonken, ja. zelfs besproken is op een wijze, dat zij bekend kon worden. De „Neme Freie Pressë" meldt in een telegram' uit St. Petersburg, dat den 29en te1 Charkof het proces zal be ginnen tegen de belhamels van ue jongste boeren-onlusten in Charkof en Poltawa. De zaak wordt met gesloten deuren behandeld!. Oostenrijk-Hongarije. Een reusachtige bankfraude is Don derdag te Weenen aan het licht geko men. De dupe is de Landerbanlt, die er hetvolgend'e over beeft bekend ge maakt. Edmund Jellinek, een klerk van het personeel van de centrale kas ging Donderdag weg van zijn kantoor, juist vóór bet opmaken cïer rekenin gen. De wijze waarop Jellinek zich verwijderde, verwekte achterdocht en men ging terstond aan "t onderzoeken van zijn administratie. Nog denzelf den dag bleek, dat er een tekort was van 1.259.000 kronen. Eenige dagen later bleek het bedlrag nog veel groo- ter te zijn en wel 4,600.000 kronen. Jel linek wist. dit bedrag te verdonkerema nen door knoeierijen met cheques en het boeken van valsche postenhij besteedde het aan groote beurstrans acties en aandeelen in groote indus- trieele ondernemingen. Tegenover de ze verdwenen 4.600.000 kronen staat, dat Jellinek bij verschillende Ween- sche firma's 1.000.000 kronen tegoed heeft, en voor ongeveer 2.400.000 kro nen in verschillende industrieele maat schappijen is geïnteresseerd. Er blijft derhalve nog een aardig sommetje ten nadeele der Landerbank over. De man Avas de vorige week nog niet gearresteerd. Het heet. dat hij zich bij Krems- in Neder-Oostenrijk verdronken heeft. Althans zijn kleeren zijn daar gevonden. Maar enkelen houden het er voor, dat het wederleggen dier klee deren slechts een list was, om zich uit de voeten te maken. Denemarken. Bij de verkiezingen voor het Lands- ting zijn 7 candidaten der rechterzijde, 7 onafhankelijke conservatieven, 9 ra dicalen, en 3 liberalen gekozen. Op de Far-öer is een radicaal gekozen. De rechterzijde heeft twee zetels verlo ren, de liberalen en de agrariërs elk 1. Stadsnieuws. Haarlem, 22 Sept. 1902. Schouwburg. Werkelijk was het een oogenblik van verbazing en wij moesten onze oogen eerst eens duchtig uitwrijven en opnieuw lezen om te kunnen gelooven, dat op een Zondagavond het gezelschap van den Rotterdamschen Schouwburg hier Maria Stuart zoude opvoeren; wij zijn op het punt van Zondagavondvoorstellingen niet al te zeer verwend. Helaas! De Zon dagavond leent er zich voor zeer velen bij uitnemendheid toe om eene tooneel- voorstelling bij te wonen en dat goede kunst ook in de oogen van deze velen zeer hoog aangeschreven staat, was even goed te merken aan de gevulde zaal als aan het opgewekt gelaat van den direc teur van onzen Schouwburg. Deze „Maria Stuart" is oprecht en warm toegejuicht. De beide Koninginnen moesten in de bedrijven volgende op het tweede, drie, vier malen vaak terugkee- om zich te zien en te hooren toejuichen. En nu onze opvattingen over de ver tooning. Mevrouw Tartaud is ons als Maria Stuart meegevallen. Zij heeft in dezen rol veel, zeer veel goeds. Zij is meer de lijdende vrouw, de martelares, dan koningin; doch het Koninklijke ge ven wij gaarne prijs, wanneer Maria Stuart er in slaagt sympathie in te boe zemen. En dat is haar gelukt, zelfs in, hoogen mate. Bij de ontmoeting met hare Koninklijke mededingster is zij vol kracht en leven en in het afscheid van haar getrouwen, in haar biecht aan den getrouwen Melvil dwingt zij bewonde ring af voor haar ongekunsteld spel. Mevrouw Van Eysden—Vink maakte Elisabeth. Eene trotsche verschijning van eene verleidelijke schoonheid waar door het ons moeielijk werd gemaakt te gelooven, dat deze vorstin op zeventig- jarigen. leeftijd ongehuwd gestorven zou de zijn. In hare opvatting was karakter, Heerschzucht, grilligheid en wreedheid, straalde door in hare houding: gestes en dictie en waar de zwakke vrouw het win nen moest van de Koningin, daar wees de natuurlijke schalksheid van deze ac trice haar den weg. De heer Brondgeest was een prachtige Leycester. met een kop schitterende van valschheid en eene flikkering in het oog, die hem bijna stempelde tot een geboren marqué. Hij zegt zijn verzen wel wat al te dreunend doch heeft, overigens in de zen rol blijken gegeven van ernstige studie en van een bewonderenswaardig kunnen. Tn het vierde bedrijf waar het voor Leycester is „overwinnen of ster ven", domineerde hij door goed zeggen en door treffend spel. In allen eenvoud heeft Alex. Faassen de rol van, William Cecil, baron van Burleigh uitnemend gecreëerd. Zonder op den voorgrond te treden deed hij den invloed van dezen persoon op Koningin Elisabeth goed uitkomen. De mise-en-scène was goed verzorgd, de costumes schitterden van nieuwheid. Maandag 29 September zal ditzelfde ge zelschap hier opvoeren „Oud-Heidel- berg", waarop wij dezer dagen nog eens terugkomen. F ra n s Rosier. Een en. ander maal ging het gerucht, dat Frans Rosier te ziek is om Donderdag voor de Rechtbank te verschijnen, zoodht de behandeling van zijn zaak zou worden uitgesteld. Ons wordt uit goede bron verzekerd dat deze mededleeling geheel onjuist is en dat Rosier wel degelijk zal te rechtstaan. Wij deelen een en ander mede, zoo als "wij het hooren, daar officieele bevestiging of ontkenning van zulke berichtten niet te krijgen is. Sc h i e t w e d s tr ij d. Zondag is op die banen bij Overveen de onder linge schietwedstrijd aangevangen waaraan deelnamen de plaatselijke schietvereenigingen en die van leger en schutterij alhier. Gisteren werd de personeele wedstrijd gehouden en a.s. Zondag zal de korps- en de Vrije haan-wedstrijd' plaats hebben. Daar die regeerings commissie er prijs op stelt den volledigen uitslag van alle af deelingen tegelijk te vernemen, zul len wij eerst na beëindiging van den wedstrijd den uitslag publiceeren. W(agneir-C on eert. Met een voor eigen rekening ondernomen Wagner-concert heeft de heer Kriens het zomerseizoen een afscheid toege blazen niet den. zomer, want die is er niet geweest. Gelukkig dat het Zondagavond nog ongediachit mooi weer was. Daardoor waren er vrij Fenilleton. door MAX PEMBERTON. 3) Alleen aan de Noordzijde was 't on vruchtbaar, dat scheen ten minste, want een lage landtong en een zwarte rots staken vooruit in zee. Maar elders was het een schouw spel, dat indruk maakte, en ik gaf toe, dat het meer dan een gewone gril was van Edmond Czerny, toen hij de kleine Ruth Bellenden naar zulk een kust bracht voor haar wittebroodsweken. Hij had een zwak voor wilde streken zèide ik, en dit was juist een plaats voor hem. Maar wat zou Miss Ruth, die altijd zooveel gehouden had van steden en beschaving, hier wel van denken? Dat zou ik hooren, als zij ginds nog aan land was. Wij gingen recht op die kreek aan waar het zilverachtige zand was en zoo gauw ik aan land was, zag ik een onvaste houten ladder, tot bijna aan den top van de klip, die hier niet meer dan 60 voet hoog kon zijn. Mensch noch dier was op het strand en evenmlin zag ik eenig teeken van menschelijk overblijf. Het was een kleine, zandige baai, geheel en al ver laten, maar zoodra ik uit de boot sprong, bemerkte ik voetstappen, naar den voet van den ladder, en ik begreep, «lat er menschen voor mij naar boven waren geklommen, en wel denzelfden morgen, in aanmerking nemende dat het eb was geweest en het zand nog droog was. Op een ander oogenblik zou ik mezel f hebben afgevraagd, waarom ons nie mand kwam begroeten, en er geen uit kijk was op het eiland, om aankomen de ischepen te signaleeren maar ik was te verlangend om aan land te gaan, en daarom stond mijn voet reeds op 't land, voor de boot nog vast lag. George, ga jij maar met me mee, zei ikde anderen moeten bij het an ker blijven, tot wij weer naar beneden komen, zijn we niet over een uur te rug, ga dan naar boord terug om te eten, maar zie tegen zonsondergang weer naar mij u'it, want ik denk er niet aan, aan land te slapen. Zij namen er note, van en duwden de boot af. George en ik klommen tegen de gebrekkige ladder op, en kwa men op den top van de rots aan, waar wij niets meer zagen van beneden. De boot scheen heel ver weg te liggen ais een scheepje uit een speelgoed doos in een groot basin van blauw waterwij konden de zwaard-visch- klip z!ien, zooals de jongen haar bleef noemen, en andere klippen ten Oosten en ten Noorden, maar de plaats, waar wij stonden, was ingesloten door een donker bosch van teak- en ebbenhout, en behalve het ruischen der groote bladeren, hoorden wij niets. De weg door de bosschages was bedekt met lang welig gras, hier en daar een mod derpoel, en er hing een sterke, zware lucht, niet aangenaam voor een zee mansneus. Deze plaats beviel mij al dadelijk niet en ik maakte den jongen dan ook deelgenoot van mijn gevoelens. George, zei ik, hoe gauwer wij weer de planken van het schip onder onze voeten hebben, des te beter is het voor onze gezondheid. Als er hier ergens een huis is, dan is de ladder de weg erheen, of een van Peter Bligh's landgenooten heeft haar gebouwd. Zet je beste beentje voor, jongen,, wij zul len vroeg dïneeren, als wij niet laat lunchen. Met deze woorden volgde ik het pad door het bosch en liep rechtuit, zonder te luisteren naar het gekakel van den jongen, en ook zelf zwijgend. Het lommer was ons welkom, er wa ren aardige plekjes voor die er oogen voor hadden watervallen platsten neer van de met mos begroeide rotsen, klei ne meertjes, donker en wonderlijk blauw hier en daar een beetje groen, dat geleek op een grasvlakte bij het landhuis. Maar van woningen of menschen geen spooren toen de jongen wat meende te zien, hechtte ik er geen waarde aan. Je loopt ie droomen, jongenheer zei ik waarom zouden zij anders niet. komen aanloopen. Zij zijn toch niet bang voor twee ongewapende zeelui, en een eerlijk man durft zich toch wel te laten kijken. AJis er mannen liggen te loeren achter de boom en, wel, laat ze loerenwel mag 't hun bekomen. Het kan mij niets schelen, en het zal, denk ik, jou eetlust niet wegnemen. Je bent. toch zeker* niet bang voor hen 'tWas niet erg vriendelijk gezegd, en de jongen was er ook wel wat ge. voelig over. Maar kaptein, riep hij, ik zou nooit bang zijn, als 'ik met u was Mooi gezegd jongen, !t is een com pliment, dat ik niet vergeten zal. Wat voor lui meen je gezien te hebben Een was oud met een baard. Hij droeg een gescheurden broek en een zeemansbuis. Ik zag hem dadelijk, toen wij het bosch ingingen. De an deren waren op de heuvels bij den -waterval. Zij hadden geweren bij zich. Kom, kom, George, riep ik uit. Nu zou ik ze maar meteen in een blau we, Pruisische1 uniform steken, en een Duitsehe vlag laten zwaaien. Gewe ren op een plaats als deze, en twee ongewapende vreemdelingen tegen hen Waarom zouden de schurken hun mooie tronies verbergen Als zij wat van ons wilen weten, wat weerhoudt hen dan Zien wij eruit als struik- roovers of als eerlijke lui? Je kan er zeker van zijn. dat de jonge dame. die ik ga bezoeken, geen schelmen om haan huJis zou dulden. Daar staat Ruth Bellen den te hoog voor. Zij zou ze gauw genoeg uit haar omgeving jagen, zooals zij er mee gedaan heeft toen ik nog schipper was van haar jacht. Hebben ze je verteld, George, dat jouw schipper het mooiste schoe- nerjacht placht te zeilen, dat ooit een vlag voer? De jongen keek mij aan en beken de openhartig, dat hij dit wist. Zij zeiden, dat de Manhattan van de jonge dame hoorde, mijnheer, meer heb ik er nooit over gevraagd. De lui waren dol op haar. geloof ik. Zij aanbaden haar, jongen. Zij was de dochter van Rupert Bellenden, die een hoop geld vei'diende bij het aanleggen van de Western American Railroad, en later in de staal-industrie. Hij verdronk op zee, toen de „Elbe" naar den kelder ging. Zijn zoon kwam in de zaak, maar de dochter kreeg het huis en het geld. ten minste het beste gedeelte ervan. Zij was altijd verliefd op de zee, en toen haar vader nog leef de, had zij zelf een flinke boot» Toen. hij istierf, kocht zij de Manhattan. Jammer genoeg, want ze voer er nu slechts mee naar de Middellandsche Zee en daar nam ze den violist tot echtgenoot Hij was een gelukzoeker of zoo iets, en kende de vrouwen door en door. Het geld dat hij had, kreeg hij, de hemel weet hoe. niet door viool spelen, daar ben ik zeker van. Want zoo mooi was zijn muzfiek niet eens. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1