NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Iet lis oiier fle Zee
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
2Ge Jaargang
Dinsdag 23 September 1902.
No. 5900
RLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waai- een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37)4
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regels 50 Ots.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat»
Reclames 30 Cent per regeL
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider Buiteuspaarne No, 6.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
I>it blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3P** Faubourg Monvmccrtre.
Haanem's Dagblad van '23 Sept.
bevat o. a.
Uit België, Nederland en de
Alliantie, Brand te Zaandam, Ned.
Ver. voor wettelijke bescherming
der arbeidersTentoonstelling,
Wagn er-Concert.
Officieele Bencnten.
De BURGEMEESTER van. Haarlem,
brengt bij deze ter kennis van de inge
zetenen dezer gemeente, dat bet op den
17en September jl. executoir verklaard
kohier no. 4 op de bedrijfsbelasting dezer
gemeente, dienst 1902—1903, op heden
aan den ontvanger der directe belastin
gen is ter hand gesteld.
Wordende de ingezetenen tevens her
innerd, dat de belastingschuldigen ver
plicht zijn hunnen aanslag op den bij de
wet bepaalden voet te voldoen.
Haarlem, 20 September 1902.
De Burgemeester voom.,
DE HAAN HUGENHOLTZ, L. B.
Buitenlandsch Nieuws
Zuid-Aiïika.
Brunner, een dier leden voor Zoe-
loeland in de Wetgevende vergadering
van Natal (dezelfde, die zich indertijd
zoo krachtig verzet heeft tegen het
mengen der Zoeloes in den oorlog),
heeft in een interview te Pietermarïtz-
burg hoog opgegeven van de minerale
•hulpbronnen van Zoeloeland. De Euro-
peesche bevolking van dat deel der
kolonie nam toe, maar het was moei
lijk land te krijgen door de rechten der
afferkapiteins op den grond. Ten slot*
vertelde Brunner,. dat sedert het doo-
den van kaffers door Boeren in net
district Vrijheid (of omgekeerd!) de
stam van Dim'zoeloe zeer bitter was
gestemd en dat de geheele, stam, naar
zijn overtuiging, niet meer te vertrou
wen is.
Wiens schuld is dat? mag men vra
gen.
De Natalsche pers is verontwaar
digd ,dat die krijgswet in de Kaapko
lonie is ingetrokken, maar m Natal
nog van la-acht is, waar zij. zeggen
de bladen ,veel mater noodlg is. Zij
dringt daarom op onverwijlde afschaf
fing aan.
Er zal in Transvaal weldra een ver
ordening verschijnen op het vrijwilli-
gerswezen. De vrijwilligers krijgen
daarbij zekere voorrechten: zij worden
vrijgesteld' van dien hoofdelijken om-
slap- van de verplichting om lid; van
een jury te zijn en kunnen reizen 'Ce-
gen het voor militairen bepaalde ta
rief. Zij kunnen nieit worden opgeroe
pen om aan de overzijde van de Vaal
dienst te doen en zijn als zij uit Trans
vaal gaan vrij van verderen dienst.
Engeland.
Men zoekt in Engeland naar een
nationalen feestdag voor heel het Brit-
sche rijk. Men heeft den 24en Mei
voorgesteld' ,den geboortedag van ko
ningin Victoria. Lord Milner heeft
den" 18en Augustus aan Lord Meath
geschreven, dat hij dien dag 't best
vond. Een van de zelfregeerende ko
loniën moest maar beginnen. En dezer
dagen werd uit Kaapstad geseind, dat.
het Parlement daar den 24en Mei als
feestdag had aangewezen.
Nu, bij den dood der Koningin,
heeft een geschil tusschen koning Le
opold en zijn dochter Stephanie op
zien gewekt.
De correspondent te Spa van de
Patriolte seint, dat prinses St'phanie
tegenwoordig was bij de aankomst
d&s Konings, die echter weigerde haas-
te woord te staan en haar het paleis
deed verlaten. Prinses Stéphanie
werd door prinses Clémentine wegge
bracht in een rijtuig dat ter harer
beschikking was gesteld en kwam
schreiende terug in het hotel Belle-
vue; vervolgens pakte zij haar kof
fers en vertrok om 6.20 in een huur
rijtuig naar het station; met den
'trein van half zeven kwam zij te
Brussel aan, waar zij een apparte
ment in het hotel de- Flandre had be
sproken. De menigte riep bij het ver
trek van den trein: Leve prinses Ste
phanie! Leve prinses Lónyay! De prin
ses antwoordde aan het portier: Dank
waarde medeburgers.
Volgens de Chronicle lag prinses
Sttéphanie te bidden in de Chapelle
Ardente, toen de koning aankwam.,
die verlangd© dat de prinses héén" zou'
gaan voordat bij binnenging. Prinses
Clémentine ging hare zuster halen.
Geen enkele hofdügnitaris kwam
prinses Stéphanie bij haar vertrek
begroeten.
Onmiddellijk na bet heengaan van
Stéphanie ging de Koning de kapel
binnen me(t Clémentine en bad daar
gedurepde 25 minuten; vervolgens
ging hij heen en gaf bevel dat het pu
bliek zou worden toegelaten om voor
de lijkkist te defileeren. De koning
zeide dat hij den stap van gravin
Lónyay niet afkeurde, maar dat hier
mede de familiequaestie niet was
verdwenen.
De Réforme vertelt, dat het vertrek
van Stéphanie zou plaats gehad heb
ben na een gesprek met Clémentine
in de chapelle ardente. De beide zus
ters kwamen naar buiten,elkander bij
de hand' houdende, liepen het park
door en richtten zich naar het rijtuig
waar Stéphanie snikkende instapte.
Hetzelfd'e blad zegt, dat prinses
Wincüsch-G.raetz, «Se dochter van Sté
phanie, met haar man zich naar
Stéphanie te Brussel zullen begeven.
Het gerucht van den twist verbreid
de zich snel, en bij aankomst van den
trein stond er een ontzaglijke menig
te aan hët station. Toen de prinses uit
den waggon stapteboog iedereen met
ontblooten hoofde; er werd herhaal
delijk geroepen: Leve prinses SJtépha-
nie! Leve gravin Lónyay! Buiten het
station begon het gejuich opnieuw
toen de prinses in een landauer stap
te.
Men zegt dat Stéphanie morgen
avond naar Hongarije vertrekt en dat
haar echtgenoot niet naar Brussel zal
komen.
Frankrijk.
De minister-president Combes woonde
Zondag een feestmaal ter eer© van de
overwinning der republikeinen in Cha-
rente Inférieure bij. Hij hield daar een
redevoering,waarin hij der republikeinen
geluk wenschte met hun succes tegen de
nationalistische en clerical© reactie. Spr.
zette het program der regeering uiteen,
en bestreed de critiek tegen het optre
den der regeering. Wat betreft de poli
tiek op godsdienstig gebied, zeide hij, dat
de regeering het concordaat zal eerbie
digen, hetwelke alle waarde schijnt ver
loren te hebben voor de verdedigers der
congregatiën, maar de xegeering vat het
ook aldus op, dat het concordaat moet
geëerbiedigd worden en zal dit toornen
bij de heropening der Kamers.
Verder beijvert spreker zich om aan ze
kere redevoeringen die onlangs zijn uit
gesproken in het vuur der improvi
satie, elk politiek karakter te ontnemen
waarvoor het kabinet zou kunnen aan
sprakelijk gesteld worden. De regeering,
wier politiek ten doel heeft de goede be
trekkingen met het buitenland te hand
haven en te versterken, weet haar ge
drag in overeenstemming te brengen
met hare woorden. De tegenstanders
slaan munt uit. het bedoelde incident,
maar het kan hun toch niet, onbekend
zijn dat de regeering nooit gebonden is
door individueel© verklaringen der mi
nisters. De leider van het kabinet alleen
iis'aan de Kamer en het land verantwoor
ding schuldig voor de politieke richting;
het geheele ministerie kan niet aan ban
den gelegd worden door een slecht weer
gegeven phrase. Waar 't de buitenland-
sche politiek betreft, heeft de minister
van huitenlandsche zaken alleen tot taak
te spreken. Onze plannen zijn gebleven
wat zij waren toen wij aan het bewind
kwamen. Onze ministerieel© verklaring
behelst ons- program, en dat is intact ge
bleven. Wij achten het voldoende om de
vreemde natiën te overtuigen dat wij
even begeerig zijn als zij zeiven om de
meest openhartige betrekkingen te on
derhouden, en dat wij bereid zijn met
haar mede te werken om ten beste te re
gelen onze wederkeerige belangen en
rechten, en alle conflicten en incidenten
die in staat zouden zijn den vrede te ver
storen.
Duitscblanci.
Bebel heeft op het congres te Mun
ch en een groote rede gehouden, waar
in bij achtereenvolgens over mil taire
en maritieme zaken, de buitenlandsche
politiek en de binnenlandschè aangele
genheden sprak. Hij drong erop aan,
met alle macht aan den aanstaanden
verkiezingsstrijd deel te nemen. Er
moest veel geld bijeen gebracht wor
den. In alle districten moesten de so
ciaal-democraten met eigen candida-
ten komen. Blijft het douanetarief op
het program staan, dan kan het cen-
trum onder geen omstandigheden on
dersteund worden, meende Bebel.
Komt. het erop aan, dan zou men zelfs
geen steun mogen verleenen aan de
volkspartij.
Bebel achtte het zeer mogelijk, dat
vóór de op 1903 bepaalde aJgemeene
verkiezingen de Rijksdas: ontbonden
zou worden. Indien het daartoe'
kwam, zouden de socialisten bij de
verkiezingen alle troeven in hun hand
hebben, want de massa van het volk,
en zelfs de gezeten burgerij komt reeds
in opstand tegen de verhooging van
levensmiddelen, d'ie te voorzien zou
zijn als de regeering in haar toeleg
slaagde. Alle Duitsehe Staten hebben
tekorten, wegens de geldverspilling
voor militaire doeleinden. Met de aan
Frankrijk in 1870 ontnomen milliarden
zeide Bebel. heeft men forten gebouwd
die thans als nutteloos beschouwd
worden. 170 millioen aan kanonnen
besteed en cavalerieregimenten opge
richt, die thans erkend worden van
ondergeschikte beteekenis te zijn.
Bebel maakte in dit verband een toe
speling op de voorliefde van den Kei
zer voor de cavalerie, een voorliefde,
die door andere deskundigen niet ge
deeld wordt, nu de oorlog in Zuidafri.
ka een geheel anderen kijk op somrai
ge militaire vraagstukken mogelijk
heeft gemaakt, dan men vroeger bail.
liuslaud.
Een telegram uit Weenen zegt, dat
graaf Lamsd'orf naar Koersk ontboden
is geweest, om te ond erhandelen o vel
den bouw van een spoorwegstelsel in
•Perzia onder Russische controle.
Als dit bericht van „Central News
waar fs, moet men zeggen, dat Rus
land voorloopig het meesie genoegen
heeft van zijn oplettendheden voor
den in alle Europeesche hoofdsteden,
waar hij zijn voet gezet, heeft, gevier-
den en gevleiden oosterling. Maar
zulk een concessie van dien "Sjah up
dit oogenblik zoudie niet zeer tactvol
zijn tegeover zijn andere gastheereri,
met name Engeland, dat zich meer
dan eenig ander land uitgesloofd heelt
om d'en Sjah te paaien en zijn sym
pathie te winnen. Bovendien is net
bekend, dat er in de omgeving van oen
Perzisch en heerschar eene sterke En-
gelschgezinde partii is, hetgeen het
ook niet waarschijnlijk maakt dat in
de paar dagen, die de Sjah in Rusland
heeft doorgebracht, zoo maar even
tjes een zoo gewichtige zaak als die
bouw van een geheel spoorwegstelsel
tusschen beïdle landen beklonken, ja.
zelfs besproken is op een wijze, dat
zij bekend kon worden.
De „Neme Freie Pressë" meldt in
een telegram' uit St. Petersburg, dat
den 29en te1 Charkof het proces zal be
ginnen tegen de belhamels van ue
jongste boeren-onlusten in Charkof en
Poltawa. De zaak wordt met gesloten
deuren behandeld!.
Oostenrijk-Hongarije.
Een reusachtige bankfraude is Don
derdag te Weenen aan het licht geko
men. De dupe is de Landerbanlt, die
er hetvolgend'e over beeft bekend ge
maakt. Edmund Jellinek, een klerk
van het personeel van de centrale kas
ging Donderdag weg van zijn kantoor,
juist vóór bet opmaken cïer rekenin
gen. De wijze waarop Jellinek zich
verwijderde, verwekte achterdocht en
men ging terstond aan "t onderzoeken
van zijn administratie. Nog denzelf
den dag bleek, dat er een tekort was
van 1.259.000 kronen. Eenige dagen
later bleek het bedlrag nog veel groo-
ter te zijn en wel 4,600.000 kronen. Jel
linek wist. dit bedrag te verdonkerema
nen door knoeierijen met cheques en
het boeken van valsche postenhij
besteedde het aan groote beurstrans
acties en aandeelen in groote indus-
trieele ondernemingen. Tegenover de
ze verdwenen 4.600.000 kronen staat,
dat Jellinek bij verschillende Ween-
sche firma's 1.000.000 kronen tegoed
heeft, en voor ongeveer 2.400.000 kro
nen in verschillende industrieele maat
schappijen is geïnteresseerd. Er blijft
derhalve nog een aardig sommetje ten
nadeele der Landerbank over.
De man Avas de vorige week nog niet
gearresteerd. Het heet. dat hij zich bij
Krems- in Neder-Oostenrijk verdronken
heeft. Althans zijn kleeren zijn daar
gevonden. Maar enkelen houden het
er voor, dat het wederleggen dier klee
deren slechts een list was, om zich uit
de voeten te maken.
Denemarken.
Bij de verkiezingen voor het Lands-
ting zijn 7 candidaten der rechterzijde,
7 onafhankelijke conservatieven, 9 ra
dicalen, en 3 liberalen gekozen. Op
de Far-öer is een radicaal gekozen.
De rechterzijde heeft twee zetels verlo
ren, de liberalen en de agrariërs elk 1.
Stadsnieuws.
Haarlem, 22 Sept. 1902.
Schouwburg.
Werkelijk was het een oogenblik van
verbazing en wij moesten onze oogen
eerst eens duchtig uitwrijven en opnieuw
lezen om te kunnen gelooven, dat op
een Zondagavond het gezelschap van den
Rotterdamschen Schouwburg hier Maria
Stuart zoude opvoeren; wij zijn op het
punt van Zondagavondvoorstellingen
niet al te zeer verwend. Helaas! De Zon
dagavond leent er zich voor zeer velen
bij uitnemendheid toe om eene tooneel-
voorstelling bij te wonen en dat goede
kunst ook in de oogen van deze velen
zeer hoog aangeschreven staat, was even
goed te merken aan de gevulde zaal als
aan het opgewekt gelaat van den direc
teur van onzen Schouwburg.
Deze „Maria Stuart" is oprecht en
warm toegejuicht. De beide Koninginnen
moesten in de bedrijven volgende op het
tweede, drie, vier malen vaak terugkee-
om zich te zien en te hooren toejuichen.
En nu onze opvattingen over de ver
tooning. Mevrouw Tartaud is ons als
Maria Stuart meegevallen. Zij heeft in
dezen rol veel, zeer veel goeds. Zij is
meer de lijdende vrouw, de martelares,
dan koningin; doch het Koninklijke ge
ven wij gaarne prijs, wanneer Maria
Stuart er in slaagt sympathie in te boe
zemen. En dat is haar gelukt, zelfs in,
hoogen mate. Bij de ontmoeting met
hare Koninklijke mededingster is zij vol
kracht en leven en in het afscheid van
haar getrouwen, in haar biecht aan den
getrouwen Melvil dwingt zij bewonde
ring af voor haar ongekunsteld spel.
Mevrouw Van Eysden—Vink maakte
Elisabeth. Eene trotsche verschijning
van eene verleidelijke schoonheid waar
door het ons moeielijk werd gemaakt te
gelooven, dat deze vorstin op zeventig-
jarigen. leeftijd ongehuwd gestorven zou
de zijn. In hare opvatting was karakter,
Heerschzucht, grilligheid en wreedheid,
straalde door in hare houding: gestes en
dictie en waar de zwakke vrouw het win
nen moest van de Koningin, daar wees
de natuurlijke schalksheid van deze ac
trice haar den weg.
De heer Brondgeest was een prachtige
Leycester. met een kop schitterende van
valschheid en eene flikkering in het oog,
die hem bijna stempelde tot een geboren
marqué. Hij zegt zijn verzen wel wat al
te dreunend doch heeft, overigens in de
zen rol blijken gegeven van ernstige
studie en van een bewonderenswaardig
kunnen. Tn het vierde bedrijf waar het
voor Leycester is „overwinnen of ster
ven", domineerde hij door goed zeggen
en door treffend spel.
In allen eenvoud heeft Alex. Faassen
de rol van, William Cecil, baron van
Burleigh uitnemend gecreëerd. Zonder
op den voorgrond te treden deed hij den
invloed van dezen persoon op Koningin
Elisabeth goed uitkomen.
De mise-en-scène was goed verzorgd,
de costumes schitterden van nieuwheid.
Maandag 29 September zal ditzelfde ge
zelschap hier opvoeren „Oud-Heidel-
berg", waarop wij dezer dagen nog eens
terugkomen.
F ra n s Rosier. Een en. ander
maal ging het gerucht, dat Frans
Rosier te ziek is om Donderdag voor
de Rechtbank te verschijnen, zoodht
de behandeling van zijn zaak zou
worden uitgesteld.
Ons wordt uit goede bron verzekerd
dat deze mededleeling geheel onjuist
is en dat Rosier wel degelijk zal te
rechtstaan.
Wij deelen een en ander mede, zoo
als "wij het hooren, daar officieele
bevestiging of ontkenning van zulke
berichtten niet te krijgen is.
Sc h i e t w e d s tr ij d. Zondag is
op die banen bij Overveen de onder
linge schietwedstrijd aangevangen
waaraan deelnamen de plaatselijke
schietvereenigingen en die van leger
en schutterij alhier. Gisteren werd
de personeele wedstrijd gehouden en
a.s. Zondag zal de korps- en de Vrije
haan-wedstrijd' plaats hebben. Daar
die regeerings commissie er prijs op
stelt den volledigen uitslag van alle
af deelingen tegelijk te vernemen, zul
len wij eerst na beëindiging van den
wedstrijd den uitslag publiceeren.
W(agneir-C on eert. Met een
voor eigen rekening ondernomen
Wagner-concert heeft de heer Kriens
het zomerseizoen een afscheid toege
blazen niet den. zomer, want die
is er niet geweest. Gelukkig dat het
Zondagavond nog ongediachit mooi
weer was. Daardoor waren er vrij
Fenilleton.
door
MAX PEMBERTON.
3)
Alleen aan de Noordzijde was 't on
vruchtbaar, dat scheen ten minste,
want een lage landtong en een zwarte
rots staken vooruit in zee.
Maar elders was het een schouw
spel, dat indruk maakte, en ik gaf toe,
dat het meer dan een gewone gril was
van Edmond Czerny, toen hij de kleine
Ruth Bellenden naar zulk een kust
bracht voor haar wittebroodsweken.
Hij had een zwak voor wilde streken
zèide ik, en dit was juist een plaats
voor hem. Maar wat zou Miss Ruth,
die altijd zooveel gehouden had van
steden en beschaving, hier wel van
denken? Dat zou ik hooren, als zij
ginds nog aan land was.
Wij gingen recht op die kreek aan
waar het zilverachtige zand was en
zoo gauw ik aan land was, zag ik een
onvaste houten ladder, tot bijna aan
den top van de klip, die hier niet meer
dan 60 voet hoog kon zijn.
Mensch noch dier was op het strand
en evenmlin zag ik eenig teeken van
menschelijk overblijf. Het was een
kleine, zandige baai, geheel en al ver
laten, maar zoodra ik uit de boot
sprong, bemerkte ik voetstappen, naar
den voet van den ladder, en ik begreep,
«lat er menschen voor mij naar boven
waren geklommen, en wel denzelfden
morgen, in aanmerking nemende dat
het eb was geweest en het zand nog
droog was.
Op een ander oogenblik zou ik mezel f
hebben afgevraagd, waarom ons nie
mand kwam begroeten, en er geen uit
kijk was op het eiland, om aankomen
de ischepen te signaleeren maar ik
was te verlangend om aan land te
gaan, en daarom stond mijn voet reeds
op 't land, voor de boot nog vast lag.
George, ga jij maar met me mee,
zei ikde anderen moeten bij het an
ker blijven, tot wij weer naar beneden
komen, zijn we niet over een uur te
rug, ga dan naar boord terug om te
eten, maar zie tegen zonsondergang
weer naar mij u'it, want ik denk er
niet aan, aan land te slapen.
Zij namen er note, van en duwden
de boot af. George en ik klommen
tegen de gebrekkige ladder op, en kwa
men op den top van de rots aan, waar
wij niets meer zagen van beneden. De
boot scheen heel ver weg te liggen
ais een scheepje uit een speelgoed
doos in een groot basin van blauw
waterwij konden de zwaard-visch-
klip z!ien, zooals de jongen haar bleef
noemen, en andere klippen ten Oosten
en ten Noorden, maar de plaats, waar
wij stonden, was ingesloten door een
donker bosch van teak- en ebbenhout,
en behalve het ruischen der groote
bladeren, hoorden wij niets. De weg
door de bosschages was bedekt met
lang welig gras, hier en daar een mod
derpoel, en er hing een sterke, zware
lucht, niet aangenaam voor een zee
mansneus. Deze plaats beviel mij al
dadelijk niet en ik maakte den jongen
dan ook deelgenoot van mijn gevoelens.
George, zei ik, hoe gauwer wij
weer de planken van het schip onder
onze voeten hebben, des te beter is
het voor onze gezondheid. Als er hier
ergens een huis is, dan is de ladder de
weg erheen, of een van Peter Bligh's
landgenooten heeft haar gebouwd. Zet
je beste beentje voor, jongen,, wij zul
len vroeg dïneeren, als wij niet laat
lunchen.
Met deze woorden volgde ik het pad
door het bosch en liep rechtuit, zonder
te luisteren naar het gekakel van den
jongen, en ook zelf zwijgend.
Het lommer was ons welkom, er wa
ren aardige plekjes voor die er oogen
voor hadden watervallen platsten neer
van de met mos begroeide rotsen, klei
ne meertjes, donker en wonderlijk
blauw hier en daar een beetje groen,
dat geleek op een grasvlakte bij het
landhuis. Maar van woningen of
menschen geen spooren toen de
jongen wat meende te zien, hechtte ik
er geen waarde aan.
Je loopt ie droomen, jongenheer
zei ik waarom zouden zij anders niet.
komen aanloopen. Zij zijn toch niet
bang voor twee ongewapende zeelui,
en een eerlijk man durft zich toch wel
te laten kijken. AJis er mannen liggen
te loeren achter de boom en, wel, laat
ze loerenwel mag 't hun bekomen.
Het kan mij niets schelen, en het zal,
denk ik, jou eetlust niet wegnemen.
Je bent. toch zeker* niet bang voor hen
'tWas niet erg vriendelijk gezegd,
en de jongen was er ook wel wat ge.
voelig over.
Maar kaptein, riep hij, ik zou
nooit bang zijn, als 'ik met u was
Mooi gezegd jongen, !t is een com
pliment, dat ik niet vergeten zal. Wat
voor lui meen je gezien te hebben
Een was oud met een baard. Hij
droeg een gescheurden broek en een
zeemansbuis. Ik zag hem dadelijk,
toen wij het bosch ingingen. De an
deren waren op de heuvels bij den
-waterval. Zij hadden geweren bij zich.
Kom, kom, George, riep ik uit.
Nu zou ik ze maar meteen in een blau
we, Pruisische1 uniform steken, en een
Duitsehe vlag laten zwaaien. Gewe
ren op een plaats als deze, en twee
ongewapende vreemdelingen tegen hen
Waarom zouden de schurken hun
mooie tronies verbergen Als zij wat
van ons wilen weten, wat weerhoudt
hen dan Zien wij eruit als struik-
roovers of als eerlijke lui? Je kan er
zeker van zijn. dat de jonge dame.
die ik ga bezoeken, geen schelmen om
haan huJis zou dulden. Daar staat
Ruth Bellen den te hoog voor. Zij zou
ze gauw genoeg uit haar omgeving
jagen, zooals zij er mee gedaan heeft
toen ik nog schipper was van haar
jacht. Hebben ze je verteld, George,
dat jouw schipper het mooiste schoe-
nerjacht placht te zeilen, dat ooit een
vlag voer?
De jongen keek mij aan en beken
de openhartig, dat hij dit wist.
Zij zeiden, dat de Manhattan
van de jonge dame hoorde, mijnheer,
meer heb ik er nooit over gevraagd.
De lui waren dol op haar. geloof ik.
Zij aanbaden haar, jongen. Zij
was de dochter van Rupert Bellenden,
die een hoop geld vei'diende bij het
aanleggen van de Western American
Railroad, en later in de staal-industrie.
Hij verdronk op zee, toen de „Elbe"
naar den kelder ging. Zijn zoon kwam
in de zaak, maar de dochter kreeg het
huis en het geld. ten minste het beste
gedeelte ervan. Zij was altijd verliefd
op de zee, en toen haar vader nog leef
de, had zij zelf een flinke boot» Toen.
hij istierf, kocht zij de Manhattan.
Jammer genoeg, want ze voer er nu
slechts mee naar de Middellandsche
Zee en daar nam ze den violist tot
echtgenoot Hij was een gelukzoeker
of zoo iets, en kende de vrouwen door
en door. Het geld dat hij had, kreeg
hij, de hemel weet hoe. niet door viool
spelen, daar ben ik zeker van. Want
zoo mooi was zijn muzfiek niet eens.
(Wordt vervolgd).