Eet Buis oMsr IM Tweede Blad, behoorende bij Haarlem's Dagblad" van Donderdag 25 Sept. 1902. Mo. 5802 Grensregeling. Voorheen en Thans. Indertijd hebben wij het ontwerp- wet tot wijziging van de grens tus schen de gemeente Haarlem eener- zijds en de gemeenten Bloemendaal, Schoten, Haarlemmerliede en Spaarn- woude en Heemstede anderzijds, aan onze lezers medegedeeld, vooral art. t van dit ontwerp eischt bepaaldelijk een studie, wil men zich vooraf een beëld kunnen vormen dezer grenzen. Wel iis er een kaart ter verduidelijking bijgevoegd, doch in werkelijkheid kan men zich niet gaan vergewissen, hoe de grenzen zullen worden en hoe meer men een studie tracht te maken van art.. 1, des te meer zullen den onder zoeker de stectienummers gaan dui zelen. Als wij het aantal personen nagaan, die op dit oogenblik belast zijn met de beoordeelmg der voorgestelde grens wijziging, dan kunnen wij veiilig hun aantal op honderd schattenwel een bewijs der belangrijkheid! van 't weTk. Voorheen ging- men minder om slachtig te werk, en toch werd geen duim breed toegegeven, hetgeen o. a. blijkt uit een overeenkomst, die wij hier gedeeltelijk laten volgentus schen de edeie grootagtbare heeren burgemeestere der stad Haerlem. ter eenre, en door den beer Paules Loot, heere van Zuijdakendam en Haerlem- merliede ter ander zijde, gedaen bin nen Haerlem, den 22o. Augustus 1735. Verbaal van de Liniescheidinge van de vrijheid dier Stad Haerlem. tegen die van de heerlikheden Zuid-Aken- dam en Haerlemmer Liede voltrok ken den 22 van Augustus 1735. Eerstelijk, dat de scheyding van de vrijheid der Stad Haerlem, tegen de heerlijkheid van Zuidakendam sal be ginnen ter halver Delft, een honderd en twintig roeden, zeven voeten en vijf duijmen ten zuijden de vookant van de zuijysloot van de Kleverlaan, langs den voorschreve Delft heep. te meten, zijnde dit punt regt op 't m'idden van een sloot, die d;e noodersclteiding is van het stuk land, toebehorende eenen Tij® Joosten, van outs, nu Corz. Jansen, en waer nevens, ten noorden het landt van de heer Jaan Cavallier belend is. Ten tweede, dat van daar in een regte linie de scheiding sal gaan tot het boerenhuys van de voorschreve CoUs. Jansen, voortijds Cornelis. Wou- terse van der Meer, dat tegenover het leprosenhuijs staat, aan het so ge noemde Sieken, van welk boerenhuijs de oosthoek van de zuijdelijkste muur sal wesen het tweede ischeijpunt; welk scbeijpunt. off hoek van gemelde huijs staat agt roeden, zeven voeten en drie duijmen ten noorden de noordelijke ge vel van het leprosenhuijs. Op den. 6de Junij 1735, als wanneer door de bovengemelde heeren (mitsga ders nog wegens de Stad Haerlem. present zijode de heer meester Gilles Glai'ges, raad en regesrend burgemees ter derzelve stad) nog een nader con ferentie wierd gehouden, is wijders goedgevonden. Ten derden, dat vierendertig roeden negen voeten uijt het midden van het vuijlerak. langs de oostwal van het Sparen, noord aen te meeten, sal we zen het punt of de hoogte, waarover komt te vallen de scheijlinie van het Zieken af tot alhier agtien roeden ten oosten de oostkant van het Sparen in het veld, agter het zaagmolenaars huijsje van de molen Anthony van Bemmelen, genaamt de Hoop. zeven roeden 'en een voet ten oosten het zelve huijsje, alwaar een teken is gestelt, komende de lindeboom in 't velt, ten oosten de plaets van de heer Chate- lijn ende de noordkant van de school steen van dit huijsje te -staan, in de .voorschreven© regte raaije of scheij- linie. Werd ende verstaan, dat al hetgeen ten zuijden van de voorschreve linien ligt, onder de vrijheid der. stad Haer lem, en hetgeen ten noorden van de zelve gelegen is, onder Zuijd Akendam sal behoren, te weten so verrre als de- selve heerlijkheid ten oosten is strek kende tot het halve Sparen, en dat daar vandaan tot het laatst genoemde punt, ten noorden van dezelve linie, verstaan werd te wesen de heerlijkheid van de Haerleminerleid'e. Ten vierden, dat vervolgens de scheijding van de vrijheid der Stad Haerlem, tegen de heerlijkheid de Haerlemmerleide, van dit laatstge- noemde punt in het veld. agter het voorschreve zaagniolenaarshuijsje, sal gaan zuijdoostwaardls aan, tot op de oude Haerieminerweg, nu genaemt de Perminxveerderweg. twee voeten ten oosten de zuijdoosthoek van het tuyn huijsje van de tuijn van Evert Maté. azijnmaker, aan lui is, alwaar op de voorschreve weg teegen de slootkant bij het voetpad mede een teek en .s gestelt, drie en zegtig roeden agt voe ten, vijf duijmen, ten zuijdwesten het midden van de Vriesse brugge in of na de Wam-derweg, langs het voor schreve voetpad heen te meeten. Ten vijfde, dat hier vandaan zuijde- lijk op, de voorschreve scheiding in een regte linie sal gaan tot op de Snmerweg bij Rustenburg aldaar val lende in een groot? bogt. tegenover een slootje tot scheijding van landen, sijnde hier in de zuijdkant van dezel ve weg een teeken gestelt, vijf en zes tig roeden en ten voet ten oosten het midden van het bruggetje dat over de Goowatering legt, in de Somerweg te weeten langs de zuijdkant van de voorschreve weg te meeten. Ten zesde, dat vervolgens de scheij ding van dit vijfde punt sal gaan, zuijd- en zuijdwestwaarts in een regte linie, tot in het stuk land' van de heer Nanning van Foreest, burgemeester te I-Ioom, waar in, tegen de westkant van de Goowatering, een scheijteeken is gestelt, agt roeden vier voeten, en vijf duijmen ten zuijden de zuijdkant van de noorder en drlie en twintig roeden en twee voeten ten noorden de noord kant van de zuijder scheijsloot, van hetzelve stuk land. En ten zevenden, dat van dit laatste punt de voorschrevene scheijd'ingsli- nea recta, westelijk aangaan sal. raalj- ende op het midden van het speelhuijs je. staande aan de noordzij van de plaats, toebehoorende aan de erven van de heer Neuville (genaemt Sparen- hout) tot in het hailve Sparen, sijnde, tot een teeken deser streklcinge, in de voorschreve linie, een paaltje geslagen op de westkant van de Schalkwijker weg. Sulks dat van het halve Sparen, van de scheijding van Zuijdakendam af, ten zuijdw.e§ten, westen en noorden van de vier laast genoemde linien, de vrijheid detr Stad Haerlem en ten noordoosten, oosten en zuijden, tot wederom in het halve Sparen tegen de scheijding van de heerlijkheid Heem stede, het ambagt Haerlemmerleede gelegen is. Zooals onze lezers zullen bemerkt hebben, kwam deze belangrijke uit breiding onzer stad tot stand tusschen ■slechts twee personen. Wij gelooven. melt ale respect voor de diverse Connniissiën die over de thans voorge stelde wijziging hebben te1 oordeelen dat wanneer ook n u deze overeenkomst door twee personen geregeld moest worden, het althans vlugger zoude gaan dan op de tegenwoordige, welis waar wettige wijze. Althans, wat 'ons betreft, wij zouden onzen tegenwoordi- gen Burgemeester gerustelijk carte- blanche in deze zaak durven geven. Gemengd Nieuws. Wmterperspectieven. Sneeuw is dezer dagen in de1 Voge zen gevallen. In 150 jaar is dat niet zoo vroeg in het jaar gebeurd. Londen zat dezer dagen 's morgens in den eersten dikken mist van art. na jaar Twee bootje-s zijn op de Theems rneit elkaar in aanvaring gekomen; het bleef bij averij aan beide zijden. De moeite niet waard. Twee dieven hebben gisternacht in gebroken in het gerechtsgebouw te Hamburg. Zij drongen de kantoren binnen, trachtten (tevergeefs de brand kast te openen, braken alle lesse naars open en gooiden alles door el kaar. Het eenige, wat hun in han den kwam, was een voor de weezen geplaatste bus, die voor ongeveer f 3 aan geldstukken inhieldl Over een aapje. Iemand, die m Duitsch-Afrika terug 'keerde, bracht een aapje mee naar huis. Tot Genua werd het vrachtvrij vervoerd. Van Genua tot de Zwitser- sche grens moest de eigenaar er voor betalen als voor een vogel, 1.50 fr. en op den Gottliardspoorweg als voor een hond, 8.40 fr. Op den Oost-Zwitser- schen spoorweg wierd de aap behandeld als een reizigerskoffer, zoodat de eige naar er 80 centimes voor moest beta len. Op den Badenschen spoorweg be schouwde men liet diertje als handba gage, en dus vrij van vrachtmaar ui Wurtemberg werd het weer als hond behandeld. Waar blij it het goud Een Amerilcaansch geleerde heeft be rekend, dat zijn landgenooten, de hee ren dentisten, jaarlijks niet minder dan achthonderd kilogram goud gebruiken om te zorgen, dat. de zonen en dochters van Uncle Sam niet van den tand ra ken. Dit gewicht vertegenwoordigt een waarde van twee en een half mil- lioen frank, een bedrag', dat met de begrafenis der dlragers letterlijk naar den kelder gaat. Als dat nog drie eeuwen duurt, (wat 'n langen tijd) dan bergen de Amerikaansche kerkhoven een scliat van 750.000.000 frank, juist het bedrag dat 'in de Ver. Staten aan geld in omloop is. :n Advies voor John Buil Bedelbrieven. Gedurende zijn verblijf in Parijs heeft de Shall van PerzJië een enorme hoeveelheid brieven ontvangen, waar van de meesten bedelbrieven waren Een blad deelt mede, dat hij er gemid deld 2000 per dag ontving. Wij laten er hier eenige volgen. Zoo is er een van den volgenden in houd „MajesteitIk ben 75 jaren oud den dood nabij. Ik heb de sieraden gezien, die gij op uw kleed' droegt. Een enkele van deze edelsteenen zou vol doende zijn mijn verder leven te ver zekeren. Geef mij toch dien eenen. Gij zult het nauwelijks merken. Een ander schrijft „Ik heb uw aankomst bijgewoond maar ik heb veel meer op uw bagage dart op uzelf gelet. Men zei, dat al die kisten met goud gevuld waren. Denk nu eens, dat u een van deze kis ten onderweg hadt verloren..Uwe Ma jesteit zou het niet eens gemerkt, heb ben. Daarom verzoek ik u dringend, or mij een te sturen." Een jong meisje vraagt om een van de vele ringen van den shah, daar haar verloofde te arm is, om een rinj te koopen. Uit de provincie schreef iemand „Majesteit! Ik was in Parijs en wilde u voorbij zien rijden. In het gedrang stal een dief mij een diamant, uit den zak. Het was de eenige dia mantvan mijn vrouw, en ik wilde hem bij een juwelier brengen en in een ring laten zetten. Nu heeft mijn vrouw niets meerEigenlijk ligt de schuld hij u, al liebt gij het niet ge daan. Maar vindt gij het n'iet billijk mij een anderen diamant te geven? De schrijver van den laatsten brief is een lid van de rechterlijke macht. ontsnapten met levensgevaar. De be volking verkeert in de grootste-onrust. Afgrijselijk tooneel. De gevangenis van Hackensack, in den Anierikaanschen staat New-Jersey, s Zaterdag het tooneel geweest van afgrijselijke gebeurtenissen. Men was op het punt zekeren Peter Hernia op te hangen, die wegens moord ter dood veroordeeld was. Toen de beul' en zijn helper hem naar de galg zouden brengen, wist. Peter Hernia hun te ontsnappen. Hij nam de vlucht in een gang, orak een stuk gaspijp af en dreigde iedereen, die hem nabijkwam, de hersens te zullen inslaan. De gevangenbewaar ders vielen o^ hem aan doch moesten, na eein verwoeden strijd, afdeinzen. Daarop werd Peter Hernia uit twee brandslangen bespolen en. doordat, hij verblind was door het water, slaagde men er in. hem aan handen en voeten te binden. Zoo werd hij naar de galg gesleept en opgehangen. Een blind geworden kellner te Ber lijn, die zijn gezin niet meer onder houden kon op de vroegere wijze, vond een schat. Hij wist uit ervaring, ho< veel behoefte de kellners "s avonds aan kleingeld hebber.. Hij ging nu 'smid- dags naar de tramconductuers, die blij waren, het vele kopergeld, dat zij dien dag ontvangen hadden, te kunnen inwisselen voor grootere geldstukken, daar ze zoo hun geldt aschjes en des avonds de afrekening verlichtten. De blinde kreeg het. kleingeld dus gratis 's Avonds ging hij, door zijn kinderen geleid, naar de groote restaurants en Wiisseld© nu tegen een kleine provisie hij de kellners groot- tegen kleingeld, van welke verdienste hij tot aan zijn dood met zijn gezin leefde. Een ontzettende paniek ontstond' Vrijdag in een kerk van ne gers-Baptisten to Birmingham (Ala bama). De kerk was stampvol, onge veer twee duizend personen waren te genwoordig. Plotseling ontstond ach ter in het kerkgebouw twist tusschen twee negers, wier geschreeuw: „ngnt! fight!" men verkeerd verstond en meen de. dat er „brand!" (fire) geroepen werd. Iedereen drong naar de uit gangen, doch deze waren weldra zoo volgepropt met menschen, dat nie mand meer voor- of achterwaarts kon. Sommige sprongen op de banken en vielen, om bijna onmiddellijk daar op door anderen te worden vertrapt. De sprekers op het podium trachtten de menigte genist te stellen met bet geroep: quiet! quiet!" (kalm) docli ook dit werd als ..fire' verstaan. De pa niek duurde 3 volle uren. De aange rukte brandweer slaagde er in. aan de paniek een einde t,e maken. H'et aantal dooden bedraagt tachtig en daaronder zijn alle kinderen, die aan wezig waren. Tachtig personen zijn ernstig en ruim honderd licht gewond» Bestuurbare ballons. De Engelsche ingenieur Stanley Spencer heeft Zaterdag geruim en tijd met een door hem uitgevonden lucht ballon in alle richtingen boven Lon don gemanoeuvreerd. Hij legde ecu afstand van ongeveer 50 KM. af. Hei luchtschip gehoorzaamde aan alle ptmirbedoelingen. De ballon is 25 me ter lans, heeft een middellijn van ruim 6'1/2 meter en lijkt op een wal- visch. Hij wordt gedreven door een petroleum-motor. Vijf kinderen verpletterd. Zaterdag in den namiddag heeft een vreesdijk oneeluk plaats gehad te Hei- stal, in België. Kinderen speelden in een'slop. dat afgesloten was door een 2 meter hoogen muur. Plotseling stort te deze muur in en begroef vijf kinde ren. meisjes van 3 tot 9 jaar. Allen werden gedood1. Het heet. dat de muur ingestort is. doordat er aan de andere zijde groote hoeveelheden bouwmateriaal tegen lagen opgesta peld. Hondeiivoeder. De overblijfsels van 't eten in de restaurants worden in groote steden veelal als hondenvoeder verkocht. Te Berlijn nam een ondernemer menschen. aan, die met een wagen net honden- eten uit d© restaurants afhaalden en het dan 's middags aan de klanten thuis brachten. Op 't laatst had hij er zooveel, dat hij niet genoeg honden- eten in de restaurants kon krijgen, en toen namen twee ondernemers samen het besluit, kokerijen aan te leggen, waarin goed, al was het dan ook geen prima, vleesch gekookt en 'smdd'dags voor de honden thuis werd gebracht, tegen 20 cents de portie, met bouillon. Eén leverancier van hondenvoeder bedacht echter nog een andere uit breiding van zijn zaak. Hij vond on der de vleeschiresten uit dé restau rants zeer goede stukken, liet op zijn kosten verschillende bakken in de keu kens dier restaurants plaatsen en wist door fooien het personeel over te ha len de etensrest] es voor hem te sor- teeren. Hij kreeg daardoor, behalve de mindere stukken voor liet honcven- voer, ook zoo' goede stukken, dat hij een ..handle] in vleeschresten" kon be ginnen. en binnenkort had hij een do zijn vrouwen aan 't, werk, die het vleesch verder sorteerden, en een groote menigte klanten ondier de ar men. die nu een pond goed vleesch, dat alleen gewarmd behoefde te wor den voor 15 ets. konden krijgen. ster. De schilderes, cle musicienne, de onderwijzeres, de schrijfster, de journaliste en zelfs de vrouwelijke stu dent komen nog achter de winitetfuf- frouw. die fabriekarbeidster en net dienstmeisje. Hoe knapper en ontwik kelder de vrouw is, des te minder aantrekkingskracht oefent zij blijk baar op de Amerikaansche mannen uit. Het, is bovendien geen wonder, dat in Amerika de typiste en de verpleeg ster de huwelijkspalmen wegdragen. In de eerste plaats vindt, men in geen and'er vak zooveel schoon© vrouwen en in dé tweede plaats komen zij het meest van alle om het bestaan strij dende diames Vn aanraking met. man nen. Een opvallend mooie ziekenver pleegster. d'ie onlangs gehuwd is met een gezeten inwoner van Boston, dien liad opgepast tijdens een zware ziekte, kan er zich op beroemen, dat zij in de vier jaren, dat zij verpleeg ster is geweest, meer dan een dozijn malen ter huwelijk is gevraagd. Dei zeldzaamste courant ter wereld is die van keizer Wilhelm II. Slechts twee exemplaren komen er van uit. Door 2 bijzondere secretarissen wordt het blad samengesteld' uit knipsels uit de verschillende groote couranten der aardie. die betrekking hebben op het geen in de respectieev landen aizoo over 's keizers doen en laten wordt ge dacht. en gezegd. Een der beide exemplaren gaat ter stond naar de keizerlijke biblïotneek, het andere bij de archieven. een heel stuk geschut en het ligt tot nu toe in het duister, hoe dat rcuzeustuk ongemerkt weg is gehaald. Staiidböel(leu-mauie. De menschen die werkelijk geieeict hebben, voldoen niet meer aan de be hoefte van menschen, die standbeelden willen oprichten: men gaat reeds voor fictieve personen standbeelden manen. Een P ar ijsch. rente nier hoeft, het pian, bij testament, een som Beschikbaar te stellen om een standbeeld op te rich ten van Jean Valjean uit de „Misé- rables". Eén dinv ïs zeker: dit stanciueeld ziende, zouden minder menscnen vra gen: wie was 'dak? dan bij het zien van vele gedenkteekens voor men schen,, die wèl geleef d hebben. Torst Te Troyes, in Frankrijk, heeft het in den nacht van Vrijdag op Zaterdag gevroren. De groenten hebben er veel door geleden. Aardbeving in Australië. In verschillende Noordelijke staten van Zuid-Australië hadden Vrijdag aardbevingen plaats. Te Adelaide zijn verscheiden kerken en andere gebou-* wen beschadigd en enkele persunen Welke yrouw heeft de meeste huwelijksvooruitzichten Sed'ert het aantal vrouwen en meis jes, die in haar eigen onderhoud moe ten voorzien, gestadig toeneemt, doen menschen, die niet over gebrek aan tijd te klagen hebben, moeite, na te gaan, welke huwelijksvoor uitzichten verbonden zijn aan ieder aoor vrou wen uitgeoefend1 beroep. Zoo heeft een dame te San Francisco, die sedert ja ren statistieken bijhoudt, de resultaten van haar nasporingen met betrekking tot haar landgenooten in het Ameri kaansche tijdschrift „Argonant" be kend' gemaakt. „Velen zullen van meening zijn" aldus heet het in haar artikel „dat de tooneelspeelster de beste kansen heeft een man te krijgen, Zij ver staat het het best. haar bekoorlijkhe den tot haar recht te brengen en even tueel niet voorradige te verbergen. Ook heeft zi< het meest gelegenheid zicli in verleidelijke toiletten te ver- toonen aan de bewonderende blikken der mannenwereld en het is haar veel gemakkelijker dan andere ongehuw- den dames kennis te maken met hee ren. Niettemin komt de tooneelkun- stenares eerst in de derde plaats <--p de lijst, van vrouwelijke hu wel ij kscandi- daten. d'ie een beroep uitoefenen. Zij wordt schitterend geslagen door de lype-writeresse en de ziekenverpleeg- Trouw tot in den dood. Do opzichter eener pachthoeve van den aartsbisschop te Olson, den neer Jolian Baclanioek, stierf tegen liet ein dé van den vorigen winter als oudé vrijer op zijne jachtlioeve. De heiae ge trouwen. die eenen halven menscnen- leeftijd om hem heen geleefd hadden waren zijn jachthond en zijne huis kat Voor de begrafenis weiken die beidé dieren niet van zijn lijk en ga. ven door de meest treurige geluiden uitdrukking van hunne smart. Den dar na dé begrafenis vond men dien hond! doodgevroren voor de gesloten poort van hef kerkhof. Nog groot er echter was dé verwondering van de kerkhof-bezoekers, toen zij het graf van den ouden pachter nadierdien. Op den grafheuvel lag de huiskat in de sneeuw eveneens doodgevroren. Hoeyeel weegt een kwart millioen francs in goud Bij den laatsten grooten diefstal in d'e bank te Parijs hebben de aieven een kwart millioen francs meegeno men uit 2 zakken die ieder ongeveer 120,000 a 125,000 francs in twintig francs-stukken bevatten. Zooals de „Neme Freie Presse" mededeelt, is het niet aan te nemen diat deze geweldige hoeveelheid; muntstukken het. zijn immers 12,500 goudstukken in één keer meegenomen zijn. Ook een een voudige berekening van net. gewicht maakt liet onwaarschijnlijk* dat deze daad door één persoon. In één enkelen keer gedaan is. Honderd francs in goud wegen 32,25806 Gram. en dit. s-eldt voor munten van 50, 20, 10 en 5 francs. Een kwart niillioen Irancs in goud wegen dus tachtig en e©n nai ve kilogram Het vervoer van zoo'n zwaren buit. die daarenboven zoo op vallend en zoo omvangrijk is, zou een athletischen dief vorderen. De dieven zijn oyer het algemeen, lichamelijk zwak. maar er zijn uitzonderingen en vooral onder de bran d k a st envern i el er s en bankberoovers vindt men herku- lisch gebouwde individuen. Wat ech ter behalve het medegedeelde en de omstandigheid dat men geen sporen van geweld'd'adigen inbreking gevon den heeft, er op wijst, dat de misdaad gepleegd is door iemand aan de bank werkzaam, is het feit, dat vreemue in brekers zelden op munten los gaan maar liever groote hoeveelheden wei nig omvangrijk papier van waarde meenemen. De groote diefstallen van voorwer pen van een dusdanig gewicht zijn zeer zeldizaam. Toch heeft men vooroeel- den van het wegstelen van veel groo tere voorwerpen van verbazend groot gewicht. Men herinnere zich slechts do ka- nonnendiefstal uit het Weener arse naal. Van een op de rails staande spoorvveg'waggon verdween 's nacnts Een vastende reuzenslang. De slangen zijn zeer grillig. Er zijn er, die goed eten, er zijn er echter ook, die met hei grootste genoegen een maand vasten, Er zijn er zelfs, die systematisch al het voedsel weigeren, al zoekt men hei allerverleidelijkste uit. Dit geldt natuulijk voor slangen in gevangenschap. In Parijs, in de menagerie van het museum, heeft men een slang uit Amerika, die vijftien maanden zonder eten bleef en een ra telslang, d'ie eerst na 26 maanden vas ten haar voedsel aannam. De heer Vaillant, professor aan het Museum, vermeldt, dat. een slang van Madagascar, die op hei oogenblik nog leeft, 23 maanden zonder voedsel bleef, en dat een reuzenslang eerst na 29 maanden vasten voedsel aannam. Er zijn er die deze economische leefwijze kunnen volhouden, maar de meesten eindigen met te sterven. Zoo ging het met twee ratelslangen, die, na drie en vier jaar vasten, op zekeren dag rus tig stierven. De 17de November 1899 kwam in de menagerie van het Museum een prach tige reuzenslang, in Japan gevangen. De heer M. J. Pellcgrin belast met den zorg over de reptielen van het Museum, deelt hierover het volgende mede aan de Société Zoologique Deze slang was 6 Meter 45 cM. lang; haar kleur was levendig en schitterend haar omvang was enorm en haar be wegelijkheid verried een uitstekende gezondheid. Men bood haar de groot ste verscheidenheid van voedsel aan, zij weigerde steedsschapen uit Da. homey, lammeren, ganzen, eenden, konijnen. Zij versmaadde alles. Som tijds worgde zij een van die dieren, maai* liet het toch weer liggen. Deze reuzenslang werd zorgvuldig waargenomen door den heer Pellegin. ten eerste in de hoop haar te beletten van honger te (Sterven, zooals die, waarvan zooeven sprake was, en ver der ten einde te onderzoeken hoe groot de gewichtsvermindering van liet dier was, toen het van honger stierf, of wel, na welke gewichtsvermindering het dier niet meer kon leven. Het is duidelijk, dat in zulk een geval de slang zichzelf opeet. Wanneer is zij ver genoeg uitgeteerd dat. do dood er op volgt Volgens oude proeven van Chassat te Geneve, eveneens gedaan met koud bloedige dieren, treedt de dood eerst in, wanneer het dier 40 tot 50 percent van zijn oorspronkelijk gewicht ver loren heeft d.w.z. wanneer het de helft van ziichzelf verslonden heeft. De heer Pellegin is tot de volgende resultaten gekomen bij de slangen. Vele dezer dieren sterven zoodra het gewicht ongeveer met 3S percent was afgenomen. Dit was alleen het geval hij totaal vasten, d.w.z. niet eten en niet drinken. Wanneer de dieren wel mochten drinken, dan trad de dood eerst in, wanneer de gewichtsvermin dering 43 percent bedroeg, maar de le vensduur was bij deze dieren ongeveer drie maal zoolang als hij de slangen, d'ie in 't geheel geen water kregen. De reuzenslang van. het Museum at niet, maar baadde zich van t ijd tot tijd in zijn bassin,wat natuurlijk haar le ven verlengde. Ten slotte zag men haar krachten verliezen, en zij werd aanmerkelijk magerder. De zoo leven dige kleur van de slang verdween, om plaats te maken voor een doffe, grijs achtige tint. In het begin van het jaar 1902, was zij verbazend mager geworden.. Ge voelloos en onbewegelijk lag zij opge rold in een hoek van haar kooi. Men trachtte haar eléren in de keel te gie ten, doch zonder gevolg. Langzaam en achtereenvolgens stierven de vel schillende organen af. De groote reu zenslang overleed den 20sten April 1902, dus. na 2 jaar 5 maanden en 3 dagen vasten. Het dier. waarvan liet gewicht, bij zijn komst 75 K.G. was. woog na zijn dood niet meer clan 27 K.G. Het gewichtsverlies was dus 48 K.G, cl. i. twee derde van het oorspron kelijk gewicht op 66 percent. Men kan dus aannemen, dat, ten minste bij zekere groote slangensoor ten. die vrijwillig vasten, de dood eerst komt., wanneer cle gewichtsverandering veel grooter iis, dan men tot nog toe mogelijk achtte. (Eigen Haard). Weduwnaars en Wednwenclubs. Vereenigingen, sociëteiten en clubs verrijzen nog steeds met den haasti gen groei der paddestoelen. New-York is met één club op de zooveel duizend verrijkt, en wel met den weduwnaars- en weduwenclub! Reeds telt deze in stelling, nog maar zes maanden oud, honderd en vijftig leden. Niemand! wordt toegelaten, die niet bij machte Fenilleton, door MAX PEMBERTON. Ik neem altijd' wat ik krijgen kan, en d'enk niet over de suiker, zei ik, en toen cluwcl'e op hem op zijdé, lichtte den klink van het tuinhek op, liep naar binnen, en zag miss Ruth. HOOFDSTUK III. Zij zat in een prieeltje dicht begroeid met bladeren, en naast haar een oudé dame, zoo mager als een talhout, die wij tante Rachel plachtten te noemen. De dames zao-en mij niet, toen ik bin nenkwam. maar een Chiineesche be diende zeidie ..goeden middag" teilen den man met het geele gezicht, daen wij onder 't d'alen tegen waren geko men. en toen stond Miss Ruth want zoo bleef ik haar nog noemen, daar mevrouw Czemy mij nog niet over dé lippen wilde ik zeg. toen stond Miss Ruth op, eien vuurroodle Kleur overtoog haar wangen, zooals de vloed een ledige kuil aan het strand vult, en zij stond d'aar, alsof zij door den bliksem getroffen, niet in staat was een enkel woorcl tegen wlen ook uit te brengen. Ik draaide mijn hoed tus schen mijn vingers en keek verlegen voor me; want het is een vreemde har re, wei van twaalfduizend mijlen ver te komen, en om haar iéts te zeggen rneft den onbekenden forschen zeeman naast mij. Miss Ruth, zei'de ik ten laatste, ik ben volgens uw orders hier geko men, het schip ligt ook hier, en wij wachten op u om aanboord te gaan. Z" scheen naar mij te hooiren ars iemand! die er de zin niet van vat. Ik zasr haar de hand, aan haar keel bren gen, alsof daar een prop zat, en de oude d'ame di!e wij tante Rachel noemden, riep wel een keer of twee, drie:: „de Hemel bewaar me". De gele man sprak het eerst; hij ging recht voor Miss Ruth staan en riep in haar oor met een stem, die je wel boven op de heuvels had kunnen hoor en: Vandaag kunt u niet aan boord gaan, mevrouw. Wat zou de mees ter wel zéggen, als hij van. zijn verre reis thuiskomt, en. u niet aan land is om hem op te wachten? Zoover ik mij kan herinneren, heeft u niets van een schip geze^' en dé gouverneur zal erg veel pleizier hebben als hij er van hoort. Zal ik hem nu maar zeggen, d'at hij aan boord moet .gaan, me vrouw'? Vindt u dat zelf ook niet beter? Hij schreeuwde diat zoo hard als iemand' die een schip praait. Ik weet niet hoe 't mij zoo plotseling in 't hoofd opkwam, maar van dat oogen blik af wist ik dat mijn meesteres bang was ja doodelijk bang, zooals niet. ve len ooit zijn geweest. Niet d'at zij er iets van zei'de. of 't door een of ander teeken aan een vreemdeling te ken nen gaf, maar er was een blik in haar oogen. die duidelijk sprak; „en Bij den hemel", zeide ik tot mijzelf, „van daag nog zal ik dé waarheid weten, al waren er ook honderd gele kerels!" Niettemin hield ik als een wijs man mijn mond', en wat ik zei'de, was tot den man niet d!en baard gericht. Jij hebt net zoo'n mooi, zacht ge luid voor een nachtegaal, zei Ik. als jij op den misthoorn wi'lt blazen op de Sarlingen, zou je je fortuin kunnen malcen! Is de jonge dame doof diat je schreeuwt als een havenmeester? Hou je gemak man, zei ik, je zult Je heer lijke keel pijn doen. Hii was wijs genoeg zich om te draaien, maar mijn meesteres, die ai dien tijd als een standbeeld had' ge staan, sprak nu voor 't eerst, en beide handen naar mij uitgestrekt houdend, riep zij: O, kapitein Begg, kapitein Begg, bent u eindelijk hier heelemaal naar toe gekomen? ik kan 't nauwelijks ge looven, zeide zij. ik kan 't werkelijk niet gelooven! Toch is 't zoo, antwoordde ik, haar Amierikaansch. 't aardigste dia lect. d'a-t ik ooit gehoord had,, overne mend, Ik ben op weg naai- Frisco, en ik kwam hier omdat, ik 't. beloofd liad Mijn schip ligt gindsrii. Miss Ruth, en daar zijn eenigen aan boord, die u kennen, Peter Bligh en mijnbeer Jacob; en deze kleine man heet George Venn, zeide ik, hem voorstellende, maar hij zal wel grooter worden. Met deze woorden duwde ik dep jon gen naar voren, en hij wat onnoo- zel en zooals alle zeelieden blozend, wanneer zij een aardige vrouw van hoogeren stand zien nam haar hand en zwaaide liem als een pompslinger heen en weer, terwijl de oude tante Rachel, een grappige dame met de bril, een beetje over zeelui begon te kletsen, zooals zij altijd deed', en een minuut of twee was 't alsof wij vrien den waren, die elkaar op den hoek van een straat ontmoet, hadden. Ik ben blij je zoo gezond terug te zien, kapitein Begg, zeide zij. En daar bij zoo'n gevaarlijk leven; ik had al tijd medelijden met die zeelui', arme kerels, wanneer jelui 's wintersnachts in 't want moeten klimmen. Dat is minder, mevrouw, zei ik. Ik hoon. dat ge u op deze vreemde kust niet Verlaten gevoelt. Ik houd! van dit eiland, zeide zij ernstig en strak, mijn waarde neef is een zonderling, maar wij moeten ons brood nemen, zooals wij 't op aarde vindén, mijnheer Begg. en er dank baar voor zijn. Arme Ruth, zi] voelt zich nu erg ellendig en ongelukkig, maar ik kan haar verzekeren dat 't zich ten laatste wel ten beste zou schikken. Laat haar een weinig ge duld hebben, en zij zal haar zin heb ben. Zij mist hier niets zij keeft ■elk gemak. Als haar man zulk een te huis voor haar kiest, moet zij er zich aan onderwerpen. Het is onze plicht onze echtgenooten te gehoorzamen, leert de catechismus ons, kapitein. „Als jij er maar een had geüad," dacht ik, maar ik knikte tegen de oude dame. en keerdte mij tot mijn meeste res, die mil nu aansprak. Ge blijft hier toch lunchen. Ka pitein ge moet niet denken, dat wij ongastvrij zijn, zelfs al verlaat gij ons dadelijk. Mr. Denton, wilt ge als '1 u blieft zeggen, dat kapitein Begg met ons blijft lunchen zoo spoedig mogelijk? Zij keerde zich tot den gelen man om hem ddt te bevelen; maar er was geen twijfel aan, dat hun oogentaol van haai- zijde beteekende: ..Laat. ik dit nu mogen cltoen". van zijn Kam. ..Later zult ge er voor moeten boeten". Maar gine toch regelrecht naar de veranda van het huis, en terwijl hij niet den kok onderhandelde, sprak ik het eerste openhartige woorct met me vrouw Czcrny. Mevrouw, zei ik, het schip is hier, zullen wij nu gaan of hier blijven? Ik had dit gezegd', om nu eens ge heel en al klaarheid tusschen ons te brengen; ik wilde van liaar weten of zij mij noodtie had of niet, daar ik haar helpen wilde, wat er ook van mocht komen. Nooit zal ik haar ant woord vergeten. Ga dan, zeidie zij. zoo zacht, nat niet veel meer dan een gefluister was ,maai\ okom iti 's Hemels naam weer h:: mij terug. Jasper Begg. Ik knikte en veranderde van ge sprek. Denton, de man met den gelen baard (Kess Denton, zooals hij op 't eiland genoemd werd), was achter mij. bijna voor zij nog had uitgesproken. De oude dam© begon te spreken over

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5