Eet Buis oMsr IM
Tweede Blad,
behoorende bij
Haarlem's Dagblad"
van
Donderdag 25 Sept. 1902.
Mo. 5802
Grensregeling.
Voorheen en Thans.
Indertijd hebben wij het ontwerp-
wet tot wijziging van de grens tus
schen de gemeente Haarlem eener-
zijds en de gemeenten Bloemendaal,
Schoten, Haarlemmerliede en Spaarn-
woude en Heemstede anderzijds, aan
onze lezers medegedeeld, vooral art. t
van dit ontwerp eischt bepaaldelijk
een studie, wil men zich vooraf een
beëld kunnen vormen dezer grenzen.
Wel iis er een kaart ter verduidelijking
bijgevoegd, doch in werkelijkheid kan
men zich niet gaan vergewissen, hoe
de grenzen zullen worden en hoe meer
men een studie tracht te maken van
art.. 1, des te meer zullen den onder
zoeker de stectienummers gaan dui
zelen.
Als wij het aantal personen nagaan,
die op dit oogenblik belast zijn met de
beoordeelmg der voorgestelde grens
wijziging, dan kunnen wij veiilig hun
aantal op honderd schattenwel een
bewijs der belangrijkheid! van 't weTk.
Voorheen ging- men minder om
slachtig te werk, en toch werd geen
duim breed toegegeven, hetgeen o. a.
blijkt uit een overeenkomst, die wij
hier gedeeltelijk laten volgentus
schen de edeie grootagtbare heeren
burgemeestere der stad Haerlem. ter
eenre, en door den beer Paules Loot,
heere van Zuijdakendam en Haerlem-
merliede ter ander zijde, gedaen bin
nen Haerlem, den 22o. Augustus 1735.
Verbaal van de Liniescheidinge van
de vrijheid dier Stad Haerlem. tegen
die van de heerlikheden Zuid-Aken-
dam en Haerlemmer Liede voltrok
ken den 22 van Augustus 1735.
Eerstelijk, dat de scheyding van de
vrijheid der Stad Haerlem, tegen de
heerlijkheid van Zuidakendam sal be
ginnen ter halver Delft, een honderd
en twintig roeden, zeven voeten en
vijf duijmen ten zuijden de vookant
van de zuijysloot van de Kleverlaan,
langs den voorschreve Delft heep. te
meten, zijnde dit punt regt op 't m'idden
van een sloot, die d;e noodersclteiding
is van het stuk land, toebehorende
eenen Tij® Joosten, van outs, nu Corz.
Jansen, en waer nevens, ten noorden
het landt van de heer Jaan Cavallier
belend is.
Ten tweede, dat van daar in een
regte linie de scheiding sal gaan tot
het boerenhuys van de voorschreve
CoUs. Jansen, voortijds Cornelis. Wou-
terse van der Meer, dat tegenover het
leprosenhuijs staat, aan het so ge
noemde Sieken, van welk boerenhuijs
de oosthoek van de zuijdelijkste muur
sal wesen het tweede ischeijpunt; welk
scbeijpunt. off hoek van gemelde huijs
staat agt roeden, zeven voeten en drie
duijmen ten noorden de noordelijke ge
vel van het leprosenhuijs.
Op den. 6de Junij 1735, als wanneer
door de bovengemelde heeren (mitsga
ders nog wegens de Stad Haerlem.
present zijode de heer meester Gilles
Glai'ges, raad en regesrend burgemees
ter derzelve stad) nog een nader con
ferentie wierd gehouden, is wijders
goedgevonden.
Ten derden, dat vierendertig roeden
negen voeten uijt het midden van het
vuijlerak. langs de oostwal van het
Sparen, noord aen te meeten, sal we
zen het punt of de hoogte, waarover
komt te vallen de scheijlinie van het
Zieken af tot alhier agtien roeden ten
oosten de oostkant van het Sparen
in het veld, agter het zaagmolenaars
huijsje van de molen Anthony van
Bemmelen, genaamt de Hoop. zeven
roeden 'en een voet ten oosten het zelve
huijsje, alwaar een teken is gestelt,
komende de lindeboom in 't velt, ten
oosten de plaets van de heer Chate-
lijn ende de noordkant van de school
steen van dit huijsje te -staan, in de
.voorschreven© regte raaije of scheij-
linie.
Werd ende verstaan, dat al hetgeen
ten zuijden van de voorschreve linien
ligt, onder de vrijheid der. stad Haer
lem, en hetgeen ten noorden van de
zelve gelegen is, onder Zuijd Akendam
sal behoren, te weten so verrre als de-
selve heerlijkheid ten oosten is strek
kende tot het halve Sparen, en dat
daar vandaan tot het laatst genoemde
punt, ten noorden van dezelve linie,
verstaan werd te wesen de heerlijkheid
van de Haerleminerleid'e.
Ten vierden, dat vervolgens de
scheijding van de vrijheid der Stad
Haerlem, tegen de heerlijkheid de
Haerlemmerleide, van dit laatstge-
noemde punt in het veld. agter het
voorschreve zaagniolenaarshuijsje, sal
gaan zuijdoostwaardls aan, tot op de
oude Haerieminerweg, nu genaemt de
Perminxveerderweg. twee voeten ten
oosten de zuijdoosthoek van het tuyn
huijsje van de tuijn van Evert Maté.
azijnmaker, aan lui is, alwaar op de
voorschreve weg teegen de slootkant
bij het voetpad mede een teek en .s
gestelt, drie en zegtig roeden agt voe
ten, vijf duijmen, ten zuijdwesten het
midden van de Vriesse brugge in of
na de Wam-derweg, langs het voor
schreve voetpad heen te meeten.
Ten vijfde, dat hier vandaan zuijde-
lijk op, de voorschreve scheiding in
een regte linie sal gaan tot op de
Snmerweg bij Rustenburg aldaar val
lende in een groot? bogt. tegenover
een slootje tot scheijding van landen,
sijnde hier in de zuijdkant van dezel
ve weg een teeken gestelt, vijf en zes
tig roeden en ten voet ten oosten het
midden van het bruggetje dat over de
Goowatering legt, in de Somerweg te
weeten langs de zuijdkant van de
voorschreve weg te meeten.
Ten zesde, dat vervolgens de scheij
ding van dit vijfde punt sal gaan,
zuijd- en zuijdwestwaarts in een regte
linie, tot in het stuk land' van de heer
Nanning van Foreest, burgemeester te
I-Ioom, waar in, tegen de westkant van
de Goowatering, een scheijteeken is
gestelt, agt roeden vier voeten, en vijf
duijmen ten zuijden de zuijdkant van
de noorder en drlie en twintig roeden
en twee voeten ten noorden de noord
kant van de zuijder scheijsloot, van
hetzelve stuk land.
En ten zevenden, dat van dit laatste
punt de voorschrevene scheijd'ingsli-
nea recta, westelijk aangaan sal. raalj-
ende op het midden van het speelhuijs
je. staande aan de noordzij van de
plaats, toebehoorende aan de erven
van de heer Neuville (genaemt Sparen-
hout) tot in het hailve Sparen, sijnde,
tot een teeken deser streklcinge, in de
voorschreve linie, een paaltje geslagen
op de westkant van de Schalkwijker
weg. Sulks dat van het halve Sparen,
van de scheijding van Zuijdakendam
af, ten zuijdw.e§ten, westen en noorden
van de vier laast genoemde linien, de
vrijheid detr Stad Haerlem en ten
noordoosten, oosten en zuijden, tot
wederom in het halve Sparen tegen de
scheijding van de heerlijkheid Heem
stede, het ambagt Haerlemmerleede
gelegen is.
Zooals onze lezers zullen bemerkt
hebben, kwam deze belangrijke uit
breiding onzer stad tot stand tusschen
■slechts twee personen. Wij gelooven.
melt ale respect voor de diverse
Connniissiën die over de thans voorge
stelde wijziging hebben te1 oordeelen
dat wanneer ook n u deze overeenkomst
door twee personen geregeld moest
worden, het althans vlugger zoude
gaan dan op de tegenwoordige, welis
waar wettige wijze. Althans, wat 'ons
betreft, wij zouden onzen tegenwoordi-
gen Burgemeester gerustelijk carte-
blanche in deze zaak durven geven.
Gemengd Nieuws.
Wmterperspectieven.
Sneeuw is dezer dagen in de1 Voge
zen gevallen. In 150 jaar is dat niet
zoo vroeg in het jaar gebeurd.
Londen zat dezer dagen 's morgens
in den eersten dikken mist van art. na
jaar Twee bootje-s zijn op de Theems
rneit elkaar in aanvaring gekomen;
het bleef bij averij aan beide zijden.
De moeite niet waard.
Twee dieven hebben gisternacht in
gebroken in het gerechtsgebouw te
Hamburg. Zij drongen de kantoren
binnen, trachtten (tevergeefs de brand
kast te openen, braken alle lesse
naars open en gooiden alles door el
kaar. Het eenige, wat hun in han
den kwam, was een voor de weezen
geplaatste bus, die voor ongeveer f 3
aan geldstukken inhieldl
Over een aapje.
Iemand, die m Duitsch-Afrika terug
'keerde, bracht een aapje mee naar
huis. Tot Genua werd het vrachtvrij
vervoerd. Van Genua tot de Zwitser-
sche grens moest de eigenaar er voor
betalen als voor een vogel, 1.50 fr. en
op den Gottliardspoorweg als voor een
hond, 8.40 fr. Op den Oost-Zwitser-
schen spoorweg wierd de aap behandeld
als een reizigerskoffer, zoodat de eige
naar er 80 centimes voor moest beta
len. Op den Badenschen spoorweg be
schouwde men liet diertje als handba
gage, en dus vrij van vrachtmaar ui
Wurtemberg werd het weer als hond
behandeld.
Waar blij it het goud
Een Amerilcaansch geleerde heeft be
rekend, dat zijn landgenooten, de hee
ren dentisten, jaarlijks niet minder dan
achthonderd kilogram goud gebruiken
om te zorgen, dat. de zonen en dochters
van Uncle Sam niet van den tand ra
ken. Dit gewicht vertegenwoordigt
een waarde van twee en een half mil-
lioen frank, een bedrag', dat met de
begrafenis der dlragers letterlijk naar
den kelder gaat. Als dat nog drie
eeuwen duurt, (wat 'n langen tijd) dan
bergen de Amerikaansche kerkhoven
een scliat van 750.000.000 frank, juist
het bedrag dat 'in de Ver. Staten aan
geld in omloop is.
:n Advies voor John Buil
Bedelbrieven.
Gedurende zijn verblijf in Parijs
heeft de Shall van PerzJië een enorme
hoeveelheid brieven ontvangen, waar
van de meesten bedelbrieven waren
Een blad deelt mede, dat hij er gemid
deld 2000 per dag ontving.
Wij laten er hier eenige volgen.
Zoo is er een van den volgenden in
houd
„MajesteitIk ben 75 jaren oud
den dood nabij. Ik heb de sieraden
gezien, die gij op uw kleed' droegt. Een
enkele van deze edelsteenen zou vol
doende zijn mijn verder leven te ver
zekeren. Geef mij toch dien eenen. Gij
zult het nauwelijks merken.
Een ander schrijft
„Ik heb uw aankomst bijgewoond
maar ik heb veel meer op uw bagage
dart op uzelf gelet. Men zei, dat al
die kisten met goud gevuld waren.
Denk nu eens, dat u een van deze kis
ten onderweg hadt verloren..Uwe Ma
jesteit zou het niet eens gemerkt, heb
ben. Daarom verzoek ik u dringend,
or mij een te sturen."
Een jong meisje vraagt om een van
de vele ringen van den shah, daar
haar verloofde te arm is, om een rinj
te koopen.
Uit de provincie schreef iemand
„Majesteit! Ik was in Parijs en
wilde u voorbij zien rijden. In het
gedrang stal een dief mij een diamant,
uit den zak. Het was de eenige dia
mantvan mijn vrouw, en ik wilde hem
bij een juwelier brengen en in een
ring laten zetten. Nu heeft mijn
vrouw niets meerEigenlijk ligt de
schuld hij u, al liebt gij het niet ge
daan. Maar vindt gij het n'iet billijk
mij een anderen diamant te geven?
De schrijver van den laatsten brief
is een lid van de rechterlijke macht.
ontsnapten met levensgevaar. De be
volking verkeert in de grootste-onrust.
Afgrijselijk tooneel.
De gevangenis van Hackensack, in
den Anierikaanschen staat New-Jersey,
s Zaterdag het tooneel geweest van
afgrijselijke gebeurtenissen. Men was
op het punt zekeren Peter Hernia op
te hangen, die wegens moord ter dood
veroordeeld was.
Toen de beul' en zijn helper hem
naar de galg zouden brengen, wist.
Peter Hernia hun te ontsnappen. Hij
nam de vlucht in een gang, orak een
stuk gaspijp af en dreigde iedereen,
die hem nabijkwam, de hersens te
zullen inslaan. De gevangenbewaar
ders vielen o^ hem aan doch moesten,
na eein verwoeden strijd, afdeinzen.
Daarop werd Peter Hernia uit twee
brandslangen bespolen en. doordat, hij
verblind was door het water, slaagde
men er in. hem aan handen en voeten
te binden. Zoo werd hij naar de galg
gesleept en opgehangen.
Een blind geworden kellner te Ber
lijn, die zijn gezin niet meer onder
houden kon op de vroegere wijze, vond
een schat. Hij wist uit ervaring, ho<
veel behoefte de kellners "s avonds aan
kleingeld hebber.. Hij ging nu 'smid-
dags naar de tramconductuers, die
blij waren, het vele kopergeld, dat zij
dien dag ontvangen hadden, te kunnen
inwisselen voor grootere geldstukken,
daar ze zoo hun geldt aschjes en des
avonds de afrekening verlichtten. De
blinde kreeg het. kleingeld dus gratis
's Avonds ging hij, door zijn kinderen
geleid, naar de groote restaurants en
Wiisseld© nu tegen een kleine provisie
hij de kellners groot- tegen kleingeld,
van welke verdienste hij tot aan zijn
dood met zijn gezin leefde.
Een ontzettende paniek
ontstond' Vrijdag in een kerk van ne
gers-Baptisten to Birmingham (Ala
bama). De kerk was stampvol, onge
veer twee duizend personen waren te
genwoordig. Plotseling ontstond ach
ter in het kerkgebouw twist tusschen
twee negers, wier geschreeuw: „ngnt!
fight!" men verkeerd verstond en meen
de. dat er „brand!" (fire) geroepen
werd. Iedereen drong naar de uit
gangen, doch deze waren weldra zoo
volgepropt met menschen, dat nie
mand meer voor- of achterwaarts kon.
Sommige sprongen op de banken
en vielen, om bijna onmiddellijk daar
op door anderen te worden vertrapt.
De sprekers op het podium trachtten
de menigte genist te stellen met bet
geroep: quiet! quiet!" (kalm) docli ook
dit werd als ..fire' verstaan. De pa
niek duurde 3 volle uren. De aange
rukte brandweer slaagde er in. aan
de paniek een einde t,e maken. H'et
aantal dooden bedraagt tachtig en
daaronder zijn alle kinderen, die aan
wezig waren. Tachtig personen zijn
ernstig en ruim honderd licht gewond»
Bestuurbare ballons.
De Engelsche ingenieur Stanley
Spencer heeft Zaterdag geruim en tijd
met een door hem uitgevonden lucht
ballon in alle richtingen boven Lon
don gemanoeuvreerd. Hij legde ecu
afstand van ongeveer 50 KM. af. Hei
luchtschip gehoorzaamde aan alle
ptmirbedoelingen. De ballon is 25 me
ter lans, heeft een middellijn van
ruim 6'1/2 meter en lijkt op een wal-
visch. Hij wordt gedreven door een
petroleum-motor.
Vijf kinderen verpletterd.
Zaterdag in den namiddag heeft een
vreesdijk oneeluk plaats gehad te Hei-
stal, in België. Kinderen speelden in
een'slop. dat afgesloten was door een
2 meter hoogen muur. Plotseling stort
te deze muur in en begroef vijf kinde
ren. meisjes van 3 tot 9 jaar. Allen
werden gedood1. Het heet. dat de
muur ingestort is. doordat er aan de
andere zijde groote hoeveelheden
bouwmateriaal tegen lagen opgesta
peld.
Hondeiivoeder.
De overblijfsels van 't eten in de
restaurants worden in groote steden
veelal als hondenvoeder verkocht. Te
Berlijn nam een ondernemer menschen.
aan, die met een wagen net honden-
eten uit d© restaurants afhaalden en
het dan 's middags aan de klanten
thuis brachten. Op 't laatst had hij
er zooveel, dat hij niet genoeg honden-
eten in de restaurants kon krijgen, en
toen namen twee ondernemers samen
het besluit, kokerijen aan te leggen,
waarin goed, al was het dan ook geen
prima, vleesch gekookt en 'smdd'dags
voor de honden thuis werd gebracht,
tegen 20 cents de portie, met bouillon.
Eén leverancier van hondenvoeder
bedacht echter nog een andere uit
breiding van zijn zaak. Hij vond on
der de vleeschiresten uit dé restau
rants zeer goede stukken, liet op zijn
kosten verschillende bakken in de keu
kens dier restaurants plaatsen en wist
door fooien het personeel over te ha
len de etensrest] es voor hem te sor-
teeren. Hij kreeg daardoor, behalve
de mindere stukken voor liet honcven-
voer, ook zoo' goede stukken, dat hij
een ..handle] in vleeschresten" kon be
ginnen. en binnenkort had hij een do
zijn vrouwen aan 't, werk, die het
vleesch verder sorteerden, en een
groote menigte klanten ondier de ar
men. die nu een pond goed vleesch,
dat alleen gewarmd behoefde te wor
den voor 15 ets. konden krijgen.
ster. De schilderes, cle musicienne,
de onderwijzeres, de schrijfster, de
journaliste en zelfs de vrouwelijke stu
dent komen nog achter de winitetfuf-
frouw. die fabriekarbeidster en net
dienstmeisje. Hoe knapper en ontwik
kelder de vrouw is, des te minder
aantrekkingskracht oefent zij blijk
baar op de Amerikaansche mannen
uit.
Het, is bovendien geen wonder, dat
in Amerika de typiste en de verpleeg
ster de huwelijkspalmen wegdragen.
In de eerste plaats vindt, men in geen
and'er vak zooveel schoon© vrouwen
en in dé tweede plaats komen zij het
meest van alle om het bestaan strij
dende diames Vn aanraking met. man
nen. Een opvallend mooie ziekenver
pleegster. d'ie onlangs gehuwd is met
een gezeten inwoner van Boston, dien
liad opgepast tijdens een zware
ziekte, kan er zich op beroemen, dat
zij in de vier jaren, dat zij verpleeg
ster is geweest, meer dan een dozijn
malen ter huwelijk is gevraagd.
Dei zeldzaamste courant ter wereld
is die van keizer Wilhelm II. Slechts
twee exemplaren komen er van uit.
Door 2 bijzondere secretarissen wordt
het blad samengesteld' uit knipsels uit
de verschillende groote couranten der
aardie. die betrekking hebben op het
geen in de respectieev landen aizoo
over 's keizers doen en laten wordt ge
dacht. en gezegd.
Een der beide exemplaren gaat ter
stond naar de keizerlijke biblïotneek,
het andere bij de archieven.
een heel stuk geschut en het ligt tot nu
toe in het duister, hoe dat rcuzeustuk
ongemerkt weg is gehaald.
Staiidböel(leu-mauie.
De menschen die werkelijk geieeict
hebben, voldoen niet meer aan de be
hoefte van menschen, die standbeelden
willen oprichten: men gaat reeds voor
fictieve personen standbeelden manen.
Een P ar ijsch. rente nier hoeft, het pian,
bij testament, een som Beschikbaar te
stellen om een standbeeld op te rich
ten van Jean Valjean uit de „Misé-
rables".
Eén dinv ïs zeker: dit stanciueeld
ziende, zouden minder menscnen vra
gen: wie was 'dak? dan bij het zien
van vele gedenkteekens voor men
schen,, die wèl geleef d hebben.
Torst
Te Troyes, in Frankrijk, heeft het
in den nacht van Vrijdag op Zaterdag
gevroren. De groenten hebben er veel
door geleden.
Aardbeving in Australië.
In verschillende Noordelijke staten
van Zuid-Australië hadden Vrijdag
aardbevingen plaats. Te Adelaide zijn
verscheiden kerken en andere gebou-*
wen beschadigd en enkele persunen
Welke yrouw heeft de meeste
huwelijksvooruitzichten
Sed'ert het aantal vrouwen en meis
jes, die in haar eigen onderhoud moe
ten voorzien, gestadig toeneemt, doen
menschen, die niet over gebrek aan
tijd te klagen hebben, moeite, na te
gaan, welke huwelijksvoor uitzichten
verbonden zijn aan ieder aoor vrou
wen uitgeoefend1 beroep. Zoo heeft een
dame te San Francisco, die sedert ja
ren statistieken bijhoudt, de resultaten
van haar nasporingen met betrekking
tot haar landgenooten in het Ameri
kaansche tijdschrift „Argonant" be
kend' gemaakt.
„Velen zullen van meening zijn"
aldus heet het in haar artikel „dat
de tooneelspeelster de beste kansen
heeft een man te krijgen, Zij ver
staat het het best. haar bekoorlijkhe
den tot haar recht te brengen en even
tueel niet voorradige te verbergen.
Ook heeft zi< het meest gelegenheid
zicli in verleidelijke toiletten te ver-
toonen aan de bewonderende blikken
der mannenwereld en het is haar veel
gemakkelijker dan andere ongehuw-
den dames kennis te maken met hee
ren. Niettemin komt de tooneelkun-
stenares eerst in de derde plaats <--p de
lijst, van vrouwelijke hu wel ij kscandi-
daten. d'ie een beroep uitoefenen. Zij
wordt schitterend geslagen door de
lype-writeresse en de ziekenverpleeg-
Trouw tot in den dood.
Do opzichter eener pachthoeve van
den aartsbisschop te Olson, den neer
Jolian Baclanioek, stierf tegen liet ein
dé van den vorigen winter als oudé
vrijer op zijne jachtlioeve. De heiae ge
trouwen. die eenen halven menscnen-
leeftijd om hem heen geleefd hadden
waren zijn jachthond en zijne huis
kat Voor de begrafenis weiken die
beidé dieren niet van zijn lijk en ga.
ven door de meest treurige geluiden
uitdrukking van hunne smart. Den
dar na dé begrafenis vond men dien
hond! doodgevroren voor de gesloten
poort van hef kerkhof. Nog groot er
echter was dé verwondering van de
kerkhof-bezoekers, toen zij het graf van
den ouden pachter nadierdien. Op den
grafheuvel lag de huiskat in de
sneeuw eveneens doodgevroren.
Hoeyeel weegt een kwart millioen
francs in goud
Bij den laatsten grooten diefstal in
d'e bank te Parijs hebben de aieven
een kwart millioen francs meegeno
men uit 2 zakken die ieder ongeveer
120,000 a 125,000 francs in twintig
francs-stukken bevatten. Zooals de
„Neme Freie Presse" mededeelt, is het
niet aan te nemen diat deze geweldige
hoeveelheid; muntstukken het. zijn
immers 12,500 goudstukken in één
keer meegenomen zijn. Ook een een
voudige berekening van net. gewicht
maakt liet onwaarschijnlijk* dat deze
daad door één persoon. In één enkelen
keer gedaan is. Honderd francs in
goud wegen 32,25806 Gram. en dit.
s-eldt voor munten van 50, 20, 10 en
5 francs. Een kwart niillioen Irancs
in goud wegen dus tachtig en e©n nai
ve kilogram Het vervoer van zoo'n
zwaren buit. die daarenboven zoo op
vallend en zoo omvangrijk is, zou een
athletischen dief vorderen. De dieven
zijn oyer het algemeen, lichamelijk
zwak. maar er zijn uitzonderingen en
vooral onder de bran d k a st envern i el er s
en bankberoovers vindt men herku-
lisch gebouwde individuen. Wat ech
ter behalve het medegedeelde en de
omstandigheid dat men geen sporen
van geweld'd'adigen inbreking gevon
den heeft, er op wijst, dat de misdaad
gepleegd is door iemand aan de bank
werkzaam, is het feit, dat vreemue in
brekers zelden op munten los gaan
maar liever groote hoeveelheden wei
nig omvangrijk papier van waarde
meenemen.
De groote diefstallen van voorwer
pen van een dusdanig gewicht zijn zeer
zeldizaam. Toch heeft men vooroeel-
den van het wegstelen van veel groo
tere voorwerpen van verbazend groot
gewicht.
Men herinnere zich slechts do ka-
nonnendiefstal uit het Weener arse
naal. Van een op de rails staande
spoorvveg'waggon verdween 's nacnts
Een vastende reuzenslang.
De slangen zijn zeer grillig. Er zijn
er, die goed eten, er zijn er echter ook,
die met hei grootste genoegen een
maand vasten, Er zijn er zelfs, die
systematisch al het voedsel weigeren,
al zoekt men hei allerverleidelijkste
uit. Dit geldt natuulijk voor slangen
in gevangenschap. In Parijs, in de
menagerie van het museum, heeft men
een slang uit Amerika, die vijftien
maanden zonder eten bleef en een ra
telslang, d'ie eerst na 26 maanden vas
ten haar voedsel aannam.
De heer Vaillant, professor aan het
Museum, vermeldt, dat. een slang van
Madagascar, die op hei oogenblik nog
leeft, 23 maanden zonder voedsel bleef,
en dat een reuzenslang eerst na 29
maanden vasten voedsel aannam. Er
zijn er die deze economische leefwijze
kunnen volhouden, maar de meesten
eindigen met te sterven. Zoo ging het
met twee ratelslangen, die, na drie en
vier jaar vasten, op zekeren dag rus
tig stierven.
De 17de November 1899 kwam in de
menagerie van het Museum een prach
tige reuzenslang, in Japan gevangen.
De heer M. J. Pellcgrin belast met
den zorg over de reptielen van het
Museum, deelt hierover het volgende
mede aan de Société Zoologique
Deze slang was 6 Meter 45 cM. lang;
haar kleur was levendig en schitterend
haar omvang was enorm en haar be
wegelijkheid verried een uitstekende
gezondheid. Men bood haar de groot
ste verscheidenheid van voedsel aan,
zij weigerde steedsschapen uit Da.
homey, lammeren, ganzen, eenden,
konijnen. Zij versmaadde alles. Som
tijds worgde zij een van die dieren,
maai* liet het toch weer liggen.
Deze reuzenslang werd zorgvuldig
waargenomen door den heer Pellegin.
ten eerste in de hoop haar te beletten
van honger te (Sterven, zooals die,
waarvan zooeven sprake was, en ver
der ten einde te onderzoeken hoe groot
de gewichtsvermindering van liet dier
was, toen het van honger stierf, of
wel, na welke gewichtsvermindering
het dier niet meer kon leven. Het is
duidelijk, dat in zulk een geval de
slang zichzelf opeet.
Wanneer is zij ver genoeg uitgeteerd
dat. do dood er op volgt
Volgens oude proeven van Chassat
te Geneve, eveneens gedaan met koud
bloedige dieren, treedt de dood eerst
in, wanneer het dier 40 tot 50 percent
van zijn oorspronkelijk gewicht ver
loren heeft d.w.z. wanneer het de helft
van ziichzelf verslonden heeft.
De heer Pellegin is tot de volgende
resultaten gekomen bij de slangen.
Vele dezer dieren sterven zoodra het
gewicht ongeveer met 3S percent was
afgenomen. Dit was alleen het geval
hij totaal vasten, d.w.z. niet eten en
niet drinken. Wanneer de dieren wel
mochten drinken, dan trad de dood
eerst in, wanneer de gewichtsvermin
dering 43 percent bedroeg, maar de le
vensduur was bij deze dieren ongeveer
drie maal zoolang als hij de slangen,
d'ie in 't geheel geen water kregen.
De reuzenslang van. het Museum at
niet, maar baadde zich van t ijd tot tijd
in zijn bassin,wat natuurlijk haar le
ven verlengde. Ten slotte zag men
haar krachten verliezen, en zij werd
aanmerkelijk magerder. De zoo leven
dige kleur van de slang verdween, om
plaats te maken voor een doffe, grijs
achtige tint.
In het begin van het jaar 1902, was
zij verbazend mager geworden.. Ge
voelloos en onbewegelijk lag zij opge
rold in een hoek van haar kooi. Men
trachtte haar eléren in de keel te gie
ten, doch zonder gevolg. Langzaam
en achtereenvolgens stierven de vel
schillende organen af. De groote reu
zenslang overleed den 20sten April
1902, dus. na 2 jaar 5 maanden en 3
dagen vasten. Het dier. waarvan
liet gewicht, bij zijn komst 75 K.G. was.
woog na zijn dood niet meer clan 27
K.G. Het gewichtsverlies was dus 48
K.G, cl. i. twee derde van het oorspron
kelijk gewicht op 66 percent.
Men kan dus aannemen, dat, ten
minste bij zekere groote slangensoor
ten. die vrijwillig vasten, de dood eerst
komt., wanneer cle gewichtsverandering
veel grooter iis, dan men tot nog toe
mogelijk achtte.
(Eigen Haard).
Weduwnaars en Wednwenclubs.
Vereenigingen, sociëteiten en clubs
verrijzen nog steeds met den haasti
gen groei der paddestoelen. New-York
is met één club op de zooveel duizend
verrijkt, en wel met den weduwnaars-
en weduwenclub! Reeds telt deze in
stelling, nog maar zes maanden oud,
honderd en vijftig leden. Niemand!
wordt toegelaten, die niet bij machte
Fenilleton,
door
MAX PEMBERTON.
Ik neem altijd' wat ik krijgen kan,
en d'enk niet over de suiker, zei ik, en
toen cluwcl'e op hem op zijdé, lichtte
den klink van het tuinhek op, liep
naar binnen, en zag miss Ruth.
HOOFDSTUK III.
Zij zat in een prieeltje dicht begroeid
met bladeren, en naast haar een oudé
dame, zoo mager als een talhout, die
wij tante Rachel plachtten te noemen.
De dames zao-en mij niet, toen ik bin
nenkwam. maar een Chiineesche be
diende zeidie ..goeden middag" teilen
den man met het geele gezicht, daen
wij onder 't d'alen tegen waren geko
men. en toen stond Miss Ruth want
zoo bleef ik haar nog noemen, daar
mevrouw Czemy mij nog niet over dé
lippen wilde ik zeg. toen stond
Miss Ruth op, eien vuurroodle Kleur
overtoog haar wangen, zooals de vloed
een ledige kuil aan het strand vult,
en zij stond d'aar, alsof zij door den
bliksem getroffen, niet in staat was
een enkel woorcl tegen wlen ook uit
te brengen. Ik draaide mijn hoed tus
schen mijn vingers en keek verlegen
voor me; want het is een vreemde har
re, wei van twaalfduizend mijlen ver
te komen, en om haar iéts te zeggen
rneft den onbekenden forschen zeeman
naast mij.
Miss Ruth, zei'de ik ten laatste,
ik ben volgens uw orders hier geko
men, het schip ligt ook hier, en wij
wachten op u om aanboord te gaan.
Z" scheen naar mij te hooiren ars
iemand! die er de zin niet van vat. Ik
zasr haar de hand, aan haar keel bren
gen, alsof daar een prop zat, en de
oude d'ame di!e wij tante Rachel
noemden, riep wel een keer of twee,
drie:: „de Hemel bewaar me".
De gele man sprak het eerst; hij
ging recht voor Miss Ruth staan en
riep in haar oor met een stem, die je
wel boven op de heuvels had kunnen
hoor en:
Vandaag kunt u niet aan boord
gaan, mevrouw. Wat zou de mees
ter wel zéggen, als hij van. zijn verre
reis thuiskomt, en. u niet aan land is
om hem op te wachten? Zoover ik mij
kan herinneren, heeft u niets van een
schip geze^' en dé gouverneur zal
erg veel pleizier hebben als hij er van
hoort. Zal ik hem nu maar zeggen,
d'at hij aan boord moet .gaan, me
vrouw'? Vindt u dat zelf ook niet beter?
Hij schreeuwde diat zoo hard als
iemand' die een schip praait. Ik weet
niet hoe 't mij zoo plotseling in 't
hoofd opkwam, maar van dat oogen
blik af wist ik dat mijn meesteres bang
was ja doodelijk bang, zooals niet. ve
len ooit zijn geweest. Niet d'at zij er
iets van zei'de. of 't door een of ander
teeken aan een vreemdeling te ken
nen gaf, maar er was een blik in haar
oogen. die duidelijk sprak; „en Bij
den hemel", zeide ik tot mijzelf, „van
daag nog zal ik dé waarheid weten, al
waren er ook honderd gele kerels!"
Niettemin hield ik als een wijs man
mijn mond', en wat ik zei'de, was tot
den man niet d!en baard gericht.
Jij hebt net zoo'n mooi, zacht ge
luid voor een nachtegaal, zei Ik. als
jij op den misthoorn wi'lt blazen op de
Sarlingen, zou je je fortuin kunnen
malcen! Is de jonge dame doof diat je
schreeuwt als een havenmeester? Hou
je gemak man, zei ik, je zult Je heer
lijke keel pijn doen.
Hii was wijs genoeg zich om te
draaien, maar mijn meesteres, die ai
dien tijd als een standbeeld had' ge
staan, sprak nu voor 't eerst, en beide
handen naar mij uitgestrekt houdend,
riep zij:
O, kapitein Begg, kapitein Begg,
bent u eindelijk hier heelemaal naar
toe gekomen? ik kan 't nauwelijks ge
looven, zeide zij. ik kan 't werkelijk
niet gelooven!
Toch is 't zoo, antwoordde ik,
haar Amierikaansch. 't aardigste dia
lect. d'a-t ik ooit gehoord had,, overne
mend, Ik ben op weg naai- Frisco, en
ik kwam hier omdat, ik 't. beloofd liad
Mijn schip ligt gindsrii. Miss Ruth, en
daar zijn eenigen aan boord, die u
kennen, Peter Bligh en mijnbeer
Jacob; en deze kleine man heet George
Venn, zeide ik, hem voorstellende,
maar hij zal wel grooter worden.
Met deze woorden duwde ik dep jon
gen naar voren, en hij wat onnoo-
zel en zooals alle zeelieden blozend,
wanneer zij een aardige vrouw van
hoogeren stand zien nam haar hand
en zwaaide liem als een pompslinger
heen en weer, terwijl de oude tante
Rachel, een grappige dame met de
bril, een beetje over zeelui begon te
kletsen, zooals zij altijd deed', en een
minuut of twee was 't alsof wij vrien
den waren, die elkaar op den hoek
van een straat ontmoet, hadden.
Ik ben blij je zoo gezond terug te
zien, kapitein Begg, zeide zij. En daar
bij zoo'n gevaarlijk leven; ik had al
tijd medelijden met die zeelui', arme
kerels, wanneer jelui 's wintersnachts
in 't want moeten klimmen.
Dat is minder, mevrouw, zei ik.
Ik hoon. dat ge u op deze vreemde
kust niet Verlaten gevoelt.
Ik houd! van dit eiland, zeide zij
ernstig en strak, mijn waarde neef is
een zonderling, maar wij moeten ons
brood nemen, zooals wij 't op aarde
vindén, mijnheer Begg. en er dank
baar voor zijn. Arme Ruth, zi] voelt
zich nu erg ellendig en ongelukkig,
maar ik kan haar verzekeren dat 't
zich ten laatste wel ten beste zou
schikken. Laat haar een weinig ge
duld hebben, en zij zal haar zin heb
ben. Zij mist hier niets zij keeft
■elk gemak. Als haar man zulk een te
huis voor haar kiest, moet zij er zich
aan onderwerpen. Het is onze plicht
onze echtgenooten te gehoorzamen,
leert de catechismus ons, kapitein.
„Als jij er maar een had geüad,"
dacht ik, maar ik knikte tegen de oude
dame. en keerdte mij tot mijn meeste
res, die mil nu aansprak.
Ge blijft hier toch lunchen. Ka
pitein ge moet niet denken, dat wij
ongastvrij zijn, zelfs al verlaat gij
ons dadelijk. Mr. Denton, wilt ge als
'1 u blieft zeggen, dat kapitein Begg
met ons blijft lunchen zoo spoedig
mogelijk?
Zij keerde zich tot den gelen man
om hem ddt te bevelen; maar er was
geen twijfel aan, dat hun oogentaol
van haai- zijde beteekende: ..Laat. ik
dit nu mogen cltoen". van zijn Kam.
..Later zult ge er voor moeten boeten".
Maar gine toch regelrecht naar de
veranda van het huis, en terwijl hij
niet den kok onderhandelde, sprak ik
het eerste openhartige woorct met me
vrouw Czcrny.
Mevrouw, zei ik, het schip is hier,
zullen wij nu gaan of hier blijven?
Ik had dit gezegd', om nu eens ge
heel en al klaarheid tusschen ons te
brengen; ik wilde van liaar weten of
zij mij noodtie had of niet, daar ik
haar helpen wilde, wat er ook van
mocht komen. Nooit zal ik haar ant
woord vergeten.
Ga dan, zeidie zij. zoo zacht, nat
niet veel meer dan een gefluister
was ,maai\ okom iti 's Hemels
naam weer h:: mij terug. Jasper Begg.
Ik knikte en veranderde van ge
sprek. Denton, de man met den gelen
baard (Kess Denton, zooals hij op 't
eiland genoemd werd), was achter mij.
bijna voor zij nog had uitgesproken.
De oude dam© begon te spreken over