NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 20e Jaargang Vrijdag 26 September 1902. No. 5902 LEU S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door heb geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02}^ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37}^ de omstreken en franco per post 0.45 ADVERTENTIËN Van 15 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prgs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Znider JBuiteuspaarne No. 6. Telefoonnummer der Redactie 600. feiotoonnuimncr der Administratie 122. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiera. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE TiA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère Go L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Faubourg Monvmwrpre. Haarlem's Dagblad van 26 ;Sept. bevat o. a. Het oordeel van Engelscken over de jodenvervolging in Roemenië, De heer Reitz geïnterviewd. De booze IJtje, De Stads-Bibliotheek Raadsverkiezing. üiticieele Berichten. ONTTREKKING VAN GROND AAN DEN OPENBAREN DIENST. BURGEMEESTER EN WETHOU DERS van Haarlem; Gelet op art. 230 dier gemeentewet; Brengen ter algemeen© kennis, dat aan den Raadf der gemeente w or dit voorgesteld om aan den openbaren dienst te onttrekken: een strookje sroncs aan de Go om hertstraat hoek Langendijkstraat. De stukken te dezer zake betrekking hebbende, zullen met ingang van he den gedurende acht dagen ter plaatse lijke secretarie (7e af deeling) ter inza ge van een ieder zijn nedergeiegü. Haarlem, 24 September 1902. Burg. en Weth. voornoemd1, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. Builenlandsch Nieuws Z aid-Afrika. Het rapport der commissie van on derzoek naar de beschuldigingen van wanbeheer- bij de /terugbrenging van troepen naar Australië is te Welling ton verschenen. De commissie ver klaart, dat de Britannia niet overla den was. Over de kwaliteit van het voedsel werd tegenstrijdig getuigenis afgelegd; maar in elk geval is niet bewezen dat het vleesch ongezond was. Wat de ziektegevallen betreft, heeft het feit, dat de manschappen gevallen van ziekte verborgen hiel den in heit volgepakte schip, de ont wikkeling van ziekten in de hand ge werkt. Er had betere discipline moe ten zijn. Over die discipline zegt het verslag nog een bijzonder woordje in verband1 met wat er bij de komst der laatste Nieuw-Zeelanders naar Zuid-Afrika op de Orient viel waar te nemen. De krijgstucht was daar zoo slap, dat de gentlemen in khaki" uit de wereld; der kangeroe's schapen en konijnen, naar hartelust zich aan allerlei vuile gewoonten en walgelijke taal konden overgeven; de officieren letten er niet op en straften het derhalve niet. De commissie vindlt een verontschuldi ging in de omstandigheden waaron der dit achtenswaardig gezelschap heit negende contingent Nieuw-Zee landers bijeengeroepen werd Offi cieren en manschappen hadden geen tijd om hun plichten behoorlijk te leeren kennen! Alsof dat voor ande ren dan Engelsch-koloniale he eren" een reden zoude zijn geweest om zich aan allerlei vuile gewoonten en walgelijke taal ite buiten te gaan. Deze bijdrage voegt laat op den dag nog een schoon blad toe aan de lau weren, die Sedd'on's lievelingen der negen contingenten zich tijdens den oorlog verworven hebben! In de Times Itwee lange en een kor tere brief, van een gewonen en een gelegenheidscorrespondent en een in zender, te kennen gevende, hun onte vredenheid en verbittering over den politieken toestand in de Kaapkolo nie, waar de Bondspartij, zeggen zij, triomfeert. Ziehier een aanhaling uit een der brieven: „De kans om die Kaapsche grondweit te schorsen en daardoor de kolonie te bevrijden van de heerschappij van den Afrikaander Bond, was de zilveren rand aan de donkere wolk van den Kaap- schen opstand. Daarin zag Zuid-Afri- kaansche staatsmanswijsheid een middel tot bereiking van het doel, waarheen het vijftig jaar lang vruch teloos gestreefd had. Door die kans te verzuimen hebben wij h©t vernede rende schouw-spel voor oogen, daft op het oogenblik, na al de inspanning en offers van den oorlog, de Afrikaan der Bond, en niet de vertegenwoordi ger van de rijksrege©ring, meester- is van half Europeesch Zuid-Afrika. Engeland. Het te Londen verschijnend blad Roumanian bulletin, dat voornamelijk door uitgeweken Roemeniërs wordt ge redigeerd, en de Jodenquaestie van verschillende zijden beschouwt, heeft thans de meening van een aantal En- gelschen gevraagd, Belangrijk zijn daaronder de volgende Chamberlain „Ik ben tegen elke vervolging om godsdienstige redenen, en ik betreur diep de onverstandige behandeling der .Toodsche bevolking in zoovele landen De geschiedenis toont dat de Joden, terwijl zij met buiten gewone taaiheid hun nationale karak tertrekken en de leerstellingen van hun godsdienst bewaarden, tof de loyaalste onderdanen benoorden in staten, waar in z.i] werden opgenomen; en de on- viirstandigbeid \an zulk een vervolging is nog grooter dan de wreedheid." Gir^Charles Dilke „Ik betreur de voortdurende auti-joodsche wetgeving in Roemenië er- ik ben van meening. dat zuil-: een wetgeving een gruwelijke wreeuheid en een schande voor de mo derne beschaving is." Herhert Gladstone „Ik beklaag elke onverdraagzaamheid tegen joden, in welk land ook, die zich onderwerpen aan de wetten. Ik kan er bijna niet aan twijfelen, dat de Roemeensche geering haar staatkunde nog eens zal overwegen en zal pogen, onrecht te vermijden." Henry Broadhurst„De Roemeniërs danken hunne vrijheid voor een groot deel, zoo nieit geheel, aan Engeland wij hebben daarom het recht van hen te verlangen, dat zij iedereen binnen hun grondgebied behoorlijk en recht vaardig behandelen. Mijn meening is, dat het de plicht is van het departe ment van buitenlandsche zaken u ia uw humaan streven te steunen." Generaal Booth, leider van het heils leger „Generaal Booth spreekt zijn ernstige hoop uit., dat het uw comité. moge gelukken, een wijziging der wet van Maart 1902 te verkrijgen. Hij is van meening, dat de Joden in Roeme nië ten volle aanspraak hebben op de sympathie van alle Christenen in dit land". België. Na de officieel© mededeeling van prinses Stefanie aan Havas is ook van de andere zijde een communiqué, dat uls officieus beschouwd mag worden, verschenen. 1-Iet luidt a.ls volgt „In verhand met het incident van gravin Lonyay, geboren prinses Ste- fanie, dat aanleiding geeft tot talrijke beschouwingen, komt het ons nutt'g voor, oin alle quaesties recht te stellen, te zeggen, dat cie gravin Spa heeft ver la'en zoodra zij vernomen heeft dat zij geen deel mocht nemen aait de offi cieele plechtigheden. „Prinses Stefan ie was verwittigd vóór haar echtverbintenis, dat indien zij huwde met graaf Lonyay, in weer wil van de besliste weigering barer ouders, het haar verboden zou zijn officieel de koninklijke plechtigheden bij te wonen, zoowel in Oostenrijk als in België. „De Koning heeft niet verkeerd ge vonden, dat de gravin kwam bidden aan het doodsbed barer overleden moe der. Het was haar plicht als dochter en zij heeft wel gedaan eraan te ge hoorzamen. „Maar het was den Koning niet mo gelijk, aan de vroegere prinses van België haar titels en prerogatieven te rug te geven, waarvan zij vrijwillig afstand had gedaan." Duitschland. Woensdag is in de vergadering dei- commissie voor het douanetarief ook de kwestie van den invoer van buiten- landsch vee ter sprake gekomen. Een vertegenwoordiger van den Pruisi- schen minister van landbouw zeidie, dat nu de regeeringen van Beieren, Baden en Wurtemberg een onderzoek hebben laten instellen naar ae oorza ken van het stijgen der vlëeschprijzen ook het Pruisische ministerie aan de regeerings-presidenten de opdracht ge geven heeft, rapport uit te brengen ovea- den omvang, de oorzaak, de wer king en dien duur van de tegenwoor dige schaarschte van vieescn. Voordat dit onderzoek afgeloopen is, kan die regeering niets doen. Het wetsontwerp betreffende de rechtsverhouding tusschen patroons en werklieden, in handelszaken zaï, volgens de ..Vossische Ztg.", binnen niet te langen tijd bij den Rijksdag in gediend worden. Rusland. De Tsaar en de Tsaritsa gaan naar Sebastopol, om ei- het te water loo- pen van het grooltste Russische oor logsschip, de Odjeakof, bij te wonen. Het heet, dat er twee pogingen zijn gedaan om den keizerlijken trein, waarmede de Tsaar van Koersk te rugkeerde, te laten verongelukken. Op twee plaatsen waren de rails weggenomen. Den eersten keer be merkte de machinist het; op de twee de plaats vloog de noord-express uit het spoor. De Tsaar is heelhuids te ruggekeerd. De verkoop op straat een gewone straf voor Russische bladen van de Petersburgkaja Gazeta is door de regeering verboden. De leden van het criminalistencon gres te St. Petersburg zijn, voor een deel althans, zooals men weet, een bezoek aan Moskou gaan brengen. Zijzijn er Maandag in de Universi teit plechtig ontvangen en 's avonds gaf de stad te hunner eere een feest. Overdag werden die musea, de gevan genissen en de werkinrichting be zocht. Roemenië. De te Rome vertoevende Roemeen sche prins Wladimir Ghika heeft een brief aan de Tribüna aldaar geschre ven over de nota van de Vereen'igde Staten betreffende de Joden in Roeme nië. De prins stelt ook al de vraag, wat de Amerikanen, die zoo strikt vasthouden aan hun Monroeleer, zich te bemoeien hebben, met wat er in Europa voorvalt en of Europa hen daar niet op zal wijzen. Maar. vervolgt Jiij. zelfs al zou Europa dat niet doen, wat zou de heer Hay er dan van zeggen, als Roemenië eens aan de Europeesche mogendheden vroeg, om in de Veree- nigde Staten tusschen beiden te komen om een ehid'e te maken aan de vervol ging der negers of opheldering te vra gen over de behandeling van gevangen Philippijnen Stadsnieuws. Haarlem, 25 Sept. 1902. De Stads - Bibliotheek. Nu er voor onze gemeentelijke bi bliotheek een som van 5000 ge vraagd wordt, is het niet ongepast eens even na te gaan hoe die gelden zullen worden bedteed. Allereerst blijkt, dat er een eigen aardige verhouding tusschen twee posten bestaat. Immers terwijl ƒ3100 uitgetrokken is voor bezoldiging van de ambtenaren der bibliotheek, in 1902, sltaat slechts een sommetje van 700 ter beschikking van de biblio thecaris voor den aankoop van nieu we boeken. Hoe klein dat bedrag is kan men des te heter nagaan als men weet, dat ongeveer de helft daarvan besteed wordt aan vervolgwerken. Een gedrukte catalogus is er niet. Alleen een geschreven boekenlijst, waar het publiek toch niets aan heeft en alleen de bibliotheek-ambtenaren den weg in weten te vinden. We zijn overtuigd van de moeite, die zij zich geven om het publiek te helpen aan de boeken, die gevraagd worden, maar de bezoekers zouden als er een gedrukte catalogus bestond, allicht daarin iets vinden dat zij nu niet zoe ken. We vernamen dat er een gedrukte catalogus komt. Des te beter. Maar komt die spoedig? We willen het ho pen. Dan zal tevens ook kunnen blij ken, daSt er aan de bibliotheek twee zaken ontbreken, die juist tegenwoor dig zoo in ,trek zijn en wel boeken over populair behandelde wetenschap en economie. Intusschen wil diit geenszins betee- kenen, dat wij voor ons zouden stre ven naar de vervorming in een alge meen© bibliotheek. Dit zou, om nu maar van de enorme kosten nieft eens te spreken, alvast een onmogelijk heid zijn in het bestaande gebouw en bovendien toch niet die vruchten af werpen, die sommigen ervan ver wachten. Immers op het stuk van volledigheid zou zij nimmer kunnen halen bij de bibliotheken te Leiden en !te Amsterdam. Als proef zou onze gemeente-biblio theek wel eens 's avonds kunnen worden opengesteld. Al was 't om te beginnen maar één avond in de week. Er zijn vrijwat menschen,die op den dag met geen mogelijkheid uit hun werk kunnen loopen. En zoo groot is het bibliotheekbezoek niet, of hun belangstelling voor de boekerij kan er nog wel bij. Raadsverkiezing. In de Woensdagavond gehoudein vergade ring van de lib. kiesvereeniging Haar lem, die goed' bezocht was, is eenpa rig de heer F. M. baron van Lijnden gesteld als definitief candidaat voor de Raadsvacature-Klein. Over deze zelfde Raadsverkiezing schrijft, de Haarlemsche corr. \un 't Alg. Handelsblad, dat de heer Van Lyndlen, naar verluidt, ook de candi daat der Roomsch-Katholieken /.au zijn, „die zich", aldus gaat hij voort, „een beetje geprikkeld gevoelen door „de houding der anti-revolutionairen „bij een vorige verkiezing, toen oie „weigerden hunne candidaten uur. ..Thijissen, die katholiek, en mr. „Rasch, die liberaal is, over te ne- „men vermoedelijk omdat beide hoe den voor de nogal democratisch ge- „zin.de a.-r. kiesvereeniging „Neder- „land en Oranje" wat conservatief schenen. Het is wel eigenaardig, dat „cl© heer F. M. baron van Lynden, „door sommigen Chr.-historisch, zelfs "rij-anti-revolutionalr genoemd, «an- „didaat schijnt te moeren worcien van „zeer uiteenloopende richtingen, be- .halve juist van de a.-r. partij, die tot „op dit oogenblik voor naren candi- .daat Florijn nog bij niemand steun „heeft gevonden. Want de beslissing „der sociaal-democraten is nog niet „bekend, en de middenstands-vereeni- ring ..Burgerplicht", die mogelijk „den democratischen midd'enstancuer „Florijn zal steunen, is nog niet Bijeen „geweest, maar vergadert eerst in, 't „eind dezer week." Intusschen denkt men, naar wij vernamen, in de andere kiesvereeni- in gen geheel anders over c«e zaak en verwondert zich er over. dat de a.-r. kiesvereeniging. zonder eenige voor afgaande bespreking met andere be staren met een candidaat is aangeko men. De heer Florijn heeft geen re- den haar voor deze tactiek dankbaar te zijn. Overigens vindt men het niet zoo vreemd, dat de heer Van Lynden de candidaat der anti-rev. niet is. mo in den laatst en tijd zeer democratisch gezind schnnt te zijn. De heer Van Lynden toch is geen Kuyperiaan, wit men hem met alle geweld i'ndeelen, dan past hii zeker het best in de frac tie-Lohman. De S. D. A. P. vergaderde Woens dagavond eveneens, maar houdt hare beslissing noe geheim. Wij vestigen de aandacht op een openbare lezing, welke voor de „Vereeniging gewijd aan heft onder zoek op geestelijk gebied" te I-Iaarlem zal worden gehouden a.s. Zondag 28 dezer, des voorm. te 10 uren, 'in de ge hoorzaal van het gebouw van den Pro testantenbond alhier. Spreker is de heer G. P. H. Zahn te Utrecht, Biblio thecaris van den Spiritistischen Broe derbond „Harmönia", over het onder werp: „Spiritisten tegenover anders denkenden." (Men zie de advertentie in dit nummer.) Thans bezit de vereeniging een eigen bibliotheek, waarvan ook door parti culieren tegen betaling kan worden ge bruik gemaakt. Na afloop der lezing op a.s. Zondag zal gelegenheid bestaan om inlichtin gen te bekomen ten aanzien van de zeer uitgebreide bibliotheek van „Har- inon'ia" als van die der alhier be staande Vereeniging. Een droevig ongeluk. Woensdagmiddag is de beambte der Nederlandsche Bell-Teleohoon-Maat- schappij, genaamd Visser, wonende Regulierstraat te Haarlem, bij het stel len van draden op het nieuwe Socië teitsgebouw „de Kroon" aldaar van de stelling in de dakgoot gevallen, met het noodlottig gevolg dat hij zijn hals brak en zijn gelaat zwaar gekneusd werd. De ongelukkige was terstond dooi Hij laat een vrouw: met eenig# kinderen onverzorgd achter. Maandag zal voor de rechtbank te 's Gravenliage terechtstaan M. Boots- ma, een goede bekende der justitie, en een varensgezel A. Otman, als mede beschuldigde, voor het. feit, dat zij een belangrijke som gelds van een in woner hier ter stede hadden afhandig gemaakt, afkomstig van een prijs, die hij had gewonnen op een lot in de staatsloterij. A a n m e j. A, Poelman alhier, is het diploma uitgereikt voor het tee kenen en knippen van costumes. Door den architect J. C. v. d. Berg alhier is aanbesteed: Het bouwen van een dubbele villa aan den Bloe- mendaalschen straatweg (te Bloemen- daal. Ingeschreven werd door: C. Groot 21.450; E. Boots f 20.825; T. M. v. Deurzen, 20.810; R. We reld sma, 20240; N. F. Vossen, Heem stede, 20029;Hoogstraten en Smink, 19997; H. van 't Wout, f 19980; T. J. Verzijlbergh, 19887; W. Saeijs, 19849; P. v. Duuren, f 19427; N. H. Brakenburg, Overveen, 19390; Non- nekes en Rol, f 19.200; P. Hoetjes, Feuilleton. door MAX PEMBERTON. En haar aan boord te brengen, wanneer zij 't op een duidelijke ina- niet te kennen geeft. Wilt u dat doen, mijnheer Begg? De nacht zal ons leeren, wat ik doen zal, mijnheer Jacob. Wie heeft ooit. zoo'n geschiedenis gehoord? Een man die de beste vrouw huwt, die er op de wereld bestaat, en haar naar zulk een verlaten kust als deze toe brengt! En haar daar slecht te behan delen! Ja, dat moet zoo zijn! Als ooit vrouwenoogen van harde behandeling tot mij spraken, dan hebben van mor gen die van Ruth Bellenden mij dat verteld, Zij heeft verdriet, jongens, ontzettend verdriet. En zij durfde er met mij niet over te spreken. De gele kerel waarvan ik verteld heb, stond al dien tijd bij haar. Wij spraken ais twee menschen die een heele zeereis bijeen zijn geweest. Wie zal tegen spreken dat dit iets onnatuurlijks was? Geen sterfelijk mensch kan dat immers! Ja, naar wat ik er uit opmaak, kapitein, is er wel een voornamer re den. Gij zult meer te weten komen, wanneer de dame aan boord is. En de gele jongen had een buil OD zijn hoofd als een knikker. Maar dat is gekheid1! Hoe laat walt u aan land gaan, kapitein? Ik was blii dat zij er op in gingen, en zonder meer legde ik hun mijn plan uit. Een goede vraag, en daar past e.en duidelijk antwoord op. zei >fc. Dit schip moet zoo wat om acht uur zee kiezen, Peter. Aan mijnheer Ja cob vertrouw ik de mannen toe, die met mii aan land gaan. Brengen waj mevrouw vannacht aan boord, wei. dan beben wij vandaag een beter werk gedaan, dan ons ooit is overkomen. Zoo niet, dan moet 't plan tot morgen nacht uitgesteld worden of den vol genden of den daarop volgenden nacht. Wanneer er over acht dagen nog geen nieuws van ons is dan is de weg duidelijk. In dat geval moet gij met vollen stoom naar Frisco gaan en van daar zullen wij dan wei een telegram zenden naar Kenrich Bellen- den, waaruit duidelijk moet blijken. dat zijn zuster op Ken's Eiland erg naar hem verlangt. En een Amerikaansch oorlogs schip noodig heeft als er een voorbij komt. Mischien wel. mijnheer Jacob, die daar aan die duivelsche kust zijn de eemigen. die 't u zouden kunnen vertellen. Maar gij zijt een man van verstand, en gij zult je werk wel goed doen. Ik vertrouw als zeeman op je. Hij nam een snuifje, en de panden van zijn jas dichtslaande (want hij was in de uniform van zeeofficier) antwoordde hij mn wat ik wensenfte. Ik zal mijn plicht doen, zooals heft een zeeman betaamt, zei hij. Dat wist ik reeds van 't eerste oogenblik af, antwoordde ik. Jouw werk is aan kust te blijven, en nat is niet zoo'n makkelijk baantje. Peter Bligh gaat. mee, en ik kan George niet goed alleen aan boord laten. Geef mij den scheepstimmerman Seth Barker nog. en meer zal ik er niet van 't schip afnemen. Er moet kort en bondig ge handeld worden, als 't zoover is. En d'an, als vier man niet voldoende zijn, dan zullen veertig 't nog minder doen. Kunnen wij 't gindsch met overleg, en niet met revolvers gedaan krijgen, dan moeten wij dat zoo zien op te knap pen. Maar ,op mijn woord, ik zal ze niet met een klontje suiker zien over te halen, en iedereen die een geweer tegen mij opheft, zal zi'chzelf uren ver weg wenschen. Ja, dat is goed, riep Peter, die veel van vechten hield, eerst eens schieten en dan onderhandelen. Dat is verstandig en geen vleierij Toen mijn goede vader in Swansea, zijn geboor teplaats, verhoord werd, omdat hij een belastingambtenaar geslagen had... Peter, Peter ,riep ik, daargindsch zult ge de menschen niet behoeven te slaan, werkelijk niet. Deze ondeinc- mi'ng mag zich gemakkelijk laten aan zien. maar 't zal mannenwerk blijken te ziüi. Morgen ochtend om acht uur zullen wij de geheele geschiedenis we ten. Tot zoolang zal ik er mijn mond over houden, maar ik ga niet aan land als ik om een picnic te houden, en ik zal nog nergens op pochen, waai' ik straks over zou moeten kla gen. Beiden waren zij van mijn meening, en nadat wij er nog wat over gepraat, hadden, en ik de wapenkast geopend had. om de weinige geweren en pisto len te inspecteeren, die er in waren, riep ik George en beloofde hem,, dat bil met ons mee mocht, terwijl ik den anderen vertelde, dat de schipper straks aan land ging voor een belang rijke zaak; Peter en de anderen gin gen toen eten, en ik keerde naar de brus- terug. De bran dinar was toen he vig. en die wind waaide sterk uit 't Noord-Oosten. Wij hadden 't eiland geheel en al uit 't gezicht verloren, en praaiden slechts een schip, een kleine pantserboot van Santa Cruz, bestemd naar de Gele Zee te gaan, die ons signalleerde „Alles wei aan boord" om zes uur in den namiddag. Van dat oogenblik af stoomde ik langzamer en bracht 't Zuiderkruis naar buiten. Van dat uur af begon mijn werk. pleeg ik altijd te zeggen. Dit alles heb ik kort en bondig ver teld zonder over mijzelf te praten. Heft was zoo plotseling gekomen, en ik wist zoo weinig van 't verdriet van Ruth Bellenden, of wat er met haar op 't eiland was gebeurd, dat ik blinde lings in 't donker moest rondtasten, om de waarheid te vinden. Wat 't scheepsvolk betrof, ik kon zeker zijn, daft George Venn zijn aandeel in d'e ge schiedenis al rondverteld had en ik geloof, dat, nu zij wisten dat mijn meesteres aan land was. en in gevaar verkeerde, zouden zij mij liever ge boeid hebben dan terug te gaan als ik daar van gesproken had. Ik kan niet ontkennen, dat 't gewaagd was; maar wie zou niet meer dan zijn arm. zalig leven, feil hebben om eene vrouw te redden uit haar ongeluk, en zij, die om zoo te zeggen, nog wet een scheepdsbroeder was? Ik zou er aiies onder willen verwedden, dat er geen man aan boord was, die niet vrijwillig naar land had willen gaan voor Kutn Bellenden, al had ik hun ook zeker verteld, dat Ken's Eiland hun graf zou worden. En bovendien hadden wi] toch altijd! no"- 't schip, en wisten aat het naar Frisco zou gaan. om nulp voor ons te halen. Een ijdele hoop, naar ik thans weet. Want hoe zouden wij weten dat 't Zuiderkruis, voor er nog een week verloopen zou zijn, op den bodem van de zee zou liggen, vijf tien duizend vademen diep? Dat kon den we niet weten; toch is 't gebeurd, en daarom kregen wij geen hulp. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1