NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Hel BÉ oilr is Zes
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
e laargang
Vrijdag 10 October 1902.
No. .">915
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.0234
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden 0.3734
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prgs der Adrertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters rmnr plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bnream: Gebouw Het Spaame, Zuidel" liulteiispaarue >0 t».
Telefoonnummer der Redactie 600. feieroonnnmmer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A, DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Hit blad. verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Ccm^pagme Générale de Publicité Etrangère G» Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31w« Faubourg Monvmwtire.
Haartem's Dagblad van 10 Oct.
b«yat o. H.
Dnitsctae Keizer en de Boe
rengeneraal*, De stakingen der
mijnwerkers in Frankrijk, Dei ver
kiezing.
üllieteele berichten.
De BURGEMEESTER van Haarlem,
brengt bij deze ter kennis van de ingeze
tenen dezer gemeente, dat het op den
zesden October j.l., executoir verklaard
kohier no. 13 )2e kwartaal) op de perso-
neele belasting dezer gemeente, dienst
1902, op heden aan den ontvanger der
directe belastingen is ter hand gesteld.
Wordende de ingezetenen tevens her
innerd, dat de belastingschuldigen ver
plicht zijn hunnen aanslag op den bij
de wet bepaalden voet te voldoen.
De Burgemeester voorn.,
BOREEL.
Haarlem, 8 October 1902.
Buitenlandsch Nieuws
Engeland.
De volgende gebeurtenis, zoo leest
men in de „Manch. Guardian" moet
zeker een pijnlijken indruk maken op
elk fatsoenlijk Engelschman: Tijdens
den oorlog werd het lager van gene
raal Botha overvallen en vielen zijn
bezittingen in handen der Engel-
schen; daaronder bevonden zich
psalmboeken en een Bijbel, waar
Botha's naam voorin geschreven
stond. Lord Kitchener zond hem de
psalmboeken terug, maar verklaarde
niets te weten van den Bijbel, waar
aan Botha groote waarde hechtte.
Thans wordt den generaal uit En
geland, uit Plymouth, gevraagd of
hij er prijs op stelt dien Bijbel terug
te krijgen, en op zijn bevesitigend
antwoord, ontving hij het bericht, dat
de Bijbel te koop was voor 25 Pond
De generaal heeft, diep veront
waardigd over deze handelwijze, op
dit bericht niet verder geantwoord.
België.
De Londensche correspondent van
de „Ind. Beige" schrijft uit de omge
ving van de dochter van den Belgi
schen Koning nog eenige heschouwin
gen over het pijnlijk tooneel, dat voor
eenige weken t.e Spa is voorgevallen.
Hij wijst nog eens op de koppigheid
des lconings, om in het tweede huwe
lijk dezer verstooten dochter een més
alliance te willen zien. In Engeland
bijv. heeft men een geheel andere op
vatting, want is niet de dochter van
koningin Victoria, prinses Louise, ge
huwd met een maakies Lorne, later
verheven tot hertog van Argyll, en is
de dochter van dezen Koning van En
geland, prinse® Louise van Wales,
niet gehuwd met een hertog van Fife
De stamboom der Lonyay's is een
zeer oude en hechte en het voorgeslacht
van den gemaal van prinses Stepha
nie van België graaf Elemer Lonyay.
is meer dan duizend jaar oud, en
stamt af van een der zeven hertogen
van Hongarije. Alvorens in het hu
welijk te treden met een Belgische ko
nirigsdochter waren er verschillende
Lonyay's, die met koninklijke families
geparenteerd waren in de XlIIe eeuw
met de Hongaarsche koninklijke fami
lie. in die eeuw was een Lonyay groot
hertogin van Transylvanië in de XVIe
eeuw was een Lonyay vermaagd met
koning Stephanus Batory.
In Hongarije kent men bovendien
geen mésalliance, „daar de vrouwen
hun titels behouden wanneer zij in het
huwelijk treden met echtgenooten, die
een lageren titel voerenzoo is het
ook in Engeland, in Italië, in Spanje,
vroeger ook in Frankrijk, De mésal
liance is een speciaal Germaansch be
denksel.
Te Gent zijn de Boerengeneraals
uitermate geestdriftig ontvangen. Be
reden gendarmes moesten het plein
voor de Salie des Pas Perdns, waar zij
aankwamen, schoonvegen. In het ho
tel de la Poste had een receptie plaats.
Op de Vrijdagmarkt werd den gene
raals een envelop met 150 fr. voor de
slachtoffers van den oorig ter hand ge.
te ld'-
Over den geheel en weg werd de op
tocht door geen enkel incident ver
stoord, geen vijandige kreten tegen En
geland vernomen. In de Langstraat
werd een prachtige krans aan de ge
neraals aangeboden en opnieuw een
enveloppe roet een flinke som aan ge
neraal Botha ter hand gesteld.
Frankrijk.
Door Manau, den welbekenden oud-
pro cureur-generaal van het Fransche
Hof van Cassatie, is een brief aan een
provincieblad geschreven, naar aanlei
ding van Zola's overlijden, waaraan
dit gedeelte wordt ontleend:
„Niemand zou heden ,in weerwil
van alles wat sedert geschied is, dur
ven beweren .dat het borderel waarop
hii veroordeeld is, van de hand i's van
Dreyfus. Geduld evenwel, dat is mijn
laatste woord. De vraag van Gerech
tigheid. wanneer het gaat om de on
schuld of de eer van een mensen, ver
liest haar rechten niet, en uit naam
van die wet, zal eens, in weerwil van
alles, het eerherstel van Dreyfus uit
gesproken worden. Dien dag zullen
zii die ons overleven, een schoone
taak te vervullen hebben. Zij zullen
naar het graf van Zola hebben te dra
gen en op het standbeeld griffen het
plechtig vonnis, dat rechtvaardigen
zal zijn beschuldiigingsbrief en het
boek „Justice" zal vervangen, dat zijn
helaas! te vroeg verstijfde hand; niet
den tijd heeft gehad te schrijven. Die
dag zal een dag van glorie.zijn voor
Zola. voor Dreyfus, voor de Gerech
tigheid en voor Frankrijk".
Minister Combes heeft een redevoering
gehouden, die sterk de aandacht trekt.
Hit heeft nl. een en ander gezegd ter
kenschetsing van zijn kabinet, dat, naar
hij zeide „voortgekomen is uit de ver-
eeniging van de republikeinsche partij,
tegen het nationalisme, dat slechts een
onheilspellende parodie is van de we
zenlijke vaderlandsliefde".
Hij sprak o.a. over noodige belasting
hervorming en keurde de algemeene
werkstaking, waarmee nu gedreigd
wordt, af, als een soort van binnenland-
schen oorlog, die geen reden van bestaan
heeft onder een regeering welke beproeft
de bestaande kwesties tot oplossing te
brengen.
Thans is, naar de minister van bui-
tenlandsche zaken in den ministerraad
verzekerd heeft, het verdrag, regelende
die hangende kwestiën tusschen Frank
rijk en Siam gesloten.
Duitschland.
Hoe is de wind?
Weer gedraaid.
Dat mag men wel zeggen bij de be
richten over de audiëntie, die de Boeren
generaals bij Z. M. den Duitschen Keizer
zouden hebben, dan wel, dan misschien
weer niet, en nu... heelemaal niet.
Kon gisteren onze Berlijnsche corres
pondent nog mededeelen, dat de audiën
tie nu definitief is vastgesteld, de wind
is alweer gedraaid en er zal nu naar
alle waarschijnlijkheid wel niets van ko
men.
De „Indépendance Beige" en de „Nordd.
Alg. Zeit." weten allebei mede te deelen
dat de audiëntie niet zal plaats hebben.
Het laatste blad schrijft:
In een aantal bladen werd gisteren
beweerd, dat de audiëntie der Boeren
generaals bij den Keizer nu definitief
vaststaat. Daartegenover zijn wij in
staat, het volgende mee te deelen:
Nadat het ter kennis van Zijne Majes
teit gekomen was, dat de aanvoerders
van het voormalige Boerenleger Botha,
De Wet en De la Rey naar Berlijn zou
den komen, werd op 18 Sept. het aller
hoogste bevel gegeven, den generaals te
doen weten, dat Zijne Majesteit bereid
was hen te ontvangen, onder voorbe
houd, dat zij zich in Duitschland van
elke anti-Engelsche agitatie onthouden
en zich bij Zijne Majesteit door tusschen-
komst van den Ëngelschen gezant zou
den laten aanmelden. Hierop verklaarde
generaal De Wet voor zich en zijne ka
meraden, dat zij genoegen namen met
de voorwaarden, waarop de ontvangst
bij Z. M. den Duitschen Keizer zou kun
nen plaats hebben. Volgens eene op 6
dezer uit Den Haag ontvangen officieele
mededeeling zijn de generaals echter in
middels tot eene andere meening geko
men; zij maken er nu bezwaar tegen de
audiëntie aan te vragen en verwachten
veeleer, door Z. M. den Keizer ontboden
te worden. Daarmede is deze aangele
genheid in negatieven zin beslist en af-
De Boeren hebben de tastbare bewijzen
van den Duitschen edelmoed en sympa
thie te ruimschoots in herinnering dan
dat deze handelwijze diepen indruk op
hen zal maken.
De omgeving van den Duitschen Kei
zer kon toch ook wel begrijpen, dat de
generaals er niet op zouden gesteld zijn
op eene wijze als voorgesteld, tot den
Keizer te worden toegelaten.
Het zou toch voor hen immers niet
aangaan zich van elke anti-Engelsche
agitatie te onthouden, en bovendien elk
woord dat ze spreken en dat door de me
nigte, die het hoort wordt toegejuicht
kan men immers als anti-Engelsche be
tooging opvatten.
Dat de generaals dus Z. M. niet be
zoeken zullen staat zoo goed als vast,
want het is niet te verwachten dat Z. M.
hen nu toch ontbieden zal.
Of hiermede de- geheele reis door
Duitschland ook in 't water valt, is niet
met zekerheid te voorspellen, maar toch
wel zeer waarschijnlijk.
Turkije.
Gelijktijdig verzonden telegrammen uit
Belgrado en Konstantinopel verzekeren
beide, dat de berichten over de onlusten
in Macedonië erg overdreven zijn. Dat
uit Konstantinopel erkent ten minste, dat
de toestand in drie wilajets tengevolge
der onlusten verergerd, is, maar ver
klaart overigens ook, dat de Turken de
situatie volkomen meester zijn en de
oproerigheid haar hoogtepunt reeds voor
bij is.
Terwijl wij meermalen gewaarschuwd
hebben tegen het al te zeer geloof hech
ten aan alle berichten over den opstand
in Macedonië, lijkt ons de eenstemmig
heid van bovenstaande twee telegram
men nog ai verdacht. Ze zullen dan ook
beide wel van Jildiz-Kiosk stammen,
waar men er op uit is, de zaak als een
vrij onbeduidend en gevaarloos ver
schijnsel voor te stellen.
Italië.
Tullio Murri, de voornaamste aange
klaagde in de veelbesproken moordzaak
van graaf Bonmartini, zijn zwager, is
uitgeleverd door de Oostenrijksche re
geering. Bij aankomst te Bologna zei hij
tegen den politiebeambte, die hem ge
leidde: „Ziezoo, nu zal ik eindelijk eens
kunnen bewijzen, dat als ik hem gedood
heb, ik in wettige zelfverdediging heb
gehandeld". In een verhoor, dat hem
onmiddellijk na aankomst werd afgeno
men heeft hij nog eens hetzelfde gezegd.
De rechter van instiuotie deed er het
zwijgen toe, want hij wilde alvorens met
beklaagde daarover te redetwisten alle
verklaringen der getuigen hooren. On
der deze is een zeer bezwarende mede
deeling van Murri's vriend, den meer
genoemden Dr. Naldi. Deze toch heeft
bekend deelgenomen te hebben aan de
toebereidselen tot den moord, maar er
bij gevoegd, dat de moed hem op het
laatste oogenblik omzonk, en hij voor
de komst van Bonmartini was wegge
gaan. Als dat waar is, dan heeft Tullio
Murri's „zelfverdediging" niet veel kans
door de jury voor goede munt te wor
den aangenomen,
zameling voor de Boeren, nog aan
wezig de heeren L. A. Laureij, K.
Bakker, J. de Koek, L. van der Wilk,
H. L. Janssen van Raaij, J. van der
Wijde, W. Ringnalda en Rooden-
burch.
Door de Arr. Rechtbank al
hier is machtiging verleend tot open
baren verkoop van het perceel Raamvest
no. 9, bewoond geweest door wijlen
Mej. Van Weemen.
Veiling. Het uitgestrekte landgoed
,,'t Groot CLooster," groot ruim 73 H.A.,
gelegen in de gemeente Heemstede, is
Woensdag gekocht door den heer T. C.
Niephaus voor 148.630, voor rekening
van den heer G. N. Aberson, particulier
te Amsterdam, die het buiten zelf zal
betrekken.
Tot griffier b ij he t kan to n-
gerecht alhier is benoemd Mr. J. J. E.
van der Boon, griffier bij het kantonge
recht te Schiedam.
Gevallen. Hedenmorgen omstreeks
half elf had een heer het ongeluk met
zijne fiets op het Spaame tusschen de
tramrails te slippen, waardoor hij viel
en niet bij machte was op te staan. Bij
den heer v. d. Most van Spijk ingedra
gen, werd de eerste geneeskundige hulp
verleend door dr. Van Linden Tol.
Naar het schijnt heeft de persoon zwa
re kneuzingen opgeloopen, daar hij per
rijtuig naar zijne woning werd vervoerd.
Marinus van Waarden, Idie
onlangs door de Rechtbank alhier tot 3
maanden gevangenisstraf is veroordeeld
ter zake van opzettelijke vernieling (het
vernielen van ruiten enz. in de cel waar
in hij was opgesloten in het Paleis van
Justitie en in het Huis van Bewaring) is
van dit vonnis in hooger beroep geko
men.
Stadsnieuws.
Haarlem, 9 Oct. 1902.
Wij verwijzen naar de an
nonce in dit nummer van ons blad
betreffende den cursus voor melkon-
derzoek, die gedurende de winter
maanden alhier zal worden gehouden.
Voor de Boeren. Behalve
de in ons vorig nummer reeds ge
noemden waren op de Dinsdag ten
Stadhuize geliouden vergadering voor
de vorming van een comité tot een in-
Yerk i ezi n es ver ff ad eri n 2-,
VERVOLG REDE TROELSTRA.
In Frankrijk is de toestand iets be
ter. Wanneer het kapitalistische sltel-
sel plaats heeft gemaakt voor een an
der stelsel, dan eerst zal de Regee-
jringsvorm veranderen.
Hoe het ook zij, in den gemeente
raad kan hett. koningschap niet wor
den afgeschaft, noch een republiek
noch het privaat-bezit, want al deze
dingen vallen buiten den gemeente
raad1 en behooren alleen tot het (ter
rein van de algemeene landspolftiek.
De boemannen, die we voor U laten
optreden bij de gemeenteraadsverkie
zing, kunnen dan ook gerust achter
wege blijven, en daarmede kan men
wachten tot eene verkiezing voor
het parlement.
Hier is de vraag: moeiten wij voor
uit of moet er wat meer geremd wor
den. Dat is de groote vraag. De de
mocratie dus tegen het conservatis
me.
De vooruitgang tegenover het behoud!
De vraag is of ge vertrouwen hebt in de
richting, welke de maatschappij ingaat.
Het streven der liberale kiesvereeniging
is ook hier als met het Handelsblad
het geval was, om de arbeiderspartij zoo
veel mogelijk te weren. Een klein woord
aan hun adres is hier niet misplaatst.
Weten zij wel, dat wanneer de libera
len in herstemming komen met een
Anti-rev. of Katholiek, die liberalen
er gteeds niet komen zonder de steun
der soc.-democraten. Beseft de libe
rale partij dit wel, beseft ze, dat de
heer van Styrum er niet WA9 geko
men bij de laatste herstemming voor
de Tweede Kamer, maar dat de heer
v. d. Kamp met de overwinning zou
gaan sltrijken, wanneer de soc.-demo
craten de liberalen niet hadden ge
holpen.
Wij zijn geen lammeren, wanneer
de liberalen roekeloos de andere par
tijen voor de gemeenteraad willen
steunen, dan moeten zij de gevolgen
ook maar dragen. Want zoo groot is
onze voorliefde niet voor de liberalen
dat wij zullen zeggen: trap ons maar,
wij zullen jelui nooit kwaad doen.
Zoo ToMoïaansch zijn wij niet.Wan-
neer de liberalen die meer voor onze
beginselen mo-eten zijn, voor de voor
uitgang op sociaal gebied, zoo be
vreesd zijn, dat zij ons tegenwerken,
dan zullen wij hen nog een handje
helpen om onder conservatief bestuur
te komen.
Men bereikt er echter niets mede
om ons buiten düe lichamen te hou
den. Wij zullen Steeds trachten te
hervormen. Het monsterverbond kan
o>n<s niet dooden, wij groeien buiten
die lichamen om.
Het zal het ergste voor de liberalen
zijn. Hebben zij nog eene illusie een
eigen partij te blijven, lalten ze dan
oppassen. Evenals in Italië zullen
ook hier te lande de liberalen onder
het clericalisme komen, Wanneer wij
ze nielt meer helpen.
Bij deze gelegenheid willen wij te
vens eens zien hoe het staat met de
vrijzinnig-democraten, of zij zich ook
aan het monsterverbond) scharen, bij
de clericalen-partij, die stilstand
wenscht, alleen omdat de sociaal-de-
mocrajben te hard vooruit willen.
Deze strijd is dan ook niet van al
gemeen belang ontbloot. Weder ben
ik candidaat. Hoewel de weg niet al
leen met rozen bezaaid is, mar
daarop ook vele doornen voorkomen,
heb ik gemeend voor de partij te
moeten opkomen en haar candida-
tuur te aanvaarden.
Wanneer de vraag zoo gesteld wordlt:
Vooruit of stilstand, Aris
tocratie of Demo cr at ie,dan
zal het grootste gedeelte der kiezers
zeggen, ,,al gaat het ook walt te hard
dan maar onze stem aan den candi
daat der Arbeiderspartij". (Daverend
applaus).
De heer Reijne, liberaal, verklaart,
dat, hoewel hij zich niet geheel met
het gesprokene van den heer Troel
stra vereenigen kan, niet met den
heer TroeMra in debat wenscht te
tredien, doch dat gaarne overlaat aan
eventueele voorstanders der candida-
.F®rafiSe£©H,
door
MAX PEMBERTON.
18)
Je mag wezen wat je wil, maar
vraag ons niet op jou muziek te ma
ken. zei ik, misschien wel wat ver
bitterd maar wat het naar beneden-
gaan betreft, dat zullen wij maar doen,
Peter. Denk je, dat ik hier als een
rat in de val wil sterven Dat zeker
nietWaaxschuw mij. wanneer het
begint te schemeren, en dan een dui
delijk pad, en ik zal je den weg gauw
genoeg zeggen
Ik kon merken, dat d'it hun plezier
deed en George Venn sprak nu
Gij zult toch niet alleen gaan,
mijnheer
Werkelijk, mijn jongen, zal ik
dat, en ik kom langs denzelfden weg
terug. Wees niet bang voor mij, jon
gen, zei ik; ik ben nog eens in mijn
leven In zoo'n parket geweest en ben
er toch weer uitgekomen, hoewel ik
er niet bijzonder op- gesteld ben AH
er heneden gevaar is, dan heb ik nog
oogen in mijn hoofd, om dat te zien.
Het zou een gruwelijke verkwisting en
zeker jammer zijn, dat vier betalen zou
den, wat éen geven kan. Maar ik zal
niet vergeten, c.at jelui honger hebt.
en als daar een gebraden eend te
vinden is, dan beloof ik Peter Bligh,
dat hij er een vleugel van zal hebben.
Hiervan monterden zij allen op, en
Peter Bligh zwoer, als een echte zee
man, dat wij allen tezamen, op goed
geluk af, naar den duivel, of de diepe
zee in zouden gaan. Seth Barker was
niet miinder vast besloten, en ik ge
loof, dat George Venn als een kind
geschreeuwd zou hebben, als hij alleen
was achtergelaten. Ten slotte gaf ik
toe, en het was overeengekomen, dat
wij, goed of kwaad, te zamen vertrek
ken zouden, wanneer de juiste tijd er
voor daar was.
Jelui weg, jongens, is nog niet
de mijne, zei ik verrast door hun toe
genegenheid. „Zooals je het wenscht.
zal het gebeurendaarbij verblijdt 't
mij, omdat ik Peter Bligh om zijn ta
bak zal moeten lastig vallen, daar de
mijne opraakt. Wij zullen vannachL
damp of geen damp, te eten krijgen.
Ik denk, dat het iets zwavelachtigs
moet wezen, om Peter van zijn mui
zenissen af te helpen. Nu Peter, is t
piet zoo Wat zou je zeggen van een
stukje spek, en een glas whisky om
het door te spoelen? Zou de damp je
daarvan wel terughouden
Neen, zelfs niet iemand met een
zweep in zijn hand. Ik ben totaal le
dig, kapitein, en niemand wil liever dit
vogelnest verlaten dan ik. Wij zullen,
met uw verlof, tegen zonsondergang
naar beneden gaan en God zal ons on
gedeerd terug zenden
Zij stemden met mijn „Amen" in en
wij sluimerden wel ruim een uur in de
hitte van den angstigen dag. Eens
klaps, ik denk zoowat tegen zeven uur
ir. den morgen, bemerkte George Venn
de pijpen van een stoomboot, aan de
Noordzijde van de horizon, maar het
rookwolkje verloren wij spoedig uit 't
oog, en vanaf dat oogenblik geloof ik
niet, dat er tot in den middag twintig
woorden gesproken zijn. Wij wachtten
steeds, als vermoeide mannen die een
zwaar werk te doen hebben en bang
zijn eraan te beginnen, en nauwelijks
was de zon onder, en begon er een
frHch avondkoeltje te waaien, of wij
sprongen op en zeiden, dat nu de tijd
toch gekomen was.
Peter, neem jij de ladder en laat
Seth Barker hem vastmaken, zei ik.
De weg is mooi genoeg en aan den
voet van een duizend voet hoogen af
grond zulien wij een fijn diner krij
gen. Zijn er menschen op het eiland,
dan zullen we dat gauw genoeg we
ten. Zij kunnen ons niet meer dan
vermoorden en ik geef er de voorkeur
aan, vermoord te worden dan te ver
hongeren. Kom jongens, vooruit, en
zet je oogen wijd open.
Zij hoorden mij gewillig aangeen
vlugger troepje ging ooit dien heuvel
af, als wij vieren, die de honger voort
dreef, en de dorst moedig maakte. Ge
vaarlijke plaatsen, die wij op een an-
dei'en tijd behoedzaam zouden zijn
doorgegaan, doorschreden wij nu
haastig en zonder eenige angst.
Wij legden de ladder als een brug
over de afgronden en lieten er on
langs afglijden, alsof 't een touw was.
Het vogelnest, waar wij vijf dagen lang
een schuilplaats hadden gevonden te
gen de eilandbewoners, hield ons nu
niet langer gevangen, want de dors
tige mannen wilden hun gezicht en
handen in de beek wasschen, die van
de heuvelkant neerstortte, en een teug
drinken. Het is niet te beschrijven,
hoezeer ons dat opknapte, en het gal
ons zulk een kracht, dat ik geloot,
al waren er ook honderd mannen od
liet. bergpad geweest, wij toch naar de
bungalow zouden gegaan zijn. Want
wij wilden de waarheid weten. Nieuws
gierigheid is een gebrek dat zelfs blijft
wanneer men honger heeft.
Driehonderd voet boven het dal was
er een plek van het hoogland, waar t
pad kronkelde en waar wij het eiland
geheel konden overzien. Op deze plek
hielden wij stil en bespiedden de bos.
schen. die wij zes dagen te voren door
gerend waren, om ons leven te red
den. De zon was juist ondergegaan en
al is de schemering in die landen kort.,
toch konden wij een boel waarnemen
Ik geloof, dat wij allen het meest ver
baasd waren in 't geheel geen mist of
damp te zien, zooals wij van den
Franscliman en uit Ruth Bellenden's
dagboek gehoord liaanen. Het is waar
dat er een blauwachtige damp uit het
woud opsteeg en in nevelachtige wol
ken boven het lagere moerasland hing.
Maar van een mist in de ware be-
teekenïs was geen enkel spoor, en
toch begon ik de lucht wel wat zwaar
te vinden om adem te halen en ik werd
gekweld door een vreemde gedrukt
heid, waarvan ik mij geen rekenschap
kon gevenniettemin maakte ik mij
sterk, dat het verhaal van den slaaptijd
nonsens was, en dat wij dit ispoedig
zouden bewijzen. De anderen waren
ook van die meening.
Ik zie geen nevel, zei Peter Bligh.
toen het eiland in 't gezicht was. Te
denken, dat iemand uit zijn huis zal
gaan voor zoo n turfdamp Waarlijk,
kaptein, zij zijn onnoozel hier. en ge
makkelijk voor den gek te houden.
Wij zullen ten slotte nog wel een ge
braden eend vinden.
Dat was goed gezegd, maar George
Venn, die scherper van gezicht was,
merkte iets anders op.
Er is hier, voor zoover ik zien
kan, niemand, zei hij wijs, en evenmin
zijn er lichten in de huizen. Ik be
grijp niet, waar al dat volk is. Het
i.s vreemd, dat wij niemand zien.
Hij zeide het als een vraag, maar
vóór ik h em kon antwoorden, liet Seth
Barker zich met zijn zware stem lioo-
ren. en wees naar de verwij derde rif
fen
Ze hebben zoowaar de zee ver
licht, zei hijj
Wa.arachtig, dat is zoo, riep Pe1
ter Bligh ontsteld, Dat heb ik nooit
gezien.
(Wordt vervolgd.