NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Hel BÉ oilr is Zes Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. e laargang Vrijdag 10 October 1902. No. .">915 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.0234 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden 0.3734 de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIËN Van 15 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prgs der Adrertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters rmnr plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bnream: Gebouw Het Spaame, Zuidel" liulteiispaarue >0 t». Telefoonnummer der Redactie 600. feieroonnnmmer der Administratie 122. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A, DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hit blad. verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Ccm^pagme Générale de Publicité Etrangère G» Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31w« Faubourg Monvmwtire. Haartem's Dagblad van 10 Oct. b«yat o. H. Dnitsctae Keizer en de Boe rengeneraal*, De stakingen der mijnwerkers in Frankrijk, Dei ver kiezing. üllieteele berichten. De BURGEMEESTER van Haarlem, brengt bij deze ter kennis van de ingeze tenen dezer gemeente, dat het op den zesden October j.l., executoir verklaard kohier no. 13 )2e kwartaal) op de perso- neele belasting dezer gemeente, dienst 1902, op heden aan den ontvanger der directe belastingen is ter hand gesteld. Wordende de ingezetenen tevens her innerd, dat de belastingschuldigen ver plicht zijn hunnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. De Burgemeester voorn., BOREEL. Haarlem, 8 October 1902. Buitenlandsch Nieuws Engeland. De volgende gebeurtenis, zoo leest men in de „Manch. Guardian" moet zeker een pijnlijken indruk maken op elk fatsoenlijk Engelschman: Tijdens den oorlog werd het lager van gene raal Botha overvallen en vielen zijn bezittingen in handen der Engel- schen; daaronder bevonden zich psalmboeken en een Bijbel, waar Botha's naam voorin geschreven stond. Lord Kitchener zond hem de psalmboeken terug, maar verklaarde niets te weten van den Bijbel, waar aan Botha groote waarde hechtte. Thans wordt den generaal uit En geland, uit Plymouth, gevraagd of hij er prijs op stelt dien Bijbel terug te krijgen, en op zijn bevesitigend antwoord, ontving hij het bericht, dat de Bijbel te koop was voor 25 Pond De generaal heeft, diep veront waardigd over deze handelwijze, op dit bericht niet verder geantwoord. België. De Londensche correspondent van de „Ind. Beige" schrijft uit de omge ving van de dochter van den Belgi schen Koning nog eenige heschouwin gen over het pijnlijk tooneel, dat voor eenige weken t.e Spa is voorgevallen. Hij wijst nog eens op de koppigheid des lconings, om in het tweede huwe lijk dezer verstooten dochter een més alliance te willen zien. In Engeland bijv. heeft men een geheel andere op vatting, want is niet de dochter van koningin Victoria, prinses Louise, ge huwd met een maakies Lorne, later verheven tot hertog van Argyll, en is de dochter van dezen Koning van En geland, prinse® Louise van Wales, niet gehuwd met een hertog van Fife De stamboom der Lonyay's is een zeer oude en hechte en het voorgeslacht van den gemaal van prinses Stepha nie van België graaf Elemer Lonyay. is meer dan duizend jaar oud, en stamt af van een der zeven hertogen van Hongarije. Alvorens in het hu welijk te treden met een Belgische ko nirigsdochter waren er verschillende Lonyay's, die met koninklijke families geparenteerd waren in de XlIIe eeuw met de Hongaarsche koninklijke fami lie. in die eeuw was een Lonyay groot hertogin van Transylvanië in de XVIe eeuw was een Lonyay vermaagd met koning Stephanus Batory. In Hongarije kent men bovendien geen mésalliance, „daar de vrouwen hun titels behouden wanneer zij in het huwelijk treden met echtgenooten, die een lageren titel voerenzoo is het ook in Engeland, in Italië, in Spanje, vroeger ook in Frankrijk, De mésal liance is een speciaal Germaansch be denksel. Te Gent zijn de Boerengeneraals uitermate geestdriftig ontvangen. Be reden gendarmes moesten het plein voor de Salie des Pas Perdns, waar zij aankwamen, schoonvegen. In het ho tel de la Poste had een receptie plaats. Op de Vrijdagmarkt werd den gene raals een envelop met 150 fr. voor de slachtoffers van den oorig ter hand ge. te ld'- Over den geheel en weg werd de op tocht door geen enkel incident ver stoord, geen vijandige kreten tegen En geland vernomen. In de Langstraat werd een prachtige krans aan de ge neraals aangeboden en opnieuw een enveloppe roet een flinke som aan ge neraal Botha ter hand gesteld. Frankrijk. Door Manau, den welbekenden oud- pro cureur-generaal van het Fransche Hof van Cassatie, is een brief aan een provincieblad geschreven, naar aanlei ding van Zola's overlijden, waaraan dit gedeelte wordt ontleend: „Niemand zou heden ,in weerwil van alles wat sedert geschied is, dur ven beweren .dat het borderel waarop hii veroordeeld is, van de hand i's van Dreyfus. Geduld evenwel, dat is mijn laatste woord. De vraag van Gerech tigheid. wanneer het gaat om de on schuld of de eer van een mensen, ver liest haar rechten niet, en uit naam van die wet, zal eens, in weerwil van alles, het eerherstel van Dreyfus uit gesproken worden. Dien dag zullen zii die ons overleven, een schoone taak te vervullen hebben. Zij zullen naar het graf van Zola hebben te dra gen en op het standbeeld griffen het plechtig vonnis, dat rechtvaardigen zal zijn beschuldiigingsbrief en het boek „Justice" zal vervangen, dat zijn helaas! te vroeg verstijfde hand; niet den tijd heeft gehad te schrijven. Die dag zal een dag van glorie.zijn voor Zola. voor Dreyfus, voor de Gerech tigheid en voor Frankrijk". Minister Combes heeft een redevoering gehouden, die sterk de aandacht trekt. Hit heeft nl. een en ander gezegd ter kenschetsing van zijn kabinet, dat, naar hij zeide „voortgekomen is uit de ver- eeniging van de republikeinsche partij, tegen het nationalisme, dat slechts een onheilspellende parodie is van de we zenlijke vaderlandsliefde". Hij sprak o.a. over noodige belasting hervorming en keurde de algemeene werkstaking, waarmee nu gedreigd wordt, af, als een soort van binnenland- schen oorlog, die geen reden van bestaan heeft onder een regeering welke beproeft de bestaande kwesties tot oplossing te brengen. Thans is, naar de minister van bui- tenlandsche zaken in den ministerraad verzekerd heeft, het verdrag, regelende die hangende kwestiën tusschen Frank rijk en Siam gesloten. Duitschland. Hoe is de wind? Weer gedraaid. Dat mag men wel zeggen bij de be richten over de audiëntie, die de Boeren generaals bij Z. M. den Duitschen Keizer zouden hebben, dan wel, dan misschien weer niet, en nu... heelemaal niet. Kon gisteren onze Berlijnsche corres pondent nog mededeelen, dat de audiën tie nu definitief is vastgesteld, de wind is alweer gedraaid en er zal nu naar alle waarschijnlijkheid wel niets van ko men. De „Indépendance Beige" en de „Nordd. Alg. Zeit." weten allebei mede te deelen dat de audiëntie niet zal plaats hebben. Het laatste blad schrijft: In een aantal bladen werd gisteren beweerd, dat de audiëntie der Boeren generaals bij den Keizer nu definitief vaststaat. Daartegenover zijn wij in staat, het volgende mee te deelen: Nadat het ter kennis van Zijne Majes teit gekomen was, dat de aanvoerders van het voormalige Boerenleger Botha, De Wet en De la Rey naar Berlijn zou den komen, werd op 18 Sept. het aller hoogste bevel gegeven, den generaals te doen weten, dat Zijne Majesteit bereid was hen te ontvangen, onder voorbe houd, dat zij zich in Duitschland van elke anti-Engelsche agitatie onthouden en zich bij Zijne Majesteit door tusschen- komst van den Ëngelschen gezant zou den laten aanmelden. Hierop verklaarde generaal De Wet voor zich en zijne ka meraden, dat zij genoegen namen met de voorwaarden, waarop de ontvangst bij Z. M. den Duitschen Keizer zou kun nen plaats hebben. Volgens eene op 6 dezer uit Den Haag ontvangen officieele mededeeling zijn de generaals echter in middels tot eene andere meening geko men; zij maken er nu bezwaar tegen de audiëntie aan te vragen en verwachten veeleer, door Z. M. den Keizer ontboden te worden. Daarmede is deze aangele genheid in negatieven zin beslist en af- De Boeren hebben de tastbare bewijzen van den Duitschen edelmoed en sympa thie te ruimschoots in herinnering dan dat deze handelwijze diepen indruk op hen zal maken. De omgeving van den Duitschen Kei zer kon toch ook wel begrijpen, dat de generaals er niet op zouden gesteld zijn op eene wijze als voorgesteld, tot den Keizer te worden toegelaten. Het zou toch voor hen immers niet aangaan zich van elke anti-Engelsche agitatie te onthouden, en bovendien elk woord dat ze spreken en dat door de me nigte, die het hoort wordt toegejuicht kan men immers als anti-Engelsche be tooging opvatten. Dat de generaals dus Z. M. niet be zoeken zullen staat zoo goed als vast, want het is niet te verwachten dat Z. M. hen nu toch ontbieden zal. Of hiermede de- geheele reis door Duitschland ook in 't water valt, is niet met zekerheid te voorspellen, maar toch wel zeer waarschijnlijk. Turkije. Gelijktijdig verzonden telegrammen uit Belgrado en Konstantinopel verzekeren beide, dat de berichten over de onlusten in Macedonië erg overdreven zijn. Dat uit Konstantinopel erkent ten minste, dat de toestand in drie wilajets tengevolge der onlusten verergerd, is, maar ver klaart overigens ook, dat de Turken de situatie volkomen meester zijn en de oproerigheid haar hoogtepunt reeds voor bij is. Terwijl wij meermalen gewaarschuwd hebben tegen het al te zeer geloof hech ten aan alle berichten over den opstand in Macedonië, lijkt ons de eenstemmig heid van bovenstaande twee telegram men nog ai verdacht. Ze zullen dan ook beide wel van Jildiz-Kiosk stammen, waar men er op uit is, de zaak als een vrij onbeduidend en gevaarloos ver schijnsel voor te stellen. Italië. Tullio Murri, de voornaamste aange klaagde in de veelbesproken moordzaak van graaf Bonmartini, zijn zwager, is uitgeleverd door de Oostenrijksche re geering. Bij aankomst te Bologna zei hij tegen den politiebeambte, die hem ge leidde: „Ziezoo, nu zal ik eindelijk eens kunnen bewijzen, dat als ik hem gedood heb, ik in wettige zelfverdediging heb gehandeld". In een verhoor, dat hem onmiddellijk na aankomst werd afgeno men heeft hij nog eens hetzelfde gezegd. De rechter van instiuotie deed er het zwijgen toe, want hij wilde alvorens met beklaagde daarover te redetwisten alle verklaringen der getuigen hooren. On der deze is een zeer bezwarende mede deeling van Murri's vriend, den meer genoemden Dr. Naldi. Deze toch heeft bekend deelgenomen te hebben aan de toebereidselen tot den moord, maar er bij gevoegd, dat de moed hem op het laatste oogenblik omzonk, en hij voor de komst van Bonmartini was wegge gaan. Als dat waar is, dan heeft Tullio Murri's „zelfverdediging" niet veel kans door de jury voor goede munt te wor den aangenomen, zameling voor de Boeren, nog aan wezig de heeren L. A. Laureij, K. Bakker, J. de Koek, L. van der Wilk, H. L. Janssen van Raaij, J. van der Wijde, W. Ringnalda en Rooden- burch. Door de Arr. Rechtbank al hier is machtiging verleend tot open baren verkoop van het perceel Raamvest no. 9, bewoond geweest door wijlen Mej. Van Weemen. Veiling. Het uitgestrekte landgoed ,,'t Groot CLooster," groot ruim 73 H.A., gelegen in de gemeente Heemstede, is Woensdag gekocht door den heer T. C. Niephaus voor 148.630, voor rekening van den heer G. N. Aberson, particulier te Amsterdam, die het buiten zelf zal betrekken. Tot griffier b ij he t kan to n- gerecht alhier is benoemd Mr. J. J. E. van der Boon, griffier bij het kantonge recht te Schiedam. Gevallen. Hedenmorgen omstreeks half elf had een heer het ongeluk met zijne fiets op het Spaame tusschen de tramrails te slippen, waardoor hij viel en niet bij machte was op te staan. Bij den heer v. d. Most van Spijk ingedra gen, werd de eerste geneeskundige hulp verleend door dr. Van Linden Tol. Naar het schijnt heeft de persoon zwa re kneuzingen opgeloopen, daar hij per rijtuig naar zijne woning werd vervoerd. Marinus van Waarden, Idie onlangs door de Rechtbank alhier tot 3 maanden gevangenisstraf is veroordeeld ter zake van opzettelijke vernieling (het vernielen van ruiten enz. in de cel waar in hij was opgesloten in het Paleis van Justitie en in het Huis van Bewaring) is van dit vonnis in hooger beroep geko men. Stadsnieuws. Haarlem, 9 Oct. 1902. Wij verwijzen naar de an nonce in dit nummer van ons blad betreffende den cursus voor melkon- derzoek, die gedurende de winter maanden alhier zal worden gehouden. Voor de Boeren. Behalve de in ons vorig nummer reeds ge noemden waren op de Dinsdag ten Stadhuize geliouden vergadering voor de vorming van een comité tot een in- Yerk i ezi n es ver ff ad eri n 2-, VERVOLG REDE TROELSTRA. In Frankrijk is de toestand iets be ter. Wanneer het kapitalistische sltel- sel plaats heeft gemaakt voor een an der stelsel, dan eerst zal de Regee- jringsvorm veranderen. Hoe het ook zij, in den gemeente raad kan hett. koningschap niet wor den afgeschaft, noch een republiek noch het privaat-bezit, want al deze dingen vallen buiten den gemeente raad1 en behooren alleen tot het (ter rein van de algemeene landspolftiek. De boemannen, die we voor U laten optreden bij de gemeenteraadsverkie zing, kunnen dan ook gerust achter wege blijven, en daarmede kan men wachten tot eene verkiezing voor het parlement. Hier is de vraag: moeiten wij voor uit of moet er wat meer geremd wor den. Dat is de groote vraag. De de mocratie dus tegen het conservatis me. De vooruitgang tegenover het behoud! De vraag is of ge vertrouwen hebt in de richting, welke de maatschappij ingaat. Het streven der liberale kiesvereeniging is ook hier als met het Handelsblad het geval was, om de arbeiderspartij zoo veel mogelijk te weren. Een klein woord aan hun adres is hier niet misplaatst. Weten zij wel, dat wanneer de libera len in herstemming komen met een Anti-rev. of Katholiek, die liberalen er gteeds niet komen zonder de steun der soc.-democraten. Beseft de libe rale partij dit wel, beseft ze, dat de heer van Styrum er niet WA9 geko men bij de laatste herstemming voor de Tweede Kamer, maar dat de heer v. d. Kamp met de overwinning zou gaan sltrijken, wanneer de soc.-demo craten de liberalen niet hadden ge holpen. Wij zijn geen lammeren, wanneer de liberalen roekeloos de andere par tijen voor de gemeenteraad willen steunen, dan moeten zij de gevolgen ook maar dragen. Want zoo groot is onze voorliefde niet voor de liberalen dat wij zullen zeggen: trap ons maar, wij zullen jelui nooit kwaad doen. Zoo ToMoïaansch zijn wij niet.Wan- neer de liberalen die meer voor onze beginselen mo-eten zijn, voor de voor uitgang op sociaal gebied, zoo be vreesd zijn, dat zij ons tegenwerken, dan zullen wij hen nog een handje helpen om onder conservatief bestuur te komen. Men bereikt er echter niets mede om ons buiten düe lichamen te hou den. Wij zullen Steeds trachten te hervormen. Het monsterverbond kan o>n<s niet dooden, wij groeien buiten die lichamen om. Het zal het ergste voor de liberalen zijn. Hebben zij nog eene illusie een eigen partij te blijven, lalten ze dan oppassen. Evenals in Italië zullen ook hier te lande de liberalen onder het clericalisme komen, Wanneer wij ze nielt meer helpen. Bij deze gelegenheid willen wij te vens eens zien hoe het staat met de vrijzinnig-democraten, of zij zich ook aan het monsterverbond) scharen, bij de clericalen-partij, die stilstand wenscht, alleen omdat de sociaal-de- mocrajben te hard vooruit willen. Deze strijd is dan ook niet van al gemeen belang ontbloot. Weder ben ik candidaat. Hoewel de weg niet al leen met rozen bezaaid is, mar daarop ook vele doornen voorkomen, heb ik gemeend voor de partij te moeten opkomen en haar candida- tuur te aanvaarden. Wanneer de vraag zoo gesteld wordlt: Vooruit of stilstand, Aris tocratie of Demo cr at ie,dan zal het grootste gedeelte der kiezers zeggen, ,,al gaat het ook walt te hard dan maar onze stem aan den candi daat der Arbeiderspartij". (Daverend applaus). De heer Reijne, liberaal, verklaart, dat, hoewel hij zich niet geheel met het gesprokene van den heer Troel stra vereenigen kan, niet met den heer TroeMra in debat wenscht te tredien, doch dat gaarne overlaat aan eventueele voorstanders der candida- .F®rafiSe£©H, door MAX PEMBERTON. 18) Je mag wezen wat je wil, maar vraag ons niet op jou muziek te ma ken. zei ik, misschien wel wat ver bitterd maar wat het naar beneden- gaan betreft, dat zullen wij maar doen, Peter. Denk je, dat ik hier als een rat in de val wil sterven Dat zeker nietWaaxschuw mij. wanneer het begint te schemeren, en dan een dui delijk pad, en ik zal je den weg gauw genoeg zeggen Ik kon merken, dat d'it hun plezier deed en George Venn sprak nu Gij zult toch niet alleen gaan, mijnheer Werkelijk, mijn jongen, zal ik dat, en ik kom langs denzelfden weg terug. Wees niet bang voor mij, jon gen, zei ik; ik ben nog eens in mijn leven In zoo'n parket geweest en ben er toch weer uitgekomen, hoewel ik er niet bijzonder op- gesteld ben AH er heneden gevaar is, dan heb ik nog oogen in mijn hoofd, om dat te zien. Het zou een gruwelijke verkwisting en zeker jammer zijn, dat vier betalen zou den, wat éen geven kan. Maar ik zal niet vergeten, c.at jelui honger hebt. en als daar een gebraden eend te vinden is, dan beloof ik Peter Bligh, dat hij er een vleugel van zal hebben. Hiervan monterden zij allen op, en Peter Bligh zwoer, als een echte zee man, dat wij allen tezamen, op goed geluk af, naar den duivel, of de diepe zee in zouden gaan. Seth Barker was niet miinder vast besloten, en ik ge loof, dat George Venn als een kind geschreeuwd zou hebben, als hij alleen was achtergelaten. Ten slotte gaf ik toe, en het was overeengekomen, dat wij, goed of kwaad, te zamen vertrek ken zouden, wanneer de juiste tijd er voor daar was. Jelui weg, jongens, is nog niet de mijne, zei ik verrast door hun toe genegenheid. „Zooals je het wenscht. zal het gebeurendaarbij verblijdt 't mij, omdat ik Peter Bligh om zijn ta bak zal moeten lastig vallen, daar de mijne opraakt. Wij zullen vannachL damp of geen damp, te eten krijgen. Ik denk, dat het iets zwavelachtigs moet wezen, om Peter van zijn mui zenissen af te helpen. Nu Peter, is t piet zoo Wat zou je zeggen van een stukje spek, en een glas whisky om het door te spoelen? Zou de damp je daarvan wel terughouden Neen, zelfs niet iemand met een zweep in zijn hand. Ik ben totaal le dig, kapitein, en niemand wil liever dit vogelnest verlaten dan ik. Wij zullen, met uw verlof, tegen zonsondergang naar beneden gaan en God zal ons on gedeerd terug zenden Zij stemden met mijn „Amen" in en wij sluimerden wel ruim een uur in de hitte van den angstigen dag. Eens klaps, ik denk zoowat tegen zeven uur ir. den morgen, bemerkte George Venn de pijpen van een stoomboot, aan de Noordzijde van de horizon, maar het rookwolkje verloren wij spoedig uit 't oog, en vanaf dat oogenblik geloof ik niet, dat er tot in den middag twintig woorden gesproken zijn. Wij wachtten steeds, als vermoeide mannen die een zwaar werk te doen hebben en bang zijn eraan te beginnen, en nauwelijks was de zon onder, en begon er een frHch avondkoeltje te waaien, of wij sprongen op en zeiden, dat nu de tijd toch gekomen was. Peter, neem jij de ladder en laat Seth Barker hem vastmaken, zei ik. De weg is mooi genoeg en aan den voet van een duizend voet hoogen af grond zulien wij een fijn diner krij gen. Zijn er menschen op het eiland, dan zullen we dat gauw genoeg we ten. Zij kunnen ons niet meer dan vermoorden en ik geef er de voorkeur aan, vermoord te worden dan te ver hongeren. Kom jongens, vooruit, en zet je oogen wijd open. Zij hoorden mij gewillig aangeen vlugger troepje ging ooit dien heuvel af, als wij vieren, die de honger voort dreef, en de dorst moedig maakte. Ge vaarlijke plaatsen, die wij op een an- dei'en tijd behoedzaam zouden zijn doorgegaan, doorschreden wij nu haastig en zonder eenige angst. Wij legden de ladder als een brug over de afgronden en lieten er on langs afglijden, alsof 't een touw was. Het vogelnest, waar wij vijf dagen lang een schuilplaats hadden gevonden te gen de eilandbewoners, hield ons nu niet langer gevangen, want de dors tige mannen wilden hun gezicht en handen in de beek wasschen, die van de heuvelkant neerstortte, en een teug drinken. Het is niet te beschrijven, hoezeer ons dat opknapte, en het gal ons zulk een kracht, dat ik geloot, al waren er ook honderd mannen od liet. bergpad geweest, wij toch naar de bungalow zouden gegaan zijn. Want wij wilden de waarheid weten. Nieuws gierigheid is een gebrek dat zelfs blijft wanneer men honger heeft. Driehonderd voet boven het dal was er een plek van het hoogland, waar t pad kronkelde en waar wij het eiland geheel konden overzien. Op deze plek hielden wij stil en bespiedden de bos. schen. die wij zes dagen te voren door gerend waren, om ons leven te red den. De zon was juist ondergegaan en al is de schemering in die landen kort., toch konden wij een boel waarnemen Ik geloof, dat wij allen het meest ver baasd waren in 't geheel geen mist of damp te zien, zooals wij van den Franscliman en uit Ruth Bellenden's dagboek gehoord liaanen. Het is waar dat er een blauwachtige damp uit het woud opsteeg en in nevelachtige wol ken boven het lagere moerasland hing. Maar van een mist in de ware be- teekenïs was geen enkel spoor, en toch begon ik de lucht wel wat zwaar te vinden om adem te halen en ik werd gekweld door een vreemde gedrukt heid, waarvan ik mij geen rekenschap kon gevenniettemin maakte ik mij sterk, dat het verhaal van den slaaptijd nonsens was, en dat wij dit ispoedig zouden bewijzen. De anderen waren ook van die meening. Ik zie geen nevel, zei Peter Bligh. toen het eiland in 't gezicht was. Te denken, dat iemand uit zijn huis zal gaan voor zoo n turfdamp Waarlijk, kaptein, zij zijn onnoozel hier. en ge makkelijk voor den gek te houden. Wij zullen ten slotte nog wel een ge braden eend vinden. Dat was goed gezegd, maar George Venn, die scherper van gezicht was, merkte iets anders op. Er is hier, voor zoover ik zien kan, niemand, zei hij wijs, en evenmin zijn er lichten in de huizen. Ik be grijp niet, waar al dat volk is. Het i.s vreemd, dat wij niemand zien. Hij zeide het als een vraag, maar vóór ik h em kon antwoorden, liet Seth Barker zich met zijn zware stem lioo- ren. en wees naar de verwij derde rif fen Ze hebben zoowaar de zee ver licht, zei hijj Wa.arachtig, dat is zoo, riep Pe1 ter Bligh ontsteld, Dat heb ik nooit gezien. (Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1