DE ZATERDAGAVOND
GRATIS BIJVOEGSEL VAN .HAARLEM'S DAGBLAD"
ïan Men Tijdschrift
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
Prijsraadsel.
Haarlemmer Halletjes
as. no.
Zaterdag II October.
1902.
Meest gelezen Dagblad in Haarlem, en Omstreken.
De oplossing van ons Prijsraadsel was:
HOUTRUST.
Na loting werd de prijs toegewezen
aan Mej. G. VAN DER HAM. Zuidpol
derstraat no. 73, alhier.
Ons nieuwe prijsraadsel lui^t:
Het geheel is een welbekende zee.
Het eerste deel is een windstreek.
Het tweede ,een groot water.
Als prijs loven wij uit:
EEN KOP EN SCHOTEL.
De gezondheid in huis.
Niets is zoo gevaarlijk als het ..dok
teren" van leeken, dat maar al te veel
voorkomt en zijn oorzaken heelt
eenerzijds in het napraten van wat an
deren als hoogie wijsheid verkondigen
en in restes van dom bijgeloof, en an
derzijds door den invloed), die sommi
ge boeken over geneeskunde en hy
giëne teweegbrengen.
Men versta ons wel.
Wij willen hiermede niets afdoen
aan die waarde dier boeken de streng
wetenschappelijke blijven natuurlijk
geheel buiten ons terrein maar wil
len met nadruk wijzen op het gevaar
dat boeken, die de geneeskundige we
tenschap populariseeren. opleveren,
wanneer ze halve kennis aanbrengen,
waaruit de leeken-lezers meenen vol
komen kennis te kunnen distilleerden en
allerlei zaken zonder dokter ineens te
kunnen opknappen.
Daarin schuilt onberekenbaar ge
vaar.
Te meer toejuiching verdient het
dus dat er een Hollandsch werk wordt
uitgegeven, waarin op populaire wij
ze door een alleszins bevoegde wordt
uiteengezet wat elk van den bouw en
de samenstelling van het menschelijk
lichaam en van de functiën der ver
schillende organen behoort te weten
en kan begrijpen, daaraan tevens v-ast-
knoopend wenken voor die1 gezondheid,
die men volkomen begrijpt na het ge-
lezene en. wat meer zegt, waarvan,
men de onberekenbare waarde zal be
grijpen.
Dagelijks zien wij om ons heen
honderden voorbeelden van schrome
lijke verwaarioozing der zorgen voor
de gezondheid, zoowel uit nonchalan
ce als uit onkunde. Het ..menssana
in coporo sano". een gezonde, ziel kan
slechts huizen in een gezond lichaam,
eeuwen geleden verkondigd, schijnt
vergeefs gesproken.
Onreinheid op het lichaam, ondoel
matige kleeding. onvoldoende of glad
verkeerde luchtverversching. onmatig
heid van spijs en drank, on voedlsel
dat nad'eelig voor het lichaam is, zijn
ze niet aan de orde van den dag?
Dat geldt die gezonden niet alleen.
Zelfs bij zieken worden deze dingen
vaak totaal verwaarloosd', en dan
staat de geneesheer met al zijn zor
gen machteloos aan het krankbed.
Ieder behoort daarom ingelicht te
zijn van den houw van zijn eigen
lichaam, van dien werkkring der ver
schillende organen, om te weten hoe
h;; moet handelen om ze die functie
op de best mogelijke wijze te doen
vervullen, ieder moet weten welke
maatregelen hij behoort te nemen om
gezond te leven.
~Een gids op het pad wil zijn het bij
den heer W. Hilarius Wz. te Almelo
uitgegeven werk: .De gezondheid
i ïy hui s". natuur-geneeskundige
raadgever voor het gezin in gezonde
en zieke dagen, naar dte beste bronnen
bewerkt, onder toezicht en met mede
werking van Dr. G. W. S. Ling-
b eek.
Dit werk zal in 18 afleveringen elk
van 32 pagina's druks verschijnen en
30 ets. per aflevering kosten.
Het behandelt de samenstelling en
den bouw van het menschelijk
lichaam in de meest uitgebreide be-
t&ekenis, dei voornaamste toepassin
gen der natuur-gieiieeskun.de, en in d'e
laatste aflevering moeder en kind.
Men zal dus in dit werk vinden lioe
ons beenderenstelsel in elkaar zit en
op welke wijze het versterkt worden
moet; hoe de ademhaling moet zijn en
wenken voor goede spijsvertering.
Wat d'e waarde is der voornaamste
voedingsmiddelen en hoe de invloed is
van de bewerkingen in den keuken op
onze spijzen. De noodzaak za; men
zien aangetoond van baden, de wer
king van allerlei' toepassingen der na
tuur-geneeskunde; wenken hoe men bij
ongevallen d'e eerste hulp kan verlee-
nen, hoe verbanden moeten worden
gelegd, enz. enz.
Wij ontvingen de eerste aflevering,
dus ons oordeel kan zich slechts be
perken tot hetgeen daarin geboden
wordt. Welnu, die eerste' aflevering
doet ons alles goeds voor het werk in
zijn geheel verwachten.
De uiteenzetting van het geraamte,
van het spierstelsel, van de ademha
lingsorganen en den bloedsomloop is
duidelijk, en wat veel zegt, aange
naam geschreven.
Men blijft, na een paar bladzijden
gelezen te hebben, onwillekeurig door
lezen en door de populaire wijze van
behandeling neemt men er ook vol
doende van mede.
Het verdienstelijke van dit werk
schuilt ons inziens hierin ,dat men
eerst degelijke kennis aanbrengt van
het menschelijk lichaam en daarop
baseert wat men te doen en te laten
heeft om zijne gezondheid te bewaren.
Wij wenschen èn de schrijfster d'i'e
het onder toezicht en met medewerking,
van Dr. Lingheek schreef èn den uit
gever al het mogelijke succes toe. dat
dit nuttige werk verdient.
Sprokkelingen op tech-
n i s c h-h ygiënisch ge-
b ie d.
Weer iets anders op hygiënisch ge
bied,. Bij den heer Henri J. C. Hol-
dent uitgever te Amsterdam, is ver
schenen: ..Sprokkelingen op techniscli.
hygiënisch gebied", door den welbe
kenden civiel-ingenieur. den heer J.
van der Breggen, die in tijdschriften
en dagbladen, reeds meer over dleze
materie geschreven heeft.
De schrijver behandelt: systemen
van watervoorziening en afvoer van
afvalstoffen o. a. op grondige wijze de
verschillende soorten van watervoor
ziening. de keuze van watervoorzie
ning en die beoordleeling van drinkwa
ter.
In het tweedie hoofdstuk zijn vooral
van belang de artikelen over die. ver
schillende systemen om afvalwater af
te voeren .over die» verontreiniging der
openbare wateren, de zuiveringsme
thode en de desinfectie van het afval
water, de ventilatie van beerputten.
Het is een boek vol wetenswaardigs,
op niet te geleerde wijze behandelde
Een ECordong.
(Bij de plaat).
De periodieke bezoeken, die de keizer
van Korea geregeld aan de graven zij
ner voorouders op ruim 10 KM. afstand
van de hoofdstad Seoul breiigt, om of
fers te brengen, zijn telkens aanleiding
tot het houden van een optocht, die door
de Koreanen „kurdong" wordt genoemd
en die in pracht alles overtreft, wat op
dit gebied in het Verre Oosten is te zien.
De stoet in zijn enorme afwisseling
v i kleuren en kleederen is gewoonlijk
bijna 5 KM. lang. Zulk een kurdong kost
der schatkist geweldige sommen, maar,
daar de Koreanen den stoet niet dan op
15 a 50 meter mogen naderen, krijgen zij
weinig voor hun geld. Vreemdelingen
zijn in dit opzicht veel beter af; niet al
leen, dat men hun toestaat den optocht
van dichtbij op de beste kijkplaatsen
gade te slaan, maar zij worden zelfs dik
wijls vereerd met een minzamen glim
lach vaai den keizer, als deze hen in
het oog krijgt. Want de tegenwoordige
keizer van Korea gaat uoor voor een
goed vriend van de Westerlingen en ziet
hen gaarne in zijn hooidstad.
Uren, voor de processie de keizerlijke
residentie verlaat, worden rondom het
paleis talrijke regimenten soldaten in
groot paradetenue opgehoopt. Geruixnen
tijd blijven de soldaten pratend de
komst van hun. gebieder afwachten, tot,
tegen 3 uur in den namiddag, plotseling
een driemaal herhaald hoorngeschal
weerklinkt. De soldaten grijpen dan
hun wapenen en mareneeren he.t park
van het paleis binnen.
Door sterke ploegen bedienden in
groen- of geel-katoenen kleeding wordt
uit kleine vaten versche aarde over den
geheelen weg gestrooid, want het. Kore-
aansch gebruik wil, dat de keizer niet
mag loopen of rijden over grond, die
reeds te voren betreden is door zijn on
derdanen.
Een half uur later verlaat de stoet li,t
paleis. Voorop gaat een Koreaansch mu
ziekkorps, dat op Europeesche manier
is geoefend en dat het volkslied speelt
en dan volgen eenige mannen, die reus
achtige, geelzijden parasols dragen.
Plotseling presenteeren de soldaten
langs den weg de wapenen en men ziet
een zeer grooten stoel naderen, die ge
voerd is met gele zijde en overdekt met
luipaardenvel. In dezen stoel zit de kei
zer, gekleed in gele zijde; de stoel wordt
gedragen door vier paarden en 16 dra
gers, de laatsten in geel-katoenen livrei
gekleed. Hoogwaardigheidsbekleders en
ministers, allen gezeten op kleine Kore-
aansche paarden of in draagstoelen,
gaan achter den keizer. Zij hebben allen
hoofddeksels op, die op mijters lijken.
Ambtenaren van lageren rang sluiten 's
keizers gevolg en dan komt, onder gong-
geklep en tromgeroffel de draagkoets
van den kroonprins. Deze stoel is ge
voerd met karmozijn.ro.ode zijde, doch is
overigens geheel gelijk aan dien van
den keizer. Prinsen en ambtenaren van
verschillenden rang, aismede een mili
tair escorte, sluiten uen stoet.
De terugkeer naar het keizerlijk paleis
geschiedt 's avonds, weder in optocht.
Op afstanden van 50 meter zijn langs den
geheelen weg breede bundels roeden
opgezet, die 3 a 4 meter hoog zijn en die
worden ontstoken, zoodra de keizer tot
op ongeveer 30 meter van zulk een reu-
zemfakkel is aangekomen.
ALLERLEI.
steeds door zuiver steenzout. Ook.
werd de temperatuur opgenomen; zij
bleef beneden 46 graden warmte en
boven drie graden koude; hei inboren
van de stano- duurde tien uren.
De diepste boorgaten der aarde
Van alle landen bezit Pruisen al
tijd nog de diepste boorgaten, hoewel
op andere plaatsen ook talrijke inbo
ringen plaats hebben gehad. Terwijl
reeds het boorgat van Schladebach bij
Merseburg met zijn 1748 meter bewon
derd werd .steeg deze bewondering nog
voor het tot nog toe ongeëvenaarde
van Pajruschowitz in Opper-Silezië,
dat niet minder dan 2003 meter diep
gaat.
Men stelle zich slechts voor, welk
een apparaat daai'toe reeds noodlg is,
om in 2 kilometer diepte nog te boren
en niet alleen een eenvoudig gat,
want dat zou geen practisch nut heb
ben, ïpaar men wilde uit deze kolossale
diepte nog rotssteenen naar boven ha
len, om d'e samenstelling der aard
korst tot daaraan toe te kunnen be-
studeeren. Het slaagde uitmuntend,
geboorde stukken steen van ongeveer
3 mM. dikte uit deze ontoegankelijke
schachten aan het daglicht te brengen
Al blijft nu ook het nieuwste, derde
boorgat bij Oldiau in de buurt van
Celle aan de Aller, met 1613 meter, een
390 meter achter bij dat in Opper-Silo-
zië. zoo vertoont het toch in zooverre
een enoimen vooruitgang in de tech
niek .doordat de diepste boorkern, die
natuurlijk de dunste is, een doorsnede
van niet minder dan 11 centimeter
aanwijst. In het geheel zijn ongeveer
1500 geboorde steenen van gemiddelde
lengte naar hoven gehaald.
Van 104 tot 1613 meter ging de hoor,
j uitgezonderd verscheidene ongeveer 5
meter dikke schachten van kali zout,
Uitvindersgeluk.
Vele uitvindingen, die een vermogen
opgeleverd hebben, schijnen hoogst
onbelangrijk en vorderen geenerlei
voorafgaande studie en ook geen groo-
te uitgaven Zoo heeft voor ongeveer
zestig jaar te Parijs een uitvinder
meer dlan 100,000 francs verdiend,
door uit een licht stuk papier, dat
door drie draden samengehouden
werd, een valscherm te vex-vaardigen,
dat buitengewoon succes had. Een
andere uitvinding, zonder eenig prac
tisch nut. die dier rolschaatsen, heeft
niet minder dan vijf millioen voor
haar bezitter opgebracht.
Kardey Kennedy, de uitvinder van
het nestelbeslag, zou hiermede 12 mil
lioen verdiend hebben. De uitvinder
van de veiligheidsspelden, die klaar
blijkelijk zijn model op een Poinpe-
jaansch fresko vond en hei geniale
idee had het te patenteeren, verdiende
hierdoor met gemak ongeveer 60 mil
lioen; ook de uitvinder van de stalen
veer vex-wierf zich 'n reuzenvermogen.
Het klinkt bijna ongelooflijk, dat
iemand verscheidene jaren lang 250000
frs. inkomen kon hebben, doordat hij
een met een springveer voorzienen hal
fabriceerde en een ander bijna 6 mil
lioen door stukken metaal, die aan de
hakken en de voorpunten van schoen
zolen bevesti-d werden, om ze tegen
slijten te vrijwaren.
Dame (op aeeboot): Neemt ge uw
vrouw nooit mee op reis, kapitein?
Kapitein. Neen, tsame; de zee
kan reeds lastig genoeg zijn.
Een Zaterdag avondpraatje.
De leider van de speelbank te Zand-
voort, tegen wien door den ambtenaar
van het Openbaar Ministerie de maxi
mum straf, zes maanden hechtenis werd
geëisebt, is door den kantonrechter, die
in weerwil van zijn eigenaardig kortaffe
manier van spreken en doen, een goed
hartig man is, veroordeeld tot een boete
van vijfhonderd gulden, bij niet betaling
te vervangen door eenige welven hech-
tenisstraf.
De man komt er op deze manier goed
Intusschen er kwam ongeveer in denzelf
den tijd een ander bericht, namelijk dat
hij gefailleerd is. Er zullen wel bepalin
gen voor dit geval zijn gemaakt, maar
anders zou hij er inderdaad al te ge
makkelijk afkomen. Ik vermoed, dat de
Staat der Nederlanden niet voor de vijf
honderd gulden als concurrente, zelfs
niet als preferente crediteur in den fail
lieten boedel komen zal. Anders zou,
wanneer er zeg tien of twintig procent
werd uitgekeerd, de boete van zelf tot
vijftig of honderd gulden wordien ver
minderd, ja zelfs het geval zich kunnen
voordoen, dat ingeval van insolventie
de Staat der Nederlanden van zijn boete
geen cent ontvangen zou.
Maar, zooals ik uit juridische bron
vernam, zoo staat de zaak ook niet. Der
gelijke boete gaat buiten een faillisse
ment om. Wordt ze op den bepaalden
tijd niet betaald, dan volgt onverbidde
lijk de hechtenis.
Dit is ook logisch. Er moet een grens
zijn, waar de Staat der Nederlanden op
houdt crediteur te zijn.
Over de quaestie van de grensregeling
hebben al heelwat pennen zich in bewe
ging gezet en heel wat hoofden zich
warm gemaakt. Maar geen enkel van
die hoofden heeft de hitte bereikt van
de hoofden der commissie uit den
Heemsteedschen gemeenteraad. Goede
genade, wat hakken die menschen om
zich heen! De spaanders vliegen er af!
Niet alleen zinspelen ze er in bitteren
spot op, dat Haarlem, eenmaal aan 't
annexeeren beginnende, welhaast ook
de Haarlemmermeer zal willen bemach
tigen en daarna aan Amsterdam toe is,
maar ook spotten zij er mee, dat de po
litie in Haarlem de misdrijven niet al
leen niet voorkomen, maar ook de da
ders niet opsporen kan, een bewering
die niet heel billijk is, omdat juist in
den laatsten tijd vrijwat hoeven gesnapt
zijn en de inbraken in den laatsten tijd
dan ook van weinig beteekenis en veel
zeldzamer zijn, dan een paar maanden
geleden.
Intusschen mag gezegd worden, dat de
Heemsteedsche politie, zooal niet in hoe
veelheid, dan toch in hoedanigheid aan
hooge eischen voldoet. Niet lang gele
den gebeurde het, dat de dienstbode van
een bekend ingezetene aldaar, op een
Zondagavond van haar ouders terugkee-
rende, het venster open vond. Dat moest
een inbreker wezen, dacht ze, haalt de
politie, haalt den heer des huizes, die
ergens op bezoek was. Natuurlijk alles
in rep en roer! De politie gespte den sa
bel om en snelde naar de plaats des on-
heils, vergezeld van den heer des huizes
en diens vrienden.
Men ging naar alle regelen van de
kunst te werk. De heeren werden om het
huis opgesteld, opdat de onverlaat in
geen geval zou kunnen ontsnappen. De
politie, uit den aard van de zaait tot
zelfopoffering geneigd en aangewezen,
drong naar binnen. Op eens, na een poos
ademloos wachten, hoorde men den uit
roep: Licht hier!"
En een van de huisgenooten, die met
den sleutel binnengekomen en bet raam
opengezet had, zag met verbazing hoe
de politieman een lantaren op het bed
richtte, waarin zij (zooals blijkt met
weinig succes) een ongestoorde# slaap
trachtte te vinden.
Zooals van zelf spreekt werden de
wachtposten om het huis direct opgehe
ven en marcheerde de politie op haar
beurt naar bed. Wanneer dus de Heem
steedsche Raadscommissie zegt, dat. haar
politie ijverig genoeg is, dan zal ik de
laatste wezen om dat tegen te spreken.
Maar dat zij zoo schimpt op onze
Haarlemsche politie, dat vind ik niet
aardig. Weet men in Heemstede dan
niet, dat wij zooveel kerken hebben te
bewaken waar nooit iets gebeurt en dat
onze inspecteurs en adjuncten zooveel
vergaderingen moeten bijwonen, waar
ze evengoed vandaan konden blijven?
Dat moet toch ook in 'aanmerking geno
men worden! Te moet alle dingen billijk
beschouwen.
't Is toch onplezierig, dat al de omlig
gende gemeenten er zooveel bezwaar te
gen hebben,' dat we een stuk van hun
grondgebied met de bijbehooren&e inwo
ners bij Haarlem zullen gaan voegen.
Het. doet me denken aan de restaurants
op de Parijsche tentoonstelling, keurig
ingericht, aanlokkelijk voor 't oog, maar
waar de voorbijganger niet binnenging,
omdat het tarief hem te hoog was. Zoo
zeggen ook de omwonenden, die bij de
annexatie Haarlemmers zouden worden:
„ik moet zeggen, je restaurant ziet er
keurig uit, de bediening zal wel goed
wezen en de menu lekker, maarjul
lie schrijft zulke hooge rekeningen, weet
je en daar is mijn portemonnaie niet van
gediend!"
Hadden we geen inkomstenbelasting
van bijna 4 procent en geen hooge op
centen op 't personeel, dan zou je eens
zien, hoe graag ze allemaal Haarlem
mers zouden willen worden. Maar nu
bedanken ze voor de eer.
Daaruit blijkt alweer de macht van het
geld. En welk een groote rol dat artikel
speelt, blijkt uit de reizen van de Boe
rengeneraals, die de poëzie van den
strijd om hun voortbestaan als Boeren
volk samensmelten met 't pToza van de be-
noodigde gelden. Het doet mij genoegen.
dat ze komen. In dezen tijd van zenuw
slapheid en jacht naar pret, is het een
verfrissching eens van nabij te kunnen
zien en hooren drie mannen, die kerels
zijn, in den besten zin van het woord,
drie helden mogen we zeggen.
De namen van de leden van de com
missie zijn bekend geworden, maar naar
ik gehoord heb zijn ze nog niet allen
vermeld. De Commissie zal dus zeker
noig aangevuld worden en dat moet ook
wel zoo wezen, want ik heb een heele
categorie van medeburgers daai'in totaal
gemist, ik bedoel de arbeiders. Zonder
een paar werklieden Is de commissie
niet compleet. Ik weet wel: van hen kan
men juist geen groote bijdragen ver
wachten wie niet heeft, kan eenmaal
niet geven, maar wel enthousiasme voor
de zaak. Er was tijdens den oorlog in
geen enkelen kring meer belangstelling
in 't lot van de Boeren, dan juist bij
de „kleine luyden". Ze lachten als de
Engelschen klop kregen en ze hadden
wel willen huilen, als het den Boeren
eens tegenliep. Het is alleen reeds als
een erkenning van dat mede lijden en
dait mede gevoelen een plicht, om het
arbeiderselement in de Commissie op te
nemen.
En mochten dan ook arme werklieden
een kleinigheid over hebben, dan doen
ze in elk geval beter die te geven aan de
Boeren, dan ze te steken in loterijen of
afbetalingsondernemingen, waar ze niets
van weten, waarvan ze niet de minste
bewijzen van soliditeit hebben en waar
ze toch maar, op hoop van groot voor
deel, hun zoo zeldzame dubbeltjes en
kwartjes in steken. Het vertrouwen on
der de menschen (of moet ik liever spre
ken van de onnoozelheid?) is wel groot,
dat de eerste de beste, die bun geld on
der den een of anderen vorm vraagt
en belooft daarvoor in ruil later wel wat
te zullen teruggeven, maar dadelijk
klanten aan zijn deur ziet. Men zou zoo
i zeggen, dat een volk waar je dagelijksch
zulke dingen ziet gebeuren, nog niet
ï'ijp is voor afschaffing van de Staats
loterij, die al is ze dan in beginsel
ook geen aantrekkelijk ondernemen.
toch in elk geval dit voordeel heeft, dat
ze niemand bedriegt en vele menschen
allicht eenigermate afhoudt, van dure
proefnemingen met onbetrouwbare in
dustrieën op dat gebied. Schaf de Staats
loterij nu al en de zin tot speculatie, die
er heiaas nog inzit, zal andere bevredi
ging zoeken. Daartegen is geen wet te
maken, want. oneerlijke ondernemers zijn
altijd veel slimmer, dan eerlijke wetten-
tnakers en zien openingen om door te
kruipen, waar anderen dachten dat de
mazen potdicht waren.
•Ta, ja, je moet voorzichtig wezen te
genwoordig. Met je geld in de eerste
plaats, maar ook met je woorden. Er
zijn menschen, die in een openbaar lo
kaal of in een trein maar hardop een
anders doopceel lichten, zonder zich
eens af te vragen of er ook vrienden of
bekenden van den besprokene in de
buurt kunnen wezen. Zoo erg was het
nu niet, wat onlangs iemand overkwam,
die in zijn woonschip een tentoonstelling
hield. Maar kluchtig was dat toch wel.
Een heer kwam deze tentoonstelling
bezoeken en zei zoo terloops: ,,u moest
ook eens daarmee te Amsterdam, ko-
ifien!" „Och", zei de tentoonsteller, „daar
heb ik niet veel zin in. Te moet vergun
ning aanvragen en de formaliteiten om
de permissie van den burgemeester te
krijgen zijn zoo lastig ik zal het maar
niet doen."
De bezoeker spoorde hem er toe aan
en zei. bij 't heengaan, leukjes weg: „ik
denk, dat 't. wel terecht zal komen, ziet
u ik ben de burgemeester van Am
sterdam."
Zóo is mij het geval verteld, en de
woonsc-huitman is ook inderdaad riaar
Amsterdam getrokken. Mocht het niet ge
beurd zijn, of niet precies zoo, och dan
zou bet toch zóo hebben' kunnen gebeu
ren en in elk geval benadeel ik niemand
met het verhaal.
Dat kan men van alle verha
len niet zeggen. Ik herinner me goed,
dat op zekeren dag verteld wei'd: „die
en die is er van door!" Die en die was
een zeer bekend man, van ongerepte re
putatie, bemiddeld en wel gezien. Ik
twijfelde, 't Zou wel weer een praatje
wezen. Neen, hield mijn zegsman vol, 't
was vast waar. Hij gaf zelfs bijzonder
heden. Ik wou zekerheid hebben en be
sloot den bedoelde onder een voorwend
sel te telephoneeren. En wie kwam aan de
telephoon? De man zelf, die er evenmin
van door was als ik of mijn zegsman.
Die zegsman had het ook gehoord, ver
ontschuldigde deze zich, van een
ander. Mijnentwege! Die ander had
liet ook allicht weer van een
ander. Maar één moet het toch ver
zonnen hebben! En wie is nu delaat
ik maar gemoedelijk blijven en zeggen:
de vlegel, die zulke ernstige dingen uit
zijn duim zuigt?
Een maand of drie naderhand zwerft
er een dergelijk verhaal door de stad
over een dame. Dit was er ook van door.
Er werd zelfs bij verteld met wien. En
niet later dan denzelfden middag ont
moet ik dezelfde dame in de Groote
Houtstraat!
Sedert die ervaringen heb ik mij zel-
von plechtig beloofd, dergelijke praatjes
niet alleen niet over te vertellen (daar
aan bezondig ik me toch nooit) maar
ook om ze niet eens meer in mijn ge
heugen te bewaren. Konden we voor dit
doel eens efen vereeniging oprichten.
Wat zou er een menigte laster en ach
terklap uit de wereld raken!
Maar helaas, ik durf niet. Er zijn al
zooveel vereenagingen. Te veel. Ik durf
er geen nieuwe meer bij oprichten. De
huiselijkheid gaat toch al zoo achteruit.
En 't is juist in den huiselijken kring,
dat je het minste gevaar loopt achter
klap en lasterpraat te moeten hooren.
FIDELIO.