DE ZATERDAGAVOND GRATIS BIJVOEGSEL VAN .HAARLEM'S DAGBLAD" ïan Men Tijdschrift Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Prijsraadsel. Haarlemmer Halletjes as. no. Zaterdag II October. 1902. Meest gelezen Dagblad in Haarlem, en Omstreken. De oplossing van ons Prijsraadsel was: HOUTRUST. Na loting werd de prijs toegewezen aan Mej. G. VAN DER HAM. Zuidpol derstraat no. 73, alhier. Ons nieuwe prijsraadsel lui^t: Het geheel is een welbekende zee. Het eerste deel is een windstreek. Het tweede ,een groot water. Als prijs loven wij uit: EEN KOP EN SCHOTEL. De gezondheid in huis. Niets is zoo gevaarlijk als het ..dok teren" van leeken, dat maar al te veel voorkomt en zijn oorzaken heelt eenerzijds in het napraten van wat an deren als hoogie wijsheid verkondigen en in restes van dom bijgeloof, en an derzijds door den invloed), die sommi ge boeken over geneeskunde en hy giëne teweegbrengen. Men versta ons wel. Wij willen hiermede niets afdoen aan die waarde dier boeken de streng wetenschappelijke blijven natuurlijk geheel buiten ons terrein maar wil len met nadruk wijzen op het gevaar dat boeken, die de geneeskundige we tenschap populariseeren. opleveren, wanneer ze halve kennis aanbrengen, waaruit de leeken-lezers meenen vol komen kennis te kunnen distilleerden en allerlei zaken zonder dokter ineens te kunnen opknappen. Daarin schuilt onberekenbaar ge vaar. Te meer toejuiching verdient het dus dat er een Hollandsch werk wordt uitgegeven, waarin op populaire wij ze door een alleszins bevoegde wordt uiteengezet wat elk van den bouw en de samenstelling van het menschelijk lichaam en van de functiën der ver schillende organen behoort te weten en kan begrijpen, daaraan tevens v-ast- knoopend wenken voor die1 gezondheid, die men volkomen begrijpt na het ge- lezene en. wat meer zegt, waarvan, men de onberekenbare waarde zal be grijpen. Dagelijks zien wij om ons heen honderden voorbeelden van schrome lijke verwaarioozing der zorgen voor de gezondheid, zoowel uit nonchalan ce als uit onkunde. Het ..menssana in coporo sano". een gezonde, ziel kan slechts huizen in een gezond lichaam, eeuwen geleden verkondigd, schijnt vergeefs gesproken. Onreinheid op het lichaam, ondoel matige kleeding. onvoldoende of glad verkeerde luchtverversching. onmatig heid van spijs en drank, on voedlsel dat nad'eelig voor het lichaam is, zijn ze niet aan de orde van den dag? Dat geldt die gezonden niet alleen. Zelfs bij zieken worden deze dingen vaak totaal verwaarloosd', en dan staat de geneesheer met al zijn zor gen machteloos aan het krankbed. Ieder behoort daarom ingelicht te zijn van den houw van zijn eigen lichaam, van dien werkkring der ver schillende organen, om te weten hoe h;; moet handelen om ze die functie op de best mogelijke wijze te doen vervullen, ieder moet weten welke maatregelen hij behoort te nemen om gezond te leven. ~Een gids op het pad wil zijn het bij den heer W. Hilarius Wz. te Almelo uitgegeven werk: .De gezondheid i ïy hui s". natuur-geneeskundige raadgever voor het gezin in gezonde en zieke dagen, naar dte beste bronnen bewerkt, onder toezicht en met mede werking van Dr. G. W. S. Ling- b eek. Dit werk zal in 18 afleveringen elk van 32 pagina's druks verschijnen en 30 ets. per aflevering kosten. Het behandelt de samenstelling en den bouw van het menschelijk lichaam in de meest uitgebreide be- t&ekenis, dei voornaamste toepassin gen der natuur-gieiieeskun.de, en in d'e laatste aflevering moeder en kind. Men zal dus in dit werk vinden lioe ons beenderenstelsel in elkaar zit en op welke wijze het versterkt worden moet; hoe de ademhaling moet zijn en wenken voor goede spijsvertering. Wat d'e waarde is der voornaamste voedingsmiddelen en hoe de invloed is van de bewerkingen in den keuken op onze spijzen. De noodzaak za; men zien aangetoond van baden, de wer king van allerlei' toepassingen der na tuur-geneeskunde; wenken hoe men bij ongevallen d'e eerste hulp kan verlee- nen, hoe verbanden moeten worden gelegd, enz. enz. Wij ontvingen de eerste aflevering, dus ons oordeel kan zich slechts be perken tot hetgeen daarin geboden wordt. Welnu, die eerste' aflevering doet ons alles goeds voor het werk in zijn geheel verwachten. De uiteenzetting van het geraamte, van het spierstelsel, van de ademha lingsorganen en den bloedsomloop is duidelijk, en wat veel zegt, aange naam geschreven. Men blijft, na een paar bladzijden gelezen te hebben, onwillekeurig door lezen en door de populaire wijze van behandeling neemt men er ook vol doende van mede. Het verdienstelijke van dit werk schuilt ons inziens hierin ,dat men eerst degelijke kennis aanbrengt van het menschelijk lichaam en daarop baseert wat men te doen en te laten heeft om zijne gezondheid te bewaren. Wij wenschen èn de schrijfster d'i'e het onder toezicht en met medewerking, van Dr. Lingheek schreef èn den uit gever al het mogelijke succes toe. dat dit nuttige werk verdient. Sprokkelingen op tech- n i s c h-h ygiënisch ge- b ie d. Weer iets anders op hygiënisch ge bied,. Bij den heer Henri J. C. Hol- dent uitgever te Amsterdam, is ver schenen: ..Sprokkelingen op techniscli. hygiënisch gebied", door den welbe kenden civiel-ingenieur. den heer J. van der Breggen, die in tijdschriften en dagbladen, reeds meer over dleze materie geschreven heeft. De schrijver behandelt: systemen van watervoorziening en afvoer van afvalstoffen o. a. op grondige wijze de verschillende soorten van watervoor ziening. de keuze van watervoorzie ning en die beoordleeling van drinkwa ter. In het tweedie hoofdstuk zijn vooral van belang de artikelen over die. ver schillende systemen om afvalwater af te voeren .over die» verontreiniging der openbare wateren, de zuiveringsme thode en de desinfectie van het afval water, de ventilatie van beerputten. Het is een boek vol wetenswaardigs, op niet te geleerde wijze behandelde Een ECordong. (Bij de plaat). De periodieke bezoeken, die de keizer van Korea geregeld aan de graven zij ner voorouders op ruim 10 KM. afstand van de hoofdstad Seoul breiigt, om of fers te brengen, zijn telkens aanleiding tot het houden van een optocht, die door de Koreanen „kurdong" wordt genoemd en die in pracht alles overtreft, wat op dit gebied in het Verre Oosten is te zien. De stoet in zijn enorme afwisseling v i kleuren en kleederen is gewoonlijk bijna 5 KM. lang. Zulk een kurdong kost der schatkist geweldige sommen, maar, daar de Koreanen den stoet niet dan op 15 a 50 meter mogen naderen, krijgen zij weinig voor hun geld. Vreemdelingen zijn in dit opzicht veel beter af; niet al leen, dat men hun toestaat den optocht van dichtbij op de beste kijkplaatsen gade te slaan, maar zij worden zelfs dik wijls vereerd met een minzamen glim lach vaai den keizer, als deze hen in het oog krijgt. Want de tegenwoordige keizer van Korea gaat uoor voor een goed vriend van de Westerlingen en ziet hen gaarne in zijn hooidstad. Uren, voor de processie de keizerlijke residentie verlaat, worden rondom het paleis talrijke regimenten soldaten in groot paradetenue opgehoopt. Geruixnen tijd blijven de soldaten pratend de komst van hun. gebieder afwachten, tot, tegen 3 uur in den namiddag, plotseling een driemaal herhaald hoorngeschal weerklinkt. De soldaten grijpen dan hun wapenen en mareneeren he.t park van het paleis binnen. Door sterke ploegen bedienden in groen- of geel-katoenen kleeding wordt uit kleine vaten versche aarde over den geheelen weg gestrooid, want het. Kore- aansch gebruik wil, dat de keizer niet mag loopen of rijden over grond, die reeds te voren betreden is door zijn on derdanen. Een half uur later verlaat de stoet li,t paleis. Voorop gaat een Koreaansch mu ziekkorps, dat op Europeesche manier is geoefend en dat het volkslied speelt en dan volgen eenige mannen, die reus achtige, geelzijden parasols dragen. Plotseling presenteeren de soldaten langs den weg de wapenen en men ziet een zeer grooten stoel naderen, die ge voerd is met gele zijde en overdekt met luipaardenvel. In dezen stoel zit de kei zer, gekleed in gele zijde; de stoel wordt gedragen door vier paarden en 16 dra gers, de laatsten in geel-katoenen livrei gekleed. Hoogwaardigheidsbekleders en ministers, allen gezeten op kleine Kore- aansche paarden of in draagstoelen, gaan achter den keizer. Zij hebben allen hoofddeksels op, die op mijters lijken. Ambtenaren van lageren rang sluiten 's keizers gevolg en dan komt, onder gong- geklep en tromgeroffel de draagkoets van den kroonprins. Deze stoel is ge voerd met karmozijn.ro.ode zijde, doch is overigens geheel gelijk aan dien van den keizer. Prinsen en ambtenaren van verschillenden rang, aismede een mili tair escorte, sluiten uen stoet. De terugkeer naar het keizerlijk paleis geschiedt 's avonds, weder in optocht. Op afstanden van 50 meter zijn langs den geheelen weg breede bundels roeden opgezet, die 3 a 4 meter hoog zijn en die worden ontstoken, zoodra de keizer tot op ongeveer 30 meter van zulk een reu- zemfakkel is aangekomen. ALLERLEI. steeds door zuiver steenzout. Ook. werd de temperatuur opgenomen; zij bleef beneden 46 graden warmte en boven drie graden koude; hei inboren van de stano- duurde tien uren. De diepste boorgaten der aarde Van alle landen bezit Pruisen al tijd nog de diepste boorgaten, hoewel op andere plaatsen ook talrijke inbo ringen plaats hebben gehad. Terwijl reeds het boorgat van Schladebach bij Merseburg met zijn 1748 meter bewon derd werd .steeg deze bewondering nog voor het tot nog toe ongeëvenaarde van Pajruschowitz in Opper-Silezië, dat niet minder dan 2003 meter diep gaat. Men stelle zich slechts voor, welk een apparaat daai'toe reeds noodlg is, om in 2 kilometer diepte nog te boren en niet alleen een eenvoudig gat, want dat zou geen practisch nut heb ben, ïpaar men wilde uit deze kolossale diepte nog rotssteenen naar boven ha len, om d'e samenstelling der aard korst tot daaraan toe te kunnen be- studeeren. Het slaagde uitmuntend, geboorde stukken steen van ongeveer 3 mM. dikte uit deze ontoegankelijke schachten aan het daglicht te brengen Al blijft nu ook het nieuwste, derde boorgat bij Oldiau in de buurt van Celle aan de Aller, met 1613 meter, een 390 meter achter bij dat in Opper-Silo- zië. zoo vertoont het toch in zooverre een enoimen vooruitgang in de tech niek .doordat de diepste boorkern, die natuurlijk de dunste is, een doorsnede van niet minder dan 11 centimeter aanwijst. In het geheel zijn ongeveer 1500 geboorde steenen van gemiddelde lengte naar hoven gehaald. Van 104 tot 1613 meter ging de hoor, j uitgezonderd verscheidene ongeveer 5 meter dikke schachten van kali zout, Uitvindersgeluk. Vele uitvindingen, die een vermogen opgeleverd hebben, schijnen hoogst onbelangrijk en vorderen geenerlei voorafgaande studie en ook geen groo- te uitgaven Zoo heeft voor ongeveer zestig jaar te Parijs een uitvinder meer dlan 100,000 francs verdiend, door uit een licht stuk papier, dat door drie draden samengehouden werd, een valscherm te vex-vaardigen, dat buitengewoon succes had. Een andere uitvinding, zonder eenig prac tisch nut. die dier rolschaatsen, heeft niet minder dan vijf millioen voor haar bezitter opgebracht. Kardey Kennedy, de uitvinder van het nestelbeslag, zou hiermede 12 mil lioen verdiend hebben. De uitvinder van de veiligheidsspelden, die klaar blijkelijk zijn model op een Poinpe- jaansch fresko vond en hei geniale idee had het te patenteeren, verdiende hierdoor met gemak ongeveer 60 mil lioen; ook de uitvinder van de stalen veer vex-wierf zich 'n reuzenvermogen. Het klinkt bijna ongelooflijk, dat iemand verscheidene jaren lang 250000 frs. inkomen kon hebben, doordat hij een met een springveer voorzienen hal fabriceerde en een ander bijna 6 mil lioen door stukken metaal, die aan de hakken en de voorpunten van schoen zolen bevesti-d werden, om ze tegen slijten te vrijwaren. Dame (op aeeboot): Neemt ge uw vrouw nooit mee op reis, kapitein? Kapitein. Neen, tsame; de zee kan reeds lastig genoeg zijn. Een Zaterdag avondpraatje. De leider van de speelbank te Zand- voort, tegen wien door den ambtenaar van het Openbaar Ministerie de maxi mum straf, zes maanden hechtenis werd geëisebt, is door den kantonrechter, die in weerwil van zijn eigenaardig kortaffe manier van spreken en doen, een goed hartig man is, veroordeeld tot een boete van vijfhonderd gulden, bij niet betaling te vervangen door eenige welven hech- tenisstraf. De man komt er op deze manier goed Intusschen er kwam ongeveer in denzelf den tijd een ander bericht, namelijk dat hij gefailleerd is. Er zullen wel bepalin gen voor dit geval zijn gemaakt, maar anders zou hij er inderdaad al te ge makkelijk afkomen. Ik vermoed, dat de Staat der Nederlanden niet voor de vijf honderd gulden als concurrente, zelfs niet als preferente crediteur in den fail lieten boedel komen zal. Anders zou, wanneer er zeg tien of twintig procent werd uitgekeerd, de boete van zelf tot vijftig of honderd gulden wordien ver minderd, ja zelfs het geval zich kunnen voordoen, dat ingeval van insolventie de Staat der Nederlanden van zijn boete geen cent ontvangen zou. Maar, zooals ik uit juridische bron vernam, zoo staat de zaak ook niet. Der gelijke boete gaat buiten een faillisse ment om. Wordt ze op den bepaalden tijd niet betaald, dan volgt onverbidde lijk de hechtenis. Dit is ook logisch. Er moet een grens zijn, waar de Staat der Nederlanden op houdt crediteur te zijn. Over de quaestie van de grensregeling hebben al heelwat pennen zich in bewe ging gezet en heel wat hoofden zich warm gemaakt. Maar geen enkel van die hoofden heeft de hitte bereikt van de hoofden der commissie uit den Heemsteedschen gemeenteraad. Goede genade, wat hakken die menschen om zich heen! De spaanders vliegen er af! Niet alleen zinspelen ze er in bitteren spot op, dat Haarlem, eenmaal aan 't annexeeren beginnende, welhaast ook de Haarlemmermeer zal willen bemach tigen en daarna aan Amsterdam toe is, maar ook spotten zij er mee, dat de po litie in Haarlem de misdrijven niet al leen niet voorkomen, maar ook de da ders niet opsporen kan, een bewering die niet heel billijk is, omdat juist in den laatsten tijd vrijwat hoeven gesnapt zijn en de inbraken in den laatsten tijd dan ook van weinig beteekenis en veel zeldzamer zijn, dan een paar maanden geleden. Intusschen mag gezegd worden, dat de Heemsteedsche politie, zooal niet in hoe veelheid, dan toch in hoedanigheid aan hooge eischen voldoet. Niet lang gele den gebeurde het, dat de dienstbode van een bekend ingezetene aldaar, op een Zondagavond van haar ouders terugkee- rende, het venster open vond. Dat moest een inbreker wezen, dacht ze, haalt de politie, haalt den heer des huizes, die ergens op bezoek was. Natuurlijk alles in rep en roer! De politie gespte den sa bel om en snelde naar de plaats des on- heils, vergezeld van den heer des huizes en diens vrienden. Men ging naar alle regelen van de kunst te werk. De heeren werden om het huis opgesteld, opdat de onverlaat in geen geval zou kunnen ontsnappen. De politie, uit den aard van de zaait tot zelfopoffering geneigd en aangewezen, drong naar binnen. Op eens, na een poos ademloos wachten, hoorde men den uit roep: Licht hier!" En een van de huisgenooten, die met den sleutel binnengekomen en bet raam opengezet had, zag met verbazing hoe de politieman een lantaren op het bed richtte, waarin zij (zooals blijkt met weinig succes) een ongestoorde# slaap trachtte te vinden. Zooals van zelf spreekt werden de wachtposten om het huis direct opgehe ven en marcheerde de politie op haar beurt naar bed. Wanneer dus de Heem steedsche Raadscommissie zegt, dat. haar politie ijverig genoeg is, dan zal ik de laatste wezen om dat tegen te spreken. Maar dat zij zoo schimpt op onze Haarlemsche politie, dat vind ik niet aardig. Weet men in Heemstede dan niet, dat wij zooveel kerken hebben te bewaken waar nooit iets gebeurt en dat onze inspecteurs en adjuncten zooveel vergaderingen moeten bijwonen, waar ze evengoed vandaan konden blijven? Dat moet toch ook in 'aanmerking geno men worden! Te moet alle dingen billijk beschouwen. 't Is toch onplezierig, dat al de omlig gende gemeenten er zooveel bezwaar te gen hebben,' dat we een stuk van hun grondgebied met de bijbehooren&e inwo ners bij Haarlem zullen gaan voegen. Het. doet me denken aan de restaurants op de Parijsche tentoonstelling, keurig ingericht, aanlokkelijk voor 't oog, maar waar de voorbijganger niet binnenging, omdat het tarief hem te hoog was. Zoo zeggen ook de omwonenden, die bij de annexatie Haarlemmers zouden worden: „ik moet zeggen, je restaurant ziet er keurig uit, de bediening zal wel goed wezen en de menu lekker, maarjul lie schrijft zulke hooge rekeningen, weet je en daar is mijn portemonnaie niet van gediend!" Hadden we geen inkomstenbelasting van bijna 4 procent en geen hooge op centen op 't personeel, dan zou je eens zien, hoe graag ze allemaal Haarlem mers zouden willen worden. Maar nu bedanken ze voor de eer. Daaruit blijkt alweer de macht van het geld. En welk een groote rol dat artikel speelt, blijkt uit de reizen van de Boe rengeneraals, die de poëzie van den strijd om hun voortbestaan als Boeren volk samensmelten met 't pToza van de be- noodigde gelden. Het doet mij genoegen. dat ze komen. In dezen tijd van zenuw slapheid en jacht naar pret, is het een verfrissching eens van nabij te kunnen zien en hooren drie mannen, die kerels zijn, in den besten zin van het woord, drie helden mogen we zeggen. De namen van de leden van de com missie zijn bekend geworden, maar naar ik gehoord heb zijn ze nog niet allen vermeld. De Commissie zal dus zeker noig aangevuld worden en dat moet ook wel zoo wezen, want ik heb een heele categorie van medeburgers daai'in totaal gemist, ik bedoel de arbeiders. Zonder een paar werklieden Is de commissie niet compleet. Ik weet wel: van hen kan men juist geen groote bijdragen ver wachten wie niet heeft, kan eenmaal niet geven, maar wel enthousiasme voor de zaak. Er was tijdens den oorlog in geen enkelen kring meer belangstelling in 't lot van de Boeren, dan juist bij de „kleine luyden". Ze lachten als de Engelschen klop kregen en ze hadden wel willen huilen, als het den Boeren eens tegenliep. Het is alleen reeds als een erkenning van dat mede lijden en dait mede gevoelen een plicht, om het arbeiderselement in de Commissie op te nemen. En mochten dan ook arme werklieden een kleinigheid over hebben, dan doen ze in elk geval beter die te geven aan de Boeren, dan ze te steken in loterijen of afbetalingsondernemingen, waar ze niets van weten, waarvan ze niet de minste bewijzen van soliditeit hebben en waar ze toch maar, op hoop van groot voor deel, hun zoo zeldzame dubbeltjes en kwartjes in steken. Het vertrouwen on der de menschen (of moet ik liever spre ken van de onnoozelheid?) is wel groot, dat de eerste de beste, die bun geld on der den een of anderen vorm vraagt en belooft daarvoor in ruil later wel wat te zullen teruggeven, maar dadelijk klanten aan zijn deur ziet. Men zou zoo i zeggen, dat een volk waar je dagelijksch zulke dingen ziet gebeuren, nog niet ï'ijp is voor afschaffing van de Staats loterij, die al is ze dan in beginsel ook geen aantrekkelijk ondernemen. toch in elk geval dit voordeel heeft, dat ze niemand bedriegt en vele menschen allicht eenigermate afhoudt, van dure proefnemingen met onbetrouwbare in dustrieën op dat gebied. Schaf de Staats loterij nu al en de zin tot speculatie, die er heiaas nog inzit, zal andere bevredi ging zoeken. Daartegen is geen wet te maken, want. oneerlijke ondernemers zijn altijd veel slimmer, dan eerlijke wetten- tnakers en zien openingen om door te kruipen, waar anderen dachten dat de mazen potdicht waren. •Ta, ja, je moet voorzichtig wezen te genwoordig. Met je geld in de eerste plaats, maar ook met je woorden. Er zijn menschen, die in een openbaar lo kaal of in een trein maar hardop een anders doopceel lichten, zonder zich eens af te vragen of er ook vrienden of bekenden van den besprokene in de buurt kunnen wezen. Zoo erg was het nu niet, wat onlangs iemand overkwam, die in zijn woonschip een tentoonstelling hield. Maar kluchtig was dat toch wel. Een heer kwam deze tentoonstelling bezoeken en zei zoo terloops: ,,u moest ook eens daarmee te Amsterdam, ko- ifien!" „Och", zei de tentoonsteller, „daar heb ik niet veel zin in. Te moet vergun ning aanvragen en de formaliteiten om de permissie van den burgemeester te krijgen zijn zoo lastig ik zal het maar niet doen." De bezoeker spoorde hem er toe aan en zei. bij 't heengaan, leukjes weg: „ik denk, dat 't. wel terecht zal komen, ziet u ik ben de burgemeester van Am sterdam." Zóo is mij het geval verteld, en de woonsc-huitman is ook inderdaad riaar Amsterdam getrokken. Mocht het niet ge beurd zijn, of niet precies zoo, och dan zou bet toch zóo hebben' kunnen gebeu ren en in elk geval benadeel ik niemand met het verhaal. Dat kan men van alle verha len niet zeggen. Ik herinner me goed, dat op zekeren dag verteld wei'd: „die en die is er van door!" Die en die was een zeer bekend man, van ongerepte re putatie, bemiddeld en wel gezien. Ik twijfelde, 't Zou wel weer een praatje wezen. Neen, hield mijn zegsman vol, 't was vast waar. Hij gaf zelfs bijzonder heden. Ik wou zekerheid hebben en be sloot den bedoelde onder een voorwend sel te telephoneeren. En wie kwam aan de telephoon? De man zelf, die er evenmin van door was als ik of mijn zegsman. Die zegsman had het ook gehoord, ver ontschuldigde deze zich, van een ander. Mijnentwege! Die ander had liet ook allicht weer van een ander. Maar één moet het toch ver zonnen hebben! En wie is nu delaat ik maar gemoedelijk blijven en zeggen: de vlegel, die zulke ernstige dingen uit zijn duim zuigt? Een maand of drie naderhand zwerft er een dergelijk verhaal door de stad over een dame. Dit was er ook van door. Er werd zelfs bij verteld met wien. En niet later dan denzelfden middag ont moet ik dezelfde dame in de Groote Houtstraat! Sedert die ervaringen heb ik mij zel- von plechtig beloofd, dergelijke praatjes niet alleen niet over te vertellen (daar aan bezondig ik me toch nooit) maar ook om ze niet eens meer in mijn ge heugen te bewaren. Konden we voor dit doel eens efen vereeniging oprichten. Wat zou er een menigte laster en ach terklap uit de wereld raken! Maar helaas, ik durf niet. Er zijn al zooveel vereenagingen. Te veel. Ik durf er geen nieuwe meer bij oprichten. De huiselijkheid gaat toch al zoo achteruit. En 't is juist in den huiselijken kring, dat je het minste gevaar loopt achter klap en lasterpraat te moeten hooren. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 7